Vereenvoudigd prospectus Subfonds Euro Equity Select II van de openbare zelfbeheerde BEVEK naar Belgisch recht met meerdere subfondsen en die gekozen heeft voor beleggingen die niet vallen onder richtlijn 85/611/EEG CRELAN INVEST
Dit subfonds heeft een vrijstelling verkregen, waardoor het 100% van zijn activa kan beleggen in effecten en geldmarktinstrumenten uitgegeven door staten uit de eurozone met een rating van minimaal A- (Standard & Poor's) of een vergelijkbare rating. Informatie over de bevek 1. Benaming: CRELAN INVEST 2. Oprichtingsdatum: 12/10/2011 3. Looptijd: Onbeperkt 4. Lidstaat waar de bevek haar statutaire zetel heeft: België 5. Statuut: Een bevek naar Belgisch recht met meerdere subfondsen die gekozen heeft voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van richtlijn 85/611/EEG en voor wat betreft bepaalde aspecten van haar werkwijze en haar beleggingen valt onder de Belgische wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles (de "wet"). 6. Beheertype: Een bevek met zelfbestuur (via haar raad van bestuur, onder voorbehoud van de hieronder genoemde uitbestede taken). 7. Uitbesteding van de administratie: De administratie van de bevek en al haar subfondsen, in de zin van artikel 3, 9°, b) van de Wet, is uitbesteed aan: CACEIS Belgium nv, beursmakelaar, Havenlaan 86C bus 320, 1000 Brussel (hierna "CACEIS Belgium"). 8. Uitbesteding van het beheer van de beleggingsportefeuille: Het beheer van de beleggingsportefeuille van de bevek en al haar subfondsen, in de zin van artikel 2, 9°, a) van de Wet, is uitbesteed aan:
1 29/05/2012
Amundi Investment Solutions, 91-93, boulevard Pasteur - F-75015 Paris – Frankrijk (hierna te noemen"Amundi IS ") 9. Financiële dienst: De financiële dienstverlening van de bevek en al haar subfondsen wordt verzorgd door: CACEIS Belgium NV, beursmakelaar, Havenlaan 86C bus 320, 1000 Brussel. 10. Distributeurs(hierna "distributeurs"): Landbouwkrediet N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel, en CenteaNV, Mechelsesteenweg 180 - 2018 Antwerpen. 11. Bewaarder: Landbouwkrediet N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel. 12. Accountant: Deloitte bedrijfsresivoren BV o.v.v.e CVBA, vertegenwoordigd door de heer Bernard De Meulemeester, accountant, Berkenlaan 8b, B-1831 Diegem. 13. Promotor: Landbouwkrediet N.V., Sylvain Dupuislaan 251, 1070 Brussel. 14. Belastingstelsel: Beleggers worden erop gewezen dat de volgende informatie slechts een algemeen overzicht is van het toepasselijke belastingstelsel naar de huidige status van de regelgeving en dat deze informatie aan wijzigingen onderhevig is. Over het algemeen wordt beleggers aangeraden zich te wenden tot hun financieel adviseur of hun vaste relatiebeheerder om na te gaan welke fiscale regels in hun specifieke omstandigheden van toepassing zijn. •
Wat de bevek betreft: - een jaarlijkse belasting van 0,08%, geheven over de per 31 december van het voorgaande jaar in België belegde nettobedragen; - mogelijkheid van verrekening en, in voorkomend geval, van verhaal van bronheffingen op Belgische dividenden en op bepaalde buitenlandse inkomsten die door de bevek zijn geïnd (voor zover toegestaan door de overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing, die eventueel van toepassing zijn).
•
Wat de belegger betreft (natuurlijk persoon die ingezetene is van België): - in principe geen belasting op de meerwaarden. Of belasting wordt geheven op inkomsten en kapitaalwinsten van een belegger is afhankelijk van de wetgeving die in zijn specifieke situatie van toepassing is in het land van belastinginning. In geval van twijfel over het toepasselijke belastingstelsel is het aan de belegger om, alvorens over te gaan tot een belegging, zich persoonlijk te informeren bij deskundigen of competente adviseurs om vast te stellen welke fiscale regels in zijn specifieke situatie van toepassing zijn.
Europese belastingheffing op inkomsten uit spaargelden: De inkomsten van de bevek zijn niet onderworpen aan de Europese belastingheffing op spaargelden die in België van kracht is, conform de wet van 17 mei 2004 tot omzetting in het 2 29/05/2012
Belgisch recht van richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van de Wet op de Inkomstenbelastingen van 1992 inzake de roerende voorheffing. Belastingheffing op inkomsten inbegrepen in de inkoopbedragen of in de bij verdeling van het maatschappelijk vermogen ontvangen bedragen: Inkomsten inbegrepen in de inkoopbedragen of in de bij de verdeling van het maatschappelijk vermogen van de BEVEK ontvangen bedragen zijn niet onderworpen aan de belastingheffing die is ingesteld door artikel 19bis van de thans geldende Wet op de Inkomstenbelastingen van 1992. 15. Bijkomende informatie: 15.1
Informatiebronnen: Vóór of na inschrijving op deelbewijzen kunnen het prospectus, de statuten en de (half)jaarverslagen, alsmede volledige informatie over de eventuele andere subfondsen van de bevek, kosteloos worden verkregen bij CACEIS Belgium of bij de distributeurs. De volgende documenten en gegevens kunnen worden geraadpleegd op de websites www.centea.be, en www.landbouwkrediet.be: het vereenvoudigde prospectus, het laatst verschenen jaar- of halfjaarverslag.
15.2
Bevoegde autoriteit: Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresweg 12-14, 1000 Brussel. Dit vereenvoudigde prospectus is gepubliceerd na goedkeuring door de FSMA, in overeenstemming met artikel 53, §1 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de geschiktheid en de kwaliteit van het aanbod, noch van de situatie van degene die dit verwezenlijkt.
15.3
Contactpunt Aanvullende informatie over de BEVEK en haar subfondsen kan zo nodig worden verkregen bij de afdeling Info en Advies van de distributeurs: 03 247 18 00 (maandag t/m vrijdag, van 8u30 tot 17u00).
15.4
Verantwoordelijke voor de inhoud van het prospectus en van het vereenvoudigde prospectus: De Raad van Bestuur van de bevek. Naar beste weten van de Raad van Bestuur van de bevek stemmen de gegevens in het prospectus en in het vereenvoudigde prospectus overeen met de werkelijkheid en bevatten zij geen omissies die de strekking ervan wijzigen.
3 29/05/2012
Informatie over het subfonds Euro Equity Select II 1. Presentatie 1.1.
Benaming: Euro Equity Select II
1.2.
Oprichtingsdatum: 29/05/2012 (opengesteld voor verkoop vanaf 04/06/2012)
1.3.
Looptijd: beperkte looptijd tot en met 27/12/2019
1.4
Beursnotering: niet van toepassing.
2. Informatie over de beleggingen 2.1.
Doelstellingen van het subfonds
2.1.1.
Beschrijving van de doelstelling van het subfonds
De doelstelling van het subfonds is beleggers die hebben ingeschreven tijdens de Periode van Eerste Inschrijving, zoals gedefinieerd onder punt 4.3, in staat te stellen om aan het eind van de op 27/12/2019 vastgestelde initiële beleggingshorizon (hierna de “einddatum”) te profiteren van: - terugbetalingop de einddatum van de initiële inschrijvingskoers per aandeel (exclusief kosten en belastingen), ofwel EUR 1.000 per aandeel. Deze doelstelling van kapitaalbescherming wordt gewaarborgd door de instelling van een financieel mechanisme, dat wordt toegelicht onder punt 2.1.2 Doelstelling van kapitaalbescherming. Deze doelstelling van kapitaalbescherming geldt echter niet voor een aandeelhouder die zijn aandelen vóór de Einddatum verkoopt (uitstap tegen marktvoorwaarden, met het risico van een niet meetbaar kapitaalverlies) en houdt geen door een derde gegeven formele garantie in, voor het subfonds noch voor zijn aandeelhouders. - een potentieel rendement dat wordt gegenereerd door middel van beleggingen in swaps (ruilcontracten). De verschillende soorten swaps waarin het subfonds mag beleggen, worden toegelicht onder punt 2.2.5 Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten. Om het potentiële rendement te kunnen behalen, sluit het subfonds swaps af met één of meerdere tegenpartij(en) in de markt. Gedurende de looptijd van de belegging staat het subfonds een deel van de toekomstige opbrengsten uit zijn beleggingen af aan deze tegenpartij(en). In ruil daarvoor verbindt/verbinden de tegenpartij(en) zich een potentieel rendement te bieden, zoals beschreven onder punt 2.2.4 Vastgestelde strategie. 2.1.2.
Doelstelling van kapitaalbescherming
Het subfonds kent een doelstelling voor kapitaalbescherming voor het bedrag van de initiële inschrijvingskoers (exclusief kosten en belastingen) per aandeel, zijnde EUR 1.000 per aandeel. Hoewel de verwezenlijking van deze doelstelling de eerste zorg is van het subfonds, houdt deze geen onvoorwaardelijke verbintenis tot garantie van het kapitaal in, omdat noch aan het subfonds, noch aan de aandeelhouders enige formele garantie is gegeven door een derde. De toegepaste beleggingstechniek zou echter wel kapitaalbescherming tot gevolg moeten hebben, behalve in geval van een negatieve ontwikkeling van het kredietrisico of wanbetaling van een emittent of een tegenpartij. In zo’n geval wordt de doelstelling van het subfonds wellicht niet gerealiseerd, met als gevolg een mogelijk kapitaalverlies voor de belegger op de einddatum. De Netto Inventariswaarde (NIW) kan in de loop der tijd variëren, als gevolg van een negatieve ontwikkeling van het kredietrisico, die tot uitdrukking kan komen in een wijziging van de rating van de beleggingen.
4 29/05/2012
In het geval van verslechtering van het kredietrisico, en teneinde het risico van wanbetaling van een emittent of een tegenpartij te beperken, kunnen deze beleggingen worden vervangen door instrumenten met een beter kredietrisico. Het financiële mechanisme dat bedoeld is om de kapitaalbescherming op de einddatum te waarborgen, houdt in dat alle inschrijvingen worden belegd in obligaties en andere schuldbewijzen, mandjes aandelen, deposito's, reverse repo's en/of liquide middelen. Deze beleggingen hebben mogelijk verschillende looptijden en andere data voor couponbetalingen of dividenduitkeringen. Zij worden afgestemd op de einddata van de verbintenissen van het subfonds door middel van de swaps beschreven onder punt 2.2.5 Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten. Deze kapitaalbescherming geldt niet voor een belegger die zijn aandelen vóór de genoemde Einddatum verkoopt (uitstap tegen marktvoorwaarden, met het risico van een niet meetbaar kapitaalverlies) of die de belegger koopt na de Periode van Eerste Inschrijving. 2.2.
Beleggingsbeleid van het subfonds
2.2.1.
Categorie toegestane activa
Om zijn doelstelling te bereiken, kunnen de beleggingen van het subfonds bestaan uit rechtstreeks aangehouden verhandelbare effecten (met name obligaties en andere in aanmerking komende schuldinstrumenten, zoals nader omschreven in paragraaf 2.2.2. hieronder), geldmarktinstrumenten, deelbewijzen in een instelling voor collectieve belegging in obligaties of geldmarktinstrumenten die rechtstreeks aangehouden en beheerd worden door Amundi of een andere beheermaatschappij, uit reverse repo's, deposito's, mandjes aandelen, derivaten (beursgenoteerde futures, renteswaps, performanceswaps, aandelenswaps) en/of liquide middelen. In het algemeen kan het subfonds beleggen in elk soort instrument dat is goedgekeurd door het Koninklijk Besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging ("het Koninklijk Besluit"). Het subfonds zal een of meer swaps afsluiten waardoor het op de Einddatum een bedrag kan verkrijgen waarmee het de doelstelling van het subfonds kan verwezenlijken. De beleggingslimieten en -beperkingen van het Koninklijk Besluit dienen te allen tijde in acht te worden genomen. Het subfonds heeft echter een vrijstelling gekregen binnen de limieten en voorwaarden van artikel 51 van het Koninklijk Besluit. Daardoor kan tot 100% van het fondsvermogen worden belegd in verschillende emissies van effecten en geldmarktinstrumenten die zijn uitgegeven of worden gegarandeerd door een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER), door overheidsinstellingen op het grondgebied van de EER, door een niet-lidstaat van de EER of door internationale instellingen met een publiek karakter waarvan een of meerdere lidstaten van de EER deel uitmaken.Het subfonds mag meer dan 35% van het vermogen beleggen in effecten die zijn uitgegeven door staten van de eurozone en minimaal een rating A- hebben. Dit is de rating die is toegekend door Standard & Poor's. Het kan ook de daarmee vergelijkbare rating zijn van de kredietbeoordelaars Moody's of Fitch. In dit kader dient het subfonds ten minste zes verschillende emissies aan te houden, waarbij effecten en geldmarktinstrumenten die behoren tot één en dezelfde emissie niet meer dan 30% van het totale fondsvermogen mogen uitmaken. De volatiliteit van de NIW van het subfonds kan hoog zijn door de blootstelling van de portefeuille aan rentevoeten en aan derivaten waarvan de ontwikkeling gekoppeld is aan de aandelenmarkten en aan marktparameters zoals de volatiliteit. 2.2.2.
Kenmerken van de obligaties en de andere in aanmerking komende schuldbewijzen.
De beleggingen in obligaties en schuldbewijzen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: - Type emittent: obligaties uitgegeven of gegarandeerd door een lidstaat van de OESO, bedrijfsobligaties of obligaties van overheidsbedrijven, al dan niet gegarandeerd, maar niet achtergesteld, schuldbewijzen als EMTN (Euro Medium Term Note) / BMTN (Bon à Moyen Terme Négociable) uitgegeven door eersterangs banken die zijn onderworpen aan een toezichthouder en gevestigd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. 5 29/05/2012
- Minimumrating: de hierna genoemde ratings zijn de ratings die zijn toegekend door Standard & Poor’s. Het kunnen ook daarmee vergelijkbare ratings van de kredietbeoordelaars Moody’s of Fitch zijn. De minimumrating voor alle hierboven beschreven en gedurende de looptijd van het subfonds in aanmerking komende instrumenten, is investment grade (rating ≥ BBB-). Een uitleg van de wijze waarop de ratings van Standard & Poor’s worden toegekend, is te vinden op de volgende links: • •
http://www.understandingratings.com http://www.standardandpoors.com/ratings/definitions-and-faqs/en/eu
- Looptijd: alle looptijden worden in aanmerking genomen bij de selectie van obligaties en andere schuldbewijzen. 2.2.3.
Kenmerken van reverse repo's
Een reverse-repotransactie is een transactie waarbij het subfonds en een tegenpartij in de markt gelijktijdig overeenstemming bereiken over twee transacties: een contante aankoop van effecten, gevolgd door een wederverkoop op termijn. De prijs van de wederverkoop is gelijk aan de initiële aankoopprijs, gekapitaliseerd tegen een vaste of variabele rente. De reverse repo kan te allen tijde worden opgevraagd om de nominale waarde ervan te verminderen, er een obligatie voor in de plaats te stellen of de weging van de effecten te wijzigen, teneinde de waarde van de portefeuille in de buurt te brengen van de nominale waarde van de reverse repo. Effecten die in aanmerking komen voor een reverse repotransactie zijn obligaties en gekwalificeerde schuldbewijzen waarvan de kenmerken zijn beschreven in de voorgaande paragraaf. Het kunnen vast- of variabelrentende obligaties zijn, al dan niet met uitbetaling van coupons (in dat geval wordt de coupon terugbetaald aan de tegenpartij van de reverse repo). De effecten in een reverse repotransactie kunnen ook luiden in een andere valuta dan de euro (USD, CAD, GBP, JPY).
2.2.4.
Kenmerken van aandelenmandjes
Het subfonds kan beleggen in een mandje aandelen en tegelijkertijd met een tegenpartij een aandelenswap afsluiten om het rendement en het dividend van de korf aandelen om te zetten in een variabele rente. Het subfonds loopt geen rendementsrisico op dit mandje aandelen.
2.2.5.
Toegestane transacties in afgeleide financiële instrumenten
De hierna beschreven swaps worden met (een) tegenpartij(en) afgesloten binnen de door de Wet en het Koninklijk Besluit gestelde limieten. Gebruik van transacties in afgeleide financiële instrumenten brengt een extra risico met zich mee, dat verband houdt met het risico van wanbetaling door de tegenpartij van de swaps. Dit risico is beperkt tot de marktwaarde van deze swaps. i. Om een potentieel rendement te bereiken, sluit het subfonds performanceswaps af. In het kader van deze performanceswaps staat het subfonds een deel van de toekomstige opbrengsten uit de beleggingen die het doet met het oog op de kapitaalbescherming, af aan deze tegenpartij(en) gedurende de looptijd van het subfonds. In ruil daarvoor verbindt/verbinden de tegenpartij(en) zich het potentieel rendement te bieden, zoals beschreven onder punt 2.2.6.Vastgestelde strategie. Performanceswaps zijn onmisbaar voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstellingen van het subfonds, omdat door middel van deze financiële instrumenten de doelstelling van het behalen van een potentieel rendement kan worden gerealiseerd. Concurrentie tussen de tegenpartijen: alvorens performanceswaps aan te gaan, organiseert het subfonds een competitie tussen ten minste drie tegenpartijen via een reeks vragen op een uniform
6 29/05/2012
document, dat gelijktijdig naar de verschillende ondervraagde tegenpartijen wordt gestuurd. De uiteindelijke antwoorden van de tegenpartijen worden steeds per post bevestigd. Bij gelijke prestaties wordt de transactie uitgevoerd met de gunstigste bieder, tenzij op grond van verbintenislimieten met meerdere tegenpartijen moet worden gewerkt. ii. Indien nodig sluit het subfonds renteswaps af: a. om de looptijden van de verbintenissen van het subfonds te laten samenvallen met die van de geldstromen voortvloeiend uit deposito's, obligaties en andere schuldinstrumenten als beschreven onder 2.2.2 Kenmerken van obligaties en schuldbewijzen. Deze renteswaps zijn onmisbaar voor de verwezenlijking van de beleggingsdoelstelling van het subfonds, omdat er onvoldoende obligaties en andere schuldinstrumenten op de markt zijn waarvan de coupons en vervaldata exact samenvallen met de vervaldata van de verbintenissen van het subfonds. b. om de dalingen van de NIW als gevolg van eventuele rentestijgingen gedurende de looptijd van het subfonds te beperken. Renteswaps dienen ter afdekking van het renterisico. iii. Het subfonds kan eveneens aandelenswaps afsluiten om het rendement en het dividend van een mandje aandelen om te zetten in een variabele rente. 2.2.6.
Vastgestelde strategie
Beschrijving van de beheerdoelstelling: Het subfonds beoogt beleggers die gedurende de periode van eerste inschrijving hebben ingeschreven over een termijn van 7 jaar en 6 maanden op 27 december 2019 te laten profiteren van: - terugbetaling op de einddatum van de initiële inschrijvingskoers per aandeel (exclusief kosten en belastingen), ofwel EUR 1.000 per aandeel. - een potentieel rendement gelijk aan 100% van het gemiddelde rendement van de EURO STOXX Select Dividend 30 Index (Bloomberg-ticker: SD3E index) gedefinieerd als het "in aanmerking genomen rendement". Indien de uitvoering negatief is, zal het rendement gelijk aan 0. Berekeningswijze van het "gemiddelde rendement van de EURO STOXX Select Dividend 30 Index" en het "in aanmerking genomen rendement": 1- het initiële niveau van de EURO STOXX Select Dividend 30 Index komt overeen met het rekenkundige gemiddelde van de slotkoersen van de index op de volgende drie data: 6 juli 2012, 9 juli 2012 en 10 juli 2012, aangeduid als S0. 2- De slotkoersen van de EURO STOXX Select Dividend 30-index op de volgende data (de "halfjaarlijkse vaststellingen"), deze waarnemingen worden aangeduid als Si, i = 1 tot 15: 2 januari 2013 ; 28 juni 2013 ; 2 januari 2014 ; 30 juni 2014 ; 2 januari 2015 ; 30 juni 2015 ; 4 januari 2016 ; 30 juni 2016 ; 2 januari 2017 ; 30 juni 2017 ; 2 januari 2018 ; 29 juni 2018; 2 januari 2019 ; 28 juni 2019 ; 13 december 2019 ; of de eerstvolgende beursdag (hierna "beursdag") in geval van niet-werking of sluiting van de markten, of indien de index op een bepaalde dag of uur niet kon worden berekend of gepubliceerd. 3- Op elke halfjaarlijkse waarnemingsdatum wordt het rendement van de index sinds aanvang als volgt berekend: [Waarde van de index (op de waarnemingsdatum i) / Initieel niveau van de index] – 1 7 29/05/2012
4- Zo worden 15 halfjaarlijkse rendementsvaststellingen verkregen Prestatiei , i=1 tot 15
S Prestatie = − 1 S 5- Het “gemiddelde rendement” is gelijk aan het rekenkundige gemiddelde van de vijftien halfjaarlijkse vaststellingen van het rendement.
gemiddelde rendement =
1
15
15
× Prestatiei i=1
6- Het “in aanmerking genomen rendement ” is gelijk aan het maximum tussen 0% en 100% van het gemiddelde rendement. in aanmerking genomen rendement = Max0; 100% × gemiddelde rendement! Met dien verstande dat: De berekening van de eind-NIW wordt afgerond op twee decimalen. De eind-NIW wordt gedefinieerd als de op 27/12/2019 vastgestelde netto-inventariswaarde. De overige berekeningen in verband met de financiële instrumenten en het in aanmerking genomen rendement worden niet afgerond. Indien een van de halfjaarlijkse waarnemingsdata geen beursdag is voor de EURO STOXX Select Dividend 30-index, wordt de volgende beursdag gebruikt. In geval van verstoring van de markt op een van de hierboven gedefinieerde halfjaarlijkse waarnemingsdata, worden de plaatselijke gebruiken gevolgd voor de waardebepaling van het subfonds.
Beschrijving van de index De EURO STOXX Select Dividend 30-index biedt een blootstelling aan de 30 aandelen van de eurozone met het hoogste dividend in alle landen van de aandelen van de EURO STOXX-index. De weging van de aandelen wordt bepaald door het rendement van het jaarlijkse nettodividend van deze effecten. Zo hebben de ondernemingen die het hoogste dividend uitkeren, de hoogste weging in de index. Het aantal aandelen in de index ligt vast, evenals hun weging, wat de diversificatie van de index garandeert. Hij wordt berekend met niet-herbelegde dividenden (samenstelling, berekeningswijze en ontwikkeling van het rendement van de EURO STOXX Select Dividend 30-index op www.stoxx.com).
Index
EURO STOXX Select Dividen d 30
Reuters Bloomberg Geografisc Publicatieage -code -code h gebied nt
.SD3E
SD3E Index
Eurozone
Referentiebeur(s)(ze n)
Afsluiting
Elk van de gereglementeerde Uur waarop markten of de noteringssystemen (of publicatieage STOXX Limited elke daarvoor in de nt de index plaats komende markt voor het laatst of systeem) waarop publiceert de aandelen in deze index voornamelijk worden verhandeld.
Als de EURO STOXX Select Dividend 30-index niet wordt berekend en gepubliceerd door de publicatieagent, maar door een derde die aanvaardbaar is volgens de lokale gebruiken, of als hij 8 29/05/2012
wordt vervangen door een andere index waarvan de kenmerken, volgens de lokale gebruiken, grotendeels vergelijkbaar zijn met die van de index, dan zal de index worden verondersteld de aldus door die derde berekende en gepubliceerde index te zijn, of die vervangende index naargelang het geval. In geval van wijziging of niet-berekening en -publicatie van de index, en als de EURO STOXX Select Dividend 30-index niet werd vervangen (volgens de voormelde voorwaarden), zal de volgende regel worden toegepast: in geval van ingrijpende wijziging - anders dan een wijziging conform zijn werkingsregels - van de formule of de berekeningswijze ervan of, indien hij niet wordt berekend en/of gepubliceerd, zal er een indexniveau worden bepaald op basis van de laatste geldende berekeningsformule van de EURO STOXX Select Dividend 30-index vóór de gebeurtenis. Alleen de aandelen die waren opgenomen in de EURO STOXX Select Dividend 30-index vóór de gebeurtenis in kwestie en die verhandeld blijven op de referentiebeur(s)(zen), zullen in aanmerking worden genomen om het niveau van de index te bepalen.
Voorbeeld voor de berekening van de uiteindelijke netto-inventariswaarde*: EURO STOXX Select Dividend 30
Semester
1400 Initieel niveau 1350 Semester 1 1240 Semester 2 1600 Semester 3 1800 Semester 4 2100 Semester 5 2250 Semester 6 2360 Semester 7 2280 Semester 8 2250 Semester 9 2000 Semester 10 1950 Semester 11 2090 Semester 12 2250 Semester 13 2450 Semester 14 2380 Semester 15 Gemiddeld rendement van de EURO STOXX Select Dividend 30-index in aanmerking genomen rendement Eind-NIW* Jaarlijks rendement**
Halfjaarlijkse vaststellingen van het rendement sinds begindatum -3,57% -11,43% 14,29% 28,57% 50,00% 60,71% 68,57% 62,86% 60,71% 42,86% 39,29% 49,29% 60,71% 75,00% 70,00% 44,52% 44,52% 1445,24 5,04%
Scenario's: Gemiddeld rendement Scenario van de EURO STOXX Select Dividend 30-index
In aanmerking genomen rendement
Gunstig
44,5%
44,5%
Neutraal
21,8%
21,8%
Ongunstig
-12,0%
0,0%
Rendement Datum van de Uiteindelijke op jaarbasis NIW nettovan Finale inventariswaarde* de formule** netto1445,24€ 5,04% inventariswaarde 1217,62€ 2,66% bepaald op 1000,00 € 0% 27/12/2019
Rente zonder risico***
2,91%
*Voor een Begin-NIW van EUR 1.000 (exclusief inschrijvingsprovisie) **Jaarrendement verkregen in de periode van 02/07/2012 tot 27/12/2019
9 29/05/2012
*** Jaarlijks rendement Belgische staatsobligatie OLO 4,2% 04/12/2019 (ISIN=BE3871242694), op 22/05/2012 Gunstig scenario
Neutraal scenario
10 29/05/2012
Ongunstig scenario
Deze cijfers dienen ter indicatie. De simulaties zeggen niets over de toekomstige prestaties van de index en van het subfonds.
2.3.
Risicoprofiel van het compartiment
Ondanks het onder punt 2.1.2 hierboven beschreven mechanisme ter bescherming van het kapitaal, kan de waarde van een aandeel van het subfonds stijgen of dalen; daarom krijgt de belegger op de einddatum mogelijk minder terug dan zijn eerste inleg. Een gedetailleerde beschrijving van de gemiddelde risico's is opgenomen in het prospectus. Samenvattende tabel van de belangrijkste risico's, zoals door het subfonds ingeschat: Type risico Marktrisico
Beknopte definitie van het risico Risico dat de markt van een bepaalde activacategorie daalt, waardoor de prijzen en de waarde van de activa in de portefeuille kunnen worden beïnvloed Kredietrisico Risico dat een emittent of een tegenpartij in gebreke blijft Afwikkelingsrisico Risico dat een emittent of een tegenpartij in gebreke blijft Liquiditeitsrisico Risico dat een participatie niet op het juiste moment kan worden verkocht tegen een redelijke prijs Wisselkoersrisico Risico dat de waarde van de belegging wordt beïnvloed door wisselkoersschommelingen Bewaarrisico Het risico van verlies van de activa die een bewaarder/subbewaarder onder zijn hoede heeft
Geen
Laag
Gemiddeld X
Hoog
X X X
X
X
11 29/05/2012
Concentratierisico Het risico verbonden aan een aanzienlijke concentratie van de beleggingen op één activacategorie of op één bepaalde markt Rendementsrisico Het risico voor het rendement Kapitaalrisico Het risico voor het kapitaal Flexibiliteitrisico Gebrek aan flexibiliteit van het product zelf en de restricties die de mogelijkheid om naar andere leveranciers over te stappen beperken Inflatierisico Risico verbonden aan de inflatie Het risico in Onzekerheid over de duurzaamheid van verband met bepaalde externe factoren, zoals het externe factoren belastingstelsel 2.4.
X
X X X
X X
Risicoprofiel van de gemiddelde belegger: Beschrijving van het risicoprofiel van de gemiddelde belegger
Aanbevolen beleggingshorizon: vanaf de periode van eerste inschrijving tot de einddatum, ofwel ongeveer 7 jaar en 6 maanden. Dit subfonds is vooral bestemd voor beleggers met een defensief risicoprofiel. Dit risicoprofiel wordt berekend voor een belegger uit de eurozone en kan verschillen van het risicoprofiel van een belegger uit een andere monetaire zone. Voor meer informatie over de risicoprofielen kunt u zich wenden tot een van de agentschappen van de distributeurs. Deze gegevens dienen ter informatie en houden geen enkele verbintenis voor de bevek in.
12 29/05/2012
3. Economische informatie 3.1.
Provisies en kosten EENMALIGE PROVISIES EN KOSTEN TEN LASTE VAN DE BELEGGER (in EUR of in % van de NIW per aandeel) Uittreding
Compartimentswijziging
Na de eerste inschrijvingsperiode: 1,50%
Eventueel verschil tussen de verkoopprovisie van het nieuwe subfonds en dat van het huidige subfonds, met een minimum van 1%
In geval van een rechtstreekse inschrijving op naam in het register of in geval van wijziging van een nominee inschrijving in een rechtstreekse inschrijving op naam in het register (op verzoek van de klant) wordt een vast bedrag van EUR 100 (incl. btw) in rekening gebracht.
In geval van een rechtstreekse inschrijving op naam in het register of in geval van wijziging van een nominee inschrijving in een rechtstreekse inschrijving op naam in het register (op verzoek van de klant) wordt een vast bedrag van EUR 100 (incl. btw) in rekening gebracht.
Toetreding
Tijdens de eerste inschrijvingsperiode: 2,50% Verkoopprovisie
Administratiekosten
-
De met de financiële dienstverlening belaste agent treedt niet op als nominee.
Tijdens de eerste Bedrag ter dekking van inschrijvingsperiode: 0% aankoop/verkoopkosten van de Na de eerste activa inschrijvingsperiode: 2% (voor het subfonds) voor het subfonds
Belasting op beurstransacties (TOB)
-
De met de financiële dienstverlening belaste agent treedt niet op als nominee. Tijdens de eerste inschrijvingsperiode: 0%
Tijdens de eerste inschrijvingsperiode: 0%
Na de eerste inschrijvingsperiode: 1% voor het subfonds
Na de eerste inschrijvingsperiode: 0,5% voor het subfonds
Op de einddatum: 0%
Op de einddatum: 0%
Kap. Kap./Dis.: Kapitalisatieaandelen: 0,65% met een 0,65% met een maximum van EUR 975 maximum van EUR 975
13 29/05/2012
TERUGKERENDE PROVISIES EN KOSTEN TEN LASTE VAN HET SUBFONDS (in EUR of in % van de NIW per aandeel) Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille
Max. EUR 15 per aandeel op jaarbasis
Verkoopvergoeding
Max. 15 EUR per aandeel op jaarbasis
Administratievergoeding en vergoeding voor de financiële dienstverlening
Max. EUR 0,40 per aandeel op jaarbasis, met een minimum van EUR 6.000
Bezoldiging van de depothoudende bank
EUR 0,50 per aandeel op jaarbasis
Jaarlijkse belasting
0,08%, geheven over de per 31 december van het voorgaande jaar in België belegde nettobedragen
Overige kosten (schatting), waaronder de vergoedingen voor de accountant, de bestuurders en de natuurlijke personen die zijn belast met de feitelijke leiding
EUR 30.000 per jaar + Max. 0,15% over de nettoactiva van het subfonds op jaarbasis. Als deze overige kosten de grens van 30.000 + 0,15% te boven gaan, neemt de beheerder (Amundi IS) het meerdere voor zijn rekening.
Bij de exploitatie- en beheerkosten kunnen nog transactieprovisies (brokerage fees) komen, die aan het subfonds worden gefactureerd: Transactieprovisie: →deels of gezamenlijk ontvangen door de bewaarder over het totaal van de instrumenten
Vast bedrag van EUR 0 tot 450, all-in, afhankelijk van de markt
Inhouding bij elke transactie
→deels of gezamenlijk ontvangen door de beheermaatschappij over de valutatransacties en door Amundi Intermédiation over alle overige instrumenten
Vast bedrag van EUR 5 per contract (futures/opties) of evenredige provisie van 0% tot 0,20%, afhankelijk van de instrumenten (effecten, valuta's...)
Soft commissions Geen. Fee-sharing agreements Geen. 4. Informatie over de deelbewijzen van het subfonds en de handel daarin 4.1.
Soorten aan het publiek aangeboden deelbewijzen: De deelbewijzen zijn op naam uitgegeven kapitalisatieaandelen. De aandelen op naam worden ingeschreven in het register van de aandelen op naam van de bevek bij CACEIS Belgium. Certificaten van deze aandelen op naam worden op verzoek afgegeven aan beleggers.
4.2.
Valuta voor de berekening van de netto-inventariswaarde: EUR
4.3.
Periode van eerste inschrijving: van 04/06/2012 tot en met 29/06/2012 tot 6 uur s’ochtends. Als de winstgevendheid van het subfonds in gevaar komt als gevolg van een beperkt aantal 14 29/05/2012
inschrijvingen gedurende de eerste inschrijvingsperiode (minder dan 10.000.000,00 EUR), kan de Raad van Bestuur besluiten de tijdens deze eerste inschrijvingsperiode geplaatste orders te weigeren en de aandelen van het subfonds niet op de markt te brengen. De betaling over de begin-NIW vindt plaats op 06/07/2012. 4.4.
Oorspronkelijke inschrijvingsprijs: EUR 1.000
4.5.
Berekening van de netto-inventariswaarde:
De netto-inventariswaarde wordt tweemaal per maand berekend: •
Op de 16e van de maand (of, als dit een zaterdag, zondag of bankfeestdag is, de laatste daaraan voorafgaande bankwerkdag), en
•
op de laatste bankwerkdag van de maand (in december: de op een na laatste bankwerkdag van de maand).
De eerste netto-inventariswaarde wordt vastgesteld op 2 juli 2012. De koersen die voor de waardebepaling in aanmerking worden genomen zijn die van D, waarbij D de dag is waarop het in ontvangst nemen van orders wordt gestaakt. De berekening van de netto-inventariswaarde vindt plaats tussen D+1 werkdag en D+3 werkdagen.
4.6.
Publicatie van de netto-inventariswaarde: De netto-inventariswaarde wordt tweemaal per maand gepubliceerd in de Belgische financiële pers (l'Echo en De Tijd). De netto-inventariswaarde is eventueel ook beschikbaar op de websites van de Distributeurs en is in elk geval eveneens beschikbaar aan de loketten van de instelling die de financiële dienstverlening voor haar rekening neemt, CACEIS Belgium.
4.7. Procedures voor inschrijving op deelbewijzen, inkoop van deelbewijzen en wijziging van subfonds: * D = de afsluitingsdatum voor het ontvangen van de orders en datum van de gepubliceerde netto-inventariswaarde: op de 16e van elke maand (of, als dit een zaterdag, zondag of bankfeestdag is, de laatste daaraan voorafgaande bankwerkdag) en op de laatste bankwerkdag van elke maand (in december: de op een na laatste bankwerkdag van de maand) om 6.00 uur. De sluitingstijd voor de inontvangstneming van orders geldt voor de financiële dienstverlener en de in dit vereenvoudigd prospectus vermelde distributeurs. Als er nog andere distributeurs zijn die niet in dit vereenvoudigd prospectus zijn vermeld, wordt de belegger verzocht informatie in te winnen over het door hen gehanteerde uiterlijke tijdstip voor de inontvangstneming van orders. De netto-inventariswaarde voor de berekening van de inschrijvings-/inkoopkoers of de conversiewaarde voor orders ontvangen op dag D vóór 6.00 uur, is de netto-inventariswaarde op dag D. * D+1 tot uiterlijk D+3 = datum van de berekening van de netto-inventariswaarde; * D+3 = datum van betaling of terugbetaling van de aanvragen; en * D+3 = datum van de terugbetaling op basis van de eind-NIW.
15 29/05/2012
4.8.
Nominee
De Distributeurs kunnen voor de inschrijving een dienst aanbieden waarbij zij optreden als Nominee. Het nominee-systeem houdt in dat de rechten van de betreffende houders van aandelen op naam worden ingeschreven op een effectenrekening die op hun eigen naam is geopend bij de Nominee en dat alle inschrijvingen van de houders die voor deze techniek kiezen (de Nominee-beleggers) tot uitdrukking komen in een integrale inschrijving voor rekening van de Nominee-beleggers in het aandeelhoudersregister van de bevek. In zijn hoedanigheid van centraal tussenpersoon waakt de nominee over de inschrijvingen in het register van aandeelhouders. Bovendien staat hij in voor de correcte registratie van de rechten van de beleggers op de individuele effectenrekeningen. Deze laatsten kunnen de situatie en de waardering van hun aandelen op naam permanent volgen, dankzij de regelmatige communicatie van de nominee. Het Belgische recht is van toepassing op de rechtsverhouding tussen de Nominee-beleggers en de Nominee. De individuele rechten van elke nominee-belegger worden dus eveneens gegarandeerd door de wettelijke bepalingen en hierna beschreven maatregelen. Overeenkomstig Koninklijk Besluit 62 van 10 november 1967 betreffende het depot van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties in deze instrumenten, heeft de houder van een inschrijving op een effectenrekening (in dit geval de nominee-belegger) een terugvorderingsrecht op de effechten die zijn eigendom zijn, dat tevens inroepbaar is tegen derden, met name in geval van insolventie van de nominee. Dat betekent dat hij in elk geval zijn rechten kan opeisen indien zijn eisen zouden concurreren met die van andere schuldeisers van de nominee. De vermogensrechten van de belegger blijven zo gewaarborgd, dankzij de inschrijving op een effectenrekening. In het nomineesysteem heeft de belegger uiteraard recht op volledige informatie die, volgens de aandelenwetgeving, moet worden meegedeeld aan de aandeelhouders op naam (periodieke verslagen, documenten in verband met de algemene vergaderingen, jaarrekeningen e.d.). Elke nominee-belegger ontvangt dus van de Nominee een bericht waarin hem wordt medegedeeld welke informatie is gepubliceerd en dat hij deze informatie op verzoek kosteloos kan verkrijgen bij zijn verkooppunt. Het stemrecht van de aandeelhouder, ten slotte, komt in het nomineesysteem evenmin in het gedrang. Middels een voorafgaand schriftelijk verzoek aan de nominee (d.w.z. uiterlijk 30 dagen vóór de desbetreffende algemene vergadering) zullen de nodige administratieve stappen worden ondernomen, zodat de nominee-belegger zelf zijn stemrecht kan uitoefenen. Als er zo geen verzoek is geweest, zal de nominee het stemrecht uitoefenen in naam van de nominee-beleggers, steeds in het exclusieve belang van deze nominee-beleggers. Omdat de verwerking van inschrijvingen en wijzigingen in verband met dergelijke directe inschrijvingen op naam extra werk voor de Nominee met zich meebrengt, zal ter dekking van deze kosten bij elke wijziging van een Nominee-inschrijving in een directe inschrijving een provisie worden ingehouden. Deze provisie staat vermeld in de tarievenlijst van elke Distributeur en van CACEIS Belgium, dat optreedt als instelling belast met de financiële dienstverlening van de bevek. Omzettingen van directe inschrijvingen in nominee-inschrijvingen en vice versa geschieden op verzoek aan de loketten van elk verkooppunt van de nominee.
16 29/05/2012
Bijlage: informatie die jaarlijks moet worden herzien
1. Synthetische risico-indicator Situatie per 29/05/2012: I op een schaal van 0(Ø) (laagste risico) tot 6(VI) (hoogste risico). De risicoklasse is een indicator van het risico dat is verbonden aan een belegging in een ICB, of een subfonds van een ICB, met een vaste einddatum en kapitaalbescherming bij uittreding vóór de einddatum. De risicoklasse wordt toegekend op basis van de gemiddelde standaarddeviatie van vergelijkbare categorieën producten. De nieuwe ICB, of het nieuwe subfonds van de ICB, neemt in eerste instantie de risicoklasse over van de categorie waartoe hij/het behoort. Zodra de inventariswaarden van de nieuwe ICB, of het nieuwe subfonds van de ICB, gedurende meer dan een jaar zijn vastgesteld, wordt de risicoklasse toegekend door berekening van de standaarddeviatie op jaarbasis van de rendementen in EUR. Nadere informatie over de berekening van de synthetische risico-indicator zijn te vinden op de website van de Belgian Asset Managers Association www.beama.be
17 29/05/2012