Vergadering van 09.03.15 Aanwezig : Chris Loosvelt, voorzitter; Frank Acke, afgevaardigde schepen; Pieterjan Geldhof, Vicky Claeys, Anita Deprez, Linda Robensyn, Wim Verlinde, Emmy Mispelaere, Suzan Joye, Hilde Martin, Veerle De Pauw, Serge Verbrugghe, raadsleden; Stefaan Oosthuyse, secretaris. Verontschuldigd: Jan Seynhaeve, burgemeester. Dagorde Openbare zitting 1. Regionale OCMW-vereniging W13: aanpassen notulen 09.02.15; 2. Lokale dienstencentra: pedicure: onderhandelingsprocedure: bevestiging beslissing bijzonder comité voor de sociale dienst; 3. Conciërge: open verklaring; 4. Conciërge: voorstel contract; 5. Assistentiewoningen Tilia: erkenningsaanvraag; 6. Assistentiewoningen Tilia: brandverzekering: wijze van gunnen; 7. Assistentiewoningen Tilia: voorstel uitbreiding contracten; 8. Woonzorgcentra + assistentiewoningen Tilia: verwarming: onderhoudscontracten: wijze van gunnen; 9. Assistentiewoningen Tilia: aankoop meubilair: wijze van gunnen; 10. Centrum ouderenzorg en thuiszorg Het Gulle Heem: aankoop buitenfitnesstoestellen: wijze van gunnen; 11. Aanleg voorlopige parking Pastorijweg 40: toewijzing; 12. Sociale woningen: aanpassing interne huurreglementen + huishoudelijke reglementen; 13. Sociale woningen De Taeyelaan: prijszetting; 14. Woning Kloosterstraat 53: renovatiewerken: toewijzing; 15. Woonzorgcentra: mogelijkheid vervroegde uitbetaling VIPA-subsidies; 16. Personeel: aanpassen formatie; 17. Personeel: omschakeling contracten gesco per 01.04.15; 18. Personeel: financieel beheerder: ter beschikkingsstelling; 19. Personeel: aanpassen arbeidsreglement; 20. Personeel: mobiliteitsenquête; 21. WZC Elckerlyc: directie: overeenkomst Probis; PUNT 1: REGIONALE OCMW-VERENIGING W13: AANPASSEN NOTULEN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing van 12.01.15: ART. 1.- De oprichting van een OCMW-vereniging genaamd “W13” overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet samen met de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik, Wevelgem en Zwevegem en met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid-West-Vlaanderen, met als doel het voeren van een gestructureerd en onderbouwd gezamenlijk sociaal-, zorg- en welzijnsbeleid voor de regio, wordt goedgekeurd.
Overwegende dat in deze beslissing het OCMW Kortrijk niet vermeld werd en het OCMW Wevelgem ten onrechte vermeld werd; Overwegende dat de notulen als volgt moeten aangepast worden: ART. 1.- De oprichting van een OCMW-vereniging genaamd “W13” overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet samen met de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik en Zwevegem en met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid-West-Vlaanderen, met als doel het voeren van een gestructureerd en onderbouwd gezamenlijk sociaal-, zorg- en welzijnsbeleid voor de regio, wordt goedgekeurd. BESLUIT: ENIG ARTIKEL - De oprichting van een OCMW-vereniging genaamd “W13” overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet samen met de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik en Zwevegem en met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid-West-Vlaanderen, met als doel het voeren van een gestructureerd en onderbouwd gezamenlijk sociaal-, zorg- en welzijnsbeleid voor de regio, wordt goedgekeurd. PUNT 2: LOKALE DIENSTENCENTRA: PEDICURE: ONDERHANDELINGSPROCEDURE: BEVESTIGING BESLISSING BIJZONDER COMITÉ VOOR DE SOCIALE DIENST DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in zitting van 09.02.15 beslist werd om, met toepassing van de wet op de overheidsopdrachten voor beide lokale dienstencentra een opdracht voor medische pedicure uit te schrijven waarbij 43 pedicures uit Wevelgem worden aangeschreven; Gelet op het feit dat vastgesteld werd dat de huidige pedicure die haar diensten in het lokaal dienstencentrum Het Knooppunt aanbiedt, Isabel Devos, Oudenaardsesteenweg 188, 8500 Kortrijk, niet aangeschreven werd; Gelet op de positieve ervaringen met deze pedicure; Gelet op de uiterste inschrijvingsdatum voor het indienen van de kandidaturen, nl. 05.03.2015; Overwegende dat in het Bijzonder Comité voor de sociale dienst van 16.02.2015 beslist werd om Isabel Devos toe te voegen als aan te schrijven kandidaat; Gelet op het feit dat het niet tot de eigenlijke bevoegdheid behoort van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst om definitief hierover te beslissen; Gelet op het voorstel om de beslissing van het Bijzonder Comité te bevestigen; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – De beslissing van 16.02.2015 van het Bijzonder Comité voor de sociale dienst waarbij Isabel Devos, Oudenaardsesteenweg 188, 8500 Kortrijk toegevoegd wordt als aan te schrijven persoon voor deelname aan de overheidsopdracht ‘leveren van medische pedicurediensten in lokale dienstencentra OCMW Wevelgem’ wordt goedgekeurd.
PUNT 3: CONCIËRGE: OPEN VERKLARING: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het feit dat er vanaf 01.07.2015 geen conciërge meer is voor de serviceflats Ter Meersch wegens het ontslag van de huidige conciërge (zie punt 21 van de geheime zitting); Gelet op het feit dat in zitting van 12.05.2014 gemeld werd dat de woning Kloosterstraat 53, Wevelgem ideaal zou zijn als conciërgewoning voor de serviceflats Ter Meersch, voor toekomstige projecten waar Ter Mote gelegen is en als toezicht op het administratief centrum; Overwegende dat voorgesteld wordt om de functie van conciërge voor de serviceflats Ter Meersch en het administratief centrum open te verklaren; BESLUIT: ENIG ARTIKEL - De functie van conciërge voor de serviceflats Ter Meersch en het administratief centrum worden open verklaard. PUNT 4: CONCIËRGE: VOORSTEL CONTRACT: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat voorgesteld wordt om het bestaande contract met de conciërge aan te passen aan de nieuwe functie-inhoud van de conciërge; Gelet op het voorstel van contract: OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE TAKEN, RECHTEN EN PLICHTEN VAN DE HUISBEWAARDER VERBONDEN AAN HET OCMW WEVELEM, DEKEN JONCKHEERESTRAAT 9 TE WEVELGEM
Hierna vermelde partijen: Het OCMW Wevelgem, Deken Jonckheerestraat 9, 8560 Wevelgem, vertegenwoordigd door mevrouw Chris Loosvelt, voorzitter en de heer Stefaan Oosthuyse, secretaris, in uitvoering van de beslissing van de raad van OCMW Wevelgem van …. hierna genoemd het OCMW, en de heer/mevrouw ………., momenteel wonende te …………… hiernagenoemd de huisbewaarder, zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1: De taak van huisbewaarder wordt als volgt omschreven: 1.
Specifieke taken in verband met de serviceflats Ter Meersch, Deken Jonckheerestraat 20, 8560 Wevelgem (32 flats):
a.
Tijdens de uren van permanentie onmiddellijk gevolg geven aan de noodoproepen van de residenten van de serviceflats. Zo nodig de huisarts en/of familie en/of de dienst thuisverpleging Optizorg en/of de hulpdienst 112 verwittigen. De flat van de residenten mag slechts met eigen middel betreden worden indien dit noodzakelijk is voor de eerste hulpverlening en na afspraak met de residenten. Dit is eveneens het geval indien de resident niet reageert op het telefonisch hulpaanbod van de persoon die met de permanentie belast is.
b.
De procedure ingeval van een noodoproep correct toepassen. Het aantal noodoproepen en de aard van de hulpverlening worden zorgvuldig genoteerd op de daarvoor bestemde formulieren. Deze worden bij de permanentieoverdracht onmiddellijk overgemaakt en eventueel toegelicht aan de persoon die met de permanentie belast wordt. De huisbewaarder heeft een lijst met de telefoonnummers van de hulpdiensten binnen handbereik. Hij beschikt over een map met de belangrijkste gegevens en de telefoonnummers van de contactpersonen van iedere resident. Al deze gegevens worden regelmatig en in samenwerking met de dagelijks verantwoordelijke van de serviceflats gecontroleerd en indien nodig aangepast.
c.
De huisbewaarder verzekert de bestendige en voorkomende bewaring van de gebouwen als een goede huisvader: -
-
-
-
-
d.
Een zo groot mogelijke waakzaamheid opbrengen voor alles wat betrekking heeft op de veiligheid van de residenten, het gebouw en alles wat er zich in bevindt. De procedure ingeval van brandalarm correct toepassen. Het openen en sluiten van de toegangsdeuren op de gestelde uren en gedurende activiteiten en dergelijke. Het gesloten houden van de dienstlokalen die alleen toegankelijk zijn voor het personeel. Dagelijks na sluitingsuur controle van alle lokalen om na te gaan of de lichtbronnen gedoofd zijn, of er geen brand- of vorstgevaar is en of de vensters en deuren gesloten zijn. Hij noteert dagelijks zijn bevindingen op de toezichtsbladen aangebracht op iedere verdieping van het gebouw. Waken over het passend gebruik van de verlichting van de gemeenschappelijke lokalen en de buitenverlichting. Regelen van de verwarming en toezicht houden op de temperatuur in de gemeenschappelijke ruimten. Het ijs- en sneeuwvrij houden van de voetpaden en toegangen tot het gebouw en de nodige maatregelen nemen om bevriezing van installaties te voorkomen. De asfaltweg naar de fietsenstalling en de containerruimtes worden door de OCMW-diensten ijs- en sneeuwvrij gehouden. Alle ongevallen of defecten aan de aanwezige installaties die erge beschadigingen als gevolg kunnen hebben (inbraak, gaslek, kortsluiting, breuk in leidingen, ed.) worden onverwijld gesignaleerd aan de dagelijks verantwoordelijke. Desnoods neemt de huisbewaarder zelf de nodige schikkingen om de moeilijkheden te voorkomen of de schade tot een minimum te beperken. Er op toezien dat het gebouw en de fietsenstalling niet kan beschadigd worden bij storm en regen. Het vrijhouden van trappen, deuren, terrassen, bordessen, gangen, doorgangen, brandhaspels, alarmknoppen, nooduitgangen, …
Goede samenwerking met de dagelijks verantwoordelijke en de algemene leiding van het OCMW. -
Toezicht houden op de naleving van het huishoudelijk reglement dat van toepassing is op de residenten. Dit toezicht wordt uitgeoefend met de nodige discretie, maar steeds met de bedoeling de goede orde in de hand te werken. Alle inbreuken en incidenten worden onverwijld medegedeeld aan de dagelijks verantwoordelijke.
e.
2.
Alle klachten van de residenten worden overgemaakt aan de dagelijks verantwoordelijke. Bijdragen tot realiseren van positieve sfeer tussen de residenten. Dagelijkse overdracht van permanentie aan de dagelijks verantwoordelijke of aan een medewerker van de dienst.
Deze opsomming van specifieke taken is niet limitatief en kan steeds herzien worden na goedkeuring door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Specifieke taken in verband met het administratief centrum OCMW, Deken Jonckheerestraat 9, 8560 Wevelgem: a.
bewaken van het gebouw en alles wat het omvat, alle dagen van 20 u tot 8 u en op zaterdag, zondag en feestdagen ook van 8u tot 20 u.
b.
Waarschuwen van de hulpdiensten in geval van noodsituaties en de politiediensten oproepen wanneer dit nodig is.
c.
De procedure ingeval van inbraakalarm en/of brandalarm correct toepassen.
Artikel 2: Arbeidsuren De huisbewaarder bewoont de woning, Kloosterstraat 53 te Wevelgem. Hij is via het permanentiesysteem oproepbaar en beschikbaar alle dagen van 20 u tot 8 u en op zaterdag, zondag en feestdagen ook van 8u tot 20 u. Hij heeft 1 weekend op 4 vrij. Een weekend omvat 3 nachtdelen van 20 u tot 8 u + 2 dagdelen van 8 u tot 20 u. Hij wordt vervangen door de beroepskrachten van het OCMW. De huisbewaarder kan eveneens 2 weekends per kwartaal extra en facultatief vrij aanvragen bij de dagelijks verantwoordelijke van de serviceflats. De aanvraag gebeurt vóór de aanvang van de maand waarvoor hij een vrij weekend vraagt. In afspraak met de verantwoordelijke wordt vóór het einde van een kalenderjaar bepaald welke feestdagen de huisbewaarder vrijgesteld wordt en dit met een maximum van vijf feestdagen. Artikel 3: Vergoedingen De huisbewaarder heeft geen recht op loon vanwege het OCMW. Als compensatie voor de huisbewaarderstaken bewoont de huisbewaarder en zijn gezin gratis de woning in de Kloosterstraat 53, 8560 Wevelgem. Alle kosten voor nutsvoorzieningen, telefonie, TV en internetdistributie zijn ten laste van de huisbewaarder. Hiervoor wordt een maandelijkse onkostenvergoeding van € 230 betaald door het OCMW aan de huisbewaarder. Aan de huisbewaarder wordt een GSM ter beschikking gesteld die enkel mag gebruikt worden in functie van de opdrachten van huisbewaarder. Het OCMW staat in voor de betaling van het abonnement. De GSM blijft eigendom van het OCMW. De eventueel verschuldigde voordelen alle aard in de personenbelasting worden niet door het OCMW ten laste genomen en zijn voor rekening van de huisbewaarder. Het OCMW sluit een verzekering arbeidsongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid af en neemt de kosten hiervoor te zijner laste. Artikel 4: Regeling in geval van verlof of afwezigheid
De huisbewaarder heeft recht op 21 verlofdagen, gelijk aan 12 uren per kalenderdag. Het verlof wordt genomen in de meest geschikte periode en wordt geregeld in samenspraak met de dagelijks verantwoordelijke van de serviceflats. De verlofdagen kunnen in principe niet als een bijkomend vrij-weekend genomen worden. Andere afwezigheden worden vervangen door de persoon door de huisbewaarder aangeduid en dit mits voorafgaande toestemming van de raad voor maatschappelijk welzijn of bij ontstentenis hiervan door een persoon aangeduid door de raad. De plaatsvervanger staat in voor alle taken die aan de huisbewaarder werden toevertrouwd. Artikel 5: Modaliteiten van bewoning en gebruik van de huisbewaarderswoning De huisbewaarder betrekt de aangeduide woning en dit in de staat waarin het wordt aangeboden. De woning bestaat uit een inkomhall, living, keuken, bureauruimte, 4 slaapkamers, badkamer, zolder, kelder en garage. De woongelegenheid wordt aan de huisbewaarder en zijn gezin ter beschikking gesteld en dit uitsluitend voor familiale huisvesting. 1. Onderhoud van de woning De huisbewaarder zal de woning onderhouden als een goede huisvader. Hij staat eveneens zelf in voor het onderhoud van de tuin. Voordat het contract wordt afgesloten wordt een plaatsbeschrijving opgemaakt, die door beide partijen wordt ondertekend. Op het einde van de overeenkomst wordt een nieuwe plaatsbeschrijving opgemaakt. De huisbewaarder zal bij zijn vertrek de woning in dezelfde staat teruggeven als hij ze ter beschikking heeft gekregen, behoudens de normale sleet en de gebreken van de constructie. 2. Herstellingen De huisbewaarder zal instaan voor kleine onderhoudsherstellingen. De huisbewaarder zal de herstellingen uitvoeren die normaal te laste zijn van het OCMW, maar veroorzaakt zijn door zijn fout of door een persoon voor wie hij moet instaan. De huisbewaarder zal de schade waarvan de herstelling op het OCMW berust onmiddellijk aan het OCMW ter kennis brengen. Bij ontstentenis van aangifte zal de aansprakelijkheid van het OCMW vervallen. De huisbewaarder zal eventuele grote herstellingen op kosten van het OCMW moeten dulden. Een schadevergoeding wegens stoornis van de bewoning zal niet kunnen gevorderd worden. 3. Veranderingen De bestemming mag niet gewijzigd worden, noch geheel of gedeeltelijk onderverhuurd of in gebruik gegeven worden aan derden. De woning mag in geen geval onder toepassing van de wet op de handelshuur komen te vallen. De huisbewaarder mag geen veranderingen aanbrengen zonder de voorafgaande schriftelijke toelating van het OCMW. De werken tot verfraaiing en verbetering door de huisbewaarder uitgevoerd, zullen aan het OCMW zonder vergoeding verworven zijn. Het OCMW kan steeds eisen dat de lokalen in hun oorspronkelijke staat worden hersteld. Schilderwerken en behangen vallen ten laste van de huisbewaarder. 4. Verzekering De huisbewaarder zal voor de gehele duur van het contract een brandverzekering sluiten die zijn aansprakelijkheid dekt die normaal een huurder op zich neemt.
Artikel 6: Beëindiging van het contract. Dit contract is voor beide partijen opzegbaar mits een schriftelijke opzegging en een inachtname van een opzegtermijn van 6 maanden. De raad voor maatschappelijk welzijn houdt zich het recht voor de overeenkomst op te zeggen, zonder dat de huisbewaarder of zijn rechthebbenden aanspraak kunnen maken op een vergoeding en zonder het moeten naleven van een opzeggingstermijn: o o o o o o
indien de huisbewaarder tot een criminele straf wordt veroordeeld indien hij een burgerlijke veroordeling oploopt die de naleving van onderhavige overeenkomst kan hinderen of beletten indien de huisbewaarder door een geestesziekte wordt getroffen of onder bewindvoering wordt gesteld bij herhaalde overtredingen van de voorwaarden van deze overeenkomst indien er feiten worden vastgesteld in hoofde van de huisbewaarder of van een lid van zijn familie, waarbij de onder zijn toezicht gesteld lokalen misbruikt worden in geval van bedrog
Artikel 7 Betwistingen omtrent de bepalingen opgenomen in deze overeenkomst zullen door de raad voor maatschappelijk welzijn worden beslecht. Elke feitelijke wijziging moet aan de raad voor maatschappelijk welzijn worden voorgelegd. Artikel 8 Deze overeenkomst treedt in werking op ……………………………. Opgemaakt in 2 exemplaren te Wevelgem op De huisbewaarder,
Namens het OCMW, De secretaris,
De voorzitter,
Stefaan Oosthuyse
Chris Loosvelt
BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Het contract voor de conciërge van de serviceflats Ter Meersch en het administratief centrum wordt goedgekeurd. PUNT 5: ASSISTENTIEWONINGEN TILIA: AANVRAAG ERKENNING: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 1.4 van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “De Beheersinstantie verbindt zich er toe een erkenning als groep van assistentiewoningen aan te vragen. Van zodra de erkenning definitief verkregen is, zal zij een bewijs van erkenning als groep van assistentiewoningen overmaken aan de Opdrachtgever.” Gelet op het voorstel om deze erkenning aan te vragen overeenkomstig het besluit van de
Vlaamse Regering van 5 juni 2009 betreffende de procedures voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers en van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2012 betreffende de groepen van assistentiewoningen; Gelet op het feit dat de erkenningsaanvraag een erkenning omvat voor een groep van assistentiewoningen bestaande uit 15 wooneenheden, gelegen in Gullegem, Dorpsplein 27; Gelet op het voorstel om als ingangsdatum van erkenning 01.06.2015 aan te vragen; BESLUIT: ENIG ARTIKEL - Het voorstel om voor de assistentiewoningen Tilia een erkenning als groep van assistentiewoningen met 15 wooneenheden aan te vragen en de voorziening op die wijze uit te baten, wordt goedgekeurd. PUNT 6: ASSISTENTIEWONINGEN TILIA: BRANDVERZEKERING: WIJZE VAN GUNNEN: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 2.1. punt G van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.: G. Diversen In de dienstverlening zitten eveneens begrepen: - De brandverzekering van het gebouw en de inboedel van de gemeenschappelijke delen en de privatieve delen voor 12.500 EUR, voor wat betreft de gemeenschappelijke delen en de ontmoetingsruimte ten belope van … EUR (nog verder te specifiëren). De privatieve delen worden voor het overige uitdrukkelijk uitgesloten van de dekking en zijn individueel door de Residenten te verzekeren. De Beheersinstantie zal een kopie van deze polis overmaken aan de Opdrachtgever;” Overwegende dat bijgevolg een brandverzekering afgesloten dient te worden eens het gebouw in gebruik wordt genomen waarbij zowel het gebouw (€ 2.469.300) als de inhoud (€ 50.000), eigendom van het OCMW, en de inhoud van de privatieve delen voor een bedrag van € 12.500/woning verzekerd dient te worden door deze brandpolis; Gelet op het voorstel om de opdracht te gunnen via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij volgende maatschappijen kunnen aangeschreven worden: 1. AXA BELGIUM, Vorstlaan 25, 1170 Brussel 2. Belfius – Galileelaan 5 – 1210 Brussel 3. ING België NV – Marnixlaan 24 – 1000 Brussel 4. Ethias – Prins-Bisschopssingel 73 – 3500 Hasselt 5. KBC Verzekeringen NV – Havenlaan 2, 1080 Brussel Gelet op de raming van de kostprijs: € 2.000/jaar; Gelet op het voorgelegde bestek; BESLUIT:
Met opmaak: Lettertype: (Standaard) Times New Roman, Cursief, Niet Markeren
ART. 1.- Het afsluiten van een brandverzekering voor de assistentiewoningen Tilia wordt gegund via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij volgende firma's worden aangeschreven: 1. AXA BELGIUM, Vorstlaan 25, 1170 Brussel 2. Belfius – Galileelaan 5 – 1210 Brussel 3. ING – Grote Markt 50 – 8500 Kortrijk 4. Ethias – Prins-Bisschopssingel 73 – 3500 Hasselt 5. KBC Verzekeringen NV – Havenlaan 2, 1080 Brussel ART. 2.- Het voorgelegde bestek wordt goedgekeurd. PUNT 7: ASSISTENTIEWONINGEN TILIA: VOORSTEL UITBREIDING CONTRACTEN a) Permanentie noodoproepen: samenwerking externe diensten DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 2.1. punt F van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.: “F. Dienstverlening inzake (nood)oproepen, tussenkomsten bij brandalarm, opleiding van personeel, verzorgen van faciliteiten in de gemeenschappelijke delen -
Het beantwoorden van elke oproep van de Resident, zowel overdag als ’s nachts (24h/24h 7d/7d), conform artikel 29 UA. De Opdrachtgever is ermee akkoord dat voor het beantwoorden van de oproepen ’s nachts en in bepaalde dagdelen de Beheersinstantie dit kan uitbesteden aan een derde, op voorwaarde dat de Opdrachtgever op de hoogte wordt gesteld over deze derde en deze derde voldoende kwaliteitsgaranties kan geven om aan de erkenningsvoorwaarden inzake groepen van assistentiewoningen te blijven voldoen;
-
Het onmiddellijk contact opnemen met de Resident in het geval van een noodoproep en indien dit nodig is, het nodige doen om onmiddellijk de passende zorg te verstrekken, conform artikel 8 UA;”
Overwegende dat in zitting van 11.02.2013 beslist werd om voor de permanentie van de noodoproepen in de serviceflats Ter Meersch samen te werken met ‘thuisverpleging Optizorg’, Heulestraat 35, 8560 Gullegem; Overwegende dat voor deze dienst gekozen werd na raadpleging van verschillende diensten thuisverpleegkunde; Gelet op de positieve ervaring tot nu toe met ‘thuisverpleging Optizorg’; Gelet op de gunstige prijs: € 3.000/jaar vaste vergoeding, € 50/nachtoproep en € 30/dagoproep; Overwegende dat voorgesteld wordt om het bestaande contract met ‘thuisverpleging Optizorg’ uit te breiden met permanentie voor de assistentiewoningen Tilia, op voorwaarde
dat Optizorg bereid is om aan dezelfde voorwaarden als voor Ter Meersch hun diensten aan te bieden; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Voor de permanentie noodoproepen assistentiewoningen Tilia wordt het bestaande contract met ‘thuisverpleging Optizorg’ uitgebreid op voorwaarde dat ‘thuisverpleging Optizorg’ bereid is om aan dezelfde voorwaarden als voor Ter Meersch hun diensten aan te bieden. b) Tuinonderhoud DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 2.1. punt D van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.: D. Dienstverlening door een tuinaannemer Voor het onderhoud van de tuin zal door de Beheersinstantie een beroep worden gedaan op een externe tuinaannemer. Deze zal instaan voor het normaal tuinonderhoud en geenszins verantwoordelijk zijn voor structurele ingrepen. Onder ‘normaal tuinonderhoud’ kan worden verstaan: alle werkzaamheden die betrekking hebben op het onderhouden van de aanwezige beplanting, zoals het snoeien van bomen of struiken, het afrijden van gras en het herstellen van aanwezige beplanting, in de mate dat dit noodzakelijk zou zijn, …. Alle werkzaamheden die betrekking hebben op de herinrichting van de tuin of grote aanpassingswerken aan de tuin, vallen buiten de definitie van het begrip ‘normaal tuinonderhoud’. De kostprijs voor materiaal en tuinproducten voor het ‘normaal tuinonderhoud’ is eveneens inbegrepen in de dienstverlening van de Beheersinstantie.” Overwegende dat in zitting van 25.08.2014 de opdracht ‘onderhoud groenzones centrum voor ouderenzorg en thuiszorg Het Gulle Heem’ na onderhandelingsprocedure toegewezen werd aan de firma Cools, Wervikstraat 199, 8930 Menen; Gelet op de positieve ervaringen met deze firma; Gelet op het feit dat de groenzones rond de assistentiewoningen Tilia heel beperkt zijn; Overwegende dat voorgesteld wordt om het contract met de firma Cools uit te breiden met het groenonderhoud voor de assistentiewoningen Tilia; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Voor het groenonderhoud van de assistentiewoningen Tilia wordt de bestaande opdracht van de firma Cools uitgebreid. c) Poetsen ramen DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN,
Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 2.1. punt G van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.: G. Diversen In de dienstverlening zitten eveneens begrepen: - een reiniging door een derde van de ramen, die deel uitmaken van de gemeenschappelijke ruimtes of de ontmoetingsruimte en die moeilijk bereikbaar zijn en als dusdanig niet opgenomen zijn onder E; dit met een frequentie zoals volgens de noodwendigheden van het gebouw en zijn gebruikers vereist.” Overwegende dat de ramen in het centrum voor ouderenzorg en thuiszorg Het Gulle Heem die moeilijk bereikbaar zijn aan de buitenzijde door de firma All-fixed, Moeskroenstraat 605 8930 Rekkem, gereinigd worden; Overwegende dat deze firma ook instaat voor het onderhoud van moeilijk bereikbare ramen (o.m. buitenzijde eerste verdieping) in het administratief centrum en moeilijk bereikbare ramen in het woonzorgcentrum Elckerlyc; Overwegende dat voorgesteld wordt om de bestaande opdracht aan All-fixed uit te breiden met het poetsen van moeilijk bereikbare gemeenschappelijke ramen, in afwachting van het uitschrijven van een nieuwe overheidsopdracht voor het poetsen van de ramen in Het Gulle Heem, Elckerlyc, administratief centrum en Tilia; BESLUIT: ENIG ARTIKEL - Voor het poetsen van de moeilijk bereikbare gemeenschappelijke ramen van de assistentiewoningen Tilia wordt de bestaande opdracht van de firma All-fixed uitgebreid, in afwachting van het uitschrijven van een nieuwe overheidsopdracht voor het poetsen van de ramen in Het Gulle Heem, Elckerlyc, administratief centrum en Tilia. PUNT 8: WOONZORGCENTRA + ASSISTENTIEWONINGEN TILIA: VERWARMING: ONDERHOUDSCONTRACTEN: WIJZE VAN GUNNEN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in beide woonzorgcentra (en in Het Kader) er op dit moment nog geen onderhoudscontracten voor de verwarming werden afgesloten; Overwegende dat tot op heden onderhoudsbeurten telkens gebeuren op afroep maar dit duur is; Gelet op het feit verwarmingstoestellen goed onderhouden moeten worden gezien de grote gevolgen bij defect van de toestellen; Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 2.1. punt G van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.:
G. Diversen In de dienstverlening zitten eveneens begrepen: -
Het onderhoudscontract met onderhoud om de 2 jaar van de verwarmingsinstallaties (16 installaties in totaal).”
Gelet op het voorstel om, in toepassing van de wet op de overheidsopdrachten, een opdracht uit te schrijven voor het onderhoud van de verwarmingstoestellen in beide woonzorgcentra (incl. Het Kader) en in de assistentiewoningen Tilia; Gelet op het voorstel om de opdracht te gunnen via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij volgende firma’s kunnen aangeschreven worden: 1. CELCIO, Watlingtonstraat 1, 9000 Gent 2. Cofely Services – Egide Walschaertsstraat 15/1 – 2800 Mechelen 3. Stallo NV – Eekhoekstraat 89a – 9270 Laarne 4. Devis group – Waaslandlaan 8A4 – 9160 Lokeren 5. Klima+ - Sappenleenstraat 24 - 8970 Poperinge Gelet op de raming van de kostprijs: € 10.400 excl. btw/jaar of € 12.584 incl. btw/jaar Gelet op het voorgelegde bestek; BESLUIT: ART. 1.- De opdracht ‘onderhoud van de verwarmingstoestellen in de beide woonzorgcentra en de assistentiewoningen Tilia’ wordt gegund via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij volgende firma's worden aangeschreven: 1. CELCIO, Watlingtonstraat 1, 9000 Gent 2. Cofely Services – Egide Walschaertsstraat 15/1 – 2800 Mechelen 3. Stallo NV – Eekhoekstraat 89a – 9270 Laarne 4. Devis group – Waaslandlaan 8A4 – 9160 Lokeren 5. Klima+ - Sappenleenstraat 24 - 8970 Poperinge ART. 2.- Het voorgelegde bestek wordt goedgekeurd. PUNT 9: ASSISTENTIEWONINGEN TILIA: AANKOOP MEUBILAIR: WIJZE VAN GUNNEN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing in zitting van 12.01.2015 waarbij de ‘service level agreement’ met Care Property Invest, eigenaar van de assistentiewoningen Tilia, goedgekeurd werd; Gelet op artikel 2.1. punt G van deze overeenkomst dat het volgende bepaalt: “Op basis van de Overeenkomst bepaald in artikelen 1.2 en 1.3 verbindt de Beheersinstantie zich ertoe om aan elke Resident gespecialiseerde diensten te verlenen inzake zorg – en dienstverlening. Deze diensten omvatten o.m.: G. Diversen In de dienstverlening zitten eveneens begrepen: - Het meubilair in de ontmoetingsruimte en het kantoor; Overwegende dat voorgesteld wordt om voor de ontmoetingsruimte 20 stoelen (of variante: 17 stoelen en 3 stoelzeteltjes ‘clubstijl’) en 4 vierkante tafels aan te kopen;
Gelet op het voorstel om de opdracht te gunnen via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij volgende firma’s kunnen aangeschreven worden: 1. MOMENTS FURNITURE NV, Deefakkerstraat 2 te 8770 Ingelmunster 2. JACQUES JANSSEN, Industrieterrein Kanaal-Noord 1126 te 3960 Bree 3. EUROCHAIR PROJECTS NV, Beverensestraat 33 te 8850 Ardooie 4. BULVANO, Blarenberglaan 6 te 2800 Mechelen Gelet op de raming van de kostprijs: € 10.000 incl. btw; Overwegende dat hiervoor krediet voorzien is in het budget 2015 en de werken gefinancierd kunnen worden met eigen middelen (bestemde gelden); Gelet op het voorgelegde bestek; BESLUIT: ART. 1.- De opdracht ‘aankoop meubilair ontmoetingsruimte assistentiewoningen Tilia’ wordt gegund via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking waarbij volgende firma's worden aangeschreven: 1. MOMENTS FURNITURE NV, Deefakkerstraat 2 te 8770 Ingelmunster 2. JACQUES JANSSEN, Industrieterrein Kanaal-Noord 1126 te 3960 Bree 3. EUROCHAIR PROJECTS NV, Beverensestraat 33 te 8850 Ardooie 4. BULVANO, Blarenberglaan 6 te 2800 Mechelen ART. 2.- Het voorgelegde bestek wordt goedgekeurd. PUNT 10: CENTRUM OUDERENZORG EN THUISZORG HET GULLE HEEM: AANKOOP BUITENFITNESSTOESTELLEN: WIJZE VAN GUNNEN: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat zowel voor bewoners van het woonzorgcentrum, het serviceflatgbouw, de aanleunwoningen, als voor bezoekers van het dienstencentrum en van het cafetaria, een kleine groep aan bewegingstoestellen voor senioren een aanwijsbare meerwaarde kan bieden; Overwegende dat beweging voor iedereen, en voor senioren zeker, een aan te bevelen gebeuren is dat bevorderlijk is voor gezondheid en sociale contacten; Overwegende dat voorgesteld om 5 buitenfitnesstoestellen aan te kopen waarbij voorgesteld wordt om toestellen aan te kopen waarbij armen, benen en schoudergordel op een functionele en aangename manier kunnen geoefend worden; Gelet op het feit dat er in de voortuin van het woonzorgcentrum een geschikte plaats is, met voldoende sociale controle, om dergelijke toestellen te plaatsen; Overwegende dat de toestellen zowel individueel als in groep kunnen gebruikt worden; Overwegende dat voor de mensen met de meest beperkte validiteit door deskundige personeelsleden (of opgeleide vrijwilligers) begeleiding geboden kan worden op geplande momenten; Overwegende dat door de degelijkheid van de toestellen en door het eenvoudig gebruik dergelijke toestellen ook gebruikt kunnen worden door kinderen die op bezoek zijn (in het cafetaria);
Gelet op de raming van de kostprijs: € 13.500 incl. btw.; Overwegende dat hiervoor krediet voorzien is in het budget 2015 en de aankoop gefinancierd kan worden met eigen middelen (bestemde gelden); Gelet op het voorgelegde bestek; BESLUIT: ART. 1.- De aankoop van buitenfitnesstoestellen wordt gegund via onderhandelingsprocedure waarbij volgende firma’s aangeschreven worden: - OFS, Industriezone De Kolmen, Nijverheidsstraat 1409, 3570 Alken - Outgym, Kragendijk 203, 8300 Knokke-Heist - FitOfun, Rue de la Presse 4, 1000 Brussel ART. 2.- Het voorgelegde bestek wordt goedgekeurd. PUNT 11: AANLEG VOORLOPIGE PARKING PASTORIJWEG 40: TOEWIJZING: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 51 en 52, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 3; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Pastorijweg 40: Aanleg tijdelijke parking” een bestek met nr. 2014-012 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 22.814,00 excl. btw of € 27.604,94 incl. 21% btw; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12 januari 2015 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 12 januari 2015 betreffende het starten van de gunningsprocedure waarin beslist werd om volgende firma’s uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - Maeyaert P-J, Sint-Eloois-Winkelsestraat 82 te 8800 Roeselare - Frans Maes NV, A. Dassonvillelaan 4 te 8860 Lendelede - Grondwerken Maes, Vrijstraat 92 te 8560 Wevelgem - Lavagro NV, Aalbeeksesteenweg 25 te 8930 Menen - Penninck NV, Rumbeeksegravier 110 te 8800 Roeselare; Overwegende dat de offertes het bestuur ten laatste op 23 februari 2015 om 11.00 uur dienden te bereiken; Overwegende dat de verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 23 juni 2015; Overwegende dat 3 offertes werden ontvangen: - Maeyaert P-J, Sint-Eloois-Winkelsestraat 82 te 8800 Roeselare (€ 14.042,24 excl. btw of € 16.991,11 incl. 21% btw) - Frans Maes NV, A. Dassonvillelaan 4 te 8860 Lendelede (€ 23.329,85 excl. btw of € 28.229,12 incl. 21% btw) - Penninck NV, Rumbeeksegravier 110 te 8800 Roeselare (€ 13.434,00 excl. btw of € 16.255,14 incl. 21% btw) Gelet op het voorstel om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde Penninck NV, Rumbeeksegravier 110 te 8800 Roeselare, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 13.434,00 excl. btw of € 16.255,14 incl. 21% btw; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget 2015 en de werken gefinancierd kunnen worden met eigen middelen (bestemde gelden); BESLUIT: ARTIKEL 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel voor de opdracht “Pastorijweg 40: Aanleg tijdelijke parking”. ARTIKEL 2 - Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing.
ARTIKEL 3 - Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde Penninck NV, Rumbeeksegravier 110 te 8800 Roeselare, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 13.434,00 excl. btw of € 16.255,14 incl. 21% btw. ARTIKEL 4 - De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2014-012. ARTIKEL 5 - De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het budget 2015 en de werken kunnen gefinancierd worden met eigen middelen (bestemde gelden). PUNT 12: SOCIALE WONINGEN: AANPASSING INTERNE HUURREGLEMENTEN + HUISHOUDELIJKE REGLEMENTEN: a) Interne huurreglementen DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat de verhuring van de 10 woningen (SBR-project) in de Minister De Detaeyelaan zal gebeuren met toepassing van het besluit van 12.10.07 van de Vlaamse regering betreffende de reglementering van het sociaal huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode; Overwegende dat in zitting van 05.05.08, in het kader van dezelfde wetgeving, het intern huurreglement goedgekeurd werd; Overwegende dat in zitting van 14.06.2010 het intern huurreglement aangepast en aangevuld werd in functie van de ingebruikname van de sociale appartementen in de Lauwestraat; Gelet op het voorstel om dit intern huurreglement opnieuw aan te passen en aan te vullen, enerzijds omwille van de ingebruikname van de sociale woningen in de Minister De Taeyelaan, anderzijds door wijzingen aan het besluit van 12.10.07 door het besluit van 4.10.2013 van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid; Gelet op het feit dat in februari 2015 er 69 inschrijvingen zijn op de wachtlijst voor een éénkamerwoning en 29 inschrijvingen op de wachtlijst voor een tweekamerwoning; Gelet op het feit dat het OCMW beschikt over 4 sociale woongelegenheden met één kamer en 20 sociale woongelegenheden met 2 kamers; Gelet op deze discrepantie wordt voorgesteld om 2 uitzonderingen mogelijk te maken op de tot nu toe gehanteerde rationele bezetting: 2 kleine appartementen met 2 slaapkamers enkel toewijzen aan alleenstaanden of koppel: Berkenlaan 1 bus 2 te Moorsele en Overheulestraat 72 te Moorsele; Gelet op het voorstel van het intern huurreglement sociale woningen/appartementen OCMW Wevelgem: Intern huurreglement sociale woningen OCMW Wevelgem 09.03.2015
Artikel 1
Dit intern huurreglement is een openbaar document waarin het OCMW Wevelgem een aantal concrete regels, aangepast aan de lokale situatie, vastlegt over het verhuren van sociale woningen. Daarnaast zijn de regels vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 van toepassing. Artikel 2 De bepalingen van dit intern huurreglement zijn met ingang van 10 maart 2015 van toepassing voor alle sociale woningen die het OCMW verhuurt die vallen onder de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode, gewijzigd bij besluit van 4 oktober 2013 van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het woonbeleid. Ze werden goedgekeurd door de Raad voor maatschappelijk welzijn in zitting van 9 maart 2015. Artikel 3 - inschrijvingsregister Iedereen die voldoet aan de in het Sociaal Huurbesluit gestelde voorwaarden kan zich inschrijven in het register van kandidaat-huurders voor een sociale woning van het OCMW Wevelgem. Artikel 4 – schrappen van een kandidatuur uit het inschrijvingsregister Naast de schrappingsgronden vermeld in artikel 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 kan de verhuurder beslissen over te gaan tot schrapping van een kandidatuur uit het inschrijvingsregister bij het onbestelbaar terugkeren van een brief bij actualisering van het register of bij het aanbod van een woning op voorwaarde dat de verhuurder de brief bij actualisering van het register of bij het aanbod van een woning, verzendt naar het laatst bekende adres dat in het Rijksregister wordt vermeld, tenzij de kandidaat-huurder uitdrukkelijk heeft gevraagd om de briefwisseling naar een ander adres te verzenden. Artikel 5 – toewijzen van een sociale woning – verschillende criteria Voor het toewijzen van een sociale woning aan een kandidaat-huurder wordt er achtereenvolgens rekening gehouden met volgende criteria: 1. 2. 3. 4.
de rationele bezetting van de woning de absolute voorrangsregels het puntensysteem de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het inschrijvingsregister
Artikel 6 – toewijzingscriterium 1: rationele bezetting van de woning Onder de term ‘rationele’ bezetting wordt verstaan: het aantal beschikbare slaapkamers van een toe te wijzen woning moet zo dicht mogelijk aansluiten bij het aantal slaapkamers dat volgens de samenstelling van het gezin nodig is. Bij het beoordelen van de rationele bezetting wordt rekening gehouden met kinderen die geplaatst zijn of waarvoor de kandidaat-huurder een co-ouderschap of een omgangsrecht heeft en die daardoor niet permanent in de woning zullen verblijven. Met de kinderen die meerderjarig worden, blijft men rekening houden zolang zij de leeftijd van 25 jaar niet hebben bereikt en zolang hun deeltijdse verblijf in de woning blijft voortduren. De kandidaat-huurder kan schriftelijk verzaken aan de toepassing van dit recht. Hij kan de verzaking aan dit recht op elk ogenblik herroepen. Als iemand zich wil inschrijven voor een woning die niet voldoet aan de rationele bezetting, kan deze woning slechts worden toegewezen als de gezinssamenstelling op het moment van de toewijzing de rationele bezetting het meest benadert en voor zover er voor die woning op dat ogenblik geen andere kandidaat-huurders met een aangepaste rationele bezetting ingeschreven zijn.
Voor de appartementen in de Overheulestraat-Berkenlaan en Lauwestraat en de woningen in de Minister De Taeyelaan is het vooropgestelde aantal bewoners als volgt bepaald: - appartementen met 1 slaapkamer: 1 alleenstaande of 1 koppel -
appartementen of woningen met 2 slaapkamers: o 1 alleenstaande met 1 kind of met 2 kinderen van hetzelfde geslacht of met 2 kinderen van verschillend geslacht jonger dan 10 jaar o 1 koppel met 1 kind of met 2 kinderen van hetzelfde geslacht of met 2 kinderen van verschillend geslacht jonger dan 10 jaar o 1 alleenstaande met bezoekrecht voor 1 kind of voor 2 kinderen van hetzelfde geslacht of voor 2 kinderen van verschillend geslacht jonger dan 10 jaar o 1 koppel met bezoekrecht voor 1 kind of voor 2 kinderen van hetzelfde geslacht of voor 2 kinderen van verschillend geslacht jonger dan 10 jaar
-
Omwille van de discrepantie tussen de inschrijvingen op de wachtlijsten en de aangeboden woningtypes maakt het OCMW 2 uitzonderingen mogelijk op de bovengenoemde rationele bezetting. Twee kleine appartementen met 2 slaapkamers worden enkel nog toegewezen aan alleenstaanden of koppels. Het betreft volgende adressen: Berkenlaan 1 bus 2 te Moorsele en Overheulestraat 72 te Moorsele.
-
aangepaste woningen aan rolstoelgebruikers: bij elk van de opgesomde gezinstypes dient minstens 1 persoon rolstoelgebruiker te zijn o 1 alleenstaande met 1 kind o 1 koppel met 1 kind o 1 alleenstaande met bezoekrecht voor 1 kind o 1 koppel met bezoekrecht voor 1 kind Enkel in geval geen personen ingeschreven staan op de wachtlijst voor woningen voor rolstoelgebruikers, kan deze woning toegewezen worden aan personen met eenzelfde gezinssamenstelling, zonder dat één van de leden van het gezin rolstoelgebruiker is.
Artikel 7 – toewijzingscriterium 2: de absolute voorrangsregels Zonder afbreuk te doen aan het principe van de rationele bezetting, geniet achtereenvolgens absolute voorrang voor de toewijzing van een woning de kandidaat-huurder: 1° de kandidaat-huurder of een van zijn gezinsleden met een fysieke handicap of beperking, uitsluitend als de beschikbare woning door de daarop gerichte investeringen specifiek is aangepast aan de huisvesting van personen met die fysieke handicap of beperking of de kandidaat-huurder die ingeschreven is voor een sociale assistentiewoning, als de beschikbare woning een sociale assistentiewoning is. e 2° de kandidaat-huurder van wie het beroep overeenkomstig artikel 30, 4 lid van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 ontvankelijk en gegrond werd verklaard 3° de kandidaat-huurder die opnieuw moet worden gehuisvest in het kader van operaties en werken voor sociale huisvestingdoeleinden.
Artikel 8 – toewijzingscriterium 3: het puntensysteem Het puntensysteem wordt gebaseerd op enerzijds 4 verplichte gewogen prioriteiten, namelijk de woonnood, de kinderlast, het actueel besteedbaar inkomen en de mutatievraag van een zittende huurder van de verhuurder en anderzijds 2 optionele gewogen prioriteiten, nl. het aantal jaren dat de kandidaat-huurder in het inschrijvingsregister ingeschreven is, en het aantal jaren dat de kandidaathuurder in de gemeente of het werkingsgebied verblijft. Binnen iedere situatie is geen cumul van punten mogelijk en geldt enkel de hoogste puntenscore die op de kandidaat-huurder eventueel van toepassing is, met andere woorden de meest benarde situatie van de woningzoekende. Als de kandidaat-huurder een tweede keer het aanbod van een woning die aan zijn keuze qua ligging, type en maximale huurprijs beantwoordt, weigert met ongegronde redenen, wordt zijn totale puntenscore verminderd met drie punten. Die vermindering vervalt na een jaar te rekenen vanaf de datum van de tweede ongegronde weigering. 4 verplichte gewogen prioriteiten 1° Prioriteit woonnood Deze prioriteit omvat de volgende deelaspecten: Punten A. Effectieve of een dreigende dakloosheid geen huisvesting of opvang of verblijf in nachtopvang Instelling, opvangtehuis of gevangenis kunnen of moeten verlaten en geen woonrecht meer hebben elders verblijf in noodwoning, crisisopvang, transitwoning, hotel verlies recht van bewoning en ter voorkoming dakloosheid opvang bij vrienden of familie gerechtelijke uithuiszetting en betekend vonnis opzegging huurovereenkomst door eigenaar met een opzegtermijn van minder dan 3 maanden of de woning verplicht en rechtsgeldig moeten verlaten binnen een termijn van minder dan 3 maanden Gerechtelijke uithuiszetting zonder betekend vonnis opzegging huurovereenkomst door eigenaar met een resterende opzegtermijn tussen 3 en 6 maanden of de woning verplicht en rechtsgeldig moeten verlaten binnen een termijn van 3 tot 6 maanden B. Wonen in een goed dat niet geschikt is voor wonen Wonen in een roerend of onroerend goed dat niet geschikt is voor wonen, waarvoor een stakingsbevel werd uitgevaardigd Wonen in een roerend of onroerend goed dat niet geschikt is voor wonen, waarvoor geen stakingsbevel werd uitgevaardigd Wonen op een camping zonder permanent woonrecht (eenzelfde campingverblijf kan slechts eenmaal aanleiding geven tot een puntentoekenning) Wonen in een niet hoofdzakelijk vergunde woning C. Verminderde kwaliteit of de overbewoning van een woning Onbewoonbaarverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot onbewoonbaarverklaring Overbewoondverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot overbewoondverklaring Ongeschiktverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot ongeschiktverklaring met in beide gevallen op het technisch verslagminimaal 3 gebreken in categorie III in de hoofdrubrieken Omhulsel en Binnenstructuur of 3 gebreken in categorie IV en 60 strafpunten
20 20 17 17 17 17
14 14
20 17 17
11
20 20
17 17
Overschrijding van de bezettingsnorm, vastgesteld in de technische verslagen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12.07.2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen of onaangepast aan de fysieke mogelijkheden van een bejaarde of van een persoon met een handicap Ongeschiktverklaring of conformiteitsonderzoek met advies tot ongeschiktverklarling Ernstige gebreken woning vastgesteld in een verslag van een officiële instantie (bv. van gemeente, woonwinkel, logo, politie, …)
11 11
D. De betaalbaarheid van de huurprijs De te betalen huurprijs, verminderd met een eventuele huursubsidie, is hoger dan 50 % van het actueel besteedbare inkomen De te betalen huurprijs, verminderd met een eventuele huursubsidie, is meer dan 35 % en minder dan 50 % van het actueel besteedbare inkomen
14 11
E. Het zelfstandig wonen of gaan wonen van een minderjarige met begeleiding door een erkende dienst Zelfstandig wonen of gaan wonen met begeleiding door een erkende dienst 17 2° Prioriteit kinderlast (maximaal 6 punten) Per kind, inclusief kinderen die geplaatst zijn of waarvoor de kandidaat-huurder een coouderschap of een omgangsrecht heeft en die daardoor niet permanent in de woning zullen verblijven, wordt een punt toegekend. 3° Actueel besteedbaar inkomen (minimaal 5 punten, maximaal 20 punten) INKOMEN ALLEENSTAANDEN 1° tot en met 50 euro boven het toepasselijke leefloon 2° hoger dan bedrag vermeld in 1°, tot en met € 150 boven het leefloon 3° hoger dan bedrag vermeld in 2°, tot en met € 300 boven leefloon 4° hoger dan bedrag vermeld in 3°, tot en met € 500 boven leefloon 5° hoger dan bedrag vermeld in 4°, tot en met € 700 boven leefloon 6° hoger dan bedrag vermeld in 5°
Punten 20 17 14 11 8 5
INKOMEN GEZINNEN 1° tot en met 120 euro boven het toepasselijke leefloon 2° hoger dan het bedrag vermeld in 1°, tot en met € 240 boven leefloon 3° hoger dan het bedrag vermeld in 2°, tot en met € 420 boven leefloon 4° hoger dan het bedrag vermeld in 3°, tot en met € 660 boven leefloon 5° hoger dan het bedrag vermeld in 4°, tot en met € 900 boven leefloon 6° hoger dan het bedrag vermeld in 5°
Punten 20 17 14 11 8 5
4° Mutatieaanvraag van een zittende huurder van de verhuurder (7 punten) 2 uitzonderingen:
Als SVK kamerwoningen verhuurt en voor die woningen een begeleidingsovereenkomst heeft afgesloten met een welzijnsdienst, kunnen die kamerwoningen gesubsidieerd worden. Een huurder van zo’n kamer-metbegeleiding, die de begeleiding niet langer nodig heeft, krijgt 17 punten Als de sociale huurwoning niet meer voldoet aan de rationele bezetting
Punten 17
Optionele gewogen prioriteit Het aantal jaren dat de kandidaat-huurder in de gemeente verblijft (maximaal 6 punten)
14
De verhuurder kan aan de kandidaat-huurder die inwoner is van de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is maximaal 6 punten toekennen. De verhuurder kan die punten verdelen door een aantal punten toe te kennen voor het inwoner zijn van de gemeente. Met inwoner van de gemeente wordt de persoon bedoeld die: - op het ogenblik van de toewijzing effectief verblijft in de gemeente - in de periode van 6 jaar voorafgaand aan de toewijzing ingeschreven is of geweest is in het bevolkingsregister van de gemeente. Artikel 9: toewijzingscriterium 4: de chronologische volgorde van de inschrijvingen in het inschrijvingsregister Dit betekent dat als bij een toewijzing 2 of meer kandidaat-huurders een zelfde puntenaantal verwerven, de kandidaat die het langst ingeschreven is in het inschrijvingsregister voorrang krijgt op de anderen. Artikel 10: het opzeggen van een huurovereenkomst Naast een aantal verplichte opzeggingsgronden, bepaald in art. 33 §1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007, past de verhuurder ook volgende facultatieve opzeggingsgrond toe. Als bij een huurprijsaanpassing op 1 januari blijkt dat de huurder voor het derde jaar op rij de basishuurprijs van de woning zal betalen en dat zijn inkomen voor het derde jaar op rij minimaal gelijk is aan het dubbele van de toepasselijke inkomensgrens, kan de verhuurder de opzeg van de huurovereenkomst betekenen, met een opzegtermijn van 12 maanden.
BESLUIT: ENIG ARTIKEL - De aanpassing aan het intern huurreglement sociale woningen/appartementen wordt goedgekeurd. b) Huishoudelijke reglementen DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in zitting van 14.6.10 het huishoudelijk reglement voor de sociale appartementen in de Lauwestraat 72 goedgekeurd werd; Overwegende dat in zitting van 19.11.12 het huishoudelijk reglement voor de sociale appartementen in de Overheulestraat-Berkenlaan goedgekeurd werd; Overwegende dat de sociale woningen in de Minister De Taeyelaan nog vóór de zomer in gebruik zullen kunnen worden genomen; Gelet op het voorstel om ook voor de sociale woningen in de Minister De Taeyelaan een huishoudelijk reglement te laten goedkeuren om mogelijke discussies in de toekomst te vermijden; Gelet op het voorstel om de huishoudelijke reglementen voor de appartementen in de Lauwestraat en de Overheulestraat-Berkenlaan te verduidelijken, gebaseerd op problemen in het verleden; Gelet op de voorgelegde reglementen:
HUISHOUDELIJK REGLEMENT SOCIALE HUURAPPARTEMENTEN LAUWESTRAAT WEVELGEM 09.03.2015
1. Beheer De sociale huurappartementen gelegen in de Lauwestraat nr 72 zijn eigendom van het OCMW Wevelgem, Deken Jonckheerestraat 9, 8560 Wevelgem, tel.056/43.56.00. Het appartementsgebouw telt 8 appartementen, 6 met 2 slaapkamers, 2 met 1 slaapkamer. 2. Accommodatie Balkon en/ of terrassen Elk appartement ( met uitzondering van de 2 appartementen op het gelijksvloer) beschikken over een balkon voor– en achteraan. Het balkon is geen opslagruimte. Bijgevolg mag er – met uitzondering van tuinmeubilair – niets geplaatst of gestapeld worden. Schotelantennes Er mag niets gewijzigd worden aan de buitenzijde en voorkant van het gebouw. Het plaatsen van een schotelantenne aan de achterzijde van het gebouw is wel toegelaten op voorwaarde dat de antenne enkel geplaatst wordt onder toezicht en na toestemming van het OCMW. De antenne zal nooit verankerd worden aan de achtergevel maar in een stevige sokkel geplaatst worden. De eigenlijke aansluiting met de TV zal door het OCMW gebeuren. Autoparkeerplaatsen Bij de verhuur van een appartement wordt één genummerde autoparkeerplaats toegewezen aan de bewoner van het appartement. De toegewezen parkeerplaats kan enkel gebruikt worden om de wagen van de bewoner te plaatsen. Fietsen- en bromfietsenstalling Per appartement is in de (brom)fietsenstalling in de gemeenschappelijke tuin plaats voorzien voor 2 (brom)fietsen. Fietsen en bromfietsen worden altijd in deze voorziene ruimtes geplaatst en horen niet thuis in het gebouw of op het trottoir aan de voorkant van het gebouw. Schilderwerken De bewoner mag enkel na toestemming van het OCMW Wevelgem de binnenmuren en plafonds van zijn/haar appartement (her)schilderen. Na de uittrede bij opzeg van de huur wordt gevraagd om het appartement in de originele kleur te herschilderen. Het schilderen van ramen, deuren, keukenkastjes, enz. wordt nooit toegestaan. De gemeenschappelijke delen van het gebouw mogen niet door de bewoners worden geschilderd en/of behangen. Dit gebeurt door het OCMW Wevelgem. De gemeenschappelijke gangen Om brandveiligheidsredenen vragen we om de gemeenschappelijk gangen niet in te nemen voor privé-doeleinden. Zo vragen we om geen buggy’s, caddy’s en andere persoonlijke zaken aan de appartementsdeur en in de gemeenschappelijke gangen te plaatsen. Persoonlijke
spullen worden daarom in het appartement gezet of bij plaatsgebrek in de persoonlijke bergruimte in de kelder. 3. Leefmilieu en hygiëne Huisvuil Huisvuil wordt, in afwachting de ophaling, opgeborgen in het appartement of in de persoonlijke berging in de kelder. Het huisvuil hoort niet thuis op de terrassen. Huisdieren Huisdieren zijn niet toegelaten, behalve vissen en gekooide vogels. Rust en veiligheid in het gebouw De bewoners en hun bezoekers worden gevraagd de rust in het gebouw te respecteren, in het bijzonder tussen 22 uur ’s avonds en 7 uur ’s morgens. Bij gebruik van de muziekinstallaties, muziekinstrumenten, TV-toestellen en dergelijke moet men er op letten dat men de medebewoners niet stoort, bv. medebewoners die nachtarbeid verrichten, kleine kinderen die nog overdag slapen,… Om veiligheidsredenen moet de gemeenschappelijke voordeur altijd dicht zijn. Er wordt nooit toegang verschaft aan onbekenden in het gebouw. Brandveiligheid In geval van brand moeten de instructies zoals vastgelegd in het intern noodplan strikt worden opgevolgd. Iedere bewoner ontvangt bij aanvang van de huurovereenkomst een exemplaar van dit intern noodplan. Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen, is het nodig dat de huurders een bijzondere inspanning leveren om brandgevaar te vermijden: - Roken is niet toegestaan in de gemeenschappelijke delen in het gebouw - Elektrische apparaten mogen enkel gebruikt worden als de veiligheid ervan kan gewaarborgd worden - dominostekkers zijn verboden - … Schade De bewoner (of bezoeker van de bewoner) die schade veroorzaakt aan het appartement, de gemeenschappelijke ruimten of lift is verantwoordelijk voor de aangebrachte schade. De kosten voor het herstellen van de aangebrachte schade, aan het appartement of in de gemeenschappelijke delen, vallen ten laste van de huurder. Herstellingen Bij vaststelling van een defect in het appartement of in de gemeenschappelijke ruimtes verwittigt de bewoner zo snel mogelijk het OCMW die instaat voor de herstellingswerken. Herstellingswerken in de flat als gevolg van normale slijtage of ouderdom vallen ten laste van het OCMW, alle andere kosten worden verhaald op de huurder. De huurder zal de uitvoering van gelijk welke herstellingswerken door het OCMW toestaan, zowel aan gemeenschappelijke als aan private delen, zonder schadevergoeding of vermindering van huur te vorderen. De huurder zal het OCMW steeds toegang verlenen tot zijn appartement zodat de nodige herstelling kan uitgevoerd worden. Gemeenschappelijke tuin Bij de appartementen hoort een gemeenschappelijke tuin, die ook de autoparkeerplaatsen, de fietsen- en bromfietsenberging, … omvat.
Aan de achterzijde bevindt zich een poort die geopend kan worden met een sleutel. De poort wordt steeds gesloten o.a. om de veiligheid te bewaken van de kinderen die mogelijks in de tuin spelen. In de gemeenschappelijke tuin worden geen persoonlijke voorwerpen (bv. BBQ toestellen, eigen tuinmeubilair, speelgoed van de kinderen , trampolines, zwembadjes enz.) achtergelaten bij einde activiteit. De tuin wordt steeds net achtergelaten zodat het OCMW-personeel er vlot in slaagt om het gazon te maaien en de bijhorende borders te onderhouden. Er is regenwater beschikbaar via de kraan aan de bromfietsenberging. Dit verbruik is beschikbaar voor alle bewoners en dit zolang de voorraad strekt. Gemeenschappelijke delen Elke bewoner bewaart de nodige netheid in de gangen. Regelmatig worden de gemeenschappelijke delen gepoetst door het OCMW Wevelgem. Iedere bewoner staat in voor het onderhoud van zijn/haar appartement. 4. Aanspreekpunt Nele Deman en Caroline Maes zijn contactpersonen voor problemen van technische aard (herstellingen of gebreken). Tel.: 056/43 56 00 of 0473/76 57 72 Onder het motto ‘buren spreken buren’ verwacht het OCMW dat problemen rond overlast tussen buren onderling besproken worden. Enkel indien dit niet tot een leefbare oplossing leidt, kunt u hiermee terecht bij bovenstaande contactpersonen of bij de wijkagent.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT SOCIALE HUURAPPARTEMENTEN BERKENLAAN-OVERHEULESTRAAT MOORSELE 09.03.2015
1. Beheer
De appartementen Overheulestraat 1/1 - 1/2 – 1/3 en Berkenlaan 70 – 72 – 74 te Moorsele zijn eigendom van het OCMW Wevelgem, Deken Jonckheerestraat 9, 8560 Wevelgem. Het appartementsgebouw telt 6 appartementen: 4 met 2 slaapkamers en 2 met 1 slaapkamer
2. Accommodatie Autoparkeerplaatsen Bij de verhuring van een appartement wordt één genummerde autoparkeerplaats toegewezen aan de bewoner van het appartement, voor zover hij /zij over een voertuig beschikt. Het OCMW zorgt voor een bordje met nummerplaat zodat de parkeerplaats gereserveerd blijft. De toegewezen parkeerplaats kan enkel en alleen gebruikt worden om er de wagen van de bewoner te plaatsen. Parkeerplaatsen die niet werden toegewezen kunnen op geen enkele manier worden voorbehouden , gereserveerd of opgeëist door bewoners of derden. Fietsen- en bromfietsenstalling Fietsen mogen enkel gestald worden in de persoonlijke berging. Gemeenschappelijke delen De gemeenschappelijke (groen)voorzieningen zoals de tuin, de zitbanken, de parking, het groen en de verharding rondom het appartementenblok, mogen niet ingenomen worden voor privé-doeleinden. De gemeenschappelijke delen worden steeds proper gehouden en er wordt geen persoonlijk materiaal geplaatst. Schotelantennes Er mag niets gewijzigd of bevestigd worden aan de buitengevels en rondom het gebouw. Om deze reden kan het monteren van schotelantennes niet worden toegestaan. Schilderwerken De bewoner mag enkel na toestemming van het OCMW Wevelgem de binnenmuren en plafonds van zijn/haar appartement (her)schilderen. Na de uittrede bij opzeg van de huur wordt wel gevraagd om het appartement in de originele kleur te herschilderen. Het schilderen van ramen, deuren, keukenkastjes, … wordt nooit toegestaan. 3. Leefmilieu en hygiëne Huisvuil Huisvuil wordt opgeborgen in het appartement of in de persoonlijke berging en dus niet buiten, in afwachting dat het opgehaald wordt. Er is een gemeenschappelijk compostvat voorzien waar bewoners gebruik van kunnen maken. Het compostvat is eigendom van het OCMW. De gebruikers zijn verantwoordelijk voor
het correcte gebruik van het compostvat. In dit verband wordt verwezen naar de gebruikersafspraken die elke bewoner schriftelijk krijgt en naar de sorteerregels gekleefd aan het compostvat. Huisdieren Huisdieren zijn niet toegelaten, behalve vissen en gekooide vogels. Rust en veiligheid in het gebouw De bewoners en hun bezoekers worden gevraagd de rust in het gebouw te respecteren, in het bijzonder tussen 22 uur ’s avonds en 7 uur ’s morgens. Bij gebruik van de muziekinstallaties, muziekinstrumenten, TV en dergelijke moet men er op letten dat men de medebewoners niet stoort, bv. medebewoners die nachtarbeid verrichten of kleine kinderen die nog overdag slapen … Brandveiligheid In geval van brand moeten de instructies die vastgelegd zijn in het intern noodplan strikt worden opgevolgd. Iedere bewoner ontvangt bij de aanvang van de huurovereenkomst een exemplaar van dit intern noodplan. Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen, is het nodig dat de huurders een bijzondere inspanning leveren om alles te vermijden wat brandgevaar kan opleveren: - Elektrische apparaten mogen enkel gebruikt worden als de veiligheid gewaarborgd is - dominostekkers zijn verboden - … Schade De bewoner (of bezoeker van de bewoner) die schade veroorzaakt aan het gebouw en de omgeving is verantwoordelijk voor de aangebrachte schade. De kosten voor het herstellen van de aangebrachte schade vallen ten laste van de huurder. Herstellingen Bij vaststelling van een defect in het appartement verwittigt de bewoner zo snel mogelijk het OCMW die instaat voor de herstellingswerken. Herstellingswerken in de flat als gevolg van normale slijtage of ouderdom vallen ten laste van het OCMW. Alle andere kosten worden verhaald op de huurder. De huurder zal de uitvoering van gelijk welke herstellingswerken door het OCMW toestaan, zonder schadevergoeding of vermindering aan huur te vorderen. De huurder zal het OCMW steeds toegang verlenen tot zijn appartement zodat de nodige herstelling kan uitgevoerd worden.
4. Aanspreekpunt Christophe Houttekier is contactpersoon voor problemen van technische aard (herstellingen of gebreken). Tel.: 056/43 56 00 of 0478/63 71 16 Onder het motto ‘buren spreken buren’ verwacht het OCMW dat problemen rond overlast tussen buren onderling besproken worden. Enkel indien dit niet tot een leefbare oplossing leidt, kunt u hiermee terecht bij bovenstaande contactpersonen of bij de wijkagent.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN MINISTER DE TAEYELAAN MOORSELE 09.03.2015
1. Beheer De woningen gelegen in de Minister De Taeyelaan met nummers 23-25-25A-26-27-28-28A-29-3032 te Moorsele zijn eigendom van het OCMW Wevelgem, Deken Jonckheerestraat 9, 8560 Wevelgem Het gaat om volgende 10 woningen - 8 woningen met 2 slaapkamers en - 2 hoekwoningen voorbehouden aan rolwagengebruikers
2. Accommodatie De woning Elke woning inclusief terras worden door de huurder goed onderhouden Terrassen Het terras wordt steeds proper gehouden Openbaar domein rondom de woning De (groen)voorzieningen rondom de woning zoals de voortuin, de zitbanken, het groen en de verhardingen zijn publieke ruimte en mogen niet ingenomen worden voor privé-doeleinden. Ze worden steeds proper gehouden en er wordt geen persoonlijk materiaal geplaatst. Platte Daken Het is verboden om de platte daken te betreden. Schotelantennes Er mag niets gewijzigd en /of bevestigd worden aan de buitengevels en rondom het gebouw. Om deze reden kan het monteren van schotelantennes niet worden toegestaan. Schilderwerken De bewoner mag enkel na toestemming van het OCMW Wevelgem de binnenmuren en plafonds van zijn/haar woning (her)schilderen. Na de uittrede bij opzeg van de huur wordt gevraagd om het appartement in de originele kleur te herschilderen. Het schilderen van ramen, deuren, keukenkastjes, enz. wordt nooit toegestaan. 3. Leefmilieu en hygiëne Huisvuil Huisvuil wordt opgeborgen in de persoonlijke berging of buiten in een afgesloten verharde afvalbak op het terras. Huisdieren Huisdieren zijn toegelaten op voorwaarde dat zij de leefbaarheid en netheid niet in het gedrang brengen en niet zorgen voor overlast. De huurder is ten allen tijde aansprakelijk voor schade en
overlast veroorzaakt door huisdieren. Gezien de gemeenschappelijke delen rondom de woningen publieke ruimtes zijn, worden honden aan de leiband gehouden. Rust en veiligheid in en rond de woning De bewoners en hun bezoekers worden gevraagd de rust ten allen tijde te respecteren, in het bijzonder tussen 22 uur ’s avonds en 7 uur ’s morgens. Bij gebruik van muziekinstallaties, muziekinstrumenten, TV en dergelijke moet men er op letten dat men de medebewoners niet stoort, bv. medebewoners die nachtarbeid verrichten, kleine kinderen die nog overdag slapen, … Brandveiligheid Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen, is het nodig dat de huurders een bijzondere inspanning leveren om alles te vermijden wat brandgevaar kan opleveren: - Elektrische apparaten mogen enkel gebruikt worden als de veiligheid ervan kan gewaarborgd worden - dominostekkers zijn verboden. - … Schade De bewoner (of bezoeker van de bewoner) die schade veroorzaakt aan het gebouw of het terras is verantwoordelijk voor de aangebrachte schade. De kosten voor het herstellen van de aangebrachte schade vallen ten laste van de huurder. Herstellingen Bij vaststelling van een defect in de woning verwittigt de bewoner zo snel mogelijk het OCMW dat instaat voor de herstellingswerken. Herstellingswerken in de woning als gevolg van normale slijtage of ouderdom vallen ten laste van het OCMW. Alle andere kosten worden verhaald op de huurder. De huurder zal de uitvoering van gelijk welke herstellingswerken door het OCMW toestaan, zonder schadevergoeding of vermindering aan huur te vorderen. De huurder zal het OCMW steeds toegang verlenen tot zijn woning zodat de nodige herstelling kan uitgevoerd worden. 4. Aanspreekpunt Nele Deman en Caroline Maes zijn contactpersonen voor problemen van technische aard (herstellingen of gebreken). Tel.: 056/43 56 00 of 0473/76 57 72 Onder het motto ‘buren spreken buren’ verwacht het OCMW dat problemen rond overlast tussen buren onderling besproken worden. Enkel indien dit niet tot een leefbare oplossing leidt, kunt u hiermee terecht bij bovenstaande contactpersonen of bij de wijkagent.
BESLUIT: ART. 1. - Het huishoudelijk reglement voor de sociale appartementen Lauwestraat wordt goedgekeurd. ART. 2. – Het huishoudelijk reglement voor de sociale appartementen OverheulestraatBerkenlaan wordt goedgekeurd. ART. 3. – Het huishoudelijk reglement voor de sociale woningen Minister De Taeyelaan wordt goedgekeurd.
PUNT 13: SOCIALE WONINGEN DE TAEYELAAN: PRIJSZETTING: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat de sociale woningen in de Minister De Taeyelaan te Moorsele nog vóór de zomer in gebruik zullen kunnen worden genomen; Overwegende dat de huurprijs van de woningen nog dient bepaald te worden; Overwegende dat in zitting van 11.02.08 beslist werd voor de berekening van de basishuurprijs per maand voor de sociale appartementen in de Overheulestraat-Berkenlaan, 6 % van de geactualiseerde kostprijs van het appartement te hanteren; Overwegende dat in zitting van 14.06.2010 beslist werd voor de berekening van de basishuurprijs per maand voor de sociale appartementen in de Lauwestraat eveneens 6 % an de geactualiseerde kostprijs van het appartement te hanteren; Overwegende dat de huurprijsberekening gebeurt in toepassing van het besluit van de Vlaamse regering van 29.09.1994: - de huurprijs is afhankelijk van de kostprijs van het gebouw en van het inkomen van de potentiële huurder - de basishuurprijs moet vastgelegd worden tussen de 3 % en de 7,5 % van de kostprijs van het appartement – de kostprijs wordt elk jaar geactualiseerd aan de hand van een actualisatietabel. Overwegende dat de minimumhuurprijs die moet betaald worden door een huurder de helft is van de basishuurprijs; Indien gekozen zou worden om de huurprijs te berekenen met toepassing van 6 % van de geactualiseerde kostprijs van het appartement, zou dit een basishuurprijs per maand en een minimumhuurprijs per maand betekenen van:
Woningen voor rolstoelgebruikers nr. 23 en 26 Woningen nr. 25 en 28 Woningen nr. 25A, 27, 28A en 30 Woningen nr. 29 en 32
Basishuurprijs/maand Minimumhuurprijs/maand € 490 € 245
€ 670 € 670 € 690
€ 335 € 335 € 345
Indien gekozen zou worden om de huurprijs te berekenen met toepassing van 7,5 % van de geactualiseerde kostprijs van het appartement, zou dit een basishuurprijs per maand en een minimumhuurprijs per maand betekenen van:
Woningen voor rolstoelgebruikers nr. 23 en 26 Woningen nr. 25 en 28 Woningen nr. 25A, 27, 28A en 30 Woningen nr. 29 en 32
Basishuurprijs/maand Minimumhuurprijs/maand € 610 € 305
€ 840 € 830 € 860
€ 420 € 415 € 430
Overwegende dat het opportuun zou zijn om de basishuurprijs voor de woningen die niet specifiek bestemd zijn voor rolstoelgebruikers gelijk te stellen gezien de beperkte verschillen;
Gelet op de basishuurprijzen die nu van toepassing zijn in de sociale appartementen in de Lauwestraat: appartementen met 1 kamer: € 720/maand – appartementen met 2 kamers: € 810/maand – appartementen met 2 kamers gelijkvloers (incl. groot terras): € 830/maand; Gelet op het voorstel om de basishuurprijzen vergelijkbaar te maken met deze van de appartementen in de Lauwestraat; Gelet op het voorstel om voor de woningen in de Minister De Taeyelaan voor de basishuurprijs toepassing te maken van 7,5 % van de geactualiseerde kostprijs van de woning; Gelet op het voorstel om voor alle woningen voor niet-rolstoelgebruikers de prijs gelijk te stellen en € 830/maand als basishuurprijs te hanteren, jaarlijks wettelijk aan te passen BESLUIT: ART. 1. - Voor de berekening van de basishuurprijs per maand wordt 7,5 % van de geactualiseerde kostprijs van de woning/ gehanteerd. ART. 2. – Voor de woningen, niet specifiek bestemd voor rolstoelgebruikers wordt een basishuurprijs van € 830/maand als basishuurprijs gehanteerd, jaarlijks wettelijk aan te passen. PUNT 14: WONING KLOOSTERSTRAAT 53: RENOVATIEWERKEN: TOEWIJZING: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 51 en 52, betreffende de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Kloosterstraat 53: verbouwingswerken” een bestek met nr. 2014-011 werd opgesteld; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 56.573,54 excl. btw of € 59.967,95 incl. 6% btw; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 10 november 2014 betreffende de goedkeuring van de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van deze opdracht, met name de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op het besluit van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 10 november 2014 betreffende het starten van de gunningsprocedure waarin beslist werd om volgende firma’s uit te nodigen om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - Maes-Coucke, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem - Siemoens BVBA, Jules Van Ooststraat 49 te 8700 Aarsele-Tielt - Debels BVBA, Moorselestraat 116 te 8930 Menen - Bouwwerken Defever, Moeskroenstraat 608 te 8930 Menen; Overwegende dat de offertes het bestuur ten laatste op 24 februari 2015 om 10.00 uur dienden te bereiken; Overwegende dat de verbintenistermijn van 120 kalenderdagen eindigt op 24 juni 2015; Overwegende dat 2 offertes werden ontvangen: - Siemoens BVBA, Jules Van Ooststraat 49 te 8700 Aarsele-Tielt (€ 40.469,07 excl. btw of € 42.897,21 incl. 6% btw) - Maes-Coucke, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem (€ 37.865,20 excl. btw of € 40.137,11 incl. 6% btw) Gelet op het voorstel om, rekening houdende met het voorgaande, deze opdracht te gunnen aan de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde Maes-Coucke, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 37.865,20 excl. btw of € 40.137,11 incl. 6% btw; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget 2015 en de werken gefinancierd kunnen worden met overschotten LOI-subsidies 2013; Gelet op het visum van de financieel beheerder; BESLUIT: ARTIKEL 1 - Goedkeuring wordt verleend aan het gunningsvoorstel voor de opdracht “Kloosterstraat 53: verbouwingswerken”.
ARTIKEL 2 - Het verslag van nazicht van de offertes maakt integraal deel uit van deze beslissing. ARTIKEL 3 - Deze opdracht wordt gegund aan de economisch meest voordelige (rekening houdend met de gunningscriteria) bieder, zijnde Maes-Coucke, Tieltstraat 22 te 8720 Markegem, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 37.865,20 excl. btw of € 40.137,11 incl. 6% btw. ARTIKEL 4 - De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2014-011. ARTIKEL 5 - De betaling zal gebeuren met het krediet ingeschreven in het budget 2015 en de werken kunnen gefinancierd worden met overschotten LOI-subsidies 2013. PUNT 15: WOONZORGCENTRA: MOGELIJKHEID VERVROEGDE UITBETALING VIPA-SUBSIDIES: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de brief van 22.12.2006 van VIPA, ondertekend door de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin waarbij het technisch-financieel plan goedgekeurd werd en een principieel akkoord verleend werd voor de bouw van het woonzorgcentrum Het Gulle Heem met 75 woongelegenheden, van een centrum voor kortverblijf met 4 woongelegenheden en van een lokaal dienstencentrum; Gelet op de brief van 24.02.2009 van VIPA, ondertekend door de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin waarbij het technisch-financieel plan goedgekeurd werd en een principieel akkoord verleend werd voor de bouw van het woonzorgcentrum Elckerlyc met 60 woongelegenheden, van een centrum voor kortverblijf met 3 woongelegenheden en van een lokaal dienstencentrum; Gelet op de brief van 23.12.2008 van VIPA, ondertekend door Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, dat de jaarlijkse gebruikstoelage voor het WZC Het Gulle Heem € 421.532,45 bedraagt; Gelet op de brief van 17.11.2011 van VIPA, ondertekend door Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, dat de jaarlijkse gebruikstoelage voor het WZC Elckerlyc € 350.482,98 bedraagt; Overwegende het voorstel van VIPA van 4 februari 2015 dat de alternatieve subsidie voor het openstaand kapitaalsaldo ineens zou kunnen uitbetaald worden; Overwegende dat voor de jaarlijkse te ontvangen schijven van de VIPA – subsidies matchingkredieten werden afgesloten bij Belfius van resp. € 5.428.222,90 voor het WZC Het Gulle Heem en € 5.320.552,91 voor het WZC Elckerlyc; Overwegende dat de jaarlijks te ontvangen schijven van de VIPA-subsidies volledig de eveneens jaarlijks te verrichten terugbetalingen dekken van de hiervoor bij Belfius aangegane leningen; Overwegende dat er van dit kapitaal momenteel nog een saldo van € 4.904.610,91 en € 5.135.866,27 dient afbetaald te worden; Overwegende dat deze leningen afgesloten werden met een vaste rentevoet van resp. 3,58 % en 3,68 % en dit met een resp. looptijd van 16 en 20 jaar;
Overwegende dat bij vervroegde terugbetaling van de VIPA-subsidies de onderliggende matchingkredieten ook ineens dienen terugbetaald te worden; Overwegende de berekening van Belfius dat hiervoor hoge wederbeleggingsvergoedingen verschuldigd zijn van resp. meer dan € 1.000.000 en meer dan € 1.500.000; Overwegende dat de maximale tussenkomst die VIPA wil terugbetalen als compensatie voor deze wederbeleggingsvergoedingen resp. € 103.245,86 en € 99.642,71 is; Overwegende dat voorgesteld wordt om niet in te gaan op de mogelijkheid van vervroegde uitbetaling van de VIPA-subsidies omwille van de negatieve financiële consequenties op korte termijn; BESLUIT: ENIG ARTIKEL - Er wordt niet ingestemd met het principe van éénmalige subsidiebetaling, maar het huidige systeem van gespreide uitbetaling wordt bestendigd. PUNT 16: PERSONEEL: AANPASSEN FORMATIE DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de principiële beslissing van de Vlaamse Regering op 19 december 2014 om de regularisatie van de contingentgesco’s door te voeren met ingang van 1 april 2015; Overwegende dat dit betekent dat de gesubsidieerde contractuelen per 1 april 2015 ophouden te bestaan en gewone contractuelen worden; Overwegende dat het OCMW Wevelgem een contingent van 24,5 ft-equivalenten gesco’s toegewezen werd; Aangezien alle, op vandaag in dienst zijnde, gesubsidieerde contractuelen een contract van onbepaalde duur hebben en zij per 1 april 2015 geregulariseerd worden in een contractuele tewerkstelling met een contract van onbepaalde duur, moet de bestaande personeelsformatie worden aangepast; Overwegende dat de gesubsidieerde contractuelen op vandaag niet opgenomen zijn in de personeelsformatie; Om die betrekkingen een plaats te geven in de personeelsformatie wordt vanaf 01 april 2015 het aantal voorziene ft-equivalenten met een contractuele tewerkstelling verhoogd met het aantal op vandaag tewerkgestelde ft-equivalenten gesubsidieerde contractuelen; Overwegende dat deze wijziging positief geadviseerd werd in het managementteam van 11.02.15 en in het Bijzonder Overlegcomité van 20.02.15; Gelet op de nieuwe formatie:
ADMINISTRATIE
Ander statuut Schaal
Functie
Vast Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
Contractueel Bezetting
Secretaris
1,00
1,00
Financieel beheerder
1,00
1,00
Formatie
Uitdovend
Geblok- bezetting keerd
A1a - A2a
Diensthoofd secretariaat
1,00
1,00
1,00
1,00
A1a - A2a
Stafmedewerker kwaliteit
1,00
1,00
1,00
1,00
A1a – A2a
Stafmedewerker infrastructuur
B4 - B5
Diensthoofd personeelsdienst en ICT
B1 – B3
ICT-deskundige
B1 - B3
Deskundige financiële dienst
1,00
1,00
C1 - C3
Administratief medewerker
4,70
4,70
D1 - D3
Technieker
E1 - E3
Schoonmaakster
0,50 1,00
1,00
1,00
0,50 sociale maribel 1,00
1,00 1,00 5,70 5,20 1,00 2,00 0,00
Bezetting
1,00 sociale maribel 1,00 4,70
0,50
0,50 sociale maribel 0,50 gesco
1,00 2,00
2,00 gesco
SOCIALE DIENST
Schaal
Functie
Vast Formatie
Uitdovend
Contractueel Geblokkeerd
Bezetting
Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
A1a – A2a
Directeur sociale dienst
1,00
1,00
1,00
1,00
B4 – B5
Hoofdmaatschappelijk werker
1,00
1,00
1,00
B1 –B3
Maatschappelijk werker
7,80
7,80
1,00 13,50 12,50
B1 – B3
Werkleider
C1 – C3
Administratief medewerker
D1 – D3
Technieker
1,40
1,40
0,00 2,10 1,50 1,70 1,00
7,80
Ander statuut bezetting
Bezetting
3,00 2,00
5,00 sociale maribel 1,00 gesco 1,00 sociale maribel
1,40
0,60 1,20 0,50
0,60 gesco 0,70 gesco
WOONZORGCENTRUM “ELCKERLYC” Schaal
Functie
Vast Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
Contractueel Bezetting
Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
Ander statuut Bezetting
A4a – A4b
Directeur ouderenzorg–en dienstencentrum
B4 - B5
Hoofdverpleegkundige
1,00
1,00
1,00
1,00
BV1 - BV3
Zorgcoördinator
1,00
1,00
2,00
1,00
BV1 - BV3
Bachelor verpleegkundige
BV1- BV3
Ergotherapeut
1,00
1,00
1,00
1,00
BV1 -BV3
Kinésitherapeut
1,00
1,00
1,50
1,00
B1 – B3
Maatschappelijk werker
C3 - C4
Gegradueerd verpleegkundige
7,80
7,80
C1 - C2
Zorgkundige
0,50
0,50
C1 – C3
Administratief medewerker
0,50
0,50
C1 - C3
Kok
1,00
C1 – C3
Verantwoordelijke animatie
1,00
1,00
D4
Verantwoordelijke schoonmaak
1,00
1,00
D1 – D3
Technieker
1,00
0,80
D1 – D3
Hulpkok
1,00 4,50 3,00 10,50 7,50 3,50 2,00
3,00 1,50 7,00 4,00 2,50 1,00
E1 – E3
Afdelingshulp
E1 – E3
Schoonmaakster
E1 – E3
Medewerker keuken
1,00
0,50 interim
1,00
1,00 1,00
1,00 10,00 14,20 12,50 1,50 1,00
Bezetting
0,50 1,00
7,80 0,50
2,00 12,45 10,75
0,60 fed gezondheidsakkoord 1,70 gesco
0,50
0,50
0,50 gesco 1,00 interim
1,00 sociale maribel 1,50 gesco 3,00 gesco 1,00 sociale maribel 1,50 gesco
WOONZORGCENTRUM “HET GULLE HEEM”
Schaal
Functie
Vast Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
contractueel Bezetting
Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
Ander statuut Bezetting
A4a – A4b
Directeur ouderenzorg–en dienstencentrum
1,00
1,00
1,00
1,00
B4 - B5
Hoofdverpleegkundige
3,00
3,00
3,00
3,00
BV1- BV3
Kinésitherapeut
0,75
0,75
1,25
0,75
0,50
BV1 -BV3
Ergotherapeut
0,50
0,50
1,75
0,50
1,25
B1 - B3
Maatschappelijk werker
0,75
0,75
0,75
C3 - C4
Gegradueerd verpleegkundige
10,30
10,30
C1 - C2
Zorgkundige
0,50
0,50
C1 – C3
Administratief medewerker
0,50
0,50
1,00 13,50 12,50 14,00 10,50 1,50 1,00
C1 - C3
Kok
0,60
0,60
1,00
C1 – C3
Verantwoordelijke animatie
C1 –C3
Diensthoofd veiligheid
D4
Verantwoordelijke schoonmaak
D1 – D3
Hulpkok
D1 – D3
Technieker
E1 – E3
Afdelingshulp
E1 – E3
Schoonmaakster
E1 – E3
Medewerker keuken
0,50
3,50 2,50 11,40 7,90
1,00 gesco 0,60 fed.gezondheidsakkoord 3,50 gesco
0,50
0,50
0,50 gesco
10,30
0,60
1,00 1,00
1,00
Bezetting
1,00
0,00 1,00 2,50 2,00 2,00 5,00 4,00 6,50 5,50 3,80 2,50
1,00 0,50 1,00
1,00 sociale maribel 1,50 sociale maribel 0,50 gesco 1,00 sociale maribel
5,00 4,00 5,25 4,25 4,50 3,20
1,00 gesco 1,25 sociale maribel 1,00 gesco 0,50 sociale maribel 1,30 gesco
THUISZORG
Ander statuut Wedde schaal
Functie
Vast Formatie
Uitdovend
Contractueel Geblokkeerd
1,00
Bezetting
Formatie
1,00
1,00
0,50
1,00 2,00 1,00
B4 – B5
Diensthoofd thuiszorg
B1 – B3
Maatschappelijk werker
C1 – C3
Administratief medewerker
D1 – D3
Technieker
1,00
E1 – E3
Schoonmaakster
0,00
0,50
Uitdovend
Geblokkeerd
Bezetting
Bezetting
1,00
0,50
1,00 1,50 0,50
1,00 woonzorgproject 1,20 sociale maribel 1,00 gesco
1,00 23,50 dienstencheques
SERVICEFLATS “TER MEERSCH”
Ander statuut Wedde schaal
Functie
Vast Formatie
B1 – B3
Verantwoordelijke serviceflats
E1 – E3
Schoonmaakster
Uitdovend 0,50
Contractueel Geblokkeerd
Bezetting
Formatie
0,50 0,50 0,00
Uitdovend
Geblokkeerd
Bezetting
Bezetting
0,50
0,50 gesco
0,50
SERVICEFLATS “HET KADER”
Ander statuut Wedde schaal
Functie
Vast Formatie
B1 – B3
Verantwoordelijke serviceflats
E1 – E3
Schoonmaakster
Uitdovend
Contractueel Geblokkeerd
1,00
Bezetting
Formatie
1,00
1,00
Uitdovend
Geblokkeerd
Bezettting
Bezetting
1,00
0,50
0,50
DIENSTENCENTRUM “HET KNOOPPUNT “ Ander statuut Wedde schaal
Functie
Vast Formatie
Uitdovend
Contractueel Geblokkeerd
Bezetting
Formatie
Uitdovend
Geblokkeerd
Bezetting
Bezetting
B1 – B3
Centrumleider
1,00
1,00 sociale maribel
C1 – C3
Administratief medewerker
0,50
0,50 sociale maribel
E1 – E3
Schoonmaakster
1,00
1,00 sociale maribel
DIENSTENCENTRUM “ELCKERLYC”
Ander statuut Wedde schaal
Functie
Vast Formatie
B1 – B3
Centrumleider
C1 – C3
Administratief medewerker
E1 – E3
Schoonmaakster
Uitdovend 1,00
Contractueel Geblokkeerd
Bezetting
Formatie
1,00 0,50 2,00 1,00
Uitdovend
Geblokkeerd
Bezetting
1,00
Bezetting
1,00 sociale maribel 0,50 sociale maribel 1,00 0,00
1,00 gesco
BESLUIT: ENIG ARTIKEL – De wijziging formatie wordt goedgekeurd. PUNT 17: PERSONEEL: OMSCHAKELING CONTRACTEN GESCO PER 01.04.15: DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de gewijzigde personeelsformatie (zie punt. 16); Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 19.12.14 houdende regularisatie van de contingentengesco’s met ingang van 1 april 2015; Overwegende dat dit inhoudt dat het statuut van gesubsidieerd contractueel verdwijnt met ingang van 01.04.15; Overwegende dat wordt voorgesteld om het contract (hetzij onbepaalde duur, hetzij vervanging, hetzij bepaalde duur) van alle personeelsleden die momenteel zijn tewerkgesteld in het statuut van gesubsidieerd contractueel per 01.04.15 om te zetten in een arbeidsovereenkomst, onderworpen aan de Arbeidsovereenkomstenwet van 03.07.78; Overwegende dat, gezien deze overeenkomst niet wordt beëindigd, maar doorloopt, deze omzetting praktisch kan plaatsvinden door een addendum aan de bestaande gescoarbeidsovereenkomst, Overwegende dat ingevolge de regularisatie er een overdracht zal gebeuren van 95% van de loonsubsidie en 95% van de gescobijdragevermindering; Overwegende dat de overdracht van 95% van de loonsubsidie gebeurt op basis van de afrekening van het kalenderjaar 2013; Overwegende dat de overdracht van 95% van de gescobijdragevermindering gebeurt op basis van de gegevens die de RSZPPO voor 2013 aangeleverd heeft voor de contingentengesco’s; Overwegende dat dit voor het OCMW Wevelgem resulteert in een subsidie van 357.067,38 euro per jaar, wat een min-ontvangst met zich meebrengt van 18.537 euro per jaar; Gelet op het addendum:
ADDENDUM BIJ DE VERVANGINGSOVEREENKOMST (GESCO) OCMW WEVELGEM Ondergetekende partijen : enerzijds OCMW Wevelgem - Deken Jonckheerestraat 9 – 8560 Wevelgem vertegenwoordigd door Stefaan Oosthuyse, secretaris hierna genoemd de werkgever, en anderzijds de heer/mevrouw.....................................……………………………………………. wonende te............................................... ……………………………………………. geboren op ……………………………………………. hierna genoemd de werknemer, komen overeen : Artikel 1 Deze overeenkomst is bedoeld om te worden gehecht aan de tussen de werkgever en werknemer gesloten overeenkomst (GESCO) dd. ……………………………… (= datum afsluiten initiële overeenkomst) Artikel 2 Werkgever en werknemer komen overeen, in gemeenschappelijk akkoord, dat het arbeidscontract als gesubsidieerd contractueel personeelslid vanaf 1 april 2015 moet beschouwd worden als een gewoon arbeidscontract met toepassing van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Dat betekent dat alle specifieke gesco-bepalingen als niet-bestaande worden geacht. Alle andere niet-specifieke gesco-bepalingen blijven van toepassing. De anciënniteit van het personeelslid loopt door; er is geen uitdiensttreding Artikel 3 Deze overeenkomst is onderworpen aan het Belgisch recht. Alle geschillen die voortvloeien uit de onderhavige overeenkomst of nadere overeenkomsten die hiervan het gevolg zijn, zullen door de bevoegde Belgische rechter beslecht worden. Artikel 4 Deze overeenkomst heeft uitwerking vanaf 1 april 2015. In dubbel opgemaakt te ………………….. op ………………. waarvan ieder van de partijen erkent een exemplaar ontvangen te hebben.
De werknemer Handtekening
De werkgever Handtekening
BESLUIT ENIG ARTIKEL - Met ingang van 01.04.15 worden de contracten van de personeelsleden gesubsidieerd contractuelen omgezet in een arbeidsovereenkomst onderworpen aan de arbeidsovereenkomstenwet van 03.07.78 via een addendum aan de bestaande gescoarbeidsovereenkomst. PUNT 18: PERSONEEL: FINANCIEEL BEHEERDER: TERBESCHIKKINGSSTELLING a) Principe DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld in zitting van 02.12.13, waarin als beleidsdoelstelling opgenomen is: ‘Versterken en verbreden van de dienstverlening (prioritaire beleidsdoelstelling 3); Gelet op de acties en actieplannen, gekoppeld aan deze doelstellingen: actie ‘Concrete vormen van samenwerking met de gemeente ontwikkelen; opmaak en evaluatie van een jaarlijkse beheersovereenkomst’ die valt onder actieplan 11: ‘uitbouw samenwerking met gemeente Wevelgem, OCMW’s en andere organisaties’; Gelet op het OCMW-decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de OCMW’s, in het bijzonder artikel 51 en artikel 271; Gelet op de beslissing van 14.04.14 waarin het beleidskader voor de samenwerking tussen gemeente en OCMW vastgelegd werd; Gelet op de volgende drie lijnen inzake samenwerking, opgenomen in het beleidskader: - Beleidsondersteuning wordt over de organisaties heen ingezet ter versterking van de ingezette middelen. - Ondersteunende diensten werken op concrete punten samen. - Medewerkers van beide organisaties werken samen aan het extern beleid, om tot een betere ‘outcome’, betere resultaten te komen, om de doelstellingen beter in te kleuren; Overwegende dat er een beheersovereenkomst 2015 opgemaakt werd door Stefaan Oosthuyse, secretaris OCMW en Kurt Parmentier, gemeentesecretaris, Overwegende dat het ontwerp van beheersovereenkomst besproken en gunstig geadviseerd werd in het managementteam van 17.11.14; Overwegende dat de beheersovereenkomst gemeente-OCMW 2015 goedgekeurd werd in zitting van 12.01.15; Overwegende dat voor de realisering van deze beheersovereenkomst er moet voorzien worden in de mogelijkheid om personeel ter beschikking te stellen aan de gemeente; Overwegende dat deze mogelijkheid niet in de rechtspositieregeling is opgenomen; Overwegende dat in deze mogelijkheid kan worden voorzien, zonder aanpassing van de rechtspositieregeling, door toepassing van artikel 103 § 5 van het OCMW-decreet; BESLUIT ENIG ARTIKEL - In toepassing van artikel 103 § 5 van het OCMW-decreet kan de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Wevelgem vanaf 01.04.2015 personeel ter beschikking stellen of overdragen aan de gemeente Wevelgem, mits de geldende
rechtspositieregeling van het personeel wordt nageleefd en mits goedkeuring van de gemeenteraad van de gemeente Wevelgem. b) Ter beschikkingstelling DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld in zitting van 02.12.13, waarin als beleidsdoelstelling opgenomen is: ‘Versterken en verbreden van de dienstverlening (prioritaire beleidsdoelstelling 3); Gelet op de acties en actieplannen, gekoppeld aan deze doelstellingen: actie ‘Concrete vormen van samenwerking met de gemeente ontwikkelen; opmaak en evaluatie van een jaarlijkse beheersovereenkomst’ die valt onder actieplan 11: ‘uitbouw samenwerking met gemeente Wevelgem, OCMW’s en andere organisaties’; Gelet op het OCMW-decreet van 19.12.2008 betreffende de organisatie van de OCMW’s, in het bijzonder artikel 51 en artikel 271; Gelet op de beslissing van 14.04.14 waarin het beleidskader voor de samenwerking tussen gemeente en OCMW vastgelegd werd; Gelet op de volgende drie lijnen inzake samenwerking, opgenomen in het beleidskader: - Beleidsondersteuning wordt over de organisaties heen ingezet ter versterking van de ingezette middelen. - Ondersteunende diensten werken op concrete punten samen. - Medewerkers van beide organisaties werken samen aan het extern beleid, om tot een betere ‘outcome’, betere resultaten te komen, om de doelstellingen beter in te kleuren; Overwegende dat er een beheersovereenkomst 2015 opgemaakt werd door Stefaan Oosthuyse, secretaris OCMW en Kurt Parmentier, gemeentesecretaris, Overwegende dat het ontwerp van beheersovereenkomst besproken en gunstig geadviseerd werd in het managementteam van 17.11.14; Gelet op de goedkeuring van de beheersovereenkomst gemeente-OCMW 2015 in de zitting van 12.01.15; Overwegende dat de heer Frank Deleu, financieel beheerder van de gemeente, met pensioen gaat met ingang van 1 mei 2015 en dat wordt voorgesteld om de heer Jan Festjens, financieel beheerder van het OCMW, ook de taak van financieel beheerder van de gemeente toe te kennen. Gelet op de beslissing van de raad van het OCMW Wevelgem in zitting van heden om in toepassing van art. 103 § 5 van het OCMW-decreet in de mogelijkheid te voorzien om personeel ter beschikking te stellen of over te dragen aan de gemeente; BESLUIT ENIG ARTIKEL - Vanaf 01.05.2015 wordt, onder voorbehoud van beslissing door de gemeenteraad van de gemeente Wevelgem, de heer Jan Festjens in de functie van financieel beheerder halftijds ter beschikking gesteld van de gemeente Wevelgem. Conform de beheersovereenkomst gemeente-OCMW 2015: a) worden de concrete arbeidstijd en arbeidsplaats in onderling overleg geregeld
b) worden de prestaties verricht in afspraak met de gemeentesecretaris en de OCMWsecretaris c) wordt het loon van de financieel beheerder verder uitbetaald door het OCMW en halftijds teruggevorderd door het OCMW van de gemeente d) blijft het OCMW de juridische werkgever van de financieel beheerder en oefent het OCMW het werkgeversgezag uit e) blijft de rechtspositieregeling van het OCMW van toepassing op de financieel beheerder f) kan de financieel beheerder, na overeenstemming met de gemeentesecretaris en de OCMW-secretaris, aan het personeel van de financiële diensten taken toevertrouwen die strikt genomen uitgevoerd worden ten behoeve van het ander lokaal bestuur dan waar hij tewerkgesteld is. PUNT 19: PERSONEEL: AANPASSEN ARBEIDSREGLEMENT a) Personeel administratie, sociale dienst en dienst thuiszorg DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het arbeidsreglement van het personeel van de administratie en sociale dienst van het OCMW Wevelgem, goedgekeurd door de OCMW raad in zitting van 12/03/2012, met inbegrip van latere wijzigingen; Gelet op het arbeidsreglement van het personeel van de dienst thuiszorg van het OCMW Wevelgem, goedgekeurd door de OCMW raad in zitting van 12/03/2012, met inbegrip van latere wijzigingen; Gelet op de wet van 4 augustus 1996, zoals aangevuld door de wet van 28 februari 2014, meer specifiek op de artikelen 32/1 tot en met 32vicies, op grond waarvan de werkgever een procedure preventie psychosociale risico’s op het werk moet voorzien; Gelet op het voorstel tot vervanging onder de rubriek XII Veiligheid, gezondheid en hygiëne van hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag’ door hoofdstuk 8 ‘ Preventie van psychosociale risico’s op het werk’; Overwegende dat het voorstel van wijziging arbeidsreglement besproken en gunstig geadviseerd werd in het Bijzonder Overlegcomité op 20/02/2015; Overwegende dat het voorstel van wijziging arbeidsreglement besproken en gunstig geadviseerd werd in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op 25/02/2015; Gelet op het voorstel om onder de rubriek XII Veiligheid, gezondheid en hygiëne hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag’ te vervangen door hoofdstuk 8 ‘ Preventie van psychosociale risico’s op het werk’, waarbij verwezen wordt naar een nieuwe bijlage 8: XII VEILIGHEID, GEZONDHEID EN HYGIENE Hoofdstuk 8 – Preventie van psychosociale risico’s op het werk Hoofdstuk 8 vervangt het vroegere hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag.
De procedure van preventie van psychosociale risico’s op het werk wordt uiteengezet in bijlage 8 van het arbeidsreglement. Art. 67. Zie bijlage 8. Art. 68. Zie bijlage 8 Art. 69. Zie bijlage 8 Art. 70. Zie bijlage 8 Art. 71. Zie bijlage 8 Bijlage 8 - Preventie van psychosociale risico’s op het werk Art. 1. Beginselverklaring: Het bestuur wil zich ten volle inzetten voor het welzijn van zijn medewerkers. Dit houdt onder andere in dat iedereen het recht heeft om te kunnen werken in een aangename, positieve en stimulerende werksfeer. Elke medewerker wordt dan ook verzocht om zich in te zetten om in de omgang met collega’s, leidinggevenden, medewerkers en klanten, elkaar met wederzijds respect te behandelen. Dat betekent ook dat elke medewerker zich dient te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Bovendien zal elke medewerker op een positieve manier bijdragen tot het preventiebeleid en de werksfeer door dergelijke daden niet te tolereren en door ook als getuige van deze daden al het mogelijke te doen om dit gedrag te doen ophouden. OCMW Wevelgem engageert zich om een actief preventiebeleid rond psychosociale aspecten op het werk uit te bouwen waarbij er maatregelen zullen getroffen worden om de psychosociale risico’s op het werk te voorkomen, om de schade ten gevolge van deze risico’s te voorkomen of om deze schade te beperken. Art. 2 Voor zover zij niet opgenomen zijn in onderhavig reglement, wordt voor de concrete preventiemaatregelen inzake psychosociale risico’s op het werk verwezen naar het globaal interventieplan. Art. 3 Contactpersonen: Crisislijn (PROVIKMO): 078/150200 De preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPA): Caroline Saelens (PROVIKMO):050/47.47.35 - e-mail:
[email protected] De vertrouwenspersonen (VP): Wouter Baston, preventieadviseur: 056/433.434 – e-mail:
[email protected] Bureau in het Kasteel, gemeentehuis Katrien Kindt, diensthoofd secretariaat en juridisch stafmedewerker: 056/43.55.81 – email:
[email protected] Administratief Centrum OCMW Wevelgem – gelijkvloers Art. 4. Vertrouwenspersonen:
De vertrouwenspersoon is bevoegd voor alle psychosociale risico’s op het werk, maar dan enkel voor wat het informele luik betreft. De vertrouwenspersoon is gehouden door het beroepsgeheim. De vertrouwenspersoon is er in de eerste plaats om de medewerker met een verzoek emotioneel op te vangen, te begeleiden en te ondersteunen. De vertrouwenspersoon doet niets zonder dat de medewerker dat wil. De vertrouwenspersoon gaat op een vertrouwelijke manier om met informatie die hem/haar bereikt. Ook als een werknemer geen formele klacht wil indienen, kan deze zich wenden tot de vertrouwenspersoon. De uitvoerder van deze functie is niet bevoegd om verzoeken tot psychosociale interventie in ontvangst te nemen. Preventieadviseur psychosociale aspecten: De preventieadviseur psychosociale aspecten is bevoegd ten aanzien van het geheel van psychosociale risico’s op het werk. Naast zijn bevoegdheid om de werkgever bij te staan bij de algemene risicoanalyse, de keuze van de algemene preventiemaatregelen en hun evaluatie en de analyse van een specifieke arbeidssituatie, kan hij zowel in de informele als de formele fase van de interne procedure optreden. De preventieadviseur psychosociale aspecten heeft in dit kader hoofdzakelijk een adviserende bevoegdheid. Art. 5. Definities: A. Psychosociale risico’s: De kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet gepaard gaat met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. B. Geweld op het werk: Elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Geweld op het werk uit zich hoofdzakelijk door handelingen die op een bepaald ogenblik gesteld worden, zoals bedreigingen, fysieke agressie (zoals directe slagen, maar ook bedreigingen bij een gewapende overval, …) of verbale agressie (zoals beschimpingen, beledigingen, plagerijen, …). C. Pesterijen op het werk: Een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de organisatie, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid
verband houden met leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit. Pesterijen op het werk kunnen zich op verschillende manieren uiten: • Isoleren van de persoon door hem te negeren, door aan zijn collega’s te verbieden met hem te praten, hem niet uit te nodigen voor vergaderingen, … • Verhinderen dat de persoon zich uitdrukt door hem voortdurend te onderbreken, en systematisch te bekritiseren • De persoon in diskrediet brengen door hem geen enkele taak te geven, hem enkel nutteloze opdrachten op te leggen of opdrachten die onmogelijk kunnen worden uitgevoerd, hem de nodige informatie voor de uitoefening van zijn functie onthouden, hem te overladen met werk, … • De persoon van iemand als individu aantasten door hem te kleineren, door roddels over hem te verspreiden, kritiek te uiten op zijn religieuze overtuiging, zijn afkomst, zijn privéleven, … D. Ongewenst seksueel gedrag op het werk: Elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich op verschillende wijzen uiten, zowel fysiek als verbaal: Het kan gaan om lonken of wellustige blikken, dubbelzinnige opmerkingen of insinuaties, tonen van pornografisch materiaal (foto’s, teksten, video’s, tekeningen, …), compromitterende voorstellen, … Het kan ook gaan om aanrakingen, slagen en verwondingen, verkrachting, … Art. 6. Maatregelen ter preventie van psychosociale aspecten op het werk A. Risicoanalyse 1. Voorafgaandelijke risicoanalyse De werkgever neemt de situaties die aanleiding kunnen geven tot alle psychosociale risico’s op het werk op in de algemene risicoanalyse waarbij hij deze risico’s identificeert en evalueert. Hij neemt ook de nodige maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. Op basis van de analyse kunnen ook maatregelen genomen worden om stress, burn-out en conflicten te voorkomen. 2. Risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie Een risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie kan plaatsvinden in volgende gevallen:
- Op vraag van de werkgever op collectief niveau, op vraag van een lid van de hiërarchische lijn of ten minste 1/3 van de werknemersvertegenwoordigers in het comité, wanneer zij zelf een gevaar vaststellen of daarvan op de hoogte gebracht worden door de medewerkers; - Op individueel niveau: dit kan plaatsvinden in het kader van een verzoek tot formele psychosociale interventie. B. Bij wie kan men terecht in geval van een probleem inzake psychosociale aspecten: actiemiddelen voor de werknemer ? Er wordt verwezen naar de schematische voorstelling van de procedures bij verzoek tot psychosociale interventie als bijlage 8. 1. De gewone sociale verhoudingen De eerste aanspreekpunten van de werknemer blijven de werkgever of de hiërarchische meerdere van de werknemer die rechtstreeks bevoegd is een oplossing te bieden voor het gestelde probleem. Een lid van het comité voor preventie en bescherming op het werk of een vakbondsafgevaardigde zijn eveneens belangrijke aanspreekpunten. 2. De interne procedure Wanneer het inschakelen van de personen uit punt 1. zonder succes blijft of wanneer de werknemer een dergelijke stap niet wenst te ondernemen, kan hij gebruik maken van een specifieke interne procedure die bestaat uit twee types van interventies: de informele psychosociale interventie en de formele psychosociale interventie. a. De informele psychosociale interventie 1) De werknemer kan de interventie vragen van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten met het oog op het zoeken naar een oplossing op informele wijze. 2) Deze informele interventie kan gevraagd worden zowel voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag als voor alle andere situaties waarbij er sprake is van psychosociaal leed op het werk. 3) De vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociale aspecten hoort de werknemer binnen een termijn van 10 kalenderdagen na het eerste contact en informeert hem over de mogelijkheid om op informele wijze tot een oplossing te komen. 4) Dit kan bestaan uit het voeren van persoonlijke gesprekken, het geven van een advies, een interventie bij een andere persoon van de organisatie (werkgever, lid van de
hiërarchische lijn, …) of een verzoening tussen de betrokken personen. 5) Het type informele psychosociale interventie gekozen door de verzoeker wordt opgenomen in een document dat wordt gedateerd en ondertekend door de tussenkomende partij en door de verzoeker die daarvan een kopie ontvangt. 6) De vertrouwenspersoon en de preventieadviseur psychosociale aspecten handelen enkel met het akkoord van de betrokken werknemer. Het verzoeningsproces vereist het akkoord van de beide partijen. b. De formele psychosociale interventie 1) Indien de werknemer niet wenst dat er op informele wijze gezocht wordt naar een oplossing, de werknemer aan deze procedure een einde wil stellen, de interventie niet leidt tot een oplossing of de feiten of psychosociale belasting hierna blijven bestaan, kan de werknemer een verzoek tot formele interventie indienen bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. 2) De werknemer kan een verzoek tot formele psychosociale interventie enkel indienen bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. 3) De werknemer heeft een verplicht persoonlijk onderhoud met de preventieadviseur psychosociale aspecten alvorens zijn verzoek in te dienen. Dit onderhoud vindt plaats binnen een termijn van 10 kalenderdagen volgend op de dag waarop de werknemer zijn wil heeft uitgedrukt om zijn verzoek in te dienen. De werknemer en de preventieadviseur psychosociale aspecten zorgen er voor dat deze termijn wordt gerespecteerd. De preventieadviseur psychosociale aspecten bevestigt in een document dat het verplicht persoonlijk onderhoud heeft plaatsgevonden en overhandigt hiervan een kopie aan de werknemer. 4) Het verzoek tot formele psychosociale interventie wordt opgenomen in een door de verzoeker gedateerd en ondertekend document. Dit document bevat de beschrijving van de problematische arbeidssituatie en het verzoek aan de werkgever om passende maatregelen te treffen. De werknemer bezorgt het gedateerd en ondertekend document aan de preventieadviseur psychosociale aspecten. Deze ondertekent een kopie van het verzoek en bezorgt het ondertekend verzoek aan de verzoeker.
Deze kopie geldt als ontvangstbewijs. Indien het verzoek werd verzonden per aangetekende brief, wordt zij geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de verzendingsdatum. 5) De preventieadviseur psychosociale aspecten weigert de indiening van het verzoek tot formele psychosociale interventie wanneer de situatie die de verzoeker beschrijft kennelijk geen psychosociale risico’s op het werk inhoudt. De kennisgeving van de weigering of de aanvaarding van het verzoek gebeurt uiterlijk 10 kalenderdagen na de inontvangstneming van het verzoek Bij gebrek aan een kennisgeving binnen deze termijn, wordt het verzoek geacht te zijn aanvaard na afloop van deze termijn. VERZOEK MET COLLECTIEF KARAKTER 1) Indien het verzoek betrekking heeft op risico’s met een hoofdzakelijk collectief karakter moet de preventieadviseur psychosociale aspecten de werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte brengen en hem informeren dat hij binnen een periode van 3 maanden moet reageren op dit verzoek. Hij deelt hierbij niet de identiteit mee van de verzoeker. 2) De preventieadviseur psychosociale aspecten informeert de verzoeker schriftelijk dat het handelt over een verzoek met een collectief karakter waarbij de werkgever binnen 3 maanden moet reageren en dat het verzoek moet worden behandeld overeenkomstig de artikelen 19 tot 23 van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk. 3) De werkgever neemt volgens volgende procedure een beslissing: • document uit 1) meedelen aan het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging • Hun advies vragen over de wijze waarop het verzoek zal behandeld worden; • Hen de resultaten meedelen van de risicoanalyse uit artikel 71, A, 2. • Hun advies vragen over de gevolgen die aan het verzoek worden gegeven. 4) De werkgever deelt binnen een termijn van maximum 3 maanden vanaf mededeling door de preventieadviseur psychosociale aspecten (zie 1)) schriftelijk zijn gemotiveerde beslissing mee betreffende de gevolgen die hij aan het verzoek geeft aan:
de preventieadviseur psychosociale aspecten die de verzoeker ervan op de hoogte brengt; • de interne preventieadviseur; • het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging. Wanneer de werkgever de risicoanalyse in toepassing van artikel 71, A2 uitvoert, mag deze termijn verlengd worden met maximum 3 maanden. •
5) De werkgever voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die hij beslist heeft te nemen. 6) Wanneer de gezondheid van de verzoeker ernstig kan aangetast worden, stelt de preventieadviseur psychosociale aspecten, tijdens de behandeling van het verzoek door de werkgever, schriftelijk preventiemaatregelen met een bewarend karakter voor. De werkgever voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die werden voorgesteld door de preventieadviseur psychosociale aspecten of die een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden. 7) Indien het probleem van psychosociale aard wordt opgelost door de maatregelen die de werkgever heeft getroffen, komt er een einde aan de behandeling van het verzoek door de preventieadviseur psychosociale aspecten. 8) Indien de werkgever geen gevolg geeft aan het verzoek, hij beslist dat er geen maatregelen worden getroffen of indien de verzoeker meent dat de preventiemaatregelen niet aangepast zijn aan zijn individuele situatie moet de preventieadviseur psychosociale aspecten alsnog de behandeling van het verzoek op zich nemen, op voorwaarde dat hij niet betrokken is geweest bij de behandeling van het verzoek door de werkgever en onder voorbehoud van het schriftelijk akkoord van de werknemer. De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt er de werkgever zo snel mogelijk van op de hoogte en deelt de identiteit van de verzoeker mee. In dit geval verstrekt de preventieadviseur psychosociale aspecten binnen een termijn van drie maanden vanaf datum van bovenvermeld schriftelijk akkoord van de verzoeker een advies aan de werkgever. Hiervoor wordt verwezen naar de hieronder vermelde procedure van het verzoek met individueel karakter. VERZOEK MET INDIVIDUEEL KARAKTER 1) De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de werkgever zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte van
het feit dat een verzoek tot formele psychosociale interventie werd ingediend en dat dit verzoek een hoofdzakelijk individueel karakter heeft. Hij deelt hem de identiteit van de verzoeker mee. 2) De preventieadviseur psychosociale aspecten onderzoekt de situatie onpartijdig en hoort de personen die hij nuttig acht. 3) De preventieadviseur psychosociale aspecten rondt zijn werk af met een schriftelijk advies aan de werkgever. Dit moet gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de aanvaarding van het verzoek. Deze termijn kan verlengd worden met een termijn van maximum 3 maanden, voor zover de preventieadviseur psychosociale aspecten deze verlenging kan verrechtvaardigen en de redenen hiervoor meedeelt aan de werkgever, de verzoeker en aan de andere rechtstreeks betrokken persoon/personen. 4) De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de verzoeker en de andere rechtstreeks betrokken persoon/personen zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte van: • de datum waarop hij zijn advies aan de werkgever heeft overhandigd; • de voorstellen van preventiemaatregelen en hun verantwoording voor zover deze verantwoording hen toelaat de situatie gemakkelijker te begrijpen en de afloop van de procedure gemakkelijker te aanvaarden. 5) Met instemming van de verzoeker kan de vertrouwenspersoon, die betrokken was in de informele fase, een kopie van het advies ontvangen. 6) De preventieadviseur psychosociale aspecten verstuurt de maatregelen met hun verantwoording naar de interne preventieadviseur. 7) Binnen één maand na ontvangst brengt de werkgever, die van plan is individuele maatregelen te nemen, de verzoeker schriftelijk op de hoogte. Indien de werkomstandigheden van de verzoeker worden gewijzigd, moet de werkgever de verzoeker horen en hem een kopie van het advies bezorgen. De verzoeker kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze. 8) Binnen 2 maanden na ontvangst van het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten, informeert de werkgever de preventieadviseur psychosociale aspecten, de verzoeker, de rechtstreeks betrokkene(n) en de interne
preventieadviseur, schriftelijk over het gevolg dat hij geeft aan het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten. 9) De werkgever voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die hij beslist heeft te nemen. c. Formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk 1) Wanneer het verzoek tot formele psychosociale interventie, volgens de werknemer, betrekking heeft op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, gelden hierbij dezelfde bepalingen als een verzoek tot formele psychosociale interventie met enkele bijkomende bepalingen: o Het gedateerde en ondertekend document bevat volgende gegevens: • de nauwkeurige beschrijving van de feiten die volgens de werknemer constitutief zijn voor geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk; • het ogenblik en de plaats waarop elk van deze feiten zich hebben voorgedaan; • de identiteit van de aangeklaagde; • het verzoek aan de werkgever om geschikte maatregelen te nemen om een einde te maken aan de feiten. o Het document waarbij het verzoek wordt ingediend, moet persoonlijk worden afgeleverd of verstuurd worden per aangetekende brief. o De preventieadviseur psychosociale aspecten kan dit verzoek weigeren wanneer de door de verzoeker beschreven situatie kennelijk geen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk inhoudt. De kennisgeving van de weigering of aanvaarding van het verzoek gebeurt uiterlijk 10 kalenderdagen na de inontvangstneming van het verzoek. Bij gebrek aan een kennisgeving binnen deze termijn, wordt het verzoek geacht te zijn aanvaard na afloop van deze termijn. o De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt na het ontvangen van het verzoek de werkgever onmiddellijk op de hoogte van het feit dat de werknemer die dit verzoek heeft ingediend een bescherming tegen represailles geniet. Deze bescherming is enkel geldig
indien de preventieadviseur psychosociale aspecten het verzoek aanvaardt. o De preventieadviseur psychosociale aspecten deelt zo snel mogelijk aan de aangeklaagde de feiten mee die hem ten laste worden gelegd. o De preventieadviseur psychosociale aspecten hoort de personen – getuigen of anderen – die hij nuttig oordeelt. o De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de werkgever op de hoogte dat de directe getuigen een bescherming tegen represailles genieten en deelt hem de identiteit van de getuigen mee. o De aangeklaagde en de getuigen ontvangen een kopie van hun gedateerde en ondertekende verklaringen. o De preventieadviseur psychosociale aspecten kan, alvorens zijn advies aan de werkgever te overhandigen, bewarende maatregelen voorstellen indien de ernst van de feiten dit vereist. Indien de werkgever deze maatregelen niet neemt, zal de preventieadviseur psychosociale aspecten een beroep doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW). o De preventieadviseur psychosociale aspecten moet eveneens een beroep doen op de inspectie van TWW wanneer hij, nadat hij zijn advies heeft verstrekt, vaststelt dat de werkgever geen (geschikte) maatregelen neemt en dat hetzij er een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de werknemer bestaat, hetzij de aangeklaagde de werkgever is of deel uitmaakt van het leidinggevend personeel. o Het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten kan onder bepaalde voorwaarden worden meegedeeld aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. 3. Externe procedure a. De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk •
Een werknemer beschikt steeds over de mogelijkheid om zelf een beroep te doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk wat betreft alle psychosociale risico’s op het werk.
•
De inspectie zal evenwel slechts in tweede lijn optreden: wanneer een werknemer rechtstreeks een individuele klacht indient bij de
inspectie moet zij de werknemer informeren over het bestaan van de interne procedure en hem doorsturen naar de bevoegde preventieadviseur psychosociale aspecten. Indien de werknemer reeds beroep heeft gedaan op de interne procedure, zal de inspectie proberen de situatie te normaliseren door bv. maatregelen op te leggen.
b. Bemiddeling Om een lange en dure gerechtelijke procedure te vermijden kan beroep gedaan worden op een erkende bemiddelaar, die de partijen zal begeleiden bij het zoeken naar een akkoord. c. Rechtbank De medewerker kan een vordering instellen bij de arbeidsrechtbank. De rechter kan de medewerker bevelen eerst de interne procedure in de organisatie uit te putten. Art. 7. Sancties. De persoon die zich schuldig heeft gemaakt aan ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk en diegene die onrechtmatig gebruik gemaakt heeft van de procedures, kunnen gestraft worden. De straffen en de procedures die moeten nageleefd worden, zijn diegene die voorzien zijn in de rubriek sancties in het arbeidsreglement. BESLUIT: ART. 1.- Het arbeidsreglement van het personeel van de administratie, de sociale dienst en de dienst thuiszorg van het OCMW Wevelgem wordt goedgekeurd. ART. 2.- Onder de rubriek XII Veiligheid, gezondheid en hygiëne wordt hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag’ vervangen door hoofdstuk 8 ‘ Preventie van psychosociale risico’s op het werk. b) Personeel woonzorgcentra DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op het arbeidsreglement van het personeel van de woonzorgcentra van het OCMW Wevelgem, goedgekeurd door de OCMW raad in zitting van 12/03/2012, met inbegrip van latere wijzigingen; Gelet op de wet van 4 augustus 1996, zoals aangevuld door de wet van 28 februari 2014, meer specifiek op de artikelen 32/1 tot en met 32vicies, op grond waarvan de werkgever een procedure preventie psychosociale risico’s op het werk moet voorzien; Gelet op het voorstel tot vervanging van hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk’ door hoofdstuk 8 ‘ Preventie van psychosociale risico’s op het werk’;
Overwegende dat het voorstel van wijziging arbeidsreglement besproken en gunstig geadviseerd werd in het Bijzonder Overlegcomité op 20/02/2015; Overwegende dat het voorstel van wijziging arbeidsreglement besproken en gunstig geadviseerd werd in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op 25/02/2015; Gelet op het voorstel om hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk’ te vervangen door hoofdstuk 8 ‘ Preventie van psychosociale risico’s op het werk’, waarbij verwezen wordt naar een nieuwe bijlage 8: Hoofdstuk VIII – Preventie van psychosociale risico’s op het werk Hoofdstuk 8 vervangt het vroegere hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. De procedure van preventie van psychosociale risico’s op het werk wordt uiteengezet in bijlage 8 van het arbeidsreglement. Art. 36. Zie bijlage 8. Art. 37. Zie bijlage 8 Art. 38. Zie bijlage 8 Art. 39. Zie bijlage 8 Art. 40. Zie bijlage 8 Bijlage 8 - Preventie van psychosociale risico’s op het werk Art. 1. Beginselverklaring: Het bestuur wil zich ten volle inzetten voor het welzijn van zijn medewerkers. Dit houdt onder andere in dat iedereen het recht heeft om te kunnen werken in een aangename, positieve en stimulerende werksfeer. Elke medewerker wordt dan ook verzocht om zich in te zetten om in de omgang met collega’s, leidinggevenden, medewerkers en klanten, elkaar met wederzijds respect te behandelen. Dat betekent ook dat elke medewerker zich dient te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Bovendien zal elke medewerker op een positieve manier bijdragen tot het preventiebeleid en de werksfeer door dergelijke daden niet te tolereren en door ook als getuige van deze daden al het mogelijke te doen om dit gedrag te doen ophouden. OCMW Wevelgem engageert zich om een actief preventiebeleid rond psychosociale aspecten op het werk uit te bouwen waarbij er maatregelen zullen getroffen worden om de psychosociale risico’s op het werk te voorkomen, om de schade ten gevolge van deze risico’s te voorkomen of om deze schade te beperken. Art. 2 Voor zover zij niet opgenomen zijn in onderhavig reglement, wordt voor de concrete preventiemaatregelen inzake psychosociale risico’s op het werk verwezen naar het globaal interventieplan. Art. 3 Contactpersonen: Crisislijn (PROVIKMO): 078/150200 De preventieadviseur psychosociale aspecten (PAPA):
Caroline Saelens (PROVIKMO):050/47.47.35 - e-mail:
[email protected] De vertrouwenspersonen (VP): Wouter Baston, preventieadviseur: 056/433.434 – e-mail:
[email protected] Bureau in het Kasteel, gemeentehuis Katrien Kindt, diensthoofd secretariaat en juridisch stafmedewerker: 056/43.55.81 – email:
[email protected] Administratief Centrum OCMW Wevelgem – gelijkvloers Art. 4. Vertrouwenspersonen: De vertrouwenspersoon is bevoegd voor alle psychosociale risico’s op het werk, maar dan enkel voor wat het informele luik betreft. De vertrouwenspersoon is gehouden door het beroepsgeheim. De vertrouwenspersoon is er in de eerste plaats om de medewerker met een verzoek emotioneel op te vangen, te begeleiden en te ondersteunen. De vertrouwenspersoon doet niets zonder dat de medewerker dat wil. De vertrouwenspersoon gaat op een vertrouwelijke manier om met informatie die hem/haar bereikt. Ook als een werknemer geen formele klacht wil indienen, kan deze zich wenden tot de vertrouwenspersoon. De uitvoerder van deze functie is niet bevoegd om verzoeken tot psychosociale interventie in ontvangst te nemen. Preventieadviseur psychosociale aspecten: De preventieadviseur psychosociale aspecten is bevoegd ten aanzien van het geheel van psychosociale risico’s op het werk. Naast zijn bevoegdheid om de werkgever bij te staan bij de algemene risicoanalyse, de keuze van de algemene preventiemaatregelen en hun evaluatie en de analyse van een specifieke arbeidssituatie, kan hij zowel in de informele als de formele fase van de interne procedure optreden. De preventieadviseur psychosociale aspecten heeft in dit kader hoofdzakelijk een adviserende bevoegdheid. Art. 5. Definities: E. Psychosociale risico’s: De kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet gepaard gaat met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden. F. Geweld op het werk: Elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.
Geweld op het werk uit zich hoofdzakelijk door handelingen die op een bepaald ogenblik gesteld worden, zoals bedreigingen, fysieke agressie (zoals directe slagen, maar ook bedreigingen bij een gewapende overval, …) of verbale agressie (zoals beschimpingen, beledigingen, plagerijen, …). G. Pesterijen op het werk: Een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de organisatie, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit. Pesterijen op het werk kunnen zich op verschillende manieren uiten: • Isoleren van de persoon door hem te negeren, door aan zijn collega’s te verbieden met hem te praten, hem niet uit te nodigen voor vergaderingen, … • Verhinderen dat de persoon zich uitdrukt door hem voortdurend te onderbreken, en systematisch te bekritiseren • De persoon in diskrediet brengen door hem geen enkele taak te geven, hem enkel nutteloze opdrachten op te leggen of opdrachten die onmogelijk kunnen worden uitgevoerd, hem de nodige informatie voor de uitoefening van zijn functie onthouden, hem te overladen met werk, … • De persoon van iemand als individu aantasten door hem te kleineren, door roddels over hem te verspreiden, kritiek te uiten op zijn religieuze overtuiging, zijn afkomst, zijn privéleven, … H. Ongewenst seksueel gedrag op het werk: Elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Ongewenst seksueel gedrag op het werk kan zich op verschillende wijzen uiten, zowel fysiek als verbaal: Het kan gaan om lonken of wellustige blikken, dubbelzinnige opmerkingen of insinuaties, tonen van pornografisch materiaal (foto’s, teksten, video’s, tekeningen, …), compromitterende voorstellen, … Het kan ook gaan om aanrakingen, slagen en verwondingen, verkrachting, … Art. 6. Maatregelen ter preventie van psychosociale aspecten op het werk
C. Risicoanalyse 3. Voorafgaandelijke risicoanalyse De werkgever neemt de situaties die aanleiding kunnen geven tot alle psychosociale risico’s op het werk op in de algemene risicoanalyse waarbij hij deze risico’s identificeert en evalueert. Hij neemt ook de nodige maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. Op basis van de analyse kunnen ook maatregelen genomen worden om stress, burn-out en conflicten te voorkomen. 4. Risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie Een risicoanalyse van een specifieke arbeidssituatie kan plaatsvinden in volgende gevallen: - Op vraag van de werkgever op collectief niveau, op vraag van een lid van de hiërarchische lijn of ten minste 1/3 van de werknemersvertegenwoordigers in het comité, wanneer zij zelf een gevaar vaststellen of daarvan op de hoogte gebracht worden door de medewerkers; - Op individueel niveau: dit kan plaatsvinden in het kader van een verzoek tot formele psychosociale interventie. D. Bij wie kan men terecht in geval van een probleem inzake psychosociale aspecten: actiemiddelen voor de werknemer ? Er wordt verwezen naar de schematische voorstelling van de procedures bij verzoek tot psychosociale interventie als bijlage 8. 4. De gewone sociale verhoudingen De eerste aanspreekpunten van de werknemer blijven de werkgever of de hiërarchische meerdere van de werknemer die rechtstreeks bevoegd is een oplossing te bieden voor het gestelde probleem. Een lid van het comité voor preventie en bescherming op het werk of een vakbondsafgevaardigde zijn eveneens belangrijke aanspreekpunten. 5. De interne procedure Wanneer het inschakelen van de personen uit punt 1. zonder succes blijft of wanneer de werknemer een dergelijke stap niet wenst te ondernemen, kan hij gebruik maken van een specifieke interne procedure die bestaat uit twee types van interventies: de informele psychosociale interventie en de formele psychosociale interventie. d. De informele psychosociale interventie 7) De werknemer kan de interventie vragen van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten met het oog op het zoeken naar een oplossing op informele wijze.
8) Deze informele interventie kan gevraagd worden zowel voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag als voor alle andere situaties waarbij er sprake is van psychosociaal leed op het werk. 9) De vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociale aspecten hoort de werknemer binnen een termijn van 10 kalenderdagen na het eerste contact en informeert hem over de mogelijkheid om op informele wijze tot een oplossing te komen. 10) Dit kan bestaan uit het voeren van persoonlijke gesprekken, het geven van een advies, een interventie bij een andere persoon van de organisatie (werkgever, lid van de hiërarchische lijn, …) of een verzoening tussen de betrokken personen. 11) Het type informele psychosociale interventie gekozen door de verzoeker wordt opgenomen in een document dat wordt gedateerd en ondertekend door de tussenkomende partij en door de verzoeker die daarvan een kopie ontvangt. 12) De vertrouwenspersoon en de preventieadviseur psychosociale aspecten handelen enkel met het akkoord van de betrokken werknemer. Het verzoeningsproces vereist het akkoord van de beide partijen. e. De formele psychosociale interventie 1) Indien de werknemer niet wenst dat er op informele wijze gezocht wordt naar een oplossing, de werknemer aan deze procedure een einde wil stellen, de interventie niet leidt tot een oplossing of de feiten of psychosociale belasting hierna blijven bestaan, kan de werknemer een verzoek tot formele interventie indienen bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. 2) De werknemer kan een verzoek tot formele psychosociale interventie enkel indienen bij de preventieadviseur psychosociale aspecten. 3) De werknemer heeft een verplicht persoonlijk onderhoud met de preventieadviseur psychosociale aspecten alvorens zijn verzoek in te dienen. Dit onderhoud vindt plaats binnen een termijn van 10 kalenderdagen volgend op de dag waarop de werknemer zijn wil heeft uitgedrukt om zijn verzoek in te dienen. De werknemer en de preventieadviseur psychosociale aspecten zorgen er voor dat deze termijn wordt gerespecteerd. De preventieadviseur psychosociale aspecten bevestigt in
een document dat het verplicht persoonlijk onderhoud heeft plaatsgevonden en overhandigt hiervan een kopie aan de werknemer. 4) Het verzoek tot formele psychosociale interventie wordt opgenomen in een door de verzoeker gedateerd en ondertekend document. Dit document bevat de beschrijving van de problematische arbeidssituatie en het verzoek aan de werkgever om passende maatregelen te treffen. De werknemer bezorgt het gedateerd en ondertekend document aan de preventieadviseur psychosociale aspecten. Deze ondertekent een kopie van het verzoek en bezorgt het ondertekend verzoek aan de verzoeker. Deze kopie geldt als ontvangstbewijs. Indien het verzoek werd verzonden per aangetekende brief, wordt zij geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de verzendingsdatum. 5) De preventieadviseur psychosociale aspecten weigert de indiening van het verzoek tot formele psychosociale interventie wanneer de situatie die de verzoeker beschrijft kennelijk geen psychosociale risico’s op het werk inhoudt. De kennisgeving van de weigering of de aanvaarding van het verzoek gebeurt uiterlijk 10 kalenderdagen na de inontvangstneming van het verzoek Bij gebrek aan een kennisgeving binnen deze termijn, wordt het verzoek geacht te zijn aanvaard na afloop van deze termijn. VERZOEK MET COLLECTIEF KARAKTER 9) Indien het verzoek betrekking heeft op risico’s met een hoofdzakelijk collectief karakter moet de preventieadviseur psychosociale aspecten de werkgever hiervan schriftelijk op de hoogte brengen en hem informeren dat hij binnen een periode van 3 maanden moet reageren op dit verzoek. Hij deelt hierbij niet de identiteit mee van de verzoeker. 10) De preventieadviseur psychosociale aspecten informeert de verzoeker schriftelijk dat het handelt over een verzoek met een collectief karakter waarbij de werkgever binnen 3 maanden moet reageren en dat het verzoek moet worden behandeld overeenkomstig de artikelen 19 tot 23 van het koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico’s op het werk. 11) De werkgever neemt volgens volgende procedure een beslissing:
•
• • •
document uit 1) meedelen aan het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging Hun advies vragen over de wijze waarop het verzoek zal behandeld worden; Hen de resultaten meedelen van de risicoanalyse uit artikel 71, A, 2. Hun advies vragen over de gevolgen die aan het verzoek worden gegeven.
12) De werkgever deelt binnen een termijn van maximum 3 maanden vanaf mededeling door de preventieadviseur psychosociale aspecten (zie 1)) schriftelijk zijn gemotiveerde beslissing mee betreffende de gevolgen die hij aan het verzoek geeft aan: • de preventieadviseur psychosociale aspecten die de verzoeker ervan op de hoogte brengt; • de interne preventieadviseur; • het comité voor preventie en bescherming op het werk of de vakbondsafvaardiging. Wanneer de werkgever de risicoanalyse in toepassing van artikel 71, A2 uitvoert, mag deze termijn verlengd worden met maximum 3 maanden. 13) De werkgever voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die hij beslist heeft te nemen. 14) Wanneer de gezondheid van de verzoeker ernstig kan aangetast worden, stelt de preventieadviseur psychosociale aspecten, tijdens de behandeling van het verzoek door de werkgever, schriftelijk preventiemaatregelen met een bewarend karakter voor. De werkgever voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die werden voorgesteld door de preventieadviseur psychosociale aspecten of die een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden. 15) Indien het probleem van psychosociale aard wordt opgelost door de maatregelen die de werkgever heeft getroffen, komt er een einde aan de behandeling van het verzoek door de preventieadviseur psychosociale aspecten. 16) Indien de werkgever geen gevolg geeft aan het verzoek, hij beslist dat er geen maatregelen worden getroffen of indien de verzoeker meent dat de preventiemaatregelen niet aangepast zijn aan zijn individuele situatie moet de preventieadviseur psychosociale aspecten alsnog de behandeling van het verzoek op zich nemen, op voorwaarde dat hij niet betrokken is geweest bij de behandeling van het
verzoek door de werkgever en onder voorbehoud van het schriftelijk akkoord van de werknemer. De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt er de werkgever zo snel mogelijk van op de hoogte en deelt de identiteit van de verzoeker mee. In dit geval verstrekt de preventieadviseur psychosociale aspecten binnen een termijn van drie maanden vanaf datum van bovenvermeld schriftelijk akkoord van de verzoeker een advies aan de werkgever. Hiervoor wordt verwezen naar de hieronder vermelde procedure van het verzoek met individueel karakter. VERZOEK MET INDIVIDUEEL KARAKTER 10) De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de werkgever zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte van het feit dat een verzoek tot formele psychosociale interventie werd ingediend en dat dit verzoek een hoofdzakelijk individueel karakter heeft. Hij deelt hem de identiteit van de verzoeker mee. 11) De preventieadviseur psychosociale aspecten onderzoekt de situatie onpartijdig en hoort de personen die hij nuttig acht. 12) De preventieadviseur psychosociale aspecten rondt zijn werk af met een schriftelijk advies aan de werkgever. Dit moet gebeuren binnen een termijn van 3 maanden vanaf de aanvaarding van het verzoek. Deze termijn kan verlengd worden met een termijn van maximum 3 maanden, voor zover de preventieadviseur psychosociale aspecten deze verlenging kan verrechtvaardigen en de redenen hiervoor meedeelt aan de werkgever, de verzoeker en aan de andere rechtstreeks betrokken persoon/personen. 13) De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de verzoeker en de andere rechtstreeks betrokken persoon/personen zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte van: • de datum waarop hij zijn advies aan de werkgever heeft overhandigd; • de voorstellen van preventiemaatregelen en hun verantwoording voor zover deze verantwoording hen toelaat de situatie gemakkelijker te begrijpen en de afloop van de procedure gemakkelijker te aanvaarden. 14) Met instemming van de verzoeker kan de vertrouwenspersoon, die betrokken was in de informele fase, een kopie van het advies ontvangen.
15) De preventieadviseur psychosociale aspecten verstuurt de maatregelen met hun verantwoording naar de interne preventieadviseur. 16) Binnen één maand na ontvangst brengt de werkgever, die van plan is individuele maatregelen te nemen, de verzoeker schriftelijk op de hoogte. Indien de werkomstandigheden van de verzoeker worden gewijzigd, moet de werkgever de verzoeker horen en hem een kopie van het advies bezorgen. De verzoeker kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze. 17) Binnen 2 maanden na ontvangst van het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten, informeert de werkgever de preventieadviseur psychosociale aspecten, de verzoeker, de rechtstreeks betrokkene(n) en de interne preventieadviseur, schriftelijk over het gevolg dat hij geeft aan het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten. 18) De werkgever voert zo snel mogelijk de maatregelen uit die hij beslist heeft te nemen. f. Formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk 1) Wanneer het verzoek tot formele psychosociale interventie, volgens de werknemer, betrekking heeft op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, gelden hierbij dezelfde bepalingen als een verzoek tot formele psychosociale interventie met enkele bijkomende bepalingen: o Het gedateerde en ondertekend document bevat volgende gegevens: • de nauwkeurige beschrijving van de feiten die volgens de werknemer constitutief zijn voor geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk; • het ogenblik en de plaats waarop elk van deze feiten zich hebben voorgedaan; • de identiteit van de aangeklaagde; • het verzoek aan de werkgever om geschikte maatregelen te nemen om een einde te maken aan de feiten. o Het document waarbij het verzoek wordt ingediend, moet persoonlijk worden afgeleverd of verstuurd worden per aangetekende brief.
o De preventieadviseur psychosociale aspecten kan dit verzoek weigeren wanneer de door de verzoeker beschreven situatie kennelijk geen geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk inhoudt. De kennisgeving van de weigering of aanvaarding van het verzoek gebeurt uiterlijk 10 kalenderdagen na de inontvangstneming van het verzoek. Bij gebrek aan een kennisgeving binnen deze termijn, wordt het verzoek geacht te zijn aanvaard na afloop van deze termijn. o De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt na het ontvangen van het verzoek de werkgever onmiddellijk op de hoogte van het feit dat de werknemer die dit verzoek heeft ingediend een bescherming tegen represailles geniet. Deze bescherming is enkel geldig indien de preventieadviseur psychosociale aspecten het verzoek aanvaardt. o De preventieadviseur psychosociale aspecten deelt zo snel mogelijk aan de aangeklaagde de feiten mee die hem ten laste worden gelegd. o De preventieadviseur psychosociale aspecten hoort de personen – getuigen of anderen – die hij nuttig oordeelt. o De preventieadviseur psychosociale aspecten brengt de werkgever op de hoogte dat de directe getuigen een bescherming tegen represailles genieten en deelt hem de identiteit van de getuigen mee. o De aangeklaagde en de getuigen ontvangen een kopie van hun gedateerde en ondertekende verklaringen. o De preventieadviseur psychosociale aspecten kan, alvorens zijn advies aan de werkgever te overhandigen, bewarende maatregelen voorstellen indien de ernst van de feiten dit vereist. Indien de werkgever deze maatregelen niet neemt, zal de preventieadviseur psychosociale aspecten een beroep doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW). o De preventieadviseur psychosociale aspecten moet eveneens een beroep doen op de inspectie van TWW wanneer hij, nadat hij zijn advies heeft verstrekt, vaststelt dat de werkgever geen (geschikte) maatregelen neemt en dat hetzij er een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de werknemer bestaat, hetzij de aangeklaagde de werkgever is of deel uitmaakt van het leidinggevend personeel.
o Het advies van de preventieadviseur psychosociale aspecten kan onder bepaalde voorwaarden worden meegedeeld aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen. 6. Externe procedure a. De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk •
Een werknemer beschikt steeds over de mogelijkheid om zelf een beroep te doen op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk wat betreft alle psychosociale risico’s op het werk.
•
De inspectie zal evenwel slechts in tweede lijn optreden: wanneer een werknemer rechtstreeks een individuele klacht indient bij de inspectie moet zij de werknemer informeren over het bestaan van de interne procedure en hem doorsturen naar de bevoegde preventieadviseur psychosociale aspecten. Indien de werknemer reeds beroep heeft gedaan op de interne procedure, zal de inspectie proberen de situatie te normaliseren door bv. maatregelen op te leggen.
b. Bemiddeling Om een lange en dure gerechtelijke procedure te vermijden kan beroep gedaan worden op een erkende bemiddelaar, die de partijen zal begeleiden bij het zoeken naar een akkoord. c. Rechtbank De medewerker kan een vordering instellen bij de arbeidsrechtbank. De rechter kan de medewerker bevelen eerst de interne procedure in de organisatie uit te putten. Art. 7. Sancties. De persoon die zich schuldig heeft gemaakt aan ongewenst grensoverschrijdend gedrag op het werk en diegene die onrechtmatig gebruik gemaakt heeft van de procedures, kunnen gestraft worden. De straffen en de procedures die moeten nageleefd worden, zijn diegene die voorzien zijn in de rubriek sancties in het arbeidsreglement. BESLUIT: ART. 1.- Het arbeidsreglement van het personeel van de woonzorgcentra van het OCMW Wevelgem wordt goedgekeurd. ART. 2.- Onder de rubriek XII Veiligheid, gezondheid en hygiëne wordt hoofdstuk 8 ‘Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag’ vervangen door hoofdstuk 8 ‘ Preventie van psychosociale risico’s op het werk.
PUNT 20: PERSONEEL: MOBILITEITSENQUETE DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op Hoofdstuk XI van de programmawet van 8 april 2003 waarbij aan alle werkgevers die op 30 juni van een welbepaald jaar minimum 100 werknemers tewerkstellen, de wettelijke verplichting opgelegd wordt een enquête te organiseren betreffende het woon-werkverkeer van welbepaalde werknemers van welomschreven vestigingen; Overwegende dat deze bevraging vervolgens driejaarlijks moet georganiseerd worden; Overwegende dat de bekomen resultaten moeten verwerkt worden en digitaal doorgegeven aan de FOD Mobiliteit en Vervoer; Overwegende dat de resultaten van de enquête voorgelegd werden aan de leden van het MAT op 11.02.2015; Overwegende dat de resultaten van de enquête ter advies voorgelegd werden aan het Bijzonder Overlegcomité van 20.02.15; Gelet op de vraag van raadslid Suzan Joye wat er verder gebeurt met de mobiliteitsenquête; Gelet op het antwoord van de voorzitter dat er rekening gehouden wordt met het resultaat van de enquête en dat er in de mate van het mogelijke oplossingen gezocht worden voor aangehaalde problemen; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Neemt kennis van de resultaten van de mobiliteitsenquête. PUNT 21: WOONZORGCENTRUM ELCKERLYC: DIRECTIE: OVEREENKOMST PROBIS DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de beslissing in zitting van 08.12.2014 waarbij de dienstverleningsovereenkomst tussen Probis Corporate nv en het OCMW Wevelgem goedgekeurd werd; Gelet op het feit dat de overeenkomst werd afgesloten voor de duur van 3 maanden en de overeenkomst een aanvang nam op 09.12.2014; Gelet op artikel 4.2. van de overeenkomst dat bepaalt: “Op het einde van voorliggende overeenkomst (3 maanden) zal de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW Wevelgem beslissen onderhavige overeenkomst al dan niet te verlengen met een nader te bepalen bepaalde duur.” Gelet op het voorstel om de overeenkomst met Probis met 3 maanden te verlengen waarna de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW zal beslissen om de overeenkomst al dan niet te verlengen met een nader te bepalen duur; Gelet op de toelichting door de voorzitter; BESLUIT: ENIG ARTIKEL - De overeenkomst met Probis wordt met 3 maanden verlengd en kan indien nodig verder verlengd worden.
VOORSTEL OM VOLGEND PUNT IN SPOEDEISENDHEID OP DE AGENDA TE PLAATSEN: AKTENEMING VERHINDERING RAADSLID Overwegende dat raadslid Suzan Joye zich gedurende de tijd van haar zwangerschapsverlof wil laten vervangen in de raad voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn, overeenkomstig art. 24, 2° van het OCMW-decreet, akte moet nemen van deze verhindering; In toepassing van artikel 39 van het OCMW-decreet mag een punt dat niet op de agenda voorkomt, niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen. Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van de leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld. BESLUIT: ENIG ARTIKEL - Bovenvermeld punt wordt bij spoedeisendheid, bij algemeenheid van stemmen, behandeld en op de agenda geplaatst als laatste punt van de openbare zitting. PUNT 32: AKTENEMING VERHINDERING RAADSLID DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat raadslid Suzan Joye zich gedurende de tijd van haar zwangerschapsverlof wil laten vervangen in de raad voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat de raad voor maatschappelijk welzijn, overeenkomstig art. 24, 2° van het OCMW-decreet, akte moet nemen van deze verhindering; BESLUIT : ENIG ARTIKEL – Neemt akte van de verhindering van raadslid Suzan Joye. De voorzitter dankt raadslid Wim Verlinde voor zijn inzet in de raad voor maatschappelijk welzijn en feliciteert hem met zijn nieuwe job.