Rapportage Verantwoord Beleggen Eerste halfjaar 2014
Index 1 Inleiding Verantwoord Beleggen 2 Uitsluitingsbeleid 3 Engagement 4 Collectief engagement 5 Corporate governance en stemmen
70024 032004
6 Bijlagen
1 Inleiding Verantwoord beleggen Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (hierna het pensioenfonds) past sinds 2008 instrumenten van verantwoord beleggen toe bij het beheer van haar vermogen. In deze halfjaarlijkse rapportage leest u over de laatste stand van zaken met betrekking tot deze instrumenten en vindt u terug welke activiteiten namens het pensioenfonds zijn ondernomen. Op de website van het pensioenfonds vindt u beleidsdocumenten en rapportages waarnaar in dit rapport wordt verwezen. Deze inleiding geeft een kort overzicht van de achtergrond van verantwoord beleggen.
1.
Wat houdt verantwoord beleggen in?
2. Engagement, het aangaan van de dialoog met onder-
Het pensioenfonds staat voor een goed en betaalbaar pensioen. Het pensioenfonds is van mening dat verantwoord
nemingen; 3. Corporate governance en stemmen op aandeelhouders-
beleggen bijdraagt aan het realiseren van een goed en be-
vergaderingen
taalbaar pensioen voor huidige en toekomstige generaties. Daarom besteedt het pensioenfonds waar nodig en mogelijk
Om deze instrumenten in de praktijk doeltreffend toe te pas-
binnen de fiduciaire verantwoordelijkheid aandacht aan
sen kiest het pensioenfonds ervoor haar beleggingen zo
ecologische, sociale en governance onderwerpen. Maat-
veel als mogelijk onder te brengen in discretionaire manda-
schappelijk verantwoord ondernemen door ondernemingen
ten.
waarin belegd wordt speelt een belangrijke rol. 4. 2.
Wat zijn de uitgangspunten?
Aanvullende beleidsinstrumenten
Aanvullend past het pensioenfonds bij gelegenheid aanvul-
Voor het verantwoord beleggen beleid hanteert het pensi-
lende verantwoord beleggen instrumenten en criteria toe.
oenfonds de principes van het Global Compact van de
Per individueel mandaat beoordeelt het pensioenfonds of dit
Verenigde Naties als uitgangspunt. Deze principes hebben
van toegevoegde waarde is.
betrekking op vier hoofdthema’s: •
Mensenrechten
Best-in-class analyse
•
Arbeidsnormen
Als aanvullend instrument past het pensioenfonds een best-
•
Milieu
in-class beleggingsbeleid toe. Dit beleid wordt specifiek
•
Anticorruptie
toegepast op beleggingen in financiële waarden. Deze aanpak is omarmd naar aanleiding van zorgen over het beleg-
Het VN Global Compact bestaat uit tien breed geaccepteer-
gen in financiële waarden, in het bijzonder in investment
de principes (zie bijlage 1). Deze principes vinden hun oor-
banks. Deze zorgen zijn enerzijds financieel van aard en
sprong in internationale verdragen zoals de Universele Ver-
anderzijds maatschappelijk.
klaring van de Rechten van de Mens en principes van de International Labour Organisation (ILO). Het VN Global
De zorg over financiële instellingen is veelal terug te voeren
Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun eigen
op de constatering dat financiële instellingen de afgelopen
invloedsfeer kernwaarden op het gebied van mensenrech-
decennia meer voor eigen winst en voor de belangen van
ten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, on-
hun aandeelhouders hebben gehandeld met als gevolg
dersteunen en uitoefenen.
verwevenheid van de basisfunctie van financiële instellingen en speculatieve activiteiten van financiële instellingen op
3.
Wat doet het pensioenfonds?
voor de economie zijn en politici er belang bij hebben ban-
oenfonds een generieke aanpak waarbij gebruik wordt ge-
ken in financiële nood te redden, wordt als het mis gaat
maakt van drie instrumenten:
schade die is opgelopen door genomen risico’s afgewenteld
1. Uitsluiting, van producenten van controversiële wapens
op de samenleving. Als het goed gaat, vloeien de baten
en structurele schenders van het VN Global Compact; 70024 032004
financiële markten. Bijvoorbeeld, doordat banken belangrijk
Voor het verantwoord beleggen beleid hanteert het pensi-
2
echter richting de banken. In plaats van dienstbaar te zijn
aan de samenleving, schaden banken op deze manier juist
de samenleving.
de mate waarin deze risico’s of kansen bekend zijn in de markt, en de markt deze meeneemt in haar verwachtingen.
De best-in-class analyse wordt uitgevoerd op basis van naar thema’s ingedeelde selectiecriteria. Hierbij is aan de the-
3.
Vastlegging
ma’s ‘corporate governance’, ‘financiële stabiliteit’ en ‘trans-
In een bedrijfsprofiel beargumenteert de sectoranalist waar-
parantie producten’ een relatief hoog gewicht toegekend in
om een aandeel opgenomen is in de beleggingsportefeuille.
de analyse.
Een ESG-paragraaf is standaard onderdeel van dit bedrijfsprofiel. Deze paragraaf is enerzijds een samenvatting van
ESG integratie
de belangrijkste ESG-thema’s van het bedrijf. Anderzijds
Bij het beheer van de fundamentele aandelenportefeuilles
wordt aangegeven op welke manier de ESG-informatie be-
van het pensioenfonds wordt een ESG integratiestrategie
palend is geweest op de berekening van de lange termijn
toegepast. Duurzaamheidsfactoren worden op een syste-
intrinsieke waarde van het bedrijf.
matische en consistente manier geïntegreerd in het beleggingsproces. Dit vanuit de overtuiging dat het inzichtelijk
5.
maken van relevante ecologische, sociale en goed bestuur
Aandelen
Reikwijdte van het verantwoord beleggen beleid
(ESG) factoren en daarmee verbonden bedrijfsspecifieke
Het pensioenfonds belegt direct in aandelen, waarbij de
risico’s bijdraagt aan het maken van beter geïnformeerde
aandelenportefeuille is gespreid over stijl, regio, grootte en
beleggingsbeslissingen en dus in potentie bijdraagt aan een
manager. Het generieke beleid is van toepassing op 90%
hoger voor risico gecorrigeerd rendement van de beleggin-
van de totale aandelenportefeuille. Op beleggingen in het
gen in portefeuille.
Statestreet opkomende markten aandelenfonds kan het verantwoord beleggen beleid van het pensioenfonds niet
ESG-integratie in het beleggingsproces vindt plaats in drie
worden toegepast.
stappen: Bij de fundamentele beleggingsstrategieën evenals de laag 1.
Automatische aanpassing van de koers-
volatiliteitstrategieën past het pensioenfonds een best-in-
winstverhouding
class strategie toe ten aanzien van beleggingen in financiële
ESG-informatie wordt in de vorm van een rating standaard
waarden. Dit specifieke beleid is van toepassing op 81%
opgenomen in het gebruikte waarderingsmodel. De ESG-
van het binnen aandelen beheerd vermogen.
rating resulteert automatisch in een opslag of afslag van de
De ESG integratiestrategie wordt momenteel structureel en
in het waarderingsmodel berekende koers-winstverhouding
aantoonbaar toegepast op de fundamentele beleggingsstra-
van een aandeel.
tegieën in beheer bij Syntrus Achmea. Dit instrument wordt ingezet op 62% van de aandelenportefeuille.
2.
Interpretatie door de sectoranalist
De op- of afslag wordt door een sectoranalist geanalyseerd.
Vastrentende waarden
Voor deze analyse gebruikt de sectoranalist onder meer
Uitsluitingen
ESG-sectoranalyses en ESG-bedrijfsprofielen.
Het pensioenfonds heeft eigen beleggingsmandaten die beheerd worden door Syntrus Achmea. Op deze mandaten
Op basis van deze analyse wordt de standaard op- of afslag
is het uitsluitingsbeleid van het pensioenfonds van toepas-
van de koers-winstverhouding mogelijk aangepast. De uit-
sing is. Dit betekent dat in de bedrijfsleningenportefeuille
eindelijke opslag of afslag is ingegeven door een inschatting
niet wordt belegd in producenten van controversiële wapens
van:
en ondernemingen die structureel de principes van het VN
de materialiteit van de gesignaleerde ESG risico’s of
Global Compact schenden.
70024 032004
kansen voor de onderneming (strategisch belang);
3
Op voorhand stelt het pensioenfonds ook een minimum
Opkomende markten staatsobligaties
vereiste aan de landen waarvan het staatsobligaties op-
Het pensioenfonds belegt een deel van haar vermogen in
neemt in haar beleggingsportefeuille. Het belangrijkste mi-
staatsobligaties van opkomende landen. Het pensioenfonds
nimum vereiste is gebaseerd op de sancties en verordenin-
doet dit op innovatieve wijze door bij het samenstellen van
gen vanuit de Nederlandse Sanctiewet 1977. In de geest
de gehanteerde benchmark te kijken naar ESG-factoren in
van deze sancties belegt het pensioenfonds op voorhand
plaats van omvang van uitstaande leningen. De ESG-
niet in staatsobligaties van landen indien sanctiemaatrege-
factoren die worden gebruikt hebben een sterk maatschap-
len zijn opgelegd naar aanleiding van schendingen van het
pelijk karakter en zijn gebaseerd op onder meer: energieaf-
internationaal recht of mensenrechten of schending van het
hankelijkheid, vervuiling, uitputting van grondstoffen, onder-
non-proliferatieverdrag. Andere beleggingen in deze landen
wijs, economische ongelijkheid, mate van sociale bescher-
zijn in beginsel niet uitgesloten.
ming, het democratisch bestel, politieke effectiviteit en zakelijke rechten. Deze factoren zijn van meerwaarde omdat zij
Ontwikkelde markten bedrijfsobligaties
inzicht geven in de mate waarin landen een duurzame eco-
Bij het beheer van de bedrijfsobligatieportefeuille van het
nomische ontwikkeling nastreven. Dit wordt van belang ge-
pensioenfonds werd er de afgelopen jaren op ad-hoc basis
acht vanuit de overtuiging dat productieve landen en landen
een ESG-integratiestrategie in het beleggingsproces toege-
die tekortkomingen in het politieke en sociale kader beheer-
past op het moment dat daar nadrukkelijk aanleiding toe
sen beter in staat zijn om aan hun soevereine verplichtingen
was. Voor ondernemingen waar risico’s vanuit een ecolo-
op de lange termijn te voldoen. Waaronder ook het maken
gische, sociale en goed bestuur (ESG) perspectief het
van periodieke rentebetalingen en de aflossing op staats-
meest dreigend waren is er aandacht geschonken aan ESG
obligaties. Hoewel de ESG-factoren een sterk maatschap-
informatie met gebruikmaking van de MSCI ESG Research.
pelijk karakter hebben zijn deze factoren in eerste instantie
Naast het evalueren van invloed van ESG factoren op be-
bedoeld om risico te beheersen en niet om een normatieve
staande bedrijfsobligaties werd bij nieuwe bedrijfsobligatie-
ondergrens te bepalen.
uitgevende instellingen ook op ad hoc basis ESG informatie meegenomen in het beoordelingsproces. Door aanpassin-
Alternatieve beleggingen
gen in het Syntrus Achmea waarderingsmodel is in het
Het pensioenfonds belegt in het Interpolis Pensioenen Pri-
tweede kwartaal van 2014 de stap gezet naar een structure-
vate Equity II fonds. Voor dit fonds worden duurzaamheids-
le ESG integratie voor het credits bedrijfsobligatiemandaat.
criteria gehanteerd zoals het respecteren van de uitgangspunten van het VN Global Compact en worden beleggingen
Ontwikkelde markten staatsobligaties
in ondernemingen die wapens produceren uitgesloten.
Voor het ontwikkelde markten staatsobligatiemandaat worden bestuurlijke, milieu en sociale risico’s waar van toepas-
Met betrekking tot de beleggingen in infrastructuur laat het
sing en relevant meegewogen in de kwantitatieve en kwali-
pensioenfonds zich informeren als er het concrete voorne-
tatieve landenanalyses. In de bepaling van het risico of een
men bestaat in nieuwe projecten te investeren, zoals ge-
land de uitgeleende hoofdsom en bijhorende rente volledig
vangenissen. Op dat moment kan het fonds besluiten of het
en op tijd terug kunnen betalen zijn ESG risico’s dus mee-
zich met een dergelijke belegging kan verenigen.
gewogen. Bij het identificeren van deze risico’s maken de SAVB portefeuillemanagers gebruik van ESG landenanaly-
6.
Hoe legt het pensioenfonds verantwoording af?
ses van de onafhankelijke dataleverancier Camradata.
Transparantie is onafscheidelijk verbonden aan een goed verantwoord beleggen beleid. Het pensioenfonds rappor-
Syntrus Achmea zal naast de interne activiteiten de ontwik-
teert daarom tweemaal per jaar hoe zij de afgelopen periode
kelingen in de markt op dit gebied blijven monitoren, onder-
invulling gaf aan het beleid. Ook rapporteert het pensioen-
zoeken en toepassen indien gepast. Dit met het doel een
fonds over de wijze waarop instrumenten zijn ingezet op
goed rendement te behalen zodat een goed en betaalbaar
sociale, governance en milieuthema´s.
70024 032004
pensioen voorop blijft staan.
4
Het pensioenfonds rapporteert via een verantwoord beleg-
Deze rapportage
gen rapportage. Met behulp van een zogenoemd ‘vote dis-
De gekozen instrumenten, gemaakte keuzes en recente
closure system’ geeft het pensioenfonds inzicht in haar
ontwikkelingen worden in het vervolg van dit verslag in af-
stemgedrag. De rapportages en het systeem zijn toeganke-
zonderlijke hoofdstukken besproken. Dit is een geïntegreer-
lijk via de website van het pensioenfonds. Daarnaast staan
de rapportage, de informatie met betrekking tot verantwoord
op deze website de volgende documenten:
beleggen in dit rapport heeft derhalve betrekking op de be-
1. Verantwoord beleggen beleid
leggingen van het pensioenfonds in haar portefeuilles.
2. Uitsluitingsbeleid ten aanzien van controversiële wapens
70024 032004
3. Corporate governance en stembeleid.
5
2 Uitsluitingsbeleid De keuze om niet te beleggen in ondernemingen of landen is afhankelijk van diverse factoren. Een factor waar het pensioenfonds rekening mee houdt is dat investeringen geen negatieve gevolgen voor de samenleving mogen hebben. Concreet betekent dit dat het pensioenfonds niet belegt in ondernemingen als deze controversiële producten produceren of ongewenst gedrag vertonen. Voor beleggingen in staatsobligaties hanteert het pensioenfonds een landenbeleid. Wanneer een onderneming betrokken is bij een controversieel product, veelal een kernactiviteit van de onderneming, hanteert het pensioenfonds op voorhand een uitsluitingsbeleid. Een engagementbeleid is dan niet reëel, het is immers lastig de onderneming over te halen een ander product te produceren. Het uitsluitingsbeleid van het pensioenfonds richt zich hier op één enkel product, controversiële wapens. Daarnaast kiest het pensioenfonds ervoor niet te beleggen in ondernemingen die de uitgangspunten van het VN Global Compact structureel schenden. Voordat het pensioenfonds hier daadwerkelijk tot uitsluiting over gaat wordt eerst de dialoog gevoerd met ondernemingen die het VN Global Compact (dreigen te) schenden. Dit met de intentie een positieve gedragsverandering te bereiken.
Aeroteh SA
Voor het pensioenfonds zijn wapens controversieel wanneer
Alliant Techsystems
deze wapens onevenredig veel leed en slachtoffers veroor-
Hanwha Corporation
zaken en geen onderscheid maken tussen burger- en mili-
Poongsan Corporation
taire doelen. Ook na afloop van een conflict veroorzaken
Singapore Technologies
deze wapens nog op aanzienlijke schaal slachtoffers en
Textron
praktijk gaat het om de volgende typen wapens:
2.
Structurele VN Global Compact schenders
1.
Nucleaire wapens
Indien een onderneming gedurende twee jaar een onderlig-
2.
Biologische wapens
gend principe van het VN Global Compact schendt kan het
3.
Chemische wapens
pensioenfonds beslissen deze onderneming uit te sluiten
4.
Antipersoonsmijnen
van het belegbaar universum. Bij dit besluit worden even-
5.
Clustermunitie
tuele inzichten verkregen uit ondermeer het engagement-
6.
Munitie met verarmd uranium
programma meegewogen. Als het pensioenfonds tot uit-
7.
Witte fosfor bommen
sluiting overgaat worden alle beleggingen in desbetreffende
1.
Wat zijn controversiële wapens?
ontwrichten deze de maatschappij en de economie. In de
entiteit verkocht. De vaststelling van de lijst van schenders Bij het bepalen van de definitie van controversiële wapens
van het VN Global Compact vindt eenmaal per jaar plaats.
zoekt het pensioenfonds aansluiting bij internationale verdragen die door Nederland zijn ondertekend en bij het be-
3.
Landenbeleid
leid van de Nederlandse overheid. Het volledige uitsluitings-
BPL voert een landenbeleid waarbij de sancties benoemd in
beleid kunt u terugvinden op de website van het pensioen-
de Sanctiewet 1977 leidend zijn in de beslissing landen uit
fonds.
te sluiten van belegging. De sanctiemaatregelen zoals opgelegd door de Nederlandse Staat in de Sanctiewet 1977
Verbod beleggen in clustermunitie
zijn dwingende instrumenten die worden ingezet als reactie
Met betrekking tot het verbod tot beleggen in clustermunitie
op schendingen van het internationaal recht, mensenrech-
heeft de AFM in september 2013 geïnventariseerd welke
tenschendingen of om verandering te brengen in beleid
ondernemingen per 1 januari 2014 voldoen aan de criteria
wanneer wettelijke of democratische beginselen niet worden
geformuleerd in artikel 21a Besluit Marktmisbruik. Uit deze
nageleefd. Wanneer het niet naleven van wettelijke beginse-
inventarisatie blijkt dat de onderstaande beursgenoteerde
len hier betrekking heeft op het schenden van het non-
ondernemingen in ieder geval onder de wettelijke definitie
proliferatieverdrag belegt het pensioenfonds niet in staats-
van een ‘verboden onderneming’ als bedoeld in artikel 21a
obligaties van dat land.
Besluit Marktmisbruik vallen. Deze ondernemingen blijven 70024 032004
gehandhaafd op de uitsluitingslijst van het pensioenfonds:
6
Bij de uitwerking van het landenbeleid wordt de uitsluitings-
Het onafhankelijke Zweedse onderzoeksbureau Ethix stelt
lijst in de geest van de sancties opgesteld. Dit betekent dat
ieder halfjaar vast welke ondernemingen betrokken zijn bij
wanneer een deelsanctie van kracht is, bijvoorbeeld een
de productie van controversiële wapens (tabel 02.1). Daar-
wapenembargo als gevolg van buitensporig geweld tegen
toe bekijkt het onderzoeksbureau het hele belegbaar uni-
de eigen bevolking, het land als geheel controversieel wordt
versum. Wanneer het onderzoeksbureau betrokkenheid bij
verklaard.
productie van controversiële wapens vaststelt leidt dat tot uitsluiting.
4.
Hoe wordt de uitsluitingslijst samengesteld?
Het pensioenfonds belegt wereldwijd in aandelen en obliga-
Ethix onderzoekt tevens het hele belegbaar universum op
ties. Het uitsluitingsbeleid is van toepassing op deze beleg-
structurele schendingen van het VN Global Compact en
gingen.
stelt vast of een onderneming een of meerdere principes
70024 032004
van het VN Global Compact schendt (tabel 02.2).
7
Tabel Fout! Geen tekst met de opgegeven stijl in het document..1 Uitsluitingslijst controversiële wapens per 1 juli 2014. Bron: Ethix SRI Advisors + “indicatieve AFM lijst” Onderneming Aeroteh* Airbus Group NV Alliant Techsystems* Areva S.A. Babcock International Group PLC BAE Systems PLC Boeing Co. Doosan Co Ltd Finmeccanica S.p.A. Fluor Corp. General Dynamics Corp. Hanwha Corp.* Honeywell International Inc. Huntington Ingalls Industries Jacobs Engineering Group Inc. Kratos Defence and Security Solutions Inc. L-3 Communications Holdings Inc. Larsen & Toubro Ltd. Leidos Holdings Inc Lockheed Martin Corp. Moog Inc. Northrop Grumman Corp. Poongsan* Raytheon Co. Rolls-Royce Group PLC SAFRAN S.A. Serco Group Singapore Technologies Engineering Ltd.* Temasek Holdings Textron Inc.* Thales S.A. United Technologies URS Corp.
Controversiële wapens x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Per 1 juli 2014 is geen van de ondernemingen in het beleggingsuniversum betrokken bij de productie van biologische- en/of chemische wapens.
70024 032004
Ondernemingen met een asterisk zijn aanvullende namen vanuit de indicatieve AFM lijst ten aanzien van clustermunitieproducenten.
Tabel Fout! Geen tekst met de opgegeven stijl in het document..2 Uitsluitingslijst VN Global Compact schenders per 1 juli 2014. Bron: Ethix SRI Advisors + besluitvorming BPL Onderneming
70024 032004
AES Corp. Alstom S.A. Bank Hapoalim B.M. Bank Leumi Le-Israel B.M. Cemex S.A.B. de C.V. Chevron Corp. Cintas Corp. CNOOC Dexia S.A. Dongfeng Motor Hyundai Motor Incitec Pivot Ltd. Mizrahi Tefahot Bank Ltd. NK Lukoil Potash Corp. of Saskatchewan Inc. Sterlite Industries T-Mobile US TransCanada Vedanta Resources Plc. Veolia Environnement S.A. Wal-Mart Stores Inc.
Structurele VN Global Compact schenders x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
9
3 Rapportage Engagement Een onderneming is gericht op het maken van winst. Het streven naar maximale winst kan op bepaalde momenten op gespannen voet staan met internationale richtlijnen voor verantwoord ondernemen, zoals het VN Global Compact. In een context waar ondernemingen deze internationale richtlijnen systematisch schenden wordt gedrag onverantwoord. Onverantwoord gedrag vormt een risico voor de continuïteit van winst op de lange termijn en het is dus in het belang van de onderneming en al haar belanghebbenden dat richtlijnen voor verantwoord ondernemen worden gerespecteerd. Daarom gaat het pensioenfonds de dialoog aan met ondernemingen. Het doel van deze dialoog is het stellen van duidelijke kaders, het ontwikkelen van kennis bij ondernemingen en het definiëren van 'good practices'. Op deze manier draagt het pensioenfonds bij aan het bewaken van het juiste evenwicht en beschermt het haar belangen.
1.
Het pensioenfonds en de dialoog
schuldig maken, dan is het noodzakelijk dat zij deze schen-
Engagement is het aangaan van de dialoog met onderne-
dingen opheffen en voorkomen dat de schendingen in de
mingen. Het is het centrale middel in het verantwoord be-
toekomst opnieuw zullen optreden. Dit zijn belangrijke aan-
leggen beleid van het pensioenfonds. Met het aangaan van
dachtspunten bij het voeren van een dialoog.
de dialoog wil het pensioenfonds het duurzame gedrag van ondernemingen verbeteren en tegelijkertijd aandeelhou-
Daarnaast kan ook de dialoog worden aangegaan over on-
derswaarde vergroten. De dialoog kan op diverse manieren
derwerpen die gerelateerd zijn aan maatschappelijk verant-
gevoerd worden:
woord ondernemen, de rapportage daarvan en aan corpora-
1.
proactief; een onderneming wordt aangesproken op de
te governance gerelateerde onderwerpen. Dit met het doel
(neven)effecten van haar bedrijfsprocessen;
de kansen en risico’s van een onderneming beter in kaart te
2.
reactief; een onderneming wordt aangesproken op
krijgen en met als doel het duurzame gedrag van onderne-
ongewenste activiteiten en gedragingen;
mingen te verberen en aandeelhouderswaarde op de lange-
3.
ter bevordering van een algemene standaard op bij-
re termijn te creëren.
voorbeeld sectorniveau.
3. 2.
De minimale uitgangspunten
Het engagementproces
Ieder jaar bepaalt het pensioenfonds in samenspraak met
De beginselen van het VN Global Compact (zie bijlage 1)
Syntrus Achmea welke twee thema’s centraal staan in het
vormen een minimaal uitgangspunt voor verantwoord on-
engagementtraject. Om goed geïnformeerd en gedegen een
dernemen. Structurele schendingen van het VN Global
dialoog te voeren worden er namens het pensioenfonds op
Compact vergroten het risico op nadelige gevolgen voor de
de gekozen onderwerpen themaonderzoeken uitgevoerd.
onderneming, haar directe omgeving zoals lokale gemeen-
Op basis van onderstaande thema’s zijn in het recente ver-
schappen of het milieu en voor andere belanghebbenden.
leden dialogen met ondernemingen gestart:
Activiteiten die (mogelijk) leiden tot een schending van de principes van het VN Global Compact staan veelal in de
1.
Energie en basismaterialen in controversiële regimes
2.
Waterbeheer bij voedings- dranken- en tabaksonder-
3.
Global Compact schendingen arbeidsomstandigheden
claims door de ondernemingen tot gevolg kunnen hebben.
4.
Global Compact milieuschendingen
Dit zijn directe negatieve financiële effecten, die ook de
5.
Global Compact schendingen corruptie
belangen van aandeelhouders schaden.
6.
Global Compact schendingen mensenrechten
7.
Eco-efficiëntie in de metaal- en cementindustrie
Ondernemingen dienen te voorkomen dat zij zich schuldig
8.
Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector
maken aan structurele schendingen van de beginselen van
9.
CO2 management in de vastgoedsector (Q1 2014)
het VN Global Compact. Mochten zij zich daaraan wel
10. Kwaliteit van bestuur en toezicht (Q1 2014)
belangstelling van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en de media en schaden het milieu, lokale ge-
(afgerond medio 2014)
meenschappen en daarmee de reputatie van de ondernemingen. In de praktijk leiden deze schendingen ook vaker
nemingen (afgerond medio 2014)
70024 032004
tot rechtszaken, die boetes of het uitbetalen van schade-
(o.a. kinderarbeid)
4.
Engagementthema’s opgestart in 2014
3.1a Totaal aantal activiteiten per thema en regio Bron: Robeco en Syntrus Achmea
Daarnaast zijn in het begin van 2014 de engagementthema’s opgestart, die samen met het pensioenfonds zijn vastgesteld. Het betreft de thema’s: 1.
Sociale kwesties in de voedingsmiddelen- en land-
2.
Kwaliteit van bestuur en toezicht
5.
Engagement namens het pensioenfonds
bouwketen;
Engagement is een zaak van lange adem. Voor de diverse trajecten wordt uitgegaan van een looptijd van drie jaar. Tijdens deze doorlooptijd zijn er ook periodes zonder noe-
Vermeldenswaardige ontwikkelingen binnen de enga-
menswaardige voortgang in de dialoog. Vaak is dit het geval
gementthema’s zijn in de komende paragrafen toege-
tijdens het opstarten van een dialoog of bij herbezinning van
licht. Voor ieder thema is inzichtelijk gemaakt welke on-
een gekozen strategie, in geval de voortgang niet de ge-
dernemingen zijn opgenomen in het engagementpro-
wenste resultaten laat zien.
gramma. Per onderneming is kort de teneur van de dialoog aangegeven.
Anders dan bij het instrument uitsluiting waarbij pensioenfondsen op voorhand niet beleggen in ondernemingen, geldt voor engagement dat er wel belegd wordt in ondernemingen die ter discussie staan. Het pensioenfonds heeft dan als aandeelhouder de mogelijkheid om het management aan te sporen het beleid of activiteiten te wijzigen.
6.
Ondernemingen in engagementprogramma
Per eind juni 2014 worden er namens het pensioenfonds op de vijf vaste thema’s (de vier Global Compact aandachtsgebieden en goed ondernemingsbestuur) en op acht milieuthema’s, drie sociale thema’s en drie goed bestuur thema’s 68 dialogen met 42 ondernemingen. Hiervan worden 30 dialogen gevoerd op thema’s die mede door klanten van Syntrus Achmea gekozen zijn. Onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal dialogen uitgesplitst naar: 1.
thema (milieu, sociaal en governance);
2.
regio.
Global Compact schendingen Mensenrechten Het doel van dit engagementthema is het opheffen van de geconstateerde mensenrechtenschendingen en het ontwikkelen van beleidssystemen en rapportages die verband houden met het voorkomen van nieuwe schendingen. De onderneming moet aantonen dat de schending van de VN Global Compact principes is opgeheven. Het is wenselijk dat een externe, onafhankelijke partij vaststelt dat de schending is opgeheven. Structurele schendingen van de beginselen van mensenrechten kunnen betrekking hebben op de activiteiten van ondernemingen in landen met controversiële regimes. Door hun activiteiten in deze landen genereren de ondernemingen inkomsten voor de betreffende regimes, die deze inkomsten vervolgens vaak niet ten goede laten komen aan de lokale bevolking. Daarnaast komt het voor dat lokale gemeenschappen direct worden geschaad door de activiteiten van de ondernemingen. Andere voorbeelden van schendingen op het gebied van mensenrechten zijn onrechtmatigheden tegen de lokale bevolking door personeel
70024 032004
of ingehuurde veiligheidsdiensten van ondernemingen.
11
3.2 Voortgang Global Compact schendingen Mensenrechten
3.3 Voortgang Global Compact schendingen arbeidsomstandigheden Bron: Robeco en Syntrus Achmea
Bron: Robeco en Syntrus Achmea
Onderneming
Voortgang
Onderneming
Voortgang
Anglo American
neutraal
Berkshire Hathaway Inc British American Tobacco Plc Coca-Cola Co.
neutraal neutraal neutraal
Ericsson LM Shs B FedEx Corp. Kohl's Corp. Koninklijke Ahold N.V.
neutraal neutraal neutraal positief
Exxon Mobil Corp. neutraal Newmont Mining Corp. nieuw Rio Tinto neutraal (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo) Global Compact schendingen arbeidsomstandigheden Het doel van dit engagementthema is het opheffen van de
Vodafone Group PLC neutraal (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
gevonden schendingen van het VN Global Compact en het ontwikkelen van beleid, systemen en rapportages die ver-
Global Compact milieuschendingen
band houden met het voorkomen van nieuwe schendingen.
Het doel van dit engagementthema is het opheffen van de gevonden schendingen van het VN Global Compact en het
Structurele schendingen van het VN Global Compact, in het
ontwikkelen van beleid, systemen en rapportages die ver-
bijzonder de principes die gaan over arbeidsnormen, vor-
band houden met het voorkomen van nieuwe milieuschen-
men financiële en reputatierisico’s voor de onderneming en
dingen.
voor belanghebbenden zoals aandeelhouders. Ondernemingen dienen te voorkomen dat zij zich schuldig maken
Structurele schendingen van het VN Global Compact, in het
aan structurele schendingen van deze beginselen van het
bijzonder de principes die gaan over milieu, vormen financi-
VN Global Compact. Mochten zij zich daaraan wel schuldig
ele, operationele en reputatierisico’s voor de onderneming
maken, dan is het wenselijk dat zij deze schendingen ophef-
en voor haar belanghebbenden zoals aandeelhouders. On-
fen en voorkomen dat schendingen in de toekomst opnieuw
dernemingen dienen daarom te voorkomen dat zij zich
zullen optreden.
schuldig maken aan structurele schendingen van deze beginselen van het VN Global Compact. Mochten zij zich
Structurele schendingen van de beginselen over arbeids-
daaraan wel schuldig maken, dan is het wenselijk dat zij
omstandigheden kunnen betrekking hebben op kinderarbeid
deze schendingen opheffen en voorkomen dat de schen-
en andere vormen van gedwongen arbeid in de ketens van
dingen in de toekomst opnieuw optreden.
toeleveranciers van ondernemingen. Ook discriminatie van bijvoorbeeld zwangere vrouwen of personeel van een be-
De dialoog wordt gevoerd aan de hand van SMART-
paalde etnische achtergrond komt voor, zowel binnen be-
doelstellingen. De onderneming moet aantonen dat schen-
drijven zelf als binnen de ketens.
ding van de VN Global Compact principes structureel is opgeheven waarbij het wenselijk is dat een externe onaf-
Om een schending effectief te verhelpen wordt op basis van
70024 032004
SMART-doelstellingen
de dialoog gevoerd op onder meer de
hankelijke partij vaststelt dat de schending is opgeheven. Bij het opheffen van de schending moet ook gedacht worden
volgende aandachtsgebieden; beleid voorkomen schendin-
aan het nemen van corrigerende maatregelen, schadeloos-
gen, implementatie, dialoog belanghebbenden, rapportages
stelling van betrokkenen en het opzetten en uitvoeren van
dialoog, externe verificatie en transparantie.
herstelplannen.
12
3.4 Voortgang Global Compact milieuschendingen
ciënte economie. In de afgelopen decennia is de vraag naar
Bron: Robeco en Syntrus Achmea
vrijwel alle metalen wereldwijd toegenomen. Het proces van
Onderneming
Voortgang
extractie en verwerking van erts naar metaal wordt geken-
Exxon Mobil Corp. Freeport-McMoRan Copper & Gold GDF Suez S.A.
succesvol neutraal succesvol
merkt door een grote energiebehoefte. Cement is een be-
Newmont Mining Corp. neutraal Rio Tinto PLC neutraal Royal Dutch Shell PLC positief (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
langrijk bestandsdeel van beton. Beton is na water de meest gebruikte grondstof ter wereld. De productie van beton wordt eveneens gekenmerkt door een hoog energieverbruik, met name bij het stoken en vermalen van de grondstoffen. Dit thema is gericht op het verhogen van de eco-efficiëntie
Global Compact schendingen corruptie
in de sectoren. Dit kan leiden tot kostenbesparingen, minder
Omkoping en corruptie zijn niet verenigbaar met goed on-
verbruik van niet-duurzame energie, lagere uitstoot en be-
dernemingsbestuur en hebben een negatieve invloed op de
sparingen van delfstoffen. De dialoog zal zich richten op vier
(creatie van) aandeelhouderswaarde. Het leidt tot nadelige
doelstellingen: energie- en CO2-efficiëntie, recycling, mijn-
economische, sociale en politieke uitkomsten. Overtredin-
bouw en emissie-intensiteit.
gen van internationale principes op het gebied van anticorruptie kunnen schadelijk zijn voor de reputatie van een be-
Het doel van de dialoog is te waarborgen dat ondernemin-
drijf en de waarde van merken.
gen uit de sectoren energie en basismaterialen hun activiteiten in landen met een controversieel regime op een transpa-
Eén van de universele principes van het VN Global Com-
rante en verantwoorde manier uitvoeren. Hierdoor worden
pact is gericht op corruptie. Dit principe roept bedrijven op
risico’s voor ondernemingen, lokale gemeenschappen en
om preventieve en handhavingmaatregelen in te stellen en
uiteindelijk de aandeelhouders zichtbaar en beheersbaar.
een effectief systeem op te zetten voor de bestrijding van 3.6 Voortgang Eco-efficiëntie in de metaal- en cementindustrie
corruptie.
Bron: Robeco en Syntrus Achmea Dit engagementthema heeft als doel het anticorruptiebeleid en de maatregelen tegen corruptie bij bedrijven te verbeteren. Daarnaast moet ook voldoende duidelijk worden ge-
Onderneming
Voortgang
Anglo American PLC ArcelorMittal SA
positief positief
maakt welke acties worden ondernomen tegen werknemers, agenten en onderaannemers die betrokken zijn bij beschul-
Energie en basismaterialen in controversiële regimes
digingen in verband met corruptie. Hierbij is het belangrijk
Het doel van deze dialoog is te waarborgen dat onderne-
dat er transparant wordt gecommuniceerd over verrichte
mingen uit de sectoren energie en basismaterialen hun acti-
onderzoeken en over doorgevoerde veranderingen.
viteiten in landen met een controversieel regime op een transparante en verantwoorde manier uitvoeren. Hierdoor
3.5 Voortgang Global Compact schendingen corruptie Bron: Robeco en Syntrus Achmea
worden risico’s voor ondernemingen, lokale gemeenschappen en uiteindelijk de aandeelhouders zichtbaar en beheersbaar.
Onderneming
Voortgang
Eni SpA
nieuw
Royal Philips NV positief Total S.A. neutraal (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
De dialoog wordt gevoerd aan de hand van SMART- doelstellingen op de volgende aandachtsgebieden; mensenrechtenbeleid, stakeholdermanagement, rapportage, risicoanalyse, beveiliging en nationalisatie.
Eco-efficiëntie in de Metaal- en Cementindustrie Eco-efficiëntie in de metaal- en cementindustrie is een be70024 032004
langrijke stap op weg naar een koolstofarme, grondstofeffi-
13
3.7 Voortgang Energie en basismaterialen in controversiële regimes Bron: Robeco en Syntrus Achmea
hun omgeving. Daarom is het ook voor de aandeelhouders in deze ondernemingen van cruciaal belang dat het waterbeheer op orde is. Onderzoek heeft uitgewezen dat katoen
Onderneming
Voortgang
één van de meest waterintensieve grondstoffen is. Aange-
Alcoa Inc. Anglo American PLC BG Group PLC
onsuccesvol succesvol succesvol
zien katoen wijdverspreid gebruikt wordt in de textielindu-
BHP Billiton PLC BP PLC ConocoPhillips ENI S.p.A.
succesvol succesvol succesvol neutraal
Exxon Mobil Corp. Freeport-McMoRan Copper & Gold Rio Tinto PLC Royal Dutch Shell PLC (CL A)
neutraal neutraal succesvol succesvol
strie, richt het engagement zich nadrukkelijk op de katoenketen. 3.8 Voortgang waterbeheer bij textielgerelateerde ondernemingen Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming
Voortgang
Total S.A. neutraal (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Abercrombie & Fitch succesvol Polo Ralph Lauren onsuccesvol The TJX Cos. onsuccesvol (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Waterbeheer bij textielgerelateerde ondernemingen
Goed ondernemingsbestuur
Het doel van dit engagementthema is het beleid, de sys-
De corporate governance structuur van een onderneming
temen en de transparantie van textielgerelateerde onder-
specificeert de rechten en verantwoordelijkheden van de
nemingen op het gebied van waterbeheer te verbeteren. Het
verschillende belanghebbenden, zoals de directie, commis-
verschil tussen de vraag naar en aanbod van water kan,
sarissen, aandeelhouders en overige belanghebbenden.
ondanks het feit dat dit veelal een lokale kwestie is, gevol-
Een adequaat functionerend corporate governance systeem
gen hebben voor de wereldwijde activiteiten van een onder-
richt zich op de lange termijn continuïteit van een onderne-
neming.
ming en beschermt de belangen van aandeelhouders.
De productie van eindproducten binnen de textielindustrie is
Een goed functionerend corporate governance systeem kan
afhankelijk van de beschikbaarheid van water. Goed en
bijdragen aan lange termijn aandeelhouderswaarde. Inter-
effectief waterbeheer is niet alleen van belang voor de loka-
nationale en nationale principes en codes verschaffen richt-
le bevolking en het milieu, het is ook belangrijk voor de
lijnen voor goede corporate governance. Corporate gover-
winstgevendheid en continuïteit van ondernemingen en dus
nance kent vele aspecten die van belang zijn waaronder:
voor aandeelhouderswaarde op de lange termijn. De vraag
beloningsbeleid, aandeelhoudersrechten, transparantie,
naar water door de textielindustrie is hoog en vormt een
effectief toezicht op management, onafhankelijke audit en
grote uitdaging aangezien waterschaarste een toenemend
risk management.
probleem is in bepaalde gebieden van de wereld. In de aanloop naar het stemseizoen voor aandeelhouders is Op de diverse elementen in bijvoorbeeld de katoenketen –
met acht Nederlandse ondernemingen de dialoog aange-
van productie van de grondstoffen tot en met de eindgebrui-
gaan rond de kwestie goed bestuur. In de meeste gevallen
ker – heeft water een grote impact. Deze impact geldt niet
vond de dialoog plaats op het vlak van beloningsbeleid,
alleen voor de ondernemingen zelf, maar ook voor de lokale
maar ook is regelmatig gesproken over de borging van aan-
gemeenschappen waarin ondernemingen opereren en het
deelhoudersrechten, het functioneren Raad van Commissa-
milieu. Op al deze elementen is het waterbeheer van een
rissen, en de auditfunctie bij de onderneming.
onderneming potentieel van invloed. Het wegvallen van productie door waterschaarste of het verliezen van overheidslicenties voor watergebruik kan vergaande operatione-
70024 032004
le en financiële gevolgen hebben voor ondernemingen en
14
3.9 Voortgang Goed ondernemingsbestuur
analyse, risicobeheersing, transparantie. De rol en invloed
Bron: Robeco en Syntrus Achmea
van kleding en textielbedrijven binnen de markt is ontoerei-
Onderneming
Voortgang
kend om alle misstanden op te lossen die zich voordoen in
Akzo Nobel KPN Philips
positief neutraal neutraal
de keten. Samenwerking (tussen overheid, leveranciers,
Reed Elsevier Royal Dutch Shell Unilever TNT Express
positief positief positief nieuw
Wolters Kluwer neutraal (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo) Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector Ondanks de grote verscheidenheid aan spelers in de productieketen van kleding, wordt de retailmarkt gekenmerkt door een relatief klein aantal aanbieders van eindproducten. De aanbieders, de grote multinationals, houden zich bezig met ontwerp, marketing en verkoop en hebben de beste kansen om goede winstmarges te realiseren. De textielsector is wereldwijd enorm competitief, met een keten die bijzonder gelaagd is en daardoor complex. Hoewel de productketen lang kan zijn, hebben deze multinationals over het algemeen slechts een relatie met de eerstvolgende schakel in de toeleveringsketen. Hierdoor ontbreekt het toezicht op activiteiten in de productieketen. Een bijkomende factor is dat in veel landen met hoge activiteiten in de toeleveringsketen voor de textielindustrie de wet- en regelgeving ten aanzien van veilige arbeidsomstandigheden niet goed is ontwikkeld. Het is dan ook belangrijk om beleid en managementsystemen te ontwikkelen die verder gaan dan enkel voldoen aan de lokale wet- en regelgeving. Dit is noodzakelijk om zowel directe risico’s op het gebied van veiligheid voor medewerkers als ook indirecte risico’s op het gebied van bijbehorende reputatieschade in te perken. Specifieker zijn risico’s op het gebied van brandveiligheid, constructieveiligheid van gebouwen, het gebruik van chemicaliën, hygiëne en sanitatie in de toeleveringsketen van belang in beeld te hebben. Het doel van dit engagement thema is het verbeteren van beleid en gedrag van ondernemingen met betrekking tot de veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector. Er zijn
70024 032004
doelen gesteld op de volgende gebieden: beleid en risico-
retail en NGO’s) en controle op onderaannemers is dan ook een belangrijk aandachtsgebied. In het eerste halfjaar van 2014 zijn opstartactiviteiten ontplooid voor dit engagementthema en zijn er contactmomenten geweest met de in het engagementprogramma opgenomen ondernemingen. 3.10 Veilige arbeidsomstandigheden in de kledingsector Bron: Robeco en Syntrus Achmea Onderneming
Voortgang
Kering positief Marks & Spencer Group positief (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo) CO2 management in de vastgoedsector Een andere thema dat zich in de opstartfase bevindt is CO2 management in de vastgoedsector. Een groot deel van de menselijke CO2-uitstoot is afkomstig van de gebouwde omgeving. In de vastgoedsector is dus veel potentie aanwezig om CO2-uitstoot in te perken en de impact op het milieu te verlagen. Een minstens zo belangrijke motivatie om noodzakelijke CO2 besparingen te realiseren is de overtuiging dat duurzaam vastgoed op termijn beter zal renderen dan vastgoed dat niet duurzaam is. Gebouwen met gunstige energielabels zijn eenvoudiger in de markt te zetten en hebben betere verwachting ten aanzien van de bezettingsgraad. Daarnaast wordt minder risico gelopen op het vlak van aanpassingen in het door de overheid gevoerde milieubeleid. Op basis van de 'Global Real Estate Sustainability Benchmark' (GRESB) score kunnen fondsmanagers hun duurzaamheidbeleid tegen het licht houden en verbeteringen doorvoeren. GRESB maakt scores voor ongeveer 350 vastgoedfondsen en rangschikt deze in vier kwadranten. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen starters op het gebied van duurzaamheidbeleid en de best presterende ondernemingen, waarbij ondernemingen prestatie-indicatoren volledig hebben geïntegreerd bij het beheer van de vastgoedportefeuille. De best presterende fondsen bevinden zich met name in Australië en Nieuw Zeeland, gevolgd door de Euro-
15
pese vastgoedfondsen. De Noord-Amerikaanse fondsen
Het is van belang voor investeerders om te weten in welke
volgen en de Aziatische vastgoedfondsen scoren het
mate deze ondernemingen adequaat risicomanagement
slechtst. De eerste set ondernemingen waarmee het enga-
toepassen om sociale- en milieurisico’s te mitigeren. Het
gement wordt opgestart bevat acht vastgoedfondsen. Het is
niet onderkennen van deze risico’s kan negatieve gevolgen
mogelijk dat hieraan later additionele fondsen worden toe-
hebben op mens en milieu, maar ook op de reputatie en
gevoegd.
financiële positie van de onderneming. De milieuramp in de Golf van Mexico heeft dit laten zien.
De doelstellingen binnen dit engagementthema zijn onderverdeeld in:
De sector en haar toezichthouders hebben het operationele
1.
het beleid op het gebied van klimaatverandering;
beleid van diepzee exploratie en ontwikkeling na dit zoge-
2.
de verankering van duurzaamheidsindicatoren binnen
naamde Macondo-incident herijkt. Hieruit blijkt duidelijk dat
bedrijfsprocessen;
het voorkomen van incidenten, tijdige interventie en de ade-
prestaties ten aanzien van energie en CO2 reductie-
quate respons bij een calamiteit cruciale managementthe-
doelstellingen;
ma’s zijn in deze sector. Ook toezichthouders stellen nieuwe
4.
de mate van transparantie daarin;
wettelijke eisen aan diepwaterboringen. In deze context zijn
5.
dialoog met huurders.
voor dit engagementthema de volgende doelen geformu-
3.
leerd: Deze laatste doelstelling is toegevoegd vanuit de gedachte
1.
controlemaatregelen van diepe waterbron;
dat klimaatverandering een zaak is van zowel verhuurders
2.
crisismanagement;
als huurders.
3.
management van onderaannemers;
4.
transparantie over toezichteisen.
3.11 Voortgang CO2 management in de vastgoedsector
3.12 Voortgang diepwater exploratie en ontwikkeling
Bron: Robeco en Syntrus Achmea
Bron: Robeco en Syntrus Achmea
Onderneming
Voortgang
Unibail-Rodamco positief Simon Property Group, Inc. geen (zwart=gewijzigde status, grijs=status quo)
Onderneming
Voortgang
Statoil Total
positief neutraal
(zwart=gewijzigde status, grijs=status quo) Diepwater exploratie en ontwikkeling Diepzeeprojecten maken een belangrijk onderdeel uit van
70024 032004
de investeringsportefeuille bij olie- en gasmaatschappijen.
16
4 Collectief Engagement Waar mogelijk en gewenst is Syntrus Achmea mede namens het pensioenfonds betrokken bij andere vormen van engagement. Met andere beleggers worden dan bijvoorbeeld de krachten gebundeld voor een collectief engagement. Deze dialogen zijn vaker gericht op sectoren, bepaalde onderwerpen (bijvoorbeeld CO2-uitstoot) of overheden en andere regelgevende instanties. 1.
Carbon Disclosure Project
Gegevens over klimaatverandering vormen in toenemende
neming het VN Global Compact in publieke uitingen te steunen.
mate een belangrijk element bij besluitvorming over investeringen. Betrouwbare, bruikbare en vergelijkbare klimaatge-
In de praktijk blijkt dat ondernemingen die aan het VN Glo-
gevens spelen hierbij een essentiële rol. Daarom hecht Syn-
bal Compact deelnemen dit op zeer verschillende wijze
trus Achmea belang aan het Carbon Disclosure Project
doen. De ene onderneming neemt haar deelname zeer se-
(CDP). Dit project stuurt jaarlijks een vragenlijst uit naar
rieus en voldoet aan alle afspraken, terwijl de andere on-
ondernemingen waarin wordt gevraagd naar relevante in-
derneming minder aandacht besteedt aan het uitvoeren van
formatie over de uitstoot van broeikasgassen, de voorberei-
de principes. Deze laatste groep kan de geloofwaardigheid
ding op klimaatverandering, en corporate governance en de
van het VN Global Compact ondermijnen.
strategie om te reageren op klimaatproblematiek. Door middel van een collectief engagement zetten institutioGecoördineerd vanuit de Principles for Responsible Invest-
nele beleggers zich in, om ondernemingen aan te sporen zo
ment (PRI) ondersteunen investeerders jaarlijks via een
snel mogelijk te voldoen aan de principes van het VN Global
collectief engagement de vragenlijst van het CDP. Hierbij
Compact en de bijbehorende rapportageverplichtingen.
wordt de vragenlijst extra onder de aandacht gebracht bij
Door samen te werken met andere institutionele beleggers
alle aangeschreven ondernemingen en benadrukken de
wordt er extra druk uit geoefend op de ondernemingen om
investeerders het belang van betrouwbare gegevens voor
op deze manier bij te dragen aan het succes van het VN
het beleggingsproces. Op basis van de beschikbare gege-
Global Compact.
vens stelt het CDP de Carbon Disclosure Leadership Index (CDLI) samen.
Syntrus Achmea heeft zich aangesloten bij de het PRI voor Rio initiatief. In afwachting van de nieuwe onderzoeksgege-
In afwachting van de nieuwe CDP onderzoeksgegevens
vens zijn voor dit collectief engagement geen werkzaamhe-
worden voor dit collectief engagement momenteel geen
den de afgelopen 6 maanden.
werkzaamheden verricht. 3. 2.
Rapportageverplichting VN Global Compact
Het VN Global Compact biedt ondernemingen een kader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ondernemingen kunnen zich vrijwillig bij het VN Global Compact aansluiten. Ze kiezen er dan voor zich openbaar te committeren aan de tien principes van het Compact (zie bijlage 1).
Belangenbehartiging
Om de belangen van het pensioenfonds beter te vertegenwoordigen neemt Syntrus Achmea, naast de collectieve engagementactiviteiten, actief deel aan samenwerkingsverbanden van institutionele beleggers op het gebied van Corporate governance, Eumedion en het International Corporate Governance Network. Daarnaast heeft Syntrus Achmea zich verbonden aan de Principles for Responsible Invest-
Door deelname committeert de onderneming zich aan het in gang zetten van veranderingen in de bedrijfsvoering. Zo gaan het VN Global Compact en de tien principes onderdeel uitmaken van het beleid, de strategie, de cultuur en de dagelijkse praktijk van de onderneming. Verder laat de onder-
ment. Binnen dit initiatief committeren institutionele beleggers zich aan het stimuleren van verantwoord beleggen, zowel intern als extern. Ook heeft Syntrus Achmea Vermogensbeheer zich verbonden aan het eerder genoemde Carbon Disclosure Project.
neming in haar publicaties (jaarverslag, duurzaamheidsverslag of de website) zien welke voortgang zij op het VN Glo-
70024 032004
bal Compact en de principes boekt. Tevens dient de onder-
17
5 Corporate governance en stemmen Corporate governance wordt vaak vertaald met goed ondernemingsbestuur. Het heeft betrekking op de verhoudingen tussen de verschillende organen binnen een onderneming zoals de raad van bestuur, de raad van commissarissen, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Rekenschap, transparantie en toezicht spelen hierbij een centrale rol. Pensioenfondsen beleggen onder andere in beursgenoteerde ondernemingen en zijn daardoor aandeelhouder. Door actief gebruik te maken van aandeelhoudersrechten kan het pensioenfonds invloed uitoefenen op de onderneming. Het gaat hierbij om het benoemen van bestuurders, het goedkeuren van jaarstukken en goedkeuring van het beloningsbeleid. Het pensioenfonds doet dit onder andere door deel te nemen aan de besluitvorming op de aandeelhoudersvergadering (stemmen).
1.
Het pensioenfonds als actief aandeelhouder
Het pensioenfonds maakt bij het uitoefenen van stem-
De Nederlandse Corporate Governance Code schrijft voor
rechten mede gebruik van stemanalyses en stemadvie-
dat institutionele beleggers zoals pensioenfondsen een be-
zen van Institutional Shareholder Services (ISS). De ISS
leid moeten hebben ten aanzien van stemmen op aandeel-
aanbeveling dient dus als advies. Voordat het pensioen-
houdersvergaderingen van beursgenoteerde ondernemin-
fonds haar definitieve stem geeft beschouwt het alle
gen waarin wordt belegd. Daarbij wordt van de institutionele
voorstellen op individuele basis. De strikte criteria in het
belegger gevraagd om minstens eenmaal per jaar aan te
eigen stembeleid leiden met name bij controversiële
geven hoe het invulling geeft aan het stembeleid.
agendapunten tot een afwijking van het advies van ISS. Het uiteindelijke besluit wordt genomen op basis van de
Daarnaast stelt de Corporate Governance Code dat de insti-
specifieke feiten en omstandigheden van een dergelijk
tutionele belegger minimaal eenmaal per kwartaal moet
agendapunt.
aangeven hoe hij stemde op de aandeelhoudersvergaderingen. In bijlage 2 vindt u de volledige tekst van de relevante
Het betekent ook dat het pensioenfonds niet altijd met
bepalingen voor institutionele beleggers van de Nederland-
het management van de onderneming meestemt. Zo
se Corporate Governance code.
werd in de eerste helft van 2014 op ongeveer 12% van alle agendapunten tegen het management gestemd. Het
Het pensioenfonds voldoet aan de bepalingen van de Cor-
ging hier vooral om de benoeming van bestuurders van
porate Governance Code. Op de website van het pensioen-
ondernemingen (niet onafhankelijk waar dit wel geëist of
fonds zijn de volgende documenten te vinden:
gewenst is) en beloningsstructuren (excessief, onvol-
1.
Stembeleid
doende toegelicht, of niet transparant genoeg). Op aan-
2.
Stemverslag van de voorgaande kwartalen en het afge-
deelhoudersresoluties over milieu, sociale en governan-
lopen jaar
ce kwesties wordt ook relatief vaak tegen management
Rapportagetool waarbij gerapporteerd wordt hoe ge-
gestemd.
3.
stemd is per aandeelhoudersvergadering
2.
Stemgedrag Pensioenfonds
In het eerste halfjaar vinden de meeste aandeelhouders-
Tabel Fout! Geen tekst met de opgegeven stijl in het document..3 Overzicht stemactiviteiten H1 2014 Bron: ISS en Syntrus Achmea
vergaderingen plaats, waarin ondernemingen de jaarverslagen publiceren en de jaarrekening ter goedkeuring voorleggen aan de aandeelhouders. Het Bedrijfspensi-
Agendapunten 9710
Management Voor Tegen 88,4% 11,6%
ISS beleid Voor Tegen 94,6% 5,4%
70024 032004
oenfonds voor de Landbouw stemde in de eerste helft van 2014 tijdens 778 vergaderingen op totaal 9710
Op de website van het pensioenfonds vindt u meer in-
agendapunten. De aandeelhoudersvergaderingen von-
formatie over hoe het pensioenfonds per aandeelhou-
den wereldwijd plaats.
dersvergadering stemde.
3.
Vertegenwoordiging op aandeelhoudersvergade-
de onderneming dat een groot aantal aandeelhouders de
ringen
beheersing en monitoring van broeikasgassen een belang-
Syntrus Achmea Vermogensbeheer heeft in april mede na-
rijk thema vindt.
mens het pensioenfonds de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) van Wolters Kluwer bijgewoond.
Tijdens een groot aantal aandeelhoudersvergaderingen,
Hier heeft Syntrus Achmea het woord gevoerd en een aan-
waaronder die van General Electric, Bank of America Cor-
tal vragen aan de raad van commissarissen gesteld, o.a. op
poration en JP Morgan Chase & Co, is door een aandeel-
het gebied van successieplanning in de raad van commissa-
houder een voorstel ter stemming gebracht voor de ver-
rissen en raad van bestuur. Ook werd gevraagd om meer
plichtstelling van ‘cumulative voting’ voor de (her)benoeming
transparantie rondom de ‘Key Audit Matters’ tijdens de con-
van bestuurders. Bij ‘cumulative voting’ kunnen aandeel-
trole door de accountant en naar de reden voor het jaarlijks
houders stemmen onthouden bij slecht presterende be-
oplopende aantal stemmen tegen een nieuwe uitgifte van
stuurders om juist meerdere stemmen uit te kunnen bren-
aandelen (2014: 40% tegen).
gen voor een kandidaat bestuurder. Dit biedt aandeelhouders een bescherming van hun belangen.
4.
Agenderingsrecht aandeelhouders
Op aandeelhoudersvergaderingen kunnen aandeelhouders
In de Verenigde Staten komt het nog met regelmaat voor
een voorstel agenderen, mits wordt voldaan aan de voor-
dat een bestuurder kan worden benoemd zonder een meer-
waarden van het lokaal geldende agenderingsrecht. Hieron-
derheid van stemmen te behalen. Dit door het systeem van
der volgt een aantal voorbeelden van dergelijke in de eerste
‘plurality voting’. Bij ‘plurality voting’ kunnen aandeelhouders
helft van 2014 ingebrachte voorstellen op het gebied van
slechts kiezen tussen instemmen met een voorstel , of het
milieu, sociale en governance kwesties.
onthouden van het stemrecht. Hiermee kan een voorstel (bijvoorbeeld een (her)benoeming van een bestuurder) ook
Op 22 april was de aandeelhoudersvergadering van The
wanneer slechts een minderheid instemt aangenomen wor-
PNC Financial Services Group (PNC), waar de onderne-
den. Deze geringe zeggenschap voor aandeelhouders is
ming gevraagd werd om te rapporteren over de blootstelling
een onwenselijke praktijk. Omdat de benoeming van be-
aan risico's van klimaatverandering in haar kredietverlening,
stuurders een fundamenteel aandeelhoudersrecht is heeft
beleggings-, en financieringsactiviteiten. De aandeelhouder
het pensioenfonds in alle gevallen voorgestemd.
stelde dat PNC financieringen verstrekt aan ondernemingen die activiteiten hebben met een hoge uitstoot van broeikasgassen, zoals in de olie- en gaswinningsindustrie. Beleggers
5.
Corporate Governance ontwikkelingen Internationaal
hebben niet voldoende informatie om een zinvolle beoorde-
Europese Commissie publiceert aanpassing richtlijn
ling van de risico's van de financiering van broeikasgas in-
aandeelhoudersrechten
tensieve bedrijven mogelijk te maken. Daarom dient de on-
Op 9 april 2014 presenteerde de Europese Commissie (EC)
derneming er meer aandacht aan te besteden in haar risi-
een voorstel ter versterking van aandeelhoudersbetrokken-
coparagraaf in de rapportage. Ruim 23% van de aandeel-
heid bij ondernemingen die aan een Europese beurs geno-
houders stemde voor, inclusief het pensioenfonds, maar
teerd zijn.
daarmee is er geen meerderheid voor het voorstel behaald.
70024 032004
Dit voorstel tot herziening van de richtlijn betreffende aanOok werd een aandeelhoudersvoorstel ingediend om te
deelhoudersrechten adresseert gebreken in de corporate
bewerkstelligen dat Exxon Mobil kwantitatieve doelstellingen
governance bij beursgenoteerde ondernemingen en onder-
vastlegt voor de beperking van de uitstoot van broeikasgas-
nemingsbesturen, aandeelhouders, tussenpersonen en
sen bij in haar producten en bij de productiewerkzaamhe-
stemadviesbureaus. Het doel is de bevordering van meer
den. Het pensioenfonds steunde dit voorstel. In totaal kreeg
dialoog tussen institutionele beleggers en vermogensbe-
het voorstel ‘slechts’ steun van 17% van de aandeelhou-
heerders met de ondernemingen. Ook signaleert de EC een
ders. Wel werd hiermee een duidelijk signaal afgegeven aan
te beperkt zicht van aandeelhouders op mogelijke belan-
19
genverstrengelingen, een te laag niveau van transparantie
70024 032004
door stemadviesbureaus en te hoge kosten voor het uitoe-
20
fenen van aandeelhoudersrechten door investeerders.
Bijlage 1 Uitgangspunten van de Global Compact van de Verenigde Naties Het VN Global Compact verlangt van bedrijven dat zij binnen hun invloedsfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anticorruptie omarmen, ondersteunen en uitoefenen. Bedrijven die het VN Global Compact initiatief onderschrijven, verbinden zich ertoe de onderstaande doelstellingen en waarden te steunen bij het uitvoeren van hun activiteiten: Mensenrechten 1e principe:
Bedrijven dienen binnen de eigen invloedssfeer de internationaal vastgelegde mensenrechten te ondersteunen en te respecteren; en
2e principe:
er voor te zorgen dat zij niet medeplichtig zijn aan schendingen van de mensenrechten.
Arbeidsnormen 3e principe:
Bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven;
4e principe:
alle vormen van verplichte en gedwongen arbeid te elimineren;
5e principe:
zich in te spannen voor de effectieve afschaffing van kinderarbeid; en
6e principe:
discriminatie met betrekking tot werk en beroep te bestrijden.
Milieu 7e principe:
Bedrijven dienen het voorzichtigheidsbeginsel te hanteren met betrekking tot milieukwesties;
8e principe:
initiatieven te ondernemen om grotere verantwoordelijkheid op milieugebied te bevorderen; en
9e principe:
de ontwikkeling en verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
Anticorruptie 10e principe:
Bedrijven dienen alle vormen van corruptie, inclusief afpersing en omkoping, tegen te gaan.
De principes van het Global Compact zijn gebaseerd op internationale verdragen, onder andere afgeleid van de Universele verklaring van de rechten van de mens, de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake de fundamentele arbeids-
70024 032004
rechten, en van de verklaring van Rio met betrekking tot milieu en ontwikkeling.
21
Bijlage 2 Bepalingen Nederlandse Corporate Governance Code IV.4 Verantwoordelijkheid institutionele beleggers Verantwoordelijkheid van institutionele beleggers Principe
Institutionele beleggers handelen primair in het belang van hun achterliggende begunstigden of beleggers en hebben een verantwoordelijkheid jegens hun achterliggende begunstigden of beleggers en de vennootschappen waarin zij beleggen om op zorgvuldige en transparante wijze te beoordelen of zij gebruik willen maken van hun rechten als aandeelhouder van beursvennootschappen.
Best practice bepalingen IV.4.1
Institutionele beleggers (pensioenfondsen, verzekeraars, beleggingsinstellingen, vermogensbeheerders) publiceren jaarlijks in ieder geval op hun website hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van het stemrecht op aandelen die zij houden in beursvennootschappen.
IV.4.2
Institutionele beleggers doen jaarlijks op hun website en/of in hun jaarverslag verslag van de uitvoering van hun beleid ten aanzien van het uitoefenen van het stemrecht in het betreffende boekjaar.
IV.4.3
Institutionele beleggers brengen ten minste eenmaal per kwartaal op hun website verslag uit of en hoe zij als aandeelhouders hebben gestemd op de algemene vergaderingen van aandeelhouders.
Verantwoordelijkheid van aandeelhouders Principe
Aandeelhouders gedragen zich ten opzichte van de vennootschap, haar organen en hun medeaandeelhouders naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Hieronder valt de bereidheid om een dialoog met de vennootschap en medeaandeelhouders aan te gaan.
Best practice bepaling IV.4.4.
Een aandeelhouder oefent het agenderingsrecht slechts uit nadat hij daaromtrent in overleg is getreden met het bestuur. Wanneer een of meer aandeelhouders het voornemen heeft de agendering te verzoeken van een onderwerp dat kan leiden tot wijziging van de strategie van de vennootschap, bijvoorbeeld door het ontslag van één of meer bestuurders of commissarissen, wordt het bestuur in de gelegenheid gesteld een redelijke termijn in te roepen om hierop te reageren (de responstijd). Dit geldt ook voor een voornemen als hiervoor bedoeld dat strekt tot rechterlijke machtiging voor het bijeenroepen van een algemene vergadering op grond van artikel 2:110 BW. De betreffende aandeelhouder respecteert de door het bestuur ingeroepen responstijd in de zin van best practice bepaling II.1.9.
IV.4.5.
Een aandeelhouder stemt naar zijn eigen inzicht. Van een aandeelhouder die gebruikt maakt van stemadviezen van derden wordt verwacht dat hij zich een eigen oordeel vormt over het stembeleid van deze stemadviseur en de door deze verstrekte stemadviezen.
IV5.5.
Indien een aandeelhouder een onderwerp op de agenda heeft laten plaatsten, licht hij dit ter vergadering toe en
70024 032004
beantwoordt hij indien nodig vragen hierover.
22