Vergadering van 11.05.15 Aanwezig : Chris Loosvelt, voorzitter; Pieterjan Geldhof, Vicky Claeys, Anita Deprez, Linda Robensyn, Emmy Mispelaere, Hilde Martin, Veerle De Pauw, Serge Verbrugghe, Ann Verbrugghe, Nico Vanwynsberghe, raadsleden; Stefaan Oosthuyse, secretaris. Verontschuldigd: Jan Seynhaeve, burgemeester, Frank Acke, afgevaardigde schepen. Dagorde Openbare zitting 1. Vzw Schuldbemiddeling Zuid-West-Vlaanderen: voorstelling jaarverslag en werking; 2. W13: aanduiding bestuurders; 3. Woonzorgcentra: procedure omgang geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover gebruikers/bewoners; 4. Woonzorgcentrum Elckerlyc: opdrachtverklaring; 5. Patrimonium: verzoek pachters; 6. Personeel: WZC: uitbreiding contract zorgkundigen: principe; 7. Personeel: WZC: open verklaring schoonmaakster; PUNT 1: VZW SCHULDBEMIDDELING ZUID-WEST-VLAANDEREN: VOORSTELLING JAARVERSLAG EN WERKING DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Gelet op de toelichting door Mieke Vuylsteke, juriste vzw Schuldbemiddeling Z-WVlaanderen, en Hilde Ravau, maatschappelijk werker sociale dienst schuldbemiddeling, over het jaarverslag 2014 en de werking rond schuldbemiddeling; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Neemt akte van het jaarverslag 2014 en de werking rond schuldbemiddeling. PUNT 2: W13: AANDUIDING BESTUURDERS a) Aanduiding afgevaardigden algemene vergadering DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in zitting van 12.01.2015 de oprichting van een OCMW-vereniging genaamd “W13” overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet met de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik en Zwevegem en met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid-West-Vlaanderen, goedgekeurd werd; Overwegende dat in dezelfde zitting de ontwerpstatuten goedgekeurd werden;
Gelet op het feit dat bij besluit van 23.04.2015 van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding de besluiten van de deelnemende besturen tot oprichting van de vereniging W13 goedgekeurd werden; Overwegende dat de akte tot oprichting van de vereniging W13 voor notaris verleden werd op 24.04.2015; Gelet op het feit dat artikel 10 van de statuten van de vereniging bepaalt dat de algemene vergadering is samengesteld uit de afgevaardigden van de deelgenoten waarbij elke deelgenoot 2 afgevaardigden heeft; Gelet op het feit dat de OCMW’s afgevaardigd zijn door raadsleden waarbij de leden door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen worden volgens de regels vermeld in art. 60§3 van het OCMW-decreet van 19 december 2008; Overwegende dat artikel 13 van de statuten meldt dat het mandaat van een afgevaardigde van de algemene vergadering in principe 6 jaar duurt, maar eindigt bij de installatie van de nieuwe raad voor maatschappelijk welzijn, bij ontslag van een afgevaardigde uit de algemene vergadering of bij het einde van het mandaat als OCMW-raadslid; Gaat door middel van geheime stemming over tot de verkiezing van 2 leden voor de algemene vergadering van W13; 11 leden van de raad nemen aan de stemming deel; 11 stembiljetten worden in de bus gevonden; De ontplooiing van de biljetten geeft de volgende uitslag : Chris Loosvelt bekomt 8 stemmen; Hilde Martin bekomt 2 stemmen; Emmy Mispelaere bekomt 7 stemmen; Linda Robensyn bekomt 1 stem; Serge Verbrugghe bekomt 2 stemmen Werden derhalve neergelegd : 20 geldige stemmen; 0 ongeldige stemmen; 1 blanco biljet; Overwegende dat artikel 60 § 3 van het OCMW-decreet bepaalt dat bij staking van stemmen de jongste kandidaat in jaren verkozen is; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Chris Loosvelt en Emmy Mispelaere worden afgevaardigd als leden van de algemene vergadering van W13. b) Aanduiding afgevaardigden raad van beheer DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in zitting van 12.01.2015 de oprichting van een OCMW-vereniging genaamd “W13” overeenkomstig titel VIII, hoofdstuk 1 van het OCMW-decreet met de OCMW’s van de gemeenten Avelgem, Anzegem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wervik en Zwevegem en met het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Zuid-West-Vlaanderen, goedgekeurd werd; Overwegende dat in dezelfde zitting de ontwerpstatuten goedgekeurd werden;
Gelet op het feit dat bij besluit van 23.04.2015 van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding de besluiten van de deelnemende besturen tot oprichting van de vereniging W13 goedgekeurd werden; Overwegende dat de akte tot oprichting van de vereniging W13 voor notaris verleden werd op 24.04.2015; Gelet op artikel 226 van het OCMW-decreet van 19 december 2008 dat bepaalt dat de OCMW’s in de organen van de vereniging vertegenwoordigd zijn door leden van hun raad voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het feit dat artikel 22 § 3 van de statuten van de vereniging W13 bepaalt dat de raad van beheer bestaat uit vertegenwoordigers van de deelgenoten. Elke deelgenoot is vertegenwoordigd door één afgevaardigde met stemrecht en door één expert zonder stemrecht. De secretaris van elke deelgenoot-OCMW of een door hem aangestelde vervanger maakt deel uit van de raad van beheer met raadgevende stem, in dit geval zijn zij de experten; Gelet op het voorstel om Stefaan Oosthuyse, secretaris OCMW Wevelgem, aan te stellen als lid van de raad van beheer met raadgevende stem; Gaat door middel van geheime stemming – en in één enkele stemronde – over tot de verkiezing van 1 lid voor de raad van beheer van W13 met stemrecht; 11 leden van de raad nemen aan de stemming deel; 11 stembiljetten worden in de bus gevonden; De ontplooiing van de biljetten geeft de volgende uitslag : Chris Loosvelt bekomt 7 stemmen; Emmy Mispelaere bekomt 4 stemmen; Werden derhalve neergelegd : 11 geldige stemmen; 0 ongeldige stemmen; 0 blanco biljetten; Overwegende dat artikel 60 § 3 van het OCMW-decreet bepaalt dat bij staking van stemmen de jongste kandidaat in jaren verkozen is; BESLUIT: ART.1 – Stefaan Oosthuyse, secretaris OCMW Wevelgem, wordt aangesteld tot lid van de raad van beheer van de vereniging W13 met raadgevende stem. ART. 2 – Chris Loosvelt wordt aangesteld tot lid van de raad van beheer van de vereniging W13 met stemrecht.
PUNT 3: WOONZORGCENTRA: PROCEDURE OMGANG GEWELD EN SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG TEGENOVER GEBRUIKERS/BEWONERS DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN,
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 09.05.2014 betreffende het beleid inzake preventie van en omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag in gezondheids- en woonzorgvoorzieningen; Gelet op het feit dat dit besluit van toepassing is op de gezondheids- en woonzorgvoorzieningen die erkend zijn door het Agentschap Zorg en Gezondheid met name de ouderenvoorzieningen, de thuiszorgvoorzieningen, de ziekenhuizen, de psychiatrische ziekenhuizen, de psychiatrische verzorgingstehuizen, de initiatieven voor beschut wonen en de centra voor geestelijke gezondheidszorg; Overwegende dat dit besluit bijgevolg van toepassing is op de wooncentra Het Gulle Heem, en Elckerlyc, op de centra voor kortverblijf ‘De Tussentijd’ en Elckerlyc, op de lokale dienstencentra Het Knooppunt en Elckerlyc en op de groepen van assistentiewoningen Het Kader, Ter Meersch en Tilia; Gelet op het feit dat het besluit van toepassing is m.i.v. 01.01.2015; Gelet op de voorgelegde procedure, opgemaakt in toepassing van voormeld besluit: 1. Doel • •
•
De voorziening respecteert de integriteit van de gebruiker/zorgvrager en neemt maatregelen om deze te waarborgen. De voorziening neemt in het bijzonder maatregelen tegen alle vormen van geweld én seksueel grensoverschrijdend gedrag, zowel preventief als reactief. De voorziening werkt hiertoe indien nodig samen met derden. De voorziening respecteert de regelgeving: o Besluit VR 09.05.14 betreffende het beleid inzake preventie van en omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag in gezondheids- en woonzorgvoorzieningen. (BS 02.07.14) Dit houdt volgende verplichtingen in: De voorziening ontwikkelt een geschreven referentiekader voor seksueel grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. De voorziening hanteert een procedure voor de preventie van, de detectie van en gepaste reacties op seksueel grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. In die procedure is een registratiesysteem opgenomen dat geanonimiseerde gegevens bijhoudt over de gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. De voorziening meldt seksueel grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers aan het agentschap.
2. Referentiekader -
We gaan uit van volgende uitgangspunten t.a.v. alle vormen van geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. o De gebruiker of zorgvrager verkeert in een afhankelijkheidspositie ten aanzien van de zorgverstrekker. De relatie gebruiker/zorgvrager en zorgverlener is hierbij een professionele relatie. De zorgverlener moet ten allen tijde de integriteit van de gebruiker/zorgvrager respecteren. Binnen die relatie kunnen alle vormen van geweld, seksuele handelingen, gedragingen, fantasieën en communicatie niet worden toegestaan noch getolereerd.
-
o De gebruiker/zorgvrager staat centraal. Bij vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag of bij een klacht, gaat de eerste bekommernis naar de gebruiker/zorgvrager uit. De voorziening stelt zich op een positieve manier op ten aanzien van de gebruiker/zorgvrager bij een klacht over seksueel grensoverschrijdend gedrag. De complexiteit van een dergelijke situatie wordt daarbij echter niet uit het oog verloren (een klacht kan soms ook niet gefundeerd zijn). Toch blijven we het in de eerste plaats belangrijk vinden om de gebruiker/zorgvrager erkenning te geven in zijn klacht. Het gaat hier dan niet om het kiezen van partij, wel om het actief beluisteren van de klacht zodat de context, motieven,… zo goed mogelijk begrepen kunnen worden. o We zijn ons bewust van de ernst van dergelijke meldingen of klachten en vinden het uitermate belangrijk dat de hoogste leidinggevende van de voorziening (directeur) steeds zo snel mogelijk op de hoogte gebracht wordt van dergelijke zaken. Bij de geringste twijfel of de pleger zich al dan niet heeft schuldig gemaakt aan een misdrijf, wordt advies ingewonnen bij externe diensten, zoals een anonieme bevraging bij het parket. o In het kader van preventie willen we regelmatig met de medewerkers in een open sfeer over deze procedure communiceren en over de signalen die op een probleem zouden kunnen wijzen. De huidige procedure kwam bovendien tot stand in overleg met de medewerkers. Ook aanverwante thema’s (zoals omgaan met intimiteit bij de verzorging) worden geregeld op de agenda van teamvergaderingen gezet of in het vormingsaanbod opgenomen. o We hechten veel belang aan discretieplicht en beroepsgeheim. Een aantal van boven beschreven uitgangspunten werden opgenomen in onze deontologische code.
3. Toepassingsgebied -
De regelgeving gaat over gedragingen naar gebruikers, d.i. gedragingen van de zorgverlener naar de gebruiker/zorgvrager. Volgende personen kunnen zo betrokken zijn bij deze procedure: o alle gebruikers/zorgvragers o medegebruikers o alle medewerkers (personeelsleden inclusief vrijwilligers) o mantelzorgers, familieleden en andere personen betrokken bij de zorg, dienst- of hulpverlening: als melders van seksueel grensoverschrijdend gedrag o personeelsdienst o bestuur
4. Termen en definities Geweld: (bedreigingen – fysieke agressie – verbale agressie - pesterijen) - Elke feitelijkheid waarbij een gebruiker psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen. Dit uit zich door handelingen die op een bepaald ogenblik gesteld
-
worden, zoals bedreigingen, fysieke agressie (zoals directe slagen) of verbale agressie (beschimpingen, beledigingen, plagerijen, …) Ook pesterijen van gebruikers worden aanzien als geweld t.a.v. de gebruiker. Pesterijen duiden op volgende zaken: o Een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de voorziening, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een persoon (gebruiker) wordt aangetast of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd, dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderexpressie en genderidentiteit.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag: - Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan een breed gamma aan handelingen, gedragingen en uitingen bevatten, al dan niet strafbaar. Aangezien de aanpak bij strafbare feiten mogelijk anders zal zijn dan bij niet-strafbare feiten, maken we hierin een onderscheid: o Seksueel misbruik is een juridische term en verwijst naar een als misdrijf omschreven feit. Er is sprake van seksueel misbruik wanneer er (moreel) geweld of bedreiging wordt gebruikt, wanneer er geen toestemming is of wanneer juridisch geen toestemming kan worden gegeven (vb. een persoon die onder voogdij staat). o Seksueel grensoverschrijdend gedrag verwijst naar de hulpverleningscontext en is elke vorm van seksueel georiënteerd gedrag - verbaal of niet-verbaal, bewust of onbewust, komende van personeel of andere medewerkers – dat door de gebruiker ervaren wordt als negatief, ongewenst of gedwongen. Bij niet-strafbare feiten kan het gaan om gedragingen of uitingen die op zich niet aanstootgevend hoeven te zijn, maar die door de gebruiker/zorgvrager wel als dusdanig kunnen beleefd worden (bijvoorbeeld door een traumatisch verleden). Even goed kan de zorgverlener zich niet bewust zijn van het feit dat hij/zij grensoverschrijdend gedrag pleegt (bijvoorbeeld vulgair woordgebruik waar de zorgverlener mee is groot gebracht). Het spreekt voor zich dat dergelijk gedrag of interpretatie van gedrag een andere aanpak vergt dan bijvoorbeeld een verkrachting. Medewerkers: d.i. zowel personeelsleden, vrijwilligers als derden die een opdracht in functie van de voorziening uitvoeren.
Meldingspersoon: d.i. de directeur Zorgverstrekker: - iedere persoon die bij de hulp- of dienstverlening betrokken is vanuit de voorziening 5. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden -
-
-
Iedere medewerker (personeelslid en vrijwilliger) heeft de plicht alle vermoede en vastgestelde vormen van geweld of seksueel grensoverschrijdende gedragingen onmiddellijk te melden aan de directeur van de voorziening. Indien de medewerker het echt niet ziet zitten om dit te melden aan de directeur, kan hij dit ook melden aan een diensthoofd, die eveneens de plicht heeft dit onmiddellijk te melden aan de directeur. Klachten over de directeur worden gemeld aan de secretaris. De directeur is bevoegd en verantwoordelijk voor de behandeling van ontvangen meldingen en klachten over geweld of seksueel grensoverschrijdende gedragingen. (en desgevallend bij klachten over de directeur de secretaris)
6. Documenten en hulpmiddelen -
Arbeidsreglement Rechtspositieregeling (RPR) Deontologische code Registratiesysteem meldingen en klachten Registratiefiche Meldingsfiche Agentschap Zorg en Gezondheid
7. Werkwijze 7.1 Preventie -
In de voorziening hechten we veel belang aan een open sfeer. We verwachten van onze leidinggevenden dat ze zich zeer toegankelijk opstellen voor de medewerkers en dat ze een sfeer creëren waarin medewerkers alle mogelijke onderwerpen met hem/haar kunnen bespreken. De leidinggevende biedt daartoe kansen op verschillende vlakken: binnen het team, dagelijks op de werkvloer, tijdens functioneringsgesprekken. De medewerkers worden aangemoedigd om hun ongerustheden te melden, zowel ten aanzien van zichzelf als ten aanzien van collega’s. Hierbij wordt hun verantwoordelijkheid sterk beklemtoond, zowel ten aanzien van de gebruiker/zorgvrager (bij sterke vermoedens of vaststellingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag door een collega is het, in belang van het welzijn van de gebruiker/zorgvrager, hun plicht om dit te melden) als ten aanzien van de collega in kwestie.
-
Binnen de voorziening bekijken we geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag binnen een ruime context van grensoverschrijdend gedrag en oudermis(be)handeling. Medewerkers worden alert gemaakt voor het herkennen van signalen en risicofactoren in de ruime omgeving (dus niet alleen mbt de medewerkers zelf) van de zorgvrager. Het herkennen van signalen en risicofactoren worden geregeld op interne overlegmomenten besproken, zodat medewerkers deze signalen leren herkennen en een vroegtijdige detectie mogelijk wordt.
-
In de werking van de voorziening zijn structurele overlegmomenten voorzien. De thema’s geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag komen hierbij op regelmatige basis aan bod. Medewerkers worden in de uitoefening van hun job geregeld geconfronteerd met taken die zeer intiem kunnen zijn (helpen bij toilet, aankleden,…) of met gebruikers/zorgvragers die al dan niet bewust, zelf grenzen overschrijden. In dergelijke situaties kan een medewerker zich onwennig voelen en niet goed weten hoe hij/zij moet reageren. Dergelijke situaties kunnen ongepaste reacties uitlokken. Medewerkers krijgen de kans hierover te ventileren, ervaringen uit te wisselen en hun aanpak bij te sturen tijdens de overlegmomenten.
-
Er werd een deontologische code opgesteld voor alle medewerkers van de voorziening.
7.2 Detectie en aanpak In de detectie en aanpak van geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag onderscheiden we 5 fases: - het kenbaar maken van de procedure - de melding - het onderzoek - conclusie en aanpak - afronding en evaluatie 7.2.1 Kenbaar maken van de procedure -
Naar gebruikers/zorgvragers: o Het kenbaar maken van de procedure met betrekking tot geweld of seksueel grensoverschrijdend gedrag gebeurt samen met het kenbaar maken van de interne procedure voor het melden van klachten en suggesties.
-
Naar medewerkers: o De procedure wordt intern duidelijk gecommuniceerd. Eventuele wijzigingen of aanpassingen van de procedure worden eveneens gecommuniceerd. o Nieuwe medewerkers worden op de hoogte gesteld van verwachtingen en interne afspraken.
7.2.2 De melding
-
De klacht of melding kan gedaan worden door zowel de gebruiker/zorgvrager zelf als door een mantelzorger, familielid of persoon die nauw betrokken is bij de gebruiker/zorgvrager (vb naaste buur of hulpverlener). - De ontvanger van de klacht leidt de indiener van de melding/klacht toe naar de directeur (= meldingspersoon). - Indien de directeur niet bereikbaar/ aanwezig is, gebeurt de behandeling door de hiertoe intern aangeduide personeelsleden: o Voor Het Gulle Heem: stafmedewerker of aangeduide bediende o Voor Elckerlyc: hoofdverpleegkundige of stafmedewerker - De directeur registreert de klacht op geanonimiseerde wijze op papier. Deze registratie wordt op een veilige plaats bijgehouden . - De directeur registreert de melding op geanonimiseerde wijze in het hiertoe voorziene register voor geweld of seksueel grensoverschrijdend gedrag. (veilig bewaard) 7.2.3 Het onderzoek -
-
-
-
-
-
Bij meldingen waaruit een vermoeden, maar nog geen bevestiging blijkt van geweld of seksueel grensoverschrijdend gedrag, wordt eerst een onderzoek gevoerd door de voorziening zelf, onder aansturing van de directeur. (= meldingspersoon) De directeur beluistert de melding/klacht van de indiener en neemt zijn klacht serieus. Hij vermeldt tijdens dit gesprek de stappen die verder zullen worden gevolgd (zie hierna). De directeur overweegt zorgvuldig wie nog in het overleg/ onderzoek betrokken zal worden (vb andere leidinggevende(n)). De directeur onderzoekt de klacht (→ objectief feitenonderzoek) waarbij gesprekken met enerzijds de gebruiker/zorgvrager en anderzijds met de betrokken medewerker worden gevoerd. (→ respect voor het beginsel van hoor en wederhoor). Indien nodig roept de directeur bijkomende expertise in. De directeur bepaalt op basis van de gesprekken met beide partijen de ernst van de melding/klacht (eventueel in overleg met andere leidinggevendenden). De directeur kan hiervoor advies inwinnen bij het Justitiehuis of anoniem advies inwinnen bij het Parket of bij de Procureur des Konings of kan ook terecht bij het meldpunt ouderenmisbehandeling. De directeur zorgt voor verdere opvolging en terugkoppeling van deze conclusie naar de gebruiker/zorgvrager. De ernst van de melding wordt eventueel besproken met betrokken leidinggevende/ medewerkers. Er wordt geconcludeerd of het al dan niet om een mogelijk misdrijf gaat of, indien niet, desgevallend de melding gegrond is. De klacht wordt genoteerd en bijgehouden in een geanonimiseerd register dat veilig bewaard wordt. Bij meldingen waar het niet meer louter om vermoedens gaat dat er een seksueel misdrijf werd gepleegd (op heterdaad betrapt, voldoende bewijsmateriaal), verleent de ontvanger van de melding onmiddellijk de eerste hulp aan het slachtoffer (medische bijstand, politie-interventie, slachtofferhulp).
7.2.4 Conclusie en aanpak -
Er zijn meerdere conclusies mogelijk: o Conclusie mogelijk misdrijf o Conclusie grensoverschrijdend gedrag dat niet als misdrijf kan omschreven worden o Conclusie ongegronde melding
-
Conclusie mogelijk misdrijf: o Er wordt voldaan aan één of meerdere onderstaande punten: Er zijn ernstige aanwijzingen dat er wettelijke grenzen zijn overschreden. Er is gerede twijfel dat er wettelijke grenzen zijn overschreden (→ eerst inwinnen van advies). Bij het inwinnen van advies wordt door de adviserende instantie aangeraden om verdere stappen te ondernemen. o Bij conclusie mogelijk misdrijf: De directeur verwittigt onmiddellijk na de conclusie (→ na gesprek) via persoonlijke briefing of telefonisch de secretaris en de voorzitter. Er worden intern afspraken gemaakt met betrekking tot het eventueel te woord staan van de pers. De directeur of secretaris zorgen er voor, volgens onderlinge afspraak, dat er onmiddellijk klacht neergelegd wordt bij de politie. De directeur verwittigt het Agentschap a.h.v. het geijkte meldingsformulier. De directeur en secretaris bespreken de te volgen stappen. Dit gebeurt na bespreking van de conclusie en op basis van bijkomende vaststellingen van politie en parket. Afhankelijk van wat het slachtoffer en eventueel de familie zelf wensen, wordt in ondersteuning en doorverwijzing voorzien naar eventuele professionele hulpverlening. Het slachtoffer en eventueel de familie worden op de hoogte gehouden van de verdere afwikkeling en ondernomen stappen door de organisatie. De directeur bevraagt ook de verdere samenwerking (verderzetting dienstverlening? stopzetting? doorverwijziging?).
-
Conclusie grensoverschrijdend gedrag dat niet als misdrijf kan omschreven worden: o Er wordt voldaan aan één of meerdere onderstaande punten: Er zijn ernstige aanwijzingen dat er grenzen zijn overschreden én er is duidelijkheid dat het niet om wettelijke grenzen gaat. Er werd eerst geconcludeerd dat het om een mogelijk misdrijf ging, maar na inwinnen van advies en/of na onderzoek door de gerechtelijke instanties blijkt het niet over wettelijke overtredingen te gaan, maar blijken er wel grenzen overschreden.
o Bij conclusie grensoverschrijdend gedrag dat niet als misdrijf kan omschreven worden: De directeur en secretaris bespreken de te volgen stappen. De secretaris betrekt waar nodig de personeelsdienst. De directeur verwittigt onmiddellijk na de conclusie het Agentschap a.h.v. het geijkte meldingsformulier. De directeur heeft een gesprek met de gebruiker/zorgvrager en/of melder waarin de conclusie wordt uitgelegd en grondig gemotiveerd. De directeur geeft info over de gevolgen voor de tewerkstelling van de medewerker en de gevolgen daarvan voor de gebruiker. Aan de gebruiker/zorgvrager wordt gevraagd of hij open staat voor een verzoeningsgesprek met de pleger en of hij/zij al dan niet een andere medewerker wenst. Afhankelijk van wat het slachtoffer en eventueel de melder of familie zelf wensen, wordt in ondersteuning en doorverwijzing voorzien naar professionele hulpverlening. In de periode volgend op de feiten, wordt er een plan met evaluatietermijn uitgewerkt en schriftelijk vastgelegd over de verdere begeleiding van de medewerker. Dit plan wordt door de directeur opgevolgd. Na verloop (periode vastleggen) van tijd wordt het functioneren van de medewerker geëvalueerd. -
Conclusie ongegronde melding: o Beide voorgaande conclusies kunnen met zekerheid worden uitgesloten. Dit kan het geval zijn indien uit de gesprekken met alle betrokken partijen voldoende bewijs komt dat de melding ongegrond was. • Bij de minste twijfel wordt advies ingewonnen. • Bij advies om verdere stappen te zetten of bij verdere twijfel na inwinnen van advies wordt de politie ingeschakeld o De directeur heeft vervolgens een gesprek met de gebruiker/zorgvrager en/of melder waarin de conclusie grondig gemotiveerd wordt. De gevolgen voor de gebruiker worden besproken met betrekking tot de verdere samenwerking met de medewerker. Hierbij worden de verschillende mogelijkheden besproken (mbt stop zetten of verder zetten van de hulp- en zorgverlening). o Omgekeerd zal ook met de medewerker moeten gesproken worden om eventuele negatieve gevoelens ten aanzien van betrokken gebruiker bespreekbaar te maken. Samen met de medewerker wordt bekeken hoe het vertrouwen kan hersteld worden. o Verschillende stappen zijn mogelijk: uitdrukkelijke bevestiging van het vertrouwen aan de medewerker meerdere gespreksmomenten voorzien indien nodig: gesprekken binnen de dienst zelf o De directeur meldt zijn conclusie aan de secretaris en geeft een korte weergave van de situatie en conclusie met het oog op eventuele verdere stappen door de gebruiker.
7.2.5 Afronding en evaluatie
-
-
Waar nodig kan er een afrondingsgesprek worden georganiseerd tussen directeur en de gebruiker/zorgvrager en/of melder. Bij conclusie misdrijf moet achteraf met directie/secretaris/voorzitter/ besproken worden wat al of niet aan de overige medewerkers zal worden gecommuniceerd, hoe dit al dan niet zal gebeuren en door wie. De interne afspraak geldt dat in geen geval andere mensen dan directie, secretaris, voorzitter (volgens interne afspraken) de pers te woord staan.
Verslaggeving: - De directeur beschrijft in een verslag alle ondernomen stappen van de melding tot het afsluiten van de melding. Een standaardformulier is beschikbaar. Het verslag wordt bewaard (toegevoegd) bij het register. Communicatie extern: - De directeur overlegt met secretaris en voorzitter over de (eventuele) noodzaak om extern te communiceren. Als dit gebeurt, wordt afgesproken wie wat communiceert. Communicatie intern: - De directeur brieft de groep van medewerkers (personeelsleden/ vrijwilligers) op discrete wijze over de situatie. De directeur bespreekt vooraf met de secretaris welke info zal worden vrijgegeven. Personeelsleden/vrijwilligers die daar nood aan hebben, worden toegeleid naar professionele hulp. Evaluatie procedure: - De directeur evalueert met de secretaris alle ondernomen stappen. Waar nodig wordt de bestaande procedure bijgestuurd. 8. Proceseigenaar •
Eigenaar: de procedure werd opgesteld door de directeuren van Het Gulle Heem en Elckerlyc en formeel ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn op xx.yy.15
•
Introductiedatum: Datum goedkeuring raad BESLUIT:
ENIG ARTIKEL – De procedure omgang geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover gebruikers/bewoners wordt goedgekeurd.
PUNT 4: WOONZORGCENTRUM ELCKERLYC: OPDRACHTVERKLARING DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in zitting van 17.04.2000 de opdrachtverklaring van het toenmalig rusthuis Ter Mote goedgekeurd werd; Overwegende dat deze opdrachtverklaring ‘vertaald’ werd naar het nieuwe woonzorgcentrum Elckerlyc waarbij aan de geest van de opdrachtverklaring niets gewijzigd werd; Gelet op het voorstel van aangepaste opdrachtverklaring: OPDRACHTVERKLARING WOONZORGCENTRUM ELCKERLYC WEVELGEM
MISSIE De missie wil de identiteit, de gewenste werking en de toekomstvisie van het woonzorgcentrum Elckerlyc uiten ten aanzien van het doelpubliek, de medewerkers, het beleid en de gemeenschap. Het woonzorgcentrum Elckerlyc te Wevelgem is een openbaar woonzorgcentrum, onder beheer van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Wevelgem en dus deel uitmakend van een netwerk van diensten aangeboden door het OCMW. Het biedt kwalitatieve opvang in vast verblijf en thuiszorgondersteunende diensten aan, met het oog op het in stand houden of verbeteren van de autonomie, de gezondheid en het welzijn van het doelpubliek. De naam Elckerlyc werd gekozen om deze missie uit te dragen en te ondersteunen in zijn toegankelijkheid, openheid, pluralisme en waardenbeleving. VISIE Er wordt zeer duidelijk voor een OPEN huis geopteerd, waar iedereen, die het wenst, welkom is. Wij willen ook een gespecialiseerd aanbod uitbouwen voor mensen met een bepaald zorgprofiel. Wij willen in principe dan ook niemand uitsluiten, maar wel sommige mensen begeleiden naar een meer aangepaste opvangmogelijkheid. Familieleden, vrienden en externe vertrouwenspersonen van bewoners zijn onontbeerlijk voor een goed verblijf. Wij beschouwen hen dan ook als klanten en partners in het streven naar een goede dienstverlening voor de bewoners. Wij willen de bewoners een menswaardige benadering bieden. Wij verklaren dat zorgbehoefte geen enkele afbreuk doet aan de waardigheid van een mens. Wij willen de bewoner en zijn eigenheid dan ook, meer dan zoveel mogelijk, centraal plaatsen in de werking van ons huis. Alle aspecten van het leven die voor hem of haar waardevol zijn willen we respecteren, binnen de grenzen van het algemeen belang. Dit zal gebeuren volgens de wijzigende behoeften van de bewoners.
Wij vinden dat de bewoners recht hebben op individuele en voldoende ruime woongelegenheden, waar ze in de mate van het mogelijke hun eigen inrichting mogen aan geven. Hierbij moet evenwel ook rekening gehouden worden met veiligheid, functionaliteit en algemeen esthetische en milieuvriendelijke aspecten. Er zijn voldoende gemeenschappelijke ruimtes, waar bewoners onderling en externen elkaar kunnen ontmoeten in een huiselijke en hartelijke sfeer. Het gebouw is sober, comfortabel, sfeervol en functioneel ingericht om er aangenaam, zinvol, ergonomisch, efficiënt en kleinschalig te kunnen in werken. De dienstverlening is volledig gericht op de noden en behoeften van de bewoners, ten einde ze een goed leven te laten leiden, uitgaande van hun eigen mogelijkheden en ondersteunend waar nodig. In deze dienstverlening komen alle aspecten van wonen, leven en zorgen evenwichtig aan bod. Wij vinden dat het woonzorgcentrum de maximale kwaliteit moet bieden, maar ook betaalbaar en financieel toegankelijk moet blijven voor iedereen. Wij zullen dus streven naar een efficiënte inzet van de middelen. Omwille van de beoogde gepersonaliseerde zorg zullen wij een aanbod buiten het basispakket overwegen. Wij willen zorgzaam omgaan met het beleid en de medewerkers. Een open communicatie en overleg, gericht op individuele professionele ontplooiing, goede samenwerking en complementair werken worden ingeschreven in de werking. Elckerlyc wil geen gesloten gemeenschap zijn, maar in zijn werking uitnodigend, gastvrij, samenwerkend en dienstverlenend voor zijn omgeving, in het bijzonder met het lokaal dienstencentrum Elckerlyc en de assistentiewoningen Ter Meersch. Elckerlyc wil een open huis en thuis zijn, waar de mensen die er wonen, werken en op bezoek komen een uitstraling met volgende kenmerken ervaren: - zichzelf kunnen zijn in een sfeer van geborgenheid, vrijheid, enthousiasme, rust, solidariteit, gezelligheid, vriendschap, gelijkwaardigheid, vertrouwen, volharding, schoonheid en wijsheid. - een kwalitatief hoogstaande dienstverlening voor de residenten en de omgeving. - een gebouw dat aangepast is om alle waarden en doelstellingen van deze opdrachtverklaring materieel mogelijk te maken. Wevelgem, 11 mei 2015 (Elckerlyc) BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Het voorstel van opdrachtverklaring van het woonzorgcentrum Elckerlyc wordt goedgekeurd.
PUNT 5: PATRIMONIUM: VERZOEK PACHTERS DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Overwegende dat in zitting van 11.02.2013 de overdracht van de pacht van Roger Luyckx, van 2 elkaar grenzende percelen grond, eigendom van het OCMW (gelegen in Moorsele, kad. legger: 1972, kadnr. B1 en B2 (Wulfdam), totale oppervlakte 2 ha1a90 ca, KI: € 120) aan zijn dochter Frieda Luyckx goedgekeurd werd; Overwegende dat de jaarlijkse pachtprijs voor de betreffende percelen op dit moment € 596,40 bedraagt; Overwegende dat Frieda Luyckx op 24.03.2015 schriftelijk liet weten dat ze de pacht wil stopzetten waarbij ze tegelijk vermeldt dat buurman Nicolaas Degroote, Moorseelsestraat 21, 8880 Sint-Eloois-Winkel, geïnteresseerd is om de pacht over te nemen; Overwegende dat in zitting van 13.05.2013 de overdracht van pacht van André Vanneste, overleden op 19.10.2012, van een perceeltje grond, eigendom van het OCMW (gelegen in Moorsele, kad. Legger: 1972, kadnr. B3 (Wulfdam, Hooiland), opp. 70 are, KI: € 42) aan Mevr. Diane Remmerie, Hondsneststraat 16, 9112 Sinaai, erfgenaam van André Vanneste, goedgekeurd werd; Overwegende dat de jaarlijkse pachtprijs voor het betreffende perceeltje op dit moment € 208,74 bedraagt; Overwegende dat Diane Remmerie op 11.04.2015 schriftelijk liet weten dat ze de pacht wil stopzetten waarbij ze tegelijk vermeldt dat Nicolas Degroote graag de pacht zou overnemen; Overwegende dat Nicolaas Degroote op 13.04.2015 schriftelijk liet weten dat hij een jonge startende landbouwer is die zijn landbouwbedrijf uitbaat in Sint-Eloois-Winkel en dat hij graag de landpacht zou overnemen van Frieda Luyckx en Diane Remmerie omdat deze percelen aanpalend zijn aan zijn weiden; Gelet op artikel 14 van de wet van 4 november 1969 (pachtwet) waarin gesteld wordt dat de pachter op elk moment de pacht kan opzeggen mits het respecteren van een opzegtermijn van tenminste één jaar; In toepassing van artikel 18 van de wet van 4 november 1969 moeten openbare besturen hun landeigendommen verpachten bij wijze van inschrijving onder verzegelde omslag, verzonden bij een ter post aangetekende brief; Overwegende dat de openbare aanbesteding moet gebeuren bij elke nieuwe verpachting door het bestuur; Gelet op het voorstel om de gronden opnieuw te verpachten via openbare aanbesteding; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – De gronden (gelegen in Moorsele, kad. legger: 1972, kadnr. B1 en B2 (Wulfdam), totale oppervlakte 2 ha1a90 ca, KI: € 120) worden opnieuw verpacht via openbare aanbesteding. PUNT 6: PERSONEEL: WZC: UITBREIDING CONTRACT ZORGKUNDIGEN: PRINCIPE DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN,
Overwegende dat naar aanleiding van de openverklaring van de functie van zorgkundige, vastgesteld wordt dat een aantal zorgkundigen in het WZC “Het Gulle Heem” tijdelijke bijkomende contracten van bepaalde duur heeft; Overwegende dat deze personeelsleden voldoen aan de bepalingen van artikel 9 §3 van de rechtspositieregeling en in aanmerking komen voor de uitbreiding van hun deeltijdse prestaties, waardoor hun tijdelijke bijkomende contracten kunnen omgezet worden in een aangepast contract van onbepaalde duur; Overwegende dat in het WZC “Het Gulle Heem” er momenteel, rekening houdend met het budget en de formatie, 2,60 ft-equivalenten aan zorgkundigen zijn die kunnen worden ingevuld met een contract van onbepaalde duur; Gelet op het voorstel om, na overleg met de directie van het WZC “Het Gulle Heem”, 0,85 ftequivalenten van die 2,60 ft-equivalenten in te vullen via uitbreiding prestaties met volgende keuzemogelijkheden: 0,10 ft-equiv - 0,25 ft-equiv - 0,50 ft-equiv
BESLUIT: ENIG ARTIKEL – Het voorstel om 0,85 ft-equivalenten in te vullen via uitbreiding prestaties met volgende keuzemogelijkheden: 0,10 ft-equiv - 0,25 ft-equiv - 0,50 ft-equiv wordt goedgekeurd. PUNT 7: PERSONEEL: WZC: OPEN VERKLARING SCHOONMAAKSTER DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN, Ingevolge het ontslag van een schoonmaakster in het lokaal dienstencentrum Het Knooppunt (zie punt14 geheime zitting) moet zo snel mogelijk voorzien worden in een vervanging; Gelet op de wervingsreserve schoonmaak, goedgekeurd in zitting van 09.09.13; Gelet op het voorstel om de functie van schoonmaakster open te verklaren vanuit de bestaande wervingsreserve; BESLUIT: ENIG ARTIKEL – De functie van schoonmaakster wordt open verklaard vanuit de wervingsreserve schoonmaak, goedgekeurd in zitting van 09.09.13.