Vergadering Adviescommissie Va MRDH
Datum 17 juni 2015
Aanwezige commissieleden dhr. A. Hekman Schiedam (voorzitter) dhr. F.P. van Zaalen Albrandswaard mw. J.E. de Leeuwe Albrandswaard dhr. F.J. Heijboer Brielle mw. I.Y. de Groot Brielle dhr. B. van Loef Capelle a/d IJssel dhr. F. van Vliet Delft mw. M.A. Huijsmans Delft dhr. M. Rogier Den Haag dhr. R. Guernaoui Den Haag dhr. H. Westbroek Hellevoetsluis dhr. J. Butter Krimpen a/d IJssel dhr. L. Pols dhr. J.P. Blonk
Krimpen a/d IJssel Lansingerland
Afwezige commissieleden dhr. M.K. van den Berge Barendrecht dhr. S.D. Kelder Barendrecht dhr. A.C. Lange Capelle a/d IJssel mw. M.L. Tabben Lansingerland mw. M. Velù LeidschendamVoorburg mw. W.E.C. Plomp LeidschendamVoorburg dhr. L.A. Eijskoot Maassluis dhr. I.J. Trouwborst Midden-Delfland dhr. I.S. Bal Nissewaard
Tijd 19.00 uur
Plaats Zoetermeer, raadzaal
dhr. C.M.P. ’t Hart
Maassluis
Dhr. R.H.G. Zwaard dhr. J.P. van der Hoeven dhr. P.P.A. van den Heuij mw. A.P.S. Ripmeester dhr. A.J. Rottier mw. C.Y.D. Hagenaars dhr. O.P. Spek dhr. M. Knevel dhr. J.J. van Rossum mw. R.M. Roggeveen dhr. J.W.C.B. Schotel (plv. voorzitter) dhr. G. Liqui Lung
Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Pijnacker-Nootdorp Ridderkerk Ridderkerk Rijswijk Schiedam Wassenaar Westland Westvoorne Zoetermeer
dhr. S. van der Weg dhr. D. Jense mw. B.C. Kathmann dhr. S.J.J. Schampers dhr. A. Don
Nissewaard Rijswijk Rotterdam Rotterdam Vlaardingen
dhr. L.A. van Nieuwenhuizen dhr. P. Kolff dhr. U.M. Spaans dhr. M.C. Vinke
Vlaardingen
Zoetermeer
Wassenaar Westland Westvoorne
Aanwezig Presidium Vervoersautoriteit MRDH Th.J.A.M. de Bruijn (plv. voorzitter Presidium en Bestuurscommissie), Aanwezig ambtelijk Vervoersautoriteit MRDH dhr. W.J. Benschop (secretaris), dhr. E. Bavelaar, dhr. Stehouwer, mw. T van Mourik, dhr. W. Dekker.
Pagina 1 van 7
CONCEPT SAMENVATTEND VERSLAG 1 Opening De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom. Een speciaal welkom aan de heer De Bruijn, plaatsvervangend voorzitter van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit en het Presidium Vervoersautoriteit. De gemeente Zoetermeer wordt wederom bedankt voor haar gastvrijheid. De commissieleden zijn akkoord met de agenda. 2 Vaststellen beknopt verslag van de Adviescommissie Va d.d. 08.04.2015 De heer Spek (Schiedam) brengt in dat in het verslag een aantal vragen zijn opgenomen die niet beantwoord zijn. De voorzitter meldt dat specifieke vragen na de vergadering gesteld kunnen worden, zodat die schriftelijk beantwoord kunnen worden. De Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH stelt het beknopt verslag van haar vergadering van 4 april 2015 vast. 3 Rol en positie Adviescommissie Vervoersautoriteit De voorzitter blikt terug op vergadering van 8 april jl. Daarin heeft de commissie meermaals aangegeven nader te willen spreken over haar de rol en positie in het besluitvormingsproces van de MRDH/Va. Hierover is nader gesproken met de voorzitters en plv. voorzitters van de Adviescommissies Va en Economisch Vestigingsklimaat (EV) en de directeuren van de Va en EV. De voorzitter geeft door middel van een presentatie een korte toelichting. Het is belangrijk dat de commissie naast haar formele rol ook informeel vroegtijdig betrokken wordt bij strategische onderwerpen, zodat er informatie-uitwisseling en kennisdeling kan plaatsvinden. Ook is het belangrijk dat de commissie zich richt op regionale thema’s/issues. De sheets zijn bij dit verslag gevoegd en na de vergadering aan de leden verstuurd. De heer Guernaoui (Den Haag) geeft aan dat wat hem betreft ook de formele kant uitgewerkt moet worden, de procedures, zodat ook de gemeenteraden beter zicht hebben op het functioneren van deze commissie. De heer Rogier (Den Haag) is positief over het voorstel om op locatie te vergaderen. Hierbij moet echter wel rekening gehouden worden met het openbare karakter van de vergadering. De voorzitter geeft aan hier rekening mee te zullen houden. De heer Knevel (Wassenaar) geeft aan dat de voorzitter terecht aangeeft dat in de Adviescommissie geen verantwoordingsdebat wordt gevoerd, maar waar dan wel? De heer Benschop geeft aan dat binnen de MRDH verantwoording aan het algemeen bestuur wordt afgelegd. Daarnaast legt iedere bestuurder binnen de MRDH verantwoording af zijn/haar college en gemeenteraad. De voorzitter vult aan dat formeel de Adviescommissie adviseert op besluiten m.b.t. de zienswijzeprocedure, adviseert op verzoek van de bestuurscommissie en ongevraagd kan adviseren. De wens is om ook meer aan ‘de voorkant’ mee te praten en meer informatie uit te wisselen. Informele kennisdeling draagt hier aan bij.
Pagina 2 van 7
De heer Van den Heuij (Pijnacker-Nootdorp) stelt dat het goed is dat de commissie eerder betrokken gaat worden bij de strategische discussie, denk aan de Strategische Bereikbaarheidsagenda (SBA). Op deze manier kunnen de commissieleden ook meer informatie terugkoppelen aan de raad en wordt de betrokkenheid van de raden versterkt. De heer Knevel (Wassenaar) merkt op dat het op tijd adviseren op strategische zaken moeilijk kan zijn voor de commissie. De voorzitter geeft aan dat het vooral gaat om (informele) informatie uitwisseling en het delen van kennis, bijvoorbeeld over de ontwikkelingen rond Rotterdam The Hague Airport en langere termijnperspectieven op de regio. De heer Heijboer (Brielle) ziet graag dat er wel ruimte gelaten wordt om zeer belangrijke lokale onderwerpen te bespreken. De voorzitter zegt dat het moeilijk is om als gehele commissie hierover te spreken en een advies uit te brengen, omdat de informatie vaak te beperkt is. De commissie zou zich moeten richten op regionale vraagstukken en thema’s. De heer Schotel (Zoetermeer) ziet graag de mogelijkheid dat er plv. leden worden benoemd. Ook merkt hij op dat er minderheidsstandpunten ingenomen kunnen worden. De heer Rogier (Den Haag) ziet graag dat het reglement van orde voorziet in een inspreekrecht voor belangenverenigingen. Deze wens is reeds kenbaar gemaakt in de eerste vergadering van de commissie op 2 februari 2015. De voorzitter zal het algemeen bestuur middels een notitie verzoeken de genoemde punten op te nemen in het reglement van orde van de commissie. De komende tijd zal worden ingezet op het invullen van zowel de formele besluitvorming als de informele zaken om kennis te delen en informatie uit te wisselen om betrokkenheid te vergroten. Belangrijk is hierbij te focussen op regionale vraagstukken en de regionale aspecten van vraagstukken. 4 Toelichting Ontwerp Programma’s van Eisen Concessies Rail 2016 De heer Bavelaar, directeur Openbaar Vervoer, licht door middel van een presentatie het proces van de concessieverlening en de hoofdpunten uit de Ontwerp Programma’s van Eisen (PvE) van de Concessies Rail Haaglanden en Rail Rotterdam toe. In december 2016 eindigen beide concessies Rail, die respectievelijk RET en HTM het recht geven om het tram- en metrovervoer uit te voeren. Ter voorbereiding op de daaropvolgende concessie wordt voor iedere concessie een Ontwerp-PvE opgesteld. Beide PvE’s zijn grotendeels gelijk, er is wel een ‘couleur locale’ aangebracht (Rotterdam kent bijvoorbeeld een metronetwerk). De Bestuurscommissie Va heeft op 17 juni 2015 het Ontwerp-PvE vastgesteld en de zienswijzeprocedure gestart. De PvE’s worden o.a. aangeboden aan de gemeenteraden. De commissie behandelt op 21 september 2015 het Ontwerp-PvE en brengt advies uit aan de Bestuurscommissie Va. De sheets zijn bij dit verslag gevoegd. De heer Van den Heuij (Pijnacker-Nootdorp) vraagt of eisen zijn opgenomen over de samenwerking tussen RET en HTM, bijvoorbeeld dat de bedrijven moeten bijdragen aan het versterken van de agglomeratiekracht in de regio. De heer Bavelaar antwoordt dat dit niet het geval is. De MRDH is opdrachtgever en gaat niet over de structuur van de vervoerbedrijven. De heer Guernaoui (Den Haag) vindt het wel belangrijk dat er synergie moet optreden tussen de netwerken en beide vervoersbedrijven nu er één regio is.
Pagina 3 van 7
De voorzitter meldt dat op dit moment alleen het proces toegelicht wordt. Inhoudelijke behandeling volgt op 21 september. Uiteraard neemt de MRDH nu vast kennis van de gemaakte opmerkingen. De heer Blonk (Lansingerland) vraagt hoe wordt omgegaan met beheer en onderhoud van de infrastructuur. De heer Bavelaar merkt op dat hier geen verhouding ontstaat zoals die tussen NS en ProRail. Er is een financiële paragraaf waarin o.a. KPI’s (kritieke prestatie indicator) zijn vastgelegd en een bonus-malussysteem. Ook zijn daar eisen in opgenomen over de beschikbaarheid van het systeem. De heer Rogier (Den Haag) vraagt of er een koppeling is met de SBA en of er ambities in het PvE zijn opgenomen. De heer Bavelaar geeft aan dat er niet specifieke ambities genoemd zijn. Vervoerders kennen de ambities uiteraard wel. Het PvE gaat vooral in op waar minimaal aan voldaan moet worden, maar ook op wat de vervoerbedrijven zelf kunnen toevoegen. Het PvE laat ook ruimte voor veranderingen in de markt. De heer Van Rossum (Westland) vraagt of er een alternatief is als inbesteding niet lukt. De heer Bavelaar geeft aan dat het proces dat nu doorlopen wordt (inbesteding) wetmatig is indien er een marktconform bod komt van de vervoerder. Zo niet, moet er worden aanbesteed. Dit kan. De huidige concessie zal dan wel met één à twee jaar verlengd moeten worden. De heer Van Vliet (Delft) merkt op dat zeggenschap en opdrachtgeverschap op gespannen voet kunnen staan. De heer Bavelaar verklaart dat zeggenschap wettelijk vereist is om te kunnen inbesteden. Het idee is nu om dit vorm te geven met een gouden aandeel plus het benoemen van besluiten waarbij de MRDH een vetorecht heeft (dus moet instemmen). Het adagium is een minimaal eigenaarschap met de benodigde zeggenschap (dus gouden aandeel). Dit punt is vooral lastig omdat er weinig tot geen jurisprudentie is op dit vlak. De heer Guernaoui (Den Haag) vraagt of hij goed begrepen heeft dat er dus veranderingen optreden in het eigenaarschap van de vervoersbedrijven en als dat het geval is, moeten de HTM, RET, MRDH en de twee gemeenten hier goed bij betrokken worden. De heer Benschop antwoordt dat het gaat om een minimale ingreep. Dit is nodig om te voldoen aan de Europese richtlijnen. Er wordt uiteraard goed overlegd met de vervoerbedrijven en de steden. De heer Liqui Lung (Zoetermeer) vraagt of het PvE parallel aan zowel de commissie als de raden wordt gestuurd. De voorzitter antwoordt dat dit het geval is. Het is goed om hier als commissie vooral te kijken naar het regionale belang zodat het in de commissie geen herhaling van zetten wordt van wat er in de raden besproken is. De heer ’t Hart (Maassluis) vraagt hoe de transitie van de Hoekse Lijn van NS naar RET is geregeld. Eric Bavelaar meldt dat de Hoekse Lijn nu geen onderdeel van het PvE, maar dat die er later wordt ‘ingeschoven’. Zodra de NS stopt met rijden, valt het vervoer, dus ook het vervangend vervoer, onder de MRDH. De Adviescommissie heeft kennis genomen van de toelichting op de Ontwerp Programma’s van Eisen Concessies Rail 2016.
Pagina 4 van 7
5 Toelichting proces en opgaven Strategische Bereikbaarheidsagenda De heer Bouman, projectleider Strategische Bereikbaarheidsagenda (SBA) geeft een toelichting op de opgaven en het proces om tot verdere uitwerking van de SBA te komen. De zienswijzeprocedure is voorzien in het eerste kwartaal van 2016. In een eerder stadium zal met de commissie gesproken worden over de inhoudelijke accenten. De sheets zijn bij dit verslag gevoegd. De heer Van den Heuij (Pijnacker-Nootdorp) vraagt hoe de genoemde opgaven te koppelen aan de constatering dat de regio het minder goed doet dan andere regio’s en hoe verkeer en vervoer kan bijdragen aan het versterken van de regio. De heer Bouman geeft aan dat dit nu precies de zoektocht is. Wat zijn de oorzaken dat deze regio minder presteert dan anderen en welke positie neemt verkeer en vervoer in? Mevrouw Roggeveen (Westvoorne) vraagt of er ook met andere vervoerders gesproken wordt, bijvoorbeeld de taxibranche. De heer Bouman geeft aan dat de onderkant van de OV-markt een onderwerp is waarbij ook gekeken wordt naar de taxibranche. De heer Guernaoui (Den Haag) vraagt wanneer de uitwerking resulteert in een plan van aanpak. De heer Bouman licht toe dat de SBA een programmadocument is. Mevrouw Huijsmans (Delft) vraagt hoe ingespeeld wordt op trends, bijvoorbeeld maatwerk in het OV en hoe wordt omgegaan met verschillende schaalniveaus van vraagstukken. Als voorbeeld wordt gegeven de haven en het achterland en ‘the first and last mile’ in het openbaar vervoer. Roel Bouman geeft aan dat verschillende vraagstukken nu eenmaal een verschillend schaalniveau hebben. Dat is een gegeven. De last mile is een belangrijk thema. Hier is behoefte aan bij gemeenten. Denk bijvoorbeeld aan Rotterdam The Hague Airport. Willem Benschop vult aan dat de MRDH bijvoorbeeld ook deelneemt aan de Landelijke OV- en spoortafel, een tafel die wordt georganiseerd door het ministerie van IenM die o.a. als doel heeft de regionale netwerken te integreren in het landelijke. Ook het MIRT-onderzoek Internationale Connectiviteit zet deze regio neer in het grotere geheel. Mevrouw Hagenaars (Rijswijk) vraagt wanneer meer duidelijkheid komt over het hanteren van het begrip agglomeratiekracht. De heer Bouman werpt de vraag op of het wel logisch is dat er één definitie wordt gehanteerd voor de gehele regio. De vraag is hoe je gegevens en situaties interpreteert. Als voorbeeld geeft hij het criterium van 45 minuten reistijd. Is het logisch dat dat criterium toe te passen op bijvoorbeeld de bereikbaarheid van de internationale zone in Den Haag vanuit Hellevoetsluis? De heer Van Zaalen (Albrandswaard) vraagt waarom het OV het in de meeste gevallen aflegt tegen de auto. De heer Bouman geeft aan dat het hem zit in de kwaliteitseisen. Een reis met het OV duurt nu eenmaal vaak langer dan dezelfde reis met de auto. De heer Van Loef (Capelle aan den IJssel) vraag hoe wordt omgegaan met transport vanuit de haven. Dit is een ‘economische kurk’, maar de MRDH legt zelf bijvoorbeeld geen spoor aan. De heer Bouman licht toe dat goederenvervoer terugkomt in de SBA, maar dat ook hier goed gekeken moet worden wat de MRDH wil en hoe we dat kunnen bereiken. De MRDH heeft geen directe bevoegdheden op dit punt, maar in de SBA wordt op dit punt de nadruk gelegd op de betrouwbaarheid van het netwerk.
Pagina 5 van 7
De heer Van Rossum (Westland) vindt het belangrijk dat de SBA zich vooral concentreert op zaken die beter in gezamenlijkheid opgepakt kunnen worden dan door iedere gemeente afzonderlijk. Gevraagd wordt welke horizon de SBA hanteert. De heer Bouman geeft aan dat de middelen van het Rijk tot 2028 vast staan. De SBA kijkt door tot en met ±2030. De Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH heeft kennis genomen van de toelichting op het proces en opgaven van de Strategische Bereikbaarheidsagenda. Dit najaar zal de commissie de inhoudelijke aspecten van de uitwerking bespreken. 6 Inpassing en participatie A13/A16 Dit agendapunt is op verzoek van de commissieleden van Lansingerland, de heer Blonk en mevrouw Tabben, ingebracht. De heer Blonk (Lansingerland) licht zijn ingebrachte bespreektekst toe. De heer ’t Hart (Maassluis) vraagt wat precies bedoeld wordt met ‘onderzoeken’ in het voorgestelde besluit. De heer Blonk (Lansingerland) licht toe dat het gaat om de voorzitter van de Bestuurscommissie Va en het dagelijks bestuur aan de minister van IenM te vragen om meer geld beschikbaar te stellen voor een betere inpassing van de A13/A16. Het woord onderzoeken zal worden vervangen door het woord vragen. De heer Van den Heuij (Pijnacker-Nootdorp) zegt het verzoek van de Blonk te begrijpen, maar vindt het moeilijk in te schatten is wat dit verzoek betekent voor het proces. Mevrouw Hagenaars (Rijswijk) dankt de heer Blonk voor zijn toelichting en steunt het verzoek. Een goede inpassing is belangrijk, zie de slechte inpassing van de Beatrixlaan in Rijswijk. De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem akkoord is met het verzoek van de heer Blonk. De Adviescommissie Vervoersautoriteit MRDH vraagt het dagelijks bestuur van de MRDH en de voorzitter van de Bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH in overleg met de minister van Infrastructuur en Milieu het Rijk extra geld beschikbaar te laten stellen voor een betere inpassing van de aan te leggen rijksweg A13/A16. 7 Rondvraag en sluiting Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. De voorzitter sluit onder dankzegging de vergadering. Actiepuntenlijst Nr.
Onderwerp en actie
Datum toezegging
Planning gereed
AC15.06 AC15.09
Procedurevoorstel vervoerplannen 2017 en verder. Verder inhoudelijk bespreken Strategische Bereikbaarheidsagenda
08.04.2015 17.06.2015
21.09.2015 Q3/4 2015
Pagina 6 van 7
Vooruitblik Voor de komende periode is voorzien dat de volgende onderwerpen door de ACVa behandeld worden. Onderwerp Begroting 2016 Procedurevoorstel vervoerplannen 2017 en verder Ontwerp Programma van Eisen Concessies Rail Ontwerp Concessiebesluit Hoekse Lijn Investeringsagenda MRDH Inhoudelijke accenten SBA Werkplan Zienswijzeplichtige begrotingswijziging 2016 Begroting 2017, incl. Investeringsprogramma 2017 Strategische agenda (SBA) Conceptjaarrekening 2015 Bestuursrapportage Zienswijzeplichtige begrotingswijziging 2017 Uitgangspunten/kadernota Openbaar Vervoer Evt. (technische) wijziging n.a.v. veegactie Concessie Bus Haaglanden Stad (HTMBuzz, eindigt 07.12.2019) Concessie Bus Haaglanden Streek (Veolia, eindigt 26.08.2017) Concessie Bus Rotterdam (RET, eindigt 07.12.2019) Concessie Bus Voorne-Putten – Rozenburg (10.12.2018) Concessie Park Shuttle Rivium (dec 2016, evt. verlengen)
Wanneer 08.04.2015 21.09.2015 21.09.2015 21.09.2015 Q3/4 2015 Q3/4 2015 Q4 2015 Q4 2015 Q2 2016 Q1 2016 Q2 2016 Q2/Q4 2016 Q3/Q4 2016 2016 n.t.b. Q2 2018 Q1 2016 Q2 2018 Q2 2017 n.t.b.
Pagina 7 van 7