Verantwoord Beleggen Rapportage H1 2015 Syntrus Achmea Beleggingspools
Inhoud Voorwoord & activiteiten
5
Inleiding verantwoord beleggen
8
Uitsluitingsbeleid
10
Engagement
14
Collectief engagement
24
Corporate Governance
26
Bijlagen
29
Syntrus Achmea is een handelsnaam van Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. gevestigd te Amsterdam kvk 33254107 | Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. gevestigd te Tilburg kvk 18059537 | Syntrus Achmea Vastgoed B.V. gevestigd te Amsterdam kvk 33306313 |
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
4 / 31
01 Voorwoord & activiteiten In dit hoofdstuk komen de meest in het oog springende activiteiten over het afgelopen half jaar op het vlak van verantwoord beleggen binnen Syntrus Achmea Vermogensbeheer (SAVB) aan bod. Het verantwoord beleggen beleid is continu aan aanpassingen onderhevig. Daarnaast kunnen er nieuwe initiatieven en inzichten worden ingevuld. SAVB rapporteert over dergelijke concrete activiteiten halfjaarlijks. SAVB zeer goed beoordeeld door PRI SAVB is sinds 2007 een ondertekenaar van de Principles for Responsible Investing (PRI). Eén van de verplichtingen die dit met zich meebrengt is een jaarlijkse rapportage aan de PRI-organisatie over de implementatie van de principles. Sinds dit jaar voert de PRI-organisatie een analyse uit op deze inspanningen en worden deze afgezet tegen die van vergelijkbare concurrenten in omvang en regio. Dit heeft geleid tot een eerste SAVB beoordelingsrapportage door de PRI ten opzichte van 924 andere asset managers. Hierbij is de verankering van verantwoord beleggen binnen de SAVB organisatie op een aantal onderdelen getoetst, waaronder het MVB-beleid, de gestelde MVB-doelen, borging MVB-beleid in personeelsbeleid, de inspanning geleverd voor promotie van de principles en de mate waarin externe verificatie plaats vindt. Het algemene beeld dat uit dit rapport naar voren komt is dat SAVB op bijna alle onderdelen de hoogste score van drie sterren behaalt en het op alle onderdelen even goed of beter doet dan de mediaan. Zie onderstaand het overzicht. SAVB is erg tevreden met het resultaat, het laat zien dat de standaard die we zetten op verantwoord beleggen gebied hoog is. We zullen de gedetailleerde resultaten nader analyseren en daar waar wenselijk verbeteringsdoelstellingen formuleren.
Onderzoek Verantwoord Beleggen in fiduciair advies en asset allocatie Binnen SAVB heeft het Investment Committee een werkgroep aangesteld om verantwoord beleggen binnen het fiduciair advies verder te verankeren. Dit doel wordt verder uitgewerkt in een drietal werkstromen. Binnen de eerste werkstroom zullen verschillende actuele ESG thema’s nader worden uitgewerkt teneinde tot visievorming rond het thema te komen. Hierbij kan worden gedacht aan thema’s als klimaatsverandering, grote sociale ongelijkheid, vergrijzing of interstatelijke conflicten. Binnen de tweede werkstroom wordt een methode opgezet waarbij op gestructureerde wijze de MVBbeliefs van klanten kunnen worden uitgevraagd en vastgesteld. Hierbij kunnen de thema’s die uit de eerste werkstroom volgen input zijn voor het gesprek met het pensioenfondsbestuur. Mede op basis van de door de klant geformuleerde MVB-beliefs zal het beleggingsplan worden geactualiseerd. Dit zou kunnen leiden tot aanpassingen aan de asset allocatie op basis van deze beliefs. De derde werkstroom moet voor een verbeterde vastlegging van MVB-beliefs op het niveau van beleggingsrichtlijnen zorgen. We verwachten dit project in 2015 af te ronden. Engagement gesprekken in Eumedion verband Gedurende het hoogseizoen van Nederlandse aandeelhoudersvergaderingen is SAVB samen met andere institutionele beleggers voorafgaand aan de aandeelhoudersvergadering de dialoog met deze ondernemingen aangegaan. Hierbij is in totaal met 13 ondernemingen gesproken over de strategie van de onderneming, het management van de onderneming en relevante ESG-kwesties. Ook zijn tijdens deze gesprekken een aantal Eumedion-speerpunten besproken. Voor een gedetailleerd overzicht van de dialogen verwijzen we naar het hoofdstuk collectief engagement. De twee speerpunten waar Eumedion deelnemers, waaronder SAVB, zich in 2015 op richten in het gesprek met de onderneming zijn:
De aanwezigheid van een integrale rapportage, waarbij verder wordt gegaan dan enkel financiële cijfers;
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
5 / 31
Een meer informatieve en uitgebreidere ‘in control statement’ teneinde risk management aspecten beter te borgen binnen de besturing van de onderneming.
Ontwikkelen vernieuwd landenbeleid SAVB hanteert een landenbeleid, dat ook door een aantal klanten wordt gevoerd. Omdat het huidige landenbeleid doorgaans weinig impact heeft op daadwerkelijke beleggingen wordt gewerkt aan een vernieuwd landenbeleid. Binnen het raamwerk van dit beleid staan landenprestaties op het vlak van verschillende ESGthema’s centraal. Hierbij wordt gebruik gemaakt van gegevens van gerenommeerde internationale instituten. SAVB zal in 2015 dit landenbeleid verder doorontwikkelen en kan dit in de toekomst beschikbaar maken voor klanten en eigen beleid. Initiatief clinical trials transparency In de eerste helft van 2015 heeft Syntrus Achmea Vermogensbeheer zich aangesloten bij een collectief engagement initiatief genaamd clinical trial transparency. Binnen dit initiatief roepen wij de (bio)farmaceutische industrie op om volledige openheid te geven van testresultaten van te ontwikkelen medicijnen. Op dit moment heerst de gewoonte om enkel succesvol afgeronde clinical trials te rapporteren terwijl onsuccesvolle resultaten niet openbaar worden gemaakt. Hierbij is het van belang dat niet enkel de resultaten van huidige of toekomstige onsuccesvolle clinical trials worden gepubliceerd, maar is het van belang dat er transparantie komt over alle historische testresultaten. Het huidige gebrek aan transparantie heeft als negatief sociaal effect dat er proeven worden uitgevoerd, wellicht op mens en dier, die in het verleden al door andere ondernemingen onsuccesvol zijn uitgevoerd. Indien de onsuccesvolle proeven bekend zouden zijn binnen de industrie, zou dit leiden tot een vermindering van onnodige proeven op mens en dier. Daarnaast is het voor een belegger van groot belang om de succesratio van projecten tussen verschillende ondernemingen te kunnen bepalen. Dat is nu niet goed mogelijk omdat veelal alleen over succesvolle projecten wordt gerapporteerd. Enkel bij volledige openheid kan een belegger een goed geïnformeerde investeringsbeslissing nemen. Het engagement initiatief loopt via het PRI Clearinghouse.
uitkomsten van oude, huidige en toekomstige clinical trials.
Uitbreiding uitsluitingsbeleid global compact schenders Met ingang van 1 april 2015 is het uitsluitingsbeleid voor de SAVB beleggingspools uitgebreid. Naast controversiële wapens kunnen nu ook structurele schenders van internationale normen op het vlak van mensenrechten, milieu, arbeidsnormen en corruptie worden uitgesloten. SAVB rapporteert vanaf heden in het halfjaar rapport verantwoord beleggen over de uitvoering van dit beleid. Per 1 april 2015 zijn zeven ondernemingen van belegging uitgesloten in verband met structurele schendingen van deze normen. Tien ondernemingen zijn op de watchlist geplaatst. SAVB monitort de voortgang van dialoog met deze ondernemingen en de status van de schending op een verscherpte basis. MVB-beleid Global Equity Factor Fund Per 30 maart 2015 in het Global Equity Factor Fund (GEFF) opgericht. Dit fonds belegt in aandelen van ondernemingen die binnen de MSCI World Developed Index vallen. Op deze beleggingspool is het verantwoord beleggen beleid van SAVB van toepassing. Zo worden alle aandeelhoudersrechten door SAVB gestemd volgens het stembeleid, worden ondernemingen die controversiële wapens produceren en structurele schenders van het Global Compact uitgesloten en wordt engagement gepleegd. Daarnaast vormen Environmental, Social en Governance (ESG) factoren een integraal onderdeel van het beleggingsproces binnen het GEFF. Afstemming en aanscherping engagementthema’s 2015 : privacy en biofarma SAVB heeft naar aanleiding van de voor 2015 gekozen engagement thema’s afstemming gezocht met en input geleverd aan RobecoSAM voor de verdere uitwerking van het engagement. De door de klanten gekozen thema’s voor 2015 zijn ESG risico’s en kansen in de biofarmaceutische sector en Data privacy. SAVB portefeuillemanagers en een specialist verantwoord beleggen hebben denkrichtingen aangegeven voor verdere uitwerking van het thema en hebben alternatieve ondernemingen aangedragen voor opname in het engagementprogramma. Dit heeft ertoe geleid dat de ondernemingen in het programma beter aansluiten bij de portefeuilles van de SAVB klanten en de SAVB Beleggingspools.
Als eerste stap heeft Syntrus Achmea mede namens de andere aangesloten institutionele beleggers een engagementbrief gestuurd naar de ondernemingen AstraZeneca en Merck Co. waarin we ze hebben opgeroepen tot volledige transparantie over 6 / 31
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Effectiviteit van stemrecht als MVB-instrument SAVB heeft een analyse van de effectiviteit van het instrument stemmen uitgevoerd. Hierbij is specifiek gekeken naar de wijze waarop aandeelhouders het remuneratiebeleid van Amerikaanse ondernemingen kunnen beïnvloeden door middel van het uitbrengen van hun stem op aandeelhoudersvergaderingen. Het onderzoek over 2013-2015 wijst uit dat bij 1,8% van de ondernemingen het remuneratiebeleid door aandeelhouders niet werd aangenomen. Dit betekent dat meer dan 50% van de uitgebrachte stemmen tegen het gevoerde beleid was. Aandeelhouders kunnen ook invloed uitoefenen wanneer op een agendapunt niet door een meerderheid wordt tegen gestemd. Wanneer we kijken naar ondernemingen waar het remuneratiebeleid een 1 zwakke aandeelhouders approval rate kreeg (50%80% stemt voor), zien we dat dit genoeg is om het ondernemingsbeleid te kunnen beïnvloeden. Ruim 5,4% van de onderneming heeft in 2013-2014 een lage approval rate op het remuneratiebeleid gekregen. Van deze groep ondernemingen gaat 78,3% de dialoog aan met de aandeelhouders over de redenen van onvrede. Als de onderneming deze dialogen aangaat dan leidt dit in bijna alle gevallen tot wijzigingen in het remuneratiebeleid (94,4%), zie onderstaand.
1
De mate waarin de wijzigingen als voldoende kunnen beschouwd kunnen we op twee manieren beoordelen. Als eerste kan het stemadvies van het stemadviesbureau worden geanalyseerd. In 56,5% van de gevallen waarin de onderneming wijzigingen in het beleid heeft doorgevoerd is het stemadvies een jaar later van negatief naar positief bijgesteld door het stemadviesbureau. Dit duidt op substantiële verbeteringen in beleid, wat kennelijk meer in lijn is gebracht met de lokale Corporate Governance code. Daarnaast kan worden gekeken naar veranderingen in de approval rates van aandeelhouders. Daar zien we dat de gemiddelde approval rate van deze groep ondernemingen in 2013-2014 op 67,1% lag. Na het doorvoeren van wijzigingen steeg de gemiddelde approval rate van de groep in 2014-2015 met 14,3% tot 81,4%. Dit duidt erop dat ook de aandeelhouder de doorgevoerde wijzigingen als positief ervaart. Op basis van deze gegevens kunnen we aantonen dat aandeelhouders, ook wanneer een agendapunt niet bij meerderheid wordt weggestemd, het ondernemingsbeleid positief kunnen beïnvloeden.
Approval rate = percentage stemmen voor
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
7 / 31
02 Inleiding verantwoord beleggen Syntrus Achmea Vermogensbeheer beheert beleggingspools waar verschillende pensioenfondsen in participeren. Sinds 2008 past Syntrus Achmea verantwoord beleggen instrumenten toe bij het beheren van het vermogen in deze beleggingspools. In deze halfjaarlijkse rapportage leest u over de laatste stand van zaken met betrekking tot deze instrumenten en vindt u terug welke activiteiten voor de beleggingspools zijn ondernomen. Beleidsdocumenten en rapportages zijn terug te vinden op de website van Syntrus Achmea Vermogensbeheer. Wat houdt verantwoord beleggen in? Syntrus Achmea staat voor een goed en betaalbaar pensioen. Syntrus Achmea is van mening dat verantwoord beleggen bijdraagt aan het realiseren van een goed en betaalbaar pensioen voor huidige en toekomstige generaties. Daarom besteedt Syntrus Achmea waar nodig en mogelijk binnen de fiduciaire verantwoordelijkheid aandacht aan ecologische, sociale en governance onderwerpen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen door ondernemingen waarin belegd wordt speelt een belangrijke rol. Wat zijn de uitgangspunten? Voor het verantwoord beleggen beleid hanteert Syntrus Achmea de principes van het Global Compact van de Verenigde Naties als uitgangspunt. Deze principes hebben betrekking op vier hoofdthema’s: • Mensenrechten • Arbeidsnormen • Milieu • Anticorruptie Het VN Global Compact bestaat uit tien breed geaccepteerde principes (zie bijlage 1). Deze principes vinden hun oorsprong in internationale verdragen zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en principes van de International Labour Organisation (ILO). Het VN Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun eigen invloedsfeer kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Wat doet Syntrus Achmea? Bij het in praktijk brengen van het Syntrus Achmea verantwoord beleggen wordt gebruik gemaakt van vier instrumenten: 1. Uitsluiting, van producenten van controversiële wapens; 2. Engagement, het aangaan van de dialoog met ondernemingen; 3. Corporate governance en stemmen op aandeelhoudersvergaderingen 4. Landenbeleid geënt op de Sanctiewet 1977
Hoe legt Syntrus Achmea verantwoording af? Transparantie is onafscheidelijk verbonden aan een goed verantwoord beleggen beleid. Syntrus Achmea rapporteert daarom tweemaal per jaar over hoe zij de afgelopen periode invulling gaf aan het verantwoord beleggen beleid. Ook rapporteert Syntrus Achmea over de wijze waarop instrumenten zijn ingezet op sociale, governance en milieuthema´s. Syntrus Achmea rapporteert via een verantwoord beleggen rapportage. Met behulp van een zogenoemd vote disclosure system geven wij inzicht in het stemgedrag. De rapportages en het systeem zijn toegankelijk via de website van Syntrus Achmea. Daarnaast staan op deze website de volgende documenten: 1. Verantwoord beleggen beleid 2. Uitsluitingsbeleid ten aanzien van controversiële wapens 3. Corporate governance en stembeleid Wat is de scope van deze rapportage? Per 31 maart 2015 is de nieuwe beleggingspool het Syntrus Achmea Global Equity Factor Fund live gebracht. Dit fonds belegt met een factor strategie in aandelen van beursgenoteerde ondernemingen met als beleggingsuniversum de MSCI World Developed Markets. Het verantwoord beleggen beleid is van toepassing op deze en alle onderstaande beleggingsfondsen: • Syntrus Achmea Aandelenpool Europa • Syntrus Achmea Aandelenpool Noord Amerika • Syntrus Achmea Aandelenpool High Conviction Europa • Syntrus Achmea Aandelenpool Multi Manager Europa • Syntrus Achmea Global Equity Factor Fund • Syntrus Achmea Vastrentende Waarden Pool • Syntrus Achmea Global high Yield Pool • Syntrus Achmea Geldmarkt Pool In deze rapportage wordt verantwoording afgelegd voor het in de beleggingspools gevoerde verantwoord beleggen beleid.
De instrumenten, de gemaakte keuzes en de recente ontwikkelingen worden ieder in afzonderlijke hoofdstukken besproken.
8 / 31
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
ESG Integratie Voor de gangbare beleggingscategorieën zijn er nog andere ontwikkelingsmogelijkheden. Vanuit de overtuiging dat in de markt het belang van ontwikkelingen op milieu en sociaal gebied niet voldoende wordt onderkend wordt er waarde gehecht aan informatie op dit gebied. Voor de door Syntrus Achmea beheerde beleggingspools worden daarom daar waar mogelijk duurzaamheidsfactoren op een systematische en consistente manier geïntegreerd in het reguliere beleggingsproces. Dit vanuit de overtuiging dat het inzichtelijk maken van relevante ecologische, sociale en goed bestuur (ESG) factoren, en daarmee verbonden bedrijfsspecifieke risico’s, bijdraagt aan het maken van beter geïnformeerde beleggingsbeslissing. Het draagt bij aan het behalen van een goed rendement en het streven naar een goed en betaalbaar pensioen. Aandelen Voor de aandelenportefeuilles waar een fundamenteel beleggingsproces van toepassing is wordt een ESG integratie strategie toegepast. Sinds 2011 worden duurzaamheidsfactoren op een systematische en consistente manier geïntegreerd in het beleggingsproces. Dit vanuit de overtuiging dat het inzichtelijk maken van relevante ecologische, sociale en goed bestuur (ESG) factoren en daarmee verbonden bedrijfsspecifieke risico’s bijdraagt aan het maken van beter geïnformeerde beleggingsbeslissing. Na uitvoerig testen van beschikbare data is de voorlopige conclusie dat huidige datasets zich niet lenen voor het doel van ESG integratie in de portefeuilles die beheerd worden middels een kwantitatief beleggingsproces. De kwaliteit van de onderliggende data en het ontbreken van betrouwbare tijdsreeks gegevens maken dat de datasets momenteel geen toegevoegde waarde hebben voor de beleggingsportefeuille.
Bedrijfsobligaties Bij het beheer van de bedrijfsobligatieportefeuille binnen de Vastrentende Waarden Pool is in de afgelopen jaren op ad-hoc basis een ESG-integratiestrategie in het beleggingsproces toegepast op het moment dat daar nadrukkelijk aanleiding toe was. Voor ondernemingen waar risico’s vanuit een ecologische, sociale en goed bestuur (ESG) perspectief het meest dreigend waren is er aandacht geschonken aan ESG informatie met gebruikmaking van de MSCI ESG Research. Naast het evalueren van invloed van ESG factoren op bestaande bedrijfsobligaties werd bij nieuwe bedrijfsobligatieuitgevende instellingen ook op ad hoc basis ESG informatie meegenomen in het beoordelingsproces. Door aanpassingen in het Syntrus Achmea waarderingsmodel is in het tweede kwartaal van 2014 de stap gezet naar een structurele ESG integratie voor het credits bedrijfsobligatiemandaat. Staatsobligaties Voor de staatsobligatieportefeuille binnen de Vastrentende Waarden Pool worden bestuurlijke, milieu en sociale risico’s waar van toepassing en relevant meegewogen in de kwantitatieve en kwalitatieve landenanalyses. In de bepaling van het risico of een land de uitgeleende hoofdsom en bijhorende rente volledig en op tijd terug kunnen betalen zijn ESG risico’s dus meegewogen. Bij het identificeren van deze risico’s maken de SAVB portefeuillemanagers gebruik van ESG landenanalyses van de onafhankelijke dataleverancier MSCI ESG Research. Syntrus Achmea zal naast de interne activiteiten de ontwikkelingen in de markt op dit gebied blijven monitoren, onderzoeken en toepassen indien gepast. Dit met het doel een goed rendement te behalen zodat een goed en betaalbaar pensioen voorop blijft staan.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
9 / 31
03 Uitsluitingsbeleid Er zijn verschillende redenen waarom een belegger er voor kiest om niet te beleggen in bepaalde ondernemingen. Zo kan men ervoor kiezen om niet te beleggen in ondernemingen die ongewenst gedrag vertonen of ondernemingen die bepaalde controversiële producten produceren. Wanneer een onderneming betrokken is bij een controversieel product, veelal een kernactiviteit van de onderneming, is een engagementbeleid niet reëel. Het is immers lastig de onderneming over te halen een ander product te produceren. In dat geval hanteert Syntrus Achmea op voorhand een uitsluitingsbeleid. Daarnaast kunnen ondernemingen die op structurele wijze met hun gedrag internationale normen rondom mensenrechten, milieu, arbeidsnormen of corruptie schenden (vormgegeven in de principes van het Global Compact ) en bij achterblijvende engagementresultaten worden uitgesloten van het beleggingsuniversum. Het uitsluitingsbeleid van de beleggingspools richt zich hiermee op twee criteria, namelijk controversiële wapens en structurele schenders van het Global Compact. Wat zijn controversiële wapens? Voor Syntrus Achmea zijn wapens controversieel wanneer deze wapens onevenredig veel leed en slachtoffers veroorzaken en geen onderscheid maken tussen burger- en militaire doelen. Ook na afloop van een conflict veroorzaken deze wapens nog op aanzienlijke schaal slachtoffers en ontwrichten deze de maatschappij en de economie. In de praktijk gaat het om de volgende typen wapens: 1. Nucleaire wapens 2. Biologische wapens 3. Chemische wapens 4. Antipersoonsmijnen 5. Clustermunitie Bij het bepalen van de definitie van controversiële wapens zoekt Syntrus Achmea aansluiting bij internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend en bij het beleid van de Nederlandse overheid. Het volledige uitsluitingsbeleid kunt u terugvinden op de website van Syntrus Achmea. Hoe wordt de uitsluitingslijst samengesteld? De Syntrus Achmea beleggingspools beleggen direct wereldwijd in aandelen en bedrijfsobligaties. Hierbij gaat het enkel om financiële markten die ontwikkeld zijn, dus er wordt niet in opkomende markten belegd. Het uitsluitingsbeleid is van toepassing op deze beleggingen. Het onafhankelijke Zweedse onderzoeksbureau Ethix stelt ieder halfjaar vast welke ondernemingen betrokken zijn bij de productie van controversiële wapens (tabel 02.1). Daartoe bekijkt het onderzoeksbureau het gehele belegbaar universum. Wanneer het onderzoeksbureau betrokkenheid vaststelt leidt dit tot uitsluiting. Uitsluiting controversiële wapens Verbod beleggen in clustermunitie Met betrekking tot het verbod tot beleggen in clustermunitie heeft de AFM geïnventariseerd welke ondernemingen per 1 januari 2015 voldoen aan de criteria geformuleerd in artikel 21a Besluit Marktmisbruik. Uit deze inventarisatie blijkt dat de onderstaande 10 / 31
beursgenoteerde ondernemingen in ieder geval onder de wettelijke definitie van een ‘verboden onderneming’ als bedoeld in artikel 21a Besluit Marktmisbruik vallen. Aan deze lijst van ondernemingen is één naam toegevoegd. Na Poongsan Corporation is ook de bedrijfsentiteit Poonsan Holdings aan de lijst toegevoegd. De overige ondernemingen op deze lijst blijven gehandhaafd op de uitsluitingslijst van de beleggingspools: Aeroteh SA Hanwha Corporation Motovilihinskie Zavody Poongsan Corporation Poongsan Holdings Orbital ATK Singapore Technologies Textron Veranderingen in de uitsluitingslijst Op basis van onderzoeksresultaten van Ethix evenals de indicatieve AFM-lijst is er een aantal wijzigingen doorgevoerd in de uitsluitingslijsten. Op basis van Besluit Marktmisbruik is de volgende wijzing doorgevoerd:
Toevoeging van Poongsan Holdings in verband met productie van clustermunitie
Op basis van screening van het beleggingsuniversum door Ethix zijn de volgende wijzingen doorgevoerd:
Toevoeging Harris Corporation in verband met geverifieerde betrokkenheid bij nucleaire wapens
Op basis van corporate actions zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
Naamsverandering van AECOM Technology Corporation naar AECOM Naamsverandering van GenCorp. naar Aerojet Rocketdyne Holdings
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Naamsverandering Alliant Techsystems naar Orbital ATK
Tabel 03.1 Uitsluitingslijst controversiële wapens per 1 juli 2015. Bron: Ethix SRI Advisors + “indicatieve AFM lijst” Onderneming AECOM Aerojet Rocketdyne Holdings Aeroteh* Airbus Group NV Areva S.A. Babcock International Group PLC BAE Systems PLC Boeing Co. Doosan Co Ltd Finmeccanica S.p.A. Fluor Corp. General Dynamics Corp. Hanwha Corp.* Harris Corp. Honeywell International Inc. Huntington Ingalls Industries Jacobs Engineering Group Inc. Kratos Defence and Security Solutions Inc. L-3 Communications Holdings Inc. Larsen & Toubro Ltd. Leidos Holdings Inc Lockheed Martin Corp. Moog Inc. Motovilihinskie Zavody* Northrop Grumman Corp. Orbital ATK Inc.* Poongsan Corp.* Poongsan Holdings* Raytheon Co. Rolls-Royce Group PLC SAFRAN S.A. Serco Group SGL Carbon SE Singapore Technologies Engineering Ltd.* Temasek Holdings Textron Inc.* Thales S.A. United Technologies
Controversiële wapens x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Per 1 juli 2015 is geen van de ondernemingen in het beleggingsuniversum betrokken bij de productie van biologische- en/of chemische wapens. Ondernemingen met een asterisk zijn aanvullende namen vanuit de indicatieve AFM lijst ten aanzien van clustermunitieproducenten.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
11 / 31
Global Compact wordt uitsluitingscriterium In de participantenvergadering van 12 december 2014 is door de Beheerder van de SAVB beleggingspools (alle aandelenpools en vastrentende waardenpool) een voorstel ingebracht voor uitbreiding van het huidige uitsluitingsbeleid. Het voorstel is door de participanten aangenomen en zorgt ervoor dat de Beheerder ondernemingen kan uitsluiten indien deze structureel de principes van het Global Compact schenden. Hoe wordt de uitsluitingslijst samengesteld? De SAVB beleggingspools beleggen direct wereldwijd in aandelen en bedrijfsobligaties. Hierbij gaat het enkel om financiële markten die ontwikkeld zijn, dus er wordt niet in opkomende markten belegd. Het uitsluitingsbeleid is van toepassing op deze beleggingen. Het onafhankelijke Zweedse onderzoeksbureau Ethix stelt ieder halfjaar vast welke ondernemingen betrokken zijn bij structurele schendingen van internationale normen. Leidraad hierbij zijn de principes van het Global Compact op het vlak van mensenrechten, arbeidsnormen, milieunormen en anticorruptie. Daartoe bekijkt het onderzoeksbureau het gehele belegbaar universum. Wanneer het onderzoeksbureau heeft geverifieerd dat een onderneming een schending pleegt op één van bovengenoemde principes leidt dit tot verdere analyse van de onderneming door de Beheerder. Omdat een schending snel kan ontstaan, maar ook weer snel kan worden opgeheven, komen alleen de structurele schenders van principes in aanmerking voor uitsluiting. SAVB stelt dat een schending structureel is wanneer deze ten minste 24 aaneengesloten maanden heeft plaatsgevonden. Zolang dit niet het geval is, heeft het aangaan van de dialoog met de onderneming (engagement) de voorkeur. Uitsluiten in deze fase zou voorbarig zijn. Na vaststelling van de lijst van structurele schenders bepaalt de Beheerder of de ondernemingen worden aangehouden, uitgesloten dan wel op de watchlist geplaatst worden. Dit besluit wordt genomen op basis van onderstaande relevant bevonden criteria: 1.
de houding van de onderneming ten aanzien van de schending en de bereidheid het gesprek met
12 / 31
2.
3.
4.
aandeelhouders aan te gaan (constructief/nietconstructief) de ontwikkelingen t.a.v. de casus en door de onderneming gemaakte stappen om schending (deels) op te heffen (positief/neutraal/negatief) de ernst van de schending: sommige schendingen beïnvloeden complete bevolkingsgroepen, andere niet (hoog/middel) de sterkte van de casus waarbij wordt gekeken naar reeds gedane uitspraken van nationale of internationale gezaghebbende instanties (sterk/neutraal/zwak) Aan de hand van informatie op deze criteria vormt de Beheerder zich een beeld van de ontwikkelingen en ernst van de schending en wordt al dan niet overgegaan tot uitsluiting van de onderneming voor de aandelen- en vastrentende waardenpools. Beleggingen in uitgesloten ondernemingen worden verkocht. Geen nieuwe aandelen of obligaties worden aangekocht zolang de onderneming op de uitsluitingslijst staat. Bij een geverifieerde opheffing van de schending zal de onderneming van de uitsluitingslijst worden verwijderd.
Uitsluiting structurele Global Compact schenders Per 1 juli 2015 zijn wereldwijd zeven ondernemingen voor beleggingen uitgesloten vanwege structurele schendingen van Global Compact principes. Vier ondernemingen zijn uitgesloten in verband met de schending van het recht op zelfbeschikking (mensenrecht), twee ondernemingen vanwege het schenden van recht op vereniging en vakbondsvorming (arbeidsnorm) en één onderneming vanwege vervuilen van land en water (milieu). Zie tabel 2.2. voor het volledige overzicht. Daarnaast heeft de Beheerder besloten tien ondernemingen op de watchlist te plaatsen. Deze ondernemingen hebben op structurele wijze principes van het Global Compact geschonden, maar op basis van bovengenoemde criteria is vooralsnog niet besloten tot uitsluiting over te gaan maar via engagement het gesprek met de onderneming te continueren.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Tabel 03.2 Uitsluitingslijst structurele Global Compact schenders per 1 juli 2015. Bron: Ethix SRI Advisors en Syntrus Achmea Vermogensbeheer Onderneming Bank Hapoalim Bank Leumi Le-Israel Chevron Corporation Cintas Incitec Pivot Limited Mizrahi-Tefahot Bank Wal-Mart Stores, Inc.
Global Compact schending Mensenrecht – recht op zelfbeschikking Mensenrecht – recht op zelfbeschikking Milieunorm – water- en grondvervuiling Arbeidsnorm – recht op vereniging en vakbondsvrijheid Mensenrecht – recht op zelfbeschikking Mensenrecht – recht op zelfbeschikking Arbeidsnorm – recht op vereniging en vakbondsvrijheid
.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
13 / 31
04 Engagement Een onderneming is gericht op het maken van winst. Het streven naar winstmaximalisatie kan op bepaalde momenten op gespannen voet staan met internationale richtlijnen voor verantwoord ondernemen, zoals het VN Global Compact. In een context waar ondernemingen deze internationale richtlijnen systematisch schenden wordt gedrag onverantwoord. Onverantwoord gedrag vormt een risico voor winstmaximalisatie op de lange termijn en het is dus in het belang van de onderneming en al haar belanghebbenden dat richtlijnen voor verantwoord ondernemen worden gerespecteerd. Daarom gaat Syntrus Achmea de dialoog aan met ondernemingen. Het doel van deze dialoog is het duidelijk stellen van kaders, het ontwikkelen van kennis bij ondernemingen en het definiëren van 'good practices'. Op deze manier draagt Syntrus Achmea bij aan het bewaken van het juiste evenwicht en beschermt het haar belangen. Syntrus Achmea en de dialoog Engagement is het aangaan van de dialoog met ondernemingen. Het is het centrale middel in het verantwoord beleggen beleid van Syntrus Achmea. Met het aangaan van de dialoog willen wij het duurzame gedrag van ondernemingen verbeteren en tegelijkertijd aandeelhouderswaarde vergroten. De dialoog kan op diverse manieren gevoerd worden: 1. proactief; een onderneming wordt aangesproken op de (neven)effecten van haar bedrijfsprocessen; 2. reactief; een onderneming wordt aangesproken op ongewenste activiteiten en gedragingen; 3. ter bevordering van een algemene standaard op bijvoorbeeld sectorniveau. De minimale uitgangspunten De beginselen van het VN Global Compact vormen een minimaal uitgangspunt voor verantwoord ondernemen. Structurele schendingen van het VN Global Compact vergroten het risico op nadelige gevolgen voor de onderneming, haar directe omgeving zoals lokale gemeenschappen of het milieu en voor andere belanghebbenden. Activiteiten die (mogelijk) leiden tot een schending van de principes van het VN Global Compact staan veelal in de belangstelling van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en de media en schaden het milieu, lokale gemeenschappen en daarmee de reputatie van de ondernemingen. In de praktijk leiden deze schendingen ook vaker tot rechtszaken, die boetes of het uitbetalen van schadeclaims door de ondernemingen tot gevolg kunnen hebben. Dit zijn directe negatieve financiële effecten, die ook de belangen van aandeelhouders schaden. Ondernemingen dienen te voorkomen dat zij zich schuldig maken aan structurele schendingen van de beginselen van het VN Global Compact. Mochten zij zich daaraan wel schuldig maken, dan is het noodzakelijk dat zij deze schendingen opheffen en voorkomen dat de schendingen in de toekomst opnieuw zullen optreden. Dit zijn belangrijke aandachtspunten bij het voeren van een dialoog.
Daarnaast kan ook de dialoog worden aangegaan over onderwerpen die gerelateerd zijn aan maatschappelijk verantwoord ondernemen, de rapportage daarvan en aan corporate governance gerelateerde onderwerpen. Dit met het doel de kansen en risico’s van een onderneming beter in kaart te krijgen en met als doel het duurzame gedrag van ondernemingen te verbeteren en aandeelhouderswaarde op de langere termijn te creëren. Het engagementproces Ieder jaar bepaalt Syntrus Achmea in samenspraak met haar klanten welke twee thema’s centraal staan in het engagementtraject. Om goed geïnformeerd en gedegen een dialoog te voeren worden namens de beleggingspools op de gekozen onderwerpen themaonderzoeken uitgevoerd. Op basis van onderstaande thema’s zijn in het recente verleden dialogen met ondernemingen gestart: 1. Global Compact schendingen arbeidsomstandigheden (o.a. kinderarbeid) 2. Global Compact milieuschendingen 3. Global Compact schendingen corruptie 4. Global Compact schendingen mensenrechten 5. Eco-efficiëntie in de metaal- en cementindustrie 6. Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector 7. CO2 management in de vastgoedsector (opgestart Q1 2014) 8. Kwaliteit van bestuur en toezicht (opgestart Q1 2014) 9. Sociale kwesties in de voedingsmiddelen- en landbouwketen (opgestart in Q3 2014) Engagementthema’s opgestart in 2015 Aan het begin van 2015 hebben de klanten van Syntrus Achmea aangeven op welk thema zij graag in 2015 de dialoog zouden willen voeren. De voorkeur is uitgegaan naar de volgende thema’s: 1. 2.
14 / 31
ESG risico’s en kansen in de (bio)-farmaceutische industrie Privacy en bescherming van consumenten- en persoonsgegevens
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Beide thema’s zijn in de eerste helft van 2015 opgestart. Verderop in dit hoofdstuk is een korte uiteenzetting van de relevantie en aanpak van deze thema’s weergegeven. Engagement namens Syntrus Achmea Engagement is een zaak van lange adem. Voor de diverse trajecten wordt uitgegaan van een looptijd van drie jaar. Tijdens deze doorlooptijd zijn er ook periodes zonder noemenswaardige voortgang in de dialoog. Vaak is dit het geval tijdens het opstarten van een dialoog of bij herbezinning van een gekozen strategie, in geval de voortgang niet de gewenste resultaten laat zien. Anders dan bij het instrument uitsluiting waarbij pensioenfondsen of beleggingspools op voorhand niet beleggen in ondernemingen, geldt voor engagement dat er wel belegd wordt in ondernemingen die ter discussie staan. Syntrus Achmea heeft namens haar beleggingspools dan als aandeelhouder de mogelijkheid om het management aan te sporen het beleid of activiteiten te wijzigen. Ondernemingen in engagementprogramma Per medio 2015 voert Syntrus Achmea op de vijf vaste thema’s (de vier Global Compact aandachtsgebieden en goed ondernemingsbestuur) en op drie milieuthema’s, zes sociale thema’s en drie goed bestuur thema’s 117 dialogen met 97 ondernemingen. Hiervan worden 55 dialogen gevoerd op thema’s die mede door klanten van Syntrus Achmea gekozen zijn. Tabel 3.1a geeft inzicht in het aantal dialogen uitgesplitst naar: 1. thema (milieu, sociaal en governance); 2. regio. 3.1a Totaal aantal activiteiten per thema en regio Bron: Robeco en Syntrus Achmea
engagementprogramma. Per onderneming is kort de teneur van de dialoog aangegeven. Global Compact schendingen Mensenrechten Het doel van dit engagementthema is het opheffen van de geconstateerde mensenrechtenschendingen en het ontwikkelen van beleidssystemen en rapportages die verband houden met het voorkomen van nieuwe schendingen. Structurele schendingen van de beginselen van mensenrechten kunnen betrekking hebben op de activiteiten van ondernemingen in landen met controversiële regimes. Door hun activiteiten in deze landen genereren de ondernemingen inkomsten voor de betreffende regimes, die deze inkomsten vervolgens vaak niet ten goede laten komen aan de lokale bevolking. Daarnaast komt het voor dat lokale gemeenschappen direct worden geschaad door de activiteiten van de ondernemingen. Andere voorbeelden van schendingen op het gebied van mensenrechten zijn onrechtmatigheden tegen de lokale bevolking door personeel of ingehuurde veiligheidsdiensten van ondernemingen. De onderneming moet aantonen dat de schending van de VN Global Compact principes is opgeheven. Het is wenselijk dat een externe, onafhankelijke partij vaststelt dat de schending is opgeheven. 3.2 Voortgang Global Compact schendingen Mensenrechten Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Anglo American Exxon Mobil Corp. Glencore International Newmont Mining Corp. Rio Tinto Stora Enso Oyj
Voortgang positief neutraal positief Nieuw positief positief
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Global Compact schendingen arbeidsomstandigheden Het doel van dit engagementthema is het opheffen van de gevonden schendingen van het VN Global Compact en het ontwikkelen van beleid, systemen en rapportages die verband houden met het voorkomen van nieuwe schendingen.
Vermeldenswaardige ontwikkelingen binnen de engagementthema’s zijn in de komende paragrafen toegelicht. Voor ieder thema is inzichtelijk gemaakt welke ondernemingen zijn opgenomen in het
Structurele schendingen van het VN Global Compact, in het bijzonder de principes die gaan over arbeidsnormen, vormen financiële en reputatierisico’s voor de onderneming en voor belanghebbenden zoals aandeelhouders. Ondernemingen dienen te voorkomen dat zij zich schuldig maken aan structurele
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
15 / 31
schendingen van deze beginselen van het VN Global Compact. Mochten zij zich daaraan wel schuldig maken, dan is het wenselijk dat zij deze schendingen opheffen en voorkomen dat schendingen in de toekomst opnieuw zullen optreden. Structurele schendingen van de beginselen over arbeidsomstandigheden kunnen betrekking hebben op kinderarbeid en andere vormen van gedwongen arbeid in de ketens van toeleveranciers van ondernemingen. Ook discriminatie van bijvoorbeeld zwangere vrouwen of personeel van een bepaalde etnische achtergrond komt voor, zowel binnen bedrijven zelf als binnen de ketens. Om een schending effectief te verhelpen wordt op basis van SMART-doelstellingen de dialoog gevoerd op onder meer de volgende aandachtsgebieden; beleid voorkomen schendingen, implementatie, dialoog belanghebbenden, rapportages dialoog, externe verificatie en transparantie. 3.3 Voortgang Global Compact schendingen arbeidsomstandigheden Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Koninklijke Ahold N.V. VINCI SA Vodafone Group PLC
Voortgang positief positief neutraal
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Global Compact milieuschendingen Het doel van dit engagementthema is het opheffen van de gevonden schendingen van het VN Global Compact en het ontwikkelen van beleid, systemen en rapportages die verband houden met het voorkomen van nieuwe milieuschendingen. Structurele schendingen van het VN Global Compact, in het bijzonder de principes die gaan over milieu, vormen financiële, operationele en reputatierisico’s voor de onderneming en voor haar belanghebbenden zoals aandeelhouders. Ondernemingen dienen daarom te voorkomen dat zij zich schuldig maken aan structurele schendingen van deze beginselen van het VN Global Compact. Mochten zij zich daaraan wel schuldig maken, dan is het wenselijk dat zij deze schendingen opheffen en voorkomen dat de schendingen in de toekomst opnieuw optreden. De dialoog wordt gevoerd aan de hand van SMARTdoelstellingen. De onderneming moet aantonen dat schending van de VN Global Compact principes structureel is opgeheven waarbij het wenselijk is dat een externe onafhankelijke partij vaststelt dat de schending is opgeheven. Bij het opheffen van de 16 / 31
schending moet ook gedacht worden aan het nemen van corrigerende maatregelen, schadeloosstelling van betrokkenen en het opzetten en uitvoeren van herstelplannen. 3.4 Voortgang Global Compact milieuschendingen Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Chevron Corp. Duke Energy Corp. Exxon Mobil Corp. Entergy Corp. Freeport-McMoRan Copper & Gold Newmont Mining Corp. Rio Tinto PLC Royal Dutch Shell PLC
Voortgang positief neutraal succesvol neutraal positief neutraal neutraal positief
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Global Compact schendingen corruptie Omkoping en corruptie zijn niet verenigbaar met goed ondernemingsbestuur en hebben een negatieve invloed op de (creatie van) aandeelhouderswaarde. Het leidt tot nadelige economische, sociale en politieke uitkomsten. Overtredingen van internationale principes op het gebied van anticorruptie kunnen schadelijk zijn voor de reputatie van een bedrijf en de waarde van merken. Eén van de universele principes van het VN Global Compact is gericht op corruptie. Dit principe roept bedrijven op om preventieve en handhavingsmaatregelen in te stellen en een effectief systeem op te zetten voor de bestrijding van corruptie. Dit engagementthema heeft als doel het anticorruptiebeleid en de maatregelen tegen corruptie bij bedrijven te verbeteren. Daarnaast moet ook voldoende duidelijk worden gemaakt welke acties worden ondernomen tegen werknemers, agenten en onderaannemers die betrokken zijn bij beschuldigingen in verband met corruptie. Hierbij is het belangrijk dat er transparant wordt gecommuniceerd over verrichte onderzoeken en over doorgevoerde veranderingen. 3.5 Voortgang Global Compact schendingen corruptie Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Eni SpA GlaxoSmithKline Royal Philips NV Tyco International
Voortgang neutraal positief positief neutraal
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Sociale kwesties in de voedingsmiddelen- en landbouwketen (nieuw opgestart) Ondernemingen in de voedingsmiddelenketen staan onder druk om meer inzicht te geven waar basismaterialen vandaan komen en op welke manier ze worden geproduceerd. Schandalen op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten of ontbossing in de toeleveringsketen kunnen voedingsmiddelenproducenten of supermarktketens snel raken. Partijen in de keten nemen dan vaak de beslissing om de inkoop op te schorten totdat de schandalen opgelost zijn. Aandeelhouderswaarde kan hierdoor onder druk komen te staan. Beleggers willen dat ondernemingen voldoende zijn voorbereid om deze risico’s het hoofd te bieden. Om te identificeren welke risico’s relevant zijn voor de beleggingsportefeuilles, zijn tien belangrijke grondstoffen met wijdverspreide maatschappelijke problemen geïdentificeerd. Daarnaast zijn ondernemingen die afhankelijk zijn van deze grondstoffen geselecteerd voor verder onderzoek. De tien onderzochte grondstoffen zijn palmolie, soja, cacao, koffie, thee, suiker, katoen, hazelnoot, gerstemout en zuivel. Uit het vooronderzoek is gebleken dat vijf relevante thema’s kunnen worden vastgesteld waarover met de ondernemingen de dialoog kan worden aangegaan. Dit zijn achtereenvolgens:
mensenrechten, waaronder gedwongen verhuizing van lokale bewoners en een verminderde toegang tot water; arbeidsrechten, waaronder kinderarbeid en onveilige arbeidsomstandigheden; duurzame agrarische productie, waaronder bodemerosie en het gebruik van chemicaliën; eerlijk loon, het minimum inkomen dat een (land)arbeider moet verdienen om te voorzien in de basisbehoeften (voedsel, onderdak, kleding, ziekenzorg en scholing); kleine boeren problematiek, prijsdruk, ondervoeding en niet-duurzaam grondgebruik.
Ten aanzien van deze deelgebieden is onderstaand ondernemingsgedrag van groot belang: Mensenrechten Wij verwachten dat ondernemingen een mensenrechtenbeleid ontwikkelen en, waar mogelijk, impactanalyses op het gebied van mensenrechten uitvoeren om te identificeren op welke productiegebieden schending van mensenrechten een risico is voor de ondernemingsactiviteiten.
Arbeidsrechten ILO-conventies op het gebied van kinderarbeid, gedwongen arbeid, discriminatie en vrijheid van vereniging en collectieve onderhandeling dienen door ondernemingen te worden gerespecteerd. Door handhaving van deze gedragscode in de relatie tot de toeleveranciers kan de invloed van de onderneming ook reiken tot de werknemers van die toeleveranciers. Duurzame agrarische productie Ondernemingen die blootstelling hebben aan veeteelt, soja en palmolie dienen een beleid te ontwikkelen ten aanzien van ontbossing en waterschaarste. Transparantie hierover is van groot belang. Eerlijk loon Het betalen van een minimumloon zien we als een wettelijk basisvereiste. Aanvullend verwachten wij dat ondernemingen beleid ontwikkelen om te zorgen voor een eerlijk loon voor hun werknemers en dat zij met hun toeleveranciers bespreken hoe een eerlijk loon ook in de keten kan worden bereikt. Kleine boeren problematiek Wij verwachten dat ondernemingen landbouwtechnieken stimuleren die de hulpbronnen, waar kleine boeren van afhankelijk zijn, in stand houden en tegelijkertijd de landbouwproductie maximaliseren. Dit kan worden gedaan door grondstoffen voor de landbouw of training te leveren. Samenwerking met NGO’s is cruciaal voor de voorbereiding van kleine boeren als toeleveranciers van de onderneming. 3.6 Voortgang Sociale kwesties in de voedingsmiddelen- en landbouwketen Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Ahold Archer Daniels Midland Associated British Foods Plc Carrefour Coca Cola Enterprises, Inc. Heineken Mondelez International Nestlé SABMiller Plc Tesco Plc Unilever
Voortgang positief positief neutraal positief neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal positief
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Kwaliteit van bestuur en toezicht (nieuw opgestart) De kwaliteit van ondernemingsbestuur en toezicht heeft een directe relatie met de prestaties van de
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
17 / 31
onderneming. Naast de kwaliteiten van de individuele bestuursleden speelt de samenstelling van het bestuur een belangrijke rol in de kwaliteit van het ondernemingsbestuur. Diversiteit in ervaring, geslacht of etniciteit zorgt voor een goede mix van kenmerken waardoor een Raad van Bestuur of Raad van Commissarissen als geheel beter kan functioneren. Binnen dit engagement is ervoor gekozen de aandacht te richten op de verzekeringssector. Enerzijds is dit een sector waar goed bestuur in het algemeen en de kwaliteit van goed toezicht een hoge mate van financiële materialiteit kent. De risico’s van zwak bestuur zijn binnen de sector groot te noemen. Anderzijds is deze sector nog niet goed vertegenwoordigd in het lopende engagementprogramma, terwijl de omvang van deze ondernemingen in de benchmark en portefeuille groot is. In de loop van 2014 is een tiental Europese verzekeringsmaatschappijen geïdentificeerd voor toevoeging aan het engagementprogramma. Daarnaast zijn de best-practices rondom het nominatieproces en de samenstelling van het bestuur binnen de sector in kaart gebracht. Per onderneming is op een aantal relevante punten een nulmeting gehouden. Door de best-practices hiertegen af te zetten is inzichtelijk gemaakt op welke vlakken per onderneming relevante engagementdoelstellingen liggen. Deze doelen kunnen op de volgende vlakken liggen:
inrichting van het nominatieproces onafhankelijkheid van bestuurders openbaarheid van biografieën zelf-evaluatie diversiteit
In de tweede helft van het jaar zijn de eerste contacten met verschillende ondernemingen gelegd. In 2015 is de dialoog met een zestal ondernemingen voortgezet, waarvan vijf uit Europa en één uit Amerika.
18 / 31
3.7 Voortgang kwaliteit van bestuur en toezicht Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Allianz SE AXA SA BNP Paribas SA Hannover Rueckversicherungs AG ING Groep NV MetLife, Inc. Muenchener Rueckversicherungs AG Swiss Life Holding AG Swiss Re AG Zurich Financial Services Group
Voortgang neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal positief neutraal
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Goed ondernemingsbestuur De corporate governance structuur van een onderneming specificeert de rechten en verantwoordelijkheden van de verschillende belanghebbenden, zoals de directie, commissarissen, aandeelhouders en overige belanghebbenden. Een adequaat functionerend corporate governance systeem richt zich op de lange termijn continuïteit van een onderneming en beschermt de belangen van aandeelhouders. Een goed functionerend corporate governance systeem kan bijdragen aan lange termijn aandeelhouderswaarde. Internationale en nationale principes en codes verschaffen richtlijnen voor goede corporate governance. Corporate governance kent vele aspecten die van belang zijn waaronder: beloningsbeleid, aandeelhoudersrechten, transparantie, effectief toezicht op management, onafhankelijke audit en risk management. In de eerste helft van 2015 is met twaalf Nederlandse ondernemingen de dialoog aangegaan rond de kwestie goed bestuur. In de meeste gevallen vond de dialoog plaats op het vlak van beloningsbeleid, maar ook is regelmatig gesproken over de borging van aandeelhoudersrechten, het functioneren Raad van Commissarissen, en de auditfunctie bij de onderneming. Voor een volledig overzicht verwijzen we naar bijlage 3.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
3.8 Voortgang Goed ondernemingsbestuur Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Ahold ASML Akzo Nobel DSM Heineken KPN Philips Randstad RELX (voorheen: Reed Elsevier) TNT Express Unilever Wolters Kluwer
Voortgang neutraal neutraal positief positief neutraal neutraal positief positief neutraal positief positief negatief
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector Ondanks de grote verscheidenheid aan spelers in de productieketen van kleding, wordt de retailmarkt gekenmerkt door een relatief klein aantal aanbieders van eindproducten. De aanbieders, de grote multinationals, houden zich bezig met ontwerp, marketing en verkoop en hebben de beste kansen om goede winstmarges te realiseren. De textielsector is wereldwijd enorm competitief, met een keten die bijzonder gelaagd is en daardoor complex. Hoewel de productketen lang kan zijn, hebben deze multinationals over het algemeen slechts een relatie met de eerstvolgende schakel in de toeleveringsketen. Hierdoor ontbreekt het toezicht op activiteiten in de productieketen. Een bijkomende factor is dat in veel landen met de wet- en regelgeving ten aanzien van veilige arbeidsomstandigheden niet goed is ontwikkeld. Het is dan ook belangrijk om beleid en managementsystemen te ontwikkelen die verder gaan dan enkel voldoen aan de lokale wet- en regelgeving. Dit is noodzakelijk om zowel directe risico’s op het gebied van veiligheid voor medewerkers als ook indirecte risico’s op het gebied van bijbehorende reputatieschade in te perken. Specifieker zijn risico’s op het gebied van brandveiligheid, constructieveiligheid van gebouwen, het gebruik van chemicaliën, hygiëne en sanitatie in de toeleveringsketen van belang in beeld te hebben. Het doel van dit engagementthema is het verbeteren van beleid en gedrag van ondernemingen met betrekking tot de veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector. Er zijn doelen gesteld op de volgende gebieden: beleid en risicoanalyse, risicobeheersing, transparantie. De rol en invloed van kleding en
textielbedrijven binnen de markt is ontoereikend om alle misstanden op te lossen die zich voordoen in de keten. Samenwerking (tussen overheid, leveranciers, retail en NGO’s) en controle op onderaannemers is dan ook een belangrijk aandachtsgebied. De eerste gesprekken met ondernemingen beginnen vruchten af te werpen en het thema is nu in volle gang. In 2015 is met zes van de acht ondernemingen gesproken. 3.9 Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Associated British Foods Burberry Group Hennes & Mauritz Inditex Kering LVMH Moet Hennesey Louis Vuitton Marks & Spencer Group VF
Voortgang positief positief positief positief positief neutraal geen geen
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
CO2 management in de vastgoedsector Een groot deel van de menselijke CO2-uitstoot is afkomstig van de gebouwde omgeving. In de vastgoedsector is dus veel potentie aanwezig om CO2uitstoot in te perken en de impact op het milieu te verlagen. Een minstens zo belangrijke motivatie om noodzakelijke CO2 besparingen te realiseren is de overtuiging dat duurzaam vastgoed op termijn beter zal renderen dan vastgoed dat niet duurzaam is. Gebouwen met gunstige energielabels zijn eenvoudiger in de markt te zetten en hebben betere verwachting ten aanzien van de bezettingsgraad. Daarnaast wordt minder risico gelopen op het vlak van aanpassingen in het door de overheid gevoerde milieubeleid. Op basis van de 'Global Real Estate Sustainability Benchmark' (GRESB) score kunnen fondsmanagers hun duurzaamheidbeleid tegen het licht houden en verbeteringen doorvoeren. GRESB maakt scores voor ongeveer 350 vastgoedfondsen en rangschikt deze in vier kwadranten. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen starters op het gebied van duurzaamheidbeleid en de best presterende ondernemingen, waarbij ondernemingen prestatie-indicatoren volledig hebben geïntegreerd bij het beheer van de vastgoedportefeuille. De best presterende fondsen bevinden zich met name in Australië en Nieuw Zeeland, gevolgd door de Europese vastgoedfondsen. De NoordAmerikaanse fondsen volgen en de Aziatische vastgoedfondsen scoren het slechtst. De eerste set
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
19 / 31
ondernemingen waarmee het engagement wordt opgestart bevat acht vastgoedfondsen. Het is mogelijk dat hieraan later additionele fondsen worden toegevoegd. De doelstellingen binnen dit engagementthema zijn onderverdeeld in: 1. het beleid op het gebied van klimaatverandering; 2. de verankering van duurzaamheidsindicatoren binnen bedrijfsprocessen; 3. prestaties ten aanzien van energie en CO2 reductiedoelstellingen; 4. de mate van transparantie daarin; 5. dialoog met huurders. Deze laatste doelstelling is toegevoegd vanuit de gedachte dat klimaatverandering een zaak is van zowel verhuurders als huurders. 3.10 Voortgang CO2 management in de vastgoedsector Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Corio NV Hammerson plc Macerich Co. Unibail-Rodamco Simon Property Group, Inc.
Voortgang geen positief neutraal positief neutraal
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Diepwater exploratie en ontwikkeling Diepzeeprojecten maken een belangrijk onderdeel uit van de investeringsportefeuille bij olie- en gasmaatschappijen. Het is van belang voor investeerders om te weten in welke mate deze ondernemingen adequaat risicomanagement toepassen om sociale- en milieurisico’s te mitigeren. Het niet onderkennen van deze risico’s kan negatieve gevolgen hebben op mens en milieu, maar ook op de reputatie en financiële positie van de onderneming. De milieuramp in de Golf van Mexico heeft dit laten zien. De sector en haar toezichthouders hebben het operationele beleid van diepzee exploratie en ontwikkeling na dit zogenaamde Macondo-incident herijkt. Hieruit blijkt duidelijk dat het voorkomen van incidenten, tijdige interventie en de adequate respons bij een calamiteit cruciale managementthema’s zijn in deze sector. Ook toezichthouders stellen nieuwe wettelijke eisen aan diepwaterboringen. In deze context zijn voor dit engagementthema de volgende doelen geformuleerd: 1. controlemaatregelen van diepe waterbron; 2. crisismanagement; 3. management van onderaannemers; 4. transparantie over toezichteisen.
20 / 31
Er hebben in de eerste helft van 2015 weinig activiteiten plaatsgevonden voor dit specifieke thema. 3.11 Voortgang diepwater exploratie en ontwikkeling Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Anadarko Petroleum Corp. Chevron Repsol Statoil Total
Voortgang neutraal neutraal neutraal neutraal neutraal
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
ESG risico’s en kansen in de (bio)farmaceutische industrie (opgestart in 2015) De (bio)-farmaceutische industrie heeft te maken met een aantal risico’s zoals prijsstijgingen van geneesmiddelen, de maatschappelijke onhoudbaarheid van toenemende zorgkosten en reputatieschade door negatieve media-aandacht. Aan de andere kant hebben (bio)-farmaceutische ondernemingen een innovatieve kracht, is er een trend om geneesmiddelen te leveren op basis van waarde en is er sprake van actieve patiëntbetrokkenheid. Gezondheidszorg op basis van waarde wordt steeds belangrijker als bron van waardecreatie voor de sector. Deze trend houdt in dat ondernemingen de waarde van het gerealiseerde gezondheidseffect gebruiken als basis voor het vaststellen van prijzen. Dit in tegenstelling tot het gangbare marktmechanisme. Tegelijk moeten ondernemingen efficiënte risicobeheerprocessen opzetten die de veiligheid en de kwaliteit van geneesmiddelen waarborgen. De antipsychotica Risperdal en Invega van Johnson & Johnson bijvoorbeeld, hebben de onderneming veel winst opgeleverd. Maar de onderneming heeft ook al miljoenen betaald aan de Amerikaanse overheid en is nu verwikkeld in een groot aantal rechtszaken over onrechtmatige marketingactiviteiten en ernstige bijwerkingen van deze middelen. Het is ook essentieel dat de toonaangevende rol die de (bio)-farmaceutische industrie vervult in het verschaffen van kwalitatief hoogstaande geneesmiddelen aan patiënten op één lijn ligt met een bij de economische omstandigheden in het betreffende land passend prijsniveau om zo goede toegang tot betaalbare geneesmiddelen te waarborgen. Bovendien wordt van ondernemingen verwacht dat ze beleid hebben geformuleerd over de transparantie van het klinisch onderzoek dat zij uitvoeren in hun zoektocht naar wetenschappelijke voortgang en
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
volksgezondheid. Verder zou binnen ondernemingen een effectief implementatie- en controlemechanisme voor het anti-omkopingsbeleid moeten bestaan. Dit om kostbare rechtszaken, hoge boetes en aantasting van de merkwaarde te voorkomen. Tot slot halen ondernemingen concurrentievoordeel uit constante R&D-investeringen voor de ontwikkeling van innovatieve geneesmiddelen. Binnen dit engagementthema is een aantal doelen gesteld die relevant zijn voor de ondernemingen in het engagementprogramma. Het betreft doelen op een vijftal aandachtsgebieden, waarbij zowel sociale aspecten maar ook beheersmaatregelen een belangrijke rol spelen. Het zijn: Toegang tot gezondheidszorg Ondernemingen dienen strategieën te hebben of te ontwikkelen om toegang tot de gezondheidszorg voor de minst ontwikkelde landen mogelijk te maken. Niet alleen vanuit een sociaal perspectief is dit wenselijk, maar het is ook belangrijk vanuit het perspectief dat dit toekomstige afzetmarkten zijn met een groeiende middenklasse Bedrijfsethiek (Bio)-farmaceuten dienen een anti-omkopingssysteem te hebben, dienen dit te implementeren en in het geval de onderneming disciplinaire maatregelen krijgt opgelegd, dient ze transparant hierover te zijn. Transparantie bij klinisch onderzoek Het is van belang om (historische) resultaten van klinische onderzoeken te publiceren, waardoor beleggers beter geïnformeerd zijn. Ook zou dit betekenen dat proefpersonen niet onnodig meermaals dezelfde (onsuccesvolle) tests hoeven te ondergaan. Productkwaliteit Risicobeheersmaatregelen zijn van cruciaal belang in een sector waar productieactiviteiten veelal zijn uitbesteed naar opkomende markten. Rechtszaken rondom slecht functionerende medicatie of hulpmiddelen kunnen ondernemingen grote reputatieen financiële schade toedoen. Innovatiemanagement Toekomstige groei valt of staat met innovatie. Het is van belang binnen de onderneming een cultuur van innovatie te kweken. (Bio)-farmaceutische ondernemingen zouden zich moeten richten op innovatieve R&D projecten en afzien van generieke merkstrategieën. Het aantal in het engagementprogramma opgenomen ondernemingen is 11 waarbij een goede balans is
gezocht tussen de regio’s Europa en Noord Amerika. Het engagementthema zal naar verwachting lopen tot het voorjaar van 2018. 3.12 Voortgang ESG risico’s en kansen in de (bio)-farmaceutische industrie Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming AbbVie, Inc. Amgen AstraZeneca Plc Biogen IDEC, Inc. GlaxoSmithKline Johnson & Johnson Merck & Co. Inc. Novartis Novo-Nordisk Roche Sanofi
Voortgang geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Privacy en bescherming van consumenten- en persoonsgegevens (opgestart in 2015) In de voortdurend digitaliserende wereld worden telecom en internet bedrijven steeds vaker negatief geassocieerd met het verzamelen van klantgegevens en inbreuken op privacy. Bovendien hebben telecom en internet bedrijven vaak controle over informatie en communicatie in de landen waar zij actief zijn, waardoor zij betrokken kunnen raken bij schendingen van privacy en de vrijheid van meningsuiting. Internet en telecom bedrijven worden daarmee blootgesteld aan reputatieschade en juridische en operationele risico's. Binnen de ICT-sector worden telecom en internet bedrijven gezien als ondernemingen met de hoogste risico’s als het gaat om privacy en de vrijheid van meningsuiting. Deze risico’s zijn grotendeels gelijk voor telecom en internet bedrijven, maar er zijn ook een aantal verschillen. De relaties met overheden binnen de telecomsector zijn een essentieel risico, omdat ondernemingen kunnen worden gevraagd communicatie te onderbreken en dergelijke acties zijn vaak in strijd met internationale verdragen. Vanuit die gedachte wordt binnen dit engagementthema specifiek met ondernemingen binnen deze twee sectoren de dialoog aangegaan. In eerste aanleg is gekeken naar de grootste 10 ondernemingen in beide sectoren, op basis van marktkapitalisatie in de MSCI Wereld index. Zowel de regio Europa als ook Amerika zijn gedekt. Binnen dit thema is een aantal doelstellingen geïdentificeerd waarop de dialoog met deze ondernemingen is geënt. Het zijn de volgenden:
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
21 / 31
Beleid Bedrijven dienen een mensenrechtenbeleid te hebben dat specifiek ingaat op data privacy en de vrijheid van meningsuiting. Het beleid is idealiter van toepassing op de eigen activiteiten en waar relevant op relaties in de keten. Het beleid bevat bij voorkeur ook een aantal doelstellingen die leiden tot de effectieve preventie van (toekomstige) inbreuken. Het beleid dient daarnaast effectief te worden geïmplementeerd. Risicomanagement Bedrijven dienen mensenrechtenrisico's met betrekking tot data privacy en de vrijheid van meningsuiting in kaart brengen en hierover te rapporteren. Bij de start van een nieuwe activiteit, een nieuwe zakelijke relatie en bij belangrijke veranderingen in de bedrijfsvoering dienen risicobeoordelingen te worden uitgevoerd. Daarnaast verwachten we dat maatregelen worden geïmplementeerd om de gesignaleerde risico's te beperken. Een voorbeeld van een dergelijke maatregel is het trainen van medewerkers die werken met gevoelige informatie. Transparantie Binnen deze doelstelling wordt de mate van transparantie over data privacy en vrijheid van meningsuiting beoordeeld. Als bedrijven beschuldigd worden van een slecht privacy-beleid of belemmering van de vrijheid van meningsuiting, worden zij aangespoord om transparant te reageren op de aantijgingen zodat ingeschat kan worden of er (voldoende) corrigerende maatregelen zijn genomen. Samenwerking Van bedrijven wordt verwacht dat zij samenwerken met belangrijke spelers uit de ICT-keten, waaronder concurrenten, leveranciers, zakenpartners, klanten, ngo's en overheden. Dit om gezamenlijk te komen tot een goed beheer van mensenrechten en risico’s gerelateerd aan data privacy en vrijheid van meningsuiting. Het engagementthema zal naar verwachting drie jaar lopen.
3.13 Voortgang Data Privacy Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming Apple AT&T Facebook Inc. Google Telefonica SA Vodafone Yahoo! Inc (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Milieu-uitdagingen voor Europese elektriciteitsbedrijven (opgestart in 2015) Investeringen in energieopwekking zijn zeer kostenintensief en de langetermijnplanning wordt sterk beïnvloed door veranderingen in wet- en regelgeving. Tussen leveringszekerheid, milieu-impact en kosten moet de juiste balans worden gevonden. Door de zeer lange levensduur van elektriciteitscentrales zouden nutsbedrijven maatregelen moeten nemen hun strategie toekomstbestendig te maken. Bedrijfsmodellen van traditionele energieproducenten staan onder druk en een verandering in bedrijfsstructuren, van een gecentraliseerde naar een decentrale structuur, ligt in de lijn der verwachtingen. Milieuredenen worden als een belangrijke oorzaak van deze ontwikkeling gezien. Decentrale opwekking via hernieuwbare energiebronnen vergroot de bestaande overcapaciteit op de energiemarkt. In combinatie met een lage vraag door toegenomen energie-efficiëntie en een bescheiden bbp-groei zorgt dit ervoor dat traditionele energieopwekking meer en meer wordt verdreven of capaciteitsvergoedingen moeten krijgen (voor back-up van de markt). Vanuit deze context wordt van ondernemingen verwacht dat zij nieuwe strategieën ontwikkelen en zich richten op schonere energieopwekking, aanpassingen in energie netwerken, klantbehoud en verbeterde dienstverlening. Er is door de Franse partij Exane BNP Paribas een analyse gemaakt van kritische prestatie indicatoren zoals kapitaalinvesteringen, R&D uitgaven en efficiëntie van energiecentrales binnen een groep van Europese elektriciteitsbedrijven. Op basis van deze analyse wordt het engagementthema gestart waarbij de volgende doelstellingen relevant zijn. 1. 2. 3. 4.
22 / 31
Voortgang geen geen geen geen geen geen geen
Aanwezigheid van een proactieve milieustrategie Efficiëntie van energiecentrales Innovatie bedrijfsmodel Transparantie over lobby-activiteiten
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Aanwezigheid van een proactieve milieustrategie Het voeren van een proactieve milieustrategie is wenselijk. De blootstelling aan risico’s als gevolg van stringentere CO2-emissierechten nemen toe. Het beperken van de CO2-uitstoot is hierdoor niet enkel een milieu-overweging maar ook een financiële overweging. Efficiëntie van energiecentrales Het werken aan een verhoogde efficiëntie van de energiecentrales zou vanuit gekwantificeerde doelstellingen moeten gebeuren. Wij verwachten dat elektriciteitsbedrijven hier expliciete doelstellingen voor hanteren. Innovatie bedrijfsmodel Het bedrijfsmodel van ondernemingen in deze sector zal naar verwachting sterk kunnen veranderen in de nabije toekomst vanwege de decentralisatie van energieopwekking. Dit biedt kansen voor huishoudens en bedrijven die zelf een deel van hun energie opwekken. Energieleveranciers dienen bedrijfsmodellen af te stemmen op deze ontwikkelingen.
Transparantie over lobby-activiteiten Transparantie ten aanzien van lobby activiteiten is de norm en van ondernemingen wordt verwacht dat zij, in lijn met de ambities van brancheorganisaties, positie innemen ten aanzien van relevante milieuwetgeving. 3.14 Voortgang Milieu uitdagingen in de Europese elektriciteitssector Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming
Voortgang
Centrica Plc E.ON Enel Energias de Portugal SA Fortum Oyj Gas Natural SDG SA GDF SUEZ SA Iberdrola RWE Scottisch & Southern Energy Plc
geen geen geen geen geen geen geen geen geen geen
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
23 / 31
05 Collectief engagement Waar mogelijk en gewenst is Syntrus Achmea betrokken bij andere vormen van engagement. Met andere beleggers worden dan bijvoorbeeld de krachten gebundeld voor een collectief engagement. Deze dialogen zijn vaker gericht op sectoren, bepaalde onderwerpen (bijvoorbeeld CO2-uitstoot) of overheden en andere regelgevende instanties. In de eerste helft van 2015 heeft Syntrus Achmea Vermogensbeheer zich aangesloten bij het nieuwe collectieve engagement initiatief genaamd clinical trial transparency. Binnen dit initiatief roepen wij de (bio)farmaceutische industrie op om volledige openheid te geven van testresultaten van te ontwikkelen medicijnen. Op dit moment heerst de gewoonte om enkel succesvol afgeronde clinical trials te rapporteren terwijl onsuccesvolle resultaten niet openbaar worden gemaakt. Hierbij is het van belang dat niet enkel de resultaten van huidige of toekomstige onsuccesvolle clinical trials worden gepubliceerd, maar is het van belang dat er transparantie komt over alle historische testresultaten.
Gecoördineerd vanuit de Principles for Responsible Investment (PRI) ondersteunen investeerders jaarlijks via een collectief engagement de vragenlijst van het CDP. Hierbij wordt de vragenlijst extra onder de aandacht gebracht bij alle aangeschreven ondernemingen en benadrukken de investeerders het belang van betrouwbare gegevens voor het beleggingsproces. Op basis van de beschikbare gegevens stelt het CDP de Carbon Disclosure Leadership Index (CDLI) samen.
Het huidige gebrek aan transparantie heeft als negatief sociaal effect dat er proeven worden uitgevoerd, wellicht op mens en dier, die in het verleden al door andere ondernemingen onsuccesvol zijn uitgevoerd. Indien de onsuccesvolle proeven bekend zouden zijn binnen de industrie, zou dit leiden tot een vermindering van onnodige proeven op mens en dier. Daarnaast is het voor een belegger van groot belang om de succesratio van projecten tussen verschillende ondernemingen te kunnen bepalen. Enkel op deze manier kan een belegger een goed geïnformeerde investeringsbeslissing nemen.
Rapportageverplichting VN Global Compact Het VN Global Compact biedt ondernemingen een kader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ondernemingen kunnen zich vrijwillig bij het VN Global Compact aansluiten. Ze kiezen er dan voor zich openbaar te committeren aan de tien principes van het Compact (zie bijlage 1).
Het engagement initiatief loopt via het PRI Clearinghouse. Wij zullen in de toekomst over de voortgang van het initiatief in deze rapportage verslag doen. In totaal participeert SAVB in de volgende initiatieven: 1. Carbon Disclosure project 2. VN Global Compact 3. Clinical trial transparency Carbon Disclosure Project Gegevens over klimaatverandering vormen in toenemende mate een belangrijk element bij besluitvorming over investeringen. Betrouwbare, bruikbare en vergelijkbare klimaatgegevens spelen hierbij een essentiële rol. Daarom hecht Syntrus Achmea belang aan het Carbon Disclosure Project (CDP). Dit project stuurt jaarlijks een vragenlijst uit naar ondernemingen waarin wordt gevraagd naar relevante informatie over de uitstoot van broeikasgassen, de voorbereiding op klimaatverandering, en corporate governance en de strategie om te reageren op klimaatproblematiek.
24 / 31
In afwachting van de nieuwe CDP onderzoeksgegevens worden voor dit collectief engagement momenteel geen werkzaamheden verricht.
Door deelname committeert de onderneming zich aan het in gang zetten van veranderingen in de bedrijfsvoering. Zo gaan het VN Global Compact en de tien principes onderdeel uitmaken van het beleid, de strategie, de cultuur en de dagelijkse praktijk van de onderneming. Verder laat de onderneming in haar publicaties (jaarverslag, duurzaamheidsverslag of de website) zien welke voortgang zij op het VN Global Compact en de principes boekt. Tevens dient de onderneming het VN Global Compact in publieke uitingen te steunen. In de praktijk blijkt dat ondernemingen die aan het VN Global Compact deelnemen dit op zeer verschillende wijze doen. De ene onderneming neemt haar deelname zeer serieus en voldoet aan alle afspraken, terwijl de andere onderneming minder aandacht besteedt aan het uitvoeren van de principes. Deze laatste groep kan de geloofwaardigheid van het VN Global Compact ondermijnen. Door middel van een collectief engagement zetten institutionele beleggers zich in, om ondernemingen aan te sporen zo snel mogelijk te voldoen aan de principes van het VN Global Compact en de bijbehorende rapportageverplichtingen. Door samen te werken met andere institutionele beleggers wordt er extra druk uit geoefend op de ondernemingen om op deze manier bij te dragen aan het succes van het VN Global Compact.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Syntrus Achmea heeft zich aangesloten bij de het PRI voor Rio initiatief. In afwachting van de nieuwe onderzoeksgegevens zijn voor dit collectief engagement geen werkzaamheden de afgelopen 6 maanden. Belangenbehartiging Om de belangen van de beleggingspools beter te vertegenwoordigen neemt Syntrus Achmea, naast de collectieve engagementactiviteiten, actief deel aan samenwerkingsverbanden van institutionele beleggers
op het gebied van Corporate governance, Eumedion en het International Corporate Governance Network. Daarnaast heeft Syntrus Achmea zich verbonden aan de Principles for Responsible Investment. Binnen dit initiatief committeren institutionele beleggers zich aan het stimuleren van verantwoord beleggen, zowel intern als extern. Ook heeft Syntrus Achmea Vermogensbeheer zich verbonden aan het eerder genoemde Carbon Disclosure Project.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
25 / 31
06 Corporate Governance Corporate governance wordt vaak vertaald met goed ondernemingsbestuur. Het heeft betrekking op de verhoudingen tussen de verschillende organen van de onderneming zoals de raad van bestuur, de raad van commissarissen, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Rekenschap, transparantie en toezicht spelen hierbij een centrale rol. De beleggingspools beleggen onder andere in beursgenoteerde ondernemingen en zijn daardoor ook aandeelhouder. Door actief gebruik te maken van aandeelhoudersrechten kunnen de beleggingspools invloed uitoefenen op de onderneming. Het gaat hierbij om het benoemen van bestuurders, het goedkeuren van jaarstukken en in sommige gevallen kan het zich uitspreken over het beloningsbeleid. De beleggingspools doen dit onder andere door deel te nemen aan de besluitvorming op de aandeelhoudersvergadering (stemmen). Institutionele belegger als actief aandeelhouder De Nederlandse Corporate Governance Code schrijft voor dat institutionele beleggers zoals pensioenfondsen een beleid moeten hebben ten aanzien van het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen van beursgenoteerde ondernemingen waarin zij beleggen. Daarbij wordt van de institutionele belegger gevraagd om minstens eenmaal per jaar aan te geven hoe hij invulling geeft aan het stembeleid. Daarnaast stelt de Corporate Governance Code dat de institutionele belegger minimaal eenmaal per kwartaal moet aangeven hoe hij stemde op de aandeelhoudersvergaderingen. In bijlage 2 vindt u de volledige tekst van de relevante bepalingen voor institutionele beleggers van de Nederlandse Corporate Governance code. Syntrus Achmea voldoet aan de bepalingen van de Corporate Governance Code. Op de website van Syntrus Achmea zijn de volgende documenten te vinden: 1. Stembeleid 2. Stemverslag van de voorgaande kwartalen en het afgelopen jaar 3. Rapportagetool waarbij gerapporteerd wordt hoe gestemd is per aandeelhoudersvergadering. Stemgedrag Syntrus Achmea Gedurende de eerste helft van het jaar vinden de meeste aandeelhoudersvergaderingen plaats. In de eerste maanden van het jaar publiceren de meeste ondernemingen de jaarverslagen en leggen de jaarrekening ter goedkeuring voor aan aandeelhouders. Ook vindt een groot aantal (her)benoemingen van bestuurders plaats en in steeds meer landen wordt een adviserende stem over de beloning van bestuurders uitgebracht. Daarnaast is een stijgende trend waarneembaar van ingediende aandeelhoudersresoluties, met name in de Verenigde Staten. Deze door aandeelhouders ingediende agendapunten hebben veelal betrekking op het scheiden van de CEO en voorzittersrol als ook op
26 / 31
ESG onderwerpen, waarbij het doel vaak is om meer transparantie van de onderneming te vragen Syntrus Achmea stemde in de eerste helft van 2015 voor de Europa Pool tijdens 218 vergaderingen op totaal 3.875 agendapunten. Voor de Noord-Amerika Pool is tijdens 325 vergaderingen op totaal 4.176 agendapunten gestemd. Voor de Multi Manager Pool is tijdens 41 vergaderingen op 531 punten gestemd. Voor de High Conviction Pool is tijdens 101 vergaderingen op totaal 1.743 agendapunten gestemd. Voor het nieuwe opgerichte Global Equity Factor Fund (inceptie:1-4-2015) is tijdens 6 vergaderingen op 87 agendapunten gestemd. Syntrus Achmea maakt bij het uitoefenen van stemrechten mede gebruik van stemanalyses en stemadviezen van Institutional Shareholder Services (ISS). De ISS aanbeveling dient dus als advies. Voordat Syntrus Achmea haar definitieve stem geeft beschouwt het alle voorstellen op individuele basis. De strikte criteria in het eigen stembeleid leiden met name bij controversiële agendapunten tot een afwijking van het advies van ISS. Het uiteindelijke besluit wordt genomen op basis van de specifieke feiten en omstandigheden van een dergelijk agendapunt. Het betekent ook dat Syntrus Achmea niet altijd met het management van de onderneming meestemt. Zo werd in de eerste helft van 2015 op 8,5% van alle agendapunten tegen het management gestemd. Het ging hier vooral om de benoeming van bestuurders van ondernemingen (niet onafhankelijk waar dit wel geëist of gewenst is) en beloningsstructuren (excessief, onvoldoende toegelicht, of niet transparant genoeg). Op aandeelhoudersresoluties over milieu, sociale en governance kwesties wordt ook relatief vaak tegen management gestemd.
Tabel 06.1 Overzicht stemactiviteiten H1 2015 Bron: ISS en Syntrus Achmea Pool Europa Agendapunten 3.875
Management Voor Tegen 91,0% 9,0%
ISS beleid Voor Tegen 98,9% 1,1%
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Pool NoordAmerika Agendapunten 4.176 Pool MultiManagers Agendapunten 531 Pool High Conviction Agendapunten 1.743 Global Equity Factor Fund Agendapunten 87
Voor 91,0%
Tegen 9,0%
Voor 99,0%
Tegen 1,0%
Voor 95,7%
Tegen 4,3%
Voor 98,7%
Tegen 1,3%
Voor 93,3%
Tegen 6,7%
Voor 98,9%
Tegen 1,1%
Voor 74,7%
Tegen 25,3%
Voor 98,9%
Tegen 1,1%
Op de website van Syntrus Achmea vindt u meer informatie over hoe wij per aandeelhoudersvergadering stemde. Vertegenwoordiging op aandeelhoudersvergaderingen SAVB heeft in april de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van Wolters Kluwer bijgewoond. Hier heeft Syntrus Achmea Vermogensbeheer mede namens de participanten van de beleggingspools het woord gevoerd en werd hoofdzakelijk het beloningsbeleid aan de orde gesteld. Het huidige lange termijn beloningsbeleid is gebaseerd op prestatiedoelstellingen voor winst per aandeel en aandelenrendement. De winst per aandeel kan sterk beïnvloed worden door de inkoop van eigen aandelen; een effect dat niet veroorzaakt wordt door prestaties van het management. Daarom werd er tijdens de AVA verzocht om andere prestatiedoelstellingen op te nemen in het lange termijn beloningsbeleid zoals ‘Return on Capital Employed’ of ‘Return on Invested Capital’, waarbij deze ongewenste externaliteiten minder tot uiting komen. Daarnaast worden er vraagtekens gezet bij de referentiegroep voor het beloningsbeleid van Wolters Kluwer. In deze groep zitten enkele matig presterende kleinere beursvennootschappen, die moeilijk vergelijkbaar zijn met Wolters Kluwer. Tijdens de AVA stelt de voorzitter van de Raad van Commissarissen recent een toetsing is geweest van het beloningsbeleid door een externe consultant. Er is wat Wolters Kluwer betreft geen aanleiding om het beloningsbeleid te herzien.
Agenderingsrecht aandeelhouders Op aandeelhoudersvergaderingen kunnen aandeelhouders een voorstel agenderen, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van het lokaal geldende agenderingsrecht. Onderstaand de belangrijkste voorstellen op het gebied van milieu, sociale en governance kwesties ingebracht door aandeelhouders in de eerste helft van 2015 Bij het Britse vervoersbedrijf National Express plc werd een aandeelhoudersvoorstel ingediend door een vakbond, in samenwerking met een aantal pensioenfondsen. Het voorstel vroeg om een onafhankelijk onderzoek naar de beschuldigingen van de vakbond, betreffende de gebrekkige arbeidsomstandigheden bij een Amerikaanse dochteronderneming van National Express. Slechts 15% van de aandeelhouders, waaronder het pensioenfonds, steunde dit voorstel en behaalde daarmee geen meerderheid van stemmen. Op een aantal aandeelhoudersvergaderingen in de Verenigde Staten, waaronder die van C.R. Bard, is door een aandeelhouder een voorstel ter stemming gebracht met het verzoek tot een uitgebreidere duurzaamheidsrapportage. De rapportage dient een kwantitatief verslag bevatten over de uitstoot van broeikasgassen door de onderneming, zodat aandeelhouders de risico’s en kansen voor de onderneming op het gebied van emissies en duurzaamheid beter kunnen evalueren. Bij de onderneming C.R. Bard stemde ruim 31% van de aandeelhouders voor een verbeterde duurzaamheidsrapportage, waarmee het voorstel niet is aangenomen. Op 19 mei vond de algemene vergadering van aandeelhouders van Royal Dutch Shell (Shell) plaats. Door een groep aandeelhouders werd een resolutie geagendeerd om Shell te verplichten te rapporteren over het klimaatbeleid van de onderneming. Met 98,9% meerderheid stemden de aandeelhouders voor het agendapunt, dat ook gesteund werd door het bestuur van Shell. Vanaf volgend jaar zal de onderneming toetsen in welke mate de strategie en de activa van Shell geraakt worden onder de bestaande klimaatscenario’s van het International Energy Agency. Daarnaast zal Shell relevante prestatie indicatoren ten aanzien van klimaatsverandering definiëren en rapporteren over duurzame investeringsstrategieën. Bij het Britse BP is een zelfde resolutie ingediend en aangenomen.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
27 / 31
Corporate Governance ontwikkelingen Internationaal Extra stemrechten voor lange termijn aandeelhouders Zowel in Italië als in Frankrijk zijn er ontwikkeling rond dubbele stemrechten voor lange termijn aandeelhouders. Dit gaat echter in tegen het basisprincipe van een goede machtsverdeling op de aandeelhoudersvergadering van ‘één aandeel, één stem’ en kan tot scheve machtsverhoudingen leiden. Een aantal Italiaanse beursgenoteerde ondernemingen wilde gebruik maken van een wetswijziging om met een gewone meerderheid (50% + 1 stem) van stemmen een statutenwijziging door te voeren, in plaats van de gebruikelijke twee derde meerderheid. Aandeelhouders die langer dan 2 jaar de aandelen in bezit hebben zouden dan dubbele stemrechten verkrijgen. Gezien het geconcentreerde aandeelhoudersbezit in Italië zou dit met name de positie en macht op de aandeelhoudersvergadering van de grootaandeelhouders bevorderen en die van
28 / 31
minderheidsaandeelhouders benadelen. Dit terwijl het beoogde effect van de wetgever was om lange termijn aandeelhouderschap te stimuleren. Na een uitvoerig lobby van een aantal institutionele beleggers, academici als ook commissarissen van ondernemingen is het wetsvoorstel ingetrokken. In Frankrijk is begin 2014 de zogenaamde ‘Florange act’ aangenomen, waardoor aandeelhouders die langer dan 2 jaar aandelen in hun bezit hebben dubbele stemrechten krijgen toegekend.. De ondernemingen moeten nu expliciet in de statuten opnemen dat zij de bepalingen uit de Florange act niet van toepassing verklaren, waarna de aandeelhouders deze aanpassing van de statuten moeten goedkeuren op de aandeelhoudersvergadering. Deze agendapunten bij beursgenoteerde ondernemingen in Frankrijk worden zeer nauwlettend geanalyseerd en in lijn met het belang van het pensioenfonds gestemd.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
07 Bijlagen
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
29 / 31
Bijlage 1: Uitgangspunten van het Global Compact van de Verenigde Naties Het VN Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Bedrijven die het VN Global Compact initiatief onderschrijven, verbinden zich ertoe de onderstaande doelstellingen en waarden te steunen bij het uitvoeren van hun activiteiten: Mensenrechten 1e principe: Bedrijven dienen binnen de eigen invloedssfeer de internationaal vastgelegde mensenrechten te ondersteunen en te respecteren; en 2e principe: er voor te zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan schendingen van de mensenrechten. Arbeidsnormen 3e principe: Bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven; 4e principe: alle vormen van verplichte en gedwongen arbeid te elimineren; 5e principe: zich in te spannen voor de effectieve afschaffing van kinderarbeid; en 6e principe: discriminatie met betrekking tot werk en beroep te bestrijden. Milieu 7e principe: 8e principe: 9e principe:
Bedrijven dienen het voorzichtigheidsbeginsel te hanteren met betrekking tot milieukwesties; initiatieven te ondernemen om grotere verantwoordelijkheid op milieugebied te bevorderen; en de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
Anticorruptie 10e principe: Bedrijven dienen alle vormen van corruptie, inclusief afpersing en omkoping, tegen te gaan. De principes van het Global Compact zijn gebaseerd op internationale verdragen, onder andere afgeleid van de Universele verklaring van de rechten van de mens, de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake de fundamentele arbeidsrechten, en van de verklaring van Rio met betrekking tot milieu en ontwikkeling.
30 / 31
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
Bijlage 2: Bepalingen Nederlandse Corporate Governance Code IV.4 Verantwoordelijkheid institutionele beleggers Verantwoordelijkheid van institutionele beleggers Principe
Institutionele beleggers handelen primair in het belang van hun achterliggende begunstigden of beleggers en hebben een verantwoordelijkheid jegens hun achterliggende begunstigden of beleggers en de vennootschappen waarin zij beleggen om op zorgvuldige en transparante wijze te beoordelen of zij gebruik willen maken van hun rechten als aandeelhouder van beursvennootschappen.
Best practice bepalingen IV.4.1
Institutionele beleggers (pensioenfondsen, verzekeraars, beleggingsinstellingen, vermogensbeheerders) publiceren jaarlijks in ieder geval op hun website hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van het stemrecht op aandelen die zij houden in beursvennootschappen.
IV.4.2
Institutionele beleggers doen jaarlijks op hun website en/of in hun jaarverslag verslag van de uitvoering van hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van het stemrecht in het betreffende boekjaar.
IV.4.3
Institutionele beleggers brengen ten minste eenmaal per kwartaal op hun website verslag uit of en hoe zij als aandeelhouders hebben gestemd op de algemene vergaderingen van aandeelhouders.
Verantwoordelijkheid van aandeelhouders Principe
Aandeelhouders gedragen zich ten opzichte van de vennootschap, haar organen en hun medeaandeelhouders naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Hieronder valt de bereidheid om een dialoog met de vennootschap en medeaandeelhouders aan te gaan.
Best practice bepaling IV.4.4.
Een aandeelhouder oefent het agenderingsrecht slechts uit nadat hij daaromtrent in overleg is getreden met het bestuur. Wanneer een of meer aandeelhouders het voornemen heeft de agendering te verzoeken van een onderwerp dat kan leiden tot wijziging van de strategie van de vennootschap, bijvoorbeeld door het ontslag van één of meer bestuurders of commissarissen, wordt het bestuur in de gelegenheid gesteld een redelijke termijn in te roepen om hierop te reageren (de responstijd). Dit geldt ook voor een voornemen als hiervoor bedoeld dat strekt tot rechterlijke machtiging voor het bijeenroepen van een algemene vergadering op grond van artikel 2:110 BW. De betreffende aandeelhouder respecteert de door het bestuur ingeroepen responstijd in de zin van best practice bepaling II.1.9.
IV.4.5.
Een aandeelhouder stemt naar zijn eigen inzicht. Van een aandeelhouder die gebruikt maakt van stemadviezen van derden wordt verwacht dat hij zich een eigen oordeel vormt over het stembeleid van deze stemadviseur en de door deze verstrekte stemadviezen.
IV5.5.
Indien een aandeelhouder een onderwerp op de agenda heeft laten plaatsten, licht hij dit ter vergadering toe en beantwoordt hij indien nodig vragen hierover.
Verantwoord Beleggen – Rapportage H1 2015 – Syntrus Achmea Beleggingspools
31 / 31