NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd

NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd 171202

961

Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Noordwijk, gehouden op dinsdag 17 december 2002, aanvang 20.00h, en voortgezet op donderdag 19 december 2002, aanvang 18.00h Aanwezig: Voorzitter: de heer J.W. van der Sluijs Griffier: de heer T.M. van Gorsel (interim-) Wethouders: de heer P.L. Barnhoorn de heer P. van Bockhove de heer G. van Duin de heer G.C. Duijndam De leden:

mevrouw G.E. Admiraal (NT, afwezig op 17-12-2002) de heer A.R. Barnhoorn (NT) de heer A.W.M. Eijs (De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66) de heer J.A. Elvader (NT) de heer E. Hazenoot (NT) de heer J.H.J. Heus (NT) de heer A. Houwaart (ChristenUnie) de heer P.J.H. Koster (De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66) mevrouw T.J.M. Mornout - van Orsouw (CDA) de heer H. van Nes (NT, afwezig op 19-12-2002) de heer A.Th. van Rijnberk (De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66, afwezig op 19-12-2002) de heer Th.B. Sweers (VVD) de heer G.A.R. Tummers (CDA) mevrouw C.M. Versteege - Wowijs (NT) mevrouw C.J.G. Vliet Vlieland - de Wit (CDA) mevrouw M.A. van der Vlugt (VVD, afwezig op 19-122002) de heer M. Wiersema (De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66)

Afwezig:

de heer L.J. van Ast (NT) de heer D. van Rooijen (CDA)

Verslag:

MatchWord Verslagbureau, Woerden

962


Agenda: 01. Vragenuurtje 02. Besluitenlijsten van de vergaderingen van 12 en 26 november 2002 alsmede een tekstvoorstel voor de Besluitenlijst van 24 oktober 2002 03. Ingekomen stukken 04. Mededelingen 05. Intergemeentelijke samenwerking a. Actuele ontwikkelingen op het gebied van de intergemeentelijke samenwerking b. Lijst van ingekomen stukken mbt de intergemeentelijke samenwerking 06. Hamerstukken a. Jaarverslag Commissie Bezwaar- en Beroepschriften 2001 (voorstelnr. 130) b. Benoeming van een lid en een plv. lid van de Programmaraad (voorstelnr. 131) c. Onderwijshuisvestingsprogramma 2003 (voorstelnr. 132) d. Gemeenschappelijke Regeling Raad van Toezicht Openbaar basisonderwijs Duin- en Bollenstreek (voorstelnr. 133) e. Aanpak huiselijk geweld (voorstelnr. 134) f. Verhoging van de bijdrage uit het Volkshuisvestingsfonds ter ontwikkeling van het Wilhelminahofje (voorstelnr. 135) g. Herziening van het raadsbesluit dd. 24 september 2002 mbt de subsidiëring van sociale woningbouw aan de Van Leeuwenstraat e.o. (voorstelnr. 136) h. Grondaankopen aan de Zwarteweg tbv de realisatie van het Space Business Park (voorstelnr. 137) i. Eerste inventarisatie van bouwmogelijkheden in Noordwijk (voorstelnr. 138) j. Aanschaf van beheermodules voor de openbare verlichting en verkeersborden (voorstelnr. 139) k. Aanvullende voorstellen tbv het parkeerbeleid in Noordwijk aan Zee (voorstelnr. 140) 07. Instelling van een commissie, die het onderzoek naar de financiële situatie van de gemeente voorbereidt (voorstelnr. 141) 08. Bestuurlijke verzelfstandiging van het Northgo College (voorstelnr. 142) 09. Spoedaanvraag voor tijdelijke huisvesting van het Northgo College (voorstelnr. 143)


963

10. Vaststelling van de huurtarieven 2003 voor sportaccommodaties (voorstelnr. 144) 11. Zevende en achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening en herziening van het Reglement op de Welstandscommissie (voorstelnr. 145) 12. Grondaankopen in het Middengebied (voorstelnr. 146) 13. Grondaankopen bij ’t Laantje (voorstelnr. 147) 14. Fusielening aan de VVV Noordwijk (voorstelnr. 148) 15. Beschikbaarstelling van kredieten en exploitatie-uitgaven tbv het integrale parkeerbeleid Noordwijk aan Zee (voorstelnr. 149) 16. Badplaatsontwikkeling (voorstelnr. 150) 17. Wijziging van diverse belastingverordeningen (voorstelnr. 151) 18. Beleidsverslag 2001 en Beleidsplan 2003 Abw, Ioaw en Ioaz (voorstelnr. 153) 19. Comptabiliteitsbesluiten (voorstelnr. 152) 20. Rondvraag De Voorzitter opent de vergadering en deelt mede dat mevrouw Admiraal en de heren Van Ast en Van Rooijen met kennisgeving afwezig zijn. Vervolgens wenst de heer Van Rijnberk (plv. Voorzitter) de Voorzitter geluk met diens komende benoeming tot burgemeester van Maarssen, waarna de Voorzitter hem daarvoor bedankt; hij geeft daarbij aan dat naast enige trots hem ook een weemoedig gevoel bekruipt. Daarna spreekt een drietal personen in. Als eerste spreekt mevrouw M. Lakeman (Stichting Vluchtelingenwerk Noordwijk) in; zij roept, nadat zij het volgende naar voren heeft gebracht, de raad op het lot van uitgeprocedeerde vluchtelingen ter harte te nemen, zijn verantwoordelijkheid te nemen, medemenselijkheid zwaarder te laten wegen dan papieren regelgeving, bestaande voorzieningen pas te beëindigen nadat een goede oplossing voor de problemen is gevonden, en zich hard te maken voor een specifiek algemeen pardon dan wel een zorgvuldig terugkeerproces te bepleiten: - velen maken zich zorgen over het lot van uitgeprocedeerde vluchtelingen, die de komende tijd op straat dreigen te worden gezet; zo is afgelopen zaterdag in veel plaatsen in Nederland een nachtwake gehouden; verder heeft de VNG onlangs uitgesproken dat de toelating en uitzetting van vluchtelingen geen verantwoordelijkheid van de overheid is noch kan worden afgewenteld op individuele gemeenten of hulp- en andere

964


instellingen; - van de in Noordwijk woonachtige vluchtelingen leeft een beperkte groep in een uitzichtloze situatie; nadat zij lang aan het lijntje zijn gehouden, dreigen zij nu met terugwerkende kracht slachtoffer te worden van een verscherpt vreemdelingenbeleid; zoiets mag Noordwijk niet laten gebeuren; - de Stichting Vluchtelingenwerk bepleit al jaren een korte, heldere en rechtvaardige toelatingsprocedure; in de praktijk is daar echter bitter weinig van terechtgekomen; men leek te accepteren dat vluchtelingen in een martelende onzekerheid werden gehouden; - terugkeer is minder eenvoudig als het lijkt; soms weigert hun land van herkomst hen terug te nemen en soms is terugkeer voor hen onveilig; verder blijft het altijd de vraag of terugkeer hen nog enige toekomst biedt; hen een ongewisse toekomst in het vooruitzicht stellen, is dan een dubieuze oplossing; - in Noordwijk gaat het om zowel alleenstaanden als gezinnen; verder is hun algemene levenssituatie schrijnend; desondanks hebben velen zich staande weten te houden; daarnaast maakt het feit dat de overheid hen niet op eventuele terugkeer heeft voorbereid, het onaanvaardbaar de handen nu van de betreffende groep af te trekken. Verder roept zij in concreto de raad op een op dit punt ontwikkeld voorstel aandachtig te bestuderen en te agenderen voor de volgende raadsvergadering. Hierna licht mevrouw A. Alibegovic, een Servisch Bosnische analiste, gehuwd met een ingenieur, die bijna negen jaar geleden voormalig Joegoslavië is ontvlucht, op soms emotionele wijze haar huidige situatie toe; centraal daarin staat dat haar asielaanvraag verkeerd is behandeld en dat zij tussen twee verschillende wetten in valt. Verder heeft zij van het begin af aan geprobeerd om zoveel mogelijk te integreren; Nederlands is inmiddels hun tweede taal geworden. Een generaal pardon is voor haar van levensbelang. Zij roept de raad op als mens over haar situatie te oordelen. De Voorzitter wijst er vooruitlopend op de uiteindelijke instemming van de Tweede Kamer in een algemene reactie op dat de problematiek inmiddels lijkt te zijn ontdaan van haar scherpe kanten; het ziet er daarom naar uit dat mensen niet domweg aan hun lot moeten worden overgelaten. Als tweede plaatst de heer V.S.J.M. Salman de volgende kritische kanttekeningen bij voorstelnr. 146 (Grondaankopen in het Middengebied):


965

- geen enkele politieke partij bepleit bebouwing van het Middengebied; sterker nog, een collegepartij wil de bollenteelt versterken om daardoor het gebied open te houden; verder is er nog een uitstekend initiatiefvoorstel van de fracties van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 en het CDA; - kan de gemeente straks bouwen wanneer zij bebouwing wil? Weliswaar valt straks het gebied binnen de rode contour, maar rust daarop een middengroene bestemming; het heeft dus niet een woonbestemming; bovendien is het nog maar de vraag of die rode contour er ook daadwerkelijk komt; - beschermende maatregelen zijn mooi, maar daartoe had ook gebruik kunnen worden gemaakt van de verbeterde Wet voorkeursrecht gemeenten; - het totale aankoopbedrag is financieel bezien onverantwoord, zeker wanneer burgers en bedrijven met aanzienlijk hogere belastingen worden geconfronteerd; - in feite bezondigt de gemeente zich aan speculatie; - alles overziende is de beste oplossing uit te spreken dat het mooie gebied nooit mag worden bebouwd en om het gebied een agrarische bestemming tbv de bollenteelt te geven. Als laatste spreekt de heer J. Deurman (omwonende van het Northgo College) in mbt voorstelnr. 143 (Plaatsing van noodlokalen); voortbordurend op in april 1990 uitgesproken woorden stelt hij, nadat hij herinnerd heeft aan het op 21 september 1991 genomen raadsbesluit het totaalaantal leerlingen te fixeren op 995-1000, vast dat destijds een verkeerd besluit is genomen en dat al die jaren nooit naar de omwonenden is geluisterd; hij maakt daarom bezwaar tegen de voorgestelde uitbreiding. Verder vraagt hij waar het rapport is, dat uitgesproken zorgen over de veiligheid van de leerlingen deelt, en herinnert hij aan de uitspraak dat met een verdere uitbreiding, na plaatsing van vijf noodlokalen, prudent zou worden omgegaan; ook nu blijkt zo’n toezegging niets waard te zijn. Daarnaast stelt hij dat de voorgestelde tijdelijke uitbreiding weggegooid geld is, en betwijfelt hij of op termijn niet toch geknabbeld zal worden aan het ooit vastgestelde maximumaantal leerlingen. 01. Vragenuurtje De fractie van de VVD stelt mbt in de Peterhof verblijvende huurders, die van het bouwrijp maken veel overlast hebben ondervonden, de volgende vragen:

966


- voelt de gemeente zich als verhuurder verantwoordelijk om het betreffende pand zo goed mogelijk bewoonbaar te houden? - is na 1 april as. voorzien in vervangende woonruimte? Of zijn daar afspraken over gemaakt? Wethouder Duijndam beantwoordt de vragen als volgt: - als verhuurder is de gemeente verantwoordelijk voor aangerichte schade; de woning is alleen niet verhuurd, maar beschikbaar gesteld; - de geleden schade wordt verhaald op de aannemer; - de bewoners kunnen zich als starter inschrijven voor vervangende woonruimte, Zij krijgen geen voorkeursbehandeling; - de bewoners betalen slechts gas, water en elektriciteit (al wordt deze op dit moment blijkbaar niet geleverd); - het lijkt het beste dat de bewoners, waarvan er één werkt bij de gemeente, over een en ander direct contact opnemen met de gemeente. 02. Besluitenlijsten van de vergaderingen van 12 en 26 november 2002 alsmede een tekstvoorstel voor de Besluitenlijst van 24 oktober 2002 De Besluitenlijst van 12 november 2002 wordt met inachtneming van de volgende wijziging vastgesteld: - achter het woord ‘omdat’ onder het vierde gedachtestreepje van de Algemene beschouwing van de fractie van Noordwijk Totaal wordt het woord ‘ook’ ingevoegd. Nav de Besluitenlijst vraagt de fractie van Noordwijk Totaal aandacht voor de voorwaarden, waaronder een invalidenparkeerkaart wordt verstrekt; zij wijst er daarbij op dat in tegenstelling tot wat de fractie van het CDA dacht, die parkeerkaart niet duurder is geworden omdat gewezen wordt op de mogelijkheid van een inkomenstoets. Verder informeert de fractie van de VVD of in elk geval de insprekers zijn geïnformeerd over wat tijdens de Begrotingsraad is besloten – wethouder Van Duijn antwoordt dat hierover een conceptbrief is opgesteld, die vooraf aan de fractievoorzitters ter inzage zal worden gegeven – en vraagt zij alsnog een Afsprakenlijst toe te voegen en hoe het overleg met Katwijk verloopt; mbt dit laatste antwoordt de Voorzitter, zonder zich te binden aan enigerlei termijn, dat dit goed verloopt . De Besluitenlijst van 26 november 2002 wordt met inachtneming van de volgende wijziging vastgesteld: - achter het woord ‘verstrekte’ in de samenvatting van de inbreng van de


967

fractie van Noordwijk Totaal onder agendapunt 6a wordt het woord ‘subsidie’ ingevoegd. Nav de Besluitenlijst van 26 november 2002 antwoordt wethouder Barnhoorn de fractie van Noordwijk Totaal dat de treurwilg bij het Westeinde totaal vermolmd bleek te zijn en daarom niet kon worden behouden, maar door een nieuwe zal worden vervangen. Het tekstvoorstel voor de Besluitenlijst van 24 oktober 2002 wordt conform vastgesteld. 03. Ingekomen stukken LIJST VAN INGEKOMEN STUKKEN VOOR DE VERGADERING VAN DE RAAD OP 17 december 2002 1.

Brief van Camper Club Nederland d.d. 20 november 2002 betreffende Verzoek aandacht Campers ADVIES: Brief beantwoorden in de volgende trant: Noordwijk heeft veel campings. Er zijn voldoende mogelijkheden om met een camper te overnachten. In het verleden is nadrukkelijk besloten dat wildkamperen ongewenst is. Tegen wildkamperen moest in het verleden al vaak handhavend worden opgetreden. Indien dit op enige plek binnen de gemeente Noordwijk wordt toegestaan, kan dit weer leiden tot ongewenste wildgroei.

2.

Brief van Bond tegen Vloeken d.d. 21 november 2002 Betreffende Waarden en Normen. ADVIES: Ter kennisname afdoen. Afdoening in handen stellen college.

3.

Brief van Gemeente Bernheze d.d. 15 november 2002 betreffende Motie inzake vergoeding Tweede Kamerverkiezingen. ADVIES: De motie ondersteunen

968

4.


Brief van de MareGroep i.o. d.d. 20 november 2002 betreffende Fusieproces ´t Heem/Het Spektrum. ADVIES: De Raad heeft op 29 oktober besloten een brief van de gemeenteraadsfractie BV Katwijk inzake problemen rond het fusie proces van de MareGroep ter beantwoording voor te leggen aan de directie van de MareGroep. Bijgaande ingekomen brief is de beantwoording van de directie van de MareGroep op de gestelde vragen. Voorgesteld wordt kennis te nemen van de inhoud van deze brief. De fractie van BV Katwijk en gemeenteraad van Katwijk zijn inmiddels op de hoogte van de inhoud van deze brief.

5.

Brief van de Provincie Zuid-Holland d.d. 13 november 2002 betreffende Samenvatting Provinciaal Economisch Beleid. ADVIES: De brief komt met een korte notitie aan de orde in de commissie EZIM.

6.

Brief van de Provincie Zuid-Holland d.d. 29 november 2002 betreffende vooraankondiging conferentie Integrale Veiligheid 23 januari 2003. ADVIES: In dit stadium ter kennisname, vertegenwoordiging uit college en gemeenteraad aanwijzen. Afdoening in handen stellen college.

7.

Brief van het Ministerie van VROM d.d. 21 november 2002 betreffende Gemeentelijk Klimaatbeleid. ADVIES: Voor kennisgeving aannemen.

1.

Brief van Camperclub Nederland dd. 20 november 2002, waarin aandacht wordt gevraagd voor campers De fractie van de ChristenUnie stelt voor op basis van afspraken met campingbeheerders binnen Noordwijk enige passantenplaatsen te realiseren; de Voorzitter antwoordt dat bepaalde campings bereid zijn op basis van een voorafgaande reservering dergelijke plaatsen open te houden; het probleem is echter dat bepaalde camperbezitters hun wagens gewoon op de weg zetten en niet verder rijden. De fractie van de VVD vraagt aan een eventueel antwoord aan de Camperclub een lijst van Noordwijkse campings, waar camperbezitters terechtkunnen, toe te voegen; zij wil niet dat het opgeheven vingertje


969

wordt opgestoken; de Voorzitter wijst op informatie, die de VVV ongetwijfeld zal kunnen geven. 2.

Brief van de Bond tegen het vloeken dd. 21 november 2002 inzake waarden en normen De fractie van de ChristenUnie betuigt steun aan de brief; niet alleen taalverruwing, maar ook vloeken kan veel mensen onnodig kwetsen. Vervolgens keurt zij af dat de gemeente op zondag brieven laat bezorgen; ook voor veel Noordwijkers heeft de zondag nog steeds een bijzondere betekenis. 3.

Brief van de gemeente Bernheeze dd. 15 november 2002 betreffende een motie inzake het vergoeden van kosten, voortvloeiend uit de Tweede Kamerverkiezingen De fractie van het CDA spreekt zich tegen ondersteuning van de motie uit; het gaat haar te ver in een unieke situatie direct geld te claimen. De fractie van de ChristenUnie steunt daarentegen de motie. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de motie te steunen; de fractie van het CDA wordt geacht te hebben tegengestemd. De fractie van Noordwijk Totaal merkt op een tweetal ingekomen stukken op de lijst te hebben gemist; de Voorzitter zegt toe deze op de lijst voor de volgende raadsvergadering te zullen plaatsen.

04. Mededelingen

De Voorzitter meldt de ontvangst van een ontslagbrief van het raadslid Barnhoorn; de geloofsbrieven van diens opvolger worden tijdens de volgende raadsvergadering onderzocht, waarna deze direct kan worden beëdigd. Er zijn geen mededelingen.

05. Intergemeentelijke samenwerking

a. Actuele ontwikkelingen op het gebied van de intergemeentelijke samenwerking b. Lijst van ingekomen stukken mbt de intergemeentelijke samenwerking

970


Er zijn geen ingekomen stukken.

06. Hamerstukken

a. Jaarverslag Commissie Bezwaar- en Beroepschriften 2001 (voorstelnr. 130) Bijgaande stukken: - het jaarverslag van de commissie bezwaaren beroepschriften 2001 Ter inzage gelegde stukken: - geen Op grond van de verordening bezwaaren beroepschriften biedt de Commissie Bezwaar- en Beroepschriften u haar jaarverslag over 2001 aan. De Commissie Bezwaar- en Beroepschriften constateert een lichte daling van het behandelde aantal bezwaarschriften in haar beide kamers. Daarnaast vraagt de commissie met name aandacht voor de volgende punten: • De commissie constateert dat de afdoening van bezwaarschriften de wettelijke termijnen zeer regelmatig verre overschrijdt. Zij dringt aan op snellere besluitvorming bij besluiten op bezwaar. Op dit punt zijn binnen de Gemeente Noordwijk afspraken gemaakt over versnelling van de procedure. Zelf zal de commissie de voortgang van lopende zaken nauwkeuriger gaan volgen. • Vergeleken met het jaar 2000 is het in 2001 niet meer voorgekomen dat het college verstek liet gaan bij hoorzittingen. Daar staat tegenover dat het voorkwam dat de verwerend ambtenaar nauwelijks op de hoogte was van de voorliggende zaak. • De commissie is opgevallen dat met enige regelmaat onduidelijk is wat in een bezwaarzaak de aan het bestreden besluit ten grondslag liggende regelgeving of beleid (of bestemmingsplan) is. Op dit punt zijn de aangeleverde dossiers voor verbetering vatbaar. De commissie voor Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden kan zich met het voorstel verenigen.

980


gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 130; besluit: dat zij heeft kennisgenomen van het jaarverslag 2001 van de commissie bezwaaren beroepschriften

De fractie van de ChristenUnie vraagt het Jaarverslag voortaan, net zoals vroeger gebeurde, te voorzien van een legenda van de doorlooptijden; de Voorzitter spreekt in een reactie uit dat daar in het Burgerjaarverslag aandacht aan wordt besteed. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist.

b. Benoeming van een lid en een plv. lid van de Programmaraad (voorstelnr. 131) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen In uw vergadering van 20 oktober 1998 hebt u besloten tot vaststelling van de Verordening Programmaraad kabeltelevisie en –radio Bollenstreek. Deze verordening regelt de instelling van een gezamenlijke Programmaraad ten behoeve van het gekoppelde kabelnet, zoals geregeld in de Gemeenschappelijke Regeling CAI Bollenstreek. Bij de vaststelling van de verordening is afgesproken dat de zes deelnemende gemeenten ieder afzonderlijk de werving van de leden en de plaatsvervangende leden van de Programmaraad voor hun rekening zouden nemen. In verband met het behouden van opgebouwde deskundigheid stelt de Programmaraad voor de leden van de Programmaraad te herbenoemen. Volgens artikel 6, lid 1 van de verordening Programmaraad Bollenstreek is dit één keer mogelijk. De plaatsvervangende leden worden via een gezamenlijke advertentie geworven. Omdat op de advertentie die in april 2002 is geplaatst, geen reactie zijn ontvangen, is op 25 september opnieuw geworven. Hierop hebben zich twee kandidaten


981

aangemeld. Inmiddels hebben wij gesprekken gevoerd met de twee kandidaten en heeft afstemming plaatsgevonden met de Programmaraad teneinde de gewenste (regionale) pluriformiteit van de Programmaraad te waarborgen. Ten behoeve van de vervulling van de functie van lid van de Programmaraad namens de Gemeente Noordwijk, dragen wij voor mevrouw L.M. Kramer-Crama te (her)benoemen. Ten behoeve van de vervulling van de functie van plaatsvervangend lid van de Programmaraad namens de gemeente Noordwijk dragen wij voor de heer Th.A.L. van der Ploeg. Krachtens artikel 5, lid 2, van de Verordening Programmaraad kabeltelevisie en – radio Bollenstreek dienen het lid en het plaatsvervangend lid door uw raad te worden benoemd. Voorgesteld wordt om mevrouw L.M. Kramer-Crama en de heer Th.A.L. van der Ploeg respectievelijk te benoemen als lid en plaatsvervangend lid van de Programmaraad kabeltelevisie en –radio Bollenstreek. De commissie voor Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn kan zich met het voorstel verenigen.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 131; besluit: 1. mevrouw L.M. Kramer-Crama, woonachtig te Noordwijk, te benoemen tot lid namens de gemeente Noordwijk in de Programmaraad kabeltelevisie en -radio Bollenstreek; 2. de heer Th.A.L. van der Ploeg, woonachtig te Noordwijk, te benoemen tot plaatsvervangend lid namens de Gemeente Noordwijk in de Programmaraad kabeltelevisie en -radio Bollenstreek.

Zonder beraadslaging en zonder overeenkomstig het voorstel beslist.

hoofdelijke

stemming

c. Onderwijshuisvestingsprogramma 2003 (voorstelnr. 132) Bijgaande stukken: - 2 bijlagen

wordt

982


Ter inzage gelegde stukken: - Diverse aanvragen van de desbetreffende schoolbesturen Inleiding Per 1 januari 1997 is de Wet decentralisatie onderwijshuisvesting in werking getreden. Met deze wet is geregeld dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de adequate huisvesting van het basisonderwijs, het speciaal onderwijs en het voorgezet onderwijs in de gemeente. Hiertoe is de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs (VVHO) door de raad vastgesteld. In deze plaatselijke verordening, gebaseerd op de modelverordening van de VNG, zijn door de gemeente Noordwijk de regelingen voor de uitvoering van de verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting vastgelegd, alsmede de procedure van de aanvragen ten behoeve van onderhoud, vervanging en nieuwbouw van schoolgebouwen. De VVHO is tot stand gekomen na ”op overeenstemming gericht overleg” met de Noordwijkse schoolbesturen. De gemeente Noordwijk heeft de staat van onderhoud van de schoolgebouwen en de gemeentelijke gymnastieklokalen laten vastleggen in een meerjaren onderhoudsraming. Zowel van die onderdelen van de huisvesting, waarvan het onderhoud op basis van de regelgeving ten laste komt van het bevoegde gezag, als ook van die onderdelen die ten laste komen van de gemeente als lokale overheid. Voor het onderhoud van de schoolgebouwen wordt jaarlijks een bedrag geraamd ter hoogte van € 289.511,00, ten behoeve van het onderhoudsfonds onderwijshuisvesting. De gemeente heeft door PKB-Bouwadviseurs een meerjarenonderhoudsplanning laten opstellen, waarin de onderhoudswerkzaamheden en de daarvoor te verwachten kosten voor een periode tot en met 2026 in kaart zijn gebracht. Met de schoolbesturen is afgesproken dat alleen die extra werkzaamheden nog worden aangevraagd, die niet in de PKB-onderhoudsramingen voorkomen, maar die wel voor rekening van de gemeente zouden moeten komen. In de VVHO zijn termijnen vastgesteld voor de afhandeling van de huisvestingsaanvragen van de schoolbesturen. De uiterste behandelingstermijn van de huisvestingsaanvragen voor het jaar 2003 is 31 december 2002. De toe te kennen voorzieningen worden in het huisvestingsprogramma 2003 opgenomen. Aanvragen die hieraan niet voldoen worden opgenomen in het huisvestingsoverzicht. Neemt de gemeenteraad voor die datum geen besluit, dan dienen alle aanvragen van rechtswege te worden gehonoreerd. De aanvragen In het kader van de VVHO hebben 5 scholen bij de gemeente huisvestingsaanvragen voor het jaar 2003 ingediend. Het betreft aanvragen van De Jutter, Wakersduin, De Schapendel, Hoffenne en Vierboet. Een aantal aanvragen is


983

echter al opgenomen in het meerjaren onderhoudsplan, waarvan uitvoering reeds in voorbereiding is of in 2003 in uitvoering zal worden genomen.

De 1. 2. 3. 4. 5. 6.

De Jutter directie heeft een aanvraag ingediend voor de volgende onderdelen: het verhelpen van daklekkage (Uitvaltij); het aanbrengen van anti-klimvoorzieningen aan de hemelwaterafvoeren; het repareren van houtrot in de kozijnen (Uitvaltij); het sluitbaar maken van de toegangsdeur (Uitvaltij); het repareren van de overkapping boven de voordeur (Uitvaltij); het vernieuwen van de alarminstallatie.

De voorzieningen onder 1, 3 en 5 zijn opgenomen in het gemeentelijk onderhoudsplan. Voor een deel zijn de werkzaamheden reeds in uitvoering genomen. Andere onderhoudswerkzaamheden worden in het voorjaar van 2003 getroffen. Het aanbrengen van enkele anti-klimvoorzieningen (2), alsmede de aanschaf van een nieuwe alarminstallatie (6) vallen onder het regulier onderhoud van het bevoegd gezag. Het niet sluitbaar zijn van de voordeur (4) is aanwijsbaar veroorzaakt door achterstallig onderhoud van het schilderwerk. De deur is al enkele jaren geleden “pas geschaafd”, maar herstel van het schilderwerk is nooit uitgevoerd. De gevolgschade die hier uit voortgekomen is komt voor rekening van het bevoegd gezag. Deze verzoeken vindt u terug op het huisvestingsoverzicht. Wakersduin Het schoolbestuur heeft een aanvraag ingediend voor de volgende onderdelen: 1. het repareren van houtrot in de voorgevel; 2. het dichten van gaten in de voorgevel; 3. vochtplekken in het plafond, wat wijst op daklekkages; 4. het vernieuwen van het keukenblok; 5. het schilderwerk van de voorgevel; 6. het dichten van gaten van de oude zonwering; 7. het opknappen van scheuren in de buitengevel nabij de brandtrap; 8. het repareren van een scheur in betonband nabij de fietsenstalling; 9. het repareren van de dakbedekking boven het nieuwbouwgedeelte; 10. het opknappen van de dakranden ter hoogte van de Marijkestraat; 11. boeidelen luifel boven de ingang Beatrixlaan vervangen; 12. boeidelen luifel boven de ingang Albert Verweystraat vervangen. De gevraagde voorzieningen onder 1, 2, 8, en 11 komen reeds voor in het meerjarenonderhoudsplan. De werkzaamheden zullen in het voorjaar van 2003 worden uitgevoerd. Plaatselijke lekkages (3) worden gerekend tot het regulier onderhoud, dat behoort tot de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Het vervangen van een keukenblok (4) en het buitenschilderwerk van de voorgevel (5) vallen eveneens onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Het dichten

984


van gaten van de oude zonwering (6) is dezelfde voorziening als verwoord onder (2) en komt derhalve te vervallen. De scheuren in de muur nabij de brandtrap (7) zijn reeds hersteld. Het repareren van de dakbedekking boven het nieuwbouwgedeelte (9) wordt gerekend tot het regulier onderhoud, dat behoort tot de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Het opknappen van de dakranden ter hoogte van de Marijkestraat (10) berust op een misverstand. Bedoeld wordt de voorziening onder (9). Deze voorzieningen komen derhalve van gemeenteweg niet voor vervanging in aanmerking. De boeidelen boven de ingang aan de Albert Verweystraat (12) zijn nog in redelijke staat. Vervanging van deze delen wordt voor 2004 niet noodzakelijk geacht. Deze verzoeken vindt u terug op het huisvestingsoverzicht. De Schapendel 1. het herstellen van het voegwerk van de gevel aan de tuinzijde; 2. het plaatselijk ophalen van de bestrating nabij de fietsenstalling en op het speelterrein. Deze voorzieningen worden meegenomen in het gemeentelijk onderhoudsplan 2003. Hoffenne Het schoolbestuur heeft een aanvraag ingediend voor de volgende onderdelen: 1. het vervangen van diverse panelen naast kozijnen; 2. het vervangen van diverse panelen boven de dakbedekking; 3. het vervangen van diverse boeiboorden; 4. het vervangen van multiplex plaatswerk tussen de kozijnen; 5. het plegen van vervangend onderhoud aan de boeiboorden op dakniveau; De voorzieningen onder 1, 2, 3,4 en 5 worden meegenomen in het gemeentelijk onderhoudsplan 2003. Vierboet Het bestuur heeft een aanvraag ingediend voor het repareren van de dakbedekking boven de lerarenkamer. Aan de geconstateerde lekkages ligt een bouwtechnisch gebrek ten grondslag. Deze voorziening wordt meegenomen in het gemeentelijk onderhoudsplan. Resumerend stellen wij u voor het programma en het overzicht onderwijshuisvesting 2003 vast te stellen, zoals hier aan u wordt voorgelegd. De aan het programma onderwijshuisvesting 2003 geraamde uitgaven voor een totaalbedrag van € 33.253,60 (zie bijlage) worden volledig gedekt uit de onderhoudsvoorziening onderwijsgebouwen. Het OLON heeft hierover op 20 november 2002 een op overeenstemming gericht overleg gevoerd. Het verslag van dit overleg ligt bij de achterliggende stukken ter


985

inzage. De commissie voor Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn kan zich met het voorstel verenigen. Programma 2003 Onderwijshuisvesting De Jutter

1. het verhelpen van daklekkage (Uitvaltij) 3. het repareren van houtrot in de kozijnen (Uitvaltij); 5. het repareren van de overkapping boven de voordeur (Uitvaltij);

Wakersduin

1. het repareren van houtrot in de voorgevel; 2. het dichten van gaten in de voorgevel; 8. het repareren van een scheur in betonband nabij de

fietsenstalling; 11. boeidelen luifel boven de ingang Beatrixstraat vervangen De Schapendel 1. het herstellen van het voegwerk van de gevel aan de tuinzijde; 2. het plaatselijk ophalen van de bestrating nabij de fietsenstalling en op het speelterrein. Hoffenne

1. 2. 3. 4. 5.

het vervangen van diverse panelen naast kozijnen; het vervangen van diverse panelen boven de dakbedekking; het vervangen van diverse boeiboorden; het vervangen van multiplex plaatswerk tussen de kozijnen; het plegen van vervangend onderhoud aan de boeiboorden op dakniveau;

Vierboet

repareren van de dakbedekking boven de lerarenkamer

Overzicht 2003 onderwijshuisvesting

Jutter

2. het aanbrengen van anti-klimvoorzieningen aan de hemelwaterafvoeren; 4. het sluitbaar maken van de toegangsdeur (Uitvaltij); 6. het vernieuwen van de alarminstallatie.

Wakersduin

3. 4. 5. 6. 7.

brandtrap;

vochtplekken in het plafond, wat wijst op daklekkages; Het vernieuwen van het keukenblok; het schilderwerk van de voorgevel; het dichten van gaten van de oude zonwering; het opknappen van scheuren in de buitengevel nabij de

986


9. het repareren van de dakbedekking boven het nieuwbouwgedeelte; 10. het opknappen van de dakranden ter hoogte van de Beatrixstraat; 12. boeidelen luifel boven de ingang Albert Verweystraat vervangen.

De reden dat deze aanvragen op het overzicht zijn geplaatst is gelegen in het feit dat het geen voorzieningen zijn in het kader van de VVHO, maar vallen onder het regulier onderhoud waarvoor het desbetreffende schoolbestuur verantwoordelijk is.

988


gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 132; besluit: Het programma onderwijshuisvesting 2003 en het overzicht 2003 vast te stellen.


hoofdelijke

stemming

wordt

d. Gemeenschappelijke Regeling Raad van Toezicht Openbaar basisonderwijs Duin- en Bollenstreek (voorstelnr. 133) Bijgaande stukken: - Gemeenschappelijke regeling Raad van Toezicht Ter inzage gelegde stukken: - Raadsbesluit 26 februari 2002 Op 26 februari 2002 heeft uw raad ingestemd met de bestuurlijke verzelfstandiging van het openbaar primair onderwijs in Noordwijk. Onderdeel van dat besluit vormde de instemming met het instellen van een gemeenschappelijk orgaan/ Raad van Toezicht waaraan alle betrokken gemeentebesturen de toezichthoudende bevoegdheden op het openbaar primair onderwijs delegeren. Gemeenteraden en Gedeputeerde Staten van Zuid Holland dienen de gemeenschappelijke regeling voor de instelling van de Raad van Toezicht goed te keuren. De nu voorliggende conceptregeling d.d. 24 september 2002 heeft de (informele) goedkeuring van Gedeputeerde Staten en is positief beoordeeld door de gezamenlijke onderwijsambtenaren en wordt ter goedkeuring aan uw gemeenteraad voorgelegd. In het raadsvoorstel van 26 februari 2002 is aangegeven dat te zijner tijd een raadslid of wethouder in de raad van toezicht benoemd dient te worden. De Wet dualisering gemeentelijke medebewindbevoegdheden wordt naar alle waarschijnlijkheid in de loop van 2003 vastgesteld. Na vaststelling van deze wet zal ook het artikel in de Wet op het primair Onderwijs dat het toezicht op verzelfstandigde besturen voor openbaar onderwijs regelt, gewijzigd worden. Niet de gemeenteraden dienen dan het toezicht op het verzelfstandigde bestuur te regelen, maar de colleges van burgemeester en wethouders. In het reglement is het


989

mogelijk gemaakt om direct een collegelid als een bestuurslid voor de Raad van Toezicht benoemen. Na vaststelling van de gemeenschappelijke regeling door alle betrokken gemeenteraden kan de regeling ter goedkeuring worden verzonden aan Gedeputeerde Staten. De gemeente Voorhout is bereid deze goedkeuringsaanvraag namens de gemeenteraden in te dienen. Resumerend vragen wij u het volgende vast te stellen: 1. Goedkeuring verlenen aan de voorliggende conceptregeling Raad van Toezicht Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek. 2. De gemeente Voorhout mandateren om namens uw raad de regeling ter goedkeuring voor te leggen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland. 3. Wethouder van Bockhove als bestuurslid voor de Raad van Toezicht aan te wijzen. De commissie voor Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn kan zich met het voorstel verenigen.


997

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 133; gelet op het bepaalde in artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs; gelet op gelet op artikel 8, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen; besluit: 1. Goedkeuring te verlenen aan de voorliggende conceptregeling Raad van Toezicht Openbaar Basisonderwijs Duin- en Bollenstreek;

2. De gemeente Voorhout te mandateren om namens de raad de regeling ter goedkeuring voor te leggen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zuid Holland 3. Wethouder van Bockhove als bestuurslid voor de Raad van Toezicht aan te wijzen.


e.

hoofdelijke

stemming

wordt

Aanpak huiselijk geweld (voorstelnr. 134)

Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - notities Privé geweld publieke zaak en projectplan ´Geweld in huis´. In mei 2002 ontving de gemeente de nota Aanpak huiselijk geweld van het ministerie van Justitie. Enkele citaten: ´De nota geeft aan dat huiselijk geweld de meest voorkomende geweldsvorm is in onze samenleving. Bij geen enkel geweldsvorm vallen zo veel slachtoffers als bij huiselijk geweld. Een substantiële afname van het geweld in onze samenleving kan alleen gerealiseerd worden als geweld in de privé-sfeer krachtig wordt aangepakt. Bij discussies over veiligheid in onze samenleving moet het daarom niet alleen over geweld in de publieke ruimte gaan maar ook over geweld in de privé-sfeer. In Nederland is meer dan een kwart van de bevolking (in een bepaalde periode of meerdere perioden van zijn of haar leven) wekelijks of dagelijks slachtoffer (geweest) van huiselijk geweld. Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de

998


huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Anders dan bij andere geweldsvormen, maken slachtoffer en pleger deel uit van elkaars leefomgeving. Daardoor ligt ook de recidive zo hoog. Altijd speelt er, behalve de slachtoffer/ pleger-relatie, nog een andere relatie mee; die van partner, die van ouder en kind, die van broer en zus, die van huisvriend. Huiselijk geweld komt voor in alle maatschappelijke milieus en binnen alle culturen. Als een mens zich ergens veilig moet voelen dan is dat wel in de eigen privé-omgeving.´ Het ministerie heeft een model handelingsprotocol geschreven en ziet voor de gemeente de volgende regierol weggelegd: 1. informatie (gegevensverzameling); 2. organisatie (netwerk oprichten om gegevens uit te wisselen en het bij elkaar brengen van organisaties die samen kunnen werken op dit gebied); 3. uitvoering (ondersteuning van maatregelen die huiselijk geweld dienen te voorkomen) 4. evaluatie / verantwoording (aan de gemeenteraad). Regionaal is, op initiatief van de GGD, een projectplan geschreven dat bestaat uit een aantal deelprojecten. Het doel van het project is om de protocollen met hulpverleners te behandelen en het huiselijk geweld goed in beeld te kunnen brengen. E.e.a. zal leiden tot kortere lijnen tussen de betrokken organisaties. Afgelopen tijd is uitgebreid onderzocht of er behoefte is bij instellingen om lokaal een platform op te richten om concrete voorvallen te bespreken. De conclusie moet zijn dat de instellingen willen aansluiten bij het regionale projectplan zoals door de GGD is voorgesteld. Binnen de betrokken organisaties is geen draagvlak om voor dit doel een lokaal platform op te richten. De reden is dat de instellingen aangeven dat het aantal meldingen bij hen gering is en zij de gegevens nog onvoldoende op dit onderwerp kunnen registreren. Daarnaast hebben de betrokken organisaties goede protocollen en afspraken over hoe zij met deze probleemsituaties omgaan, de noodzaak voor lokale initiatieven ontbreekt dan ook. Dit onderwerp komt weer op de agenda indien blijkt dat er lokaal bij de betrokken instanties wel behoefte gaat ontstaan om structureel te overleggen over huiselijk geweld. De commissie voor Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn kan zich met het voorstel verenigen met de toevoeging dat het thema deel uit moet gaan maken van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid en lokaal volksgezondheidsbeleid en dat meldpunten vermeld gaan worden in de gemeentegids. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 134; besluit:


999

op dit moment wordt er geen structureel overleg georganiseerd waarin concrete gevallen met betrekking tot het huiselijk geweld besproken zouden kunnen worden. Indien de betrokken organisaties voldoende informatie over dit onderwerp hebben en het wenselijk vinden zal alsnog een overleg opgestart worden. Met dit voorstel wordt ingestemd met de toevoeging dat het thema deel uit moet gaan maken van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleid en lokaal volksgezondheidsbeleid en dat meldpunten vermeld gaan worden in de gemeentegids.

Nadat zij heeft gewezen op in Almere en Haarlem ontwikkelde activiteiten om het huiselijk geweld tegen te gaan, wijst de fractie van het CDA op het belang dit geweld bespreekbaar te maken en vraagt zij deze kwestie medio 2003 opnieuw in commissieverband te bespreken; de Voorzitter wijst in een reactie op het Districtsbeleidsplan van de politie, dat in een aantal hoofdstukken ingaat op huiselijk geweld; dat plan wordt begin 2003 geagendeerd voor een commissiebehandeling. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. f.

Verhoging van de bijdrage uit het Volkshuisvestingsfonds ter ontwikkeling van het Wilhelminahofje (voorstelnr. 135)

Bijgaande stukken: - raadsvoorstel en -besluit d.d. 26 juni 2001 Ter inzage gelegde stukken: - dossier Op 26 juni 2001 heeft uw raad besloten tot het verstrekken van een bijdrage van 50% in het berekende verlies in de exploitatie van het te herbouwen Wilhelminahofje. Daarmee is een bedrag gemoeid van € 174.018,--. De Noordwijkse Woningstichting (NWS) vraagt nu om een herziening van het genomen besluit in verband met een toename van het berekende verlies. Bij de vaststelling van het besluit van vorig jaar is uitgegaan van de volgende voorwaarden die vanuit de Diaconie en het bestuur van de NWS naar voren zijn gekomen. • De grond onder het Wilhelminahofje wordt in erfpacht aan de NWS overgedragen tot maximaal het einde van de levensduur van de nieuw te bouwen woningen. Bij wijziging van de bestemming van de woningen of eigendomsoverdracht van • de woningen vervalt de erfpachtovereenkomst. • De exploitatie van de woningen vindt plaats onder de voorwaarde dat de woningen in principe worden toegewezen aan eenpersoonshuishoudens. De huurprijs van de woningen mag ten hoogste 60% van de maximaal redelijke •


1000

huur zijn. Vanuit de werkgroep Stichting Wilhelminahofje is nu het standpunt ingenomen dat ook bij een verliesgevende huur van de woningen sprake moet zijn van een van een positieve erfpachtcanon van minimaal € 8.263,00 per jaar, geïndexeerd met 2½% per jaar voor het totale aantal woningen (13 stuks). De NWS stelt nu voor in te stemmen met de erfpachtcanon onder de voorwaarde dat de huurprijs wordt opgetrokken naar 70% van de maximaal redelijke huur en dat wordt gevonden voor de extra onrendabele top van € 8.653,00 per woning. Het optrekken van de huurprijs naar 70% van de maximaal redelijke huur maakt de woningen minder makkelijk betaalbaar voor de doelgroep, maar past nog altijd binnen het huurbeleid van de NWS. Het bedrag van de erfpachtcanon is gesteld op € 636,00 per woning per jaar en is gebaseerd op een taxatierapport van het Kantoor Kerkelijke Goederen te Amersfoort. De taxateur baseert dit op grondwaarde ten behoeve van sociale woningbouw. Per woning wordt dan uitgegaan van een grondprijs van iets meer dan € 9000,00. Dat is redelijk te noemen (Boechorst: € 11.344,51). Het besluit zoals dat door uw raad op 26 juni 2001 is genomen, laat ruimte voor het toekennen van een extra subsidie op het reeds toegezegde bedrag van € 13.386,06. Het dictum van het vastgestelde besluit vermeldt namelijk “een bijdrage te leveren van maximaal 50%, zijnde thans berekend op ƒ.29.499,-- per woning, van de onrendabele top van de stichtingskosten ter zake van de nieuwbouw van het Wilhelminahofje, ten laste van het volkshuisvestingsfonds”. Formeel heeft uw raad dus al besloten tot het toekennen van een bijdrage van maximaal 50% van het verlies. Daar kan een hoger bedrag mee gemoeid zijn dan dat is genoemd in het besluit. Overeenkomstig het verzoek van de NWS komt het bedrag nu uit op een bijdrage van € 17.939,00 (ƒ39.532,35). Uit een oogpunt van zorgvuldige besluitvorming verdient het de voorkeur om een aanvullend besluit te nemen, omdat niet meer wordt voldaan aan het uitgangspunt van de huurprijsstelling van maximaal 60% van de maximaal redelijke huur. Bij het optrekken van het percentage naar 70% van de maximaal redelijke huur komt de huurprijs uit op € 349,31 (ƒ769,78) voor het kleinste type woning. Voor de twee grotere een heden bedraagt de huur € 362,40 (ƒ798,62). De aanvankelijk bij 60% berekende huurprijs kwam gemiddeld uit op € 271,47 (ƒ 598,24). Hoewel sprake is van een aanzienlijk stijging blijft de huur nog ruim binnen de normen van het verstrekken van huursubsidie. De reserve volkshuisvesting biedt voldoende ruimte om tegemoet te komen aan het verzoek van de NWS voor het toekennen van een additionele subsidie van € 56.238,00. Terzijde merken wij nog op, dat de formele aanvraag om bouwvergunning nog dit jaar wordt ingediend, zodat binnenkort aan de commissie ROVEM advies wordt gevraagd met betrekking tot de te volgen planologische procedure.


1001

De commissie voor Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieu kan zich met het voorstel verenigen.


1005

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 135; besluit: ten laste van de reserve volkshuisvesting een aanvullende bijdrage toe te kennen van € 56.238,00 ten behoeve van het vernieuwbouwproject Wilhelminahofje.


hoofdelijke

stemming

wordt

g. Herziening van het raadsbesluit dd. 24 september 2002 mbt de subsidiëring van sociale woningbouw aan de Van Leeuwenstraat e.o. (voorstelnr. 136) Bijgaande stukken: - raadsvoorstel en -besluit d.d. 24 september 2002. Ter inzage gelegde stukken: - geen In het raadsbesluit van 24 september 2002 is een storende fout geslopen, waarvoor wij u onze excuses aanbieden. In het besluit is vermeld dat ten laste van de reserve volkshuisvesting een bijdrage wordt toegekend van € 385.713,00 . Dit bedrag is onjuist. In het betreffende voorstel aan uw raad is sprake van een verzoek van de Noordwijkse Woningstichting tot het toekennen van een bijdrage van € 539.998,00. Het voorstel stemt in met de beschikbaarstelling van die bijdrage, zodat herstel dient plaats te vinden van het genomen besluit. Wij stellen u voor het besluit van 24 september 2002 nr. 95 in te trekken en daarvoor in de plaats te stellen een besluit tot het toekennen van een bijdrage van € 539.998,00 aan de Noordwijkse Woningstichting ten behoeve van de subsidiëring van 68 sociale huurwoningen aan de Van Leeuwenstraat en omgeving. De commissie voor Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieu is met betrekking tot dit voorstel niet om advies gevraagd, doch het voorstel sluit aan op het advies dat op 3 september door de commissie is uitgebracht. Dat advies luidde instemmend.


1009

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 136; besluit: 1. In te trekken het besluit van 24 september 2002 nr 95 inzake het verstrekken van een financiële bijdrage van € 385.713,00 aan de Noordwijkse Woningstichting ten behoeve van het nieuwbouwproject van 68 sociale huurwoningen aan de Van Leeuwenstraat e.o.; 2. Vast te stellen het besluit tot het verstrekken van een financiële bijdrage van € 539.998,00 aan de Noordwijkse Woningstichting ten behoeve van het nieuwbouwproject van 68 sociale huurwoningen aan de Van Leeuwenstraat en omgeving.

De fractie van de VVD verklaart zich tegen het voorstel; zij wil niet bijdragen aan het dekken van de onrendabele top. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fractie van de VVD wordt geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.

h. Grondaankopen aan de Zwarteweg tbv de realisatie van het Space Business Park (voorstelnr. 137) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen In november 1996 is het bestemmingsplan Bedrijvenpark ´s-Gravendijck door de gemeenteraad vastgesteld. Naast het bedrijvenpark ´s-Gravendijck is in dit bestemmingsplan planologisch ruimte gereserveerd voor de uitbreiding van ESA/ESTEC. In totaal heeft ongeveer 15 ha. de bestemming Ruimtevaartdoeleinden c.a. gekregen. Aangegeven is dat ± 10 ha. voor directe uitbreiding van ESTEC benodigd zou zijn, en dat ± 5 ha. door particuliere ruimtevaartbedrijven zou worden ingevuld. Ter uitwerking hiervan is in 1997 door Coopers en Lybrand een “beleidsvisie op de ontwikkeling van een Space Science Park” opgesteld. Deze visie is in november 1997 door de gemeenteraad vastgesteld. Gelijktijdig met de aankopen van de gronden voor het bedrijvenpark ´s-Gravendijck heeft de gemeente ook het merendeel van de gronden met de bestemming Ruimtevaartdoeleinden verworven. Twee percelen zijn tot op heden nog niet

1010


verworven. Met de eigenaren van het grootste perceel is thans overeenstemming bereikt. Het betreft het perceel H. 89 met een oppervlakte van 21.590 m2, gezamenlijk eigendom van de families De Best, Barnhoorn en Berkheij. Voor het realiseren van de bestemming is de aankoop van dit perceel onontbeerlijk. De gemiddelde verwervingsprijs bedraagt € 87,87 hetgeen een totaal bedrag is van € 1.897.077,70. Er is een gemiddelde verwervingsprijs omdat de drie eigenaren verschillende aanvullende voorwaarden hebben gesteld. Zo heeft de familie Barnhoorn een bouwkavel op een ander bedrijventerrein bedongen. Contractueel zal worden vastgelegd dat een bouwkavel van maximaal 1500 m2 op bedrijventerrein Klei-Oost tegen de reële marktwaarde en onder de vast te stellen voorwaarden zal worden aangeboden. De familie De Best wilde een bouwclaim voor hun bouwbedrijf. Hieraan kan de gemeente niet tegemoet komen waardoor deze bouwclaim is gecompenseerd in een hogere verwervingsprijs. De familie Berkheij heeft geen nadere voorwaarden gesteld. Behalve de koopsom dient rekening te worden gehouden met bijkomende kosten als makelaarsprovisie, notariskosten etc. In totaal wordt de gemeenteraad derhalve verzocht een krediet beschikbaar te stellen van € 1.925.000,--. De koopsom met de bijkomende kosten kunnen ten laste worden gebracht van het complex Space Business Park in het grondbedrijf. Als het bedrijventerrein tot ontwikkeling wordt gebracht dan zou de exploitatie de huidige verwervingsprijs en de toe te reken kosten moeten kunnen dragen. De commissie voor Economische Zaken, Infrastructuur en Middelen kan zich met het voorstel verenigen. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 137; besluit: ten laste van het grondbedrijf een krediet beschikbaar te stelen van € 1.925000,-ten behoeve van de aankoop van gronden in het Space Business Park;


hoofdelijke

stemming

wordt


i.

1011

Eerste inventarisatie van bouwmogelijkheden in Noordwijk (voorstelnr. 138)

Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - rapport In het beleidsprogramma van ons college voor de periode 2002-2006 is een bouwprogramma vermeld voor het realiseren van gemiddeld 200 woningen per jaar. Daarbij moet een maximale inspanning worden geleverd om 35% daarvan te realiseren in de sociale sector, zowel koop als huur. Om het doel te kunnen behalen is een versnelde ontwikkeling van de locaties “Boechorst” en “Offem-Zuid” noodzakelijk. De aanvankelijke planning voor de ontwikkeling van de beide locaties ging uit van een bouwprogramma van circa 100 woningen per jaar. In de bestemmingsplannen voor de beide locaties is zelfs een faseringsvoorschrift opgenomen waardoor per jaar niet meer dan 100 woningen worden gebouwd (zulks met inbegrip van elders in de gemeente te bouwen woningen). Dit betekent, dat het gewenste bouwprogramma dus in strijd is met de voorschriften van de twee genoemde bestemmingsplannen. Om toch tot uitvoering van het gewenste programma te komen is het op grond van de bestemmingsplannen mogelijk vrijstelling te verlenen van de faseringsbepaling indien Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Om tot vrijstelling te komen is het noodzakelijk een onderbouwing te geven van het gewenste bouwprogramma. Dat is de eerste reden voor het uitvoeren van het onderzoek zoals dat in de rapportage “1e inventarisatie bouwen in Noordwijk” is neergelegd. De verklaring van Gedeputeerde Staten is ontvangen. De tweede reden is gelegen in het feit, dat binnen de stuurgroep Boechorst aanvankelijk een voorgenomen bouwprogramma werd genoemd van 250 woningen per jaar. Bij een programma met de omvang van 200 of 250 woningen per jaar is het de vraag of dit aantal jaarlijks afgenomen kan worden door de lokale woningzoekenden, of gaan we dan bouwen voor woningzoekenden van buiten de gemeente. De gemeente is bij het ontwikkelen van een bouwprogramma gebonden aan het streekplan Zuid-Holland West. Dat gaat er vanuit, dat binnen de regio van de Duinen Bollenstreek (met uitzondering van de VINEX-locatie in Voorhout) slechts gebouwd mag worden voor de opvang van de eigen woningbehoefte, uitgaande van het migratiesaldo nul. Om te bewaken dat het uitgangspunt gehandhaafd blijft is voor de regio van de Duin- en Bollenstreek een regionaal bouwscenario opgesteld, dat door de Bestuurscommissie Wonen bij het Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek

1012


wordt bewaakt. Een derde vraag is wat te doen als de locaties zijn ontwikkeld en binnen de contouren geen ruimte resteert voor verdergaande bouw? Naast de kwantitatieve insteek is het wenselijk inzicht te verkrijgen in het gewenste bouwprogramma voor Boechorst en Offem-Zuid. Dus welke woningen en woonmilieus nodig zijn om de lokale vraag te kunnen bedienen. In het rapport wordt antwoord gegeven op de gestelde vragen en zijn in de conclusies weergegeven. Blijkens de rapportage biedt de (rode) contour van het streekplan voldoende capaciteit tot het jaar 2015 om de thans berekende woningbehoefte te realiseren. Voor de jaren 2003 en 2004 bestaat een woningbehoefte van 300 woningen per jaar, vervolgens afnemend tot 260 in 2005 en 2006. In 2007 dalend naar 255 en in 2008 en 2009 afnemend tot 155 woningen per jaar. Met betrekking tot de kwalitatieve woningbehoefte gaat hert rapport in op de vraag wat er op de verschillende te onderscheiden locaties gebouwd moet worden. Op basis van onderzoek kunnen ouderen bij voorkeur gehuisvest zijn binnen een bepaalde afstand van voorzieningen. In de praktijk komt het er op neer, dat Boechorst en Offem-Zuid nauwelijks geschikte locaties zijn voor die doelgroep. De inbreilocaties of herstructureringsgebieden in de dorpskernen lenen zich daarvoor veel beter. De jongeren ondervinden in toenemende mate problemen bij het kopen van een woning. Enerzijds stijgen de koopprijzen en anderzijds zijn de hypotheekverstrekkers strengere eisen gaan stellen zodat jongeren in toenemende mate zullen zijn aangewezen op huurwoningen. Gelet op de inkomenseisen die gesteld zijn voor huurwoningen vormen die voor een deel van de doelgroep een belemmering. Het bouwbeleid moet er volgens het onderzoek op zijn gericht, dat de nadruk moet liggen op grondgebonden bouwen. Om beweging te krijgen in de woningmarkt, moeten keuzemogelijkheden gaan ontstaan voor de zittende bewoners, zodat een doorstroming op gang kan komen, die wellicht gunstig kan uitwerken voor jongeren die dan in aanmerking kunnen komen voor vrijkomende woningen. De aandacht moet vooral zijn gericht op de oplossing van de woonruimteproblematiek van starters, jongeren en senioren. Bij de behandeling van de rapportage binnen de commissie voor Ruimtelijke Ordening en Milieu is aandacht besteed aan de woningbehoeftenberekening en de opgelopen achterstand. De cijfers in het rapport geven naar onze mening voldoende houvast om richting te geven aan het bouwprogramma. Tijdens de komende exploitatieperiode van Boechorst, zal een bijsturing plaatsvinden ten opzichte van het oorspronkelijk ontwikkelde bouwprogramma. Dat zal hoofdzakelijk


1013

tot uitdrukking komen in de latere fasen van de ontwikkeling van de wijk. Het uitgevoerde onderzoek staat niet op zichzelf. Het is onze uitdrukkelijke bedoeling om de ontwikkeling op de woningmarkt zorgvuldig te volgen en op effectieve wijze in te spelen op de ontwikkelingen die zich voordoen. Het ligt dan ook in ons voornemen om in de tweede helft van het komende jaar een tweede onderzoek te verrichten, waarbij mede aandacht wordt besteed aan de opmerkingen die in genoemde commissie aan de orde zijn gesteld. Bij de opzet en begeleiding van het onderzoek zal ook de Noordwijkse Woningstichting worden betrokken. Te zijner tijd zullen wij het voorstel tot uitvoering van een tweede inventarisatieonderzoek aan de commissie voor Ruimtelijke Ordening en Milieu voorleggen. Wij stellen u voor in te stemmen met het rapport “1e inventarisatie bouwen in Noordwijk”. De commissie voor Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieu kan zich met het voorstel verenigen. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 138; besluit: in te stemmen met de 1e inventarisatie bouwen in Noordwijk.


hoofdelijke

stemming

wordt

j. Aanschaf van beheermodules voor de openbare verlichting en verkeersborden (voorstelnr. 139) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen In de Gemeente Noordwijk staan ongeveer 4600 lichtmasten en ongeveer 2800 verkeersborden. Voor een doelmatig beheer is het noodzakelijk vast te leggen wat we hebben (inventarisatie) en wat de onderhoudstoestand is (inspectie). Vervolgens kunnen met deze gegevens, aangevuld met het gewenste onderhoudsniveau,

1014


meerjarenbegrotingen voor onderhoud en vervanging opgesteld worden. Voor het geautomatiseerd technisch beheer van dit soort “vastgoedobjecten” heeft de Gemeente Noordwijk in het verleden gekozen voor het softwarepakket dgDIALOG van het adviesbureau Grontmij. Het is uit praktische en automatiseringstechnische overwegingen sterk aan te bevelen voor openbare verlichting en verkeersborden ook betreffende modules van dgDIALOG aan te schaffen. Daarnaast biedt dit op termijn betere mogelijkheden tot een integrale benadering van het technisch beheer van de openbare ruimte. Bij de openbare verlichting kunnen de inventarisatiegegevens uit de bestaande MSAccess database worden geconverteerd naar de module van dgDIALOG. De verkeersborden moeten nog geïnventariseerd en ingevoerd worden. Dit is een arbeidsintensieve, eenmalige actie die uitstekend uitbesteed kan worden. Door dit uit te besteden aan de leverancier van de software zijn er bij de invoer van de gegevens geen problemen te verwachten. De begrote eenmalige kosten zijn € 10.500,-- voor de module openbare verlichting en € 32.300,-- voor de module verkeersborden. Dit laatste bedrag is inclusief de inventarisatie. Totale eenmalige kosten zijn dus € 42.800,--. Dekking van dit bedrag is • • • •

gevonden door aanwending van de volgende posten: investeringsplan 2002 beheerplan openbare verlichting gewone dienst 2002 4.211.01 ovk verkeersbeleid gewone dienst 2002 4.211.21 ovk verdigelden gewone dienst 2002 4.211.46 ovk bewegwijzering

€ € € € €

22.689,-10.000,-6.755,-3.356,-42.800,--

Voor de aanwending van gelden uit het investeringsplan is instemming van de raad nodig. De kosten voor onderhoud aan de software (ondersteuning en updates) bedragen totaal € 1.660,-- per jaar. Dit bedrag dient vanaf 2003 structureel bijgeraamd te worden in de Gewone Dienst onder het product Automatisering. De commissie voor Economische Zaken, Infrastructuur en Middelen kan zich met het voorstel verenigen. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december, nr. 139; besluit: -

Over te gaan tot aanschaf en implementatie van de beheermodules “openbare verlichting” en “verkeersborden”. Ter financiële dekking een bedrag van € 22.689,-- beschikbaar te stellen ten laste van het investeringsplan 2002.

De fractie van de ChristenUnie verklaart zich tegen het voorstel; zij vindt de daaraan verbonden kosten onzinnig en weggegooid geld; daarbovenop komen dan nog de loonkosten van de beheerder en jaarlijkse onderhoudskosten. Zij stelt voor contact op te nemen met een fabriek in


1015

Den Haag, die mogelijk gratis service en onderhoud wil verlenen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fractie van de ChristenUnie wordt geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.

k. Aanvullende voorstellen tbv het parkeerbeleid in Noordwijk aan Zee (voorstelnr. 140) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - Brief d.d. 29 oktober 2002 van VOF Parkeerbeheer Ondernemers de Zuid - Brief d.d. 5 augustus 2002 van de Hengelsportvereniging ´De Sportvisser´ Noordwijk - Gemeentelijke nota integraal parkeerbeleid Noordwijk aan Zee Uw raad heeft d.d. 29 oktober 2002 met inachtneming van één wijziging ingestemd met de voorstellen, opgenomen in de nota integraal parkeerbeleid Noordwijk aan Zee. De wijziging betreft de parkeerkaart voor Noordwijkers. Het tarief voor genoemde kaart wordt verhoogd van € 17,-- naar € 25,-- voor twee jaar. Voorts is tijdens de raadsvergadering, mede naar aanleiding van insprekers, besloten tot nader advies met betrekking tot de volgende aspecten : • Het betaald parkeren aan de Koningin Astrid Boulevard gedurende de weekenden van oktober tot maart; Hierbij het standpunt van de VOF Parkeerbeheer Ondernemers de Zuid betrekken. • Het betaald parkeren aan de Bosweg, het Wantveld en de Golfbaan gedurende de weekenden van oktober tot maart; Hiertoe mede in overleg treden met de Hengelsportvereniging ´De Sportvisser´ Noordwijk, de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) en de Noordwijkse Reddingsbrigade (NRB). Het algemeen gevoelen tijdens de raadsvergadering was dat voorzichtig moet worden omgegaan met het afgeven van parkeervergunningen aan (horeca)medewerkers. Anders blijkt al gauw dat er veel te weinig parkeerplaatsen zijn. Vaker is de suggestie naar voren gebracht om het parkeerterrein bij het Bollenbad tegen betaling als overloopterrein te laten functioneren. Hierna wordt een nader advies uitgebracht met betrekking tot genoemde aspecten Er is ten behoeve daarvan mondeling dan wel telefonisch contact geweest met een bestuurslid van de Hengelsportvereniging, de Noordwijkse Reddingsbrigade en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. Het standpunt van de VOF

1016


Parkeerbeheer Ondernemers de Zuid is, gezien de eerdere gesprekken en schriftelijke correspondentie, bekend. Het betaald parkeren aan de Koningin Astrid Boulevard Het voorstel, opgenomen in de nota integraal parkeerbeleid, luidt als volgt: Het terrein aan de Koningin Astrid Boulevard zal met ingang van het jaar 2003 niet meer verpacht worden maar door het plaatsen van parkeerapparatuur in eigen beheer worden genomen. Aan de Koningin Astrid Boulevard zal gedurende de werkdagen van oktober tot maart en gedurende de zomermaanden na 21.00 uur vrij parkeren doorgevoerd worden. In een schriftelijke reactie d.d. 29 oktober 2002 tekent VOF Parkeerbeheer Ondernemers de Zuid met name bezwaar aan tegen het betaald parkeren gedurende de wintermaanden. Meer in algemene zin wordt gepleit voor de continuering van de verpachting. Dit betekent onder meer dat gedurende de zomermaanden voor de parkeerplaatsen op de terreinen in de zeereep na 18.00 uur niet meer betaald hoeft te worden. Het betaald parkeren in de weekenden van oktober tot maart is aan de voorstellen toegevoegd door de commissie EZIM tijdens de bespreking van de parkeernota d.d. 10 oktober 2002. Hieraan lagen financiële motieven ten grondslag. Wij stellen U voor om in overeenstemming met de wens van VOF Parkeerbeheer Ondernemers de Zuid alsnog te besluiten tot vrij parkeren aan de Koningin Astrid Boulevard van oktober tot maart. Hieraan liggen de volgende redenen ten grondslag. Het parkeren voor vergunninghouders wordt hierdoor niet negatief beïnvloed. De overlast in de Zuid neemt toe omdat men in dit gebied de auto gaat parkeren wanneer betaald parkeren gedurende de wintermaanden aan de Koningin Astrid Boulevard wordt doorgevoerd. Gezien de parkeermogelijkheden in de Zuid en mede omdat de Koningin Astrid Boulevard niet in de routing van de Hoofdstraatbezoeker ligt, zullen de opbrengsten gering zijn terwijl wel parkeercontrole moet plaatsvinden. Voor de Koningin Astrid Boulevard zelf geldt al gedurende de zomermaanden betaald parkeren tot 21.00 uur. De parkeerterreinen aan de zeereep werden verpacht en aldaar gold een betaald parkeerregime tot ± 18.00 uur. Er moet een eenduidig parkeerbeleid gevoerd worden en mede gezien de financiële doelstellingen moet ons inziens het voorstel gehandhaafd blijven dat de terreinen aan de zeereep in de toekomst door de gemeente geëxploiteerd worden en dat gedurende de zomermaanden tot 21.00 uur betaald parkeren geldt voor het gehele gebied. Het betaald parkeren aan de Bosweg, het Wantveld en de Golfbaan Het voorstel, opgenomen in de nota integraal parkeerbeleid, luidt als volgt: Het terrein aan het Wantveld zal met ingang van het jaar 2003 niet meer worden verpacht maar door het plaatsen van parkeerapparatuur in eigen beheer worden genomen. Aan de Bosweg, het Wantveld en de Golfbaan zal gedurende de werkdagen van oktober tot maart en gedurende de zomermaanden na 21.00 uur vrij


1017

parkeren worden doorgevoerd. De Hengelsportvereniging heeft er, in een mondelinge en schriftelijke reactie, op gewezen dat zij in getal de grootste bewoner van de Bosweg is. Door het gratis parkeren in de wintermaanden zijn de meeste activiteiten ontstaan, met name het strandvissen. De deelnemers hieraan zijn door de hoeveelheid hengelspullen gebonden aan parkeren in de directe nabijheid van strand en clubhuis. In de wintermaanden parkeert met uitzondering van de vereniging vrijwel niemand op de Bosweg. Het betaald parkeren in de weekenden van oktober tot maart is aan de voorstellen toegevoegd door de commissie EZIM tijdens de bespreking van de parkeernota d.d. 10 oktober 2002. Hieraan lagen financiële motieven ten grondslag. Wij stellen U voor om het betaald parkeren op de zaterdagen en zondagen van oktober tot maart te handhaven en een ontheffingsbeleid te voeren voor de Hengelsportvereniging. In tegenstelling tot de Koningin Astrid Boulevard verwachten wij hieruit wel inkomsten omdat het Wantveld en directe omgeving meer in de routing van de dagrecreant ligt. Wij hebben voor de Hengelsportvereniging meerdere opties overwogen, waaronder een verenigingsvergunning. Aan deze vergunningverstrekking zijn evenwel weer de nodige administratieve en materiële kosten verbonden. Vanuit de commissie EZIM heeft een lid de suggestie gedaan om vanaf 12.00 uur betaald parkeren in te voeren. Navraag heeft evenwel geleerd dat de activiteiten van de Hengelsportvereniging tot ± 15.30 uur in de middag duren. Het lijkt ons derhalve raadzamer om met een ontheffing te werken. De vereniging kan ruimschoots van tevoren aangeven wanneer de activiteiten op het strand plaatsvinden. Voor die dagen wordt aan de deelnemers ontheffing verleend. Voor de gemeente, i.c. het parkeerservicebureau, moeten de administratieve handelingen minimaal zijn. Een optie is de plaatsing van de ledenkaart en een sticker achter de voorruit. De verdere organisatie dient dan in handen te zijn van de Hengelsportvereniging en zij dient eventuele bijkomende kosten te betalen. De Noordwijkse Reddingsbrigade en de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij hebben geen vergelijkbare problemen. De K.N.R.M. heeft de beschikking over parkeergelegenheid op eigen terrein. De N.R.B. is, uitgezonderd grote calamiteiten, in de winter op het strand niet meer in actie. De N.R.B. - leden gebruiken eigen kaartjes voor de, overigens beperkte, parkeermogelijkheden op eigen terrein. Voorgesteld wordt, gelijk aan de Hengelsportvereniging, voor de wintermaanden een ontheffingsbeleid te voeren voor de Noordwijkse Reddingsbrigade. In de praktijk zal hier naar verwachting gedurende de wintermaanden geen beroep op worden gedaan. Het afgeven van parkeervergunningen aan (horeca)medewerkers In de nota integraal parkeerbeleid is het voorstel opgenomen om het totaal aantal beschikbaar te stellen vergunningen voor ondernemers/werknemers aan een

1018


maximum te verbinden met een minimum van één vergunning per huisadres indien men niet beschikt over eigen parkeergelegenheid. Voorts zal deze vergunning, die wordt verstrekt tegen een tarief van € 23,-- per maand, locatiegebonden zijn. Wij kunnen ons de angst voorstellen dat in verhouding tot het aantal beschikbare parkeerplaatsen teveel vergunningen verstrekt moeten worden. Nu denken wij dat gezien de kosten slechts een gering aantal werknemers zelf zo’n vergunning zal aanvragen en bekostigen. De ondernemer heeft een groter belang bij parkeergelegenheid voor consumenten dan bij parkeergelegenheid voor werknemers. Desalniettemin moet het risico worden uitgesloten dat veel parkeerplaatsen in het centrum worden bezet door ondernemers/werkgevers. De werkgelegenheid binnen de toeristische sector in Noordwijk bedraagt ± 2.000 arbeidsplaatsen. Wij stellen U derhalve voor om het aantal uit te geven vergunningen vooralsnog te maximaliseren op één vergunning per 20 werknemers (op fulltime basis) of een gedeelte daarvan. Bijvoorbeeld, een onderneming met 17 werknemers kan één vergunning aanvragen en een bedrijf met 22 werknemers kan twee parkeervergunningen aanvragen. Heeft het bedrijf een eigen parkeergelegenheid dan moet van het aantal parkeervergunningen dat men kan aanvragen, het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein worden afgetrokken. Voorts wordt voorgesteld dat de vergunning enkel voor één geheel jaar tegen een tarief van € 23,-- per maand kan worden aangevraagd. Het tarief voor een half jaar bedraagt € 30,-- per maand. Het parkeerterrein bij het Bollenbad tegen betaling als overloopterrein laten functioneren Het Sportfondsenbad Noordwijk NV heeft de grond in erfpacht. Naast bezoekers van het Bollenbad en dagrecreanten maken diverse sportverenigingen (Fluks, Hockey, Tennis) thans van de parkeergelegenheid bij het Bollenbad gebruik. Derhalve moeten, zoals reeds opgemerkt tijdens de raadsvergadering, eerst alle belangen goed worden afgewogen en moet in samenspraak met de vele gebruikers naar de invulling worden gekeken. Hieraan zal in 2003 invulling worden gegeven. Nu reeds merken wij op dat rekening gehouden moet worden met het voeren van een artikel 19 procedure wanneer wij het gehele terrein (dus ook het thans onverharde gedeelte) de bestemming parkeerterrein willen geven. Het thans geldende bestemmingsplan is namelijk vrij gedetailleerd ingevuld. Resumé van de voorstellen: • Aan de Koningin Astrid Boulevard van oktober tot maart vrij parkeren doorvoeren. • Aan de Bosweg, het Wantveld en de Golfbaan het betaald parkeren op zaterdag en zondag van oktober tot maart handhaven. Een ontheffingsbeleid voeren voor de Hengelsportvereniging en de Noordwijkse Reddingsbrigade. • Het aantal uit te geven vergunningen aan ondernemers/werknemers maximaliseren op één vergunning per 20 werknemers (op fulltime basis) of een gedeelte daarvan, met aftrek van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.


•

1019

De vergunning voor één geheel jaar tegen een tarief van € 23,-- per maand verstrekken, voor een half jaar tegen een tarief van € 30,-- per jaar. In 2003 worden de mogelijkheden onderzocht om het parkeerterrein bij het Bollenbad tegen betaling als overloopterrein te laten functioneren.

De financiële consequenties zijn onderdeel van de raming kosten/baten parkeerbeleid met als uitgangspunt budgettair neutrale invoering vergunninghoudersparkeren. Recent is hier als taakstelling aan toegevoegd om middels een extra verhoging van de parkeertarieven een extra positief saldo te genereren van € 100.000,-- . De commissie voor Economische Zaken, infrastructuur en Middelen kan zich met het voorstel verenigen. Navraag bij de Hengelsportvereniging heeft geleerd dat de activiteiten tot 15.30 uur in de middag duren. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 140; besluit: In te stemmen met de aanvullende voorstellen met betrekking tot het parkeerbeleid in Noordwijk aan Zee.

Vooraf wijst de Voorzitter op een fout op p.4 van het voorstel; een vergunning aan ondernemers tbv hun medewerkers voor een half jaar kost € 30,- per maand. De fractie van de ChristenUnie vraagt alsnog uitvoering te geven aan een in 1998 aangenomen motie, die vraagt kerkbezoekers in Noordwijk aan Zee ontheffing te verlenen tijdens hun kerkbezoek; wethouder Barnhoorn laat weten dat moeilijk positief kan worden gereageerd op wat de fractie van de ChristenUnie wil; alle Noordwijkse kerkbezoekers beschikken over een parkeerkaart, maar het is moeilijk tegemoet te komen aan van buiten Noordwijk afkomstige kerkbezoekers. De fractie van de ChristenUnie zou daarom kunnen overwegen een nieuwe motie in te dienen. Zonder beraadslaging en zonder overeenkomstig het voorstel beslist.

hoofdelijke

stemming

wordt

07. Instelling van een commissie, die het onderzoek naar de financiële

situatie van de gemeente voorbereidt (voorstelnr. 141)

1020


Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen Tijdens de begrotingsraad heeft u besloten een onderzoek in te stellen naar de gang van zaken met betrekking tot de financiële situatie van de gemeente. Enkele aandachtspunten: - het besluit tot het instellen van een onderzoek omvat een omschrijving van het onderwerp alsmede een toelichting; - een onderzoekscommissie bestaat uit ten minste drie leden en bestaat uitsluitend uit raadsleden; - De commissie moet uit een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad aanwezige groeperingen bestaan; - Bij verordening moeten nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot de onderzoeken. In ieder geval worden daarin regels opgenomen over de wijze waarop ambtelijke bijstand wordt verleend aan de commissie. De commissie kan zich laten bijstaan door anderen dan raadsleden. Er kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van de expertise van raadscommissieleden en buitenstaanders. Een vraag is verder hoe de gewenste interne en/of externe ondersteuning geregeld moet zijn en welk budget daarvoor nodig is. Voorgesteld wordt een voorbereidingscommissie in te stellen, bestaande uit de voorzitter van de commissie EZIM en twee fractievoorzitters. Deze commissie doet een voorstel waarin onder meer de opdracht, de samenstelling van de onderzoekscommissie, de gewenste ondersteuning, een budget en een tijdschema opgenomen zijn. De commissie voor Algemene Bestuurlijke meerderheid met het voorstel verenigen.

Aangelegenheden

kan

zich

in

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 141; besluit: een voorbereidingscommissie in te stellen voor het te houden onderzoek naar de financiële situatie van de gemeente.

De fractie van de VVD, die instemt met het instellen van de commissie, stelt voor de twee fractievoorzitters te vervangen door twee financiële specialisten.


1021

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 spreekt zich gelet op het belang van een onderzoekscommissie eveneens voor een voorbereidingscommissie uit. Verder lijkt het haar goed fractievoorzitters in deze laatste commissie te benoemen; financiële specialisten kunnen dan vervolgens bij het werk van de onderzoekscommissie worden betrokken. Daarnaast geeft zij aan deel te willen uitmaken van de voorbereidingscommissie en bepleit zij om de vaart erin te houden; daarom moet de voorbereidingscommissie reeds tijdens de volgende raadsvergadering verslag moeten uitbrengen, en moet vervolgens de commissie van onderzoek na een paar maanden met een eerste resultaat moeten komen. De fractie van Noordwijk Totaal spreekt zich in dezelfde zin uit; zij stemt in met het voorgelegde Besluit, maar wil dat het de voorbereidingscommissie vrijstaat zo nodig voor te stellen niet-raadsleden te benoemen in de commissie van onderzoek. De fractie van het CDA vindt het voor de hand liggen dat bij het doorlichten van het financiële reilen en zeilen van de gemeente de achterliggende organisatie niet buiten schot kan blijven; geld is namelijk niet meer dan ongedefinieerde koopkracht, en bij het omgaan met geld stuit men al snel op onderliggende regelgeving. Van alleen de conclusie dat er gewoon te veel geld is uitgegeven, wordt niemand rijker. Daarom moet dat deel van de organisatie dat betrokken is bij het financieel beheer, mede in het onderzoek worden betrokken. Anders wordt te weinig lering getrokken uit wat de afgelopen jaren is gebeurd. In tweede instantie laat zij weten dat haar voorzitter bereid is zitting te nemen in de voorbereidingscommissie. De fractie van de ChristenUnie wil dat het onderzoek zich toespitst op handelingen, waarvan achteraf gezegd wordt dat deze beter niet hadden kunnen worden verricht. Juist uit onbezonnen beslissingen moet lering worden getrokken om herhaling te voorkomen. De Voorzitter gaat als volgt op een en ander in: - volgens de weten regelgeving mogen alleen raadsleden in een commissie van onderzoek worden benoemd; het staat de raad evenwel vrij aan die raadsleden vervolgens specialisten als adviseurs toe te voegen; verder kunnen mensen worden gehoord; wat de fractie van Noordwijk Totaal wil, is dus in beginsel mogelijk;

1022


- wanneer het onderzoek zich toespitst op hoe besluitvorming is verlopen, heeft dat zowel een bestuurlijk aspect als een ambtelijk-adviserend aspect; verder staat de regelgeving toe de ambtelijke advisering aan een onderzoek te onderwerpen; anderzijds moet het onderzoek wel hanteerbaar blijven en niet verzanden in een mer à boire; - het onderzoek moet zich vooral richten op het lering trekken uit hoe zaken zijn verlopen, en op het voorkomen van herhaling; uiteindelijk moet echter de voorbereidingscommissie de modaliteiten formuleren; - elke ambtelijke medewerking is in beginsel mogelijk. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist.


1023

08. Bestuurlijke verzelfstandiging van het Northgo College (voorstelnr.

142) Bijgaande stukken: - rapportage projectgroep - ontwerp-statuten Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs - ontwerp-directiestatuut Northgo College Ter inzage gelegde stukken: - brochure d.d. 18 september 2002 Inleiding De bestuurscommissie voor het openbaar voortgezet onderwijs in Noordwijk, zijnde een bestuurscommissie ex artikel 83 van de Gemeentewet, bevoegd gezag van het Northgo College, heeft zich vorig jaar tot ons gewend met het verzoek de mogelijkheden te bezien tot verdere verzelfstandiging van het Northgo College. Hoewel de bestuurscommissie als bestuursorgaan van de gemeente Noordwijk geen rechtspersoon is, functioneert de commissie feitelijk als een geheel zelfstandig schoolbestuur. Die zelfstandige positie is mede mogelijk gemaakt door de opstelling van het gemeentebestuur, door de bestuurscommissie ook de ruimte te geven zich als zelfstandig schoolbestuur te ontplooien. De verhouding tussen de gemeente en de bestuurscommissie is goed. Waar overleg en afstemming noodzakelijk is, gebeurt dit op een constructieve wijze. Niettemin acht de bestuurscommissie het gewenst die onafhankelijke en zelfstandige positie ook daadwerkelijk te formaliseren. Dit om zoveel mogelijk een zelfde positie in te kunnen nemen als de bijzondere schoolbesturen in de regio. Wij staan hier niet onwelwillend tegenover. Wij hebben de bestuurscommissie dan ook voorgesteld om op directieniveau, in coproductie met onze afdeling Onderwijs, de mogelijkheden tot verdere verzelfstandiging nader te (laten) verkennen. Het resultaat hiervan is dat op 18 september 2002 de leden van de raadscommissie onderwijs, seniorenbeleid en welzijn zijn uitgenodigd voor een bijeenkomst, waarin door een medewerker van het bureau VOS/ABB voorlichting is gegeven over de positie en bestuurlijk-juridische vormgeving van de beoogde stichting openbaar onderwijs en waarin gesproken is over de motieven om de bestaande bestuursvorm te wijzigen. Aan deze bijeenkomst werd ook deelgenomen door de leden van de bestuurscommissie en door vertegenwoordigers van de Medezeggenschapsraad van de school. De bestuurscommissie heeft zich die avond uitgesproken voor de oprichting van stichting openbaar onderwijs ex artikel 42b van de Wet op het voortgezet onderwijs.1 1

Deze stichting bestuurt één school te weten het Northgo College. Het bestuur over de Noordwijkse scholen voor openbaar basisonderwijs wordt aan een andere

1024


Als vervolg op deze informatieavond is begin oktober 2002 een projectgroep ingesteld, die de opdracht heeft gekregen de besluitvorming over de bestuurlijke overdracht voor te bereiden. Ten behoeve van deze besluitvorming heeft de projectgroep bijgaande rapportage opgesteld. Kortheidshalve verwijzen wij u naar deze rapportage, waarin wij ons geheel kunnen vinden. Op grond van de uitkomsten van deze rapportage stellen wij u voor met de verdere verzelfstandiging van het Northgo College per 1 januari 2003 in te stemmen. Bestuursvoordracht Ook de bestuurscommissie kan zich in deze rapportage vinden. Bij brief van 6 november 2002 berichtte zij ons in te stemmen met ons voornemen het bestuur van het Northgo College over te dragen aan de per 1 januari 2003 op te richten Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noordwijk. Voor een zetel in het bestuur van de per 1 januari 2003 op te richten Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noordwijk dragen zij voor: - de heer R.A.M. de Haas - mevrouw C.M.M. Prins-van Veen - de heer dr. E.Th. Cassee - - volgt nog - - volgt nog – Bij brief van... december 2002 hebben wij bericht ontvangen dat ook de Medezeggenschapsraad van het Northgo College kan in stemmen met deze verzelfstandiging. Om het bestuur over het Northgo College daadwerkelijk per 1 januari 2003 over te dragen aan de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Noordwijk dienen de desbetreffende onroerende en roerende zaken alsmede het personeel op grond van artikel 42c van de Wet op het voortgezet onderwijs op de genoemde datum via een notariële akte aan de stichting worden overgedragen. De gemeente draagt het schoolgebouw, de onderliggende terreinen en de schoolinventaris om niet over aan de stichting, die daarmee - analoog aan de situatie bij het bijzonder onderwijs - het juridisch eigendom ten aanzien van de genoemde zaken verwerft. De gemeente behoudt desondanks een economisch claimrecht. Mocht in de toekomst de school opgeheven worden, waardoor gebouwen en het terrein hun onderwijsfunctie verliezen dan keert conform de procedure ex artikel 76u van de Wet op het voortgezet onderwijs het juridisch eigendom weer terug naar de gemeente. Besluitvorming Het besluit over de overdracht van het bestuur van het Northgo College is voorbehouden aan uw raad. Als u met ons kunt instemmen tot verdere verzelfstandiging, dan dient het volgende te worden besloten:

stichting overgedragen.


1025

1. het intrekken van de Verordening Openbaar Voortgezet Onderwijs Noordwijk per 1 januari 2003; 2. het besluiten tot oprichting van een stichting openbaar onderwijs, als bedoeld in artikel 42b van de Wet op het voortgezet onderwijs per 1 januari 2003; 3. instemmen met de ontwerpstatuten van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs; 4. de benoeming van de bestuursleden van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs; 5. instemmen met de overdracht van gebouwen, terreinen en roerende zaken, als bedoeld in artikel 42c van de Wet op het voortgezet onderwijs per 1 januari 2003. Wij stellen u voor tot de bovengenoemde besluitvorming over te gaan. De commissie voor Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden en de commissie Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn kunnen zich met het voorstel verenigen.


1056

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 142; besluit: 1. het intrekken van de Verordening Openbaar Voortgezet Onderwijs Noordwijk per 1 januari 2003;

2. het besluiten tot oprichting van een stichting openbaar onderwijs, als bedoeld in artikel 42b van de Wet op het voortgezet onderwijs per 1 januari 2003; 3. instemmen met de ontwerpstatuten van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs; 4. de benoeming van de bestuursleden van de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs; 5. instemmen met de overdracht van gebouwen, terreinen en roerende zaken, als bedoeld in artikel 42c van de Wet op het voortgezet onderwijs per 1 januari 2003.

De fractie van de VVD verklaart zich alsnog akkoord met het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist.

09. Spoedaanvraag voor tijdelijke huisvesting van het Northgo College

(voorstelnr. 143) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - spoedaanvraag bestuurscommissie Northgo College d.d. 17 mei 2002 - tekening tijdelijke uitbreiding Northgo College - kostenraming tijdelijke uitbreiding Inleiding Bij brief van 17 mei jl. verzocht de bestuurscommissie van het Northgo College via een spoedprocedure met ingang van het nieuwe schooljaar de beschikking te hebben over 2 tijdelijke lokalen. Op basis van deze aanvraag kon in eerste instantie de urgentie onvoldoende bepaald worden en is om aanvullende informatie gevraagd. Als onderbouwing van het huisvestingsverzoek hebben wij inmiddels namens de


1057

school, van DHV Huisvesting en Vastgoed de benodigde (cijfermatige) gegevens ontvangen, zoals voorgeschreven in de Huisvestingsverordening. Aantal leerlingen Ontwikkeling van het aantal leerlingen 1 oktober 1oktober 1998 1999 e 1 leerjaar 216 193 Totaal 956 948

1 oktober 2000 189 913

1 oktober 2001 193 941

1 oktober 2002 205 943

Oppervlakte van het bestaande gebouw De capaciteit van gebouwen in het voortgezet onderwijs wordt uitgedrukt in bruto vloeroppervlakte. De oppervlakte van het schoolgebouw is volgens eerdere informatie, verkregen door ICS, 6.259 m2 BVO. In het kader van de ontwikkeling van een lange termijn huisvestingsconcept voor de school heeft DHV aan de hand van plattegronden de oppervlakte van het schoolgebouw bepaald. Bij de bouw van de school is er vanuit gegaan dat de aula tevens geschikt moest zijn voor een aantal buurtfuncties. Daarom is een grotere aula gebouwd dan op dat moment strikt genomen noodzakelijk was. De school profiteert hier natuurlijk wel van, hoewel in de huidige situatie de gehele schoolbevolking, op last van de brandweer, niet eens gezamenlijk in de aula terecht kan. In dit geval is het niet terecht het totaal aantal vierkante meters van de aula aan de school toe te rekenen als zijnde voor het onderwijs beschikbare vierkante meters. Op basis van nameting van de plattegronden komt DHV tot 5.413 m2 voor het bestaande gebouw, zonder aula. De oppervlakte van de aula, die volgens de verordening wel tot de school behoort bedraagt 320 m2 en is toegevoegd. Het afwijkend getal van ICS komt omdat ICS in de berekening de gehele aula en het volledige gangenstelsel heeft meegeteld. Dit is echter niet juist bij doorrekening van de bestaande situatie. De nameting door DHV heeft op de juiste wijze plaatsgevonden. Bestaande capaciteit in m2 BVO DHV (o.b.v. plattegronden) Schoolgebouw Aula t.b.v. onderwijs Totaal

Schriftelijke informatie ICS

5.413 m2 320 m2 5.733 m2

6.259 m2

Normatieve ruimtebehoefte Het aantal leerlingen vormt de basis voor de berekening van de normatieve ruimtebehoefte. Het ruimtebehoeftemodel is voorgeschreven in de gemeentelijke

1058


verordening voorzieningen onderwijs. De normatieve ruimtebehoefte in m2 BVO 1 oktober Vaste 2002 voet leerlingen (m2 BVO) Onderbouw 394 980 AVO/VWO 498 VMBO-ICT 17 337 TLW 34 Totaal 943 1.317

Leerling afhankelijk (m2 BVO) 2.372 2.834 183 197 5.586

Totaal

6.903

Het tekort aan huisvesting Het verschil tussen de genormeerde ruimtebehoefte en de bestaande (permanente)huisvesting is 1.170 m2. Het huidige aantal van 5 noodlokalen (ca. 500m2) is onvoldoende om dit tekort op te vangen. De verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen. DHV heeft op basis van een analyse van de ontwikkeling van het aantal leerlingen in het verleden en de demografische ontwikkeling in de toekomst een lange termijn prognose gemaakt2. Deze prognose, die bij de achterliggende stukken ter inzage ligt, geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal leerlingen bij ongewijzigd beleid van de school. Ontwikkeling van het aantal leerlingen op basis van ongewijzigd beleid en demografische ontwikkelingen (leerlingenprognose 27 september 2002)

Totaal

20023 970

2007 1.022

Ruimtebehoefte en onderwijskundige vernieuwingen. Op 16 augustus 2002 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten haar leden geïnformeerd over de wijzigingen van de modelverordening voorzieningen huisvesting onderwijs. De belangrijkste wijzigingen houden verband met de vertaling van onderwijskundige vernieuwingen naar huisvesting in het primair onderwijs. In eerste instantie wordt gedacht aan een stijging van het aantal m2 voor nieuwbouw in het voortgezet onderwijs met gemiddeld ongeveer 3%, maar dit vergt nog nadere uitwerking. Voorts zal extra prioriteit gegeven worden aan de huisvesting van het VMBO. Deze verruiming van de normen is een belangrijke 1

De prognose is opgesteld m.b.v. van het prognoseprogramma van de VOS/ABB en voldoet aan de rekenregels uit de gemeentelijke verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. 2 Binnen het prognosemodel is 2002 het eerste prognosejaar. In de analyse is onder 2001 het aantal leerlingen op 1 oktober 2002 gebruikt.


1059

eerste stap en een erkenning van het feit dat onderwijskundige vernieuwingen gevolgen hebben voor de ruimtebehoefte. Rekening houdend met het advies van de VNG moet bij huisvestingsverzoeken in de nabije toekomst door het Northgo College rekening worden gehouden met een ruimtebehoefte van 7.110 m2 BVO (6.903 m2 +3%). Door verbreding van het aanbod zal het aantal leerlingen van de school groeien. De school zal aantrekkelijker worden voor leerlingen uit het basisonderwijs. Daarnaast zullen de nieuwe routes aantrekkelijk zijn voor leerlingen van andere (VMBO) scholen die na de basisvorming een keuze moeten maken. Deze toename is in de becijfering nog niet meegenomen. Samenvattend Aantal leerlingen Genormeerde ruimtebehoefte Genormeerde ruimtebehoefte + 3% Huidige capaciteit (excl. Tijd.)

2002 943 6.903 7.110

2007 1.022 7.371 7.592

5.733

5.733

Met de becijfering van het ruimtebehoeftemodel, in relatie tot de bovengenoemde ontwikkeling van het aantal leerlingen op het Northgo College is ons inziens met een tekort van 1.170 m2 de acute lokalennood aangetoond. Zoals gezegd is daarbij nog geen rekening gehouden met de 3%-norm voor de nabije toekomst. Daarnaast is ook duidelijk door de directie aangegeven dat een aantal vaklessen techniek en handvaardigheid niet in de vaklokalen gegeven kunnen worden. Ca.120 m2 algemene ruimte is ingeleverd ten behoeve van lesruimte. De thans beschikbare algemene ruimten zijn niet afgestemd op 950 leerlingen, hetgeen betekent dat de toelaatbare grens van veilig gebruik van de school wordt overschreden. Daarnaast is na toekenning van het ministerie gestart met de vmbo-ict-route. Voor de ruimtetoekenning hiervoor wordt weliswaar de norm voor installatietechniek en electrotechniek gehanteerd, maar die ruimte is in het gebouw niet aanwezig. Dat de school desondanks slechts om 2 lokalen vraagt geeft aan dat de huidige accommodatie zo efficiënt mogelijk wordt benut en dat zeker niet wordt overvraagd. Als het Northgo College niet van de spoedprocedure gebruik zou hebben gemaakt zou mogelijke uitbreiding slechts aangevraagd kunnen worden via de reguliere procedure, waarbij volgens de verordening toekenning pas in 2004 zal plaatsvinden. Dit laatste achten wij onderwijskundig en uit veiligheidsoogpunt onverantwoord. Het is ons duidelijk dat in de toekomst niet maar door kan worden gegaan met tijdelijke bouw, maar dat op basis van een op de toekomstgericht programma van eisen een permanent bouwplan moet worden ontwikkeld, zo mogelijk op de huidige locatie.

1060


Kosten Door afdeling Projecten is offerte gevraagd voor 2 inpasbare lokalen bij de leverancier van de reeds geplaatste tijdelijke voorziening. Op de bij de stukken ter inzage liggende tekening is zowel de plattegrond als de situatietekening aangegeven. De kosten hiervan worden geraamd op € 180.000,00 (afgerond). De jaarlast voor deze lokalen bedraagt ca. € 27.000,00 per jaar bij een afschrijvingstermijn van 10 jaar (is gelijk aan de afschrijvingstermijn die ook vorig jaar is aangehouden voor de tijdelijke voorziening). Deze lasten kunnen gedekt worden uit de post huisvestingsbudget in het product 113 Huisvesting Onderwijs. Het restant van dit budget bedraagt voor 2003 € 187.776,00 -/- € 27.000,00 = € 160.776,00. Planning Een aan ons uitgereikte aangepaste planning voorziet er in dat de gevraagde voorziening pas in april 2003 opgeleverd kan worden. Deze planning staat in schril contrast met de oorspronkelijke aanvraag van de school om reeds per 1 september 2002 a.s. de lokalen beschikbaar te hebben. Dat dit niet haalbaar is gebleken is inmiddels een ieder duidelijk. Ook het Northgo College heeft hier begrip voor. De school is er evenwel bij gebaat zo snel mogelijk over de voorziening te beschikken. Aan een spoedprocedure zit de consequentie dat binnen een redelijke termijn op een besluit van de gemeenteraad een beschikking moet worden afgegeven. Zo dat niet gebeurt, dan wordt geacht de voorziening te zijn toegekend. Binnen de gegeven omstandigheden is hier ook aan voldaan. Planprocedure De huidige tijdelijke voorziening van 5 lokalen en een nevenruimte is vorig jaar geplaatst ingevolge artikel 17 Wet RO. Ook voor de uitbreiding van deze voorziening met 2 lokalen ligt het in de lijn een artikel 17-procedure te volgen. Echter in dit geval dient bij plaatsing van een tijdelijke voorziening wel bekend te zijn waar op termijn (binnen 5 jaar) de permanente voorziening geplaatst gaat worden. Met de schooldirectie is op ambtelijk niveau het overleg gestart over de toekomstverwachtingen van de school op de middellange termijn, waaronder de huisvesting. Duidelijk is dat de school er voor opteert op de huidige locatie te kunnen blijven en daar een permanent uitbreiding te realiseren, die recht doet aan de ruimtebehoefte van de school in een meerjarenperspectief en voldoet aan de onderwijs inhoudelijke uitgangspunten van deze scholengemeenschap. Er is zeker uit financieel - en onderwijskundig oogpunt veel voor te zeggen om het Northgo College op de middellange termijn geheel permanent aan de Duinwetering onder te brengen. Wij stellen u dan ook voor de locatie Duinwetering als uitgangspunt te nemen in de aanstaande overleggen over permanente uitbreiding van het scholencomplex. Voor de artikel 17-procedure betekent het dat als toekomstige permanente locatie wordt uitgegaan van de huidige permanente locatie aan de Duinwetering.


1061

Communicatie Ons voornemen tot het beschikbaar stellen van de gevraagde voorziening hebben wij gecommuniceerd met de direct omwonenden in een bijeenkomst op 27 november 2002. Tijdsplanning Gezien het al eerder gememoreerde spoedeisende karakter vragen wij uw instemming om de artikel 17-procedure reeds op te mogen starten en het terrein “bouwrijp” te maken, als bij behandeling van dit voorstel in de commissie hiermee kan worden ingestemd. Overigens gaat het bouwrijp maken niet verder dan de op de beoogde bouwplek aanwezige fietsenstalling te verplaatsen naar elders op het schoolterrein. Het doorlopen van de artikel 17-procedure, waarmee vrijstelling wordt verleend op het bestaande bestemmingsplan, vraagt een minimale termijn van 8 weken. Na binnenkomst en het toetsen van het bouwplan ligt het plan 14 dagen ter visie. Binnen 4 weken na ter visie legging beslist ons college al of niet op basis van ingediende bezwaren. Niettemin valt ons besluit over het verlenen van vrijstelling ex art. 17 WRO onder de reikwijdte van de Algemene wet bestuursrecht met alle bezwaaren beroepsmogelijkheden van dien. Als de procedure voortvarend verloopt en geen bezwaren worden ingediend kan deze in april afgerond zijn. Als na kredietverlening tot bestelling van de lokalen wordt overgegaan, dan kost dat nog een aantal productieweken, zodat plaatsing van de lokalen uitkomt om en nabij de meivakantie 2003. Resumerend stellen wij u voor: 1. Akkoord te gaan met het verlenen van de gevraagde voorziening; 2. Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van een krediet van € 180.000,00, waarvan de jaarlast € 27.000,00 bedraagt over een afschrijvingstermijn van 10 jaar en deze lasten te dekken uit de post huisvestingsbudget in het product 113 Huisvesting Onderwijs. 3. Er mee in te stemmen dat na kredietverlening de lokalen worden besteld. De commissie Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn is verdeeld. De Combinatie is voor, VVD en Noordwijk Totaal nemen het voorstel mee terug naar de fractie, CDA en Christen Unie zijn tegen. In de gemeenteraad wordt dit opnieuw besproken.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 143; besluit:

1062

1. 2.

3.


Akkoord te gaan met de door de bestuurscommissie van het Northgo College gevraagde voorziening in de huisvesting; Akkoord te gaan met het beschikbaar stellen van een krediet van € 180.000,00, waarvan de jaarlast € 27.000,00 bedraagt over een afschrijvingstermijn van 10 jaar en deze lasten te dekken uit de post huisvestingsbudget in het product 113 Huisvesting Onderwijs; Akkoord te gaan met de reeds ingang gezette procedure.

Vooraf wijst de Voorzitter op de ingekomen brief van M&E Vliet Vlieland, die zojuist is verspreid. De fractie van Noordwijk Totaal wijst bij monde van mevrouw Versteege allereerst op de bij omwonenden bestaande onvrede over hoe met hen wordt omgegaan, wat haar niet verbaast; zo werd van gemeentezijde niet ingegaan op de uitnodiging nog eens een video-opname van de raadsvergadering van 21 september 1991 te bekijken, toen het maximumaantal leerlingen werd gefixeerd op 995-1000; dat getal is dus niet zo maar uit de lucht komen vallen. Vervolgens verklaart zij in algemene zin niets tegen het College te hebben; alleen moet de veiligheid van de leerlingen niet in het gedrang komen. Verder vraagt zij goed vast te leggen hoe groot het College maximaal mag worden. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 deelt het gevoel dat met omwonenden verkeerd wordt gecommuniceerd, en vraagt daar aandacht voor. Vervolgens laat zij weten overtuigd te zijn geraakt van de ruimtenood, al blijft verschil van mening mogelijk over de oplossing daarvan, en spreekt zij zich uit voor het op korte termijn in goed overleg met alle belanghebbenden, dus incl. de omwonenden, op basis van een lange termijnvisie gaan zoeken van een structurele oplossing en van permanente huisvesting. Omdat echter het besluit niet volledig helder is over het toewerken naar een unilocatie aan de Duinwetering, vult zij dat met een vierde beslispunt aan: akkoord te gaan met het spoedig starten van overleg over permanente huisvesting op basis van het uitgangspunt dat er aan de Duinwetering een unilocatie komt. De fractie van het CDA beschouwt bij monde van mevrouw Mornout alles overziende het voorstel als een noodsprong; zij is nog steeds niet overtuigd van het spoedeisende karakter van de aanvraag; verder zijn diverse, eerder gestelde vragen nog steeds niet beantwoord. Daarnaast vraagt zij zich af of tav het plaatsen van noodlokalen wel goed beleid is gevoerd, en wijst zij op een onlangs tussen het College en het ROC afgesloten overeenkomst, die zou kunnen leiden tot het elkaar toespelen van


1063

lesruimte, en op het in juni 2003 vrijkomen van lokalen aan de Duinweg. De fractie van de ChristenUnie stelt de geloofwaardigheid van het college op het punt van de informatievoorziening ter discussie en is van mening dat in het verleden gedane beloften in stand moeten worden gehouden; het mag niet zo zijn dat een school ten koste van zijn omgeving onbeperkt doorgroeit; daarom zou een leerlingenstop moeten worden overwogen. Verder stelt zij vast dat er op het punt van de communicatie met omwonenden, die zich in het verleden erg loyaal hebben opgesteld, sprake is geweest van eenrichtingsverkeer, en vindt zij dat de tijd is aangebroken dat het Northgo College een loyaal standpunt bepaalt. De fractie van de VVD heeft bij monde van mevrouw Van der Vlugt moeite met het voorbijgaan aan gemaakte afspraken en met de onveiligheid op het Northgo College; anderzijds is zij blij met de betere onderbouwing van het voorstel. Wat echter desondanks vanavond wordt besloten, een oplossing voor de afzienbare termijn zal dat niet bieden, nog afgezien van het feit dat een partij los van wat er wordt besloten, naar de rechter zal stappen. Zij roept daarom het college op een list te verzinnen; de voorgestelde oplossing is een ongelukkige en een dure tegelijk; er moet daarom op korte termijn naar een permanente oplossing worden gezocht. Bij monde van de heer Sweers informeert de fractie van de VVD hoe het college staat tegenover een unilocatie; wat daarover in het voorstel staat, is te kort door de bocht. Wethouder Van Bockhove stelt allereerst voor het komende kwartaal de uitdaging op te pakken met elkaar te gaan praten over het al dan niet komen tot een unilocatie; over zo’n locatie wordt echter vanavond nog geen besluit genomen. …De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 wijst erop dat het voorstel verdergaat dan het Besluit; daarom heeft zij dat Besluit aangescherpt; in het voorstel wordt namelijk reeds aangegeven dat komende discussies uitgaan van een unilocatie. …De fractie van de VVD blijft het amendement overbodig vinden. Vervolgens gaat wethouder Van Bockhove als volgt in op de diverse vragen en opmerkingen: - inderdaad is in september 1991 het leerlingenaantal gefixeerd op net

1064


geen 1000; - voor het College staat goed onderwijs voorop; de noodlokalen zijn dus bedoeld om de huidige leerlingen beter te bedienen; - wat de kwestie bemoeilijkt, is het feit dat lesruimte aan andere scholen, wier gebouwen waren afgebrand, beschikbaar moest worden gesteld; daarom moet voor de leerlingen aan de Duinwetering een oplossing worden gevonden; - het overleg met de brandweer mondt vermoedelijk niet uit in een rapport; verder is geen sprake van een onveilige situatie of van een onhoudbare toestand; alleen maken soms veel te veel leerlingen gebruik van de bestaande trappen; - uitplaatsing van leerlingen is de minst ideale oplossing, alleen al om financiële redenen; - in cijfers over 1998 en 1999 moet worden meegenomen dat op dat moment ook gebruik werd gemaakt van lokalen aan de Duinweg; eigenlijk wordt daarom op dit moment slechts geprobeerd naar die oude situatie terug te keren; - de informatieavond die gehouden is, was eigenlijk alleen bedoeld voor omwonenden; verder is het onjuist te stellen dat op die avond sprake was van eenrichtingsverkeer; - de nu te plaatsen noodlokalen staan gelukkig uit het zicht van de Zonnekantbewoners; - het is soms moeilijk als college geloofwaardig te blijven; op onderhavig punt ging het om het vinden van een oplossing, waar anderen misschien minder gelukkig mee zijn. Wethouder Van Duin waarschuwt mbt de financiële aspecten van het voorgestelde amendement voor het wekken van verwachtingen; in het kader van het kritisch langslopen van de Meerjarenbegroting zijn echter de kapitaallasten nagenoeg geschrapt; daardoor zal voor een structurele oplossing elders geld moeten worden vrijgemaakt. Tweede termijn De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 wijst op het feit dat over de invulling van de door te voeren bezuinigingen nog met de Noordwijkers wordt overlegd; daarom mag h.i. niet worden gesteld dat in het kader van de heroriëntatie ook het komen tot een unilocatie is afgevoerd. Wel is duidelijk dat voor het realiseren van een unilocatie elders geld zal moeten worden vrijgemaakt. Verder wil zij vanavond streven naar maximale helderheid; zoals het dossier illustreert, zijn te vaak mistige besluiten genomen of is te vaak besluitvorming over het komen tot een


1065

unilocatie vooruitgeschoven. Terecht wordt de gemeente verweten dat een lange termijnvisie ontbreekt. …De fractie van de VVD vindt bij monde van de heer Sweers de opvatting van de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 te gemakkelijk; er zullen ook omwonenden zijn die garen spinnen bij uitstel van besluitvorming over permanente huisvesting. Verder verwijt zij de laatstgenoemde fractie w.b. de ingekomen brief van W&E Vliet Vlieland selectief lezen. Afsluitend vindt de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 om redenen van veiligheid en vanuit onderwijskundig oogpunt, ondanks de daarmee gepaard gaande kosten, plaatsing van noodlokalen noodzakelijk; voor de kortere termijn is er echter geen redelijk alternatief. Bij monde van de heer Sweers geeft de fractie van de VVD aan het ondanks het feit dat dit voor het openbaar onderwijs tot problemen kan leiden, belangrijk te vinden dat het destijds vastgestelde maximale aantal leerlingen niet wordt overschreden, en dat de raad zich daarover uitspreekt. Verder wil zij dat het College de mogelijkheden van dependancevorming buiten Noordwijk onderzoekt. De fractie van Noordwijk Totaal verklaart zich, omdat de veiligheid van de leerlingen voor alles gaat, bij monde van mevrouw Versteege akkoord met het voorstel; wel spreekt zij op basis van diverse citaten haar zorgen uit over het zich voortdurend uitbreiden van het Northgo College, en wil zij dat de noodlokalen alleen voor de thans aanwezige leerlingen mogen worden bestemd. Anders gezegd: het leerlingental mag absoluut niet worden uitgebreid. Verder moet over het vestigen van een unilocatie eerst een fundamentele discussie worden gevoerd. De fractie van de ChristenUnie wil in algemene zin dat het Northgo College zijn leerlingental afstemt op de beschikbare ruimte en niet eindeloos leerlingen aanneemt. Zij verwijt daarom het schoolbestuur onverantwoord besturen. De fractie van het CDA is bij monde van mevrouw Mornout nog steeds niet overtuigd van de noodzaak van twee extra noodlokalen, mede omdat van een onveilige situatie nog geen sprake is. Bij monde van de heer Hazenoot stelt de fractie van Noordwijk Totaal dat

1066


het ontbreken van financiële middelen om een unilocatie te vestigen, geen argument mag zijn om af te zien van het toewerken naar een dergelijke locatie; wellicht zijn er namelijk op de langere termijn wel middelen beschikbaar. Bij monde van de heer Tummers stelt de fractie van het CDA ter discussie in hoeverre het College een maximumaantal leerlingen kan worden opgelegd; in elk geval wil zij ervoor waken nu toe te werken naar een unilocatie en straks te worden gedwongen alsnog met een dislocatie te worden geconfronteerd. Welke instrumenten staan überhaupt de gemeente ten dienste om de school een bepaald keurslijf op te dringen? Voor zover haar bekend heeft op dit punt de gemeente geen enkele dwingende bevoegdheid. Wethouder Van Bockhove deelt de zorgen van laatstgenoemde fractie; bepalend is echter de beschikbare ruimte. Enerzijds is het onmogelijk leerlingen te weigeren, anderzijds kan vermoedelijk met het Northgo College wel worden afgesproken wat op de huidige locatie mogelijk is en wat misschien in regionale samenwerking kan worden geregeld. Verder voorziet hij een werkelijke discussie in maart 2003. Na een korte schorsing om 22.00h voor onderling overleg laat de Voorzitter namens het college weten het amendement eigenlijk overbodig te vinden; de kwestie komt namelijk in maart 2003 in het kader van een integraal huisvestingsoverzicht opnieuw aan de orde. Het amendement wordt met 10 tegen zes stemmen aangenomen. Bij stemming bij handopsteking wordt het gewijzigde Besluit met 12 tegen vier stemmen aangenomen; de fracties van het CDA en de ChristenUnie worden geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.

10.

Vaststelling van de huurtarieven 2003 voor sportaccommodaties (voorstelnr. 144)

Bijgaande stukken : - geen Ter inzage gelegde stukken: - overzicht berekening verschil tussen 5% en 10%


1067

Inleiding Zowel voor de binnen- als veldsporten wordt gezocht naar een andere tarieven structuur gebaseerd op een gelijke basis, zowel voor de buitensporten zoals voetbal, hockey, handbal en korfbal als voor binnensporten zoals volleybal, basketbal, badminton en gymnastiek. Uitgangspunt is hierbij dat de gemeente een voorwaarden scheppend beleid hanteert. Vanwege het te kort aan personeelsformatie op de afdeling is dit voornemen niet tot uitvoering gebracht en is doorgeschoven naar 2003 a. Zaalsporten De gemeente Noordwijk kent voor de binnensport drie tariefsoorten. A. Verenigingstarief voor Noordwijkse verenigingen B. Particulier en niet Noordwijkse verenigingen C. Commercieel/ kostendekkend tarief De tarieven kennen een historische achtergrond en zijn jaarlijks met zo’n 2% verhoogd. Zoals boven is aangehaald zal er ook voor de binnensport naar een andere grondslag worden gezocht voor de tarievenstructuur. Hierbij wordt er van uit gegaan om een structuur te ontwikkelen die zowel voor de veld- en als voor de zaalsporten een min of meer gelijke basis zal hebben. Naar aanleiding van de uitbreiding sporthalbeheer met 1 formatieplaats heeft de gemeenteraad in december 2001 besloten, dat de dekking hiervan gedeeltelijk gevonden diende te worden in de huurtarieven. Indien de dekking volledig toegepast had geworden, had dit een verhoging van de tarieven tot gevolg gehad van 20%. Aangezien dit tot grote bezwaren had geleid bij de Sportraad en verenigingen, is besloten om de verhoging uit te smeren over 2 jaar. De Sportraad had met name bezwaren, dat de dekking voor de uitbreiding sporthalbeheer gevonden werd in de tarieven voor de gymnastieklokalen. Ondanks het bezwaar van de Sportraad is de 10% verhoging voor 2002 doorgevoerd. Gelet op het raadsbesluit van december 2001 dienen de tarieven binnensport nogmaals met 10% (inclusief 2% index) te worden verhoogd. Deze verhoging zorgt voor het onderstaande overzicht. sporthallen

2002 € afgerond Noordwijkse 26,50

A. Verenigingen B. Particulieren C. Commercieel

35,50 71

Verhoging 2003 2003 10 % hele zaal halve zaal 2,65 29,15 14,60 3,55 7,10

39,05 78,10

19,55 39,05

1068


Gymnastieklokalen A. Noordwijkse 8,50 Verenigingen B. Particulieren 12,50 C. Commercieel 14

0,85

9,35

1,25 1,40

13,75 15,40

Gelet op bovenstaande tarieven voor de sporthallen en gymnastieklokalen en het werkelijke gebruik in 2001, worden op de begroting 2003 de volgende bedragen aan inkomsten geraamd. Deze ramingen zijn exclusief inkomsten gymnastiekonderwijs van de scholen, voor zover het Basis Onderwijs als het Voortgezet Onderwijs. Northgo Sporthal tarief A: 1.000 uur à € 29,15 tarief B : 200 uur à € 39,05 tarief C : 25 uur à € 78,10

= € 29.150,00 = € 7.810,00 = € 1.952,50

Overkant Sporthal tarief A: 925 uur à € 29,15 tarief B : 100 uur à € 39,05 tarief C : 25 uur à € 78,10

= € 26.963,75 = € 3.905,00 = € 1.952,50

€ 38.912,50 *

€ 32.821,25 * € 71.733,75

* deze bedragen zijn exclusief de vergoedingen voor het gymnastiekonderwijs van het Northgo College b. Gymnastieklokalen Tarief A: 2.400 uur à € 9,35 Tarief B: 625 uur à € 13,75 Tarief C: 575 uur à € 15,40 inkomsten onderwijs)

= € 22.440,00 = € 8.593,75 = € 8.855,00

€

39.888,75

(exclusief

c. Veldsporten In 1984 zijn de tarieven voor de veldsportaccommodaties door de gemeenteraad vastgesteld. Grondslag hiervan was de jaarlijkse onderhoudslasten. Op basis van 2 jaarrekeningen en 2 begrotingen werd vastgesteld dat de huurtarieven voor de sportvelden gelijk moest zijn aan 21,6 % van de variabele onderhoudslasten. De kapitaallasten werden buiten beschouwing gelaten. De huurtarieven zijn jaarlijks geïndexeerd en met 2% verhoogd. De 21,6% dekking werd afgelopen jaren nauwelijks meer gehaald. In 2001 werd een dekking gerealiseerd van


1069

Voor uitlopend op de nieuwe tarievenstructuur voor 2003, stellen wij u voor om bij de veldsporttarieven naast de normale 2% index ook nog 3% prijsstijging mee te nemen tot 5% verhoging. Deze 5% huurverhoging geeft voor 2003 het volgende overzicht. Sportpark Duinwetering 2002 € 5% afgerond verhoging Vv Noordwijk 14.945 747,25 5 speelvelden, 1½ oefenveld, huur kleedkamers 11 t/14 MSV Handbal 1.150 57,50 1 verhard veld en huur kantine en kleedkamers 11 t/m 14 Motor Club Noordwijk 1.082 54,10 1 kantine Sportpark Lageweg Vv SJC 4 speelvelden en 1 oefenveld Sportpark Nieuwe Zeeweg Noordwijkse Hockey Club 2½ Kunstgrasveld CKV Fluks korfbal 2 korfbalvelden plus trainingsstrook Totaal sportparken Tennispark Bollenbad TC Bollenpark, erfpacht tennisbanen

2003 afgerond 15.693

1.208

1.136

10.532

526,60

11.059

3.496

174,80

3.671

1.874

93,70

1.968

33.079

34.735

787

78,70

826

800

40

840

Schoolgebouw Van Panhuysstraat 17 Schietvereniging Blijf voor ´t Land, huur zolder

d. Advies Resumerend stellen wij u voor akkoord te gaan met de voorgestelde percentages en berekende accommodatietarieven voor 2003. Met het vaststellen met de tarieven worden de geraamde bedragen voor de begroting 2003 gehaald. In de Commissie voor Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn, is de suggestie gedaan om tarief A voor de Noordwijkse sportverenigingen voor de binnensportaccommodaties niet met 10% maar met 5% te verhogen. Wij hebben dit overwogen. Aangezien de gemeenteraad over de 10% verhoging al in 2001 een besluit heeft genomen, blijven wij bij het oorspronkelijke voorstel en nemen we de

1070


suggestie niet over. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 144; besluit: In te stemmen met de verhoging van 10% van de huurtarieven 2003 voor de binnensportaccommodaties en 5% voor de veldsportaccommodaties.

De fractie van de ChristenUnie informeert, omdat de betreffende zin op p.2 ontbreekt, tot hoe ver de variabele onderhoudslasten voor veldsporten in 2001 werden gedekt. Verder steunt zij het voorstel. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt, nadat zij in algemene zin de noodzaak heeft herhaald dat de bestaande sportsubsidiëring moet worden herzien, vast dat het voorstel de scheefgroei, die ontstaan is tussen de veldsporten en de zaalsporten, voortzet; zij stelt daarom voor, en ziet zich daarin gesteund door de fractie van Noordwijk Totaal, de huurtarieven voor beide sporten met 5% te verhogen en om in de loop van 2003 te komen tot een regeling voor de sportsubsidiëring. De zaalsporten moeten niet nog verder onder druk komen te staan. Wanneer het voorliggende voorstel wordt gehandhaafd, is zij daartegen tenzij wethouder Van Bockhove alsnog bereid is de tarieven slechts met 5% te verhogen. Wethouder Van Bockhove bevestigt dat de discussienota waar de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 om vraagt, eraan komt, maar handhaaft de voorgestelde tariefsverhogingen; er moet verrekening blijven plaatsvinden van lasten, waar de gemeente zich voor geplaatst ziet. Tweede termijn De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 spreekt nogmaals haar zorgen uit over de voortgaande scheefgroei tussen veldsporten en zaalsporten. De fractie van Noordwijk Totaal spreekt haar steun uit aan het spoedig komen tot een fundamentele discussie op basis van een nota. Wethouder Van Bockhove herhaalt dat binnen een half jaar de gevraagde discussie plaatsvindt.


1071

Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 wordt geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.

11. Zevende en achtste serie wijzigingen van de Bouwverordening en

herziening van het Reglement op de Welstandscommissie (voorstelnr. 145) Bijgaande stukken: - VNG ledenbrieven nrs 00/103 en 02/139. - reglement op de welstandscommissie. Ter inzage gelegde stukken: - VNG ledenbrieven met bijlagen. In dit voorstel wordt uw raad verzocht in te stemmen met de 7e en 8e serie wijzigingen van de bouwverordening. De 7e serie is medio 2001 door de VNG uitgebracht als modelverordening. In de praktijk worden de modellen onverkort overgenomen. Deze serie bevat geen principiële wijzigingen. Het gaat slechts om aanpassingen aan de jurisprudentie en de normherzieningen sinds juli 1997, alsmede het herstel van kleine onvolkomenheden. Geheel anders is de situatie m.b.t. de 8e serie wijzigingen. Deze houdt verband met de ingrijpende wijziging per 1 januari 2003 van de Woningwet en het Bouwbesluit. De meest in het oog lopende wijzigingen per 1 januari 2003 bestaan uit het vervallen van de categorie meldingplichtige bouwwerken. De gewijzigde wet kent de reguliere bouwvergunning, de licht-vergunningplichtige bouwwerken en de bouwvergunningvrije bouwwerken. Een belangrijk deel van de meldingplichtige bouwwerken zijn in de categorie bouwvergunningvrije bouwwerken terecht gekomen. De termijnen voor de behandeling en afdoening van bouwaanvragen zijn eveneens gewijzigd. Er is een andere formulering gekozen voor de aanvang van de termijn waarbinnen op een aanvraag dient te worden beslist. Dit was de dag na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Nu is het de dag waarop de aanvraag is ontvangen. De maximale behandelingstermijn van een aanvraag voor een lichte bouwvergunning bedraagt zes weken. De behandelingstermijn van een reguliere bouwaanvraag is verkort tot 12 weken. Dat was 13 weken. De reguliere bouwaanvraag kan op verzoek van de aanvrager gefaseerd worden verleend. Dat kan voor de aanvrager een gunstig effect hebben, doordat geen volledig uitgewerkt bouwplan behoeft te worden ingediend en de kosten van detaillering kunnen worden vermeden en eerst nadat de eerste fase van de vergunning is verleend kan de verdere uitwerking plaatsvinden. Het is zinvol deze mogelijkheden nadrukkelijk

1072


in de gemeentelijke voorlichting op te nemen. De verdagingbevoegdheid in de Woningwet is eveneens gewijzigd. De beslissing op een aanvraag voor een lichtvergunningplichtig bouwwerk kan niet worden verdaagd. De nieuwe Woningwet maakt het mogelijk dat burgemeester en wethouders hun beslissing op een aanvraag om een reguliere bouwvergunning één keer met maximaal zes weken kunnen verdagen. Een aanvraag voor een gefaseerde bouwvergunning eerste of tweede fase kan zowel in de eerste als tweede fase worden verdaagd met maximaal zes weken. Een verdagingbesluit behoeft niet meer de goedkeuring van de gemeenteraad. Door het goedkeuringsvereiste was verdaging onder de oude wet een nauwelijks toepasbare regel. Er is dan ook nauwelijks gebruik van gemaakt. Onder de nieuwe wet moet het college jaarlijks aan de gemeenteraad rapporteren over de wijze waarop van de bevoegdheid gebruik is gemaakt. Hoewel het streven er altijd op is gericht om de aanvragen binnen de gestelde wettelijke termijnen af te doen, is het toch een goede zaak dat er een hanteerbare procedure is ingevoerd om in noodzakelijke gevallen van de verdagingbevoegdheid gebruik te kunnen maken. Uiteraard zal uw raad jaarlijks het verslag ontvangen zoals dat nu in de wet is bepaald. Tot nu toe stelde de Bouwverordening minimumeisen aan de indiening van bouwaanvragen. Landelijk gezien zijn er grote verschillen in de gemeentelijke voorwaarden ontstaan. De indieningvereisten van de bouwverordening komen te vervallen en maken plaats voor de eisen die zijn neergelegd in het Besluit Indieningvereisten. Dat is een uniforme regeling voor het gehele land. De welstand heeft in de nieuwe wet een prominente plaats gekregen. Er is sprake van ingrijpende veranderingen in de bepalingen over het welstandstoezicht. In de bouwverordening wordt een belangrijk deel van de welstandsbepalingen geschrapt, want de wet schrijft thans voor dat ze voortaan in de vorm van beleidsregels in een zogenaamde (gemeentelijke) welstandsnota moeten worden vastgelegd. Het welstandsbeleid zal criteria bevatten waaraan bouwwerken dienen te voldoen. Deze nota moet binnen 18 maanden na 1 januari 2003 worden vastgesteld. De voorbereidingen om tot deze nota te komen zijn in regionaal verband aangepakt. De commissie ROVEM zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd. De planning is er op gericht om tijdig tot vaststelling van deze nota te komen. Naast de eis van de welstandsnota vergt de wet ook de totstandkoming van een welstandsreglement. Dit reglement wordt als bijlage behorende bij de achtste serie wijzigingen ter vaststelling aan u voorgelegd. Voordat tot vaststelling wordt overgegaan moet een keuze worden gemaakt uit een aantal alternatieven. Samenstelling, inrichting en werkwijze van de welstandscommissie. De gemeente Noordwijk heeft met vele andere Zuid-Hollandse gemeenten een jarenlange relatie met de welstandscommissie van de Stichting Dorp, Stad en Land te Rotterdam. Deze commissie heeft in de loop der jaren een schat aan ervaring


1073

opgedaan en is uitgegroeid tot een sterke adviseur op het terrein van de welstand. Deze stichting heeft zich inmiddels gedegen voorbereid op de nieuwe wettelijke eisen. Op grond van de nieuwe bepalingen heeft de gemeente de mogelijkheid om te kiezen voor een welstandscommissie, al dan niet met één of twee burgerleden, dan wel een stadsbouwmeester. Indien gekozen wordt voor een welstandscommissie moet nog worden bepaald of sprake zal zijn van standaardwelstandscommissie of een integrale welstands- en monumentencommissie. Het aantrekken van een stadsbouwmeester is een variant die tijdens de behandeling in de Tweede Kamer in de wet is opgenomen. De stadsbouwmeester vormt in feite een éénmanswelstandscommissie. Gelet op de eisen die gesteld worden aan de welstandsadviezen gaat onze voorkeur uit naar een welstandscommissie. Daarmee is de objectiviteit en de kwaliteit van de adviezen meer gewaarborgd. Indien wijzigingen aan een (Rijks)monument onderdeel uitmaken van een aanvraag om bouwvergunning is hiervoor in de nieuwe wet een welstandsadvies noodzakelijk, maar ook een advies van de monumentencommissie. Om die dubbele advisering te voorkomen verdient het aanbeveling om een integrale welstands- en monumentencommissie te benoemen, welke een integraal advies uitbrengt indien monumentale waarden aan de orde zijn. De opname van burgerleden in de commissie is door de staatssecretaris voorgesteld, om inhoud te geven aan het streven naar een verdere vermaatschappelijking van het welstandstoezicht. De gemeente of de regio moet zorgdragen voor de aanwijzing van een of twee burgerleden van de commissie. De vergoeding van kosten van deelname door burgerleden komen voor rekening van de gemeente en komen bovenop de kosten van de reguliere commissie. De welstandscommissie van de Stichting Dorp Stad en Land (DSL) wijst de benoeming van burgerleden niet af, maar stelt wel vraagtekens bij de uitvoerbaarheid. Na 1 januari 2003 zal de welstandscommissie niet langer centraal in Rotterdam vergaderen maar in regio’s. Gedurende het eerste kwartaal zal de (grote) commissie 6 vergaderingen beleggen in Noordwijk. Daarna volgt een andere gemeente. Tijdens die vergaderingen worden alle plannen van de regio behandeld. Burgerraadsleden vanuit Noordwijk, mogen niet oordelen over de plannen die vanuit andere gemeenten worden voorgelegd. Bij deelname door burgerraadsleden per gemeente zal telkens sprake zijn van wisselende samenstelling tijdens een vergadering. Dat geeft onrust tijdens de vergaderingen. Daarnaast zal selectie van deskundige en onafhankelijke kandidaten geen eenvoudige aangelegenheid zijn. Hoe kan worden beoordeeld of iemand onafhankelijk zal zijn? Hoe kan worden voorkomen dat betrokkene wordt beïnvloed door bij bouwplannen betrokken partijen. Ook al zou in het geheel geen sprake zijn

1074


van beïnvloeding, dan kan de deelname door burgerleden aanleiding zijn tot geruchten en het beeld van onafhankelijkheid van de commissie aantasten. Zelfs de schijn van afhankelijkheid moet worden vermeden. Als het om deskundigheid gaat moet een kandidaat toch ten minste inzicht hebben in bouwtechniek, vormgevingsaspecten, cultuur-historische aspecten en architectuur. De nieuwe structuur van de welstandscommissie gaat in op 1 januari 2003. De vraag doet zich voor, of tijdig kandidaten kunnen worden geworven voor de functie. Dat is uitgesloten. Er zal een profielschets moeten worden beschreven en functie-eisen worden opgesteld. Het niveau van de vergoedingen moet worden bepaald, waarvoor bovendien een budget voor moet worden gevonden. Er moet een sollicitatiecommmissie worden benoemd. Afgezien van de praktische problematiek is ook sprake van een mogelijk juridisch probleem. De commissie kan niet volledig zijn op 1 januari 2003. Toch moeten er adviezen worden opgesteld. Hoe zal de bestuursrechter zich uitspreken over adviezen die worden uitgebracht door een commissie die niet aan de eisen van het reglement voldoet. Het risico is te groot om te kiezen voor een commissie met burgerleden per 1 januari 2003. Onze bedenkingen tegen de opname van burgerleden kunnen op termijn nader in overweging worden genomen. Door uw raad moet uiterlijk medio 2004 een welstandsbeleid worden vastgesteld, waaraan bouwplannen moeten worden getoetst. Dat betekent dat uw raad de kaders bepaalt voor het welstandbeleid. De inhoud daarvan schept duidelijkheid en transparantie van het welstandbeleid en biedt houvast aan de adviseurs van de welstandscommissie. Vanaf dat moment achten wij het meer verantwoord om deelname van burgerraadsleden opnieuw in overweging te nemen. Wij zien thans niet in, wat de meerwaarde van deelname door burgerleden kan zijn en geven de voorkeur aan de instelling van een integrale welstands- en monumentencommissie zonder deelname door burgerleden. Uit een inventarisatie door DSL binnen de provincie Zuid-Holland blijkt de meerderheid te kiezen voor deze variant. De leden van de welstandscommissie nemen zitting voor een periode van 3 jaar. Dat betekent ook dat eventuele burgerleden moeten aftreden en niet herkiesbaar zijn. Een nieuwe werving en selectie zal dan tijdig plaats moeten vinden. Door het invoeren van een roulatiesysteem binnen de organisatie van DSL is de continuïteit van de commissie verzekerd. De vergaderingen van de welstandscommissie kunnen openbaar zijn. Wij geven de voorkeur aan de optimale variant, waarbij de mogelijkheid aan belanghebbenden wordt geboden om in toelichtende zin gebruik te maken van het spreekrecht. Reglement op de welstandscommissie. Zoals hiervoor al aangekondigd wordt aan de bouwverordening een nieuwe bijlage toegevoegd, het reglement (van orde) op de welstandscommissie. Voor de gedetailleerde inhoud van het reglement wordt verwezen naar de bijlage bij dit


raadsvoorstel. voorgesteld.

Hierna

wordt

op

enkele

hoofdpunten

ingegaan

1075

en

keuzes

Samenstelling van de commissie. Dit onderwerp is hiervoor al aan de orde gesteld. Wij stellen voor in te stemmen met de integrale welstands- en monumentencommissie, waarin geen burgers zitting hebben. Taakomschrijving. De wettelijk verplichte taken van de commissie zijn het toetsen van reguliere bouwaanvragen en licht-vergunningplichtige bouwaanvragen. Daarnaast bestaat er behoefte aan inschakeling van de commissie bij een aantal niet-wettelijke taken. In het ontwerpreglement vindt u deze terug onder 2.1.2 In alle onder a tot en met f kan inschakeling gewenst zijn. Voor uitvoering van het geen is vermeld onder f, bestaat (nog) geen capaciteit. Werkwijze welstandscommissie. De gemeente biedt aan een aanvrager de mogelijkheid om vooroverleg te plegen met de welstandscommissie. De behandeling van bouwplannen vindt om de twee weken plaats door de gemandateerde architect (rayonarchitect). Deze kan zelfstandig bouwplannen afhandelen. Daarbij gaat het uitsluitend om plannen die relatief geringe ruimtelijke betekenis hebben, of plannen waar gelet op meerdere vergelijkbare gevallen, de mening van de commissie als bekend mag worden verondersteld. Bij twijfel legt de gemandateerde architect het bouwplan voor aan de commissie. De behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar en worden aangekondigd op de gemeentelijke voorlichtingspagina. De agenda wordt op het gemeentehuis (kamer bouwtoezicht) ter inzage gelegd. De vergaderingen van de (grote) commissie zijn eveneens openbaar. Zowel opdrachtgevers/ontwerpers als direct belanghebbenden hebben spreekrecht in toelichtende zin. De welstandscommissie vergadert roulerend in de aangesloten gemeenten in de regio. Bij belangrijke bouwplannen kan – op verzoek van de gemeente - worden besloten om in de eigen gemeente te vergaderen. Het ontwerpreglement bevat een bepaling met betrekking tot het vragen van een second opinion. Tot nu toe bestond hiervoor geen regeling. Wanneer het gewenst is een second opinion te vragen bieden burgemeester en wethouders de vaste welstandscommissie de mogelijkheid tot heroverweging van het eerder uitgebrachte advies. Indien alsnog een second opinion wordt gevraagd, wordt dit gemeld aan de welstandscommissie. Bij een second opinion wordt de bouwaanvraag voorgelegd aan een commissie buiten de stichting Dorp, Stad en Land. Deze regeling betekent een verbetering.

1076


Tenslotte is er een regeling opgenomen waarbij ons college tenminste eenmaal per jaar aan uw raad verslag doet van de toepassing van het welstandsbeleid. Dat is een ander verslag dan het verslag van de welstandscommissie aan uw raad. Onder paragraaf 5 is onder het kopje “Aanvulling, evaluatie en aanpassing van de welstandsnota” aangegeven wat de inhoud van het door ons op te stellen verslag zal zijn. Wij stellen u voor over te gaan tot vaststelling van de 7e en 8e serie wijzigingen van de bouwverordening met daarbij het reglement op de welstandscommissie. De besluiten daartoe vallen onder de Tijdelijke Referendumwet. Wij hebben besloten om gebruik te maken van artikel 25 van genoemde wet. Dat betekent de toepassing van de spoedprocedure om een tijdige inwerkingtreding van de besluiten veilig te stellen. De commissie voor Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Milieu kan zich met het voorstel verenigen.


1117

gezien de ledenbrieven van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 20 juli 2001 nr. 00/103 en d.d. 18 oktober 2002 nr. 02/139; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 145; besluit: vast te stellen de verordeningen van de zevende en achtste serie wijzigingen van de bouwverordening met het daarbij behorende reglement op de welstandscommissie, een en ander overeenkomstig de tekst zoals die in de raadsportefeuille ter inzage is gelegd

Vooraf verduidelijkt wethouder Duijndam dat het feit dat alleen de invulling van de Welstandscommissie aanleiding tot discussie kan geven, reden is geweest dit voorstel als bespreekpunt te agenderen, en dat ten onrechte is geconcludeerd dat de commissie ROVEM zich met het voorstel heeft kunnen verenigen. De fractie van Noordwijk Totaal handhaaft, alles afgewogen hebbende, haar eerder uitgesproken instemming met het voorstel; belangrijke overwegingen voor haar waren dat de Welstandscommissie straks openbaar vergadert en dat belanghebbenden gelegenheid krijgen in toelichtende zin in te spreken; verder krijgt de aanvrager de gelegenheid vooraf met de Welstandscommissie te overleggen. De fractie van het CDA wil daarentegen, nu nieuwe wetgeving dat mogelijk maakt, de Welstandscommissie uitbreiden met burgerleden; die leden moeten dan vooral de Noordwijkse gemeenschap vertegenwoordigen en moeten gevoel hebben voor de richting, waarin de plaatselijke architectuur zich zou moeten ontwikkelen. Zij vraagt in 2003 met een voorstel op dit punt te komen. Verder stemt zij met het voorstel in. Nadat zij heeft gevraagd waarom deze wijzigingen zo laat aan de raad worden voorgelegd, spreekt de fractie van de ChristenUnie er haar teleurstelling over uit dat in de Welstandscommissie geen burgerleden zitting krijgen; het argument dat anders schijnafhankelijkheid ontstaat, weegt voor haar echter zwaarder; verder bestaat de mogelijkheid een second opinion in te winnen. Alles afwegende steunt zij het voorstel. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 ziet graag, nu zich daartoe de mogelijkheid voordoet, dat burgers zitting krijgen in de

1118


Welstandscommissie; er moeten toch twee Noordwijkers te vinden zijn, die voldoende integer en vakbekwaam zijn. Verder bevreemdt het haar dat juist wethouder Duijndam de Noordwijkers geen invloed wil geven. Vervolgens vraagt zij hoelang reeds bekend was dat de regelgeving ging veranderen en waarom het voorstel pas in december 2002 aan de raad wordt voorgelegd. Daarnaast vraagt zij toe te zeggen dat in een later stadium Noordwijkers zitting in de welstandscommissie kunnen krijgen. Wethouder Duijndam gaat als volgt op een en ander in: - dat het voorstel pas vanavond wordt besproken, komt voort uit het feit dat de betreffende documentatie pas een vijftal weken geleden werd ontvangen; deze moest dus vervolgens als een haas worden verwerkt; - het is begrijpelijk dat velen de kans die zich nu voordoet, willen aangrijpen; het college vraagt zich echter af wat de werkelijke toegevoegde waarde van burgerleden is; de procedure moet werkbaar blijven; verder zijn daar kosten aan verbonden, en is er het feit dat de commissie voortaan regionaal bijeenkomt; daarnaast is er het punt wie de deskundigheid van voorgedragen Noordwijkers beoordeelt; wie is kortom echt onafhankelijk? - de nog vast te stellen Welstandsnota is straks kaderstellend voor het werk van de Welstandscommissie. Tweede termijn De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 acht het mogelijk dat wanneer sprake zou zijn van tegenstrijdige belangen, waar zij niet vanuit gaat, het betreffende burgerlid zich onthoudt van deelname aan de discussie. Vervolgens vraagt zij nogmaals toe te zeggen dat op termijn de Welstandscommissie wordt uitgebreid met burgerleden. De fractie van Noordwijk Totaal handhaaft haar standpunt aan de Welstandscommissie geen burgerleden toe te voegen; de nieuwe regeling levert namelijk reeds winst op voor belanghebbenden. Wethouder Duijndam wijst op de grotere transparantie, waarnaar wordt gestreefd. Verder is het belangrijk in de Welstandsnota vast te leggen of burgerleden aan de Welstandscommissie moeten worden toegevoegd. De fractie van het CDA laat desgevraagd weten voorstandster te blijven van het opnemen van burgerleden. De fractie van de ChristenUnie verklaart zich daarentegen voor het


1119

voorstel; doorslaggevend voor haar zijn de mogelijkheid van een second opinion en het vermijden van de schijn van afhankelijkheid. De fractie van de VVD hecht aan voldoende deskundigheid en steunt daarom het voorstel. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 wijst op de kans die zich voordoet, om echte Noordwijkers mee te laten praten; dat andere fracties daar geen opening toe willen bieden, vindt zij vreemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt met negen tegen zeven stemmen overeenkomstig het voorstel beslist.

12. Grondaankopen in het Middengebied (voorstelnr. 146) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen Volgens het vigerende streekplan van de provincie valt het Middengebied in Noordwijk, gelegen tussen de Beeklaan en de Nortghodreef, in de Groene Contour. Dit wil zeggen dat er geen bebouwing mag plaatsvinden. Bij het thans ter visie gelegde ontwerp van herziening van het streekplan valt het gebied binnen de Rode Contour. Als het streekplan op deze wijze ongewijzigd wordt vastgesteld betekent dit dat er vanuit de provincie geen belemmeringen meer zijn dat het Middengebied bebouwd wordt. Uiteraard dient voordat tot bebouwing kan worden overgegaan de gemeente het bestemmingsplan overeenkomstig te wijzigen. Toch zal dit speculanten er niet van weerhouden gronden aan te kopen, en (ongewenste) bouwplannen in te dienen. Dit kan slechts worden voorkomen door zelf de gronden te kopen. Deze aankopen dienen dan ook gezien te worden als strategisch. Secundair kan het gebied actiever worden aangepakt als de gemeente eigenaar is. Het Middengebied is erg versnipperd geraakt vanwege een groot aantal eigenaren en de diverse vormen van niet-agrarisch gebruik. Hierdoor is de in het bestemmingsplan vastgelegde agrarische functie soms ondergeschikt geraakt. Dit alles heeft tot gevolg dat het gebied een verwaarloosde en rommelige uitstraling heeft. Gebleken is dat publiekrechtelijke instrumenten niet altijd voldoende soulaas bieden om deze ontwikkelingen te stoppen en terug te draaien. Als de gemeente eigenaar is kan actief de karakteristieke kenmerken van het Middengebied worden hersteld.

1120


Als gevolg van het bovenstaande zijn de afgelopen maanden reeds vele gesprekken gevoerd met diverse eigenaren in het Middengebied. Hieruit is naar voren gekomen dat met het merendeel van de eigenaren overeenstemming zou kunnen worden bereikt. Het totale gebied beslaat ± 16,5 ha.. Uitgaande van een gemiddelde verwervingsprijs van € 40/m² zou met totale aankoop een bedrag gemoeid zijn van ± € 6,6 miljoen. Zoals gesteld is gebleken dat niet met iedereen overeenstemming bereikt zal kunnen worden. Met een aantal eigenaren is reeds onder voorbehoud overeenstemming bereikt. Daarnaast zijn er eigenaren die positief staan tegenover een verkoop maar waarbij het nog onduidelijk is of uiteindelijk overeenstemming kan worden bereikt. Gezien de positieve insteek van het merendeel van de gesprekken, wordt er vanuit gegaan dat een significant deel verworven kan worden. Reden waarom uw raad voorgesteld wordt een krediet beschikbaar te laten stellen van € 5.000.000. Ten laste van dit krediet zullen naast de koopsommen ook de diverse bijkomende kosten gebracht worden als notaris- en taxatiekosten, zonodige milieuonderzoeken, en interne uren (in eerste instantie voornamelijk afd. VET). Wij stellen voor dit krediet in het grondbedrijf te activeren onder een daartoe nieuw te openen complex. De commissie van Economische Zaken, meerderheid akkoord met het voorstel.

Infrastructuur

en

Middelen

is

in

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 146; besluit: Ø ten laste van het grondbedrijf een krediet beschikbaar te stelen van € 5.000.000 ten behoeve van de aankoop van gronden in het middengebied; Ø de aan te kopen gronden te activeren in een daartoe te openen complex in het grondbedrijf.

Nadat zij heeft aangegeven met toenemende verbazing kennis te hebben genomen van het voorstel, vraagt de fractie van de VVD wat wethouder Barnhoorn precies wil. Wordt grond aangekocht om deze later te bebouwen of moet de karakteristiek van het Middengebied worden veiliggesteld? De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66, die vanwege de verkaveling en het zicht op het duingebied het Middengebied een essentiële karakteristiek van Noordwijk vindt, vraagt zich gezien de huidige financiële positie van de gemeente bij monde van de heer Wiersema af of er geen andere instrumenten zijn dan aankoop om het gebied in zijn


1121

huidige staat te behouden; verder kan gedacht worden aan het zich beperken tot enkele strategische aankopen. Vervolgens vraagt zij zich af wat een planologische optimalisatie van het gebied, die h.i. snel moet worden ingezet, alzo inhoudt. Alles overziende is zij bang dat de aankoop die nu wordt voorgesteld, op termijn toch leidt tot verdere verstedelijking, waar zij absoluut tegen is; zij hecht daarom aan een stringente belangeloze bescherming van het gebied, aangevuld met een aantal strategische aankopen tot maximaal € 2 mln. De fractie van het CDA, die in algemene zin voorstandster is van een actief grondbeleid, informeert naar de onderliggende beweegredenen en naar de visie van het college op de toekomstige bestemming van het Middengebied. Nadat zij in algemene zin haar verbazing heeft uitgesproken over de soms versnipperde berichtgeving, geeft de fractie van de ChristenUnie aan dat eerst de raad zich moet uitspreken over wat deze met het Middengebied wil en of deze het gebied nu wel of niet wil bebouwen; op dit punt laat dus het college een steek vallen. Vervolgens ziet zij, wanneer vaststaat dat het gebied niet bebouwd mag worden, vanwege de daaraan verbonden zware financiële gevolgen (€ 322.000,- p.j.) geen aanleiding om gronden aan te kopen; aankoop is financieel bezien alleen verantwoord, maar de fractie gelooft daarin niet, wanneer het Middengebied op afzienbare termijn wordt bebouwd. Verder is er nog het belang van de openluchtrecreatie. Nadat de Voorzitter de fractie van de ChristenUnie heeft gewezen op een voor de zomervakantie over deze kwestie toegezonden brief, ook al was deze vertrouwelijk, brengt de fractie van Noordwijk Totaal het volgende naar voren: - de fractie, die in algemene zin voorstandster is van een actieve grondpolitiek, is blij met de daadkracht, die het college heeft getoond; - centraal staat de vraag wat straks met de grond gedaan wordt; op dit punt wil daarom de fractie een verdere verduidelijking; moet wellicht gedacht worden aan het uitruilen van grond? - hoe komt het dat de gemiddelde verwervingsprijs gaandeweg is gestegen? - kan niet volstaan worden met het aankopen van een lager aantal hectares? - er lijkt geen sprake te zijn van structurele jaarlasten; toch wordt het geld dat geleend wordt, gekapitaliseerd; of daarom van een financiële

1122


aderlating moet worden gesproken, is discutabel; belangrijk blijft echter in hoeverre de gronden exploitabel worden; - hoe wil het college over een periode van 10-15 jaar het gebied ruimtelijk invullen? Wethouder Barnhoorn gaat als volgt op een en ander in: - zowel het CDA als NT willen meer aandacht geven aan de agrarische gronden binnen de gemeente; vervolgens was daar het signaal dat de rode contour strak om de woonkernen heen zou worden getrokken, en concludeerde het college dat daar niet veel goeds van moest worden verwacht; verder zijn er legio voorbeelden van verpauperde agrarische grond; alles overziende heeft toen het college afgesproken eens met grondbezitters in het Middengebied te gaan praten om te inventariseren wat hun plannen waren; - die gesprekken zijn heel planmatig gevoerd; gaandeweg manifesteerden zich toen steeds grotere zorgen; die zorgen betroffen vaak het eigen voortbestaan als teler; toen vervolgens de rode contour steeds concreter werd, heeft het college na uitvoerig overleg besloten over aankoop te gaan praten voor bedragen tussen de € 30,- en € 40,-; die gesprekken verliepen voorspoedig; - nog steeds denkt het college verstandig te hebben gehandeld; voorbereidingsbesluiten zijn op zich een mooi instrument, maar schieten in de praktijk vaak tekort wanneer bepaalde situaties moeten worden gehandhaafd of in stand worden gehouden en hebben slechts een beperkte looptijd; de gronden waar het over gaat, zijn evenwel voor Noordwijk van eminent belang; - het college gaat uit van verstandige besluitvorming in de toekomst; als het gaat om het benaderen van de financiële risico´s, rekent Barnhoorn voor dat indien nodig het bouwen slechts een beperkt aantal villa´s het totale financiële risico naar 0 terugbrengt; verder is een incidenteel besluit om de bouw van een bungalow toe te staan, toereikend om de financiële risico’s af te dekken; (de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 noemt dit bij monde van de heer Wiersema een droomberekening); - de informatie die het voorstel biedt, moet de raad niet hebben verrast; de kwestie is eerder binnen diverse fora aan de orde gekomen; - Op dit moment beoogt het college de specifieke kenmerken van het gebied te behouden; anderzijds maakt het gewijzigde streekplan het straks mogelijk om keuzes te maken; welke bestemming echter de aan te kopen gronden krijgen, wordt uiteraard bepaald in overleg met de raad; - het maximale risico dat de gemeente loopt, is, al is dat een boel geld, de


1123

agrarische waarde van de grond; zoals het nu gaat, overheerst evenwel het gevoel dat de gemeente het zakelijk bezien goed doet; voor het college was echter bepalend de ontwikkeling van het Middengebied in eigen hand te houden; wat uiteindelijk met de gronden gebeurt, is aan de politiek; - over de verkoop van 10 ha bestaat op dit moment overeenstemming. Wethouder Duijndam vult daar het volgende op aan: - het betreffende gebied heeft een lichtgroene bestemming; de provincie wil echter een rode contour op het gebied leggen; - in de nog voor te bereiden Structuurschets moet ook het Middengebied een plaats krijgen; vervolgens moet dan grondig worden besproken welk invulling het gebied moet krijgen; - het college geeft er de voorkeur aan reeds nu de regie zoveel mogelijk in handen te nemen. …De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt bij monde van de heer Van Rijnberk dat de zeer afgewogen nota Ruimtelijke keuzes 1993-2004 het vigerende ruimtelijke beleid is. Verder is zij van mening dat de gang van zaken rondom dit voorstel de volgorde omdraait; er moet niet op een provinciaal signaal worden gereageerd, maar de toekomstige ruimtelijke invulling moet eerst binnen de gemeente zelf fundamenteel worden besproken. Zoals het nu gaat, is sprake van paniekvoetbal en een zinloze investering. Tweede termijn De fractie van de VVD verklaart zich tegen het voorstel en wil dat slechts de agrarische waarde wordt betaald; het gaat haar mede gelet op de algemene financiële situatie te ver dat de aankopen worden gefinancierd door in het verleden door het Grondbedrijf behaalde winsten. Verder herhaalt zij haar eerdere suggestie om grond uit te ruilen. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 betwijfelt bij monde van de heer Wiersema of het verlies beperkt blijft tot de € 2.500,-, die wethouder Barnhoorn heeft berekend; h.i. loopt dat verlies op tot boven de € 2.500,-, tenzij de grond alsnog wordt ontwikkeld en zijn agrarische bestemming verliest. Er moet dus iets worden gedaan, en daar is juist de fractie bijzonder bezorgd over. Met strategische aankopen heeft evenwel de fractie geen moeite. Verder moet binnen het bestaande RObeleid sprake zijn van een stringente planologische bescherming.

1124


De fractie van het CDA voorziet alles overziende dat aankoop vervolgens moet leiden tot een fundamentele discussie wat met het Middengebied moet gebeuren; de enige zekerheid die op dit moment bestaat, is dat aankoop een maximale controle over de verdere ontwikkeling mogelijk maakt; de vraag die dan resteert, is wat die maximale controle de gemeente waard is; wellicht leidt dat straks tot de conclusie dat beperkte woningbouw, in aansluiting op bestaande bebouwing, een optie is; aan daadwerkelijke bebouwing moet evenwel een duidelijke keus ten grondslag liggen. Wat verder vaststaat, is dat wanneer niet tot aankoop wordt overgegaan, de gemeente de controle verliest. De fractie van de ChristenUnie vindt het voorstel getuigen van slecht financieel beleid wanneer op voorhand vaststaat dat de gronden niet mogen worden bebouwd; zij voorziet – zie het voorbeeld van BronsgeestNoord – dat er gedurende een lange periode alleen maar geld bij moet. Het openhouden van het gebied is haar een gemeentelijke bijdrage van € 17 mln. niet waard. Zij is daarom tegen het voorstel. Nadat zij naar de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 toe heeft weersproken dat sprake is van paniekvoetbal, deelt de fractie van Noordwijk Totaal de mening dat het gaat om strategische aankopen en dat de karakteristiek van het Middengebied vooralsnog wordt hersteld; doorslaggevend is echter wat er in de toekomst met het gebied gebeurt. Op dit punt hoopt zij op verstandige besluitvorming door toekomstige raden. Het financiële risico dat de gemeente neemt en waar vooral de fractie van de VVD op wijst, is aanvaardbaar; er wordt aangekocht met geleend geld, maar op termijn moet het gebied een zodanig goede invulling krijgen dat het rendabel en professioneel kan worden geëxploiteerd. Wat wordt voorgesteld, vindt zij een strategisch verantwoorde aankoop; verder is belangrijk dat de raad de toekomstige ontwikkeling in eigen hand houdt. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 vraagt bij monde van de heer Eijs te garanderen dat in af te sluiten contracten niets over bouwkavels wordt afgesproken. Verder vraagt zij bij monde van de heer Van Rijnberk aan wethouder Duijndam of deze bereid is hotels langs de KW Boulevard op te kopen om deze daardoor planologisch te beschermen. Wethouder Barnhoorn antwoordt in tweede termijn als volgt: - in sommige contracten is sprake van een bouwrecht; dat recht wordt


1125

echter slechts geactiveerd wanneer het gehele Middengebied een bouwbestemming krijgt; - het college speelt geen paniekvoetbal; het college heeft namelijk uitputtend over de aankopen gesproken en het besluitvormingsproces is zorgvuldig geweest; verder was niet angst de drijfveer, maar opportunisme in de positieve betekenis; of zoals het gebied er nu uitziet, hoeft niemand trots te zijn; - de komende maanden moet nader worden bekeken of mbv creatieve ideeën de aankopen niet alsnog kunnen worden gerechtvaardigd. Wethouder Duijndam voegt daaraan toe dat angst dat het Middengebied wordt volgebouwd, volstrekt niet aan de orde is; het is namelijk nog maar de vraag of er na wat het komende decennium gebouwd gaat worden, nog meer gebouwd moet worden. Verder laat hij de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 weten dat de rode contour rood is, maar nog een groene inkleuring heeft, en voorziet hij dat met de nu ter beschikking staande instrumenten het Middengebied zoveel mogelijk opengehouden kan worden. Daarnaast geeft hij naar de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 toe aan dat op termijn hoogbouw langs de KW Boulevard niet moet worden uitgesloten; alleen houdt de gemeente met de nu geboden middelen de toekomstige ruimtelijke invulling volledig in eigen hand. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fracties van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66, de VVD en de ChristenUnie worden geacht tegen het voorstel te hebben gestemd. Hierna wordt nog wel agendapunt 16 besproken, maar wordt vervolgens om 00.50h de vergadering geschorst tot 19 december 2002, 18.00h

13. Grondaankopen bij ’t Laantje (voorstelnr. 147) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen De eigenaar van het perceel kadastraal bekend als gemeente Noordwijk sectie G nummer 1357 ter grootte van ca 2 ha heeft de gemeente recent benaderd of wij deze grond van hem willen kopen omdat hij in financiële moeilijkheden verkeert. De grond behelst een agrarisch bedrijfscomplex bestaande uit een verwerkingsschuur,

1126


kassen uit 1998 volledig computergestuurd en bloembollenland, gelegen aan het Laantje, nabij het terrein van Willem v.d. Bergh. De grond is gelegen in een gebied waar op termijn mogelijk ontwikkelingen kunnen plaatsvinden (zuidelijke ringweg / ontwikkelingen Willem van den Bergh. Ondanks het feit dat hiermee een (zeer) lange termijn gemoeid kan zijn, is het aanbod een unieke kans om de beschikking te kunnen krijgen over gronden in dit gebied. Dit geldt temeer omdat de gronden tegen marktwaarde wordt aangeboden, en er geen bijkomende vergoedingen betaald hoeven te worden. Zolang er geen ontwikkelingen plaatsvinden wordt de grond in erfpacht aan verkoper uitgegeven die hiervoor € 4000 per jaar aan canon moet betalen. Dit is het maximale bedrag dat gevraagd kan worden omdat pachtprijzen (vergoeding voor agrarisch gebruik) bindend zijn vastgesteld door de grondkamer. Wij laten in het erfpachtcontract opnemen dat het contract een looptijd heeft van 10 jaar gerekend vanaf de ingangsdatum, met een recht van tussentijdse beëindiging door de gemeente voor het eerst na 6 jaar gerekend vanaf de ingangsdatum, ingeval de betreffende grond nodig is voor uitvoering van een ander dan agrarische bestemming. Indien na afloop van het erfpachtcontract nog geen weg wordt aangelegd dan kan het worden verlengd met een maximale termijn van 15 jaar. De verkoper blijft eigenaar van de kassen en de schuur waarvoor derhalve een recht van opstal zal worden gevestigd. De prijs van de kassen en de schuur is vastgesteld op €192.000 en is na 20 jaar fiscaal afgeschreven. De afschrijving van de eigenaar bedraagt 5% per jaar. Stel dat de gemeente na 10 jaar de grond niet meer in erfpacht wil uitgeven dan wordt het opstalrecht beëindigd en moet de gemeente de kassen kopen voor de boekwaarde en dit is na 10 jaar een bedrag van € 96.000. Gezien de hoge kwaliteit van de kassen is de economische levensduur van de kassen veel langer dan 20 jaar. Bij verkoop van de kassen door de gemeente zal zij derhalve minimaal het bedrag ervoor kunnen terugkrijgen dat wij er zelf voor hebben betaald. Indien de gemeente besluit de grond te verkopen dan heeft de verkoper het recht van eerste koop tegen een marktconforme waarde van de agrarische waarde, die door 3 partijen t.z.t. middels een taxatie wordt vastgesteld. Gezien de economische voordelige prijs waartegen de gemeente de gronden nu kan kopen en het feit dat de gemeente vooralsnog geen financieel risico (boekwaarde is ongeveer gelijk aan marktwaarde) loopt, wordt uw raad voorgesteld een krediet beschikbaar te laten stellen van € 358.000. (koopsom € 354.000, rest bijkomende kosten). Omdat de grond uit strategische overwegingen wordt aangekocht om mogelijke toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken, stellen wij u voor de aankoop in het grondbedrijf te activeren, c.q. het krediet ten laste te brengen van het grondbedrijf. De Portefeuillehouder heeft het voorstel reeds mondeling ingebracht bij de


1127

commissie voor Economische Zaken, Infrastructuur en Middelen d.d. 4 december jl. en zij kon zich met het voorstel verenigen. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 147; besluit: In te stemmen met de aankoop van ca2 ha grond aan het Laantje t.b.v. de aanleg van de ringweg die in de toekomst waarschijnlijk op deze plek wordt aangelegd en waarvoor een krediet benodigd is van € 358.000,-, en daarvoor dit krediet beschikbaar te stellen ten laste van de algemene reserve.

De fractie van de ChristenUnie spreekt er haar verbazing over uit dat de gemeente zich als eerste koper heeft opgeworpen, terwijl een andere geïnteresseerde koper de kwestie eigenlijk in gang heeft gezet, omdat deze moet worden uitgeplaatst. De fractie van de VVD vindt alles overziende het voorstel onverstandig; daaraan voorafgaand merkt zij het volgende op: - het is niet netjes in een voorstel op te nemen dat iemand in financiële moeilijkheden verkeert; - de mogelijke ontwikkelingen die het college ziet, ziet de fractie niet; - de te ontvangen pacht is veel te laag, waardoor de gemeente te veel geld moet bijleggen; verder is het nog maar de vraag hoeveel de grond straks waard is. De fractie van Noordwijk Totaal had bij monde van de heer Heus hetzelfde willen vragen als de fractie van de VVD. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt vast dat eigenlijk de agrarische sector wordt gesubsidieerd; de heer Wiersema biedt daarom graag onder dezelfde voorwaarden zijn huis te koop aan. Bij monde van de heer Elvader spreekt ook de fractie van Noordwijk Totaal haar verbazing uit over de relatief lage pachtprijs; verder vraagt zij of de canon kan worden verhoogd en informeert zij welke garantie er is dat een toekomstige koper de kassen overneemt voor een interessant bedrag. De fractie van het CDA bekruipt het gevoel dat wel erg ver over de horizon heen wordt gekeken; zij vraagt daarom de overwegingen van het

1128


college om deze grond aan te kopen, nader toe te lichten. Wethouder Barnhoorn gaat als volgt op het voorstel in; centraal daarin staat dat sprake is van een vanuit gemeentelijk belang beredeneerde actie zonder risico: - de voorgestelde aankoop is in gang gezet door de huidige eigenaar, die vanwege privé-omstandigheden genoodzaakt is zijn grond incl. opstallen te verkopen, maar die zijn bedrijf wel wil voortzetten; vervolgens is na de nodige gesprekken vastgesteld dat de gemeente niet om de grond zat te springen, maar dat verkoop voor de eigenaar de enige oplossing was; uiteindelijk is daar een aanbieding uitgerold, waar het college geen neen tegen heeft willen zeggen; - de aankoopprijs ligt minstens 20% onder de huidige economische waarde van de grond; verder wordt de hogere prijs die voor de bebouwde grond wordt betaald, afgedekt door het gedurende 10 jaar innen van een pacht; anders gezegd: die pacht compenseert de meerwaarde van bebouwde grond; - voor het college was een komende studie naar de haalbaarheid van een zuidelijke ringweg een doorslaggevende overweging; het college vindt gezien de komende uitbreiding van de Willem van den Bergh en gezien het toenemende verkeer op de Beeklaan, die ringweg van strategisch belang; - het perceel grenst aan de Willem van den Bergh; verder passeren alle varianten voor die zuidelijke ringweg dat perceel, en wordt ervan uitgegaan dat de waardestijging van de grond de renteontwikkeling bijhoudt; in feite hoeft daarom aankoop de gemeente niets te kosten, ook niet wanneer het bedrijf eventueel door iemand anders wordt voortgezet; alleen wanneer de gemeente een beroep doet op het gebruiksrecht, resteert de restwaarde van de opstallen; die opstallen zijn echter van recente datum en verkeren in een zeer goede staat; verder worden zij aangekocht tegen hun huidige boekwaarde en wordt de jaarlijkse afschrijving van 5% voortgezet; - wanneer onverhoopt de ringweg niet doorgaat en wanneer alsnog aanleiding ontstaat de grond te verkopen, dan zal de grond voor minimaal het aankoopbedrag kunnen worden doorverkocht; - de geïnteresseerde koper heeft vermoedelijk niet de volledige waarheid verteld; De gemeente is niet voorbijgegaan aan de verplichting hem in het kader van het Pact van Teylingen uit te plaatsen; wel ontbrak bij een der partijen de wil om met hem zaken te doen; wat hij namelijk wil, wil de verkoper niet; - de persoonlijke noot in de inleiding van het voorstel had niet gemogen;


1129

- het huis van de heer Wiersema is bij deze tegen 20% onder de marktwaarde daarvan verkocht; - agrarische grond mag voor maximaal € 2.000,- per jaar per ha. worden verpacht. Tweede termijn De fractie van Noordwijk Totaal vraagt zich bij monde van de heer Heus alles afgewogen hebbende af of niet alsnog tot uitruil kan worden gekomen; een gezond bedrijf dat moet worden uitgeplaatst, mag h.i. niet het slachtoffer worden van het subsidiëren van een noodlijdend bedrijf. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt alles overziende vast dat de voorgestelde aankoop een flink financieel gat slaat; de onderliggende berekening ziet zij daarom graag nog eens zwart op wit terug. Bij monde van de heer Elvader deelt de fractie van Noordwijk Totaal de vaststelling van de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 dat de grond niet eindeloos in bezit van de gemeente moet blijven; anders legt de gemeente er inderdaad geld op toe. Zij vraagt daarom het college tijdig te gaan bekijken wat er na zes jaar, wanneer de pachtovereenkomst moet worden vernieuwd, met de grond moet gebeuren. De gehanteerde grondprijs vindt zij evenwel redelijk acceptabel. Verder vraagt zij in algemene zin voorstellen als het onderhavige voortaan financieel ruimer te onderbouwen; dat komt h.i. de discussie ten goede. De fractie van het CDA is blij met de grotere duidelijkheid, die is verschaft. Vervolgens veronderstelt zij dat op redelijk korte termijn wordt beoordeeld wat er verder met de grond moet gebeuren, en gaat zij alles overziende akkoord met de h.i. vrij unieke deal, die nu wordt aangegaan; wel moet goed de termijn in de gaten worden gehouden. Verder bepleit zij goed toe te zien op het onderhoud van de opstallen, die in gemeentelijk eigendom overgaan. Wethouder Barnhoorn reageert in tweede termijn als volgt: - de transactie moet nog dit jaar haar beslag krijgen; de raad mag daarom terecht stellen dat hij zich overvallen voelt door dit voorstel; - de verkoper was niet geïnteresseerd in een bemiddelende rol van de gemeente tussen hem en een geïnteresseerde koper; (de fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 blijft van mening dat de gemeente voor zichzelf een fikse verliespost creëert);

1130


- de gemeente verwerft voor 20% onder de marktwaarde daarvan een bezit, dat zichzelf bezien op een termijn vier jaar vanzelf terugverdient; de praktijk leert namelijk dat agrarische grond gemiddeld over de lange termijn in waarde stijgt; - zelfs wanneer de grond de komende jaren maar licht in waarde stijgt, leidt dat niet tot een risico voor de gemeente en kost dat de gemeente geen geld; - voor het college was het belang van de gemeente bepalend; - wanneer na zes jaar blijkt dat aankoop toch een onverstandige beslissing is geweest, dan bedraagt, wanneer de grond niet in waarde stijgt, het risico maximaal 1,5% per jaar; dat risico wordt evenwel op voorhand uitgesloten. Wethouder Duijndam vult daarop aan dat wanneer de pachter tussentijds de pacht opzegt, de gemeente op dat moment over grond beschikt, die voor uitplaatsing van een ander bedrijf kan worden ingezet. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fracties van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66, de ChristenUnie en de VVD worden geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.

14. Fusielening aan de VVV Noordwijk (voorstelnr. 148) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - fusiedocument en bedrijfsdocument VVV Holland Rijnland Inleiding Per 1 januari 2003 fuseren de zes VVV´s in de regio tot VVV Holland Rijnland. Elke gemeente in de regio wordt gevraagd om een fusiebijdrage te verlenen. Noodzaak fusie van de VVV´s in de Duin- en Bollenstreek en Leidse regio De ANVV (Algemene Nederlandse Vereniging voor VVV´s) heeft besloten dat de vele zelfstandige VVV´s dienen te fuseren tot sterke regio-VVV´s. Deze regio-VVV's moeten draagkrachtige organisaties worden met: - een grotere uitstraling; - een krachtiger marketingfunctie; - een efficiëntere inzet van middelen;


-

1131

een hogere kwaliteit van de dienstverlening en een sterkere intermediaire positie voor het bedrijfsleven en de overheid.

De fusiekosten Om te komen tot één regionale VVV moeten er veel aanloopkosten gemaakt worden. De totale fusiekosten bedragen circa € 405.000, waarvan tweemaal € 115.000 voor de opwaardering van de winkels van VVV Noordwijk en VVV Katwijk. De algemene fusiekosten bedragen € 174.800 die weer onder te verdelen zijn in kosten voor computerhardware en software en een callcenter. Een bijdrage aan een nieuwe winkelinrichting is niet iets des gemeentes. Een commerciële investering dient de VVV zelf te financieren. Een nieuwe winkelinrichting is overigens wel hard nodig om meer eigen inkomsten te genereren. De provincie is bereid om een derde deel van de algemene fusiekosten à € 174.800 te financieren, tenminste wanneer de zes VVV-gemeenten binnen de SDB en SLR regio ook een bijdrage leveren. De provincie heeft eveneens de 10 niet-VVVgemeenten daarvoor benaderd. Door de bijdragen van de zestien gemeenten hoopt de VVV Holland Rijnland sterker te staan door structureel meer eigen inkomsten te genereren. Ook verwacht VVV Holland Rijnland meer toeristisch-recreatieve bedrijven aan zich te binden, met name uit de gemeenten die nog geen VVV-kantoor of informatiebalie hebben. Fusiekosten totaal Provincie 33%

174.800 58.267 ----------Restant 116.533 waarvan 2/3 van € 23.172,- ( aanpassing hardware) zijnde € 15.433,- voor rekening van de VVV-gemeenten. Resteert derhalve 116.533 - 15.433 = 101.100 te verdelen over de 6 gemeenten. De verdeelsleutel per gemeente is bepaald op het aantal fte´s per vestiging, Noordwijk wordt gevraagd om 40,5 % van de resterende fusiekosten af te dragen.

1132


algemeen toegezegd Noordwijk (40,5% v.101.100) Leiden (31,3) Lisse (8,9) Katwijk (13,3) Noordwijkerhout (3) Warmond (3) Totaal

31.644 8.998 13.446 3.033 3.033 -----------101.100

hardware totalen 40.946 3.027 4.993 1.210 1.210 ----------15.433

4.993 31.627 12.019 18.432 4.241 4.241 -----------116.533

reeds 45.917 31.627 12.019 18.432 4241 4241 ---------

-

Samenvattend Voorgesteld wordt: Een renteloze lening te verstrekken aan VVV Noordwijk voor de fusiekosten voor een bedrag van € 45.915, terug te betalen door inhouding van het bedrag op de subsidie voor de jaren 2004 – 2006. Financiële consequenties Het bedrag van €45.915, dat als renteloze lening wordt verstrekt, dient over een termijn van 3 jaar te worden terugbetaald door inhouding op het jaarlijkse subsidiebedrag (m.i.v. 2004). Dit betekent voor de jaren 2004 – 2006 een bedrag van € 15.305. Voor de gemeente betekent dit een extra rentelast van € 2.295 in 2003, teruglopend tot een bedrag van € 765 in 2006. Deze rentelast dient te worden gedekt uit de post voor onvoorziene uitgaven. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 148; besluit: Instemmen met de verstrekking van een renteloze lening aan VVV Noordwijk voor de fusiekosten voor een bedrag van € 45.915, terug te betalen door inhouding van het bedrag op de subsidie voor de jaren 2004 – 2006

De fractie van de ChristenUnie vraagt, indachtig het debacle rondom het Straattheaterfestival, waarom de ANVV geen lening verstrekt. Verder wil zij graag weten of de VVV ondanks de lagere subsidie de komende jaren in staat is de lening terug te betalen, welk resultaat de VVV over 2001 heeft behaald en of de Jaarrekening reeds beschikbaar is. De fractie van het CDA, voor wie de fusie door moet gaan, wil dat ergens wordt vastgelegd of dat goed wordt gecontroleerd dat de nu door de VVV Noordwijk te leveren inspanning gestand wordt gedaan; anders gezegd,


1133

het bredere gebeuren mag niet ten koste van de VVV Noordwijk gaan. Wethouder Van Duin antwoordt als volgt: - de ANVV is vooral een faciliterende organisatie, die over weinig eigen middelen beschikt; verder financiert deze geen VVV’s; gelukkig neemt wel de provincie haar verantwoordelijkheid, wat een aantal gemeenten over de streep heeft getrokken; - een lening was gezien het aandeel dat de gemeente reeds heeft in de VVV Noordwijk, voor het college de enig denkbare oplossing; - de Jaarrekening is inmiddels beschikbaar; deze wordt, samen met de voortgang van het fusieproces, in commissieverband tegen het licht gehouden; - Noordwijk en Leiden bekleden de voornaamste posities binnen de gefuseerde organisatie; wellicht is het goed beide betrokken directeuren uit te nodigen voor een nadere toelichting in commissieverband; er moet niet de indruk ontstaan dat door een lening toe te kennen, het fusiebesluit erdoorheen wordt gejaagd; het is belangrijk de vinger aan de pols te houden. Tweede termijn De fractie van de ChristenUnie betwijfelt gezien de begrotingen voor de komende jaren of de lening terugbetaald kan worden. Kloppen die begrotingen of spreekt wethouder Van Duin niet de waarheid? Wethouder Van Duin wijst op de Meerjarenbegroting voor de gefuseerde VVV Holland-Rijnland, waarin wordt aangegeven hoe de fusiekosten worden terugverdiend; verder gaf juist deze Begroting het college aanleiding geen schenking te verstrekken, maar een lening, die in mindering wordt gebracht op de te verstrekken subsidie. Het college houdt in elk geval de vinger aan de pols. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fractie van de ChristenUnie wordt geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.


1134

15. Beschikbaarstelling van kredieten en exploitatie-uitgaven tbv het

integrale parkeerbeleid Noordwijk aan Zee (voorstelnr. 149) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - Integraal parkeerbeleid In de raadsvergadering van 29 oktober 2002 is de raad akkoord gegaan met het integraal parkeerbeleid Noordwijk aan Zee. Nu moeten, ter uitvoering van het parkeerbeleid, de nodige kredieten beschikbaar gesteld worden en de benodigde bedragen ter begroting gebracht worden. Het behelst de navolgende kredieten en bedragen die in de parkeernota van oktober 2002 vermeld staan: Kredieten lasten 2003 lasten 2004 een krediet van € 15.000 voor de inrichting van € 1.500 het parkeerservicebureau, af te schrijven in 5 jaar., € 3.750 een krediet van € 10.000 voor de aanschaf van

-

de benodigde hard- en software, af te schrijven € 1.250 in 4 jaar, € 257.000 voor de aanschaf van een krediet van € 16.063 parkeerautomaten, af te schrijven in 8 jaar, een krediet van € 140.000 voor het realiseren

van een parkeer verwijssysteem, af te schrijven in 8 jaar, een krediet van € 20.000 voor infrastructurele maatregelen en verkeersborden, af te schrijven in 10 jaar, een krediet van € 20.000 voor de aanschaf van 4 handcomputers, af te schrijven in 4 jaar; een krediet van € 50.000 voor parkeerautomaten en infrastructurele aanpassingen van 3 parkeerterreinen, af te schrijven in 8 jaar; exploitatie uitgaven: Salariskosten bezetting parkeerservicebureau huurlasten inclusief G.W.E van het parkeerservicebureau kosten parkeervergunningen onderhoudskosten kosten leeghalen parkeerautomaten extra benodigdheden parkeercontroleur, folders e.d. totaal

€ 3.000 € 45.000

€ 8.750

€ 24.500

€ 1.000

€ 3.000

€ 2.500

€ 6.000

€ 3.125

€ 8.750

€ 70.000

€ 70.000

€ € € €

€ € € €

10.000 5.000 5.000 15.000

€ 10.000 € 149.188

10.000 5.000 5.000 15.000

€ 10.000 € 209.000


1135

In de parkeernota is voor het leasen van de parkeerautomaten een bedrag opgenomen van € 45.000,--. Het ziet er echter naar uit dat de aanschaf van de parkeerautomaten een betere optie is. Vandaar dat het bedrag ad € 45.000,-omgezet is in een krediet van 257.000,-- ter dekking van de aanschafkosten van de parkeerautomaten. Dit vraagt om een nadere toelichting daar in de nota integraal parkeerbeleid Noordwijk aan Zee een bedrag ad € 140.000,-- wordt genoemd voor de aanschaf van 20 parkeerautomaten. Door een hoger krediet op te nemen wordt een flexibele keuze in de aanschaf van alle benodigdheden inclusief software mogelijk. Zo denken wij aan een non-stop computermonitoring die een volledig overzicht biedt van de parkeerautomaten op elk moment. Geïntegreerde alarmsystemen waarschuwen bij elke fout of fraude en dankzij de statusmeldingen van elke automaat kunnen de benodigde onderhoudswerkzaamheden optimaal gepland worden. Op een computerscherm kan direct afgelezen worden welke automaat in storing is. Een snelle reactie vermindert de storingstijden en maximaliseren de potentiële inkomsten. De gemeente krijgt de beschikking over financiële en statistische beheersgegevens die de gerichte bijstelling van beleid vergemakkelijken. Het wordt mogelijk de kosten te verminderen en de inkomsten te verhogen door het beleid te baseren op precieze gegevens. Bovendien zal de kwaliteit van de geleverde diensten verbeterd worden. Vanuit de heroriëntatie bestaand beleid is recent een taakstelling neergelegd om een meeropbrengst te realiseren van € 100.000,--. Wij zijn van mening dat deze taakstelling voor een gedeelte gehaald kan worden door een efficiënter beheer, dat mogelijk is door de parkeerautomaten te voorzien van bepaalde modules. Uiteraard wordt extra aandacht besteed aan aspecten als duurzaamheid etc. gezien de ligging aan zee, waardoor een flexibele keuze in de aanschaf van alle benodigdheden inclusief software mogelijk is. Tegenover de totale lasten voor het eerste jaar (2003) ad 149.188 kan een gelijk bedrag aan extra inkomsten in verband met de gebiedsuitbreiding geplaatst worden. In de parkeernota zijn de totale lasten op jaarbasis berekend op € 209.000,-- maar in het jaar waarin de investering gepleegd wordt, wordt conform het gehanteerde beleid gerekend met een half jaar afschrijving en geen rentelasten. Voor 2004 en volgende jaren moet in de begroting wel rekening gehouden worden met de totale lasten en het op jaarbasis geraamde bedrag aan meeropbrengsten. Voor 2003 is voorzichtigheidshalve rekening gehouden met een bedrag aan meerinkomsten van € 149.188,-- omdat de uitbreiding van het betaald parkeren in Noordwijk aan Zee pas in mei 2003 ingevoerd zal zijn. Deze voorzichtigheid is ook geboden omdat voor 2003 vanuit de heroriëntatie bestaand beleid een taakstelling neergelegd is om een meeropbrengst te realiseren van € 100.000,-In verband met de voortgang van het project is het noodzakelijk dat de projectleider bij de uitvoering de mogelijkheid heeft om waar nodig te schuiven tussen kredieten en exploitatie uitgaven met de restrictie dat in totaliteit binnen de beschikbare kosten inclusief de kapitaallasten van het project gebleven wordt of


1136

wel voor 2003 binnen het bedrag ad € 149.188,-- en voor de jaren daarna binnen het bedrag ad € 209.000. Het totale bedrag aan exploitatielasten wordt hiermee als het projectbudget aangemerkt voor het integraal parkeerbeleid. De commissie voor Economische Zaken, Infrastructuur en Middelen kan zich met het voorstel “beschikbaarstellen kredieten en overige bedragen ter uitvoering van het integraal parkeerbeleid Noordwijk aan Zee” verenigen. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 149; besluit: a.

De navolgende kredieten en overige exploitatie-uitgaven beschikbaar te stellen voor het integraal parkeerbeleid en op te nemen in de begroting 2003 van de algemene dienst.

Kredieten een krediet van € 15.000 voor de inrichting van het parkeerservicebureau, af te schrijven in 5 jaar., een krediet van € 10.000 voor de aanschaf van de benodigde hard- en -

software, af te schrijven in 4 jaar, een krediet van € 257.000 voor de aanschaf van parkeerautomaten, af te schrijven in 8 jaar, een krediet van € 140.000 voor het realiseren van een parkeer verwijssysteem, af te schrijven in 8 jaar, een krediet van € 20.000 voor infrastructurele maatregelen en verkeersborden, af te schrijven in 10 jaar, een krediet van € 20.000 voor de aanschaf van 4 handcomputers, af te schrijven in 4 jaar; een krediet van € 50.000 voor parkeerautomaten en infrastructurele aanpassingen van 3 parkeerterreinen, af te schrijven in 8 jaar;

exploitatie uitgaven: Salariskosten bezetting parkeerservicebureau huurlasten inclusief G.W.E van het parkeerservicebureau kosten parkeervergunningen onderhoudskosten kosten leeghalen parkeerautomaten extra benodigdheden parkeercontroleur, folders e.d. b.

€ € € € € €

70.000 10.000 5.000 5.000 15.000 10.000

In de dekking van de totale uitgaven te voorzien door tegenover de totale lasten voor het eerste jaar (2003) ad 149.188 een gelijk bedrag aan extra inkomsten in verband met de gebiedsuitbreiding te plaatsen.


c.

1137

Het totale bedrag aan exploitatie-uitgaven inclusief kapitaallasten dat geraamd wordt in de begroting 2003 en in de begrotingen in de jaren daarna aan te merken als projectbudget hetgeen betekent dat tussen de uitgaven onderling geschoven kan worden mits het projectbudget niet overschreden wordt.

De fractie van de VVD steunt het voorstel; zij stelt alleen vast dat de gebieden waar met een parkeervergunning mag worden geparkeerd, aanzienlijk kleiner zijn geworden. De fractie van de ChristenUnie vindt, omdat de parkeerautomaten worden aangeschaft, de onderhoudskosten erg laag begroot. De fractie van Noordwijk Totaal stemt in met het voorstel. Wethouder Barnhoorn is blij met de steun aan het voorstel vanuit de raad en vat deze vooral op als dank in de richting van de projectleider. Vervolgens licht de fractie van Noordwijk Totaal naar de fractie van de ChristenUnie toe hoe de aanschaf van parkeerautomaten financieel is verwerkt. Tweede termijn De fractie van de ChristenUnie wijst op het belang om zaken zuiver te blijven benoemen; anders rijzen er onvermijdelijk vragen. Wethouder Barnhoorn zegt een nadere beantwoording eerstkomende commissievergadering EZIM toe.

tijdens

Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist.

16. Badplaatsontwikkeling (voorstelnr. 150) Bijgaande stukken: - geen Ter inzage gelegde stukken: - geen 1.

vooraf

de

1138


Op initiatief en in opdracht van Van de Putte cs is door de combinatie Krier/ARCAS een masterplan opgesteld en naar buiten gebracht. Om dit initiatief te kunnen plaatsen en te bepalen of en hoe er een vervolg wordt gegeven aan deze mogelijke planvorming is besluitvorming in de raad noodzakelijk. De onderhavige notitie beoogt daarvoor de relevante elementen aan te dragen. De inhoud van het eerder uitgereikte en extern opgestelde document is verwerkt in deze notitie. de besloten raadsvergadering van 21 november Aan de hand van een uitgebreide presentatie van de analyse van het Masterplan (inhoudelijk, organisatorisch en bestuursrechtelijk) heeft de raad in een besloten bijeenkomst een discussie gevoerd over het karakter van het plan, de positie van de initiatiefnemer, het gemeentelijk beleid en de te volgen werkwijze. Bij dat laatste vormt het nog te voeren debat met de Noordwijkse bevolking een belangrijk punt. Er is onder meer vastgesteld dat het Masterplan voor belangrijke delen lijkt te passen binnen reeds door de gemeente geformuleerd ruimtelijk beleid en dat er binnen de Noordwijkse gemeenschap een positieve ontvangst was van de plannen. Wat de werkelijke mening van de Noordwijkers is, moet overigens nog blijken in door de gemeente te organiseren inspraak over het gepresenteerde Materplan. Zoals toegelicht wordt er met de initiatiefnemer op dit moment gesproken over een te sluiten intentieovereenkomst. Daarin wordt een onderzoeksfase gedefinieerd waarin helder moet worden of en op welke wijze met deze partij tot uitvoerbare plannen kan worden gekomen binnen door de gemeente te stellen randvoorwaarden. raadsvergadering 17 december Na eerdere behandelingen in de diverse raadscommissies vormt raadsvergadering het eerste openbare debat over de gepresenteerde plannen.

deze

Het voorstel van het college is om nu tot een eerste ‘’voorlopig politiek oordeel’’ te komen (mede) in relatie tot eerder door de gemeente geformuleerde beleid. Voorts is de werkwijze aan de orde en in samenhang daarmee de organisatie van het maatschappelijke overleg. De nu gepresenteerde voorstellen raken tenslotte op diverse manieren de belangen van de Noordwijkers. Uitvoering van bepaalde delen zou ingrijpende consequenties voor betrokkenen kunnen hebben. Ten behoeve van het debat op 17 december worden in deze notitie enkele belangrijke thema’s behandeld: -

eerste conclusies verdere werkwijze overleg en inspraak


2.

1139

eerste conclusies (beslispunt 1)

In de eerdere gemeentelijke beleidsstukken werd de bestaande situatie als uitgangspunt geaccepteerd en werd slechts de vrije ruimte transformeerbaar geacht. Dat leidde tot een herprofileringvoorstel voor De Grent, de Hoofdstraat en de Kon. Wilhelmina Boulevard. Nieuwe bebouwing werd mogelijk geacht op het Vuurtorenplein, het Jan Kroonsplein en aan de Maarten Kruytstraat. Op het Palaceplein werd uitgegaan van het eerder door Van de Putte ingediende bouwplan. De nu gepresenteerde visie daagt uit verder te gaan. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen de ambitie (ondergronds bouwen in de zeereep, verdubbelen van het toeristisch gebied, de integrale aanpak, groot bouwprogramma) en de uitwerking naar vorm (historiserend). Met andere woorden, men kan het eens zijn met de ambitie en niet met de vorm en andersom. Het Masterplan Krier/ARCAS is in te delen naar uitgangspunten over sfeer en ambitie, bebouwingsvoorstellen en architectuur, alsmede plangebieden en studiegebieden. In de onderzoeksfase (dus na het tekenen van een intentie overeenkomst) zullen de programma’s van de deelgebieden worden vastgesteld en de financiële randvoorwaarden worden uitgewerkt. Voor de studiegebieden zullen dan de gemeentelijke beleidsuitgangspunten worden bepaald en indien aan de orde, ontwikkelingsstrategieën opgesteld. Deze plannen zijn op dit moment nog niet van dien aard dat enige vorm van inhoudelijke besluitvorming kan of zou moeten worden voorbereid (beslispunt 1). Uit door het College gevoerde besprekingen met hogere overheden als het Hoogheemraadschap, Rijk en Provincie wordt duidelijk dat slechts bij een integrale aanpak van de badplaats in relatie tot de kustverdediging er sprake kan zijn van het meedenken over oplossingen voor het ondergronds parkeren. Dat laatste is nodig om tot een reëel bouwprogramma voor het Vuurtorenplein en het Palaceplein te komen. Strikt genomen loopt de zone waarbinnen, zonder zwaarwichtige argumenten, ondergronds bouwen niet zal worden toegestaan tot over de landszijde van de Parallel Boulevard. 3.

verdere werkwijze (beslispunt 2)

Er zijn drie hoofdonderwerpen van nadere studie en overleg te onderkennen. In de eerste plaats de relatie badplaatsontwikkeling en de beperkingen die de zeewering daaraan oplegt. Voorts het vraagstuk hoe om te gaan met het gepresenteerde Masterplan en dan met name de rol en positie van de mogelijke gebiedsontwikkelaar. Naast deze randvoorwaarden gaat het natuurlijk ook om de uiteindelijke inhoud van de planvorming. Om tot draagvlak bij de hogere overheden voor een structurele oplossing van het parkeren en het toevoegen van bebouwing op cruciale plaatsen aan de boulevard

1140


te komen is een ambitieuze en daarmee samenhangende integrale aanpak van de Badplaats noodzakelijk. Zonder deze visie zal men, zoals reeds is gebleken bij de incidentele projecten, geen medewerking verlenen. De integrale aanpak heeft betrekking op de visie als kwaliteitsbadplaats waarbij de potenties verder worden benut in combinatie met een verbetering van de kustveiligheid. In dat kader is er ruimte om te overleggen over een damwandconstructie van het Vuurtorenplein tot en met het Palaceplein met daarachter (onder de Kon. Wilh. Boulevard) een ondergrondse parkeervoorziening. Zo ontstaat in het duinmassief tevens een gesloten, harde waterkering. Er zijn twee redenen om in deze ontwikkeling samen op te trekken met Van de Putte cs. In de eerste plaats is hij via de Muntendamsche Investeringsmaatschappij initiatiefnemer geweest en heeft zo een belangrijke bijdrage geleverd in de visieontwikkeling op onze badplaats. Daarnaast heeft de vennootschap bezit op belangrijke locaties binnen het plangebied. Alvorens tot uitvoering te kunnen komen is eerst een onderzoeksfase gedefinieerd waarin de haalbaarheid wordt getoetst en de mogelijke samenwerking wordt vormgegeven. Voor deze onderzoeksfase moet uiteraard e.e.a. geregeld en vastgelegd worden. Dat gebeurt in een zogeheten intentieovereenkomst. De eerste stap vormt het vastleggen van de hoofdlijnen. Deze uitgangspunten hebben betrekking op het definiëren van het plangebied waarvoor een grondexploitatie zal worden opgesteld, het aangeven van externe kosten en de te onderscheiden deelgebieden met een fasering in de uitvoering. Bij de externe kosten gaat het zowel om de fysieke aanpassingen die buiten het plangebied noodzakelijk zijn als de advies-, begeleidings- en promotiekosten. In alle tot op heden gevoerde gesprekken met de initiatiefnemer is het uitgangspunt geweest dat dit project geen gemeenschapsgeld mag/kan kosten. Voorts dienen er gezien de aard en de omvang van de badplaatsontwikkeling kwaliteitseisen aan de gebiedsontwikkelaar gesteld te worden. De uitgangspunten moeten worden vastgelegd in een te sluiten intentieovereenkomst. 3.1 planinhoudelijk Na deze eerste onderzoeksfase kan het eigenlijke inhoudelijke werk starten. De overall visie wordt verder stedenbouwkundig uitgewerkt en leidt per deelgebied tot een bebouwingsstructuur, een bouwprogramma, een maaiveldontwerp, een regeling van verantwoordelijkheden, een deel -grondexploitatie en een uitvoeringsschema. Het huidige Masterplan bevat overigens al veel van dergelijke bebouwingsvoorstellen, ze zijn echter nog niet getoetst op haalbaarheid. Om de integraliteit te waarborgen wordt de samenhang in ruimtelijke structuur vastgelegd in één of meer bestemmingsplannen zoals bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Daarnaast wordt een welstandsverordening opgesteld (art.


1141

12 Woningwet) om richting te kunnen geven aan de architectonische uitwerkingen. Bovendien wordt een raamovereenkomst gesloten met de initiatiefnemer en/of gebiedsontwikkelaar die een ruimtelijke, financiële en organisatorische relatie legt tussen de diverse deelgebieden. Bij de uitvoering zullen grondtransacties, bouwplanprocedures en verkeersbesluiten aan de orde zijn. Ten behoeve van een ordelijk parkeerregime zullen beheersovereenkomsten moeten worden gesloten. Dat geldt eveneens voor de gronden die in erfpacht worden uitgegeven voor de bouw en exploitatie van ondergrondse garages in het openbare gebied. In de toelichting is reeds naar voren gekomen dat andere partijen dan de initiatiefnemer/ontwikkelaar baat kunnen hebben bij de voorgestelde herontwikkelingen, terwijl voor anderen wellicht planschade aan de orde is. Het verleggen van planschade naar een marktpartij is blijkens recente jurisprudentie niet eenvoudig, terwijl een baatbelasting in dit soort situaties nog een relatief onontgonnen terrein is. Nadere analyse is voorafgaand aan het opstellen van een bestemmingsplan noodzakelijk. 3.2 bestuurlijk en organisatorisch Het initiatief en de verantwoordelijkheid voor het gepresenteerde Masterplan ligt tot op heden bij Van de Putte/De Muntendamse Investeringen Maatschappij. De gemeente Noordwijk is verantwoordelijk voor het ruimtelijk beleid binnen haar grenzen en de kustverdediging is een taak van het Hoogheemraadschap. Dat houdt in dat de overheid kaders zal moeten stellen. Deze kaders zijn enerzijds voorwaardenscheppend en anderzijds controlerend; zij komen binnen de daarvoor geldende regels en wetgeving tot stand. Er zijn twee samenhangende redenen om haast te maken met de positiebepaling van de gemeente en de concretisering van de voorstellen. In de eerste plaats omdat er nu een gerede kans lijkt te zijn dat de twee “rotte plekken” aan de boulevard hoogwaardig kunnen worden ingevuld en er zicht is op een verdere kwaliteitsimpuls. Voorts, en uit politiek oogpunt nog belangrijker, is de publieke opinie zodanig gemobiliseerd dat er zonder een duidelijke lijn op korte termijn verwarring over de inzet van de gemeente zou kunnen gaan ontstaan. Omdat er nog geen uitvoerbaar plan is moeten eerst de kaders op hoofdlijnen bepaald worden. Deze zijn (in het belang van de gemeente): waarborgen integraliteit dekking voorbereidingskosten inbreng gemeentegronden geen bijdrage gemeente in onrendabele kosten een partij met voldoende deskundigheid, capaciteit, continuïteit inhoud en draagkracht (de kost gaat voor de baat uit) alle aandacht op het plangebied (aankopen elders leiden nu al tot onrust)


1142

In de fase van de totstandkoming van de intentieovereenkomst zal blijken of de ambitie van het Masterplan en de mondelinge toezeggingen door Van de Putte waargemaakt gaan worden en de “droom” gerealiseerd kan worden. Daarna volgen uitwerkingen en nieuwe raadsbesluiten. Per fase kan zo getoetst en gecorrigeerd worden en indien nodig afscheid worden genomen van de initiatiefnemer of (delen van) het project. Na het sluiten van de intentieovereenkomst volgt een werkfase van maximaal een jaar waarin het Masterplan verder zal worden uitgewerkt in diverse planproducten. Daarvoor zal een projectstructuur worden opgetuigd met diverse werkgroepen en een aansturing door middel van een stuurgroep met daarin het College vertegenwoordigt, bestuurders van de ingeschakelde marktpartijen en het Hoogheemraadschap. De communicatie en inspraak dient op een hoog niveau georganiseerd te zijn. Omdat er meerdere belanghebbenden zijn, is het nuttig tevens een begeleidingsgroep in te stellen met daarin in ieder geval vertegenwoordigd de horecaondernemers, de bewonersorganisaties, het NOV en de winkeliersvereniging Hoofdstraat. Het Hoogheemraadschap is ook vertegenwoordigd in de technische werkgroep. 3.3 projectstructuur Zoals in deze notitie reeds is vastgesteld kan zonder nadere studie en uitwerking, over het masterplan Krier/ARCAS geen besluitvorming door de raad plaats vinden. De eerste vraag die aan de orde komt is of de voorgestelde sfeer (schaal en vormgeving) en integraliteit wenselijk wordt geacht voor de badplaats Noordwijk. Vervolgens moet blijken of met de initiatiefnemer zodanig afspraken zijn te maken dat een langdurige uitvoering tot het gewenste resultaat zal leiden. Voor deze onderzoeksfase geldt de op te stellen intentieovereenkomst als afronding. B&W

05

raad stuurgroep

projectgroep werkgroep econ.

raadscie

begeleidingsgroep communicatie

kaders horen

planteam 1 planteam 2 planteam x

producten

besluitvorming


1143

werkgroep civiel Het werkplan komt in de in te stellen raadscommissie badplaatsontwikkeling aan de orde en via deze reeds in het gemeentelijk Masterplan aangekondigd raadscommissie wordt de verdere besluitvorming over de producten uit het werkplan voorbereid. 3.4. plan- en studiegebieden Binnen de voorgestelde badplaatsontwikkeling zijn plangebieden en studiegebieden te onderkennen. Het onderscheid wordt bepaald door de mate waarin de gebieden beschikbaar zijn voor (her)ontwikkeling en de planhorizon. Met andere woorden is er concrete planvorming op korte termijn mogelijk of gaat het er om in kaart te brengen welke uitgangspunten voor een gebied gaan gelden waarbinnen op termijn beleid zal worden ontwikkeld. De plangebieden/projecten zijn: a. b. c. d. e. f.

Maarten Kruytstraat e.o. Kon. Wilh. Boulevard Jan Kroonsplein e.o. Hotels van Oranje (MOBO) Vuurtorenplein/Singerterrein Wantveld

De herinrichting van het openbare gebied binnen deze deelprojecten maakt onderdeel uit van de planvorming. De Parallelboulevard verbindt enkele deelgebieden en zal uiteraard een samenhangend maaiveldontwerp moeten krijgen. Daarnaast vormt het tevens een studiegebied vanwege de voorgestelde herontwikkeling tot verblijfsgebied met commerciële functies. De studiegebieden zijn: a. de kustverdediging b. woongebied Zeereep/Bosweg c. Noordduinen d. Golf en Boschflats e. “koppen” Wantveld f. de Grent g. Parallel Boulevard Er zijn uiteraard ook enkele lopende projecten te benoemen en voor de Maarten Kruytstraat is er reeds door een andere partij een serieuze aanbieding gedaan. Hotels van Oranje is zelf met planvorming bezig en voor de Esplanade, het Haakterrein, de firma Duin en de Opelgarage Huis ter Duinstraat zijn er concrete

1144


bouwaanvragen ingediend. Naast de hier genoemde territoriale indeling zijn er nog enkele thema’s te onderkennen die nadere aandacht verdienen: badplaatsontwikkeling, ontsluiting en uitstraling. 4.

overleg en inspraak (beslispunt 3)

Constateringen: - De mening van de bevolking en andere belanghebbenden over het Masterplan Krier/ARCAS is nog niet op een formele wijze gehoord. - In dit stadium lenen de voorstellen zich niet voor een verder niet gestructureerde inspraakavond/hoorzitting. Er zijn in het Masterplan Krier/ARCAS te veel open einden waardoor de neiging zal bestaan slechts in te gaan op een aantal concrete voorstellen uit het Masterplan waardoor naar verwachting voor- en tegenstanders zich separaat zullen organiseren om voor hun belangen op te komen nog voordat de mogelijke waarden en risico´s van het integrale masterplan voor zowel wonen, werken en recreëren (inclusief de toeristische) in beeld zijn gebracht. Een dergelijke reactie is begrijpelijk en legitiem maar het zijn over het algemeen geen vruchtbare bijeenkomsten en dat zou ook geen recht doen aan de visionaire aspecten van het Masterplan. Aan het Masterplan zijn thema’s te ontlenen die voor een deel ook reeds aangestipt werden in gemeentelijke beleidsdocumenten en die op dit moment de kernvragen vormen voor de positiebepaling van de gemeente. De in de plannen opgenomen (steden-)bouwkundige uitwerkingen zijn strikt genomen punten van latere zorg. Dat neemt overigens niet weg dat meningsvorming daarover nuttig is bij het oordeel over het Masterplan Krier/ARCAS. Het is te overwegen een eerste hoorzitting te organiseren waarop ingegaan kan worden op de visie over de badplaats. De onderwerpen zijn dan: - het peilen van de meningen over de door Krier / Arcas geschetste sfeer - het kiezen voor een integrale aanpak - de noodzaak van een gemeenschappelijke badplaatsmarketing (ontwikkeling van een toeristisch / economische structuur) - positie in de regio; onderscheidend ten opzichte van andere badplaatsen - prioritering in de aanpak van de 7 gedefinieerde plangebieden - parkeren onder de boulevard en de pleinen - wat betekent het masterplan voor het verblijven, werken en recreëren in Noordwijk In vervolgbijeenkomsten kunnen de diverse deelgebieden en studiegebieden behandeld worden. Dan gaat het minder om visie, maar vooral om zicht te krijgen op de diverse belangen in en meningen over de verschillende gebieden. Het


1145

voorstel is de tweede avond te organiseren over de paragraaf 3.4 genoemde plangebieden en een derde avond over de studiegebieden. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 150; besluit: • • •

dat het thans voorliggende masterplan zich als zodanig niet leent tot inhoudelijke besluiten, de door het college geschetste, procedurele aanpak dient te worden gevolgd en de burgerij dient te worden gehoord over de in de nota genoemde onderwerpen

Vooraf leidt wethouder Barnhoorn het agendapunt als volgt in: - bewust is een onderscheid gemaakt tussen plangebieden, studiegebieden (waar planontwikkeling afhankelijk is van medewerking van derden en die een geheel ander procedureverloop kennen) en openbare voorzieningen; - inhoudelijke besluitvorming is pas mogelijk nadat het Masterplan inhoudelijk is getoetst; toetsing heeft nog niet kunnen gebeuren; - op dit moment wordt gewerkt aan een intentieovereenkomst, in het kader waarvan op basis van het uitgangspunt dat geen verplichting wordt aangegaan het Masterplan ook daadwerkelijk te realiseren, de voorwaarden voor verdere studies en voor het verdere procesverloop worden geformuleerd; vervolgens wordt een raamovereenkomst afgesloten; de voorbereiding van de intentieovereenkomst vergt echter meer tijd; daarom vraagt het college een extra periode van een maand; - de vaststelling door de advocaat namens de gemeente dat op het punt van de intentieovereenkomst nog weinig voortgang is gemaakt, en de reactie daarop van de tegenpartij doorkruisen echter het voorgenomen procedureverloop; alles overziende ontstaat het beeld van moeizaam overleg, wat vervolgens het college aanleiding heeft gegeven voor te stellen om beslispunt 3 voorlopig aan te houden. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 spreekt zich in algemene zin als volgt over de toekomstige badplaatsontwikkeling uit: - de planvorming tot dusverre is ongelukkig verlopen; pas vanavond wordt voor het eerst in de openbaarheid, maar na 24.00h hierover gesproken; - de badplaatsontwikkeling moet integraal worden aangepakt en vanuit het openbare gebied gestalte krijgen; vervolgens moeten dan particuliere

1146


grondbezitters daarop aansluiten; het eerder doorlopen proces is echter op deze punten niet goed verlopen; de integraliteit ging al gauw verloren en uiteindelijk resteerden twee deelprojecten; - de huidige initiatiefnemer verdient daarom een groot compliment door voor een groot gebied een integraal plan te laten ontwikkelen en in beelden te laten uitwerken; verder was de wijze van presenteren zeer professioneel; - op diverse punten verdient de gepresenteerde visie niets dan lof; belangrijk is echter te onderzoeken of die visie ook daadwerkelijk weerspiegelt wat Noordwijk wil; er zijn nu eenmaal meer wegen, die naar Rome leiden; - inhoudelijke besluitvorming is op dit moment onmogelijk; de vraag blijft of Noordwijk wat wordt voorgesteld, ook daadwerkelijk wil; moet misschien het volkshuisvestingsaspect meer aandacht krijgen? Er moet kortom gedegen naar andere mogelijkheden worden gekeken; wellicht blijkt dan dat er andere accenten moeten worden gelegd; er moet nooit worden vergeten dat wanneer ja tegen het Masterplan wordt gezegd, dit voor de eerstkomende 100 jaar het beeld van Noordwijk bepaalt; alle mogelijkheden moeten daarom op hun merites worden onderzocht; - procesmatig bezien wil de fractie dat de gemeente zaken doet met een partij, die op basis van referenties kan aantonen financieel en ontwikkelingstechnisch een dergelijk project aan te kunnen, en kan bewijzen het publieke belang te hebben laten meewegen bij de planontwikkeling; zo zou gedacht kunnen worden aan herstel van de samenwerking met Amstelland; het belang van Noordwijk vraagt het project samen met een gerenommeerde partij te ontwikkelen en vervolgens als grondpartij bij de verdere realisering betrokken te blijven; is de Muntendamsche Investeringsmaatschappij daartoe niet bereid, dan houdt het voor de fractie op, wat zij zeer zou betreuren; - er moeten met een gerenommeerde partij spijkerharde en juridisch waterdichte afspraken worden gemaakt; in dit licht is de fractie het er daarom mee oneens met voornoemde investeringsmaatschappij een intentieovereenkomst af te sluiten; - het is van groot belang de bevolking bij de planontwikkeling te betrekken; een inspraakavond is evenwel een te gemakkelijke oplossing; het verdient aanbeveling per deelgebied een professionele inspraakbegeleider in te huren; verder moet belanghebbenden voor ogen worden gehouden dat deze vrijblijvend aan discussies deelnemen en het proces op elk moment kunnen verlaten; - er moet kortom met een gekwalificeerde ontwikkelaar tot zaken worden gekomen; vervolgens moet worden nagegaan in hoeverre de


1147

gepresenteerde visie aansluit bij wat Noordwijk de komende 100 jaar voor ogen staat, en moet mbv een professionele inspraakbegeleider de bevolking bij het proces worden betrokken. De fractie van de VVD stelt vast dat er nog veel te bespreken is en dat er nog over vele zaken besluiten moeten worden genomen; alleen kan over zo’n belangrijk onderwerp niet na middernacht en zonder voorafgaand fractieoverleg worden gesproken. Besluitvorming vanavond is daarom onmogelijk. De fractie van de ChristenUnie sluit zich hierbij aan; ook zij wil vanavond geen besluit nemen. Verder informeert zij welke kosten er tot dusverre zijn gemaakt of nog gemaakt gaan worden, en laat zij weten zo nodig via een motie te vragen om een maandelijks overzicht van gemaakte kosten en om een aanduiding welke kosten de andere partij voor zijn rekening wil nemen. Het is belangrijk op dit punt de vinger goed aan de pols te houden. Nadat zij heeft aangegeven dat gezien de laatste reactie van de Muntendamsche Investeringsmaatschappij het agendapunt eigenlijk had moeten worden teruggenomen, en dat afspraken moeten worden gemaakt over hoe om te gaan met wat in beslotenheid is besproken, brengt de fractie van Noordwijk Totaal het volgende naar voren: - het Masterplan moet positief tegemoet worden getreden; het biedt namelijk uitstekende mogelijkheden het aanzien van Noordwijk als badplaats te verbeteren; er is echter nog een lange weg te gaan; - in de geschetste vervolgstappen kan de fractie zich vinden; wel moet de communicatie met de bewoners en met hen, die binnen het plangebied woonachtig zijn, veel aandacht krijgen; juist zij moeten daarom gedurende het gehele proces geïnformeerd blijven van de juiste feiten; verder moet goed worden nagegaan hoe juist die bewoners over de plannen denken, alles met de bedoeling om onrust te voorkomen; - de af te sluiten intentieovereenkomst moet beogen gezamenlijk een haalbaarheidsonderzoek te starten, in welk kader vervolgens alles, zoals het spreken met derde partijen, aan de orde moet komen, eventueel resulterend in het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst; - om druk op de ketel te houden, moet er uiterlijk ultimo januari 2003 een intentieovereenkomst zijn; - gezien eerder opgedane ervaringen moet er geen afzonderlijke commissie Badplaatsontwikkeling komen; gebleken is dat sprake is van een proces, waar alle raadsleden zich in beginsel mee bezig zouden moeten houden,

1148


en waar meerdere portefeuillehouders direct bij betrokken zijn; daarom zou tweemaandelijks raadsbreed over dit onderwerp gesproken moeten worden. De fractie van het CDA wil positief blijven insteken, maar is geschrokken van de laatste correspondentie; zij wil daarom ook dat 31 januari as. de deadline is voor een intentieovereenkomst; tegelijk moet goed worden uitgelegd waarom het inspraaktraject nog niet van start is gegaan. Verder stemt zij in met de beslispunten 1 en 2. Wethouder Barnhoorn verduidelijkt allereerst dat ook het college het inspraaktraject wil uitstellen; eerst moet blijken dat er op hoofdlijnen gelijk gedacht wordt, waarna het realiteitsgehalte van het plan Arcas/Krier inhoudelijk getoetst kan gaan worden. Verder beklemtoont hij dat het college er graag samen met de Muntendamsche Investeringsmaatschappij uit wil komen, en geeft hij aan dat in de intentieovereenkomst ook wordt vastgelegd dat de gemeente in zee wil gaan met een stabiele partij met bewezen deskundigheid, continuïteit en capaciteit om een project van deze omvang en looptijd met vertrouwen in handen te kunnen geven. Tweede termijn De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 spreekt er haar verbazing over uit dat de raad nog totaal niet weet wat in de intentieovereenkomst geregeld gaat worden; het proces moet niet nog mistiger worden dan het al is. De Voorzitter geeft in een reactie hierop aan dat gestreefd wordt naar juridisch waterdichte afspraken over de inhoudelijke aspecten van het proces; dat het college deze voorbereidt, moge duidelijk zijn; tegelijk moet ook de raad worden geïnformeerd. Alleen is dat op dit moment, wanneer een onderhandelingstraject nog niet helemaal is afgerond, niet zo gemakkelijk. Het is daarom wenselijk hier met elkaar een afspraak over te maken. Tegelijk moet worden besproken in welke mate er op dit moment actieve communicatie moet plaatsvinden. Nadat hij heeft bevestigd dat begin januari de discussie wordt voortgezet, geeft wethouder Barnhoorn aan wat in de intentieovereenkomst komt te staan; hij voegt daaraan toe dat er nog geen enkele overeenkomst is gesloten. Besloten wordt in januari 2003 in gecombineerd commissieverband verder


1149

over deze kwestie te spreken.

17. Wijziging van diverse belastingverordeningen (voorstelnr. 151) Bijgaande stukken: - conceptbelastingverordeningen Ter inzage gelegde stukken: - geen In de vergadering van 12 november 2002 hebben wij u een amendement voorgelegd om af te zien van differentiatie van onroerende zaakbelastingen voor niet-woningen en het verhogen van het tarief voor de toeristenbelasting met 20 % naast een inflatiecorrectie van 4 %. Tevens heeft u in deze vergadering het amendement van de Progressieve combinatie aangenomen om de kosten van de tweewekelijkse inzameling van glas, papier, kunststof en textiel te verwerken in de tarieven van de afvalstoffenheffing. Deze amendementen behoren geformaliseerd te worden in de vaststelling van de bijgaande conceptbelastingverordeningen. Daarnaast treft u aan het conceptbesluit tot invoering van precariobelasting die naar aanleiding van de nota terrassen- en uitstallingenbeleid gemeente Noordwijk is geformuleerd. Naast de precarioverordening geeft deze nota ook aan dat er legestarieven voor de vergunningen voor een terras en een uitstalling opgenomen dienen te worden De 1. 2. 3. 4. 5.

volgende verordeningen worden aan u voorgelegd ter vaststelling. De 3e wijzigingsverordening leges 2002; De 2e wijzigingverordening onroerende zaakbelastingen 2002; Verordening precariobelasting 2003; Verordening reinigingsheffingen 2003; Verordening toeristenbelasting 2003.

De commissie voor Economische Zaken, Infrastructuur en Middelen kan zich met het voorstel verenigen. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 151; Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: 3e WIJZIGING VAN DE “VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN


1150

LEGES

2002”:

Artikel I In de Tarieventabel behorende bij de legesverordening 2002 wordt onder Hoofdstuk 11, onderdeel 3 toegevoegd de volgende tarieven: 11.3.6. een vergunning op grond van artikel 2.1.5.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening Noordwijk voor: € 100,00 a. het hebben van een terras € 50,00 b. het hebben van een uitstalling c. het hebben van een werkplaats (o.a. bouwketen en € 50,00 –materialen) € 50,00 d. het hebben van een standplaats Artikel II 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking en werkt, indien het in het tweede lid bedoelde tijdstip daarvoor ligt, terug tot en met dat tijdstip. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003. 3. Deze verordening kan aangehaald worden als de “Derde wijzigingsverordening leges 2002”.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 151; gelet op het bepaalde in de artikelen 220 tot en met 220 h, 229 d, eerste lid, aanhef en onderdeel a, en tweede lid en artikel 255 a van de Gemeentewet; besluit: vast te stellen de: 2e WIJZIGING VAN DE “VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN ONROERENDE-ZAAKBELASTINGEN 2002” Artikel I De tekst van Artikel 5 Belastingtarieven wordt als volgt gewijzigd: 1.

Het tarief van de belasting is voor elke volle € 2.268,00 van de heffingsmaatstaf:


1151

a. bij de gebruikersbelasting € 2,22; b. bij de eigenarenbelasting € 2,77; 2.

Indien de heffingsmaatstaf beneden € 2.268,00 blijft, wordt geen belasting geheven.

Artikel II 4. Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking en werkt, indien het in het tweede lid bedoelde tijdstip daarvoor ligt, terug tot en met dat tijdstip. 5. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003. 6. Deze verordening kan aangehaald worden als de “ Tweede wijzigingsverordening Onroerende-zaakbelastingen 2002”.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 151; gelet op artikel 228 van de Gemeentewet; besluit: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING 2003 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. jaar: een kalenderjaar; b. kwartaal: een kalenderkwartaal; c. maand: een kalendermaand; d. week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen; e. dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur; f. uur: een periode van 60 achtereenvolgende minuten: g. terras: een gelegenheid waar eet- en/of drinkwaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Artikel 3 Belastingplicht De precariobelasting wordt geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel

1152


van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen. Artikel 4 Vrijstellingen De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van: a. voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd; b. voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen; c. voorwerpen, waarvan de gemeente, de provincie of het rijk genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde; Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Artikel 6 Berekening van de precariobelasting I. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald. 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt: gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek. 4. Indien in de tarieventabel voor het hebben van voorwerpen zowel een jaar-, maand-, week- als dagtarief is opgenomen, is voor de berekening van de precariobelasting het tarief van toepassing dat het meest aansluit bij een ter zake door de gemeente verleende vergunning. In de gevallen waarin geen vergunning is verleend, geldt het tarief voor de kleinste tijdseenheid. Artikel 7 Belastingtijdvak Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, een week, een maand, een kwartaal of een jaar, al naar gelang de duur van het belastbare feit, waarbij een gedeelte van een tijdvak voor een geheel wordt gerekend. Artikel 8 Wijze van heffing 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting wordt geheven bij wege van aanslag. 2. Andere dan de in het eerste lid bedoelde precariobelasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.


1153

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting 1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven. Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld voor de niet in artikel 9 genoemde gevallen Andere precariobelasting dan die bedoeld in artikel 9 is verschuldigd bij de aanvang van het belastbaar feit, tenzij deze over een belastingtijdvak wordt geheven. Artikel 11 Termijnen van betaling 1. De aanslagen of de gevorderde bedragen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet of van de schriftelijke kennisgeving is vermeld. 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. Artikel 12 Kwijtschelding Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting. Artikel 14 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel 1. 2. 3.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003. Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening precariobelasting


1154

2003"

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december, nr. 151; gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en artikel 255 a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer; besluit:


1155

vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN 2003 Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 Inleidende bepaling Krachtens deze verordening worden geheven: a.

een afvalstoffenheffing

b.

reinigingsrechten

Artikel 2 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a.

grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek wordt ingezameld;

b.

verbruiksperiode: een aangesloten periode van 12 maanden waarop de afrekening van de n.v. Nuon te Leiden (verder genoemd Nuon) betrekking heeft.

Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit 1.

Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer (Stb. 1994,80).

2.

De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht 1.

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 van de Wet Milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.


1156

2.

Voor toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt: a.

degene die naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

b.

ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief De belasting bedraagt per kalenderjaar per perceel: 1.

indien dat perceel wordt gebruikt door één persoon: € 162,84;

2.

indien dat perceel gebruikt wordt door meer dan één persoon: € 258,36;

3.

Indien op verzoek aan een particuliere huishouding een extra duobak ter beschikking wordt gesteld, worden de tarieven, genoemd in het eerste en tweede lid verhoogd met € 172,80;

4.

Indien op verzoek aan een particuliere huishouding een minicontainer met een inhoud van 240 liter ten behoeve van restafval ter beschikking wordt gesteld, worden de tarieven, genoemd in het eerste en tweede lid verhoogd met € 340,32.

Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang. 1.

De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3.

Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.


5.

1157

Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8 Wijze van heffing 1.

De belasting wordt geheven door middel van een gedagtekende verbruiksnota van het energiebedrijf ter verrekening van de verschuldigde bedragen wegens levering van energie en/of water over het verbruiksjaar, dan wel, indien het in de heffing betrokken perceel in de loop van het verbruiksjaar in gebruik is genomen, of het gebruik is beëindigd over de periode waarin het perceel op het energie en/of waternet is aangesloten.

2.

De nota, bedoeld in het eerste lid, wordt met de daarbij behorende toelichting aangemerkt als kennisgeving als bedoeld in artikel 233 en 233 a Gemeentewet en vermeldt de aard van de heffing, het tijdvak waarover wordt geheven en het verschuldigde bedrag, alsmede de mogelijkheid om binnen de wettelijke termijn bezwaar in te dienen.

3.

In afwijking van het eerste lid kunnen de aanslagen worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 9 Termijnen van betaling 1.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de belasting worden betaald in de termijn welke op de verbruiksnota is vermeld, met dien verstande dat de termijn van betaling tenminste vijf dagen na de dag van dagtekening van de voorschotnota beloopt.

2.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van bovengenoemd lid, moeten de rechten die bij wege van aanslag worden geheven, worden voldaan in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

3.

Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

4.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande

1158


leden gestelde termijnen.


1159

Hoofdstuk III Reinigingsrechten Artikel 10 Belastbaar feit Onder de naam 'reinigingsrechten' worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn. Artikel 11 Belastingplicht De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 12 Maatstaf van heffing Het recht bedraagt voor: 1. het ledigen van beer- of zinkputten, septictanks en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen per put met een inhoud van: € 167,23 a. 11/4 m³ € 272,97 b. van 11/4 – 21/2 m³ c. boven de 21/2 m³, per m³ verwijderde afvalstoffen € 119,65 2.

het achterlaten van afvalstoffen op een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde plaats per m³ of een gedeelte daarvan, indien de aangeboden afvalstoffen worden aangemerkt als: € 46,46 a. gemengd vuil € 36,36 b. zogenaamd puin

3.

Indien naast het in het eerste lid genoemde dienst een extra put geleegd wordt, wordt het in het eerste lid genoemde tarief verhoogd met € 24,09 per put.

Artikel 13 Wijze van heffing De rechten bedoeld in artikel 12 worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten (artikel 12) De rechten bedoeld in artikel 12 zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen. Artikel 15 Termijnen van betaling

1160

1.


De reinigingsrechten (artikel 12) moeten worden betaald ingeval kennisgeving als bedoeld in artikel 15, eerste lid: a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van kennisgeving; b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van kennisgeving; dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na dagtekening van de kennisgeving.

de de de de

2.

Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

3.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen Artikel 16 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen. Artikel 17 Kwijtschelding Bij de invordering van de rechten bedoeld in artikel 12 wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990. Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel 1.

De verordening Reinigingsheffingen 2002 van 18 oktober 2001 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

3.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003.

4.

Deze verordening wordt aangehaald als de "Verordening reinigingsheffingen 2003."


1161

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 151; besluit: gelet op artikel 224 van de Gemeentewet; vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2003 Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder : a vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden; b mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden; c niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan , niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden; d vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan. e stercategorie: classificatie van de hotels conform Benelux-Hotelclassificatie. Artikel 2

Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, jeugdherbergen, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam “toeristenbelasting”, een directe belasting geheven. Artikel 3 1.

Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in


1162

2. 3.

artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4

Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf: 1. door degene, die: a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft; b. verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd; 2. van een asielzoeker, zijnde een vreemdeling als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet, die een asielverzoek heeft ingediend waarover nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, van degene die een asielverzoek heeft ingediend waarop negatief is beslist en van een verblijfsgerechtigde, die op basis van artikel 9, 10 of 15 van voornoemde wet een verblijfsvergunning heeft, voor zover deze personen verblijf houden in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2, in het kader van de centrale opvang onder verantwoordelijkheid van het ZBO Centrale Opvang Asielzoekers. Artikel 5

Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Artikel 6 1.

Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

Het aantal personen, dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot: a. vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op: 2 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt; 3 personen indien het aantal slaapplaatsen 4 of 5 bedraagt; 5 personen indien het aantal slaapplaatsen 6 bedraagt; 7 personen indien het aantal slaapplaatsen 7 of 8 bedraagt; 9 personen indien het aantal slaapplaatsen 9 of 10 bedraagt; 11 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 10 bedraagt; b. mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op: 2,5 personen indien het aantal slaapplaatsen 3 of minder bedraagt;


2.

1163

3,5 personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan 3 bedraagt. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt: a. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens bepaald op 120; b. ingeval verblijf wordt gehouden in niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op 90; c. ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van meer dan drie, doch ten hoogste zes maanden bepaald op 60.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal. Artikel 8 Belastingtarief Het tarief bedraagt per persoon per overnachting op/in: € - een camping - een vakantie-onderkomen € - niet-beroepsmatig verhuurde ruimten - een pension € - een hotel, niet vallende in een stercategorie € - een hotel in de één, twee of drie sterrencategorie € - een hotel in de vier of vijf sterrencategorie

1,05 € 1,05 1,05 € 1,24 1,24 1,24 1,49

Artikel 9 Belastingjaar 1. 2.

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het belastingtijdvak, ingeval de belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte, een kalendermaand.

Artikel 10 Wijze van heffing De belasting wordt geheven bij wege van: 1. voldoening op aangifte voor zover het verschuldigde bedrag daarvan wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 5; 2. aanslag voor zover het verschuldigde bedrag daarvan wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.


1164

Artikel 11 Aangifte 1.

2.

De belastingplichtige aan wie niet binnen veertien dagen na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die termijn bij het college van burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet. Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.

Artikel 12 Aanslaggrens Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan vijftien zal of heeft belopen. Artikel 13 Termijnen van betaling 1.

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

2.

Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.

3.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijn.

Artikel 14 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting. Artikel 15 Aanmeldingsplicht De belastingplichtige bedoelt in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.


1165

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel 1.

2. 3. 4.

De “Verordening toeristenbelasting 1995” van 25 oktober 1994, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 29 mei 2001, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening toeristenbelasting 2003'.

Vooraf wijst de Voorzitter op de gewijzigde tarieventabel, behorende bij de Verordening precariobelasting 2003, die inmiddels is verspreid. De fractie van de VVD vindt het tarief voor Noordwijk-Binnen w.b. de precariobelasting te hoog. De fractie van Noordwijk Totaal is dezelfde mening toegedaan. Verder vraagt zij mbt de toeristenbelasting waarom geen begin is gemaakt met enige differentiatie, en stelt zij voor reeds voor de volgende Begrotingsraad duidelijkheid te krijgen over de tarieven voor 2004. De fractie van het CDA verklaart zich voor het voorstel. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 vindt daarentegen dat op het punt van de precariobelasting nog onvoldoende is gedifferentieerd; het verschil tussen Noordwijk-Binnen en Noordwijk aan Zee is gezien de baten die daartegenover kunnen staan, nog veel te gering, en daarom moeten de tarieven voor Noordwijk aan Zee verder worden verhoogd. Verder wordt onvoldoende gedaan om de reinigingsheffingen minder sterk te laten stijgen, en hoort de fractie graag tot welke meerkosten de op het punt van de afvalinzameling aangenomen motie leidt. Daarnaast deelt de fractie de wens om vroegtijdig te weten hoe de tarieven in 2004 zullen zijn, en mag voortaan de toeristenbelasting op een andere grondslag (een percentage van de overnachtingsprijs) worden gebaseerd. Wethouder Van Duin gaat als volgt op een en ander in: - het college stelt voor Noordwijk-Binnen een tarief van € 30,- voor,

1166


aangevuld met een vierkante meterprijs van € 6,- per maand; - tegenover het beperken van de stijging van de toeristenbelasting tot 20% staat het afzien van een differentiatie; over de grondslagen voor de daaropvolgende jaren ontstaat echter vermoedelijk nog wel een stevige discussie; in eerste instantie is hierover afgesproken hier snel over te gaan overleggen en om voor 1 april 2003 te komen tot een nieuwe tariefstelling; een van de opties daarbij is de heffing te relateren aan de overnachtingsprijs; uitgangspunt voor de gemeente is om te komen tot een redelijk normtarief; - voor de ondernemers is een belangrijk punt wie er precies vervuilt; de gemeente vindt het daarentegen redelijk tot een zekere differentiatie te komen; - de tariefvaststelling voor 2003 moet in haar totale context worden bezien; - omdat de middelen voor enigerlei egalisatie ontbreken, heeft het college geen andere mogelijkheid dan de reinigingsrechten volgens de oorspronkelijke voorstellen te verhogen; verder zijn de nieuwe tarieven inmiddels aan NUON doorgegeven; - op het blijven inzamelen van glas en oud-papier en de daaraan verbonden kosten wordt in commissieverband teruggekomen. Tweede termijn De fractie van de VVD vraagt bij het laatste punt ook de aansluitkosten te betrekken; een eerder overgelegde berekening is op dit punt onvoldoende. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 stelt voor dat de raad bij moeilijke onderhandelingen het college voortaan een bandbreedte meegeeft; anders wordt de ruimte voor de raad om een oplossing te zoeken in een andere richting, wel erg beperkt. Juist binnen het duale bestel moet de raad de kaders stellen, waarbinnen vervolgens het college moet opereren. Vertrouwelijk overleg leent zich daar goed voor. Nadat zij in een eerste reactie op dit punt kenbaar heeft gemaakt in eerste instantie te vertrouwen op het college, toont de fractie van Noordwijk Totaal zich blij dat voor de zomer van 2003 duidelijkheid zal zijn ontstaan over de tarieven van de toeristenbelasting voor 2004; op voorhand wenst zij het college daar alle succes bij toe. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist. De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 wordt geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.

1168


18. Beleidsverslag 2001 en Beleidsplan 2003 Abw, Ioaw en Ioaz

(voorstelnr. 153) Bijgaande stukken: - beleidsverslag 2001 en Beleidsplan 2003 Ter inzage gelegde stukken: - adviezen Raad voor de Zorg. Teneinde te voldoen aan de wettelijke bepalingen, zoals vermeld in artikel 118 lid 1 sub b van de Algemene bijstandswet (Abw), artikel 42 lid 1 sub b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en artikel 42 lid 1 sub b van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), bieden wij u het beleidsverslag over 2001 en het beleidsplan voor het jaar 2003 hierbij ter vaststelling aan. Met betrekking tot de uitvoering van de nieuwe Algemene bijstandswet (Abw), in werking getreden per 1 januari 1996, schrijft de wet voor dat het gemeentebestuur jaarlijks zorgdraagt voor een Beleidsplan (vooraf) en een Beleidsverslag (achteraf). In feite komt het erop neer dat specifieke onderdelen als fraudebestrijding en uitstroombevordering helder worden geordend. Derhalve moet worden nagegaan in hoeverre: •

de instroom van nieuwe aanvragen zorgvuldig plaatsvindt;

•

de behandeling van de aanvragen evenwichtig wordt gerealiseerd;

•

de uitstroom wordt gestimuleerd.

De wet schrijft de vaststelling van een Beleidsverslag en een Beleidsplan per kalenderjaar voor. Artikel 11 8 Abw stelt eisen aan het plan en verwijst naar artikel 110 gemeentewet. In het plan moeten tenminste zijn opgenomen: •

een beschrijving van de manier waarop toepassing wordt gegeven aan de algemene onderzoeksverplichting van de gemeente bij de beoordeling van de aanvraag (in de praktijk ook wel "entree-onderzoek' genoemd);

•

een beschrijving van de afwikkeling van specifieke onderzoeksverplichtingen (d.w.z. het heronderzoek, het beëindigingsonderzoek en het debiteurenonderzoek);


•

de methode voor uitwisseling van gegevens met derden;

•

toereikende controle op de inlichtingenplicht;

•

toereikende strafrechtelijke of bestuursrechtelijke nakoming van de inlichtingenplicht;

•

een beschrijving van de samenwerking met Arbeidsvoorziening.

afdoening

1169

bij

niet-

Deze vereisten hebben wij uitgewerkt op een zodanige wijze, dat op hoofdlijnen kan worden nagegaan op welke manier de afdeling Sociale Zaken behoort om te gaan met de terzake relevante aspecten van het uitkeringsproces. De commissie voor Onderwijs, Seniorenbeleid en Welzijn kan zich in meerderheid met het voorstel verenigen.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 2002, nr. 153; besluit: Ingevolge de artikelen 118 van de Algemene bijstandswet (Abw) en 42 van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en 42 van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) het beleidsverslag over 2001 en het beleidsplan over 2003 vast te stellen

De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 vraagt in een komende evaluatie van het Armoedebeleid ook de vraag te betrekken in hoeverre de aanstaande lastenverhogingen tot problemen hebben geleid bij vooral de minder draagkrachtigen; verder moet bekeken worden hoe de Bijzondere bijstand kan worden verruimd; wellicht kan de bestaande norm die op dit punt wordt gehanteerd, tijdelijk worden verhoogd, of kan op andere manieren in eventueel zich voordoende financiële problemen worden voorzien. Wethouder Van Bockhove zegt de gevraagde bijzondere aandacht toe; de verwachting op dit moment is dat de Bijzondere bijstand volgend jaar iets zal oplopen. Tweede termijn De fractie van De Progressieve Combinatie PvdA/GL/D66 vraagt te

1170


specificeren wanneer de evaluatie wordt uitgevoerd; wat haar betreft moet dit tijdig gebeuren, zodat de bevindingen kunnen worden meegenomen in de volgende begrotingsvoorbereiding. Verder wijst zij op reeds aanwezige beleidsruimte in de vorm van extra beschikbaar gesteld geld. Wethouder Van Bockhove spreekt de verwachting uit dat de komende evaluatie misschien te vroeg komt; verder voorziet hij dat wellicht over een 2-3 jaar verdere financiële prioriteiten moeten worden gesteld in de vorm van het bijstellen van de Meerjarenbegroting. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel beslist.

19. Comptabiliteitsbesluiten (voorstelnr. 152) Bijgaande stukken: Ter inzage gelegde stukken: - nota BTW Compensatiefonds - nota Fusielening VVV Noordwijk Ter vaststelling door uw raad worden u de volgende comptabiliteitsbesluiten aangeboden. Bestuursdienst 2002, nrs. 93 en 94 Bestuursdienst 2002, nr. 93

Betreft: BTW Compensatiefonds

Per 1 januari 2003 wordt het BTW Compensatiefonds (BCF) ingevoerd. Vanaf die datum kunnen gemeenten de BTW bij het BCF declareren. Medio juli is er een projectgroep ingesteld en deze projectgroep heeft zich met name beziggehouden met het in kaart brengen van de financiële consequenties voor de gemeente Noordwijk. De inventarisatiefase is nu afgerond en de implementatiefasie moet zijn beslag gaan krijgen. Het is dan ook van belang dat de financiële administratie zodanig ingericht kan worden dat conform de BCF regelgeving gewerkt kan gaan worden en bij voorkeur op een geautomatiseerde wijze. Als aanvulling op het geautomatiseerde systeem is daartoe een extra module beschikbaar waarvan de kosten inclusief opleiding € 3.879 incl.btw bedragen. Verder is het noodzakelijk dat incidenteel deskundig advies (kosten € 8.000) ingewonnen kan worden, hetgeen met name noodzakelijk is voor de consequenties van het BCF ten aanzien van het Grondbedrijf. In de uitkering uit het Gemeentefonds wordt, gezien het éénmalige karakter van de kosten, compensatie verstrekt van ongeveer € 28.000. Voorgesteld wordt om voor de invoering van het BTW Compensatiefonds een


1171

bedrag van € 3.879 beschikbaar te stellen ten laste van de post “Onvoorziene Uitgaven, onderdeel Norm” en een bedrag van € 8.000 beschikbaar te stellen ten laste van het Grondbedrijf. Bestuurdienst 2002, nr. 94

Betreft: Fusielening VVV Noordwijk

Per 1 januari 2003 fuseren de zes VVV’s in de regio tot VVV Holland Rijnland. De totale fusiekosten bedragen € 405.000, waarin de opwaardering van de winkels van de VVV Noordwijk en de VVV Katwijk begrepen zijn. De algemene fusiekosten bedragen € 174.800, waarvan de provincie bereid is een derde deel voor haar rekening te nemen, mits de zes VVV-gemeenten ook een bijdrage leveren. Van het resterende bedrag ad € 116.533 wordt van de gemeente Noordwijk een bedrag van € 45.915 gevraagd, gebaseerd op het aantal fte’s per vestiging. Voorgesteld wordt laatstgenoemd bedrag in de vorm van een renteloze lening te verstrekken, terug te betalen gedurende een termijn van 3 jaar door inhouding op het jaarlijkse subsidiebedrag (€ 15.305 per jaar met ingang van 2004). De hieruit voortvloeiende extra rentelast van € 2.295 in 2003, teruglopend tot een bedrag van € 765 in 2006, wordt gedekt uit de post voor onvoorziene uitgaven.

Met inachtneming van het feit dat comptabiliteitsbesluit nr. 94 is komen te vervallen omdat dit identiek was aan Besluit nr. 148, wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel beslist. 20. Rondvraag

De fractie van de ChristenUnie vraagt behandeltermijn van aanvragen in het Gehandicapten; de Voorzitter stelt voor te nemen, waarna wethouder Van terugkoppelt.

aandacht voor de steeds langere kader van de Wet Voorzieningen dit met de betreffende afdeling op Bockhove in commissieverband

Wethouder Barnhoorn deelt mede dat onlangs tot eenieders tevredenheid het contract met AVR is getekend over het uitbesteden van de afvalinzameling. Voordat hij tot sluiting overgaat, dankt de Voorzitter bij ontstentenis van de plv. voorzitter en het op één na oudste raadslid de heer Aldert Barnhoorn voor diens in het raadslidmaatschap gestoken energie, en stelt hij vast dat het nu aflopende jaar om diverse redenen een gedenkwaardig jaar is geweest; veel is inmiddels veranderd, maar veel zal nog veranderen, niet in het minst door zijn eigen vertrek en dat van de Griffier; hij dankt voor de constructieve sfeer, waarin raad en college met elkaar hebben

1172


overlegd, en dankt vooruitlopend op de eindejaarsbijeenkomst morgen alle medewerkers voor hun inzet; verder laat hij weten dat medio januari as. waarschijnlijk een extra raadsvergadering moet worden ingelast om een Griffier te benoemen; vervolgens sluit hij, nadat hij eenieder goede en plezierige Kerstdagen en een hele goede jaarwisseling heeft toegewenst, de vergadering. Het is 19 december 2002, 19.30h. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Noordwijk in zijn openbare vergadering op 28 januari 2003, de Voorzitter,

de Griffier,


1173

Lijst van afspraken raadsvergadering van 17 december 2002 • Een tweetal ingekomen, maar nog niet op de lijst geplaatste stukken zal op de lijst voor de volgende raadsvergadering worden geplaatst. Ook wordt gevraagd er in de toekomst alert op te zijn dat dit soort brieven ook op de lijst van ingekomen stukken terecht komt. • De problematiek met betrekking tot uitgeprocedeerde asielzoekers komt in de Commissie OSW aan de orde. • Van het verslag van de raadsvergadering van 12 november zal een actiepuntenlijst gemaakt worden. • De insprekers en anderen worden in besluitvorming over de Nota Heroriëntatie.

kennis

gesteld

van

de

• In een komende evaluatie van het Armoedebeleid krijgt een eventuele armoedeval als gevolg van gemeentelijke lastenstijgingen bijzondere aandacht. • Een voorbereidingscommissie, bestaande uit de raadsleden Hazenoot (voorzitter), Eijs en Van Rooijen, zal een besluit over een onderzoek financiële situatie gemeente voorbereiden. • De VVV’s worden uitgenodigd in commissieverband de stand van zaken rondom het fusietraject toe te lichten. • Een financiële vraag van de fractie van de ChristenUnie mbt het nieuwe parkeerbeleid wordt tijdens de eerstkomende commissievergadering EZIM beantwoord. • Op het blijven inzamelen van glas en oud-papier en de daaraan verbonden kosten wordt in commissieverband teruggekomen. • In commissieverband wordt teruggekoppeld waarom de behandeltermijn van WVG-aanvragen steeds langer duurt.

NOTULEN GEMEENTERAAD NOORDWIJK dd

Recommend Documents