Burgemeester INKQR: <3Rl0.00lflS |Re g: 16/03/2010
Seer:
Ml 1 llll
Kopie: Burg: Aan:
Sic: Raadslid of -leden
GRIFFI E
|Dep: Onderdoor 25 Postbus 30, 3990 DA Houten Telefoon 030 639 26 11 Fax 030 639 28 99 E-mail:
[email protected] Internet: www.houten.nl
II
Beh.:
IGed.
1
B-INFO: Collegebrieven Kopie x |
Gemeente Houten
a
Aan de leden van de raad
o a S o SB Datum
Uw kenmerk
Uw brief van
16maart2010
Ons kenmerk
Bijlagen
IOUC\6«7
Onderwerp
Informatie ten behoeve van collegevorming Geachte leden van de raad, Op 3 maart vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. In de afgelopen anderhalve week heeft dit een vervolg gekregen in de het nu lopende traject van collegevorming. Ondertussen zijn vanuit verschillende partijen vragen gekomen om actuele informatie over de stand van zaken in het dossier Windturbines Veerwagenweg. Tijdens het Seniorenconvent van 8 maart jongstleden heb ik aangekondigd over dit onderwerp een factsheet te laten maken. In de bijgevoegde factsheet is de feitelijke stand van zaken voor u op een rijtje gezet. Om het informatieniveau voor alle fracties in de raad gelijk te laten zijn, sturen we deze informatie aan alle fracties door.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben gemformeerd. Met vriendelijke groet, de burgemeester van de gemeente Houten
C.H.J. Lamers
Bij beantwoording datum en kenmerk vermelden.
Factsheet over windturbines (16 maart 2010)
Voorqeschiedenis In februari 2005 vond in de gemeenteraad integrale besluitvorming plaats over de realisatie van drie windturbines aan de Veerwagenweg.1 In maart 2008 heeft de raad dit besluit nogmaals herbevestigd. Het gaat om turbines met een ashoogte van 105 meter (bladlengte 45 meter) met een totaalvermogen van 6 megawatt. Daarmee kan elektriciteit worden opgewerkt voor circa 30% van de Houtense huishoudens (circa 5000 huishoudens). Initiatiefnemers voor plaatsing zijn Eneco en UWind. De raad had eerder (in 2001) drie geschikte locaties voor realisatie van windenergie aangewezen. Naast de locatie Veerwagenweg waren dit: de locatie ten zuiden van Schalkwijk, oostelijk langs de spoorlijn; de locatie ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van 't Goy. Het standpunt van de raad is om eerst ervaringen met windturbines op de Veerwagenweg af te wachten en op basis daarvan eventueel te onderzoeken of op andere locaties plaatsing van windturbines wenselijk is.
Milieuverqunninq De beoogde windturbines vallen niet onder de werking van het Besluit algemene regels voor milieubeheer(activiteitenbesluit). De reden hiervan is dat de afstand tot de dichtstbijzijnde woning minder is dan vier maal de ashoogte. Als het windpark zou voldoen aan de criteria van dit besluit zou een vergunningprocedure niet nodig zijn geweest. In dat geval zou de toets vooraf of de situatie ter plaatse wel geschikt is voor het realiseren van een windpark ook minder uitgebreid zijn. Ten behoeve van de milieuvergunning is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Daardoor weten we dat het windpark kan voldoen aan de strenge, door ons gestelde normen voor geluid en slagschaduw. => Slagschaduw Wettelijk is vastgelegd dat er niet meer dan 17 dagen per jaar meer dan 20 minuten slagschaduw op een omliggende woning mag komen. Om de omliggende woningen in Houten optimaal te beschermen zullen de windturbines worden stilgezet zodra er slagschaduw optreedt op woningen. => Geluid Voor de geplande turbines is bepaald dat het geluid ervan het niveau van het achtergrondgeluid niet mag overstijgen. Ze maken dan niet meer geluid dat wat er gebruikelijk te horen is. Op basis van referentiemetingen - waarbij geluidsbronnen als de A27, het Amsterdam-Rijnkanaal en de Rondweg zijn meegenomen - zijn geluidsnormen opgesteld. Daarbij is ook rekening gehouden met windsnelheid en windrichting en het feit dat op de ashoogte van de turbines het harder kan waaien dan op 'leefhoogte'. Om te zorgen dat de windturbines niet te hard draaien als het beneden nauwelijks waait, wordt een speciaal meetsysteem gehanteerd. => Veiligheid Om onveilige situaties te voorkomen wordt rekening gehouden met de kans op ijsvorming op de rotorbladen. Indien deze kans er is, worden de turbines stilgezet. De bladen worden evenwijdig aan de weg gedraaid, zodat passanten in de directe omgeving niet door vallend ijs geraakt kunnen worden. Uit toetsen met betrekking tot het maatschappelijk risico en het individuele passantenrisico volgens de Rijkswaterstaatscriteria blijkt dat de realisatie van de turbines binnen de gestelde normen voor veiligheid vallen. In april 2005 vroeg Eneco een milieuvergunning aan voor de realisatie van de windturbines. Deze heeft betrekking op een inrichting die bestaat uit drie windturbines, een inkoopstation en een meetmast. De vergunning werd in juli 2005 door de gemeente verleend. In juni 2006 vernietigde de Raad van State deze vergunning, op grond van het feit dat uitgegaan was van 'worst case' turbines; dit verschafte onvoldoende duidelijkheid aan omwonenden.
1
De uitgangspunten in dit besluit zijn nog steeds geldend. Voor de volledigheid is het raadsvoorstel als bijlage bijgevoegd bij deze factsheet.
De vergunning is in januari 2007 opnieuw aangevraagd. Het ontwerp besluit op deze aanvraag lag in de zomer van 2007 ter inzage. Daarop zijn verschillende zienswijzen ingediend. In verband een negatief advies van het Ministerie van Defensie in 2008 inzake vermeende radarstoring, is de procedure opgeschort. Nadat deze belemmering in februari 2009 was komen te vervallen, is op 15 december 2009 - op basis van het ontwerp besluit en de ingebrachte zienswijzen - besloten om de vergunning te verlenen. Dit besluit heeft tot begin februari 2010 ter inzage gelegen. Tegen het besluit zijn vijf beroepschriften ingediend bij de Raad van State. De inhoud van deze beroepschriften is nog niet bekend omdat deze pas door de Raad van State worden doorgestuurd (en in behandeling genomen) zodra indieners griffiekosten hebben betaald. Voor het doen van een uitspraak over ingediende beroepschriften hanteert de Raad van State een ordetermijn van een jaar (gerekend vanaf ontvangst beroepschriften).
Ruimtelijke procedure en bouwverqunninqen In 2005 is een vrijstellingsprocedure ex artikel 19.2 WRO opgestart, tevens is parallel hieraan een bestemmingsplanprocedure opgestart. In oktober 2007 heeft de Raad van State het bestemmingsplan op onderdelen vernietigd. Redenen daarvoor waren administratief van aard en hielden in dat: 1) de afstand tot het Amsterdam-Rijnkanaal onvoldoende was gespecificeerd (er was een te groot bouwvlak getekend, waarbinnen voldoende marge was om de benodigde afstand aan te houden); 2) niet was aangegeven dat het om drie precies dezelfde turbines ging en; 3) een vrijstellingsbepaling van 10% ten aanzien van de hoogte van de turbines niet had mogen worden opgenomen. Deze vrijstellingsbepaling wordt standaard opgenomen bij alle bestemmingsplannen in Houten en zou bij de windturbines geen zeggingskracht hebben vanwege de exacte maatvoering die was opgenomen in de bouwvergunning. Nadat het bestemmingplan in oktober 2007 op onderdelen werd vernietigd door de Raad van State, hebben Gedeputeerde Staten de betreffende onderdelen in november alsnog van goedkeuring onthouden. Hierop heeft Eneco in december 2007 het college verzocht de in november 2005 verleende bouwvergunning in te trekken. Bij besluit van 11 december 2007 heeft het college dit verzoek ingewilligd. In 2007 heeft Eneco een nieuwe, beter gespecificeerde aanvraag bouwvergunning ingediend. Deze aanvraag bouwvergunning is, conform de wetgeving, tevens opgevat als een verzoek om vrijstelling ex art. 19 lid 2 Wro. In 2008 heeft de gehele procedure om de plaatsing van de windturbines voor te bereiden stilgelegen vanwege het eerder genoemde negatief advies van Defensie inzake radarverstoring. Nader onderzoek wees uit dat de radarverstoring door de windturbines in Houten lager is dan de maximaal gestelde waarde voor radarverstoring. De belemmering kwam hiermee in februari 2009 te vervallen. Op dat moment is de eerder ingezette procedure weer vervolgd. Door een wijziging in de wetgeving was toen geen bestemmingsplanwijziging meer nodig om een artikel 19.2 procedure te voeren. Van 19 november tot 31 december 2009 hebben de ontwerp vrijstelling en de ontwerp bouwvergunning ter inzage gelegen. Hierop zijn 33 brieven met zienswijzen ingediend. De termijn voor het indienen van zienswijzen is inmiddels verstreken. De zienswijzen worden op dit moment behandeld. Het college heeft toegezegd om voor 1 juli 2010 op de ingediende zienswijzen te beslissen. De verwachting is dat, zodra er een nieuw college aantreedt, dit besluit snel zal worden voorgelegd. Voor de windmeetmast (aan de Kanaaldijk Zuid) is een aparte bouwvergunning aangevraagd. Deze bouwvergunning is op 1 maart 2010 verleend. De termijn voor het indienen van bezwaren bedraagt zes weken.
Gronduitqifte De gemeente Houten en (voor een beperkt deel) het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden zijn eigenaar van de grand waarop de windturbines geplaatst worden. In 2003 hebben gemeente en Eneco/Uwind een overeenkomst gesloten inzake het aangaan van een zelfstandig recht van opstal ten aanzien van het windpark. Daarmee verleende de gemeente aan Eneco/Uwind recht van opstal voor een periode van 20 jaar, met de mogelijkheid van verlenging voor nog eens 20 jaar.
Planschade Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst met Eneco/Uwind is onderzoek gedaan naar de financiele risico's van planschade in verband met planologische procedures. Dit onderzoek is onder de gebruikelijke condities van geheimhouding in te zien via de Griffie.
OZB-effecten Ook naar OZB-effecten (waardevermindering ten gevolge van plaatsing van windturbines) is in het verleden onderzoek gedaan. Op grand van de weinige jurisprudentie die voorhanden was, is destijds uitgegaan van een beperkt effect. Er is geen nieuw onderzoek uitgevoerd naar mogelijke effecten op de OZB, maar vooralsnog wordt niet uitgegaan van een versterkend effect.
Bijlage: raadsvoorstel Realisatie windmolenpark (nr. 2005-024)
Nr. 2005-024
GEWIJZIGD
Houten, 4 januari 2005
Aan de gemeenteraad Onderwerp: Realisatie windmolenpark ter hoogte van Bedrijventerrein de Meerpaal Beslispunten: 1. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot realisatie van windmolenpark 'de Meerpaal'. 2. Instemmen met de conclusie dat realisatie van de windmolens mogelijk is binnen de gestelde planologische en milieutechnische randvoorwaarden. Inleiding: Klimaatbeleid is een van de speerpunten binnen het Houtens milieubeleid. Het beoogd effect van klimaatbeleid is reductie van de C0 2 -uitstooL C0 2 -productie is een belangrijke oorzaak voor de mondiale klimaatveranderingen. In het protocol van Kyoto (1997) zijn mondiale afspraken gemaakt om de C02-uitstoot te verminderen door energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Deze afspraken zijn vertaald naar landelijke doelstellingen: een C0 2 reductie van 6 % in de periode 2008-2012 ten opzichte van de uitstoot in 1990. In 2001 hebben rijk, provincies en gemeenten het BLOW-akkoord ondertekend (Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie). Alle partijen hebben zich hierin verplicht om mee te werken aan de doelstelling om 1500 MWatt opgesteld vermogen aan windenergie te realiseren. De provincie Utrecht heeft daarbij een taak om 50 MWatt te realiseren, slechts 3,33 % van de landelijke doelstelling. De provincie kan deze taakstelling alleen realiseren met medewerking van het lokaal bestuur. In januari 2000 heeft u ingestemd met de nota "Duurzame energie in de gemeente Houten". In deze nota is een streefdoel vastgesteld van 11% duurzame energie in 2005. Als voorbereiding op dit besluit is onderzoek gedaan naar de vraag welk percentage aan duurzame energie haalbaar is. De resultaten zijn in de vorm van een DE-scan vastgelegd in de nota 'Duurzame energie in de gemeente Houten". Belangrijk onderdeel van de DE-scan is een windscan, waarin meerdere veelbelovende locaties voor windenergie worden genoemd. Op basis van de DE-scan is een nader locatieonderzoek uitgevoerd: de mogelijke locaties zijn nader onderzocht op haalbaarheid. In de vergadering van maart 2001 heeft u het volgende besluit genomen: 1. De volgende drie locaties onder randvoorwaarden geschikt verklaren voor de realisatie van windenergie: a. ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van bedrijventerrein De Meerpaal b. Ten zuiden van Schalkwijk, oostelijk langs de spoorlijn c. Ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van't Goy 2. De realisatie van de projecten gefaseerd laten plaatsvinden 3. De locatie langs de Meerpaal als eerste project laten realiseren. Deze locatie zo optimaal mogelijk laten inrichten (onder randvoorwaarden). 4. Het project de Meerpaal uitgebreid evalueren alvorens aan te vangen met de realisatie van de overige twee locaties. De uitkomsten van de evaluatie zijn bepalend voor het al dan niet realiseren van de overige twee locaties. Dit besluit is gebaseerd op het nader locatieonderzoek 'Inrichtingsplannen windenergie Houten' van augustus 2000. In het onderzoek zijn alle veelbelovende locaties uit de DE scan getoetst aan de aspecten geluid, slagschaduw, landschap, vogels en milieubijdrage. Vanaf het raadsbesluit van maart 2001 zijn de inspanningen met betrekking tot windenergie gericht op de locatie langs het Amsterdam-Rijnkanaal, ter hoogte van bedrijventerrein de Meerpaal. Het plangebied ligt ten zuidwesten van de kern Houten in de Polder de Hoon tussen het Amsterdam-
Rijnkanaal en het bedrijventerrein de Meerpaal. Ten westen ligt het Amsterdam-Rijnkanaal. Daamaast liggen de A27. de weg de Staart en de Rondweg in de directe omgeving. Het (toekomstige) bedrijventerrein de Meerpaal ligt ten noorden van het plangebied. In het plangebied liggen 9 bestaande woningen binnen een straal van 500 meter van een van de windturbines. De dichtstbijzijnde woningen die zijn gepland in de Hoon liggen op een afstand van 480 meter. Veel omwonenden hebben bezwaren tegen met de keuze om windturbines te plaatsen in nun directe omgeving. In 2002 en 2003 Is een nadere inrichtingenstudie uitgevoerd, gericht op de bepaling van het aantal windturbines en de exacte locatie hiervan. Onderdeel hiervan vormde eenrisicoanalyse.Blj deze risicoanalyse is vastgesteld dat de veiligheidsrisico's zo klein zijn, dat ruimschoots kan worden voldaan aan de normen, mits de windturbine die het dichtst bij de Staart staat in geval van ijsvorming is uitgerust met extra maatregelen om vallend ijs op de Veerwagenweg en de Heemsteedseweg te voorkomen. Buiten deze extra maatregelen zijn alle windturbines uitgerust met een ijsdetectiesysteem, om vallend ijs bij opstartende of draaiende rotorbladen te voorkomen. Indien enig ijs op de rotorbladen aanwezig is, worden de turbines automatisch stilgezet. In maart 2003 is vanuit planologisch oogpunt gekozen voor een lijnopstelling. Na dit besluit is de definitieve locatie van de drie turbines vastgelegd in een grondovereenkomst tussen de gemeente en ENECO/Uwind. Voor de turbine die het dichtst bij de rotonde bij de Staart wordt geplaatst, is grondruil nodig met het hoogheemraadschap. Deze grondruil is in 2003/2004 voorbereid. Alle partijen zijn akkoord, ondertekening moet nog plaatsvinden.
figuur 1: definitieve opstelling windturbines
In 2003 is advlesbureau WEOM namens ENECO/Uwind begonnen met het opstellen van de aanvraag van de milieuvergunning. Hiertoe zijn onder meer per woning berekeningen gemaakt van de overlast door geluidshinder en slagschaduw van de turbines. Tussen de gemeente en WEOM heeft intensief overleg plaatsgevonden over de aanvraag voor de milieuvergunning. Dit overleg is afgerond, hetgeen heeft geleid tot een ontvankelijke aanvraag, die kan leiden tot een positieve ontwerpbeschikking. Aangevraagd worden 3 windturbines van 105 meter ashoogte, met een rotordiameter van 90 meter. De windturbines zullen beschikken over 3 bladen. De ontwerpbeschikking wordt uiterlijk in februari 2005 gepubliceerd. Eind 2003 is vastgesteld welke ruimtelijke ordeningsprocedure van toepassing is: een bestemmingsplanprocedure in combinatie met anticipatie ex. artikel 19 lid 2 Wet Ruimtelijke
-3Ordening. In juni 2004 heeft het voorontwerpbestemmingsplan 'Windturbines Veerwagenweg' ter inzage gelegen. De readies zijn verzameld en verwerkt in een reactienota. Een groot deel van de readies heeft betrekking op het geluid dat de windturbines produceren, en zijn dus met name van belang voor de procedure in het kader van de milieuvergunning. De readies worden in december 2004 verwerkt in het concept ontwerp bestemmingsplan. Dit ontwerp wordt uiterlijk in januari naar de Provinciate Planologische Commissie verstuurd. Naar verwachting wordt het stuk behandeld op 3 maart 2005. Beoogd effect: Op dit moment zijn alle voorwaarden bekend waaronder het windmolenpark gerealiseerd kan worden en lijken er geen belemmeringen te zijn om het windmolenpark te realiseren. U heeft gevraagd om een laatste belangenafweging, voordat de inspraaktrajecten voor de milieuvergunning en het bestemmingsplan starten: is plaatsing van windturbines in dit gebied verantwoord? Dit raadsvoorstel is gericht op een finaal besluit om de reeds gemaakte afspraken urt te voeren: • Uitvoering van het raadsvoorstel uit januari 2000 om te komen tot minimaal 11 % duurzame energie. • Uitvoering van het raadsvoorstel uit maart 2001: realisatie van een windmolenpark ter hoogte van bedrijventerrein de Meerpaal. Argumenten: 1. De turbines zijn nodig voor het bereiken van de doelstelling om 11 % Duurzame Energie in Houten op te wekken. De 3 turbines zullen 5 % van het Houtens energieverbruik opwekken en 30 % van het elektriciteitsverbruik van Houtense huishoudens. 2. Het windpark draagt bij aan de provinciate doelstelling om minimaal 50 MWatt opgesteld vermogen aan windturbines te realiseren en de landelijke doelstelling om minimaal 1500 MWatt opgesteld vermogen te realiseren. Het park draagt 12-18% bij aan de provinciate doelstelling. 3. Voor de omliggende woningen is het optreden van slagschaduw berekend conform de richtlijn in de AMvB Voorzieningen en Installaties Milieubeheer. Dit heeft ertoe geleid dat de turbines worden voorzien van een automatische stilstandvoorziening indien bij woningen meer slagschaduw optreedt dan toegestaan (meerdan 17 dagen perjaargedurende meer dan 20 minuten). 4. De windturbines zijn voorzien van diverse veiligheidsvoorzieningen, waardoor ruimschoots wordt voldaan aan de normen. De turbines worden automatisch stilgezet bij een hoge windsnelheld en bij het optreden van emstige trillingen. Ze zijn beveiligd tegen het te snel draaien van de rotorbladen (optreden van overtoeren). De turbines zijn uitgerust met een ijsdetectiesysteem en een bliksemafleider. 5. De locatie wordt vermeld in het windplan van de provincie Utrecht als 66n van de mogelijke kleinschalige locaties voor windenergie Quli 2002). Dat betekent dat de provincie planologisch akkoord gaat met deze locatie. 6. Zorgvuldig onderzoek heeft uitgewezen dat de locatie geschikt is: de milieuvergunning kan worden afgegeven binnen strikte normen voor geluid en slagschaduw, eris een voorontwerp bestemmingsplan en de veiligheidsrisico's voidoen ruimschoots aan de wettelijke normen. Uiteraard onder voorbehoud dat de milieuvergunning en het bestemmingsplan stand houden in de te volgen procedures voorinspraak en beroep. 7. De geluidseisen voidoen aan de strengst mogelijke norm. •
De geluidseisen zijn gebaseerd op het heersende achtergrondniveau. De achtergrondmetingen zijn uitgevoerd bij 'de meest 'geluidskritische' woningen, die binnen een afstand van 400 meter van een turbine liggen, maarzo vermogelijk van de snelweg vandaan. Voidoen aan het achtergrondniveau betekent overigens niet dat men de
-4-
•
windmolens nooit zal horen. Het betekent wel dat het getuidniveau niet hoger is dan net achtergrondniveau. Hiermee hanteren we, wettelijk gezien, de strengst mogelijke norm voorgeluid. In de praktijk betekent dit dat de volgende geluideeieen gelden: + Overdag en 's avondeftussen 7.00 uuren 23.00 uur) moet het park voldoen aan de WNC 42 omdat onderzoek beeft uitgewezen dot in de dagporiodo on do avondperiode bet achtergrondniveau boven-42-dBA-ligt. Dit wordt vrijwol zokor veroorzaakt door de nabijgeiegen snelweg. s 's Nachte (tussen 23.00 uuren 7.00 uur) wordt de WNC 37 voorgeeohreven omdat bet aohtergrondniveau dan aanzienlijk lagor ic. Norm wordt dot in do naohtperiode de windturbines uit staan bij windenelheden onder 5 meter par seconds. Dat betekent dat in do mooct stilte nachten goon goluiden van windturbinos hoorboor kunnen zijn. s De geluidsnorm is achtergrondniveau: de turbines moeten voor 95 % van de tijd voldoen aan het achtergrondniveau. s Er komt een afzonderiijke norm (windnormcurve) voor de dagperiode, de avondperiode en de nachtperiode, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij het heersende geluidsniveau in de praktijk.. Daarnaast komt er een aparte norm voor de windrichting, waarbij de invloed van de snelweg op het geluidsniveau beperkt is (zuidoostenwind). Tot op heden zijn we er niet in geslaagd om meetgegevens te verzamelen bij de sporadisch optredende zuid-oostenwind. We willen het achtergrondniveau bij deze windrichting echter bij de normstelling betrekken, omdat de invloed van de snelweg op dat moment minimaal is. Dat betekent dat we een getrapte vergunning zullen afgeven: totdat duktelijkheid bestaat over het achtergrondniveau bij deze windrichting, mogen de windturbines bij deze windrichting niet in werking zijn. s De deMieve voorschriften zijn nog niet vastgelegd. Met de informatie die we nu hebben verzameid weten we, dat een milieuvergunning voor het windturbinepark mogelijk is binnen achtergrondniveau. Het is wenselijk om omwonenden niet langer dan noodzakelijk te laten wachten, daarom is nog voordat de milieuvergunning gereed is het raadsvoorstel opgesteld. s De uiteindelijke eisen m. b. t. geluid worden vastgelegd in de milieuvergunning. Omwonenden krijgen deze ontwerpvergunning thuis gestuurd. Tegen de specifieke geluidsvoorschriften kan men, indien gewenst, bezwaarmaken in de vergunningprocedure. Zoals hierboven reeds is aangegeven zullen deze voorschriften overeenkomen met de eis dat men moet voldoen aan het heersende achtergrondniveau. Er wordt in de milieuvergunning, in tegenstelling tot vergunningen voor veel andere windparken, rekening gehouden metde windverschillen tussen 10 meter hoogte en 100 meter hoogte. De windturbines worden 'teruggeregeld' op basis van de windsnelheid op 10 meter hoogte. Dit voorkomt dat, op momenten dat het op grote hoogte harder waait dan op 10 meter hoogte, de geluidsimmissie hoger is dan het achtergrondniveau.
8. In maart 2001 is reeds het principebesluit genomen om windturbines te plaatsen in dit gebied. Op dat moment was reeds bekend dat dit tot aanzienlijke ruimtelijke effecten zou leiden. Op grond van de ligging en de inrichting van het windpark kan worden gesteld dat het initiatief tot oprichting van drie windturbines op beperkte afstand van het AmsterdamRijnkanaal vanuit landschappelijk oogpunt toelaatbaar is. Visuele hinder of vervuiling van het tandschap is een subjectieve beleving. Windturbines zijn niet mooi of lelijk, men vindt ze mooi of lelijk. Het volledig objectief toetsen dan wel beoordelen van de positie van windturbines in hetlandschap is niet mogelijk. Op grond van representatieve steekproeven zijn er wel enkele uitspraken te doen over wat 'de gemiddelde Nederiander' mooi vindt. In het algemeen vindt men dat driebladige turbines een meer gelijkmatig en ingetogen beeld opleveren en minder de aandacht trekken dan turbines met twee bladen. Verder worden enkele grote turbines geprefereerd boven veel kleine. Lijnopstellingen worden over het algemeen hoger gewaardeerd dan clusteropstellingen. De onderiinge afstand tussen de turbines is dermate groot (ca. 850 meter) dat er nauwelijks afbreuk wordt gedaan aan de openheid van het landschap.
9. Windenergie is energetisch zeer rendabel: binnen 1 jaar is de energie voor het maken van
een windturbine terugverdiend. Nederiand heeft het protocol van Kyoto ondertekend. Hiermee heeft Nederiand expliciet uitgesproken dat men voor de toekomstige energiewinning over wil schakelen op duurzame bronnen. In de uitwerking hiervan wordt windenergie landelijk en provinciaal nog altijd gezien als de meest kansrijke en rendabele vorm van duurzame energie. 10. De economische terugverdientijd is in ieder geval zo kort, dat Eneco en Uwind bereid zijn te investeren in dit windpark. Uiteraard geldt daarbij we/, dat op dit moment gebruik wordt gemaakt van subsidies om windparken economisch aantrekkelijk te maken. Dat betekent in de praktijk echter ook dat exploitanten een kortere terugverdientijd hanteren in verband met risico's dat subsidies worden stopgezet. Communicatie: Wat hebben we tot nu toe gedaan? Vanaf 2000 is het nodige aan communicatieactiviteiten verricht: Publicities In het Houtens nieuws hebben diverse publicaties gestaan: In 2000 is er een serie van 6 publicities geweest om de plannen onder de aandacht te brengen, in februari 2002 is een stuk gepubliceerd over de keuze tussen clusteropstelling of lijnopstelling, in februari 2003 is een artikel geplaatst over de definitieve keuze voor een lijnopstelling, in oktober 2003 is een stuk geplaatst over de grondovereenkomst met Eneco, in december 2003 is gepubliceerd dat de procedure voor de bouw- en de milieuvergunning ging starten, in februari 2004 is een artikel geplaatst naar aanleiding van de aanwijzing in het streekplan om windmolens te plaatsen langs het AmsterdamRijnkanaal, ter hoogte van't Goy. Vanaf het besluit in 2001 om als eerste windmolens te realiseren langs de Veerwagenweg, ter hoogte van de Meerpaal, is deze locatie in alle publicaties vermeld. Direct omwonenden De omwonenden hebben een aantal malen persoonlijk een brief ontvangen over de op handen zijnde plannen. In 2003, nadat de precieze opstelling van de windturbines was bepaald, is een intensiever communicatietraject met de direct omwonenden van de windturbines gestart Een aantal bewoners is persoonlijk bezocht, en er zijn twee informatieavonden specifiek voor hen georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten zijn de plannen toegelicht, visualisaties van de turbines getoond en de procedures voor bouw- en milieuvergunning en de momenten van inspraak toegelicht Excursie In januari 2004 heeft de gemeente een excursie georganiseerd voor omwonenden, raads- en commissieleden naar een windpark met vergeiijkbare windturbines bij Bad Bentheim in Duitsland. Hierbij had men de gelegenheid om inhoudelijke vragen te stellen. De windturbines op deze locatie hebben een vergeiijkbare hoogte, het achtergrondniveau ter plaatse is echter lager. Na de excursie hebben de omwonenden een brief ontvangen met de beschikbare technische informatie. Vervolgtraject communicatie In 2005 staan diverse activiteiten gepland: • In januari 2005 is een voorlichtingsbijeenkomst gepland voor omwonenden en andere belangstellenden. De voorlichtingsbijeenkomst is bedoeld als voorloper op het inspraaktraject voor de milieuvergunning. Direct belanghebbenden worden persoonlijk uitgenodigd. Zij krijgen bijgaande notitje meegestuurd. Eind 2004 / begin 2005 worden er artikelen gepubliceerd in het Houtens Nieuws over deze op handen zijnde informatieavond. • Direct belanghebbenden ontvangen persoonlijk een exemplaar van de ontwerp milieubeschikking. • Er is nog een mogelijkheid tot inspraak in het kader van het bestemmingsplan. • Elk kwartaal wordt een artikel gepubliceerd in het Houtens Nieuws over de voortgang met betrekking tot de bouwvergunning en de milieuvergunning.
-6Financien: De kosten voor de beleidsmatige ondersteuning en de milieuvergunning zijn opgenomen in de begroting 2005 en maken deel uit van de reguliere formatie. Kanttekeningen: Hieronder worden de meest voorkomende bezwaren verwoord en voorzien van een reactie: 1. De locatie bij de Meerpaal is niet geschikt voor een dergelijk gnootschalig initiatief voor realisatie van windenergie Zoals reeds eerder vermeld, heeft onderzoek uitgewezen dat deze locatie wel geschikt is. 2. De omwonenden van de windmolens ervaren voortdurend geluidsovertast van de windturbines. Zoals hierboven reeds is aangegeven wijst het overleg m.b.t de milieuvergunning uit dat de geluidsimmissie van de windturbines voldoet aan het achtergrondniveau. Daamaast wordt in de aanvraag voor de milieuvergunning rekening gehouden met eventuele verschillen in windsnelhefcj tussen 10 meter hoogte en 100 meter hoogte. Door de windsnelheid op 10 meter hoogte bepalend te laten zijn voor de maximale geluidsbelasting, is de geluidseis voldoende geborgd. 3. De windmolens zullen over een afstand van meerdere kilometers het landschap gaan bepalen. Ze veroorzaken visuele hinder en fasten de openheid van het landschap aan. Zoals hierboven reeds is aangegeven is visuele hinder of vervuiling van het landschap een subjectieve beleving. Windturbines zijn niet mooi of lelijk, men vindt ze mooi of lelijk. Op grand van de ligging van het windpark en de inrichting zoals geschetst kan worden gesteld dat het initiatief tot oprichting van 3 windturbines op beperkte afstand van het Amsterdam-Rijnkanaal vanuit landschappelijk oogpunt toelaatbaar is. 4. Door een milieuvergunning af te geven terwijl het windpank niet toegestaan kan worden onder de regels van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden de normen waaraan het windpark moet voldoen lichter. Dit is niet juist. De afstand tussen woningen en windturbines is geen milieueis, maar een toets of kan worden volstaan met een melding in plaats van een vergunning. Als het windpark zou kunnen voldoen aan de regels van de AMvB zou een vergunningprocedure niet nodig zijn. In dat geval zou de toets vooraf of de situatie ter plaatse wel echt geschikt is ook minder uitgebreid zijn. Voor de milieuvergunning is een uitgebreid locatie onderzoek uitgevoerd. Daardoor weten we dat het windpark bij de Meerpaal minimaal kan voldoen aan de strengst mogelijke normen voor geluid en slagschaduw. Een vergunning geeft dus meer zekerheid dan een AMvB dat een inrichting kan voldoen aan de eisen. 5. Windenergie is niet rendabel Zoals hierboven reeds is vermeld is windenergie in ieder geval energetisch zeer rendabel, maar ook economisch, dit laatste onder invloed van subsidies. 6. Wind levert als energiebron onvoldoende stabiliteit in rendementen, waardoor we altijd terug moeten kunnen vallen op energiecentrales Dat is correct. Voor veel nieuwe technologische ontwikkelingen geldt, dat er in de startfase nog sprake is van onvoldoende benutting van de mogelijkheden. Zo ook bij windenergie. Het opwekken van windenergie zal niet leiden tot het sluiten van een centrale. We hoeven echter wel minder energie in te kopen in het buitenland als er meer windturbines geplaatst worden. De laatste jaren is de capaciteit per windmolen overigens aanzienlijk toegenomen. 7. De bijdrage in Houten is een druppel op een gloeiende plaat, kunnen we niet beter inzetten op windmolens in de Noordzee ofandere 'lege' gebieden. De exploitanten verwachten tenminste een rendement van 25 % van het opgesteld vermogen. Hiermee wordt 15 miljoen kWh per jaar opgewekt. Dit is voldoende om circa 30 % van de huishoudens in Houten van elektriciteit te voorzien. Het gaat hierbij om ca. 5 % van het totale energleverbruik in Houten. Dat betekent dat het plaatsen van drie windturbines in Houten een substantiate bijdrage oplevert
-7De windturbines hebben elk een vermogen van 2-3 MWatt In totaal bedraagt het park 12 -18 % van de provinciate doelstelling om 50 MWatt aan opgesteld vermogen aan windenergie te realiseren. Voortgang: Oe laatste fase van de voorbereiding is aangebroken: de ontwerpbeschikking voor de milieuvergunning en het ontwerp bestemmingsplan zijn in het eerste kwartaal van 2005 gereed. Ms de Provinciate Planologische Commissie akkoord is wordt het ontwerp bestemmingsplan, door het college vastgestekj en ter inzage gelegd. Ms de PPC positief heeft geadviseerd en een algemene verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven voor het bouwplan van de windturbines, zal het college besluiten om een artikel 19 lid 2 procedure op te starten. Dat betekent dat de bouwvergunning verleend zal worden voordat de bestemmingsplanprocedure geheel is afgerond. Het vervolgtraject is sterk afhankelijk van het aantal en de inhoud van eventuele bezwaar- en beroepsschriften.
Burgemeester en wethouders van Houten, de secretaris,
de burgemeester,
drs. H. Overbosch
C.H.J. Lamers
Biilaaen die voor de leden van de raad ter inzaoe liggen op de gebrulkeliike wiize: Raadsbesluit januari 2000 m.b.t nota Duurzame energie in de gemeente Houten Raadsbesluil maart 2001 m.b.t locatiekeuze voor realisatie van windenergie Inrichtingenstudie windpark locatie bij de Meerpaal van februari 2003 Concept ontwerp bestemmingsplan Windpark locatie bij de Meerpaal d.d. juni 2004 concept inspraak notitie behorend bij concept ontwerp bestemmingsplan windpark Veerwagenweg/ de Meerpaal Rapport m.b.t. slagschaduw Risicoanalyse windpark Veerwagenweg / de Meerpaal Verslag excursie Bad Bentheim Notitie m.b.t. realisatie windmolenpark langs het Amsterdam-Rijnkanaal, n.a.v. excursie naar windmolenpark in Duitsland van mei 2005 Meeoezonden billaoen bil dlt voorstel: - Notitie met betrekking tot de realisatie van windmolenpark nabij de Meerpaal, gelegen langs het Amsterdam-Rijnkanaal (Veerwagenweg) ter hoogte van de Meerpaal
Nr, 2005-024 De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 december 2004, nr. 2005-024 gelezen en besluit; 1. Kennis nemen van de stand van zaken met betrekking tot realisatie van windmolenpark 'de Meerpaal'. 2. Instemmen met de conclusie dat realisatie van de windmolens mogelijk is binnen de gesteide planologische en milieutechnische randvoorwaarden Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 15 februari 2005. De raad van de gemeente Houten, de griffier,
de voorzitter,
E.A. Scholten-Quispel
C.H.J. Lamers
Notitie -GEWIJZIGD
3januari2005
Realisatie van het windturbinepark langs het Amsterdam-Rijnkanaal (Veerwagenweg) ter hoogte van bedrijventerrein de Meerpaal 1
Inleiding
Vanaf begin 1999 is de gemeente een serieus traject ingegaan om windenergie te realiseren. Er is onderzoek gedaan naar een geschikte locatie, het draagvlak binnen de gemeente, de risico's en de financieel economische haalbaarheid. Eind vorig jaar was het beeld compleet van wat wenselijk en haalbaarzou zijn: drie turbines van circa 100 meter hoog langs het Amsterdam-Rijnkanaal ter hoogte van het bedrijventerrein de Meerpaal. Om een voorstelling te kunnen maken van hoe dergelijke turbines er in werkelijkheid uitzien heeft de gemeente voor gel'nteresseerde omwonenden en commissie en raadsleden een excursie georganiseerd naar Bad Bentheim in Duitsland. Enerzijds heeft de excursie geleid tot een duidelijker beeld; anderzijds heeft het weer nieuwe vragen opgeroepen, met name over geluid. In juni is de raad ge'informeerd over de stand van zaken met betrekking tot de windturbines. Inmiddels zijn we zo ver dat we op alle vragen die tot nu toe gesteld zijn antwoord kunnen geven. Reeds vanaf begin 1999 heeft de gemeente de bewoners van Houten gelnformeerd over de plannen om een windenergieproject te realiseren. Op he! moment dat de locatie langs de Veerwagenweg een serieuze optie werd, zijn direct omwonenden bij de plannen betrokken. Zij zijn onder andere persoonlijk uitgenodigd deel te nemen aan de excursie. Toch blijkt uit vragen en readies van direct omwonenden, maar ook bijvoorbeeld van bewoners van de Hoon HA en op Houten.com dat bewoners behoefte hebben aan meer informatie. Daarom wordteen informatieavond georganiseerd, vooruitlopend op de komende inspraakprocedures voor de milieuvergunning en het bestemmingsplan. Met deze notitie willen we een compleet beeld geven van het hele traject dat tot nu toe is dooriopen, de afwegingen die gemaakt zijn, de bevindingen van het geluidonderzoek, de huidige beeldvorming over windenergie en de communicatie naar de bewoners. Wij verwachten dat deze notitie voldoende informab'e biedt om een gedegen afweging te maken al dan niet door te gaan met het project.
2
Traject 2000-2004
2.1 Keuze duurzame energie Op basis van een duurzame energiescan heeft de raad in januari 2000 het besluit genomen 11% van de in Houten gebruikte energie op te wekken met behulp van duurzame energiebronnen en drt percentage in 2005 te behalen. Als onderdeel van de studie naar mogelijkheden van toepassing van duurzame energie heeft de gemeente Houten een 'windscan' uitgevoerd. Uit deze scan kwam naar voren dat er zeven potentiele locaties in aanmerking kwamen voor windenergie. Nader onderzoek (inrichtingenstudie, 2000} heeft geleid tot een keuze van drie locaties langs grootschalige lijnelementen binnen de gemeente: twee langs het Amsterdam-Rijnkanaal en een langs het spoor blj Schalkwijk. Deze varianten zijn door middel van visualisaties tijdens een inloopavond in oktober 2000 aan bewoners kenbaar gemaakt. 2.2 Keuze locatie Veerwagenweg In maart 2001 heeft de raad het besluit genomen te starten met de realisatie van een windturbinepark langs het ARK ter hoogte van het bedrijventerrein de Meerpaal. Voorgesteld was om met deze locatie te starten en na afronding van dit eerste project een evaluatie uit te voeren, gericht op de vraag of een tweede locatie voor windturbines wenselijk is. Voor de locatie zijn verschillende inrichtingsvarianten uitgewerkt. Het college heeft in februari 2003 haar voorkeur uitgesproken voor een lijnopstelling met drie turbines.
2.3 Overeenkomsten In oktober 2003 heeft het college ingestemd met het opstellen van een grondovereenkomst tussen de gemeente enerzijds en de initiatiefriemers. Eneco en Uwind. anderzijds. Begin 2004 hebben genoemde partijen de "Overeenkomst inzake het aangaan van een zelfstandig recht van opstal, ten aanzien van Windpark de Meerpaal" ondertekend. De gemeente verleent Eneco/Uwind recht van opstal en erfdienstbaameden en ontvangt daarvoor jaariijks een vergoeding. Met het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden is overeengekomen grand te ruilen ter hoogte van de meest westelijke turbine (bij de rotonde bij de Staart). De grondruil is in 2003/2004 voorbereid. Alle partijen zijn akkoord. Ondertekening van de overeenkomst zal uiteriijk begin 2005 plaatsvinden. 2.4 Wetteliike vemlichtinaen Voor dit windturblnepark is een milieuverQunning nodig en kan niet worden volstaan met een melding onder de AMvB Voorzieningen en installaties milieubeheer. De initiatiefriemers hebben een aanvraag voor een milieuvergunning ingediend. De gemeente heeft gevraagd om aanvullingen op de aanvraag, met name ten aanzien van het akoestisch onderzoek. Naar verwachting wordt de ontwerp milieuvergunning uiteriijk in februari 2005 gepubliceerd. Plaatsing van windturbines langs de Veerwagenweg past niet binnen de toegekende bestemmingen in de vigerende bestemmingsplannen. Daarom is besloten een nieuw bestemminasplan op te stellen in combinatie met anticipatie ex. artikel 19.2 Wet Ruimtelijke Ordening. Het voorontwerpbestemmingsplan is opgesteld in het tweede kwartaal van 2004 en heeft vanaf 10 juni 2004 voor vier weken ter inzage gelegen. In totaal hebben 31 bewoners (of vertegenwoordigers van bewoners) een schriftelljke reactie gegeven op het voorontwerp, alsmede de artikel 10 Bro-overleg partijen. De reactjes zijn verwerkt in een concept reactienota. In december wordt op basis hiervan een concept ontwerpbestemmingsplan opgesteld, dat naar de Provinciale Planologische Commissie wordt gezonden voor een reactie. Naar verwachting wordt het stuk behandeld op 3 maart 2005.
3
Hoe gaat het windturbinepark emit zien?
3.1 Liaaina planaebied Het plangebied ligt ten zuidwesten van de kern Houten in de Polder de Hoon tussen het AmsterdamRijnkanaal en het bedrijventerrein de Meerpaal. Ten westen ligt het Amsterdam-Rijnkanaal. Daamaast liggen de A27, de weg de Staart en de Rondweg in de directe omgeving. Het (toekomstige) bedrijventerrein de Meerpaal ligt ten noorden van het plangebied. 3.2 Locatie turbines De locaties van de afzonderiijke turbines zijn weergegeven in figuur 1. Turbine 1 is het meest oostelijk gelegen; turbines 3 het meest westelijk (tussen de rotonde bij De Staart en de Heemsteedseweg); turbine 2 ligt middenin. De onderiinge afstand tussen de turbines bedraagt circa 850 meter. De afstand tot het Amsterdam-Rijnkanaal bedraagt ruim 50 meter. De afstand tot de nabij gelegen woningen is aangegeven in het figuur in bijlage I. 3.3 Grootte turbines Het definitieve type windturbine staat nog niet vast. De keuze wordt gemaakt op het moment dat de bouwvergunning wordt aangevraagd. In de milieuvergunning is opgenomen aan welke eisen (o.a. ten aanzien van veiligheid) de turbines dienen te voldoen. Het beoogde vermogen van de turbines ligt tussen de 2 en 3 MWatt. De ashoogte (zie figuur 2) die bij dergelijke turbines wordt gehanteerd ligt rond de 100 meter. Dit kan afhankelijk van de fabrikant met enige meters afwijken. De initiatiefriemers hebben in de aanvraag voor de milieuvergunning een hoogte van 105 meter opgenomen. De rotordiameter is voorzien op 90 meter. Keuze is gemaakt voor driebladige rotoren.
Figuur 1: definitieve opstelling windturbines
Figuur2: Ashoogte en rotordiameter
3.4 Vermogen en oobrenast Het vermogen per turbine bedraagt 2 a 3 MWatt. Dit betekent een totaal opgesteld vermogen van 6 tot 9 MWatt. Verwacht wordt dat het rendement van de turbines rond de 25% ligt. Dit percentage is afhankelijk van de voorkomende windsnelheden en de beperkingen die de gemeente de initiatiefnemers oplegt ten aanzien van de geluidsproductie. Uitgaande van een dergelijk rendement kan jaartijks een opbrengst van 15 miljoen kWh worden gerealiseerd. Hiermee kan circa 30% van de huishoudens in Houten van electriciteit worden voorzien. Afgemeten aan het totale energieverbruik binnen de gemeente wordt ruim 5 % door de windturbines geleverd. Pianologische afweging 4.1 Voortraiect Bij het maken van de inrichtingenstudie in 2000 is een afweging gemaakt of de windturbines passen in het landschap. De raad heeft op basis van het onderzoek geoordeeld dat landschappelijke inpassing mogelijk is op de locatie langs de Veerwagenweg. De plannen om windturbines te plaatsen in Houten zijn met de Provincie doorgesproken. De Provincie heeft zich steeds positief uitgelaten over de gekozen locatie. In het 'Windplan Utrecht' dat onderdeel vormt van het Streekplan 2005-2015 wordt de locatie genoemd als te ontwikkelen kleinschalig initiatief. 4.2 Ontwem bestemmingsplan Op de locatie van het plangebied voor de windturbines vigeert een tweetal bestemmingsplannen: het 'Globaal bestemmingsplan Houten' (1975) en het 'Globaal bestemmingsplan Houten-Vinex' (1999). De locatie heeft de bestemming 'landschappelijk en natuurwetenschappelijk waardevol gebied' en voor een klein gedeelte de bestemming 'verkeersdoeleinden'. De plaatsing van windturbines is zowel ruimtelijk als qua functie nlet mogelijk binnen genoemde bestemmingen. Derhalve is gekozen voor de Windturbines Veerwagenweg' een bestemmingsplan te maken. Het voorontwerp heeft in juni 2004 ter inzage gelegen. De reacties zijn verzameld en verwerkt in een reactienota. Een deel van de reacties heeft betrekking op de situering van het park en de landschappelijke inpassing. Een aanzienlijk deel heeft echter betrekking op het geluid dat de windturbines produceren, het mogelijk voorkomen van slagschaduw en eventuelerisico's.Deze onderwerpen worden getoetst en genormeerd in de milieuvergunningprocedure.
Op basis van de readies worden in december 2004 aanpassingen doorgevoerd, zodat uiterlijk begin januari net concept ontwerpbestemmingsplan naar de Provinciale Planologische Commissie kan worden verstuurd. W e verwachten dat de PPC in maart 2005 het plan behandelt. De belangrijkste wijzigingen die worden doorgevoerd in het concept ontwerpbestemmingsplan zijn: • T e n aanzien van geluid: uitgangspunt wordt het achtergrondniveau van geluid en niet de W N C - 4 0 ; « Afstemming met Nieuwegein wordt opgenomen; • Minimale maten van de windturbines worden opgenomen; • De heikikker blijkt na aanvullend onderzoek niet voor te komen; • Een aantal zaken met betrekking tot de waterhuishouding in het gebied wordt opgenomen.
5
Milieuafweglng
5.1 Eisen ten aanzien van hetplaatsen van windturbines Milieuveraunnina. versus AMvB De beoogde windturbines vallen niet onder de AMvB Voorzieningen en installaties milieubeheer. Reden hiervan is dat de afstand tot de dichtst bijstaande woning minder is dan vier maal de ashoogte. De afstand tussen de meest westelijke turbine en de woning aan de Veerwagenweg 100 bedraagt namelijk 317 meter. Dit heeft tot gevolg dat op deze locatie voor windturbines hoger dan 80 meter een milieuvergunning moet worden aangevraagd. Geluid Het optreden van geluidhinder door een bedrijf (en dus ook een windturbine) is gerelateerd aan de hoogte van het referentieniveau van het omgevingsgeluid. Hoe stiller de omgeving is, hoe strenger de geluidsnormen zijn die worden toegepasL In geval van windturbines is sprake van een andere geluidbron dan bij de meeste andere inrichtingen. Bij windturbines geldt namelijk dat de gelukJsemissie niet constant is en in het algemeen zal toenemen met de windsnelheid. Ook het omgevingsgeluid wordt voor een deel bepaald door de windsnelheid. Daarom is een methodiek ontwikkeld waarbij de (berekende) geluidimmisstecurve vanwege een windturbine (het geluid dat op een object wordt waargenomen) getoetst aan een normcurve. In de AMvB wordt een windnormcurve van 40 dB(A) gehanteerd. In geval van een milieuvergunning kan van deze windnormcurve afgeweken worden.
Ds WindNormCurve WNC-40
30 25 2D 3
Figuur 2: windnormcure-40
4 5 6 7 B 9 10 Windsnelheid op 10 m hoogte in jmte]
11
12
Slagscnaduw Voor de omliggende woningen is het optreden van slagscnaduw berekend conform de richtlijn in bovengenoemde AMvB. De rekenresultaten zijn getoetst aan het AMvB-criterium voor toepassen van een stilstandvoorziening. Dit criterium stett dat een stilstandvoorziening noodzakelijk is indien: 1. de afstand tussen de windturbine en woningen of andere 'schaduwgevoelige bestemmingen' minder dan 12 maal de rotordiameter bedraagt en 2. de slagschaduweffecten gemiddeld meer dan 17 dagen per jaar gedurende meer dan 20 minuten per dag kunnen optreden. In het kader van de Wet milieubeheer en de AMvB wordt als slagschaduwgevoelig object gezien: een woning van derden (of andere 'geluidsgevoelige' bestemming) en dan ook nog de specifiek lichtdoortatende geveldelen van de betreffende, naar de windturbine toe gekeerde gevels. Uit het onderzoek is gebleken dat bij de woningen Heemsteedseweg 42 (als gevolg van de windturbines 2 en 3) en Hoofdveste 21 en 23 in Houten (beide als gevolg van windturbine 3) de gestelde norm wordt overschreden. Dit heeft tot gevolg dat de windturbines 2 en 3 moeten worden voorzien van een automatische stilstandvoorziening. Daarnaast voldoet een woning (Veerwagenweg 1) maar net aan de norm. Voor deze woning is door WEOM (adviseur) aan Eneco geadviseerd eveneens een stilstandvoorziening toe te passen op windturbine 1. Er komt een automatische stilstandvoorziening die de turbines stilzet als de zon schijnt op de berekende momenten dat er slagscnaduw kan optreden voor de woningen die zonder maatregelen de AMvB norm zouden overschrijden. Deze kalendervensters worden voorgeprogrammeerd per woning. Tijdens deze tijdvensters controleert de turbine met behulp van een lichtsensor op de turbine automatisch of de zon schijnt en zo ja dan wordt de turbine automatisch stilgezet Door het toepassen van een stilstandvoorziening voor bovengenoemde woningen zal ook de slagschaduwduur voor andere nabijgelegen woningen afnemen. Veiligheid In verband met exteme veiligheid worden de windturbines automatisch stilgezet bij een windsnelheid van ca 25 m/s of als er onacceptabel grate trillingen optreden. Ook zijn de windturbines voorzien van meervoudige fail-safe-beveiligingen tegen overtoeren (te snel draaien van de rotorbladen), meervoudige fail-safe-remsystemen om ze stil te zetten, bliksemafleiding en meervoudige aarding. Daarnaast worden alle onderdelen van de windturbines tweemaal per jaar door de leverancier en periodiek door de beheerder van het windpark gecontroleerd of zij voldoen aan alle veiligheidselsen. Uit een in december 2003 uitgevoerd risicoanalyse (ECN) is gebleken dat windturbine 3 (gedeeltelijk) boven de Heemsteedseweg draait en dat voor deze windturbine aanvullende maatregelen nodig zijn in geval van ijsvorming. Alle drie de windturbines worden uitgerust met een ijsdetectiesysteem waarmee de windturbine stilgezet wordt of ervoor zorgt dat deze niet wordt ingeschakeld als er kans op ijsvorming op de rotorbladen is. Daarnaast wordt bij turbine 3 de rotor in situaties met ijsvorming parallel aan de Heemsteedseweg gedraaid, zodat de rotorbladen zich niet boven die weg bevinden. Op deze manier wordt voorkomen dat passanten op de weg geraakt kunnen worden door naar beneden vallend ijs. 5.2 Geluid Geluid is de meest kritische factor bij het nemen van een besluit over het plaatsen van windturbines. Tijdens de excursie naar Bad Bentheim in januari 2004 is gebleken dat de aanwezigen geluid als grootste probleem voorzien. Wij hebben om die reden uitvoerig onderzoek gedaan naar de huidige geluidssituatie (het achtergrondniveau), de geluidproductie door windturbines en de effecten die kunnen optreden door bijvoorbeeld verschillen in windsnelheden op verschillende hoogten. Uitvoeren qeluidmetinaen voor het bepalen van achterqrondaeluid In december 2003 zijn geluidsmetingen uitgevoerd door de adviseur van de gemeente (K&N). Deze metingen bleken niet geschikt voor het bepalen van het achtergrondgeluid in relatie tot windmolens omdat er geen windsnelheid ter plaatse is bepaald. De metingen lieten echter 's nachts wel achtergrondgeluidwaarden zien van onder de 40 dB(A). Dit is voor de gemeente aanleiding geweest om niet de windnormcurve die in de AMvB wordt gehanteerd (WNC 40) toe te passen, maar nader onderzoek in te stellen naar het achtergrondgeluid. In februari 2004 zijn metingen uitgevoerd op twee locaties: Veerwagenweg 1 (meetpunt 1) en Kanaaldijk-Zuid 20 (meetpunt 2). De meetpunten zijn zo gekozen dat zij zich op korte afstand van de beoogde windturbines bevinden. Meetpunt 1 ligt midden tussen turbine 1 en 2 en meetpunt 2 eveneens
vrijwel tussen deze twee turbines, maar dan ten zuiden van het Amsterdam-Rijnkanaal. Daamaast is de afstand tot de snelweg zo groot mogelijk gekozen. Meetpunt 1 is slecht enkele meters van het kanaal verwijderd, meetpunt 2 iets verder. De geluidsmetingen zijn uitgevoerd ter hoogte van de eerste verdieping van de aanwezige woningen. De metingen van het achtergrondgeluid en de windsnelheid zijn gedurende drie etmalen volcontinu vem'cht (en geregistreerd met behulp van een datalogger). Tijdens het uitvoeren van de metingen was de windrichting voornamelijk west Aangenomen wordt dat de aanwezigheid van de A27 het achtergrond beinvloedt en dat het achtergrondniveau bij (zuid)oostelijk wind lager ligt. Daarom is besloten additionele metingen uit te voeren bij oostenwind. In augustus 2004 zijn bij meetpunt 1 gedurende drie etmalen metingen bij oostenwind vem'cht. Omdatop dat moment de windsnelheid voornamelijk laag was, is besloten nogmaals extra metingen uit te voeren. Naar verwachting vinden deze metingen plaats in december. De resultaten worden voor behandeling in de raad aan de raadsleden en omwonenden verstrekl Resultaten metinaen en vaststellen norm De metingen laten zien dat overdag en 's avonds het achtergrondniveau minimaal 42 dBA is. Dat betekent dat tu6sen 7.00 uur en 23.00 uur de WNC 42 van toepa66ing kan zijn. '6 Nachte is eohter sprake van een lagor achtergrondniveau, mot namo bij lago windsnelheden. Als het zaoht waait {< 5 m/c) zullen de windturbines daarom stil worden gezet. Voor windsnelheden vanaf 5 m/s is de WNC 37 De definitieve geluidsvoorschriften zijn nog niet vastgelegd. Met de informatie die wenu hebben verzameld weten we, dat een milieuvergunning voor het windturbinepark mogelijk is binnen achtergrondniveau. Voorde geluidsvoorschriften geldt het vdgende: 1. Ze worden gebaseerd op de afgesproken geluidsnorm: achtergrondniveau. De turbines moeten voor 95 % van de tijd voldoen aan het achtergrondniveau. 2. Er komt een afzondertijke norm (windnormcurve) voor de dagpehode, de avondpehode en de nachtperiode, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij het heersende geluidsniveau in de praktijk.. Daamaast komt ereen aparte norm voorde windrichting, waarbij de invloed van de snelweg op het geluidsniveau beperkt is (zuid-oostenwind). Tot op heden zijn we er niet in geslaagd om meetgegevens te verzamelen bij de sporadisch optredende zuid-oostenwind. We willen het achtergrondniveau bij deze windrichting echter bij de normstelling betrekken, omdat de invloed van de snelweg op dat moment minimaal is. Dat betekent dat we een getrapte vergunning zullen afgeven: totdat duidelijkheid bestaat over het achtergrondniveau bij deze windrichting, mogen de windturbines bij deze windrichting niet in working zijn. 3. De u'rteindelijke eisen m.b.t. geluid worden vastgelegd in de milieuvergunning. Omwonenden krijgen deze ontwerpvergunning thuis gestuurd. Tegen de specifieke geluidsvoorschriften kan men, indien gewenst. bezwaar maken in de vergunningprocedure. Zoals hierboven reeds is aangegeven zullen deze voorschriften overeenkomen met de eis dat men moet voldoen aan het heersende achtergrondniveau.
Afwiikend windprofiel Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is gebleken dat bij stabiele weerscondities er verschil kan bestaan tussen de windsnelheid op 10 meter hoogte en op grotere hoogte (100 meter). Als het op grote hoogte harder waait, zullen de windturbines harder draaien en tevens meer geluid produceren dan is vergund. Het achtergrondniveau waarop de geluidimmissie is gebaseerd, is immers bepaald op 10 meter hoogte. Om dit probleem in Houten te voorkomen, is in de vergunning als voorschrift opgenomen dat de snelheid van de windturbine wordt gerelateerd aan de windsnelheid op 10 meter hoogte (en het daarbij horende achtergrondniveau). De windturbines worden hierom voorzien van een 'regelmechanisme'. Nabij de turbines wordt een windsnelheidsmeter op 10 meter hoogte gemstalleerd om de windsnelheid continu te monitoren.
6
Nationaal en regionaal beleid windenergie
6.1 Landeliike doelstelling C0 2 productie wordt gezien als een belangrijke oorzaak van de mondiale klimaatveranderingen. In het protocol van Kyoto (1997) zijn mondiale afspraken gemaakt om de C02-uitstoot te verminderen door energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Deze afspraken zijn vertaald naar landelijke doelstellingen. Nederland heeft een C02-reductiedoelstelling van 6 % in de periode 2008-2012 ten opzichte van 1990 op zich genomen. Ten aanzien van de inzet van duurzame energie is de doelstelling 10% van de energiebehoefte duurzaam op te wekken. Windenergie heeft een belangrijk aandeel in de beleidsdoelstellingen. Op zee heeft Nederland een taakstelling van 6.000 MegaWatt (MW); op land 1.500 MW. Bestuursovereenkomst Landeliike Ontwikkelina Windenergie (BLOW) In 2001 hebben rijk, provincies en gemeenten het BLOW-accoord ondertekend. Alle partijen hebben zich hierin verplicht om mee te werken aan de doelstelling om 1.500 MW opgesteld vermogen aan windenergie op land te realiseren. De provincie Utrecht heeft heeft zich verplicht tot realisatie van 50 MW. De provincie kan deze taakstelling alleen realiseren met medewerking van het lokaal bestuur.
7
Vervolgtraject
7.1 Milbuveraunnina De ontwerpmilieuvergunning wordt in februari 2005 afgerond. Vanaf dat moment wordt de vergunning voor een periode van vier weken ter inzage gelegd. In de derde week van de inzage termijn organiseert de gemeente een avond waarop mondeling bedenkingen kunnen worden geuit. 7.2 Besluit raad (ao/no ao) Op 15 februari neemt de raad een besluit over het al dan niet continueren van het project. 7.3 Bestemminasplan Als de Provinciate Planologische Commissie akkoord is wordt het ontwerp bestemmingsplan.door het college vastgesteld en ter inzage gelegd. Uiteraard gebeurt dit alleen als de raad op 15 februari een besluit heeft genomen om het project te continueren. 7.3 Bouwvemunnina Als de PPC positief heeft geadviseerd en een algemene verklaring van geen bezwaar heeft afgegeven voor het bouwplan van de windturbines, zal het college besluiten om een artikel 19 lid 2 procedure op te starten. Dat betekent dat de bouwvergunning verleend zal worden voordat de bestemmingsplanprocedure geheel is afgerond. De bouwvergunning wordt uiteindelijk pas verleend, als de milieuvergunning onherroepelijk is. 7.4 Communicatie Op 10 januari 2005 organiseert de gemeente een informatieavond. Primaire doelgroep voor deze avond zijn de bewoners van Houten. Ook de commissie- en raadsleden zullen worden uitgenodigd naar deze avond te komen. Het thema van de avond is: het windturbinepark 'Veerwagenweg'. Tijdens de avond kunnen inhoudelijk deskundigen van verschillende disciplines antwoord geven over vragen gerelateerd aan de plannen van de gemeente. De gemeente kondigt de avond reeds voor de kerst aan op de gemeentepagina van het Houtens Nieuws en op de website. Direct omwonenden en "insprekers op het voorontwerpbestemmingsplan' worden tevens middels een brief op de hoogte gesteld. De week voor de informatieavond zal een herhalingsbericht geplaatst worden in het Houtens Nieuws. Direct omwonenden krijgen een kopie van de ontwerpmilieuvergunning thuisgestuurd door de gemeente.