Uitwerkingssuggesties ROC-werkboek Ondernemingsplan Inleiding Als inleiding (concept) moet je een keuze maken die realiseerbaar is. Hierbij zal de docent je als coach/adviseur begeleiden, wanneer je je een onhaalbaar project aanhaalt! Bijvoorbeeld: Wanneer je een souvenirwinkel wil beginnen, is het vrijwel onmogelijk een EPO vast te stellen door gebrek aan gegevens. Overleg de volgende onderwerpen met je docent:
je branchekeuze het voor ogen staande winkeltype de gedachte bedieningsvorm de gekozen vestigingsplaats het gekozen winkelgebied.
Af te raden zijn:
vestigingen in toeristencentra (EPO nauwelijks te berekenen) branches waarvan geen HBD-cijfers zijn gemeenten die niet meewerken aan onderzoek stadscentra met waanzinnig hoge huren.
Stap 1 Even voorstellen / Hoofdstuk 1: Ondernemer en het idee blz. 12 Je vermeldt in hoofdstuk 1 van je scriptie gegevens over jezelf en je gekozen branche:
zijn cv zijn gefundeerde branchekeuze de daarbij behorende financiële kengetallen van die branche het perspectief van die branche, in DRIE visies: HBD, bank en zijn eigen visie zijn doelstelling.
Stap 2 Van idee naar concept/ Hoofdstuk 2: Het concept van de onderneming blz. 17 In deze stap gaat het erom dat je de beeldvorming over ‘jouw’ bedrijf vastlegt. In het eerste gedeelte, het Marketingplan, komt steeds terug dat er kwalitatief en kwantitatief onderzoek gedaan moet worden. Je begint eerst aan het kwalitatieve onderzoek, om in later stadium (demografische gegevens en vanaf stap 5) de kwantiteiten daarvan vast te stellen. a - het assortiment van het winkelconcept b - de doelgroep van het winkelconcept Het hoofdstuk 2 ‘Het concept’ bestaat onder andere uit een doelgroeponderzoek in relatie met de uitgekozen branche.
Stap 3 / Hoofdstuk 3: De vestiging blz. 20 a - kwaliteit van de vestigingsplaats, een onderzoek h- de huisvestingkosten j - de vergunningen behorende bij het pand In hoofdstuk 3 werk je je concept uit tot formule: ‘De vestiging’ is er onderzoek naar een pand en lokale omstandigheden, daarbij kan de docent een aanvullende les geven over:
kwaliteit van de vestigingsplaats samenstelling winkelgebied de milieu-instelling van de inwoners de geografische plaats
© Noordhoff Uitgevers bv
de geografische plaats van de concurrentie de bruikbaarheid van het pand de aantrekkingskracht.
De plattegronden kunnen als bijlage of als afbeelding in de scriptie worden ingebracht. Foto's van het pand kunnen later worden ingeplakt op een open gehouden plaats.
Stap 4 / Hoofdstuk 4: De kwaliteit van de vestigingsplaats, onderzoek en analyse blz. 31 - een consumentenonderzoek - primair en het secundair vestigingsgebied - de winkelformule - de retailmix Hoofdstuk 4 concept uitgewerkt naar formule: De vestigingsplaats In eerste instantie gaat het hier om de kwaliteit van de vestigingsplaats: Onderzoek of het idee ter plaatse uitvoerbaar is.
Vestigingsplaatsanalyse op haalbaarheid blz. 35 De kwantiteit voor de vestigingsplaats. Je vult je eigen antwoorden in. Laat je uitwerkingen aan je docent zien voor je met de volgende stappen verder gaat. Dit voorkomt verkeerde berekeningen verder in het project! Als je niet aan toevloeiings- of afvloeiingscijfers kan komen, kan de docent ook een fictief onderzoekje samenstellen en je dit geven. Het gaat er hier per slot alleen om dat je kunt cijferen en de begrippen kent. De volgende thema's kunnen eventueel in een les worden toegelicht:
consumentenbesteding concurrentieonderzoek omzetpotentieel EPO berekening marktaandeel haalbaarheidsanalyse kritische omzet beoordeling plaats omzetbudget
g - potentiële omzet van het verzorgingsgebied h - de kwalitatieve concurrentieanalyse i - de kwantitatieve concurrentieanalyse MKB en GWB j - de eigen potentiële omzet (EPO) k - het marktaandeel van de nieuwe onderneming l - de haalbaarheidsanalyse n - het omzetbudget
Huisvesting We praten nog steeds over je onderneming, alsof je die daadwerkelijk van plan bent te starten. Daarom is het niet perse noodzakelijk dat het vestigingspand ook daadwerkelijk beschikbaar is. Tenaamstelling: Let op dat je een eigen naam voor je zaak hebt, afwijkend van andere studenten. Vergunningen: vaak staan deze op de website van de branche, gemeente of van de KvK. Contracten: Je kunt een rollenspel spelen, waarin je docent aan jou het pand verhuurt. Een blanco
© Noordhoff Uitgevers bv
huurovereenkomst vind je bij Verwijzingen. Hoe kun je de energiekosten voor dit pand berekenen? Huisvestingskosten: de huisvestingskosten vloeien voort uit het huurcontract. Je kunt zelf huurprijzen uit rekenen op basis van de lokale m2-prijs. Huurprijzen kunnen ook door de docent worden verstrekt. Bovenverdiepingen noteren doorgaans 2/3 van de m2 prijs, kelders 1/3 van de m2 prijs. Let op afwijkende prijzen voor magazijnruimte. Huisvestingskosten en energiekosten: Hiervoor heb je inzage nodig in het jaarboek HBD deel 2 of zoek je op het internet. Verder zijn als lesaanbod aan de orde:
het verkrijgen van statistische gegevens; primair/secundair verzorgingsgebied; de winkelformule (op conceptbasis); de retailmix.
De marktinstrumenten In deze stap moet je je docent om een velletje millimeterpapier vragen, om de tekeningen op te maken.
Stap 5 / Hoofdstuk 5: De P van Product blz. 47 Product en Prijs Je moet het assortiment samenstellen waarmee je wil starten:
indeling in hoofd- en subgroepen; de relatie van assortiment en milieu; de relatie van milieu en de WF de productmix.
MIJN consument, MIJN winkelformule b - de assortimentssamenstelling c - relatie hoofdgroepen tot de omzet d – milieu, duurzaamheid en de assortimentskeuze f - de productmix
MIJN assortiment, MIJN verdiensten blz. 51 h - Voorraadhoogte per hoofdgroep i - Omzetsnelheid en omlooptijd j – brutowinst k - het calculatieverschil en de correctie van de winstmarge l - berekening van de verkoopprijs
MIJN assortiment, MIJN verdiensten Je vult hier je eigen antwoorden in. Overleg tijdens deze stap ook weer regelmatig met je docent. Denk tijdens deze stap goed na over je startbedrag voor de voorraad. Een kleine voorraad trekt geen publiek aan, daarnaast duurt het jaren voor je de gemiddelde omzetsnelheid van de branche zal halen.
Stap 6 / Hoofdstuk 6: Inkoop en samenwerking blz. 57 d – Leverancierskrediet e - het inkoopbudget f – samenwerkingsverband g - de kosten van samenwerking
© Noordhoff Uitgevers bv
Stap 7 / Hoofdstuk 7: Presentatie & Promotie blz. 62 Presentatie & Promotie De plattegrond met lay-out moet inzichtelijk zijn:
opstelling soorten inrichting (in en exterieur); winkelbeeld; winkelinrichting; onderhoud.
Ook bij deze stap vul je je eigen antwoorden in, ook hier geldt: overleg tussendoor regelmatig met je docent. a - de winkelinrichting
Zo gaat het er echt uitzien blz. 66 c – inrichtingskosten d – verkoopbevordering e - de promotiemix Indicatie kosten winkelinterieur:
wandstelling voor mode: € 500 per meter; wandstelling met planken: € 1.000 per meter; gondola: € 250-500 per m2; interieurbouwer: € 40-60 per uur; afschrijven.
Hoe kan de consument mij vinden? blz. 72 Uit de P van Promotie moet verkoopbevordering blijken. De promotiekalender voor de opening. g – kosten promotiemateriaal h - Promotiekosten in procenten Ook bij deze stap vul je je eigen antwoorden in. Vraag je docent eventueel uitleg voor de onderdelen:
verkoopbevordering reclamekosten stelpost promotiekosten promotiekosten.
Stap 8 Wie heb ik erbij nodig? blz. 76 Personeel Je moet een personele bezetting, voor zover dat kan, zonder een EPO gemaakt hebben. Het gaat hier dus nog vooral om de kwalitatieve keuzes voor het aannemen van personeel. a - de personele bezetting b - werkplanning c - wie heb ik erbij nodig? f - Personeelskosten Ook in deze stap vul je je eigen antwoorden in.
© Noordhoff Uitgevers bv
De volgende thema's kunnen eventueel in een les worden toegelicht:
personeel arbeidsproductiviteit manuren opvang van de vakantie vrije dagen ziekte introductie planning personeelskosten ziektekosten loonheffingen werkgeversdeel pensioenen scholing conclusie bronvermelding dankwoord inhoudsopgave.
Voorlopige, tussentijdse, conclusie(s) blz. 84 Analyses
Ondernemingsplan deel 2: Financieel plan – BPV - Examenonderdeel 1 blz. 87 Analyses
Stap 9 / Hoofdstuk 9 Financieel plan, de kostenbegroting blz. 89 a t/m i. Autokosten en andere bedrijfskosten j - opstellen kostenbegroting k - budgetbewaking en vergelijking / afschrijven l - budgetvergelijking binnen de branche n - investeringsbegroting Uit je antwoorden moet blijken dat je goed geïnformeerd bent over de bijzondere positie van de autokosten. Leasing, BTW, BPM en bijtelling moeten opgenomen zijn in de opdrachtuitwerking. Je moet bij deze opdracht bovendien een leasecontract of offerte toevoegen.
De hoogte van de assurantieverzekeringen moet niet overdreven worden. Soms zijn er ook risico's, die een startende ondernemer zelf kan dragen. De totale assurantiesom mag niet meer zijn dan een paar duizend euro's.
Verkoopkosten zijn sterk afhankelijk van de branche waarin je werkt.
Verkoopkosten zijn sterk afhankelijk van de branche waarin je werkt.
Duurzame aanschaf moet worden opgenomen bij de investeringen. Kantoorkosten zijn de gebruiksartikelen. Telefoonkosten zijn kosten van gebruik en abonnement. Contract- en aansluitkosten alleen in het startjaar.
© Noordhoff Uitgevers bv
Je moet bekend zijn met het begrip 'stelpost' en 'reservering'. Computersoftware t.b.v. de boekhouding hoort bij de investeringen. Het is verstandig om als startende ondernemer je boekhouding na het eerste jaar te controleren door een accountant. Deze accountant heb je pas na het startjaar nodig, dus de factuur komt pas volgend jaar. Maak een reservering voor deze accountantskosten in de vorm van een stelpost.
De winkeliersvereniging lokt gezamenlijk de consument naar jouw centrum. Min of meer ben je ook moreel verplicht mee te doen aan zo'n vereniging.
Lidmaatschappen hebben ook een morele verplichting. Het lidmaatschap van de winkeliersvereniging is in moderne grote winkelcentra vaak verplichtend opgenomen in het huurcontract. Ook wanneer er geen verplichting is, is het raadzaam collegiaal te zijn en mee te doen in de vereniging.
Inkoopkosten zijn formule- en brancheafhankelijk. Importeren geeft lage inkoopprijzen, maar hoge inkoopkosten. In het buitenland is het gebruikelijk ook verpakkingskosten door te berekenen. In Nederland zijn orders gebruikelijk franco, alleen worden kleine orders belast met kosten. Je moet er vooral op letten dat de BTW in de diverse kostenposten correct wordt doorgevoerd.
Bij eigendom winkelpand 80% van de taxatiewaarde Op inventaris 40% van de aanschafwaarde Op voorraad non-food 50% van de inkoopwaarde Op voorraad food 20% van de inkoopwaarde Op de voertuigen dagwaarde Op borgsommen 100% Op aantoonbare BTW-vordering 100% Met een terugneemgarantie van een samenwerkingsverband 100% van de inkoopwaarde.
j - Opstelling kostenbegroting In deze stap worden de resultaten van alle eerder gemaakte hoofdstukken gesorteerd en onder elkaar gezet. Je moet controleren of:
je nauwkeurig werkt met de sub- en eindtotalen; je geen kosten dubbel invoert (verzekeringen, onderhoud); alle kosten zijn ondergebracht voor een startjaar en een lopend exploitatiejaar.
k - Budgetbewaking en vergelijking Afschrijving op de goederenvoorraad mag jaarlijks plaatsvinden op grond van veroudering, afprijzing of onverkoopbaarheid. Deze afschrijving hoeft niet over meerdere jaren plaats te vinden.
-
© Noordhoff Uitgevers bv
Afschrijving op inventaris in vijf jaar. Op elektronische artikelen twee (telefoons) of drie (computers) jaar. Systeemplafonds en tegelvloeren in tien jaar. Overige vloerbedekking vijf jaar. Bij eerdere vervanging mag versneld worden afgeschreven.
Verbouwingen worden in tien jaar afgeschreven. Schilderwerk vijf jaar. Indien het noodzakelijk is vaker te verbouwen dan eens per tien jaar, mag versneld worden afgeschreven. Winkelpanden zelf schrijven af in dertig jaar, maar kunnen tussentijds worden geherwaardeerd.
Voertuigen schrijven af in acht jaar. Bij eerdere vervanging mag versneld worden afgeschreven.
De budgetbewaking kan ook via de liquiditeitsbegroting (stap 7) lopen. Bewaking van het inkoopbudget zul je hier snel vergeten, omdat je in deze fase met kosten bezig bent. Deze bewaking is vooral belangrijk i.v.m. de omloopsnelheid, financiering en ter voorkoming van afschrijving wegens veroudering. Vooral de hoge auto- en personeelskosten leiden ook tot bewakingswensen. Op huisvestingskosten heeft een ondernemer nauwelijks invloed. Daarnaast is het 'op de kleintjes letten'.
Optimale vergelijking binnen de branche kan alleen plaatsvinden met volledige informatie. Je moet er daarom voor zorgen dat je over exploitatiegegevens van jouw branche beschikt. Vraag je docent naar kopieën van het jaarboek HBD (deel II, exploitatiegegevens). Indien dit jaarboek in de schoolbibliotheek ontbreekt, kun je de summiere gegevens van de website van de Rabobank 'Cijfers & Trends' gebruiken.
Redenen van afwijkingen kunnen komen door hoge afschrijvingen bij de kersverse onderneming. Gemiddelde ondernemingen kunnen ook in eigen panden zitten en in vestigingsplaatsen met lage huren. Belangrijk is dat je let op buitensporige afwijkingen in loon- en autokosten.
h - Investeringsbegroting Het resultaat van deze stap leidt tot het bedrag dat je nodig het om de zaak te starten. Waar het geld vandaan komt is in de volgende stap aan de orde.
Stap 10 Financiering Op compacte wijze wordt in deze stap het financieringsprobleem aangeboden. Een werkelijk startende ondernemer wordt via een bank of accountant ondersteund bij de financieringsaanvraag. Belangrijk voor jou, de MBO-student is dat je constateert dat een eigen zaak beginnen echt wel binnen de mogelijkheden ligt. Financiering Financieringsopstelling Exploitatiebegroting Openingsbalans Liquiditeit Toetsing bedrijfsresultaat Je kan je docent vragen de rentepercentages voor de diverse leenvormen bekend te maken. Dit geeft tijdswinst. Lenen met een solide dekking is goedkoper dan normaal bedrijfskrediet. Gebruikelijk is dat het rentepercentage voor bedrijfskrediet zich ongeveer 2% boven de door de Nederlandse Bank vastgestelde rentevoet beweegt. Ook is het vaststellen van een minimum rente, vanwege het verhoogde risico, niet ongebruikelijk (doorgaans gauw 7% bij starters). In stap 10 maak je een liquiditeitsoverzicht, waarin een aflossingsschema is opgenomen.
Exploitatiebegroting
© Noordhoff Uitgevers bv
Zorg ervoor dat bij deze stap je docent de volgende punten controleert, dit voorkomt dat je na het maken van de exploitatiebegroting dubbele correcties moet maken.
de kostenopstelling; de investeringsbegroting; het financieringsoverzicht; de EPO.
Liquiditeit Je docent beoordeelt deze stap.
Toetsing bedrijfsresultaat Break Even Point-berekening (BEP) Eindbalans solvabiliteit Rentabiliteit Current ratio
Aflossing binnen 5 jaar van een bank en 10 jaar van familie kan reëel geacht worden.
Hoe vroeger in het jaar het BEP ligt, hoe groter de aflossingscapaciteit. Natuurlijk is dit brancheafhankelijk, denk daarbij aan Sinterklaas en Kerst.
Een vergelijking tussen de gevestigde branche en een startende ondernemer gaat altijd krom. Het is aan jou om dat te motiveren.
De solvabiliteit is afhankelijk van het startkapitaal. Te overwegen is het borgstellingkrediet bij de bezittingen te rekenen.
Niet ongebruikelijk is de familielening mee te rekenen bij de rentabiliteit eigen vermogen.
Alle leningen meerekenen, ook familieleningen en borgstellingkrediet.
Ook andere argumenten zoals auto, telefoon, onkostendeclaraties op de zaak spelen hierbij een rol.
Anderhalf of hoger wordt doorgaans als voldoende beschouwd.
Inkomensresultaat en conclusie Conclusie Checklist
Vereiste bijlagen:
berekeningen autokosten; leasecontract of offerte; berekeningen assurantie; berekeningen en motivatie voor kantoor- en communicatiemiddelen;
© Noordhoff Uitgevers bv