Vastgesteld verslag bestuurscommissie Publieke Gezondheid & Maatschappelijke Zorg van maandag 10 november 2014 te Haarlem

Bestuurscommissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg

Vastgesteld verslag bestuurscommissie Publieke Gezondheid & Maatschappelijke Zorg van maandag 10 november 2014 te Haarlem Aanwezig

:

De heer J. Botter De heer C.M. Beentjes Mevrouw C. Kuiper-Kuijpers Mevrouw A. Baerveldt De heer T. Horn De heer J. Van der Hoek Mevrouw J. Dorenbos De heer W. Westerman De heer A. Tromp De heer A. van de Velden Mevrouw M. Broerse

Bloemendaal Heemskerk Heemstede Velsen, voorzitter Haarlemmermeer Haarlem Beverwijk Haarlemmerliede en Spaarnwoude Uitgeest Directeur Publieke Gezondheid Beleidssecretaris GGD

Afwezig met bericht

:

De heer G. Bluijs

Zandvoort

Héléne van der Linden Resi Cluitmans Daniëlle Kramer Jelle Buijtendijk Frank Beijk

Ambtelijk secretaris OR VRK Epidemioloog Epidemioloog Clustermanager Advies & Onderzoek Voorzitter AO PG&MZ

Mede aanwezig:

1. Opening De voorzitter opent de vergadering. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt vastgesteld. 3. Mededelingen De voorzitter meldt dat de heer Bluijs in verband met vakantie de vergadering niet kan bijwonen. 4. Presentatie EMOVO-resultaten Resi Cluitmans, Daniëlle Kramer en Jelle Buijtendijk van het cluster Advies & Onderzoek van de GGD presenteren de nog vertrouwelijke regionale resultaten van het EMOVO onderzoek. Op 2 december a.s. worden de resultaten openbaar gemaakt. De jeugdmonitor Emovo 2013-2014 is uitgevoerd onder tweede- en vierdeklassers van het reguliere voortgezet onderwijs in Kennemerland. Bijna 10.000 jongeren die in Kennemerland wonen deden mee. De eerste resultaten op het gebied van gezondheid, bewegen en voeding, pesten en (trends in) het genotmiddelengebruik zijn gepresenteerd. Het grootste deel van de jongeren uit Kennemerland voelt zich gezond. Het percentage dat zich Psychisch ongezond voelt is gestegen ten opzichte van 2009-2010. De GGD heeft daar op dit moment (nog) geen verklaring voor. Het percentage jongeren dat rookt en alcohol drinkt is gedaald ten opzichte van 2009-2010. Naar verhouding is deze daling het grootst bij de jongste groep, de daling bij vierdeklassers is minder groot. Dit komt overeen met landelijke trends. De daling in het gebruik van hasj/wiet is in Kennemerland zeer klein. Enkele leden van de bestuurscommissie hebben vragen over de norm, die is gebruikt over het eten van groenten. Gevraagd wordt naar het eten van groenten zeven dagen per week, terwijl het gangbaar is dat b.v. op zaterdag wordt volstaan met een broodmaaltijd. Vastgesteld verslag BC PGMZ 10 november 2014 Pagina: 1 van 9


Daarmee is nog niet gezegd dat er onvoldoende groenten wordt genuttigd. Toegezegd wordt de cijfers op dit punt nader te analyseren en onder te verdelen naar hoeveel dagen per week voldoende groente wordt gegeten. De heer Van der Hoek stelt vast de uitkomsten van het onderzoek door de GGD niet vergelijkbaar zijn met het onderzoek HBSC (Health Behaviour of School aged Children) 2013. Hij vraagt naar een verklaring hiervoor. Resi Cluitmans antwoordt dat de onderzochte groep anders is van samenstelling en de vraagstelling niet gelijkluidend is. Wel valt de conclusie te trekken dat een aantal trends uit het EMOVO onderzoek overeen komen met het beeld dat uit het HBSC kan worden getrokken. Naar de toekomst toe wordt gewerkt aan meer harmonisatie van onderzoek, zodat uitkomsten beter vergelijkbaar zijn. Jelle Buijtendijk geeft aan dat op dinsdag 11 november de portefeuillehouders en ambtenaren vertrouwelijk de gegevens van de eigen gemeente toegestuurd (samenvatting, tabellen, tekening) krijgen. Over enkele weken worden de gegevens openbaar gemaakt en gepubliceerd op de website van de GGD. De GGD verzorgt een regionaal persbericht, zij betrekt hierbij de afdelingen communicatie van de gemeenten. De GGD gaat met alle gemeenten in overleg naar aanleiding van de Emovoresultaten, per gemeente komt er een vervolg op maat. Ook met scholen worden de resultaten besproken en een vervolg op maat aangeboden. Verder meldt Jelle Buijtendijk dat de GGD bezig is met het verder door ontwikkelen van de digitale ontsluiting van gegevens. Mevrouw Kuiper vraagt hoe omgegaan wordt in het geval bij het EMOVO iets naar voren komt, dat aanleiding zou kunnen geven om met een jeugdarts in gesprek te gaan. Hierop wordt geantwoord dat de jeugdarts inzicht heeft in de gegevens uit de vragenlijsten en is daarmee in de positie om zo nodig een gesprek te arrangeren. Mevrouw Dorenbos vindt de cijfers met betrekking tot de psychische gezondheid lastig te beoordelen. Pubers hebben het lastig, dus hoe ernstig moet je de cijfers nemen? Resi Cluitmans geeft aan dat in het onderzoek trends in de populatie worden gezien. Hoe het er op individueel niveau uitziet, zal per geval verschillen. De heer Botter vindt het belangrijk over gegevens op schoolniveau te beschikken om in gesprek te kunnen met scholen om preventiebeleid te kunnen voeren. Resi Cluitmans merkt op dat de GGD de schoolgegevens niet deelt met de gemeenten, omdat hierover afspraken zijn gemaakt. Het schenden van deze afspraak kan tot gevolg hebben dat scholen niet meer willen meedoen. Scholen kunnen zelf hun gegevens delen met gemeenten. Zij adviseert daarom de gegevens bij de scholen op te vragen. De heer Botter vraagt of de opstelling van de GGD zich verhoudt tot de Wet openbaarheid bestuur. Anders gezegd, hoe ga je om met ouders, die zich een beeld willen vormen van het schoolprofiel van de onderwijsinstelling waar hun kind mogelijk naar toe wil. Afgesproken wordt deze vraag te onderzoeken en schriftelijk een antwoord te delen. 5. Vaststellen verslag bestuurscommissie PG&MZ van 29 september 2014 Blz. 3 Mevrouw Kuiper vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de integrale notitie regionalisering gezondheidsbeleid. De heer Van der Hoek antwoordt dat een conceptnotitie is aangereikt. Samen met mevrouw Dorenbos zal hij zich over de notitie buigen. Naar het zich laat aanzien kan het onderwerp worden geagendeerd voor bespreking in de vergadering van 8 december a.s.. Vastgesteld verslag BC PGMZ 10 november 2014 Pagina: 2 van 9


Vastgesteld verslag BC PGMZ 10 november 2014 Pagina: 3 van 9


De bestuurscommissie besluit: 1. Het verslag van 29 september 2014 goed te keuren en vast te stellen. 6. Vaststellen verslag conferentie 24 september 2014 De heer Horn merkt op dat op pagina 14 abusievelijk staat vermeld dat er een reservering zou staan bij de gemeente. Dit dient de VRK te zijn. De heer Van der Hoek vraagt aan wie het verslag wordt verspreid. De heer Van de Velden antwoordt dat het verslag ter kennis wordt gebracht aan de leden van de bestuurscommissie, de betrokken ambtenaren (hoofden Welzijn, de ambtenaren volksgezondheid en jeugd), het Dagelijkse Bestuur en het Algemeen Bestuur van de VRK. De bestuurscommissie besluit: 1. Het verslag van de conferentie van 24 september 2014, met inachtneming van een tekstuele aanpassing, vast te stellen en de onderwerpen van de voorlopige agenda op te nemen in de beleidsagenda. 2. Het verslag ter kennis te brengen van het Algemeen Bestuur Ter advisering aan AB 7. 2e Bestuursrapportage De heer Beentjes merkt op dat – naar het hem bijstaat – de bestuursrapportage niet is vastgesteld door het Dagelijkse Bestuur. De aangepaste tekst in de rapportage, naar aanleiding van gemaakte opmerkingen, herkent hij, maar hij had als lid van het bestuurscollege verwacht dat de bijgewerkte versie nog een keer aan hem ter goedkeuring zou zijn aangeboden. De heer Van de Velden adviseert dit gevoelen bij het DB kenbaar te maken. Hij kan zich voorstellen dat het afconcluderen minder duidelijk heeft plaatsgevonden, dan waar de nieuwe leden van het DB aan gewend zijn. De heer Van der Hoek informeert naar de procedure van het behandelen van de rapportage. Hij neemt aan dat het advies van de commissie bedrijfsvoering (CBV) ook meegaat naar het Algemeen Bestuur. De heer Van de Velden geeft aan dat het advies van de CBV wordt gewogen door het Dagelijkse Bestuur. Het DB stelt de bestuursrapportage vast. Het Algemeen Bestuur besluit – gehoord de bestuurscommissies – over de voorgestelde begrotingswijzigingen die uit de rapportage voortvloeien. Mevrouw Kuiper merkt op in de rapportage gelezen te hebben dat het risico bestaat dat extra kosten worden gemaakt voor infectieziektebestrijding. Zij ziet in de cijferopstelling nog geen bedrag dat daaraan is gekoppeld. De heer Van de Velden geeft aan dat op het moment van de rapportage (augustus) nog geen substantiële extra kosten waren gemaakt. Sinds kort is wel besloten tot een aantal organisatorische maatregelen, waaruit kosteneffecten optreden. Deze zullen verantwoord worden in de jaarrekening 2014. De kosten in 2015 zullen in de eerste bestuursrapportage van dat jaar worden meegenomen. De heer Van der Hoek vraagt waarom kosten worden opgevoerd voor het DD JGZ, terwijl daarvoor budget is geraamd binnen de begroting. De heer Van der Velden zegt de vraag niet goed te kunnen koppelen aan de inhoud van de BERAP, maar zegt toe de vraag schriftelijk te (laten) beantwoorden. (Red. bij navraag bleek dat dit vraagstuk op een misverstand berustte. Haarlem had geen vraag over het DD JGZ in relatie tot de 2e BERAP)



De heer Tromp merkt op dat het hem is opgevallen dat de rekeningresultaten over meerdere jaren positief zijn. Hij vraagt of er sprake is van een trend. De heer Van de Velden antwoordt dat het beeld klopt. Er vindt een analyse plaats naar welke oorzaken hieraan ten grondslag liggen. De resultaten hiervan maken onderdeel uit van een notitie Efficiency, die in bewerking is voor het Dagelijkse Bestuur. De heer Botter geeft aan vragen te hebben bij onderdelen van de rapportage. Deze strekken verder dan alleen de GGD. Zo heeft hij onder andere een vraag over het uitstellen van activiteiten in het investeringsprogramma. De heer Horn tekent aan dat de presentatie van de financiële resultaten van de ambulancezorg nog wat aandacht vragen. Hij kan zich voorstellen dat er regels zijn hoe deze financiële opstelling gemaakt dient te worden, maar hecht eraan dat het voor iedereen die het leest begrijpelijk is dat het positieve resultaat ten gunste wordt gebracht van de negatieve Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK). De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van de 2e berap 2014. 2. Het Algemeen Bestuur met een positief advies de volgende besluiten voor te leggen: a. In te stemmen met de begrotingswijzigingen opgenomen in bijlage IV van de berap b. Instemmen met de wijzigingen van de gevoteerde kredieten 2014 in de programma brandweerzorg, ambulancezorg, multidisciplinaire samenwerking en van het facilitair bedrijf, zoals benoemd in de berap (bijlage V) c. Instemmen met het verlagen van de bijdragen uit de lokale bestuursafspraken in verband met de compensatie voor wegvallende BTW-verrekening Beverwijk - € 30.000 Haarlemmermeer - 85.000 Heemskerk - 35.000 Heemstede - 10.000 Uitgeest - 5.000 Velsen -13.000 Zandvoort - 15.000 8. Huisvestingsvisie VRK Het Algemeen Bestuur heeft in juni jl. de jaarrekening 2013 vastgesteld. Daarbij is het resultaat gereserveerd voor een efficiency verbeterende maatregel, namelijk te bezuinigen op huisvestingskosten en tegelijkertijd het Nieuwe Werken beter te faciliteren door daaraan aangepaste huisvesting te realiseren. Het bestuur heeft als conditie meegegeven dat de VRK daarvoor een meer uitgewerkte visie neerlegt alvorens acties te starten. Deze is nu gereed en ligt voor advies voor. De heer Westerman vraagt of de planning om te starten in het 4e kwartaal 2014 wel realistisch is. De heer Van de Velden antwoordt dat sprake is van een optimistische planning. De bestuurscommissie besluit: 1. Het Algemeen Bestuur te adviseren de volgende besluiten te nemen: a. In te stemmen met de voorgestelde visie huisvesting en de huisvestingsstrategie. b. In te stemmen met het aanwenden van € 950.000 van de bestemmingsreserve ten behoeve van de noodzakelijke aanpassingen aan de kantoren van de Zijlweg 200. 2. Het DB toestemming te verlenen tot uitvoering, voorafgaand aan definitieve besluitvorming in het AB



9. Voorstel aankoop pand Zijlweg De bestuurscommissie vraagt zich af wat de reden is waarom het voorstel is geagendeerd. De heer Van de Velden antwoordt dat meerdere GGD-onderdelen in het pand zijn gehuisvest, wat maakt dat de bestuurscommissie betrokken is. De heer Horn zegt een ambtelijk advies over het voorstel te hebben meegekregen. Hij vraagt of het advies bekend is bij de organisatie. De heer Van de Velden antwoordt het advies niet te kennen. De heer Horn merkt op dat het advies waardevolle opmerkingen bevat. In het bijzonder wordt stil gestaan bij het risico als onroerend goed op boek- of op marktwaarde wordt getaxeerd. Afgesproken wordt dat de heer Horn het advies toestuurt naar de secretaris, zodat deze kan beoordelen of in dit stadium het nog toegevoegde waarde heeft dit te betrekken bij de oordeelsvorming. De bestuurscommissie besluit: Het Algemeen Bestuur positief te adviseren de volgende besluiten te nemen: 1. Tot aankoop van de opstallen Zijlweg 200 tegen de boekwaarde in de boeken van de gemeente Haarlem, zijnde een bedrag groot € 3.420.191,09 ; 2. Alle ondergrond van het object door de gemeente Haarlem wordt in een opstalrecht uitgegeven aan de VRK, waarbij de looptijd van deze overeenkomst overeenkomt met de levensduur van de daarop gevestigde objecten; 3. De overname van het object zal onder dezelfde condities geschieden als de recente overname van vijf kazernes eind 2013. Conform deze condities zullen de kapitaallasten aan de gemeente Haarlem worden doorberekend op basis van een tarief van 2,6%. 4. De vervanging c.q. nieuwbouw verplichting blijft, net zoals bij de vijf in 2013 overgedragen kazernes, bij de gemeente. 5. Bij de uitgifte van de ondergrond zal de gemeente Haarlem ten gunste van de VRK een recht van opstal vestigen waarbij het object anticiperend op mogelijke uitgifte aan de LMO al in twee kadastrale percelen zal worden gesplitst. Daarbij zal het ene perceel een recht van overpad voor het andere perceel bevatten; 6. De directie van de VRK toestemming te verlenen om voor de financiering van deze aankoop een lening aan te gaan tot maximaal een bedrag van € 3.420.191,09 onder condities die het beste passen bij de totale leningenportefeuille van de VRK. 7. De directie VRK te machtigen tot het doen van alle rechtshandelingen die nodig zijn om bovengenoemde besluiten uit te voeren. Ter besluitvorming 10. Beleidsagenda BC PG&MZ De opgestelde beleidsagenda biedt een overzicht van de verleende opdrachten aan de GGD. Afgesproken wordt de voorlopige agenda uit de 24 september bijeenkomst hierin op te nemen. Het document is dynamisch van aard. Elke vergadering wordt het geagendeerd en besproken en kan het worden bijgesteld. De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van de beleidsagenda en deze aan te vullen met de agenda zoals verwoord in het verslag van de conferentie van 24 september 2014.





11. Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg Met de komst van de nieuwe Jeugdwet is door het Rijk opnieuw gekeken naar de wettelijke positionering van de JGZ en de inhoud van het basistakenpakket JGZ. Het nieuwe basistakenpakket JGZ houdt geen radicale koerswijziging in. De nadruk ligt nog meer op preventie en centraal staan het normaliseren en het versterken van de eigen kracht van gezinnen. Het Besluit publieke gezondheid wordt aangepast en gaat in per 1 januari 2015. De GGD kan het nieuwe Basistakenpakket geheel uitvoeren binnen bestaande financiële kaders. Aangezien nu leerlingen op het MBO buiten beeld dreigen te raken, wordt voorgesteld een voorstel te ontwikkelen hoe hiermee om te gaan. De heer Van der Hoek vraagt waarom niet wordt gewacht tot het moment waarop de resultaten van de nu in Haarlemmermeer lopende pilot bekend zijn. De heer Van de Velden antwoordt dat Haarlemmermeer er bewust voor kiest om de jeugdgezondheidszorg 0-23 jaar bij de GGD te beleggen. Er is dan ook niet zozeer sprake van een pilot voor de GGD. Wel kan hij zich voorstellen dat de ervaringen, die in Haarlemmermeer worden opgedaan, worden meegenomen in het nadenken hoe dit voor de overige gemeenten in Kennemerland te regelen. Het zou mooi zijn als dit in zijn geheel in regionaal verband plaats zou kunnen vinden. Mevrouw Baerveldt merkt op dat in Velsen ook een MBO is gevestigd. Op dit punt dient te notitie nog te worden aangevuld. De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van de notitie “Het nieuwe basistakenpakket JGZ”. 2. Een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de GGD en het ambtelijk overleg PG&MZ de opdracht te geven een voorstel te ontwikkelen voor de inzet van JGZ op het MBO voor leerlingen van 18 jaar en ouder. Voorgesteld wordt om de kosten die hiermee gepaard gaan, op te nemen in de gemeenschappelijke regeling. Dit doet recht aan de regionale functie van het MBO en voorkomt de administratieve last van jaarlijks terugkerende subsidieaanvragen en -verantwoordingen. 12. Resultaten VRK Tata Steel site Meerdere leden van de bestuurscommissie vragen zich af waarom het voorstel is geagendeerd. Meer in het bijzonder wordt gewezen op het voorstel de resultaten vast te stellen. De heer Van de Velden merkt op dat het overzicht Resultaten VRK Tata Steel-site beoogt een overzicht te geven van de inspanningen die de VRK (samen met Tata Steel) verricht op het gebied van de veiligheid bij Tata, over de gehele breedte van de veiligheidsketen. Dus ook b.v. Medische Milieukunde dat wordt uitgevoerd door de GGD. Hij zegt zich te kunnen voorstellen dat de formulering van het voorgestelde besluit de leden van de bestuurscommissie wat in verwarring heeft gebracht. De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van het overzicht Resultaten VRK Tata Steel-site. 13. Rondvraag en sluiting De heer Van der Hoek vraagt of het mogelijk is dat de leden van de bestuurscommissie een toegangspas krijgen. De heer Van de Velden zegt toe na te gaan wat mogelijk is. De voorzitter sluit, onder dankzegging voor ieder zijn inbreng, de vergadering.



De BC PG&MZ heeft kennis genomen van: 1.

Overzicht portefeuillehouders en accountmanagers GGD

2.

Voortgangsrapportage Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO)


Vastgesteld verslag bestuurscommissie Publieke Gezondheid & Maatschappelijke Zorg van maandag 10 november 2014 te Haarlem

Recommend Documents