Vereenvoudigd prospectus Subfonds Euro & Emerging Equity I van de openbare zelfbeheerde BEVEK naar Belgisch recht met meerdere subfondsen en die gekozen heeft voor beleggingen die niet vallen onder richtlijn 85/611/EEG CRELAN INVEST
Dit subfonds heeft een vrijstelling verkregen, waardoor het 100% van zijn activa kan beleggen in effecten en geldmarktinstrumenten uitgegeven door staten uit de eurozone met een rating van minimaal A- (Standard & Poor's) of een vergelijkbare rating. Informatie over de bevek 1. Benaming: CRELAN INVEST 2. Oprichtingsdatum: 12/10/2011 3. Looptijd: Onbeperkt 4. Lidstaat waar de bevek haar statutaire zetel heeft: België 5. Statuut: Een bevek naar Belgisch recht met meerdere subfondsen die gekozen heeft voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 85/611/EEG en voor wat betreft bepaalde aspecten van haar werkwijze en haar beleggingen valt onder de Belgische wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles (de "wet"). 6. Beheertype: Een bevek met zelfbestuur (via haar raad van bestuur, onder voorbehoud van de hieronder genoemde uitbestede taken). 7. Uitbesteding van de administratie: De administratie van de bevek en al haar subfondsen, in de zin van artikel 3, 9°, b) van de Wet, is uitbesteed aan: CACEIS Belgium nv, beursmakelaar, Havenlaan 86C bus 320, 1000 Brussel (hierna "CACEIS Belgium"). 8. Uitbesteding van het beheer van de beleggingsportefeuille: Het beheer van de beleggingsportefeuille van de bevek en al haar subfondsen, in de zin van artikel 2, 9°, a) van de Wet, is uitbesteed aan:
1 27/03/2012
Amundi Investment Solutions, 91-93, boulevard Pasteur - F-75015 Paris – Frankrijk (hierna te noemen"Amundi IS ") 9. Financiële dienst: De financiële dienstverlening van de bevek en al haar subfondsen wordt verzorgd door: CACEIS Belgium NV, beursmakelaar, Havenlaan 86C bus 320, 1000 Brussel. 10. Distributeurs(hierna "distributeurs"): Landbouwkrediet N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel, en CenteaNV, Mechelsesteenweg 180 - 2018 Antwerpen. 11. Bewaarder: Landbouwkrediet N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel. 12. Accountant: Deloitte bedrijfsresivoren BV o.v.v.e CVBA, vertegenwoordigd door de heer Bernard De Meulemeester, accountant, Berkenlaan 8b, B-1831 Diegem. 13. Promotor: Landbouwkrediet N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel. 14. Belastingstelsel: Beleggers worden erop gewezen dat de volgende informatie slechts een algemeen overzicht is van het toepasselijke belastingstelsel naar de huidige status van de regelgeving en dat deze informatie aan wijzigingen onderhevig is. Over het algemeen wordt beleggers aangeraden zich te wenden tot hun financieel adviseur of hun vaste relatiebeheerder om na te gaan welke fiscale regels in hun specifieke omstandigheden van toepassing zijn. •
Wat de bevek betreft: - een jaarlijkse belasting van 0,08%, geheven over de per 31 december van het voorgaande jaar in België belegde nettobedragen; - mogelijkheid van verrekening en, in voorkomend geval, van verhaal van bronheffingen op Belgische dividenden en op bepaalde buitenlandse inkomsten die door de bevek zijn geïnd (voor zover toegestaan door de overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing, die eventueel van toepassing zijn).
•
Wat de belegger betreft (natuurlijk persoon die ingezetene is van België): - in principe geen belasting op de meerwaarden. Of belasting wordt geheven op inkomsten en kapitaalwinsten van een belegger is afhankelijk van de wetgeving die in zijn specifieke situatie van toepassing is in het land van belastinginning. In geval van twijfel over het toepasselijke belastingstelsel is het aan de belegger om, alvorens over te gaan tot een belegging, zich persoonlijk te informeren bij deskundigen of competente adviseurs om vast te stellen welke fiscale regels in zijn specifieke situatie van toepassing zijn.
Europese belastingheffing op inkomsten uit spaargelden: De inkomsten van de bevek zijn niet onderworpen aan de Europese belastingheffing op spaargelden die in België van kracht is, conform de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het 2 27/03/2012
Belgisch recht van richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van de Wet op de Inkomstenbelastingen van 1992 inzake de roerende voorheffing. Belastingheffing op inkomsten inbegrepen in de inkoopbedragen of in de bij verdeling van het maatschappelijk vermogen ontvangen bedragen: Inkomsten inbegrepen in de inkoopbedragen of in de bij de verdeling van het maatschappelijk vermogen van de BEVEK ontvangen bedragen zijn niet onderworpen aan de belastingheffing die is ingesteld door artikel 19bis van de thans geldende Wet op de Inkomstenbelastingen van 1992. 15. Bijkomende informatie: 15.1
Informatiebronnen: Vóór of na inschrijving op deelbewijzen kunnen het prospectus, de statuten en de (half)jaarverslagen, alsmede volledige informatie over de eventuele andere subfondsen van de bevek, kosteloos worden verkregen bij CACEIS Belgium of bij de distributeurs. De volgende documenten en gegevens kunnen worden geraadpleegd op de websites www.centea.be, en www.credit-agricole.be: het vereenvoudigde prospectus, het laatst verschenen jaar- of halfjaarverslag.
15.2
Bevoegde autoriteit: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresweg 12-14, 1000 Brussel. Dit vereenvoudigde prospectus is gepubliceerd na goedkeuring door de FSMA, in overeenstemming met artikel 53, §1 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de geschiktheid en de kwaliteit van het aanbod, noch van de situatie van degene die dit verwezenlijkt.
15.3
Contactpunt Aanvullende informatie over de BEVEK en haar subfondsen kan zo nodig worden verkregen bij de afdeling Info en Advies van de distributeurs: 03 247 18 00 (maandag t/m vrijdag, van 8u30 tot 17u00).
15.4
Verantwoordelijke voor de inhoud van het prospectus en van het vereenvoudigde prospectus: De Raad van Bestuur van de bevek. Naar beste weten van de Raad van Bestuur van de bevek stemmen de gegevens in het prospectus en in het vereenvoudigde prospectus overeen met de werkelijkheid en bevatten zij geen omissies die de strekking ervan wijzigen.
3 27/03/2012
Informatie over het subfonds Euro & Emerging Equity I 1. Presentatie 1.1.
Benaming: Euro & Emerging Equity I
1.2.
Oprichtingsdatum: 27/03/2012 (opengesteld voor verkoop vanaf 02/04/2012)
1.3.
Looptijd: beperkte looptijd tot en met 31/10/2019
1.4
Beursnotering: niet van toepassing.
2. Informatie over de beleggingen 2.1.
Doelstellingen van het subfonds
2.1.1.
Beschrijving van de doelstelling van het subfonds
De doelstelling van het subfonds is beleggers die hebben ingeschreven tijdens de Periode van Eerste Inschrijving, zoals gedefinieerd onder punt 4.3, in staat te stellen om aan het eind van de op 31/10/2019 vastgestelde initiële beleggingshorizon (hierna de “einddatum”) te profiteren van: - terugbetalingop de einddatum van de initiële inschrijvingskoers per aandeel (exclusief kosten en belastingen), ofwel EUR 1.000 per aandeel. Deze doelstelling van kapitaalbescherming wordt gewaarborgd door de instelling van een financieel mechanisme, dat wordt toegelicht onder punt 2.1.2 Kapitaalbescherming. Deze doelstelling van kapitaalbescherming geldt echter niet voor een aandeelhouder die zijn aandelen vóór de Einddatum verkoopt (uitstap tegen marktvoorwaarden, met het risico van een niet meetbaar kapitaalverlies) en houdt geen door een derde gegeven formele garantie in, voor het subfonds noch voor zijn aandeelhouders. - een potentieel rendement dat wordt gegenereerd door middel van beleggingen in swaps (ruilcontracten). De verschillende soorten swaps waarin het subfonds mag beleggen, worden toegelicht onder punt 2.2.5 Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten. Om het potentiële rendement te kunnen behalen, sluit het subfonds swaps af met één of meerdere tegenpartij(en) in de markt. Gedurende de looptijd van de belegging staat het subfonds een deel van de toekomstige opbrengsten uit zijn beleggingen af aan deze tegenpartij(en). In ruil daarvoor verbindt/verbinden de tegenpartij(en) zich een potentieel rendement te bieden, zoals beschreven onder punt 2.2.4 Vastgestelde strategie. 2.1.2.
Kapitaalbescherming
Het subfonds kent een doelstelling voor kapitaalbescherming voor het bedrag van de initiële inschrijvingskoers (exclusief kosten en belastingen) per aandeel, zijnde EUR 1.000 per aandeel. Hoewel de verwezenlijking van deze doelstelling de eerste zorg is van het subfonds, houdt deze geen onvoorwaardelijke verbintenis tot garantie van het kapitaal in, omdat noch aan het subfonds, noch aan de aandeelhouders enige formele garantie is gegeven door een derde. De toegepaste beleggingstechniek zou echter wel kapitaalbescherming tot gevolg moeten hebben, behalve in geval van een negatieve ontwikkeling van het kredietrisico of wanbetaling van een emittent of een tegenpartij. In zo’n geval wordt de doelstelling van het subfonds wellicht niet gerealiseerd, met als gevolg een mogelijk kapitaalverlies voor de belegger op de einddatum. De Netto Inventariswaarde (NIW) kan in de loop der tijd variëren, als gevolg van een negatieve ontwikkeling van het kredietrisico, die tot uitdrukking kan komen in een wijziging van de rating van de beleggingen.
4 27/03/2012
In het geval van verslechtering van het kredietrisico, en teneinde het risico van wanbetaling van een emittent of een tegenpartij te beperken, kunnen deze beleggingen worden vervangen door instrumenten met een beter kredietrisico. Het financiële mechanisme dat bedoeld is om de kapitaalbescherming op de einddatum te waarborgen, houdt in dat alle inschrijvingen worden belegd in obligaties en andere schuldbewijzen, mandjes aandelen, deposito's, reverse repo's en/of liquide middelen. Deze beleggingen hebben mogelijk verschillende looptijden en andere data voor couponbetalingen of dividenduitkeringen. Zij worden afgestemd op de einddata van de verbintenissen van het subfonds door middel van de swaps beschreven onder punt 2.2.5 Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten. Deze kapitaalbescherming geldt niet voor een belegger die zijn aandelen vóór de genoemde Einddatum verkoopt (uitstap tegen marktvoorwaarden, met het risico van een niet meetbaar kapitaalverlies) of die de belegger koopt na de Periode van Eerste Inschrijving. 2.2.
Beleggingsbeleid van het subfonds
2.2.1.
Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te bereiken, kunnen de beleggingen van het subfonds bestaan uit rechtstreeks aangehouden verhandelbare effecten (met name obligaties en andere in aanmerking komende schuldinstrumenten, zoals nader omschreven in paragraaf 2.2.2. hieronder), geldmarktinstrumenten, deelbewijzen in een instelling voor collectieve belegging in obligaties of geldmarktinstrumenten die rechtstreeks aangehouden en beheerd worden door Amundi of een andere beheermaatschappij, uit reverse repo's, deposito's, mandjes aandelen, derivaten (beursgenoteerde futures, renteswaps, performanceswaps, aandelenswaps) en/of liquide middelen. In het algemeen kan het subfonds beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging ("het Koninklijk Besluit"). Het subfonds zal een of meer swaps afsluiten waardoor het op de Einddatum een bedrag kan verkrijgen waarmee het de doelstelling van het subfonds kan verwezenlijken. De beleggingslimieten en -beperkingen van het Koninklijk Besluit dienen te allen tijde in acht te worden genomen. Het subfonds heeft echter een vrijstelling gekregen binnen de limieten en voorwaarden van artikel 51 van het Koninklijk Besluit. Daardoor kan tot 100% van het fondsvermogen worden belegd in verschillende emissies van effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), door overheidsinstellingen op het grondgebied van de EER, door een niet-lidstaat van de EER of door internationale instellingen met een publiek karakter waarvan een of meerdere lidstaten van de EER deel uitmaken.Het subfonds mag meer dan 35% van het vermogen beleggen in effecten die zijn uitgegeven door staten van de eurozone en minimaal een rating A- hebben. Dit is de rating die is toegekend door Standard & Poor's. Het kan ook de daarmee vergelijkbare rating zijn van de kredietbeoordelaars Moody's of Fitch. In dit kader dient het subfonds ten minste zes verschillende emissies aan te houden, waarbij effecten en geldmarktinstrumenten die behoren tot één en dezelfde emissie niet meer dan 30% van het totale fondsvermogen mogen uitmaken. De volatiliteit van de netto-inventariswaarde van het subfonds kan hoog zijn door de blootstelling van de portefeuille aan rentevoeten en aan derivaten waarvan de ontwikkeling gekoppeld is aan de aandelenmarkten en aan marktparameters zoals de volatiliteit. 2.2.2.
Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen.
De beleggingen in obligaties en schuldbewijzen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: - Type emittent: obligaties uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de OESO, bedrijfsobligaties of obligaties van overheidsbedrijven, al dan niet gegarandeerd, maar niet achtergesteld, schuldbewijzen als EMTN (Euro Medium Term Note) / BMTN (Bon à Moyen Terme Négociable) uitgegeven door eersterangs banken die zijn onderworpen aan een toezichthouder en gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. 5 27/03/2012
- Minimumrating: de hierna genoemde ratings zijn de ratings die zijn toegekend door Standard & Poor’s. Het kunnen ook daarmee vergelijkbare ratings van de kredietbeoordelaars Moody’s of Fitch zijn. De minimumrating voor alle hierboven beschreven en gedurende de looptijd van het subfonds in aanmerking komende instrumenten, is investment grade (rating ≥ BBB-). Een uitleg van de wijze waarop de ratings van Standard & Poor’s worden toegekend, is te vinden op de volgende links: • •
http://www.understandingratings.com http://www.standardandpoors.com/ratings/definitions-and-faqs/en/eu
- Looptijd: alle looptijden worden in aanmerking genomen bij de selectie van obligaties en andere schuldbewijzen. 2.2.3.
Kenmerken van reverse repo's
Een reverse-repotransactie is een transactie waarbij het subfonds en een tegenpartij in de markt gelijktijdig overeenstemming bereiken over twee transacties: een contante aankoop van effecten, gevolgd door een wederverkoop op termijn. De prijs van de wederverkoop is gelijk aan de initiële aankoopprijs, gekapitaliseerd tegen een vaste of variabele rente. De reverse repo kan te allen tijde worden opgevraagd om de nominale waarde ervan te verminderen, er een obligatie voor in de plaats te stellen of de weging van de effecten te wijzigen, teneinde de waarde van de portefeuille in de buurt te brengen van de nominale waarde van de reverse repo. Effecten die in aanmerking komen voor een reverse repotransactie zijn obligaties en gekwalificeerde schuldbewijzen waarvan de kenmerken zijn beschreven in de voorgaande paragraaf. Het kunnen vast- of variabelrentende obligaties zijn, al dan niet met uitbetaling van coupons (in dat geval wordt de coupon terugbetaald aan de tegenpartij van de reverse repo). De effecten in een reverse repotransactie kunnen ook luiden in een andere valuta dan de euro (USD, CAD, GBP, JPY).
2.2.4.
Kenmerken van aandelenmandjes
Het subfonds kan beleggen in een mandje aandelen en tegelijkertijd met een tegenpartij een aandelenswap afsluiten om het rendement en het dividend van de korf aandelen om te zetten in een variabele rente. Het subfonds loopt geen rendementsrisico op dit mandje aandelen.
2.2.5.
Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten
De hierna beschreven swaps worden met (een) tegenpartij(en) afgesloten binnen de door de Wet en het Koninklijk Besluit gestelde limieten. Gebruik van transacties in afgeleide financiële instrumenten brengt een extra risico met zich mee, dat verband houdt met het risico van wanbetaling door de tegenpartij van de swaps. Dit risico is beperkt tot de marktwaarde van deze swaps. i. Om een potentieel rendement te bereiken, sluit het subfonds performanceswaps af. In het kader van deze performanceswaps staat het subfonds een deel van de toekomstige opbrengsten uit de beleggingen die het doet met het oog op de kapitaalbescherming, af aan deze tegenpartij(en) gedurende de looptijd van het subfonds. In ruil daarvoor verbindt/verbinden de tegenpartij(en) zich het potentieel rendement te bieden, zoals beschreven onder punt 2.2.6.Vastgestelde strategie. Performanceswaps zijn onmisbaar voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen van het subfonds, omdat door middel van deze financiële instrumenten de doelstelling van het behalen van een potentieel rendement kan worden gerealiseerd. Concurrentie tussen de tegenpartijen: alvorens performanceswaps aan te gaan, organiseert het subfonds een competitie tussen ten minste drie tegenpartijen via een reeks vragen op een uniform
6 27/03/2012
document, dat gelijktijdig naar de verschillende ondervraagde tegenpartijen wordt gestuurd. De uiteindelijke antwoorden van de tegenpartijen worden steeds per post bevestigd. Bij gelijke prestaties wordt de transactie uitgevoerd met de gunstigste bieder, tenzij op grond van verbintenislimieten met meerdere tegenpartijen moet worden gewerkt. ii. Indien nodig sluit het subfonds renteswaps af: a. om de looptijden van de verbintenissen van het subfonds te laten samenvallen met die van de geldstromen voortvloeiend uit deposito's, obligaties en andere schuldinstrumenten als beschreven onder 2.2.2 Kenmerken van obligaties en schuldbewijzen. Deze renteswaps zijn onmisbaar voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstelling van het subfonds, omdat er onvoldoende obligaties en andere schuldinstrumenten op de markt zijn waarvan de coupons en vervaldata exact samenvallen met de vervaldata van de verbintenissen van het subfonds. b. om de dalingen van de netto-inventariswaarde als gevolg van eventuele rentestijgingen gedurende de looptijd van het subfonds te beperken. Renteswaps dienen ter afdekking van het renterisico. iii. Het subfonds kan eveneens aandelenswaps afsluiten om het rendement en het dividend van een mandje aandelen om te zetten in een variabele rente. 2.2.6.
Vastgestelde strategie
Beschrijving van de beheerdoelstelling: Het subfonds beoogt beleggers die gedurende de periode van eerste inschrijving hebben ingeschreven over een termijn van 7 jaar en 6 maanden op 31 oktober 2019 te laten profiteren van: - terugbetalingop de einddatum van de initiële inschrijvingskoers per aandeel (exclusief kosten en belastingen), ofwel EUR 1.000 per aandeel. - een potentieelrendement gelijk aan het in aanmerking genomen rendement van een mandje indices en fondsen (de "onderliggende waarden") dat is blootgesteld aan de aandelenmarkten van de eurozone en de opkomende landen. Dit rendement bedraagt maximaal 50% en wordt omschreven als het "in aanmerking genomen rendement". Als de performance echter negatief is, is het rendement gelijk aan 0. De korf onderliggende waarden (het "mandje") bestaat voor 85% uit aandelen uit de eurozone en voor 15% uit aandelen uit de opkomende landen. De weging van de verschillende onderliggende waarden van de korf staan hieronder vermeld, onder het kopje "Weging van de onderliggende waarde".
Onderliggende waarden
EURO STOXX Select Dividend 30 Index Hang Seng China Enterprises Index iShares MSCI Brazil Fund Russian
Type
Bloomberg Code
Regio
Weging per regio
Weging van de onderliggende waarde (hierna "Weging Onderliggende Waarde")
Index
SD3E Index
Euro
85%
85%
1
3,75%
2
3,75%
3
3,75%
4
Index ETF* Index
HSCEI Index IBZL NA Index RDX Index
Opkomende landen
15%
Nummering (hierna "j")
7 27/03/2012
Depositary Index Istanbul Stock Exchange 30 Index
XU030 Index
Index
3,75%
5
*Exchange Traded Fund Berekeningswijze voor het "in aanmerking genomen rendement": Het aanvangsniveau van iedere onderliggende waarde j in de korf is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de slotkoersen van de onderliggende waarde op de volgende drie data: 8 mei 2012, 9 mei 2012 en 10 mei 2012 of, wanneer de markten een storing ondervinden of gesloten zijn of de onderliggende waarde op een bepaalde dag niet berekend of gepubliceerd kon worden, de eerstvolgende beurswerkdag (hierna "beursdag") voor iedere onderliggende waarde. Voor elk van de 5 onderliggende waarden wordt respectievelijk het volgende genoteerd: onderliggende waarde , j=1 tot 5. Voor alle 12 maanden voorafgaand aan de vervaldatum van het subfonds worden de slotkoersen van elke onderliggende waarde j in de korf genoteerd (de "vaststellingen"), steeds op een bepaalde datum van de maand (de "vaststellingsdata"), namelijk: 15 november 2018; 14 december 2018; 15 januari 2019; 15 februari 2019; 15 maart 2019; 15 april 2019; 15 mei 2019; 14 juni 2019; 15 juli 2019; 14 augustus 2019; 13 september 2019; 15 oktober 2019 of, wanneer de markten een storing ondervinden of gesloten zijn of de onderliggende waarde op een bepaalde dag niet berekend of gepubliceerd kon worden, de eerstvolgende beurswerkdag (hierna "beursdag") voor iedere onderliggende waarde. Deze
12 vaststellingen worden voor elke onderliggende waarde als volgt genoteerd onderliggende waarde , i=1 tot 12. Berekening van het "in aanmerking genomen rendement": Op elke vaststellingsdatum wordt van elke onderliggende waarde het rendement vanaf het begin j berekend. Het “Rend Onderliggende Waarde ” van elke onderliggende waardeis gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van de twaalf aldus verkregen rendementen. Het rendement kan op elk van deze vaststellingsdata maximaal 50% bedragen. Rend Onderliggende Waarde =
,-
1 !"#$%&"# '(($"# × 50%; − 1*+
12 !"#$%&"# '(($"# ./,
Het rendement van de formule ligt dan ook tussen 0% en 50% en bedraagt op jaarbasis dus maximaal 5.56% vóór kosten en belastingen (rendement op jaarbasis over de periode van 30 april 2012 tot en met 31 oktober 2019). Het “in aanmerking genomen rendement” ligt tussen 0 en maximaal het RendOnderliggende Waarde volgens de Weging Onderliggende Waarde. In aanmerking genomen rendement 7
= Max 60; '#&& !"#$%&"#'(($"# × Rend Onderliggende Waarde 8 /,
Met dien verstande dat: De berekening van de eind-NIW wordt afgerond op twee decimalen. De eind-NIW wordt gedefinieerd als de op 31/10/2019 vastgestelde netto-inventariswaarde. De overige berekeningen in verband met de financiële instrumenten en het in aanmerking genomen rendement worden niet afgerond.
8 27/03/2012
In geval van verstoring van de markt op een van de hierboven gedefinieerde waarnemingsdata, wordt het subfonds gewaardeerd zoals op de betrokken beurs gebruikelijk is.
Beschrijving van deonderliggende waarden De EURO STOXX Select Dividend 30-index biedt een blootstelling aan de 30 aandelen van de eurozone met het hoogste dividend in alle landen van de aandelen van de EURO STOXX-index. De weging van de aandelen wordt bepaald door het rendement van het jaarlijkse nettodividend van deze effecten. Zo hebben de ondernemingen die het hoogste dividend uitkeren, de hoogste weging in de index. Het aantal aandelen in de index ligt vast, evenals de weging van deze aandelen. Hierdoor kan de diversificatie van de index worden gegarandeerd. Hij wordt berekend met niet-herbelegde dividenden (samenstelling, berekeningswijze en ontwikkeling van het rendement van de EURO STOXX Select Dividend 30-index op www.stoxx.com). De index Hang Seng China Enterprises bestaat uit 40 aandelen van aan de beurs van Hongkong genoteerde ondernemingen. Het criterium voor de toekenning van de wegingen in de index is de beurskapitalisatie, waarbij een onderdeel niet meer dan 10% van de index mag vormen (samenstelling, rekenmethode en verloop van de performance van de index Hang Seng China Entreprises zijn te vinden op www.hsi.com.hk/). iShares MSCI Brazil Fund is een subfonds van iShares Public Limited Company, een ICBE naar Iers recht. Het is een op de beurs verhandeld indexfonds (ETF). Het fonds beoogt de performance van de Braziliaanse beurs zoals deze naar voren komt uit de MSCI Brasil NR (Net Total Return), zo getrouw mogelijk te reproduceren. Het ETF keert inkomsten uit. De voor de berekening van het in aanmerking genomen rendement genoteerde koersen zijn berekend zonder herbelegde inkomsten. De MSCI Brazil biedt blootstelling aan Braziliaanse effecten die voldoen aan de criteria van MSCI ten aanzien van vrije verhandelbaarheid, liquiditeit en omvang. De weging van de index is gebaseerd op de beurskapitalisatie waarbij rekening gehouden wordt met het vrij verhandelbare deel (samenstelling, rekenmethode en verloop van de performance van het fonds iShares MSCI Brazil Fund zijn te vinden op fr.ishares.com/). De Russian Depositary Index bestaat uit 15 aan de London Stock Exchange genoteerde depositocertificaten. Het criterium voor de toekenning van de wegingen in de index is de beurskapitalisatie, waarbij een onderdeel niet meer dan 20% van de index mag uitmaken. Het gaat hier vooral om aandelen van ondernemingen uit de Russische energiesector (samenstelling, rekenmethode en verloop van de performance van de Russian Depositary Index zijn te vinden op en.indices.cc/). De Istanbul Stock Exchange 30 is een op basis van kapitalisatie gewogen index met 30 geselecteerde aandelen van op de Turkse binnenlandse markt genoteerde ondernemingen en aandelen van beursgenoteerde real estate investment trusts en venture capital trusts,(samenstelling, rekenmethode en verloop van de performance van de Istanbul Stock Exchange 30zijn te vinden op ur www.ise.org). Index / Fonds Geografisch gebied EURO STOXX Eurozone Select Dividend 30 Index Hang Seng China Azië Enterprises Index iShares Brazilië MSCI Brazil Fund
Publicatieagent STOXX Limited
Hang Seng Indexes Company Limited
Referentiebeur(s)(zen)
Afsluiting
Alle gereglementeerde markten of De tijd waarop noteringssystemen (of daarvoor in de index of het fonds voor het de plaats komende markten of laatst is systemen) waarop de in deze gepubliceerd. indexen opgenomen aandelen en fondsaandelen voornamelijk worden verhandeld.
BlackRock Fund Advisors (BFA)
9 27/03/2012
Russian Depositary Index Istanbul Stock Exchange 30 Index
Rusland
Wiener Börse
Turkije
ISE Stock
Als een van de onderliggende waarden van de korf niet wordt berekend en gepubliceerd door de publicatieagent, maar door een volgens de beursgebruiken aanvaardbare derde, of als genoemde waarde wordt vervangen door een index of een fonds met kenmerken die volgens hetgeen op de betrokken beurs gebruikelijk is grotendeels vergelijkbaar zijn met die van de onderliggende waarde, wordt deze onderliggende waarde geacht de index of het fonds dat aldus door genoemde derde is berekend en gepubliceerd, of eventueel de vervangende index of het vervangende fonds te zijn. Wanneer de berekening en de publicatie van de index worden gewijzigd of niet plaatsvinden en als een van de onderliggende waarden van de korf niet is vervangen (onder de hierboven vermelde voorwaarden), wordt de volgende regel toegepast: bij een ingrijpende wijziging van de formule of de berekening – anders dan een wijziging die plaatsvindt conform de werkingsregels van de onderliggende waarde - of, indien deze onderliggende waarde niet wordt berekend en/of gepubliceerd, wordt het niveau van de onderliggende waarde bepaald op basis van de meest recente berekeningsformule of de meest recente intrinsieke waarde (IW) van de betrokken onderliggende waarde vóór de gebeurtenis. Als de onderliggende waarde een index is, wordt voor de bepaling van het niveau van de onderliggende waarde uitsluitend rekening gehouden met aandelen waaruit de onderliggende waarde vóór de betrokken gebeurtenis bestond en die nog steeds verhandeld worden op de referentiebeur(s)(zen). Rekenvoorbeeld Rend onderliggende waarde :
Periode Initieel niveau Vaststellingsdatum 1 Vaststellingsdatum 2 Vaststellingsdatum 3 Vaststellingsdatum 4 Vaststellingsdatum 5 Vaststellingsdatum 6 Vaststellingsdatum 7 Vaststellingsdatum 8 Vaststellingsdatum 9 Vaststellingsdatum 10 Vaststellingsdatum 11 Vaststellingsdatum 12 Rend Onderliggende Waarde
Vaststellingen van de onderliggende waarde 1400 2040 1960 2000 2100 1990 2270 2180 2080 2040 2040 2050 2190
Performance van de Aan een maximum onderliggende gebonden performance waarde sinds het van de onderliggende begin waarde sinds het begin 45,71% 40,00% 42,86% 50,00% 42,14% 62,14% 55,71% 48,57% 45,71% 45,71% 46,43% 56,43%
45,71% 40,00% 42,86% 50,00% 42,14% 50,00% 50,00% 48,57% 45,71% 45,71% 46,43% 50,00% 46,43%
10 27/03/2012
Voorbeeld voor de berekening van de uiteindelijke netto-inventariswaarde*: Aan een maximum gebonden performance van de onderliggende waarde sinds het begin Periode EURO Hang Seng iShares Russian Istanbul STOXX China MSCI Depositary Stock Select Enterprises Brazil Index Exchange Dividend 30 Index Fund 30 Index Index Vaststellingsdatum 1 45,71% 50,00% 29,00% 50,00% 40,00% Vaststellingsdatum 2 40,00% 50,00% 22,00% 50,00% 35,00% Vaststellingsdatum 3 42,86% 50,00% 19,00% 50,00% 36,00% Vaststellingsdatum 4 50,00% 50,00% 14,00% 50,00% 30,00% Vaststellingsdatum 5 42,14% 50,00% 9,00% 50,00% 25,00% Vaststellingsdatum 6 50,00% 50,00% 1,00% 50,00% 33,00% Vaststellingsdatum 7 50,00% 50,00% -2,00% 50,00% 24,00% Vaststellingsdatum 8 48,57% 50,00% -5,00% 50,00% 27,00% Vaststellingsdatum 9 45,71% 50,00% -8,00% 50,00% 22,00% Vaststellingsdatum 10 45,71% 50,00% -8,00% 50,00% 36,00% Vaststellingsdatum 11 46,43% 50,00% -6,00% 50,00% 39,00% Vaststellingsdatum 12 50,00% 50,00% 8,00% 50,00% 37,00% Rend Onderliggende Waarde 46,43% 50,00% 6,08% 50,00% 32,00% in aanmerking genomen rendement 44,64% Eind-NIW* 1446,42€ Jaarlijks rendement** 5,04% Scenario's: Rend Onderliggende Waarde EURO Hang Seng iShares Istanbul In Rendement Uiteindelijke STOXX Russian Rente Datum van China MSCI Stock aanmerking op jaarbasis nettoScenario Select Depositary zon der de NIW Enterprises Brazil Exchange genomen vande inventariswaarde* Dividend Index risico*** Finale Index Fund 30 Index rendement formule** 30 Index Gunstig Netto46,43% 50,00% 6,08% 50,00% 32,00% 44,64% 1446,42€ 5,04% 7,5 jaar inventariswaarde Neutraal 20% -9% 22% 38% 20,51% 1205,13€ 2,52% 2,93% 21,00% 7,5 jaar bepaald op 31/10/2019 Ongunstig -21% -28% 9% -15% -41% 0,00% 1000 € 0% 7,5 jaar
Scenario's: *Voor een Begin-NIW van EUR 1.000 (exclusief inschrijvingsprovisie) **Jaarrendement verkregen in de periode van 30/04/2012 tot 31/10/2019 *** Rendement op jaarbasis van de Belgische staatsobligatie OLO 3.5% 04/09/2019 op 27/03/2012
11 27/03/2012
Gunstig scenario 60% 50% 44.64%
Rendement
40% 30% 20% 10% 0% -10% -20% 0
1
2
3
4
5
6
7
7.5
Jaar Verloop van de index EURO STOXX Select Dividend 30 (1)
Verloop van de index Hang Seng China Enterprises (2)
Verloop van het fonds iShares MSCI Brazil (3)
Verloop van de index Russian Depositary (4)
Verloop van de index Istanbul Stock Exchange 30 (5)
Drempel van 50% maximale stijging na 7 jaar en 6 maanden
Rendement van de formule
Neutraal scenario 60% 50%
Rendement
40% 30% 20% 20.51% 10% 0% -10% -20% 0
1
2
3
4
5
6
7
7.5
Jaar Verloop van de index EURO STOXX Select Dividend 30 (1)
Verloop van de index Hang Seng China Enterprises (2)
Verloop van het fonds iShares MSCI Brazil (3)
Verloop van de index Russian Depositary (4)
Verloop van de index Istanbul Stock Exchange 30 (5)
Drempel van 50% maximale stijging na 7 jaar en 6 maanden
Rendement van de formule
12 27/03/2012
Ongunstig scenario 60%
40%
Rendement
20%
0% 0.00% -20%
-40%
-60% 0
1
2
3
4
5
6
7
7.5
Jaar Verloop van de index EURO STOXX Select Dividend 30 (1)
Verloop van de index Hang Seng China Enterprises (2)
Verloop van het fonds iShares MSCI Brazil (3)
Verloop van de index Russian Depositary (4)
Verloop van de index Istanbul Stock Exchange 30 (5)
Drempel van 50% maximale stijging na 7 jaar en 6 maanden
Rendement van de formule
Deze cijfers dienen ter indicatie. De simulaties bieden geen garantie voor toekomstige prestaties van de korf onderliggende waarden en het subfonds.
2.3.
Risicoprofiel van het compartiment
Ondanks het onder punt 2.1.2 hierboven beschreven mechanisme ter bescherming van het kapitaal, kan de waarde van een aandeel van het subfonds stijgen of dalen; daarom krijgt de belegger op de einddatum mogelijk minder terug dan zijn eerste inleg. Een gedetailleerde beschrijving van de gemiddelde risico's is opgenomen in het prospectus. Samenvattende tabel van de belangrijkste risico's, zoals door het subfonds ingeschat: Type risico Marktrisico
Beknopte definitie van het risico Risico dat de markt van een bepaalde activacategorie daalt, waardoor de prijzen en de waarde van de activa in de portefeuille kunnen worden beïnvloed Dit risico wordt versterkt door de 15% blootstelling aan opkomende markten Kredietrisico Risico dat een emittent of een tegenpartij in gebreke blijft Afwikkelingsrisico Risico dat een emittent of een tegenpartij in gebreke blijft Liquiditeitsrisico Risico dat een participatie niet op het juiste moment kan worden verkocht tegen een redelijke prijs Wisselkoersrisico Risico dat de waarde van de belegging wordt beïnvloed door wisselkoersschommelingen Bewaarrisico Het risico van verlies van de activa die een bewaarder/subbewaarder onder zijn
Geen
Laag
Gemiddeld X
Hoog
X X X
X
X
13 27/03/2012
hoede heeft Concentratierisico Het risico verbonden aan een aanzienlijke concentratie van de beleggingen op één activacategorie of op één bepaalde markt Rendementsrisico Het risico voor het rendement Kapitaalrisico Het risico voor het kapitaal Flexibiliteitrisico Gebrek aan flexibiliteit van het product zelf en de restricties die de mogelijkheid om naar andere leveranciers over te stappen beperken Inflatierisico Risico verbonden aan de inflatie Het risico in Onzekerheid over de duurzaamheid van verband met bepaalde externe factoren, zoals het externe factoren belastingstelsel 2.4.
X
X X X
X X
Risicoprofiel van de gemiddelde belegger: Beschrijving van het risicoprofiel van de gemiddelde belegger
Aanbevolen beleggingshorizon: vanaf de periode van eerste inschrijving tot de einddatum, ofwel ongeveer 7 jaar en 6 maanden. Dit subfonds is vooral bestemd voor beleggers met een defensief risicoprofiel. Dit risicoprofiel wordt berekend voor een belegger uit de eurozone en kan verschillen van het risicoprofiel van een belegger uit een andere monetaire zone. Voor meer informatie over de risicoprofielen kunt u zich wenden tot een van de agentschappen van de distributeurs. Deze gegevens dienen ter informatie en houden geen enkele verbintenis voor de bevek in.
14 27/03/2012
3. Economische informatie 3.1.
Provisies en kosten EENMALIGE PROVISIES EN KOSTEN TEN LASTE VAN DE BELEGGER (in EUR of in % van de NIW per aandeel) Uittreding
Compartimentswijziging
Na de eerste inschrijvingsperiode: 1,50%
Eventueel verschil tussen de verkoopprovisie van het nieuwe subfonds en dat van het huidige subfonds, met een minimum van 1%
In geval van een rechtstreekse inschrijving op naam in het register of in geval van wijziging van een nominee inschrijving in een rechtstreekse inschrijving op naam in het register (op verzoek van de klant) wordt een vast bedrag van EUR 100 (incl. btw) in rekening gebracht.
In geval van een rechtstreekse inschrijving op naam in het register of in geval van wijziging van een nominee inschrijving in een rechtstreekse inschrijving op naam in het register (op verzoek van de klant) wordt een vast bedrag van EUR 100 (incl. btw) in rekening gebracht.
Toetreding
Tijdens de eerste inschrijvingsperiode: 2,50% Verkoopprovisie
Administratiekosten
-
De met de financiële dienstverlening belaste agent treedt niet op als nominee.
Tijdens de eerste Bedrag ter dekking van inschrijvingsperiode: 0% aankoop/verkoopkosten van de Na de eerste activa inschrijvingsperiode: 2% (voor het subfonds) voor het subfonds
Belasting op beurstransacties (TOB)
-
De met de financiële dienstverlening belaste agent treedt niet op als nominee. Tijdens de eerste inschrijvingsperiode: 0%
Tijdens de eerste inschrijvingsperiode: 0%
Na de eerste inschrijvingsperiode: 1% voor het subfonds
Na de eerste inschrijvingsperiode: 0,5% voor het subfonds
Op de einddatum: 0%
Op de einddatum: 0%
Kap. Kap./Dis.: Kapitalisatieaandelen: 0,65% met een 0,65% met een maximum van EUR 975 maximum van EUR 975
15 27/03/2012
TERUGKERENDE PROVISIES EN KOSTEN TEN LASTE VAN HET SUBFONDS (in EUR of in % van de NIW per aandeel) Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille
Max. EUR 15 per aandeel op jaarbasis
Verkoopvergoeding
Max. 15 EUR per aandeel op jaarbasis
Administratievergoeding en vergoeding voor de financiële dienstverlening
Max. EUR 0,40 per aandeel op jaarbasis, met een minimum van EUR 6.000
Bezoldiging van de depothoudende bank
EUR 0,50 per aandeel op jaarbasis
Jaarlijkse belasting
0,08%, geheven over de per 31 december van het voorgaande jaar in België belegde nettobedragen
Overige kosten (schatting), waaronder de vergoedingen voor de accountant, de bestuurders en de natuurlijke personen die zijn belast met de feitelijke leiding
EUR 30.000 per jaar + Max. 0,15% over de nettoactiva van het subfonds op jaarbasis. Als deze overige kosten de grens van 30.000 + 0,15% te boven gaan, neemt de beheerder (Amundi IS) het meerdere voor zijn rekening.
Bij de exploitatie- en beheerkosten kunnen nog transactieprovisies (brokerage fees) komen, die aan het subfonds worden gefactureerd: Transactieprovisie: →deels of gezamenlijk ontvangen door de bewaarder over het totaal van de instrumenten
Vast bedrag van EUR 0 tot 450, all-in, afhankelijk van de markt
Inhouding bij elke transactie
→deels of gezamenlijk ontvangen door de beheermaatschappij over de valutatransacties en door Amundi Intermédiation over alle overige instrumenten
Vast bedrag van EUR 5 per contract (futures/opties) of evenredige provisie van 0% tot 0,20%, afhankelijk van de instrumenten (effecten, valuta's...)
Soft commissions Geen. Fee-sharing agreements Geen. 4. Informatie over de deelbewijzen van het subfonds en de handel daarin 4.1.
Soorten aan het publiek aangeboden deelbewijzen: De deelbewijzen zijn op naam uitgegeven kapitalisatieaandelen. De aandelen op naam worden ingeschreven in het register van de aandelen op naam van de bevek bij CACEIS Belgium. Certificaten van deze aandelen op naam worden op verzoek afgegeven aan beleggers.
4.2.
Valuta voor de berekening van de netto-inventariswaarde: EUR
4.3.
Periode van eerste inschrijving: van 02/04/2012 tot en met 30/04/2012 tot 6 uur. Als de winstgevendheid van het subfonds in gevaar komt als gevolg van een beperkt aantal 16 27/03/2012
inschrijvingen gedurende de eerste inschrijvingsperiode (minder dan 10.000.000,00 EUR), kan de Raad van Bestuur besluiten de tijdens deze eerste inschrijvingsperiode geplaatste orders te weigeren en de aandelen van het subfonds niet op de markt te brengen. De betaling over de begin-NIW vindt plaats op 07/05/2012. 4.4.
Oorspronkelijke inschrijvingsprijs: EUR 1.000
4.5.
Berekening van de netto-inventariswaarde:
De netto-inventariswaarde wordt tweemaal per maand berekend: •
Op de 16e van de maand (of, als dit een zaterdag, zondag of bankfeestdag is, de laatste daaraan voorafgaande bankwerkdag), en
•
op de laatste bankwerkdag van de maand (in december: de op een na laatste bankwerkdag van de maand).
De eerste netto-inventariswaarde wordt vastgesteld op 30 april 2012. De koersen die voor de waardebepaling in aanmerking worden genomen zijn die van D, waarbij D de dag is waarop het in ontvangst nemen van orders wordt gestaakt. De berekening van de netto-inventariswaarde vindt plaats tussen D+1 werkdag en D+3 werkdagen.
4.6.
Publicatie van de netto-inventariswaarde: De netto-inventariswaarde wordt tweemaal per maand gepubliceerd in de Belgische financiële pers (l'Echo en De Tijd). De netto-inventariswaarde is eventueel ook beschikbaar op de websites van de Distributeurs en is in elk geval eveneens beschikbaar aan de loketten van de instelling die de financiële dienstverlening voor haar rekening neemt, CACEIS Belgium.
4.7. Procedures voor inschrijving op deelbewijzen, inkoop van deelbewijzen en wijziging van subfonds: * D = de afsluitingsdatum voor het ontvangen van de orders en datum van de gepubliceerde netto-inventariswaarde: op de 16e van elke maand (of, als dit een zaterdag, zondag of bankfeestdag is, de laatste daaraan voorafgaande bankwerkdag) en op de laatste bankwerkdag van elke maand (in december: de op een na laatste bankwerkdag van de maand) om 6.00 uur. De sluitingstijd voor de inontvangstneming van orders geldt voor de financiële dienstverlener en de in dit vereenvoudigd prospectus vermelde distributeurs. Als er nog andere distributeurs zijn die niet in dit vereenvoudigd prospectus zijn vermeld, wordt de belegger verzocht informatie in te winnen over het door hen gehanteerde uiterlijke tijdstip voor de inontvangstneming van orders. De netto-inventariswaarde voor de berekening van de inschrijvings-/inkoopkoers of de conversiewaarde voor orders ontvangen op dag D vóór 6.00 uur, is de netto-inventariswaarde op dag D. * D+1 tot uiterlijk D+3 = datum van de berekening van de netto-inventariswaarde; * D+3 = datum van betaling of terugbetaling van de aanvragen; en * D+3 = datum van de terugbetaling op basis van de eind-NIW.
17 27/03/2012
4.8.
Nominee
De Distributeurs kunnen voor de inschrijving een dienst aanbieden waarbij zij optreden als Nominee. Het nominee-systeem houdt in dat de rechten van de betreffende houders van aandelen op naam worden ingeschreven op een effectenrekening die op hun eigen naam is geopend bij de Nominee en dat alle inschrijvingen van de houders die voor deze techniek kiezen (de Nominee-beleggers) tot uitdrukking komen in een integrale inschrijving voor rekening van de Nominee-beleggers in het aandeelhoudersregister van de bevek. In zijn hoedanigheid van centraal tussenpersoon waakt de nominee over de inschrijvingen in het register van aandeelhouders. Bovendien staat hij in voor de correcte registratie van de rechten van de beleggers op de individuele effectenrekeningen. Deze laatsten kunnen de situatie en de waardering van hun aandelen op naam permanent volgen, dankzij de regelmatige communicatie van de nominee. Het Belgische recht is van toepassing op de rechtsverhouding tussen de Nominee-beleggers en de Nominee. De individuele rechten van elke nominee-belegger worden dus eveneens gegarandeerd door de wettelijke bepalingen en hierna beschreven maatregelen. Overeenkomstig Koninklijk Besluit 62 van 10 november 1967 betreffende het depot van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties in deze instrumenten, heeft de houder van een inschrijving op een effectenrekening (in dit geval de nominee-belegger) een terugvorderingsrecht op de effechten die zijn eigendom zijn, dat tevens inroepbaar is tegen derden, met name in geval van insolventie van de nominee. Dat betekent dat hij in elk geval zijn rechten kan opeisen indien zijn eisen zouden concurreren met die van andere schuldeisers van de nominee. De vermogensrechten van de belegger blijven zo gewaarborgd, dankzij de inschrijving op een effectenrekening. In het nomineesysteem heeft de belegger uiteraard recht op volledige informatie die, volgens de aandelenwetgeving, moet worden meegedeeld aan de aandeelhouders op naam (periodieke verslagen, documenten in verband met de algemene vergaderingen, jaarrekeningen e.d.). Elke nominee-belegger ontvangt dus van de Nominee een bericht waarin hem wordt medegedeeld welke informatie is gepubliceerd en dat hij deze informatie op verzoek kosteloos kan verkrijgen bij zijn verkooppunt. Het stemrecht van de aandeelhouder, ten slotte, komt in het nomineesysteem evenmin in het gedrang. Middels een voorafgaand schriftelijk verzoek aan de nominee (d.w.z. uiterlijk 30 dagen vóór de desbetreffende algemene vergadering) zullen de nodige administratieve stappen worden ondernomen, zodat de nominee-belegger zelf zijn stemrecht kan uitoefenen. Als er zo geen verzoek is geweest, zal de nominee het stemrecht uitoefenen in naam van de nominee-beleggers, steeds in het exclusieve belang van deze nominee-beleggers. Omdat de verwerking van inschrijvingen en wijzigingen in verband met dergelijke directe inschrijvingen op naam extra werk voor de Nominee met zich meebrengt, zal ter dekking van deze kosten bij elke wijziging van een Nominee-inschrijving in een directe inschrijving een provisie worden ingehouden. Deze provisie staat vermeld in de tarievenlijst van elke Distributeur en van CACEIS Belgium, dat optreedt als instelling belast met de financiële dienstverlening van de bevek. Omzettingen van directe inschrijvingen in nominee-inschrijvingen en vice versa geschieden op verzoek aan de loketten van elk verkooppunt van de nominee.
18 27/03/2012
Bijlage: informatie die jaarlijks moet worden herzien
1. Synthetische risico-indicator Situatie per 27/03/2012: III op een schaal van 0/Ø (laagste risico) tot 6/VI (hoogste risico). De risicoklasse is een indicator van het risico dat is verbonden aan een belegging in een ICB, of een subfonds van een ICB, met een vaste einddatum en kapitaalbescherming bij uittreding vóór de einddatum. De risicoklasse wordt toegekend op basis van de gemiddelde standaarddeviatie van vergelijkbare categorieën producten. De nieuwe ICB, of het nieuwe subfonds van de ICB, neemt in eerste instantie de risicoklasse over van de categorie waartoe hij/het behoort. Zodra de inventariswaarden van de nieuwe ICB, of het nieuwe subfonds van de ICB, gedurende meer dan een jaar zijn vastgesteld, wordt de risicoklasse toegekend door berekening van de standaarddeviatie op jaarbasis van de rendementen in EUR. Nadere informatie over de berekening van de synthetische risico-indicator zijn te vinden op de website van de Belgian Asset Managers Association www.beama.be
19 27/03/2012