Bestuurscommissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg
Conceptverslag bestuurscommissie Publieke Gezondheid & Maatschappelijke Zorg van maandag 15 juni 2015 te Haarlem Aanwezig
:
De heer W. Westerman De heer J. Botter De heer C.M. Beentjes Mevrouw C. Kuiper-Kuijpers Mevrouw A. Baerveldt De heer T. Horn Mevrouw J. Dorenbos De heer G. Bluijs De heer A. van de Velden Mevrouw M. Broerse
Haarlemmerliede en Spaarnwoude Bloemendaal Heemskerk Heemstede Velsen, voorzitter Haarlemmermeer Beverwijk Zandvoort Directeur Publieke Gezondheid Beleidssecretaris GGD
Afwezig:
De heer J. van der Hoek De heer A. Tromp
Haarlem Uitgeest
Mede aanwezig:
N.v.t.
1. Opening De voorzitter opent de vergadering. Zij meldt dat de heer Van der Hoek om persoonlijke redenen niet aanwezig kan zijn. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt vastgesteld. 3. Mededelingen Forensische Geneeskunde De heer Van de Velden licht toe dat in eerste instantie de politie de taken met betrekking tot de forensische geneeskundig gegund had aan FMMU. Uiteindelijk bleek naar het oordeel van de politie de FMMU niet te kunnen voldoen aan de voorwaarden waaronder de gunning had plaatsgevonden. Reden om de taak in handen te leggen van de eerstvolgende gegadigde. Voor Noord West 4 betekent dit dat de forensische geneeskunde is toegevallen aan het samenwerkingsverband dat ter zake is gesloten tussen Noord-Holland Noord, Zaanstreek Waterland en Kennemerland. Het betreft nog geen finaal besluit, omdat er voor FMMU nog een rechtsgang openstaat. Regionaal gezondheidsbeleid Mevrouw Dorenbos meldt dat zij een gesprek heeft gehad met de heer Buitendijk over de wensen en verwachtingen ten aanzien van een op te stellen regionale nota volksgezondheid. Afgesproken is een procesvoorstel te maken en deze aan de bestuurscommissie voor te leggen. Vanuit de te organiseren gespreksbijeenkomsten wordt inbreng gedestilleerd voor de regionale gezondheidsnota, die in het vierde kwartaal 2015 geschreven dient te worden.
Conceptverslag BC PGMZ 15 juni 2015
Pagina: 1 van 5
Bestuurscommissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg
Onderzoek eenzaamheid Bloemendaal De heer Botter licht toe dat in de gemeente Bloemendaal door de GGD, naar aanleiding van de gezondheidsmonitor ouderen, een verdiepend onderzoek naar eenzaamheid wordt uitgevoerd. Hij zegt toe de resultaten in de bestuurscommissie te presenteren. Epidemiologie De heer Van de Velden meldt dat naar aanleiding van het bestuurlijke overleg van 24 september 2014, waarin de GGD een belangrijke taak is toegekend op het terrein van onderzoek voor gemeenten, wordt gewerkt aan een toekomstvisie op epidemiologie. Na de zomer wordt het definitieve plan aan de bestuurscommissie voorgelegd. Gelet op de verdeling van de portefeuilles, zullen de heren Botter en Bluijs hierbij worden betrokken. Presentatie over gamen De heer Van de Velden meldt dat een van de onderzoekers van de GGD, mevrouw Saskia Merelle, samen met anderen publiceert over de gezondheidsrisico’s van problematisch gamen en sociale media onder jongeren. Hij stelt voor mevrouw Merelle te vragen om over dit interessante onderwerp een presentatie te laten verzorgen. De bestuurscommissie stemt met dit voorstel in. Onderzoek naar de seksuele ontwikkeling van jonge kinderen De heer Horn zegt verrast en niet gerustgesteld te zijn over het onderzoek naar de seksuele ontwikkeling van jonge kinderen. Hij ziet graag dat nog aandacht wordt gegeven aan de via de e-mail meegegeven opmerkingen en de afstemming op ambtelijk niveau. Meer in het bijzonder vraagt hij nog aandacht voor het informeren van de callcenters bij gemeenten, die in eerste aanleg de vragen kunnen krijgen. De heer Van de Velden meldt dat een nieuw informatiememo in voorbereiding is, waarin de gemaakte opmerkingen een plek hebben gekregen. Hij meent dat de afweging wie actief te informeren een eigen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. De heer Horn geeft nog mee dat als de enquête over twee weken uit gaat, dit niet bevorderlijk zal zijn voor de respons, omdat de zomervakantie dan is begonnen. 4. Vaststellen verslag BC PG&MZ 13 april 2015 De voorzitter stelt voor het verslag gelijktijdig tekstueel als naar aanleiding van te beantwoorden. Blz. 3 punt 3 programmabegroting. Discussie wordt gevoerd over wat precies is afgesproken met betrekking tot het beschikbaar stellen van geld om mee te kunnen bewegen met de ontwikkelingen in het sociaal domein. Een aantal leden van de bestuurscommissie is niet overtuigd over nut en noodzaak van het hiervoor vrijmaken van personele capaciteit. Bovendien bestond de indruk dat de gevraagde middelen een vooropgezet tijdelijk karakter zouden hebben. Daarnaast is het opgevallen dat de discussie hierover in de bestuurscommissie niet een plek heeft gekregen bij de behandeling van de programmabegroting 2016 in het Dagelijkse Bestuur. Mevrouw Dorenbos zegt het te betreuren dat zij pas op een later moment is geïnformeerd over de afgesproken tijdelijkheid van de financieringsbehoefte en de beschikking heeft gekregen de inhoudelijke toelichting. Als zij dit eerder had geweten, was de ingediende zienswijze van het college van Beverwijk genuanceerder uitgevallen.
Conceptverslag BC PGMZ 15 juni 2015
Pagina: 2 van 5
Bestuurscommissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg
De heer Van de Velden geeft aan dat het onweerlegbaar is dat de GGD zal moeten mee bewegen in de ontwikkelingen die gaande zijn. Aangezien het nog niet compleet helder is welke kant het opgaat, is het ook niet mogelijk te werken met een blauwdrukaanpak. De voorstellen zijn op verzoek van het Dagelijks Bestuur getoetst door Berenschot en deze heeft een positief advies afgegeven. De heer Van de Velden zegt goed begrepen te hebben dat binnen de bestuurscommissie de tijdelijkheid van het beschikbaar stellen van geld belangrijk werd geacht. Het staat hem bij dat hij heeft aangegeven dat de inzet beperkt kan blijven in tijd. Dit heeft hij ook doorgegeven, maar kreeg de melding dat het meerjarig begrotingsperspectief hierop niet meer aangepast kon worden. De bestuurscommissie hecht eraan de tijdelijkheid te beperken tot 1 januari 2017. Verder wil de bestuurscommissie voor 1 oktober 2015 een rapportage over wat is gedaan en wat nog gaat gebeuren. Verder wil de bestuurscommissie in die rapportage een verband gelegd zien met de regionale gezondheidsnota, die in ontwikkeling is en eind van dit jaar verwacht wordt. De heer Westerman legt uit dat in het Dagelijks Bestuur de discussie minder diepgaand is gevoerd, dan mogelijk achteraf gezien wenselijk was. Wat nu wordt meegegeven, zal met het oog op de voorbereiding van het Algemeen Bestuur worden betrokken bij de beraadslaging in het Dagelijkse Bestuur van 22 juni a.s. Afgesproken wordt de gedeelde en onderschreven opvatting met betrekking tot het aansluiten op de ontwikkelingen in het sociale domein op te nemen in het advies naar aanleiding van de zienswijzen gemeenten op de conceptprogrammabegroting 2016. De bestuurscommissie besluit met inachtneming van de gemaakte opmerkingen: 1. Het verslag van 13 april 2015 goed te keuren en vast te stellen. Ter advisering aan AB 5. Advies n.a.v. de zienswijzen gemeenten op concept jaarverslag 2014 en concept programmabegroting 2016 De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van de stand van zaken rond de zienswijzen jaarverslag 2014 en programmabegroting 2016. 2. De volgende overwegingen mee te geven aan het Dagelijks Bestuur bij de vaststelling van de reactie op de zienswijzen en definitieve voorstel aan het Algemeen Bestuur over vaststelling van jaarverslag en programmabegroting: a. De inzet van gelden voor de aansluiting van Publieke Gezondheid op de ontwikkelingen in het sociale domein, te beperken tot 1 januari 2017 b. Voor 1 oktober 2015 wordt een notitie op te leveren over wat tot dan is gedaan en nog te gebeuren staat. Hierbij dient een relatie te worden gelegd met de regionale gezondheidsnota, die in ontwikkeling is en eind van dit jaar wordt verwacht. 6. 1e Bestuursrapportage 2015 Mevrouw Kuiper stelt vast dat de uitgaven infectieziektebestrijding hoger uitvallen dan begroot als gevolg van Ebola in West-Afrika. De heer Van de Velden bevestigt dat dit voortvloeit uit een hogere alertheid in verband met Ebola, maar ook met andere infectieziekten in de wereld. Voor zover de kosten direct verband houden met de opdracht van de Minister ten aanzien van de informatievoorziening aan reizigers via Schiphol, worden deze op declaratiebasis door het ministerie van VWS gedragen.
Conceptverslag BC PGMZ 15 juni 2015
Pagina: 3 van 5
Bestuurscommissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg
De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van de1e Bestuursrapportage 2015 2. Het Algemeen Bestuur positief te adviseren over de begrotingswijzigingen opgenomen in bijlage III. 3. Het Algemeen Bestuur positief te adviseren over de gewijzigde kredieten, opgenomen in bijlage IV. Ter besluitvorming 7. Inzet JGZ op MBO leerlingen 18+ Mevrouw Kuiper en de heer Horn lichten het voorstel toe. Zij zijn inhoudelijk overtuigd van de meerwaarde om de Jeugdarts een rol te geven in de sociaal medische begeleiding van MBO-studenten van 18-23 jaar. De heer Botter doet de suggestie om op de aanpak te delen met de wethouders Onderwijs uit de regio, de ambtelijk adviseurs en de schoolbesturen. Naar aanleiding van vragen over de financiering, ontstaat discussie of breed draagvlak bestaat om hieraan financieel bij te dragen. Gelet op het feit dat bij bepaalde gemeenten bezuinigingsopgaven liggen, is op dit moment niet te zeggen of de financiële ruimte bij gemeenten toereikend is om daadwerkelijk mee te doen. De voorzitter tekent aan dat een deel van de kosten gefinancierd zou moeten kunnen worden uit de gelden die gemeenten beschikbaar krijgen voor Vroegtijdig schoolverlaten. Het resterende deel zou dan door gemeenten opgebracht moeten worden. De heer Horn zegt breed draagvlak nodig te vinden, omdat leerlingen vanuit alle gemeenten afkomstig zijn. De financiering kan dan ook niet beperkt blijven tot gemeenten die positief staan ten opzichte van het voorstel en binnen welke gemeente ook een onderwijsvoorziening is gesitueerd. De heer Van de Velden oppert de mogelijkheid om te bezien of binnen de begroting van de GGD nog ruimte bestaat tot reallocatie van middelen. De voorzitter concludeert dat op dit moment nog onduidelijk is of gemeenten kunnen en willen bijdragen aan dit plan, dat wel inhoudelijk op breed draagvlak kan rekenen. De individuele leden van de bestuurscommissie zullen in eigen gemeenten nagaan wat beschikbaar is vanuit de beschikbare gelden Vroegtijdig schoolverlaten en daarboven nog een tekort zou bestaan uit andere bronnen gelden vrijgemaakt kunnen worden. De GGD wordt gevraagd na te gaan wat binnen de exploitatie aan financiële ruimte kan worden gevonden. Eerst nadat hierover een integraal beeld kan worden verkregen, kan het onderwerp opnieuw voor bespreking worden geagendeerd. De realiteit gebiedt te zeggen dat het voorgestelde invoeringsmoment van 1 september a.s. niet realistisch is en dat in het vertrouwen dat het financiële probleem tot een oplossing kan worden gebracht, nu de koers wordt gezet op 1 januari 2016. De bestuurscommissie besluit: 1. Kennis te nemen van de notitie “Jeugdarts voor MBO-studenten 18+”, inclusief de achtergrondnotitie. 2. De intentie uit te spreken om de Jeugdarts een Jeugdarts een rol te geven in de sociaal medische begeleiding van MBO-studenten van 18-23 jaar. 3. Tijd te nemen voor onderzoek naar dekking van de kosten, die voor gemeenten uit dit project voortvloeien en de besluitvorming tot nader order aan te houden.
Conceptverslag BC PGMZ 15 juni 2015
Pagina: 4 van 5
Bestuurscommissie Publieke Gezondheid en Maatschappelijke Zorg
8. Plan van aanpak factsheet psychische gezondheid De heer Westerman geeft in overweging de vierde bullit te verplaatsen naar de eerste plek. Dat doet meer recht aan wat onder dit punt wordt gezegd. De heer Horn vraagt waarom alleen een vergelijking wordt gemaakt met GGD ‘en in Noord-Holland en niet met die van andere regio’s in Nederland, dan wel een landelijke vergelijking. De bestuurscommissie besluit: 1. De GGD de opdracht te geven dit onderzoek uit te voeren volgens het voorgestelde plan van aanpak. 9. Rondvraag en sluiting Mevrouw Kuiper zegt dat het memo over het toezicht Wmo haar heeft verrast. Zij hoopt niet dat ervan wordt uitgegaan dat de gemeente Heemstede hier in de toekomst in meegaat. De gemeente Heemstede heeft een andere keuze gemaakt. De heer Horn zegt niet op voorhand te verwachten dat elke gemeente het toezicht Wmo bij de GGD wil beleggen. Wat hem betreft is het een plus taak. De voorzitter zegt juist verbaasd te zijn dat Velsen niet in een eerder stadium is gevraagd om hierin op te trekken. Zij is daarvan van harte voorstander. De heer Van de Velden vult hierop aan dat voor de bedrijfsvoering van de GGD het van belang kan zijn om taken meer duurzaam bij de GGD te beleggen. Dat bevordert een efficiënte aanwending van middelen. Het staat hem bij dat gemeenten hebben aangegeven de GGD als “preferred supplier” te zien. Tegen de achtergrond van de Tweede Kamerbrief Betrouwbare Publieke Gezondheid past een toezichthoudende rol van de GGD in het denken hierover. De BC PG&MZ heeft kennisgenomen van: 1. Beleidsagenda BC PG&MZ De heer Beentjes vraagt of vanuit de organisatie contact kan worden gelegd over de portefeuilles waar hij verantwoordelijk voor is. Dit verzoek wordt onderschreven door de heren Botter en Bluijs. De heer Van de Velden geeft aan de heer Buijtendijk te vragen om zo snel als mogelijk contact te leggen. Voor de heren Botter en Bluijs gaat het om epidemiologie en voor de heren Beentjes en Botter om versterken preventiefunctie.
Conceptverslag BC PGMZ 15 juni 2015
Pagina: 5 van 5