Vergadering van 12.01.15 Aanwezig : Chris Loosvelt, voorzitter; Frank Acke, afgevaardigde schepen; Pieterjan Geldhof, Vicky Claeys, Anita Deprez, Linda Robensyn, Wim Verlinde, Emmy Mispelaere, Suzan Joye, Hilde Martin, Veerle De Pauw, Serge Verbrugghe, raadsleden; Stefaan Oosthuyse, secretaris. Verontschuldigd: Jan Seynhaeve, burgemeester. Dagorde Openbare zitting 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Assistentiewoningen Tilia: overeenkomst Care Property Invest; Meerjarenplan 2014-2019: aanpassing; Budget 2015: vaststelling; Beheersovereenkomst gemeente-OCMW 2015; Regionale OCMW-vereniging W13: oprichting en goedkeuring statuten; FRGE: wijzigingen; Aanleg voorlopige parking Pastorijweg 40: wijze van gunnen; Vernieuwing softwarepakket sociale dossiers: goedkeuring kostprijs; Personeel: WZC: open verklaring zorgkundige;
PUNT 1: ASSISTENTIEWONINGEN TILIA: OVEREENKOMST CARE PROPERTY INVEST DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing van 14.04.14 waarbij toelating gegeven werd om verder te onderhandelen met de firma Adwimmo (syndicusbedrijf) in functie van een eventuele samenwerking voor de uitbating van Tilia, de groep van assistentiewoningen (15 appartementen) in aanbouw in het oud klooster (Dorpsplein 27, Gullegem) op voorwaarde dat dit project niet vereenzelvigd wordt met een OCMW-instelling en dat de dienstverlening zorg- en niet gebouwgebonden is; Gelet op het meerjarenplan 2014-2019, beleidsdoelstelling 2 (iedere inwoner van Wevelgem met een hulp- of zorgvraag ontvangt de nodige hulp-, zorg- en dienstverlening); Gelet op de actieplannen en acties gekoppeld aan deze beleidsdoelstelling: - actieplan 6 (uitbouwen woonzorgkern Gullegem) – actie: mogelijkheid onderzoeken van uitbreiding van aanbod aan aangepaste woningen voor ouderen Gelet op de beslissing van 13.10.14 om verder te onderhandelen met Care Property Invest nv in functie van een eventuele samenwerking voor de uitbating van Tilia, de groep van assistentiewoningen (15 appartementen) in aanbouw in het oud klooster (Dorpsplein 27, Gullegem); Gelet op het voorgelegde service level agreement met Care Property Invest nv; Gelet op het positief advies van het college voor burgemeester en schepenen op 17.12.2014;
SERVICE LEVEL AGREEMENT
TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN : 1.
CARE PROPERTY INVEST een naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te Plantin en Moretuslei 220, 2018 Antwerpen en geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0456.378.070 (RPR Antwerpen), vertegenwoordigd door haar bestuurders Peter Van Heukelom en Willy Pintens; hierna genoemd “CP INVEST” of de “Opdrachtgever” genoemd; enerzijds;
EN: 2.
OCMW WEVELGEM, met zetel te Deken Jonckheerestraat 9, 8560 vertegenwoordigd door Chris Loosvelt, voorzitter en Stefaan Oosthuyse, secretaris ;
Wevelgem,
hierna genoemd “OCMW WEVELGEM” genoemd of de “Beheersinstantie”; anderzijds; hierna gezamenlijk ook “Partijen” genoemd, of elk afzonderlijk een “Partij”; WORDT VOORAFGAANDELIJK UITEENGEZET: De Opdrachtgever heeft op .../…/2014 een groep van assistentiewoningen gekocht, zoals bedoeld in het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 (hierna: WZD), haar uitvoeringsbesluit van 24 juli 2009 van de Vlaamse Regering met betrekking tot de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, of eventuele andere overheden, het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de groepen van assistentiewoningen van 12 oktober 2012 (hierna: UA), gelegen te Dorpsplein 27, 8560 Gullegem (Wevelgem), genaamd ‘Residentie Tilia’ en kadastraal gekend onder Wevelgem – 3e afdeling Gullegem – Sectie C – Nr. 0085/T. De Beheersinstantie heeft reeds vele jaren ervaring in het leveren van zorg- en dienstverlening en het beheer van woonzorgcentra en serviceflats/groepen van assistentiewoningen en wenst haar reeds opgedane ervaring dienaangaande aan te wenden voor de uitbating van de Residentie Tilia als erkende groep van assistentiewoningen. Op het moment van de aankoop door opdrachtgever van de groep van assistentiewoningen zijn deze als dusdanig nog niet erkend. De Beheersinstantie verklaart op de hoogte te zijn van de wettelijke erkenningsnormen aangaande assistentiewoningen en zal tevens de aanvraag voor de erkenning als groep van assistentiewoningen aanvragen. De Opdrachtgever verklaart zich ertoe bereid haar expertise ter zake op eerste verzoek te delen met de Beheerinstantie. De Opdrachtgever is in de koopovereenkomst met de verkoper overeengekomen dat deze laatste verplicht is om alle infrastructuurwerken uit te voeren die nodig zijn om het gebouw in overeenstemming te brengen met de erkenningsvoorwaarden als groep van assistentiewoningen. De Beheersinstantie zal na de vaststelling van een infrastructureel gebrek de Opdrachtgever onmiddellijk op de hoogte stellen van dit infrastructureel gebrek. De Opdrachtgever zal al het nodige doen om binnen een redelijke termijn de nodige herstellingen aan het gebouw uit te voeren.
Met opmaak: Niet Markeren
Met de huidige overeenkomst wensen de Partijen hun wederzijdse verbintenissen in het kader hiervan vast te leggen.
WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT: Artikel 1: Voorwerp 1.1
De Opdrachtgever verbindt zich ertoe om middels een Terbeschikkingsstellingsovereenkomst (Bijlage 1) de groep van assistentiewoningen ter beschikking te stellen aan de Beheersinstantie. De Opdrachtgever zorgt bij de terbeschikkingstelling van het gebouw aan de Beheersinstantie dat het gebouw instapklaar is, dit houdt o.m. in: - Een volledig opgekuist gebouw (binnen en buiten) - Alle gemeenschappelijke ruimtes en de deuren van de privatieve delen zijn geschilderd/behangen. De privatieve delen zijn nog af te werken met een laatste laag verf. - Gordijnen moeten brandvertragend zijn - Oproepsystemen die gebruiksklaar zijn - Nodige brandblusapparaten - Nodige signalisatie
1.2
De Beheersinstantie zal bij de toewijzing van de Assistentiewoningen de Resident een overeenkomst voor het genotsrecht van de assistentiewoning en voor de zorg- en dienstverlening laten ondertekenen, waarvan op voorhand een model goedgekeurd wordt aan de Opdrachtgever.
1.3
1.3 De Beheersinstantie verbindt zich ertoe om minstens alle wettelijke bepalingen inzake zorg- en dienstverlening conform de vigerende wetgeving te leveren opdat de erkenning van de groep van assistentiewoningen gewaarborgd kan zijn, ook indien deze te leveren zorg- of dienstverlening niet opgenomen werd in artikel 2 van onderhavige overeenkomst. De Opdrachtgever wenst hierbij de nadruk te leggen op de werkingsprincipes, zoals opgesomd in artikelen 4 en 39 van het WZD en de specifieke erkenningsvoorwaarden zoals opgenomen in hoofdstuk 3 van de bijlage van het UA.
1.4
De Beheersinstantie verbindt zich er toe een erkenning als groep van assistentiewoningen aan te vragen. Van zodra de erkenning definitief verkregen is, zal zij een bewijs van erkenning als groep van assistentiewoningen overmaken aan de Opdrachtgever.
Partijen verbinden zich ertoe samen te overleggen over alle mogelijke toekomstige wetswijzigingen inzake de erkenning van groepen van assistentiewoningen met grote financiële of juridische gevolgen. Artikel 2: De diensten van de Beheersinstantie 2.1 Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.: A. Dienstverlening te leveren via een woonassistent, met een tijdsbesteding van minimum 25% FTE -
Organisatie van de crisiszorg en de overbruggingszorg conform artikel 7 UA;
Met opmaak: Nederlands (België)
Met opmaak: Nederlands (België)
Met opmaak: Standaard, Inspringing: Links: 1,24 cm Met opmaak: Standaard, Afstand Na: 10 pt, Meerdere niveaus + Niveau: 2 + Nummeringstijl: 1, 2, 3, … + Beginnen bij: 1 + Uitlijning: Links + Uitgelijnd op: 0 cm + Inspringen op: 1,24 cm
-
Het verzorgen van een telefonische bereikbaarheid minstens conform artikel 11 UA;
Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Markeren
-
Bijhouden en beheren van wachtlijsten, met inachtname van het verbod van artikel 4 UA;
Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Markeren
-
Aansturen van verhuisopnames, met inachtname van artikel 19 en 23 UA;
Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Markeren
-
Opvang van het Agentschap Zorginspectie. Hierbij wordt tevens voorzien in de toelating om inzage te nemen in de interne afsprakennota, het model van schriftelijke overeenkomst en de boekhouding en de facturen, zoals voorzien in artikel 26 UA;
-
Het bevorderen van de deelname van de Residenten aan activiteiten van sociale netwerkvorming en de integratie in de buurt, zoals bepaald in de artikelen 10 en 11 UA. De Beheersinstantie voorziet hiervoor uitdrukkelijk in de mogelijkheid om gebruik te kunnen maken door de Residenten van de diensten, zoals deze ter beschikking worden gesteld de groep van assistentiewoningen die zij thans uitbaat te Gullegem;
-
Het oprichten en faciliteren van een gebruikersraad, waaronder maar niet beperkt tot het faciliteren van de bijeenkomst ervan op minstens trimestriële basis, het waarborgen dat de Residenten steeds minstens de helft van de aanwezigen uitmaken, het opmaken en bezorgen van de verslaggeving, het inwinnen van adviezen en betrekken van de woonassistent bij de vergaderingen van de Beheersinstantie, indien dit nodig zou zijn, zoals bepaald in artikel 12 UA;
-
Behandeling van klachten, informeren over het concreet gevolg aan de ingediende suggesties, opmerkingen of klachten werd gegeven en het periodiek informeren over het klachtenbeleid, zoals bepaald in artikel 13 UA;
-
Het voeren van een actieve communicatie met de bewoners en de gebruikersraad over de beslissingen die een impact hebben op de dagelijkse werking van de groep van assistentiewoningen, de kosten van het verblijf of op de aangeboden zorg – en dienstverlening, conform artikel 15 UA;
-
Bijhouden van de dossiers van de Residenten met de persoonlijke gegevens van de Resident en de identificatiegegevens en contactgegevens van de persoon die in geval van nood moet worden gewaarschuwd, alsmede de identificatie – en contactgegevens van de behandelende arts; dit alles met respect voor de persoonlijke levenssfeer van de Resident, conform artikel 16 UA;
-
Treffen van allerlei regelingen bij de nieuwe bewoning en einde van bewoning, o.a. het aantrekken van nieuwe bewoners, de afgifte van een interne afsprakennota en de onthaalbrochure, de ondertekening van de schriftelijke overeenkomst voor het genotsrecht en de opmaak van de plaatsbeschrijving zoals bepaald door artikel 17, 18, 19, 22 en 24 UA;
-
Het verzekeren van de dagelijkse leiding van de groep van assistentiewoningen, conform artikel 27 UA;
-
Het opmaken en bijhouden van het kwaliteitshandboek;
-
Het verschaffen van de mogelijkheid om warme maaltijden te voorzien, waar de Residenten een beroep op kunnen doen, indien zij dit wensen. De prijs van de maaltijd op zich is evenwel niet inbegrepen in de prijs van de dienstverlening.
Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Markeren
Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Markeren
B. Dienstverlening door de directie van het centrum voor ouderenzorg en thuiszorg Het Gulle Heem, beheerd door de beheersinstantie, op basis van 5% FTE Met opmaak: Standaard, Inspringing: Links: 0,63 cm
-
Het beleidsmatig aansturen van de zorg – en dienstverlening in de groep van assistentiewoningen;
-
Onderhouden van relaties met andere diensten van Het Gulle Heem, relaties met andere diensten van het OCMW, externe organisaties, de integratie in het woonzorgnetwerk;
-
Opvolging en controle van de woonassistent.
C. Dienstverlening door een klusjesman, op basis van een 5% FTE -
Het uitvoeren van enkele kleine klusjes, te begrijpen als ‘gewone bouwkundige incidenten’ zoals het blokkeren van een deur, het vervangen van lampen, herstellen van een deurklink die loskomt, vervangen van batterijen in het noodoproepsysteem, deurpompen die niet meer correct zijn afgestemd, … . Vallen niet onder het begrip ‘gewone bouwkundige incidenten’: de ernstige voorvallen, zoals overstroming, brand, lekkend dak, vervangen en herstellen bij slijtage (ijskast, sanitair en rioleringen, waterleidingen, ketel en radiatoren, permanent oproepsysteem), … . Partijen verbinden zich er evenwel toe om bij de beoordeling van het begrip ‘gewone bouwkundige incidenten’, steeds te handelen vanuit de bezorgdheid voor de veiligheid van de bewoners, zoals bepaald in artikel 9 UA;
-
De kostprijs van materiaal voor het verhelpen van ‘gewone bouwkundige incidenten zoals hierboven beschreven’ is eveneens inbegrepen in de dienstverlening van de Beheersinstantie.
D. Dienstverlening door een tuinaannemer Voor het onderhoud van de tuin zal door de Beheersinstantie een beroep worden gedaan op een externe tuinaannemer. Deze zal instaan voor het normaal tuinonderhoud en geenszins verantwoordelijk zijn voor structurele ingrepen. Onder ‘normaal tuinonderhoud’ kan worden verstaan: alle werkzaamheden die betrekking hebben op het onderhouden van de aanwezige beplanting, zoals het snoeien van bomen of struiken, het afrijden van gras en het herstellen van aanwezige beplanting, in de mate dat dit noodzakelijk zou zijn, …. Alle werkzaamheden die betrekking hebben op de herinrichting van de tuin of grote aanpassingswerken aan de tuin, vallen buiten de definitie van het begrip ‘normaal tuinonderhoud’. De kostprijs voor materiaal en tuinproducten voor het ‘normaal tuinonderhoud’ is eveneens inbegrepen in de dienstverlening van de Beheersinstantie. E. Dienstverlening inzake de schoonmaak van de gemeenschappelijke delen en de onmoetingsruimte door één persoon (25% van een FTE) Het onderhoud betreft enkel de gemeenschappelijke delen en de ontmoetingsruimte. Voor het onderhoud van de privatieve delen is de Resident verantwoordelijk en is aldus niet inbegrepen in de aangerekende dagprijs. De kostprijs voor materiaal en reinigingsproducten is eveneens inbegrepen in de dienstverlening van de Beheersinstantie.
F. Dienstverlening inzake (nood)oproepen, tussenkomsten bij brandalarm, opleiding van personeel, verzorgen van faciliteiten in de gemeenschappelijke delen -
Het beantwoorden van elke oproep van de Resident, zowel overdag als ’s nachts (24h/24h 7d/7d), conform artikel 29 UA. De Opdrachtgever is ermee akkoord dat voor het beantwoorden van de oproepen ’s nachts en in bepaalde dagdelen de Beheersinstantie dit kan uitbesteden aan een derde, op voorwaarde dat de Opdrachtgever op de hoogte wordt
gesteld over deze derde en deze derde voldoende kwaliteitsgaranties kan geven om aan de erkenningsvoorwaarden inzake groepen van assistentiewoningen te blijven voldoen; -
Het onmiddellijk contact opnemen met de Resident in het geval van een noodoproep en indien dit nodig is, het nodige doen om onmiddellijk de passende zorg te verstrekken, conform artikel 8 UA;
G. Diversen In de dienstverlening zitten eveneens begrepen: -
De brandverzekering van het gebouw en de inboedel van de gemeenschappelijke delen en de privatieve delen voor 12.500 EUR, voor wat betreft de gemeenschappelijke delen en de ontmoetingsruimte ten belope van … EUR (nog verder te specifiëren). De privatieve delen worden voor het overige uitdrukkelijk uitgesloten van de dekking en zijn individueel door de Residenten te verzekeren. De Beheersinstantie zal een kopie van deze polis overmaken aan de Opdrachtgever;
-
een reiniging door een derde van de ramen, die deel uitmaken van de gemeenschappelijke ruimtes of de ontmoetingsruimte en die moeilijk bereikbaar zijn en als dusdanig niet opgenomen zijn onder E; dit met een frequentie zoals volgens de noodwendigheden van het gebouw en zijn gebruikers vereist.
-
Het afnemen van wateranalyses ter bestrijding van legionella;
-
Het verbruik en/of abonnement van telefoon en datalijn en het gebruik van hardware en software voor de woonassistent;
-
De aankoop en het gebruik van klein administratief materiaal;
-
Het bijwonen van de controle door keurorganismen van het gebouw. De Opdrachtgever staat in voor de afsluiting en betaling van de dergelijke contracten met de controleorganismen van het gebouw;
-
Het onderhoudscontract voor de lift waarbij er o 4 onderhoudsbeurten per jaar voorzien zijn o de kosten voor kleine wisselstukken (bv vervangen van een lamp) inbegrepen zijn o waarbij 24u/24u service aanwezig is. Alle kosten die niet binnen het contract vallen, zijn voor de Opdrachtgever.
-
Het onderhoudscontract voor de brandblusapparaten conform de wettelijke voorschriften terzake. De opdrachtgever staat in voor eventuele kosten van herstel of vervanging.
-
Het onderhoudscontract met onderhoud om de 2 jaar van de verwarmingsinstallaties (16 installaties in totaal).
-
Het meubilair in de ontmoetingsruimte en het kantoor;
-
De kleine uitrusting van de gangen en de ontmoetingsruimte (b.v. kaders, servies, planten, …)
-
Kosten voor verwarming, elektriciteit, water, wifi, … van de gemeenschappelijke delen. Deze kosten zijn individueel bij te betalen door de Residenten voor wat hun privatieve delen betreft.
(Hierna genoemd de “Basisdienstverlening”).
Met opmaak: Standaard, Inspringing: Links: 1,63 cm, Geen opsommingstekens of nummering Met opmaak: Lettertype: 10 pt, Niet Markeren
Met opmaak: Standaard, Inspringing: Links: 1,63 cm
2.2 Deze opsomming is niet beperkend en moet worden aangevuld met de opdrachten die redelijkerwijze daarmee samenhangen. 2.3 Partijen zullen de Basisdienstverlening en onderlinge samenwerking op permanente basis evalueren, dit wil zeggen: trimestrieel voor het eerste jaar en daarna halfjaarlijks. Daarenboven kan eenieder der partijen een vergadering ter evaluatie van de samenwerking bijeenroepen, indien zij dit nodig acht. De vergadering zal plaatsvinden binnen de maand na een dergelijk verzoek. Artikel 3: De prijs van de Basisdienstverlening In de Overeenkomst zal een totale dagprijs, te betalen door de Resident aan de Beheersinstantie, opgenomen worden van gemiddeld 36 (zesendertig) euro. Deze dagprijs bestaat enerzijds uit een component voor de zorg- en dienstverlening ten bedrage van 13 (dertien) euro en anderzijds uit een wooncomponent die 23 (drieëntwintig) EUR bedraagt voor een assistentiewoning. De wooncomponent zal nog nader gespecifieerd worden door de Opdrachtgever bij de commercialisatie van het gebouw. De dagprijs zal op jaarlijkse basis geïndexeerd worden, aan de hand van de consumptieprijsindex. De referentie - indexcijfer zal datgene zijn van de maand van de opening van de groep van assistentiewoningen; dit alles conform de wetgeving. De Beheersinstantie verbindt zich ertoe op maandelijkse basis over te gaan tot de facturatie van de kosten, conform artikel 25 UA, met inachtname van het verbod van artikel 14 UA. Iedere prijsaanpassing zal voorafgaandelijk besproken moeten worden door beide partijen. Deze prijsaanpassing zal enkel worden toegestaan indien deze objectief verantwoord kan worden door de Beheersinstantie. De Opdrachtgever zal aan de Beheersinstantie een dagprijs voor wat betreft de zorg-en dienstverlening van 5 (vijf) EUR verschuldigd zijn per niet - bewoonde assistentiewoning gekoppeld aan de index/prijsverhoging. Met dien verstande dat de Beheersinstantie een permanente bezettingsgraad zal nastreven en ook pro-actief conform artikel 2 van onderhavige overeenkomst een wachtlijst zal aanleggen en potentiële huurders zal zoeken. Partijen komen overeen dat de Beheersinstantie, na afhouding van het gedeelte van de dagprijs van dat overeenstemt met het gedeelte voor de verstrekte zorg – en dienstverlening, het resterende bedrag op maandelijkse basis zal doorstorten naar de Opdrachtgever op rekeningnummer ... - ..... ... . Indien de Beheersinstantie van oordeel is dat zij kosten dienen te maken die voor rekening van de Opdrachtgever zijn, dienen zij naar best vermogen de Opdrachtgever voorafgaandelijk aan de uitvoering van de werken in kennis te stellen. Geenszins kan er een automatische verrekening plaatsvinden met de maandelijks door te storten bedragen, zoals bepaald in de voorafgaandelijke paragraaf en in de terbeschikkingstellingsovereenkomst zoals in bijlage 1. Artikel 4: Duur 4.1 Onderhavige overeenkomst wordt gesloten voor een minimumduur van 15 jaar. De overeenkomst wordt nadien stilzwijgend verlengd voor onbepaalde duur. 4.2 Tijdens de minimumduur van 15 jaar is onderhavige overeenkomst enkel opzegbaar, mits naleving van een opzegtermijn van 1 (één) jaar mits ernstige redenen. Na deze minimumduur van 15 jaar, kan deze eenzijdig opgezegd worden, mits naleving van een opzegtermijn van 1(een) jaar, zonder opgave van redenen.
4.3. De beëindiging van onderhavige overeenkomst brengt van rechtswege de beëindiging van de terbeschikkingstellingsovereenkomst met zich mee.
Artikel 5: Aansprakelijkheid Beheersinstantie 5.1 De Beheersinstantie is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt in de uitvoering van de zorgen dienstverlening of naar aanleiding daarvan, schending van de bepalingen van deze Overeenkomst of van enige wettelijke of reglementaire bepaling voor zover deze door de Beheersinstantie geleverd werd en niet door derden, tenzij deze werden aangeduid door de Beheersinstantie. 5.2 De Beheersinstantie zal de Opdrachtgever vrijwaren voor alle vorderingen die voortvloeien uit of betrekking hebben op het sluiten, uitvoeren en/of beëindigen van deze Overeenkomst en die worden veroorzaakt door een fout van de Beheersinstantie. 5.3 De Beheersinstantie zal haar aansprakelijkheid verzekeren bij een erkende (beroeps-) aansprakelijkheidsverzekeraar. Een bewijs van deze verzekering en betaling van de premie zal aan de Opdrachtgever worden overgemaakt bij afsluiting van de verzekeringsovereenkomst. Artikel 6: Nietigheid 6.1 Indien een beding van deze Overeenkomst nietig of niet afdwingbaar wordt bevonden, heeft dit niet de nietigheid of onafdwingbaarheid van de overige bepalingen van de Overeenkomst tot gevolg. Die blijven geldig en afdwingbaar. 6.2 Partijen verbinden zich ertoe al wat in hun macht ligt te doen om de nietige of niet afdwingbare bepaling(en) te vervangen door geldige en afdwingbare afspraken die in de grootst mogelijke mate hetzelfde resultaat opleveren als hetgeen zij met de nietige of niet afdwingbare clausules wilden bereiken. De verplichtingen onder de nietige of niet afdwingbare bepalingen worden opgeschort in afwachting van deze vervanging. Artikel 7: Toepasselijke recht en bevoegdheid 7.1 De Overeenkomst wordt exclusief beheerst door en moet geïnterpreteerd worden overeenkomstig het Belgische Recht. 7.2 Uitsluitend de rechtbanken te Antwerpen zijn bevoegd om kennis te nemen van geschillen betreffende de uitvoering en uitvoering van deze Overeenkomst. Opgemaakt in twee originelen op $ te Antwerpen, waarvan elke partij erkent een exemplaar ontvangen te hebben. _________________________________ Voor CARE PROPERTY INVEST NV Vertegenwoordigd door Peter Van Heukelom Bestuurder Willy Pintens Bestuurder
_______________________________ Voor OCMW Wevelgem Vertegenwoordigd door Stefaan Oosthuyse Chris Loosvelt Voorzitter secretaris
Gelet op de terbeschikkingsstellingsovereenkomst met Care Property Invest nv; Overeenkomst voor het terbeschikkingstellen van een appartement in het kader van een erkende groep van assistentiewoningen
TUSSEN CARE PROPERTY INVEST openbare gereglementeerde vastgoedvennootschap, een naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel te Plantin en Moretuslei 220, 2018 Antwerpen, en geregistreerd bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder het nummer 0456.378.0870, RPR Antwerpen, vertegenwoordigd door haar bestuurders Peter Van Heukelom en Willy Pintens Hierna de ‘Eigenaar’ genoemd; EN : OCMW WEVELGEM, met zetel te Deken Jonckheerestraat 9, 8560 Wevelgem, vertegenwoordigd door Chris Loosvelt, voorzitter en Stefaan Oosthuyse, secretaris Hierna de ‘Beheersinstantie’ genoemd; Wordt voorafgaandelijk uiteengezet: De Eigenaar is eigenaar van het gebouw waarvoor de erkenning zal aangevraagd worden als groep van assistentiewoningen. Residentie TILIA (= de groep van assistentiewoningen) zal door Beheersinstantie worden uitgebaat als erkende groep van assistentiewoningen zoals bedoeld in artikel 33 van het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, hierna het “Woonzorgdecreet” en Bijlage XVI bij het Besluit van de Vlaamse Regering
van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregels voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, hierna “Bijlage XVI” en hun uitvoeringsbesluiten, telkens zoals aangepast van tijd tot tijd (hierna samen de “Wetgeving”). De Beheersinstantie (als beheersinstantie van de groep van assistentiewoningen) zal met de bewoner een schriftelijke overeenkomst ondertekenen voor het genotsrecht van de assistentiewoning én voor de zorg- en dienstverlening en tevens overgaan tot de ondertekening van een interne afsprakennota. Teneinde deze doelstelling te kunnen realiseren stelt de Eigenaar bij deze overeenkomst het gebouw ter beschikking van de Beheersinstantie volgens de voorwaarden en modaliteiten door deze Overeenkomst bepaald opdat de Beheersinstantie het op haar beurt ter beschikking kan stellen van een bewoner. EN WERD OVEREENGEKOMEN 1.Voorwerp en bestemming A. 1.1
Verhuring De Eigenaar is eigenaar van het gebouw met 15 Assistentiewoningen te Dorpsplein 27, Wevelgem.
1.2
De Eigenaar verbindt zich ertoe dat iedere Assistentiewoning te allen tijde zal voldoen aan de kwalitatieve eisen op het vlak van infrastructuur zoals opgelegd door de Vlaamse overheid in het kader van een erkende groep van assistentiewoningen (bijvoorbeeld sanitair, brandveiligheid, etc.). De Eigenaar verwijst hiervoor tevens naar de bepalingen van de service level agreement en meer bepaald voor wat betreft de aansprakelijkheid van de verkoper voor
de infrastructurele aspecten van de erkenning als groep van assistentiewoningen. Indien door wijzigingen in deze regelgeving wijzigingen dienen doorgevoerd te worden met een grote financiële en/of juridische impact zullen partijen in overleg treden, zoals bepaald in de service level agreement, die tussen partijen werd afgesproken. B. 1.3
Kwalificatie Deze overeenkomst is een sui generis overeenkomst die wordt aangegaan teneinde de Beheersinstantie (als beheersinstantie van een erkende groep van assistentiewoningen, die instaat voor de zorg- en dienstverlening aan de bewoners) toe te laten de individuele Assistentiewoning via een overeenkomst voor het genotsrecht van de Assistentiewoning ter beschikking te stellen van een bewoner. Onderhavige overeenkomst is aldus niet onderworpen aan de huurwetgeving.
1.4
De Eigenaar stelt de Assistentiewoning ter beschikking van de Beheersinstantie volgens de modaliteiten en de voorwaarden van deze overeenkomst, opdat de Beheersinstantie de Assistentiewoning op haar beurt ter beschikking kan stellen aan één of meerdere bewoners, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van de standaardovereenkomst tussen de Beheersinstantie en de interne afsprakennota van de residentie (hierna samen de ‘Opnameovereenkomst’ genoemd). De Opnameovereenkomst heeft betrekking op het verblijf van de bewoner in de Residentie en op de door de Beheersinstantie aan de bewoner te verstrekken diensten. De Eigenaar erkent een kopie te hebben ontvangen van de Opnameovereenkomst en de bepalingen ervan te aanvaarden. De Eigenaar erkent dat de Beheersinstantie deze Opnameovereenkomst mag aanpassen om te voldoen aan nieuwe voorschriften en/of erkenningsvoorwaarden door de bevoegde overheid opgelegd of aan operationele noden. De Beheersinstantie zal de Eigenaar hiervan voorafgaandelijk in kennis stellen.
2. 2.1
Duur en einde van de overeenkomst Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een onbepaalde duur maar maximaal zolang de service level agreement, ondertekend door eigenaar en opdrachtgever, loopt. De overeenkomst neemt een aanvang op dag van de commercialisatie van het gebouw.
2.2
De beëindiging en opzegperiode van onderhavige overeenkomst zijn gekoppeld aan de beëindiging van de service level agreement tussen partijen. Onderhavige overeenkomst kan niet eenzijdig opgezegd worden.
2.3
Deze overeenkomst wordt van rechtswege beëindigd op het ogenblik dat de Eigenaar, om welke reden dan ook, niet langer houder van een zakelijk of persoonlijk recht op het gebouw is. De Eigenaar verbindt zich ertoe om de Beheersinstantie onmiddellijk in te lichten over de vervreemding van het gebouw. Bovendien verbindt de Eigenaar in de verkoopsovereenkomst te laten opnemen dat de verwerver of rechtsopvolger verplicht is een gelijkaardige terbeschikkingstellingsovereenkomst te laten ondertekenen mits goedkeuring van de beheersinstantie.
2.5
De beëindiging van deze overeenkomst om welke reden dan ook, maakt geen einde aan de rechten en verplichtingen die tijdens haar duurtijd zijn ontstaan.
3. 3.1.
Staat van het gebouw - Onderhoud en herstellingen Het gebouw moet zich in een degelijke bewoonbare staat bevinden. Uiterlijk vóór elke nieuwe Bewoner een Assistentiewoning zal betrekken, wordt door de Beheersinstantie en de Bewoner een plaatsbeschrijving en inventaris opgesteld en voor akkoord ondertekend. Hierin wordt de staat en de uitrusting van de Assistentiewoning opgenomen.
3.2.
De Beheersinstantie verbindt er zich toe de Bewoner te wijzen op zijn verantwoordelijkheid voor de gebruikelijke herstellingen en het normaal onderhoud van de Assistentiewoning en zal de Eigenaar hiervan op de hoogte houden. De verplichtingen van de Bewoner staan vermeld in de Opnameovereenkomst die de Bewoner tekent voor ontvangst bij begin van de bewoning
van de Assistentiewoning. Voor het overige wordt op het vlak van de herstellingen verwezen naar de bepalingen zoals opgenomen in de service level agreement, zoals bepaald tussen partijen. 3.3
Alle door de bewoner, zonder schriftelijk toestemming van de Eigenaar, uitgevoerde verfraaiings- of verbeteringswerken komen ten goede aan de Eigenaar, zonder dat deze enige vergoeding kan eisen. De Eigenaar behoudt steeds het recht te kunnen eisen dat de lokalen in hun oorspronkelijke toestand zouden hersteld worden, behoudens anders luidende schriftelijke overeenkomst.
4. 4.1
Waarborg Als waarborg voor de volledige en stipte navolging van al diens verplichtingen, zal de Bewoner een waarborg stellen ten voordele van de Beheersinstantie ten belope van het maximum bij de Wetgeving toegelaten bedrag, zijnde 30 x de dagprijs. De waarborg wordt gesteld via een geblokkeerde en gepersonaliseerde waarborgrekening. Het gedeelte daarvan dat overeenstemt met de component ‘genotsrecht’, waarborgt de verplichtingen van de Bewoner betreffende de bewoning van de Assistentiewoning. Het gedeelte daarvan dat overeenstemt met de component ‘zorg- en dienstverlening’, waarborgt de verplichtingen van de Bewoner betreffende de zorg- en dienstverlening.
4.2
De Beheersinstantie verbindt zich tegenover de Eigenaar, het gedeelte van de waarborg dat de component ‘genotsrecht’ dekt, niet vrij te geven zonder schriftelijke toestemming van de Eigenaar. In ieder geval mag de waarborg niet aangewend worden om de lopende vergoeding te betalen.
5. Vergoeding 5.1.1. De vergoeding voor de terbeschikkingstelling wordt bepaald en betaald zoals omschreven in artikel 3 van de service level agreement.
Aldus opgemaakt te _______________op ..................................in evenveel exemplaren als er ondertekenaars zijn, plus 1. Dit laatste exemplaar is voor de registratie door en op kosten van de beheersinstantie bestemd. Elke ondertekenaar erkent een exemplaar te hebben ontvangen.
DE BEHEERSINSTANTIE OCMW Wevelgem Vertegenwoordigd door
Stefaan Oosthuyse Secretaris
DE EIGENAAR CP INVEST NV Vertegenwoordigd door
Chris Loosvelt Voorzitter
…
Overwegende dat de te verwachten kosten minstens gedekt worden door de te verwachten inkomsten;
Gelet op art. 270 §1, 5° van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de OCMW’s, BESLUIT: Art. 1 – De service level agreement met Care Property Invest nv voor de uitbating van een groep van 15 assistentiewoningen in Gullegem wordt goedgekeurd. Art. 2.- De terbeschikkingsstellingsovereenkomst met Care Property Invest nv voor de uitbating van een groep van 15 assistentiewoningen in Gullegem wordt goedgekeurd. PUNT 2: MEERJARENPLAN 2014-2019: AANPASSING DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het voorgelegde ontwerp aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019 omvattende de strategische nota en de financiële nota; Overwegende dat het voorontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019 gunstig geadviseerd werd in het managementteam van 10.12.14; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25.06.2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, provincies en OCMW’s; Gelet op het ministerieel besluit van 01.10.2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en OCMW’s; Overwegende dat de aanpassing OCMW meerjarenplan 2014-2019, overeenkomstig art. 270 van het OCMW-decreet van 19.12.08, ter advies voorgelegd werd aan het college van burgemeester en schepenen op 03.12.14; Gehoord de toelichting van de voorzitter en de financieel beheerder; Gelet op de opmerking van raadslid Wim Verlinde dat er geen link terug te vinden is tussen de beleidsdoelstellingen en het meerjarenplan en er enkel cijfergegevens en geen inhoudelijke informatie gegeven wordt; Gelet op het antwoord dat de opmerking terecht is, maar dat het evaluatie- en voortgangsrapport van de beleidsdoelstellingen een document is dat gelinkt is aan de jaarrekening; Overwegende dat binnenkort een overleg tussen de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en het managementteam zal georganiseerd worden om het evaluatie- en voortgangsrapport van de beleidsdoelstellingen te bespreken; Gelet op art. 147 van het OCMW-decreet; BESLUIT : ART. 1.- De aanpassing aan het meerjarenplan 2014-2019 wordt vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de raadsleden Hilde Martin en Serge Verbrugghe die zich onthouden. ART. 2.- De financiële nota van het meerjarenplan 2014-2019 kent volgende resultaten: - Resultaat op kasbasis: o 2014: € 4.291.237,23 o 2015: € 4.292.024,76 o 2016: € 4.327.491,13 o 2017: € 4.452.048,86 o 2018: € 4.606.773,77
-
o 2019: € 4.833.099,10 Autofinancieringsmarge o 2014: - € 192.602,63 o 2015: € 787,53 o 2016: € 35.466,37 o 2017: € 124.557,73 o 2018: € 154.724,91 o 2019: € 226.325,33
ART. 2.- De aanpassing aan het meerjarenplan 2014-2019 wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeenteraad. PUNT 3: BUDGET 2015: VASTSTELLING DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het voorgelegde ontwerp van het OCMW-budget voor het dienstjaar 2015; Overwegende dat het voorontwerp van het OCMW-budget (strategische nota en financiële nota) voor het dienstjaar 2015 besproken werd en gunstig geadviseerd in het managementteam van 10.12.14; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25.06.2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, provincies en OCMW’s; Gelet op het ministerieel besluit van 01.10.2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, provincies en OCMW’s; Overwegende dat het OCMW-budget voor het dienstjaar 2015, overeenkomstig art. 270 van het OCMW-decreet van 19.12.08, ter advies voorgelegd werd aan het college van burgemeester en schepenen op 03.12.14; Overwegende dat het budget 2015 binnen de grenzen blijft van de gemeentelijke bijdrage, opgenomen in het meerjarenplan 2014-2019; Gehoord de toelichting van de voorzitter en de financieel beheerder; Gelet op de opmerking van raadslid Wim Verlinde dat er geen link terug te vinden is tussen de beleidsdoelstellingen en het budget en er enkel cijfergegevens en geen inhoudelijke informatie gegeven wordt; Gelet op het antwoord dat de opmerking terecht is, maar dat het evaluatie- en voortgangsrapport van de beleidsdoelstellingen een document is dat gelinkt is aan de jaarrekening; Overwegende dat binnenkort een overleg tussen de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn en het managementteam zal georganiseerd worden om het evaluatie- en voortgangsrapport van de beleidsdoelstellingen te bespreken; Gelet op art. 149 van het OCMW-decreet; Gelet op het bedrag van de gemeentelijke toelage, nl. € 4.974.000; BESLUIT : ART. 1.- Het budget 2015 wordt vastgesteld als volgt: Exploitatiebudget Uitgaven: € 15.739.132,79 Ontvangsten: € 16.473.081,36
Investeringsbudget Uitgaven: € 897.000 Ontvangsten: € 1.142.015,43 Andere uitgaven en ontvangsten Uitgaven: € 1.565.176,47 Ontvangsten: € 0 ART. 2.- Het budget 2015 wordt vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn, met uitzondering van de raadsleden Hilde Martin en Serge Verbrugghe die zich onthouden. ART. 3.- Het budget 2015 wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de Gemeenteraad. PUNT 4: BEHEERSOVEREENKOMST GEMEENTE-OCMW 2015 DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld in zitting van 02.12.13, waarin als beleidsdoelstelling opgenomen is: ‘Versterken en verbreden van de dienstverlening (prioritaire beleidsdoelstelling 3); Gelet op de acties en actieplannen, gekoppeld aan deze doelstellingen: actie ‘Concrete vormen van samenwerking met de gemeente ontwikkelen; opmaak en evaluatie van een jaarlijkse beheersovereenkomst’ die valt onder actieplan 11: ‘uitbouw samenwerking met gemeente Wevelgem, OCMW’s en andere organisaties’; Gelet op het OCMW-decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de OCMW’s, in het bijzonder artikel 51 en artikel 271; Gelet op de beslissing van 14.04.14 waarin het beleidskader voor de samenwerking tussen gemeente en OCMW vastgelegd werd; Gelet op de volgende drie lijnen inzake samenwerking, opgenomen in het beleidskader: - Beleidsondersteuning wordt over de organisaties heen ingezet ter versterking van de ingezette middelen. - Ondersteunende diensten werken op concrete punten samen. - Medewerkers van beide organisaties werken samen aan het extern beleid, om tot een betere ‘outcome’, betere resultaten te komen, om de doelstellingen beter in te kleuren; Overwegende dat er een beheersovereenkomst 2015 opgemaakt werd door Stefaan Oosthuyse, secretaris OCMW en Kurt Parmentier, gemeentesecretaris, Overwegende dat het ontwerp van beheersovereenkomst besproken en gunstig geadviseerd werd in het managementteam van 17.11.14; Gelet op het voorgelegde ontwerp van beheersovereenkomst gemeente-OCMW 2015: Op het vlak van beleidsondersteuning De beleidsmedewerkers, de heer Erwin Loos en mevrouw Lisa Yserbyt, werken intensief samen op het vlak van organisatiebeheersing. De gemeente heeft dit traject al deels doorlopen, in aanwezigheid van de beleidsmedewerker van het OCMW. Het OCMW zou met dit traject aanvangen in het voorjaar 2015.
Samen bereiden de beleidsmedewerkers de externe audit vanuit de Vlaamse overheid voor. Deze externe audit is voor beide besturen gepland in het najaar van 2015. De aanwervingsprocedure van de bijkomende beleidsmedewerker in de gemeente, met als specifieke taak het opvolgen van de samenwerkingsprojecten tussen beide organisaties, is lopende. Gemeentesecretaris en OCMW-secretaris bereiden een gemeenschappelijk HRproject voor, in samenspraak met de managementteams. De beleidsmedewerkers, toegevoegd aan de gemeentesecretaris, focussen tevens op datamanagement binnen het gemeentebestuur. Dit project kan vervolgens geïntroduceerd worden binnen het OCMW. De heer Erwin Loos wordt van bij aanvang betrokken in het gemeentelijk verhaal. De beleidsmedewerker van het OCMW, de heer Erwin Loos, wordt tevens veiligheidsconsulent binnen het gemeentebestuur. Binnen de gemeentelijke diensten wordt de informatieveiligheid opgevolgd door een beleidsmedewerker. De wenselijke informatieveiligheidsclausules worden opgelegd. Personeelsleden die zich in functie van hun taakoefening moeten begeven in ruimtes waarin zich te beveiligen gegevens van persoonlijke aard bevinden, verbinden zich tot geheimhouding. De heer Frank Deleu, financieel beheerder van de gemeente, gaat met pensioen met ingang van 1 mei 2015. De heer Jan Festjens, financieel beheerder van het OCMW, krijgt ook de taak van financieel beheerder van de gemeente toegewezen. Ter ondersteuning van de uitvoering van deze bijkomende taak wordt door de gemeente een bijkomende medewerker op A-niveau (beleidsmedewerker financieel beheerder) aangeworven, met specifieke juridische competenties. Daarnaast wordt ook een bijkomende medewerker aangeworven op B-niveau, die ook halftijds zal ingezet worden voor taken binnen de financiële dienst van het OCMW. Op het vlak van ondersteunende diensten De financiële diensten werken nauw samen, met 1 financieel beheerder. De vervanging van de financieel beheerder verloopt zonder bijkomende financiële lasten. Zoals hierboven gesteld wordt de gemeenschappelijke financieel beheerder in zijn totale taak ondersteund door een beleidsmedewerker. Daarnaast wordt voor de financiële dienst een kaderwijziging voorbereid (cfr. supra), gelet op de stijgende techniciteit van de processen, de reglementering en rapportering inzake de lokale overheidsfinanciën. De gemeenschappelijke financieel beheerder kan, na overeenstemming met de gemeente- en OCMW-secretaris, aan het personeel van de financiële diensten taken toevertrouwen die strikt genomen uitgevoerd worden ten behoeve van het andere lokaal bestuur dan waar hij tewerkgesteld is. Dit draagt bij tot het boeken van efficiëntiewinsten en kennisdeling. De personeelsdiensten werken samen aan een actualisatie van de rechtspositieregeling. Basis hierbij is het garanderen van de personeelsmobiliteit over de beide organisaties heen en het creëren van het kader om tot gemeenschappelijke rekrutering over te gaan. De diensthoofden, mevrouw Lynn Geeraert en de heer Marnix Tack, volgen mee de gezamenlijke HR-projecten op. De ICT-medewerkers ondersteunen elkaar bij het garanderen van een permanente beschikbaarheid van de lokale netwerken, die met elkaar verbonden worden via een
glasvezelkabel. Rond deze samenwerking werd volgend ambitieniveau vastgelegd: het delen van server rooms, het opzetten van een gezamenlijke infrastructuur en het maken van afspraken in verband met werkuren/ aanwezigheid. Het tewerkstellingsproject van het OCMW werkt nauwer samen met de gemeentelijke diensten. In die zin is het voorbije jaar een goed overleg uitgebouwd en zijn concrete projecten gerealiseerd (vb. schilderen van de schepenzaal). Dit project zou gehuisvest worden in het depot van Moorsele. De gemeentelijke cel communicatie ondersteunt de externe communicatie vanuit het OCMW. Concreet worden een aantal uren beschikbaar gesteld voor de ondersteuning inzake vormgeving. Rond de inhoudelijke communicatie kan, na definitieve aanwerving van een communicatieambtenaar door de gemeente, mee ondersteuning geboden worden. De gemeentesecretaris beoordeelt de prioriteit van werkopdrachten voor deze cel. Samenwerking in functie van het externe beleid Het afgelopen jaar werd in het bijzonder ingezet rond de oprichting van een lokaal netwerk (gemeente , OCMW en CAW), dat moet bijdragen tot een verhoogde vrijetijdsparticipatie van de zogenaamde kansengroepen. Deze samenwerking wordt verdergezet en krijgt mee vorm met de introductie van de UIT-pas. De samenwerking tussen vrijetijdsdiensten en OCMW krijgt een praktische vertaling waar cultuurcentrum, sportdienst, de lokale dienstencentra in Wevelgem en Gullegem en het MO2project in Moorsele elkaar de hand reiken. Het afgelopen jaar werd ook overlegd rond de uitwerking van een integratiebeleid. Het is de bedoeling hier verder stappen vooruit te zetten, maar spijtig genoeg kunnen hier, vanuit de Vlaamse overheid, geen financiële middelen voor ingezet worden, alhoewel Wevelgem hiervoor in aanmerking leek te komen. Gemeente en OCMW participeren samen aan het regionaal overleg inzake sociale economie, op basis waarvan de gemeente het fietsproject ingediend heeft. Hier is bijzondere aandacht voor arbeidsmobiliteit van kansengroepen. Bedoeling is om dit fietsproject binnen een regionaal verhaal te versterken. In 2015 wordt gezamenlijk werk gemaakt van de uitwerking van het ouderenbeleid, met als basis het witboek, mee geïnspireerd door professor Verthé. Een werkgroep wordt opgericht onder leiding van volgende leden van de managementteams, mevrouw Mieke Devos en mevrouw Sylvie Desmet. Daarnaast worden vanuit beide organisaties de bestaande initiatieven inzake armoedebestrijding geëvalueerd, wat een basis moet vormen voor nog een sterkere inzet inzake armoedepreventie en -bestrijding. De focus wordt hierbij nadrukkelijk gelegd op kinderarmoede, wat samenwerking met o.a. het onderwijsveld impliceert. Financiële aspecten De wedde van de financieel beheerder wordt halftijds teruggevorderd van het OCMW aan de gemeente. De wedde van de bijkomende medewerker op B-niveau (financiële dienst) wordt halftijds teruggevorderd van gemeente aan OCMW. Dit naar analogie met de regeling voor de interne preventieadviseur. Deze transacties leiden tot meer transparantie inzake de werkelijke exploitatie-uitgaven binnen beide organisaties.
De inzet van andere personeelsleden ten behoeve van de organisatie, waarbij het personeelslid niet tewerkgesteld is, wordt voor het overige niet financieel verrekend. De inzet van alle mogelijke personeelsleden binnen de andere organisatie (gemeentepersoneel in het OCMW en OCMW-personeel in de gemeente) wordt gedekt door deze overeenkomst. De gevallen, niet in deze overeenkomst opgenomen, vereisten de instemming van de gemeente- en OCMWsecretaris. Het werkgeversgezag berust bij het eigen tewerkstellend bestuur, tenzij er een uitdrukkelijke terbeschikkingstelling afgesproken is. Ieder personeelslid blijft bijgevolg werken onder het gezag van het eigen bestuur dat optreedt in hoedanigheid van werkgever, ongeacht of de opdracht wordt uitgevoerd voor het eigen bestuur of het andere bestuur. De gezagsverhouding dient eenduidig te zijn voor de betrokken personeelsleden. De personeelsleden worden geëvalueerd door hun hiërarchisch meerderen binnen het organigram van het tewerkstellend bestuur. Het OCMW blijft de juridische werkgever van de financieel beheerder en oefent het werkgeversgezag uit. In het kader van de evaluatie van de financieel beheerder geldt de regeling zoals opgenomen in de rechtspositieregeling van OCMW Wevelgem. Bijkomend zullen de leden van het college van burgemeester en schepenen, de leden van het managementteam van de gemeente, de medewerkers van de financiële dienst van de gemeente en eventueel andere medewerkers van de gemeente die nauw samenwerken met de financieel beheerder betrokken worden in de evaluatie van de financieel beheerder. Organisatorische aspecten Ter uitvoering en ter bewaking van het beleidskader en de beheersovereenkomst wordt driemaandelijks een overleg georganiseerd waaraan volgende personen participeren: De burgemeester, de voorzitter van het OCMW, de schepen van sociale zaken, de gemeentesecretaris en de OCMW-secretaris. Deze vergaderingen worden bijgewoond door de beleidsmedewerker gemeentesecretaris, die ook instaat voor de verslaggeving. Omtrent de budgetopvolging wordt vanuit beide besturen regelmatig gerapporteerd aan dit overlegorgaan. De besprekingen omtrent budgetopvolging en budgetopmaak worden bijgewoond door de schepen van financiën en de financieel beheerder. Voor beide managementteams wordt een gezamenlijke infonamiddag georganiseerd, waar op basis van kennisdeling en ervaringsuitwisseling, het samenwerkingsverhaal gevoed kan worden.
Deze overeenkomst wordt ondertekend door De burgemeester en de gemeentesecretaris, namens de gemeente De voorzitter en secretaris van het OCMW, namens het OCMW BESLUIT:
ENIG ARTIKEL – De beheersovereenkomst gemeente-OCMW 2015 wordt goedgekeurd. PUNT 5: REGIONALE OCMW-VERENIGING W13: STATUTEN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat ‘Uitbouw juridische structuur overkoepelende OCMW-vereniging’ een actie is die valt onder actieplan 11 (uitbouw samenwerking met gemeente Wevelgem, OCMW’s en andere organisaties) als onderdeel van de prioritaire beleidsdoelstelling 3 (versterken en verbreden van de dienstverlening) zoals bepaald in het meerjarenplan 20142019; Gelet op de motivering ter oprichting van een vereniging overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet: Van Regio-overleg naar gestructureerd samenwerkingsverband Het OCMW participeert aan het regio-overleg van voorzitters en secretarissen van de OCMW’s uit dertien Zuid-West-Vlaamse gemeenten. Binnen dit regio-overleg ontstond de consensus om te evolueren van een los samenwerkingsverband naar een gestructureerd intergemeentelijk samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid (regio-overleg 28.09.2013 en 25.10.2013). Voor de juridische structuur van het samenwerkingsverband wordt, na onderzoek en afweging van de diverse decretale mogelijkheden, de publieke OCMW-vereniging overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet, als meest geschikte rechtsvorm bevonden. Doel van de vereniging De vereniging heeft als doel een gestructureerd en onderbouwd gezamenlijk sociaal-, zorg- en welzijnsbeleid voor de regio te voeren. Daartoe worden de krachten gebundeld. Diverse bestaande samenwerkingsverbanden worden geïntegreerd, zoals het Welzijnsconsortium, Sinergiek, het regionaal netwerk trajectbegeleiders, het regionaal crisisnetwerk, de werkgroep regionaal zorgstrategisch plan ouderenzorg, enzovoort. Door de krachtenbundeling vermijden we de bestaande versnippering en krijgen we meer slagkracht voor het indienen van gezamenlijke projectdossiers. Er wordt niet alleen op projecten gewerkt. In eerste instantie beogen we een structurele en gestructureerde samenwerking, waardoor het regionaal welzijnsbeleid transparanter, eenvoudiger en efficiënter kan verlopen. Partners, stichtende deelgenoten De partners of deelgenoten in de vereniging zijn: de OCMW’s van de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem. Naast de dertien OCMW’s participeert een private partner, het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid West-Vlaanderen (CAW). De dertien genoemde OCMW’s en het CAW zijn de stichtende deelgenoten van de vereniging. Het Vlaams beleidskader Het voorstel ligt in lijn met het Vlaams beleidskader. Het regeerakkoord 2014-2019 van de Vlaamse Regering wil “de dynamiek van de regiovorming versterken”. Het Vlaams regeerakkoord stelt letterlijk: “Het doel is om het aantal intermediaire niveaus drastisch te
verminderen en te komen tot zoveel mogelijk samenvallende samenwerkingsverbanden. We willen dat de gemeenten de bestaande samenwerkingsverbanden zoveel mogelijk samenvoegen en afstemmen op een regionale schaal.” De verenigingsvorm De partners in het samenwerkingsverband opteerden voor de verenigingsvorm gebaseerd op titel VIII hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet. Dit gaat om een publieke vereniging, met rechtspersoonlijkheid. De partners opteerden voor deze vorm uit oogpunt van maximale democratische participatie van de betrokken lokale besturen en uit oogpunt van maximale transparantie van de activiteiten en beslissingen van de vereniging. De bestuursvorm van de vereniging garandeert deze beide fundamentele elementen. Democratische participatie: alle gemeenten participeren aan de bestuursorganen van de vereniging. De OCMW-raden en colleges zijn maximaal betrokken bij de besluitvorming. Transparantie: het OCMW-decreet en de statuten garanderen een volledige terugkoppeling naar de besturen van de besluitvorming van de vereniging en van het gevoerde beleid. Bovendien garandeert de rechtspersoonlijkheid een stabiele structuur en een onderbouwd engagement van de deelgenoten om de doelstellingen van de vereniging te garanderen. De verenigingsvorm laat toe dat naast de OCMW’s, ook gemeenten en andere publieke partners kunnen toetreden, alsook private partners zonder winstoogmerk. De financiën De OCMW’s-deelgenoten leveren een jaarlijkse bijdrage van 0,50 euro per inwoner van de gemeente. Deze bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd om de loonkosten van het personeel te kunnen opvangen. De bijdrage van het CAW bestaat uit de loonkost van 2 VTE personeelsleden die het CAW zal vrijstellen voor de regionale werking. Subsidies: - Regierol sociale economie: 35.000 euro - Eenmalige opstartsubsidie Provincie: 30.000 euro Bestuur In de algemene vergadering zetelen 2 stemgerechtigde afgevaardigden per deelgenoot. Er is een voorzitter en drie ondervoorzitters, deze laatste bij voorkeur van een andere partij dan de voorzitter en de andere ondervoorzitters. In de raad van beheer zetelen 1 stemgerechtigde afgevaardigde per deelgenoot en 1 expert per deelgenoot (de OCMW-secretaris of een aangestelde) met raadgevende stem. Van elke gemeente kan 1 lid van het college van burgemeester en schepenen participeren met raadgevende stem. Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de drie ondervoorzitters, twee OCMWsecretarissen van en andere gemeente dan die van de voorzitter en ondervoorzitters, één afgevaardigde van het CAW en de leidend ambtenaar. In de schoot van het dagelijks bestuur worden thematische werkgroepen of stuurgroepen opgericht. Daaraan kunnen andere partners van het middenveld participeren, alsook leden van de colleges. De stemgerechtigde vertegenwoordigers van de deelgenoten-OCMW’s zijn allen OCMWraadsleden.
De gemeenten participeren in de raad van beheer en aan de werk- of stuurgroepen. Er wordt teruggekoppeld naar alle raden en colleges over besluit- en beleidsvorming. De Naam De vereniging zal de naam “W13” dragen. Het cijfer 13 slaat op de dertien gemeenten die deel uitmaken van het gebied waarvoor de vereniging werkzaam is. De zetel De vereniging kan zich vestigen in de kantoren van de Intercommunale Vereniging Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk. De zetel bepaalt de toepasselijke rechtspositieregeling op het personeel van W13. Personeel De vereniging zal worden geleid door een verantwoordelijke op niv. A1-3. Deze leidend ambtenaar zal worden gerekruteerd via een open vacature. Het personeel van W13 valt onder toepassing van de rechtspositieregeling van het OCMWKortrijk. Werking Het uitgangspunt is minder structuren en meer slagkracht. W13 zal fungeren als regionale koepel voor andere regionale overlegplatformen en samenwerkingsverbanden zoals Sinergiek, Welzijnsconsortium, regio-overleg sociale diensten OCMW, regionaal netwerk trajectbegeleiders, de werkgroep zorgstrategie, het regionaal crisisnetwerk, de stuurgroep thuisloosheid, de denktank buurtgericht werken, werkgroep warmer wonen, regionaal overleg sociale economie. Tegenover regionale partners die decretaal bepaald zijn fungeert W13 als vertegenwoordiger van de OCMW’s en welzijnsdiensten van de gemeenten. Hieronder vallen ondermeer Leiedal, RESOC-SERR, SEL Zuid-West-Vlaanderen, LOGO. Procedure tot oprichting - Positief advies van het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig art.270 OCMW-decreet: op 01.10.14 over het principe, op 07.01.15 over het ontwerpbesluit - Raadsbesluit tot oprichting van een OCMW-vereniging overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet en goedkeuring van de ontwerp-statuten van de vereniging - Goedkeuring van de gemeenteraad - Goedkeuring van de Vlaamse regering - Verlijden van de notariële akte houdende de statuten Er is een eerste positief advies verleend over het principe van de oprichting door alle colleges van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeenten. Gelet op het OCMW-decreet, meer specifiek op de artikelen 219 tot en met 235 betreffende de externe verzelfstandiging en samenwerking; Gelet op art. 270 van het OCMW-decreet; Gelet op het positief advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 01.10.14 over het principe van de vereniging W13; Gelet op het positief advies van het college van burgemeester en schepenen dd. 07.01.15 op de ontwerpbeslissing en ontwerp-statuten; Gelet op het regeerakkoord van de Vlaamse regering 2014-2019; Gelet op bovenstaande uitvoerige motivering;
Gelet op de ontwerp-statuten van de vereniging “W13”; STATUTEN “W13” - OCMW-vereniging van publiek recht (ontwerp)
Titel 1. BENAMING, ZETEL, DUUR, DOEL Art.1 De stichtende deelgenoten: de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Kortrijk, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem, Zwevegem (hierna genoemd: OCMW’s), bij het verlijden van deze akte vertegenwoordigd door hun respectievelijke voorzitters en secretarissen, het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid West-Vlaanderen (hierna CAW genoemd), bij het verlijden van deze akte vertegenwoordigd door ….., richten een vereniging op overeenkomstig titel VIII hoofdstuk 1 van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (verder OCMW-decreet genoemd). De vereniging draagt de naam “W13”. Art.2 De vereniging neemt de vorm aan van een openbare instelling conform Titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet. De vereniging bezit rechtspersoonlijkheid. Ze kan onder meer, onder dezelfde voorwaarden als de OCMW’s, subsidies van de openbare besturen en schenkingen en legaten ontvangen, alsmede leningen aangaan. Art.3 Het doel van de vereniging is: Het gestructureerd en onderbouwd voeren van een gezamenlijk sociaal welzijns- en zorgbeleid voor de regio op de volgende vlakken: Steunverlening, leefloon, activering: uitwerken van gelijklopende basisprincipes, werkwijzen en methodieken Gezamenlijke aanpak van thuisloosheid, daklozen, nachtopvang, winteropvang, crisisopvang Gezamenlijke afstemming en beleidsvoering inzake vormen van zorg, met name woonzorgcentra, dagverzorgingscentra, assistentiewoningen, serviceflats, centra voor herstel- en supportzorg, diensten voor kortverblijf, dienstencentra, thuiszorgdiensten, gezondheidscentra, diensten voor opvanggezinnen, voorschoolse- en buitenschoolse kinderopvang, woonvormen voor personen met een beperking Gezamenlijke afstemming en beleidsvoering inzake armoedebestrijding Gezamenlijke aanpak van een energiebeleid, waaronder de inzet van energiesnoeiers, optreden als lokale entiteit voor het FRGE en diens rechtsopvolgers Optreden als regisseur voor de regio inzake sociale economie Opmaken van een gezamenlijk zorgstrategisch plan voor de regio Onderlinge ondersteuning en begeleiding inzake beheersdossiers, bv. gezamenlijke aankopen Oprichten van gemeenschappelijke diensten, zowel beheersmatig als op vlak van hulpverlening Verwerven en delen van expertise op vlak van welzijn en zorg door het oprichten van thematische stuur- en werkgroepen Gezamenlijk indienen van projectdossiers bij subsidiërende overheden Bundeling van bestaande samenwerkingsverbanden, waardoor minder versnippering van structuren en meer slagkracht Samenwerking met andere publieke en/of private partners in activiteiten die overeenstemmen met het doel van de vereniging
Art.4 De zetel van de vereniging is gevestigd te 8500 Kortrijk, President Kennedypark 10. De zetel mag worden overgebracht naar een ander adres bij besluit van de algemene vergadering. De bekendmaking van dit besluit gebeurt door publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad. Art.5 De vereniging wordt opgericht voor de termijn van dertig jaar, die ingaat op de datum waarop de definitief geworden goedkeuringsbesluiten betreffende de vereniging en de statuten gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. De duur kan verlengd worden bij voorafgaande beslissing van de algemene vergadering en goedkeuring van de deelgenoten. De verlenging is onderworpen aan art.224 van het OCMWdecreet. Indien de duur niet wordt verlengd, is de vereniging van rechtswege ontbonden bij het verstrijken van de termijn van dertig jaar.
TITEL 2.
DEELGENOTEN, TOETREDING, UITTREDING, UITSLUITING, INBRENG
Art. 6 §1. De vereniging bestaat uit stichtende deelgenoten en toegetreden deelgenoten. De stichtende deelgenoten zijn: de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Kortrijk, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem, Wervik, Zwevegem, het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid West-Vlaanderen. De toegetreden deelgenoten zijn de deelgenoten die overeenkomstig art.7 van onderhavige statuten en conform art.224 van het OCMW-decreet, bij beslissing van de algemene vergadering toetreden tot de vereniging. De deelgenoten zijn OCMW’s, andere publieke rechtspersonen en private rechtspersonen zonder winstoogmerk. De stichtende en toegetreden deelgenoten zijn vertegenwoordigd door hun afgevaardigden. Art.7 Nieuwe deelgenoten kunnen toetreden tot de vereniging bij beslissing van de algemene vergadering en mits voorafgaande instemming van alle deelgenoten. De toetreding gebeurt conform art.224 van het OCMW-decreet. Art.8 §1. De deelgenoten kunnen uit de vereniging treden na drie jaar deelgenootschap. De uittreding gebeurt door middel van een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van de vereniging tijdens de eerste zes maanden van een werkingsjaar. De uittreding kan pas een aanvang nemen de eerste januari van het jaar volgend op de kennisgeving van de uittreding. Ingeval van verlies van rechtspersoonlijkheid, beslist de algemene vergadering of de rechtsopvolger als deelgenoot wordt aanvaard en volgens welke voorwaarden, dan wel of het deelgenootschap vervalt. De deelgenoot die is uitgetreden kan geen aanspraak maken op de waarde van zijn inbreng noch op enige andere schadeloosstelling. §2. Ingeval van wijziging van de doeleinden waarvoor de vereniging werd opgericht, kan elke deelgenoot zich uit de vereniging terugtrekken conform art. 225 van het OCMW-decreet. Art. 9 §1. De inbreng van de deelgenoten-OCMW’s bestaat uit een jaarlijkse bijdrage van 0,50 euro per inwoner van de gemeente. Als bevolkingscijfer wordt de officiële opgave van de gemeente per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het werkingsjaar genomen.
De bijdrage van de OCMW’s wordt jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen. De basisindex is het indexcijfer van de maand juli 2014. De bijdrage voor het eerste werkjaar wordt volstort bij de oprichting van de vereniging W13. De bijdragen voor de volgende werkjaren worden volstort in de maand januari. §2. De inbreng van de deelgenoot CAW bestaat uit het ten laste nemen door het CAW van de loonkost van twee voltijds equivalent personeelsleden, binnen het CAW vrijgesteld voor regionale opdrachten.
TITEL 3.
DE ALGEMENE VERGADERING
Art.10 De algemene vergadering is samengesteld uit de afgevaardigden van de deelgenoten. Elke deelgenoot heeft twee afgevaardigden in de algemene vergadering. De OCMW’s zijn afgevaardigd door raadsleden. De leden worden door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen volgens de regels vermeld in art.60§3 van het OCMWdecreet, voor de verkiezing van de leden van het vast bureau. Art.11 Elke afgevaardigde beschikt over één stem. Een afgevaardigde kan zich bij volmacht door een andere afgevaardigde van de algemene vergadering laten vertegenwoordigen. Een afgevaardigde kan slechts één volmacht hebben, die schriftelijk moet worden gegeven. Art.12 De algemene vergadering is bevoegd voor: Het wijzigen van de statuten De benoeming van de beheerders De verkiezing van de voorzitter en ondervoorzitters van de vereniging De kwijting aan de beheerders De goedkeuring van de budgetten en de rekeningen De ontbinding van de vereniging De toetreding van nieuwe deelgenoten De uitsluiting van deelgenoten Alle gevallen waar de statuten dit vereisen Art.13 Het mandaat van een afgevaardigde van de algemene vergadering duurt in principe zes jaar, maar eindigt bij de installatie van de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn overeenkomstig art.16 van het OCMW-decreet, bij ontslag van een afgevaardigde uit de algemene vergadering of bij het einde van het mandaat als OCMW-raadslid. Een afschrift van de beslissing tot aanstelling van nieuwe afgevaardigden, wordt onmiddellijk toegestuurd naar de voorzitter van de algemene vergadering. De afgevaardigden blijven hun mandaat uitoefenen tot de dag waarop zij door de deelgenoot worden vervangen. Art.14 De algemene vergadering kiest zijn voorzitter uit de afgevaardigden van de deelgenoten, die voorzitter zijn van een OCMW. De algemene vergadering duidt onder haar afgevaardigden drie ondervoorzitters aan, allen OCMWvoorzitters, die bij voorkeur elk een andere partij vertegenwoordigen dan die van de voorzitter en die van de andere ondervoorzitters. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de voorzitter wordt deze vervangen door één van de drie ondervoorzitters. Het huishoudelijk reglement van de vereniging W13 bepaalt de rangorde voor de aanduiding van de ondervoorzitter die de voorzitter zal vervangen.
Ingeval van overlijden van de voorzitter of wanneer aan zijn mandaat een einde komt om een andere reden dan de algehele vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt een nieuwe voorzitter verkozen in de algemene vergadering. De algemene vergadering wordt bijgewoond door de leidend ambtenaar van de vereniging W13. De secretarissen van de deelgenoten-OCMW’s kunnen de algemene vergadering bijwonen met raadgevende stem. Art.15 De oproeping naar de algemene vergadering gebeurt elektronisch, ten minste vijf werkdagen voor de dag van de algemene vergadering. De oproeping vermeldt alle agendapunten. De agenda wordt opgesteld door de raad van beheer. Van de agenda wordt elektronisch een kopie gestuurd naar de zetel van alle deelgenoten en naar de leden van de raad van beheer. Art.16 De algemene vergadering beslist binnen zijn bevoegdheid over de punten vermeld op de agenda. De algemene vergadering mag enkel beraadslagen en beslissen over de punten die op de agenda staan, behalve ingeval van dringende noodzakelijkheid, die door 2/3 van de aanwezige stemmen moet worden vastgesteld. Art.17 Voor het bijwonen van de vergaderingen van de bestuursorganen worden geen presentiegelden, noch onkostenvergoedingen verleend. Art.18 De algemene vergadering vergadert minstens één maal per jaar. Wanneer 1/3 van de afgevaardigden van de algemene vergadering daar schriftelijk om verzoekt, moet de raad van beheer binnen de tien werkdagen een algemene vergadering beleggen. Het verzoek dient de punten te vermelden en toe te lichten die op de agenda moeten geplaatst worden. De algemene vergaderingen vinden plaats op de zetel van de vereniging of op een door de raad van beheer bepaalde plaats. De bijeenkomsten van de algemene vergaderingen geschieden met gesloten deuren. Art.19 De algemene vergadering kan slechts rechtsgeldig beraadslagen en beslissen indien minstens de helft van de stemgerechtigde afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Zij kunnen, indien zij twee maal bijeengeroepen werden zonder dat het vereiste aantal afgevaardigden aanwezig was, na een nieuwe en laatste bijeenroeping, geldig beraadslagen en beslissen, welk ook het aantal aanwezige afgevaardigden weze, over de onderwerpen die voor de derde maal op de agenda staan. Art.20 Behalve in de gevallen die het OCMW-decreet of de statuten het anders bepalen, worden de beslissingen genomen bij gewone meerderheid, dat is de helft plus één. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. Er wordt geen rekening gehouden met de onthoudingen, blanco of ongeldige stemmen. Elke beslissing tot wijziging van de statuten, tot toetreding of uitsluiting van deelgenoten, hetzij publiek of privaat, tot verlenging van de duur van de vereniging of tot vrijwillige ontbinding van de vereniging, kan alleen genomen worden als alle deelgenoten daarmee voorafgaand instemmen. Bij statutenwijziging is die voorafgaande instemming alleen vereist voor wijzigingen die een verzwaring van de verplichtingen of de vermindering van de rechten van de deelgenoten teweegbrengen.
Beslissingen tot wijziging van de statuten, toetreding of uitsluiting van deelgenoten, verlenging van de duur van de vereniging of vrijwillige ontbinding van de vereniging, worden genomen met een 2/3 meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde afgevaardigden. Wanneer deze voorwaarde niet vervuld is, wordt binnen de twee maanden een nieuwe algemene vergadering bijeen geroepen met dezelfde agenda. Art.21 De leidend ambtenaar van de vereniging maakt de notulen van de vergadering op. De notulen worden ondertekend door de leidend ambtenaar en de voorzitter. De notulen worden, na goedkeuring door de algemene vergadering, in een daartoe bestemd register ingeschreven. Afschriften van en uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de leidend ambtenaar en de voorzitter. De goedgekeurde notulen worden elektronisch toegestuurd aan de leden van de algemene vergadering en van de raad van beheer en worden ter kennis gebracht van de deelgenoten en van de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten van de deelgenoten. De goedgekeurde notulen worden gepubliceerd op de website van de vereniging, behoudens de punten die een louter persoonlijke aangelegenheid betreffen.
TITEL 4
DE RAAD VAN BEHEER
Art.22 §1. De vereniging wordt bestuurd door de raad van beheer. §2. De leden van de raad van beheer worden benoemd door de algemene vergadering, met behoud van art.226 OCMW-decreet. De afgevaardigden van de deelgenoten OCMW’s worden aangesteld overeenkomstig art.226 OCMW-decreet. §3. De raad van beheer bestaat uit vertegenwoordigers van de deelgenoten. Elke deelgenoot is vertegenwoordigd door één afgevaardigde met stemrecht en door één expert zonder stemrecht. De secretaris van elke deelgenoot – OCMW of een door hem aangestelde vervanger maakt deel uit van de raad van beheer met raadgevende stem, in dit geval zijn zij de experten. Van elke gemeente kan één lid van het college van burgemeester en schepenen met raadgevende stem participeren aan de raad van beheer. De leidend ambtenaar van de vereniging woont de vergaderingen van de raad van beheer bij met raadgevende stem. De raad van beheer kan voor de toelichting over een welbepaald agendapunt andere personen met specifieke expertise toelaten tot de vergadering. §4. Elke deelgenoot heeft één stem in de raad van beheer. Art.23 Het mandaat van een stemgerechtigd beheerder duurt in principe zes jaar, maar eindigt alleszins bij de installatie van de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn overeenkomstig art.16 van het OCMW-decreet of bij verlies van de hoedanigheid als OCMW-voorzitter of bij ontslag als OCMWraadslid. Bij het openvallen van een mandaat van stemgerechtigd beheerder duidt de deelgenoot die de beheerder afvaardigt een vervangende beheerder aan, die het mandaat beëindigt van degene die hij vervangt. Art.24 De voorzitter van de algemene vergadering is eveneens voorzitter van de raad van beheer. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering wordt de voorzitter vervangen door één van de drie ondervoorzitters volgens de rangorde opgemaakt in het huishoudelijk reglement van de vereniging.
In geval van overlijden van de voorzitter of wanneer aan zijn mandaat een einde komt om een andere reden dan de algehele vernieuwing van de raad voor maatschappelijk welzijn, wordt een nieuwe voorzitter verkozen in de algemene vergadering.
Art.25 De vereniging is aansprakelijk voor de fouten die toegeschreven kunnen worden aan haar aangestelden of aan de organen, via dewelke haar wil wordt uitgevoerd. Door de beheerders wordt geen persoonlijke verplichting aangegaan betreffende de verbintenissen van de vereniging. Hun aansprakelijkheid is beperkt tot de invulling van de aan hen gegeven opdracht en tot de in hun beheer bedreven fouten. Art.26 De raad van beheer vergadert minstens tien maal per jaar op uitnodiging van de voorzitter of van degene die hem vervangt. De voorzitter is gehouden de raad van beheer bijeen te roepen op schriftelijke vraag van minstens drie stemgerechtigde beheerders. De bijeenroeping van de raad van beheer vermeldt de agenda, plaats, datum en uur van de vergadering en wordt minstens vijf werkdagen op voorhand verstuurd naar de beheerders, experten, leden van de colleges van burgemeester en schepenen die de vergaderingen bijwonen, en naar de zetel van de deelgenoten, per elektronische post. De uitnodiging bevat alle nuttige documenten. Art.27 De leidend ambtenaar van de vereniging maakt de notulen van de vergadering op. De notulen worden goedgekeurd door de raad van beheer en ondertekend door de leidend ambtenaar en de voorzitter. Zij worden bijgehouden op de zetel van de vereniging. Afschriften van en uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de leidend ambtenaar en de voorzitter. De goedgekeurde notulen en alle documenten waarnaar verwezen wordt in de notulen, worden elektronisch toegestuurd aan de leden van de raad van beheer, aan de experten, aan de deelgenoten en de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten van de deelgenoten en aan de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn van de deelgenotenOCMW’s, indien zij dit wensen. Art.28 Elke stemgerechtigde beheerder beschikt over één stem. Elke beheerder kan elektronisch of per brief of fax aan een andere stemgerechtigde beheerder een volmacht geven om hem te vertegenwoordigen in de raad van beheer. Een beheerder mag niet meer dan één volmacht uitoefenen. De raad van beheer kan slechts geldig beslissen als minstens de helft van de stemgerechtigde beheerders aanwezig of vertegenwoordigd is. De beslissingen van de raad van beheer worden genomen met een gewone meerderheid. Er wordt mondeling gestemd, tenzij het over personen gaat; in dat geval gaat de raad van beheer over tot de geheime stemming. Bij staking van stemmen wordt het agendapunt als verworpen beschouwd. Er wordt geen rekening gehouden met de onthoudingen, blanco of ongeldige stemmen. Ingeval van belangenconflict verlaat de afgevaardigde van de betrokken deelgenoot op het moment van beraadslaging en beslissing de vergadering. Art.29 De raad van beheer heeft de meest uitgebreide bevoegdheid om op te treden namens de vereniging en om alle daden van beheer en beschikking te treffen. Zij kan onder meer, onder dezelfde voorwaarden als de OCMW’s, subsidies van de openbare besturen en schenkingen en
legaten ontvangen, alsmede leningen aangaan. De raad van beheer is bevoegd voor het afsluiten van overeenkomsten, zoals arbeidsovereenkomsten, huur- en aankoopcontracten. Alles wat niet uitdrukkelijk en verplicht door deze statuten en het OCMW-decreet voorbehouden wordt aan de algemene vergadering, behoort tot de bevoegdheden van de raad van beheer. Art.30 Ten aanzien van derden is de vereniging geldig verbonden door de gezamenlijke handtekening van de leidend ambtenaar en de voorzitter. Beheerders die namens de raad van beheer optreden moeten ten aanzien van derden niet doen blijken van enig besluit of van enige machtiging. De voorzitter vertegenwoordigt de vereniging in alle gerechtelijke en buitengerechtelijke handelingen, tenzij de raad van beheer in een bijzonder geval hierover anders beslist. De raad van beheer kan voor bepaalde handelingen en taken en voor taken van dagelijks beheer zijn bevoegdheden, met inbegrip van de handtekeningbevoegdheid, overdragen aan een afgevaardigd beheerder, die instaat voor het dagelijks beheer van de vereniging.
TITEL 5
HET DAGELIJKS BESTUUR
Art.31 De raad van beheer richt een dagelijks bestuur op. Het dagelijks bestuur bestaat uit leden van de raad van beheer, met name: De voorzitter van de raad van beheer, De drie ondervoorzitters, Twee OCMW-secretarissen van een andere gemeente dan die van de voorzitter en ondervoorzitters, Eén afgevaardigde van het CAW, De leidend ambtenaar van de vereniging.
Art.32 §1. Het dagelijks bestuur staat in voor het dagelijkse werking van de vereniging. Het dagelijks bestuur bereidt de besluitvorming voor van de raad van beheer en van de algemene vergadering. §2. Het dagelijks bestuur komt samen zoveel als nodig wordt geacht. De leidend ambtenaar van de vereniging stuurt de uitnodigingen met de agenda voor de vergadering in opdracht van de voorzitter naar de leden van het dagelijks bestuur. De deelgenoten krijgen een afschrift van de agenda via elektronische post. §3. De leidend ambtenaar maakt de notulen op van de vergaderingen van het dagelijks bestuur. De notulen worden goedgekeurd door het dagelijks bestuur en ondertekend door de leidend ambtenaar en de voorzitter. Zij worden bijgehouden op de zetel van de vereniging. De goedgekeurde notulen en alle documenten waarnaar verwezen wordt in de notulen, worden elektronisch toegestuurd aan de leden van het dagelijks bestuur, aan de leden van de raad van beheer, aan de deelgenoten en de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten van de deelgenoten en aan de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn van de deelgenotenOCMW’s, indien zij dit wensen. §4. Naast het dagelijks bestuur, kunnen stuur- of werkgroepen, bestaande uit experts, worden opgericht en belast met specifieke opdrachten.
TITEL 6
HET PERSONEEL
Art.33 §1. De vereniging bepaalt de personeelsformatie van de vereniging.
§2. De rechtspositieregeling van het OCMW van de gemeente waarin de zetel zich bevindt is van toepassing, met inbegrip van de bezoldigingsregeling en de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden. De vereniging stelt de afwijkingen op deze rechtspositieregeling vast, voor zover het specifieke karakter van de vereniging dat verantwoordt. De vereniging bepaalt de rechtspositieregeling van de betrekkingen die niet bestaan binnen het OCMW van de maatschappelijke zetel. §3. Wanneer de raad van beheer beslist tot contractuele aanstelling, gelden het arbeidsreglement en de algemene voorwaarden van de arbeidsovereenkomsten van het OCMW van de maatschappelijke zetel, behoudens andersluidende beslissing van de raad van beheer. Art.34 Alle personeelsleden worden door de raad van beheer aangeworven of benoemd, overeenkomstig de in art.33 vermelde voorwaarden en binnen de perken van de personeelsformatie. De personeelsleden zijn onderworpen aan hetzelfde pensioenstelsel en dezelfde tuchtregeling als dit van het OCMW van de maatschappelijke zetel. Er kan aan geen enkel personeelslid van de vereniging een jaarsalaris worden toegekend dat gelijk is aan of hoger is dan het jaarsalaris van de secretaris van het OCMW dat van alle deelnemende OCMW’s zijn zetel heeft in de gemeente met het hoogste aantal inwoners. Art.35 §1. Personeelsleden van een OCMW dat deelgenoot is van de vereniging, kunnen door de vereniging worden overgenomen. Ongeacht de regels die van toepassing zijn bij bevorderingen, worden die personeelsleden met hun graad of met gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid overgeplaatst. Zij behouden de bezoldiging en de geldelijke anciënniteit die zij hadden of verkregen zouden hebben op grond van de rechtspositieregeling die van toepassing is op het ogenblik van de overplaatsing, als zij in hun dienst van herkomst het ambt dat zij bij hun overplaatsing bekleedden, verder hadden uitgeoefend. §2. Bij de overname van personeel dat in dienst is van een deelgenoot van de privésector, kan bedongen worden dat het personeel in dezelfde toestand behouden blijft wat betreft bezoldiging, anciënniteit, sociale zekerheid en verworven rechten.
TITEL 7.
FINANCIËN – BUDGET – REKENING
Art.36 Voor het beheer van de vereniging en van haar instellingen en diensten worden de regels toegepast van het dubbel boekhouden. Het financiële boekjaar stemt overeen met het kalenderjaar. Art.37 De boekhouding wordt gevoerd en de jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de regels vermeld in het OCMW-decreet, voor de boekhouding en de jaarrekening van het OCMW. Het eerste boekjaar vangt aan op datum van verschijning van de statuten in het Belgisch Staatsblad en eindigt op 31 december daaropvolgend. De jaarrekening bestaat uit: de beleidsnota, de financiële nota en de samenvatting van de algemene rekening. Art.38 De raad van beheer maakt een meerjarenplan en een budget op overeenkomstig de regels vermeld in het OCMW-decreet voor het meerjarenplan en het budget van het OCMW, en legt deze ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering.
De boekhouding wordt gevoerd en de jaarrekening wordt opgesteld overeenkomstig de regels vermeld in het OCMW-decreet voor de boekhouding en de jaarrekening van het OCMW. De boekhouding wordt gevoerd onder de verantwoordelijkheid en het toezicht van de raad van beheer. De raad van beheer stelt de jaarrekening op en legt deze ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. De vereniging verricht uiterlijk op 31 december van ieder jaar de nodige opnemingen, verificaties, opzoekingen en waarderingen om de inventaris op te maken van al de bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van de vereniging, van welke aard ook. Wanneer een financieel dienstjaar met verlies wordt afgesloten, beslist de algemene vergadering of dit verlies zal gedekt worden door afname van een reservefonds of overgedragen wordt naar een volgend dienstjaar of ten laste zal gelegd worden van de deelgenoten. De beslissing van de algemene vergadering om het verlies ten laste te leggen van de deelgenoten wordt genomen met 3/4 meerderheid van de aanwezige of vertegenwoordigde stemmen.
TITEL 8
COMMUNICATIE
Art.39 De agenda’s en notulen van de algemene vergadering, van de raad van beheer en van het dagelijks bestuur van de vereniging, alsook de jaarrekening, het budget en het meerjarenplan, worden na goedkeuring binnen de week overgemaakt aan de deelgenoten. De documenten waarnaar verwezen wordt in de notulen van de algemene vergadering, de raad van beheer en het dagelijks bestuur, worden binnen de week aan de deelgenoten overgemaakt.
TITEL 9
HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Art.40 De raad van beheer stelt een huishoudelijk reglement op. Het huishoudelijk reglement bevat de bepalingen over de werkingswijze van de algemene vergadering, de raad van beheer en het dagelijks bestuur en over de wijze van informatieverstrekking aan de deelgenoten.
TITEL 10
STATUTENWIJZIGING
Art.41 Elke statutenwijziging geschiedt conform de regels van het OCMW-decreet.
TITEL 11
ONTBINDING – VEREFFENING – SLOTBEPALINGEN
Art.42 De ontbinding van de vereniging gebeurt volgens de regels bepaald in het OCMW-decreet.
Art.43 In geval van ontbinding wordt het maatschappelijk vermogen verdeeld door vereffenaars, aangesteld door de algemene vergadering, die tevens de omvang van hun opdracht bepaalt. Het netto-actief of netto-passief van de vereniging wordt verdeeld onder de deelgenoten pro rata de bijdrage van iedere deelgenoot op het moment van de ontbinding. Art.44 Voor alles wat niet in deze statuten is opgenomen wordt verwezen naar de bepalingen van het OCMW-decreet en de besluiten genomen in uitvoering van dit decreet. ________________________
BESLUIT: ART. 1.- De oprichting van een OCMW-vereniging genaamd “W13” overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet met de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem en met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk ZuidWest-Vlaanderen, met als doel het voeren van een gestructureerd en onderbouwd gezamenlijk sociaal-, zorg- en welzijnsbeleid voor de regio, wordt goedgekeurd. ART. 2.- Het inbrengen van een jaarlijkse bijdrage van 0,50 euro per inwoner wordt goedgekeurd. ART. 3.- De voorgelegde ontwerp-statuten worden goedgekeurd. ART. 4.- Dit oprichtingsbesluit en deze ontwerp-statuten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. ART. 5.- Dit oprichtingsbesluit en deze ontwerp-statuten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse regering.
PUNT 6: FRGE: WIJZIGINGEN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de bestaande samenwerkingsovereenkomst omtrent het uitvoeren van het proefproject FRGE tussen gemeente/OCMW Wevelgem en het Welzijnsconsortium ZuidWest-Vlaanderen vzw, door FRGE nv als lokale entiteit aangeduid voor Wevelgem na voordracht vanuit gemeente en OCMW. Deze overeenkomst werd goedgekeurd door de gemeente krachtens de beslissing van 14.11.2008 en door het OCMW krachtens de beslissing van 17.11.2008; Gelet op het gegeven dat de samenwerkingsovereenkomst tussen het FRGE nv en het Welzijnsconsortium als lokale entiteit voor het FRGE voor het toekennen van leningen voor energiebesparing op grondgebied van Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Waregem, Wervik, Wevelgem, Spiere-Helkijn en Zwevegem op 30.09.2014 afliep; Gelet op de beslissing van 08.09.14 waarbij de samenwerkingsovereenkomst tussen Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen vzw en gemeente/OCMW Wevelgem betreffende het pilootproject van het FRGE, tijdelijk verlengd werd met maximum 1 jaar of tot uiterlijk eind december 2015 om de dienstverlening te kunnen garanderen tijdens de overgangsperiode in het kader van de regionalisering van het FRGE; Overwegende dat het Welzijnsconsortium, als gevolg van de evoluties inzake een interlokale vereniging voor sociaal beleid, deze taak niet langer kan behartigen. De samenwerkingsovereenkomsten met de verbonden gemeenten lopen slechts tot het einde van 2014. Hierdoor dreigt de continuering van het fonds in het gedrang te komen; Overwegende dat het OCMW Kortrijk voldoet aan de juridische vereisten om op te treden als lokale entiteit voor de regio en zich hiervoor kandidaat stelt; Gelet op het voorstel om het OCMW Kortrijk aan te duiden als lokale entiteit om, tot nader order, de huidige voorwaarden te behouden en de samenwerkingsovereenkomst in die zin op te stellen; Overwegende dat het Welzijnsconsortium de continuering zou verzekeren tot eind januari 2015; Overwegende dat het OCMW Kortrijk een aanvraag kan richten tot het FRGE om vanaf 1 februari 2015 op te treden als lokale entiteit; Overwegende dat van zodra de interlokale vereniging voor sociaal beleid een feit is, dit orgaan de toekomstige inbedding van het FRGE zal worden en optreden als lokale entiteit; Gezien de overdracht juridische vereisten en budgettaire en administratieve implicaties teweeg brengt, wordt voorgesteld een engagement aan te gaan tot eind 2015 om op die manier de overdracht naar de interlokale vereniging op een goede manier voor te bereiden; Gelet op de overeenkomst betreffende het FRGE:
Overeenkomst tussen OCMW Kortrijk en gemeente Wevelgem en OCMW Wevelgem betreffende het Fonds ter Reductie van de Vlaamse Energiekost. Heden, ENERZIJDS, OCMW Kortrijk, met maatschappelijke zetel te 8500 Kortrijk, Budastraat 27, geldig vertegenwoordigd door de heer Philippe De Coene, voorzitter en mevrouw An Spriet, secretaris en ANDERZIJDS, Het lokaal bestuur Wevelgem; voor de gemeente vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, waarvoor optreden Jan Seynhaeve, burgemeester en Kurt Parmentier,, secretaris, secretaris handelend krachtens de beslissing van de gemeenteraad, genomen in zitting van (moet nog voorgelegd worden aan de gemeenteraad) en voor het OCMW vertegenwoordigd door het Vast Bureau, waarvoor optreden Chris Loosvelt, OCMWOCMW-voorzitter, voorzitter en Stefaan Oosthuyse, OCMWOCMW-secretaris, secretaris handelend krachtens de beslissing van de OCMW-raad, genomen in de zitting van 12.01.15; GELET op de opdracht van het FRGE om de reducties van de globale energiekost te bevorderen door, in overleg met de Gewesten: tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen voor de doelgroep, in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats en het verstrekken van goedkope leningen aan de particulier, voor structurele maatregelen in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats, en hiervoor een samenwerking aangaat met Lokale Entiteiten die door het FRGE worden erkend. GELET op de voordracht van het OCMW Kortrijk als Lokale Entiteit van het FRGE door gemeente en OCMW en overwegende dat het totaal van de aantal inwoners van de gemeenten die hun goedkeuring geven aan de voordracht van het OCMW Kortrijk als Lokale Entiteit meer bedraagt dan 50.000 inwoners en aldus voldaan is aan de territoriumvereiste gesteld vanuit het FRGE. GELET op het feit dat het OCMW Kortrijk zich, bij het voldoen aan alle bovengenoemde voorwaarden, als kandidaat stelt als Lokale Entiteit bij het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) en dit voor het grondgebied van alle gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven, en gelet op het feit dat hiervoor een samenwerkingsovereenkomst zal worden afgesloten met het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (vanaf januari 2015 via het VEA). GELET op het voldoen aan de andere vereisten gesteld door het FRGE aan de kandidaten Lokale Entiteit van het FRGE, met name de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 8 van annex 1 bij deze overeenkomst. GELET op het feit dat het OCMW Kortrijk zich, bij het voldoen aan alle bovengenoemde voorwaarden, als kandidaat stelt als Lokale Entiteit bij het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost en dit voor het grondgebied van alle gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven, en gelet op het feit dat hiervoor een samenwerkingsovereenkomst zal worden afgesloten met het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost. IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Artikel 1. Omschrijving van de algemene opdracht van het FRGE
De Lokale Entiteit werkt met doel reducties van de globale energiekost te bevorderen door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen voor de doelgroep, in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats en het verstrekken van goedkope leningen aan de particulier, voor structurele maatregelen in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats, dit voor de doelgroep en particulier wonende op het grondgebied van de gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven. De Lokale Entiteit kan ook middelen ontlenen aan rechtspersonen met een sociale doelstelling in het kader van de tussenkomst in de financiering van structurele maatregelen voor de doelgroep wonende op het grondgebied van de gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven. Artikel 2. Geldigheidsduur Deze overeenkomst wordt gesloten met ingang van de datum van de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW Kortrijk en het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (vanaf januari met het VEA) en geldt tot eind 2015. Bij het vervallen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit in de regio en het FRGE (het VEA) vervalt de opdracht en dus het voorwerp van deze overeenkomst. Artikel 3. Werkingsgebied Lokale Entiteit Het werkingsgebied van de Lokale Entiteit strekt zich uit over het grondgebied van de gemeenten die deze overeenkomst ondertekenen. Artikel 4. Kredietnemers Lokale Entiteit Gedurende de duurtijd van de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE (het VEA), biedt de Lokale Entiteit aan particulieren de mogelijkheid een lening af te sluiten met een looptijd van maximum 5 jaar, voor een maximumbedrag van 10.000€ en aan een in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE vastgestelde rentevoet. Gedurende de duurtijd van de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE, biedt de Lokale Entiteit aan particulieren uit de doelgroep de mogelijkheid een lening af te sluiten met een looptijd van maximum 5 jaar, voor een maximumbedrag van 10.000€ en aan een in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE vastgestelde rentevoet. Gedurende de duurtijd van de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE, biedt de Lokale Entiteit aan rechtspersonen met een sociale doelstelling de mogelijkheid een lening af te sluiten voor tussenkomst in de financiering van structurele, energiebesparende maatregelen voor de doelgroep wonende in de betrokken gemeenten, met de looptijd van maximum 5 jaar en aan een in de samenwerkingovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE vastgestelde rentevoet. De maximale duurtijd van 5 jaar en het maximum te ontlenen bedrag van 10000€ kunnen wijzigen indien dit mogelijk is binnen het kader bepaald door het FRGE en indien alle betrokken actoren hun goedkeuring hierover geven. Het ontleende bedrag en de terugbetalingstermijn staan vermeld in de kredietovereenkomst tussen de kredietnemer en de kredietgever. De kredietnemer wendt het ontleende bedrag aan voor de uitvoering van structurele, energiebesparende maatregelen in een privé-woning, die dient als hoofdverblijfplaats en gesitueerd is op het grondgebied van één der deelnemende gemeenten. De kredietovereenkomst die wordt afgesloten met de kredietnemer bevat een clausule waarin de kredietnemer zich bij wanbetaling akkoord verklaart met loonsafstand. De kredietovereenkomst die wordt afgesloten met de kredietnemer bepaalt dat de particulier budgetbegeleiding of -beheer aanvaardt vanwege het OCMW van de gemeente waar de particulier zijn
woonplaats heeft, of vanwege een andere erkende schuldbemiddelingsdienst, indien zich een probleem van terugbetaling stelt. Artikel 5. Inspanningen naar de doelgroep van de meest behoeftigen van het FRGE Er moet vanuit het FRGE een minimaal percentage doelgroepdossiers gehaald worden door de Lokale Entiteit. Dit percentage wordt bepaald door het percentage inwoners van het werkingsgebied van de Lokale Entiteit dat binnen de doelgroep valt. Het Koninklijk Besluit van 2 juni 2006 houdende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost, bepaalt de inwoners die onder de doelgroep vallen. Het percentage doelgroepdossiers is dus afhankelijk van het aantal deelnemende gemeenten en zal worden opgenomen in de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE en jaarlijks worden geëvalueerd. Een lening of tussenkomst aan een particulier, behorende tot de doelgroep, wordt enkel toegestaan na positief advies van het OCMW van de gemeente waar de particulier zijn woonplaats heeft, of van een erkende schuldbemiddelingsdienst. De Lokale Entiteit en de lokale besturen engageren zich om het aantal doelgroepdossiers te maximaliseren en meer dan het minimaal jaarlijks percentage doelgroepdossiers te behalen. De Lokale Entiteit voorziet inzake doelgroepdossiers een uitgebreidere dienstverlening naar de kredietnemers die dit wensen, dit in goede samenwerking met het lokaal bestuur. Deze uitgebreidere dienstverlening houdt minimaal in de beoordeling van de situatie op het vlak van energieverbruik, renovatiebegeleiding en sociale begeleiding van de doelgroep. Artikel 6. Medewerking van het lokaal bestuur Het lokaal bestuur heeft de Lokale Entiteit de opdracht om de werking van het FRGE in de regio te optimaliseren, gekaderd binnen het gemeentelijk woon-, duurzaamheids- en sociaal beleid. Het lokaal bestuur geeft hiervoor de medewerking aan de Lokale Entiteit om volgens de afspraken gemaakt met de Lokale Entiteit en volgens de richtlijnen bepaald door de beleidsgroep; -
Bij zowel OCMW en gemeente een contactpersoon aan te duiden die het project operationeel
-
De mogelijkheden van het FRGE intern bekend te maken;
-
De particulier en doelgroep-particulier bij te staan in de opmaak van de aanvraag tot een
-
De Lokale Entiteit te adviseren over de bij de Lokale Entiteit aangevraagde kredietafname
-
De kredietaanvrager-particulier een overzicht te bieden over de mogelijke subsidies, premies,
mee kan opvolgen;
kredietafname bij de Lokale Entiteit; ingeval van kredietaanvraag door doelgroep; toelages,... op zowel lokaal als provinciaal, Vlaams en Federaal niveau, die voor de kredietaanvrager van toepassing zijn en hem, in samenwerking met de Lokale Entiteit, op weg helpen om hier optimaal gebruik van te maken; -
Structurele afspraken te maken rond behandeling van administratieve vragen, handelingen in
-
De sociale begeleiding t.a.v. de doelgroepdossiers op te nemen in samenwerking met de
-
Budgetbegeleiding of -beheer op te nemen in geval van terugbetalingsproblemen.
het kader van renovatiebegeleiding bij de doelgroep; Lokale Entiteit;
Artikel 7. Prestaties van de Lokale Entiteit De Lokale Entiteit staat in voor alle taken zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, en doet voor bepaalde taken
beroep op een goede samenwerking met de lokale besturen, zoals beschreven in artikel 6 van deze overeenkomst. De Lokale Entiteit staat, binnen de voor haar opdracht beschikbare budgetten, in voor; -
het goed beheer van de middelen van het FRGE;
-
de nodige passieve en actieve communicatie over de mogelijkheden van het FRGE en de
-
werking van de Lokale Entiteit;
-
het vervolledigen van de kredietaanvraag en het ter goedkeuring overbrengen aan de
-
de communicatie omtrent de goedkeuring/weigering van de kredietaanvrager;
-
het beheer van het kredietdossier en het opvolgen van de terugbetalingen van de
-
de sociale begeleiding t.a.v. de doelgroepdossiers in samenwerking met het OCMW van de
kredietcommissie en het FRGE;
kredietaanvrager; gemeente of de erkende schuldbemiddelingsdienst (ook beschreven in artikel 6 van deze overeenkomst); -
het voorzien van ondersteuning aan de lokale besturen, bijvoorbeeld onder de vorm van opleiding van het personeel en expertise op het vlak van energie;
-
de renovatiebegeleiding t.a.v. de doelgroepdossiers, wat inhoudt dat de Lokale Entiteit instaat voor het opvragen van offertes, het contracteren en controleren van de werken,...;
-
de Lokale Entiteit stelt aan de installaties dezelfde voorwaarden als geldend om in aanmerking
-
het optimaal gebruiken van alle subsidies, premies, toelages,... waar de kredietaanvrager uit de
-
het voorzien in een jaarlijkse rapportering aan de deelnemende lokale besturen, waarin m.b.t.
te komen voor fiscale voordelen; doelgroep recht op heeft; de gemeente info wordt gegeven over het totaal aan aanvragen bij de Lokale Entiteit, het aantal lopende, goedgekeurde kredietdossiers die een woning op het grondgebied van de gemeente tot voorwerp hebben en de kenmerken van de kredietnemer, de woning en de maatregelen, het aantal geweigerde aanvragen en de kenmerken van de kredietnemer, de woning en de maatregelen en de reden van weigering, de vordering van de terugbetaling van de kredietnemers, het overzicht van de door de kredietnemers niet terugbetaalde bedragen, het aantal doelgroepdossiers en de evolutie van het bedrag van de garantstelling van de gemeente; -
het voorzien in een continue evaluatie en bijsturing van de werking van de Lokale Entiteit;
-
het opnemen van een signaalfunctie t.o.v. het lokaal bestuur en eventueel hogere overheden.
Artikel 8. Beslissingsorganen Lokale Entiteit De Lokale Entiteit zal voor een goede operationalisering van de werking van de Lokale Entiteit een beleidsgroep oprichten. Deze beleidsgroep is samengesteld uit twee afgevaardigden per deelnemend lokaal bestuur, waarvan een afvaardiging vanuit de gemeente en een afvaardiging vanuit het OCMW, een vertegenwoordiger van de werkgevende instantie van de Lokale Entiteit, aangevuld met experts ter zake. Aan de gemeente wordt gevraagd om een effectief en plaatsvervangend lid voor deze beleidsgroep aan te duiden, bij voorkeur een lid van het Schepencollege bevoegd over de materie(s) wonen, leefmilieu, energie of welzijn. Aan het OCMW wordt gevraagd om een effectief en plaatsvervangend lid aan te duiden, bij voorkeur de OCMW-voorzitter. De Lokale Entiteit zal voor een goede behandeling van de kredietaanvragen een kredietcommissie oprichten, die de door de beleidsgroep van de Lokale Entiteit bepaalde criteria omtrent de behandeling van de kredietaanvragen zal bewaken en zal toezien op het goed beheer van de kredieten. De kredietcommissie is samengesteld uit een afvaardiging vanuit de beleidsgroep, een vertegenwoordiger van de werkgevende instantie van de Lokale Entiteit, eventueel aangevuld met experts ter zaken. Uit de
leden van de beleidsgroep zullen de effectieve leden en plaatsvervangers van de op te richten Kredietcommissie worden gekozen. De werkgever van de Lokale Entiteit staat in voor een goede omkadering en begeleiding van het team van de Lokale Entiteit en is verantwoordelijk voor de dagdagelijkse aansturing en de personeelszaken van de Lokale Entiteit. Artikel 9. Garantstelling De borgstelling door de lokale besturen voor de leningen die hun inwoners afsluiten bij de lokale entiteit is niet van toepassing voor zover de lokale entiteit een positieve beslissing van het gewest ontvangt om te voorzien in een gewestelijke waarborg. Artikel 12 van de bijlage bij het K.B. van 1 juli 2006 tot vaststelling van het beheerscontract van het FRGE (zie annex 1), bepaalt dat het FRGE een zo laag mogelijk percentage van wanbetalingen beoogt en ernaar streeft de 3% wanbetalingen niet te overschrijden en in geen geval het percentage wanbetalingen meer dan 5% mag bedragen. Ingeval van kwijtschelding door het Fonds aan de Lokale Entiteit, mag deze nooit meer bedragen dan 5% van het totale door de Lokale Entiteit ontleende bedrag. In de loop van de uitvoering van deze overeenkomst kunnen de bepalingen van dit artikel wijzigen of vervallen. Artikel 10. Financiële bepalingen Alle betalingen tussen de partijen gebeuren met de vermelding FRGE. Artikel 11. Slotbepalingen Beide partijen verbinden zich ertoe de bepalingen van deze overeenkomst te goeder trouw uit te voeren. Zo deze uitvoering ernstig verstoord wordt door een nieuw en belangrijk element, dan zal dit dadelijk tussen de beide partijen besproken worden ten einde de bepalingen van deze overeenkomst eventueel aan te passen. Beide partijen zullen alles in het werk stellen om de betwisting en geschillen voortspruitend uit deze overeenkomst in der minne te regelen. Zo dit niet mogelijk is, zijn de rechtbanken van het arrondissement Kortrijk bevoegd uitspraak te doen. Deze overeenkomst werd ondertekend te Wevelgem op ………………………………. in drie exemplaren. Elk der partijen verklaart er minstens één te hebben ontvangen. Voor de Lokale Entiteit, Philippe De Coene, Voorzitter OCMW Kortrijk
Voor het lokaal bestuur Wevelgem ,
Stefaan Oosthuyse,
Chris Loosvelt,
Secretaris OCMW Wevelgem
Voorzitter OCMW Wevelgem
Kurt Parmentier,
Jan Seynhaeve,
Secretaris Wevelgem
Burgemeester Wevelgem
BESLUIT: ART. 1.- Het OCMW Kortrijk, Budastraat 27, 8500 Kortrijk voor te dragen als Lokale Entiteit voor het FRGE voor Wevelgem met ingang vanaf 1 februari 2015. ART. 2.- Een samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW Kortrijk enerzijds en de gemeente en het OCMW Wevelgem anderzijds te ondertekenen. ART. 3.- Akkoord te gaan met de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW Kortrijk en het VEA. ART. 4.- Als contactpersonen voor de gemeente en voor het OCMW Nele Heytens en Christophe Houttekier aan te stellen. ART. 5.- Christophe Houttekier als effectief lid af te vaardigen in de beleidsgroep van de LE. PUNT 7: AANLEG VOORLOPIGE PARKING PASTORIJWEG 40: WIJZE VAN GUNNEN: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing van 13.07.09 om de grond/woning Pastorijweg 40 aan te kopen en in te richten als voorlopige parking voor het WZC Het Gulle Heem; Gelet op de beslissing van 14.10.13 om de afbraak van de woning toe te wijzen aan de firma Vacomet; Gelet op het voorstel om op het terrein een tijdelijke parking met 17 parkeerplaatsen te voorzien; Overwegende dat de grondwerken bestaan o.a. uit: - afgraven van de grond - leveren en plaatsen van geotextiel - nivelleren van reeds aangevoerde steenslag - leveren en plaatsen van verkeersgeleiders - leveren en plaatsen van betonnen boordstenen Gelet op het voorstel om de opdracht te gunnen via onderhandelingsprocedure waarbij volgende firma’s kunnen aangeschreven worden: - Maeyaert P-J, Sint –Eloois-Winkelsestraat 82, 8800 Roeselare - Frans Maes nv, A. Dassonvillelaan 4, 8860 Lendelede - Grondwerken Maes, Vrijstraat 92, 8560 Wevelgem - Lavagro nv, Aalbeeksesteenweg 25, 8930 Menen - Penninck nv, Rumbeeksegravier 110, 8800 Roeselare Gelet op de raming van de kostprijs: € 27.604,94 Overwegende dat hiervoor krediet voorzien is in het budget 2015 en de werken gefinancierd kunnen worden met eigen middelen (investeringssubsidies);
Gelet op het voorgelegde bestek; BESLUIT: ART. 1.- De aanleg van een voorlopige parking op de grond Pastorijweg 40 wordt gegund via onderhandelingsprocedure waarbij volgende firma’s aangeschreven worden: - Maeyaert P-J, Sint –Eloois-Winkelsestraat 82, 8800 Roeselare - Frans Maes nv, A. Dassonvillelaan 4, 8860 Lendelede - Grondwerken Maes, Vrijstraat 92, 8560 Wevelgem - Lavagro nv, Aalbeeksesteenweg 25, 8930 Menen - Penninck nv, Rumbeeksegravier 110, 8800 Roeselare ART. 2.- Het voorgelegde bestek wordt goedgekeurd. PUNT 8: VERNIEUWING SOFTWAREPAKKET SOCIALE DOSSIERS: GOEDKEURING KOSTPRIJS: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing van zitting van 13.10.2014 om zich kandidaat te stellen als pilootbestuur voor de opstart en uitrol van het softwarepakket “Sierra” van de firma Schaubroeck; Gelet op het feit dat het OCMW Wevelgem inmiddels pilootbestuur is en de implementatie van Sierra volop aan de gang is; Overwegende dat er op dit moment in het OCMW 50 gebruikers zijn van het programma; Gelet op de prijsofferte van de firma Schaubroeck voor de aankoop en het onderhoud van het programma: 1. Eenmalige kosten Software Opleidingen TOTAAL TOTAAL INCL BTW
€ 1.425 (korting van 41%; normale basisprijs € 2.425) € 3.900 € 5.325 € 6.443,25
2. Jaarlijks terugkerende kosten Gelet op het feit dat er na onderhandelingen met de firma Schaubroeck een aanzienlijke korting op de basisprijs bekomen werd voor de jaarlijks terugkerende kosten (normale basisprijs per licentie: € 400 excl. btw/jaar): Aantal gebruikers 1 – 25 26– 45 >45
kostprijs € 200 excl. btw/jaar/gebruiker € 100 excl. btw/jaar/gebruiker € 50 excl. btw/jaar/gebruiker
Gelet op de totale jaarlijks terugkerende kosten (gebaseerd op 50 gebruikers): Licenties TOTAAL INCL BTW
€ 9.200 € 11.132
Gelet op de gunstige prijs; BESLUIT: ART. 1.- De aankoop van het softwareprogramma Sierra tegen bovenvermelde prijs wordt goedgekeurd. ART. 2.- Bij bijkomende gebruikers wordt de bijkomende kost van € 50 excl. btw/jaar/gebruiker goedgekeurd. PUNT 9: PERSONEEL: WZC: OPEN VERKLARING ZORGKUNDIGE DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat door de langdurige en blijvende afwezigheid van drie halftijds zorgkundigen en één voltijds zorgkundige in het WZC Elckerlyc en het ontslag wegens medische overmacht van een voltijds zorgkundige in het WZC Het Gulle Heem, moet voorzien worden in een definitieve vervanging; Overwegende dat alle tijdelijke en vervangingscontracten ten einde lopen op 31.03.2015; Overwegende dat er geen wervingsreserve meer voorhanden is; Gelet op het voorstel om de functie van zorgkundige open te verklaren en een aanwervingsexamen te organiseren; BESLUIT ENIG ARTIKEL – De functie van zorgkundige wordt open verklaard via een aanwervingsexamen. VOORSTEL OM VOLGEND PUNT IN SPOEDEISENDHEID OP DE AGENDA TE PLAATSEN: PERSONEEL: WZC: OPENVERKLARING VERPLEEGKUNDIGE Gezien het ontslag van een verpleegkundige en gezien er zo snel mogelijk in vervanging moet worden voorzien, wordt aan de raad gevraagd om de open verklaring van de functie te beslissen in hoogdringendheid. In toepassing van artikel 39 van het OCMW-decreet mag een punt dat niet op de agenda voorkomt, niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van de leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. BESLUIT: ENIG ARTIKEL - Bovenvermeld punt wordt bij spoedeisendheid, bij algemeenheid van stemmen, behandeld en op de agenda geplaatst als laatste punt van de openbare zitting. PUNT 16: PERSONEEL: WZC: OPENVERKLARING VERPLEEGKUNDIGE DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN,
Gelet op het ontslag van een voltijds contractueel verpleegkundige in het WZC Het Gulle Heem met een contract van onbepaalde duur, in zitting van heden (zie punt 14 b); Rekening houdend met het feit dat de wervingsreserve is uitgeput en gelet op art. 6 van de rechtspositieregeling, wordt voorgesteld de functie van verpleegkundige open te verklaren en de functie in te vullen via een aanwervingsprocedure; BESLUIT : ENIG ARTIKEL – De functie van verpleegkundige wordt open verklaard via een aanwervingsexamen.