Uitvoeringsregels voor zonne-energie gemeente Bladel 2015
11 december 2014 Corsanummer: 14it.02224
Inhoudsopgave: Inhoudsopgave: ............................................................................................................................................... 2 1. Inleiding. ....................................................................................................................................................... 3 2. Soorten zonne-energie. ............................................................................................................................... 3 3. Waarom zijn lokale uitvoeringsregels noodzakelijk? .............................................................................. 4 4. Bestaand beleid. .......................................................................................................................................... 4 Rijksbeleid ...................................................................................................................................................... 4 Energie-akkoord voor duurzame groei ....................................................................................................... 4 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte ...................................................................................................... 4 Provinciaal beleid ........................................................................................................................................... 4 Energietransitie als kans voor innovatie en duurzaamheid ........................................................................ 4 Agenda van Brabant ................................................................................................................................... 5 Structuurvisie 2010 – partiële herziening 2014 .......................................................................................... 5 www.zonnescanbrabant.nl ......................................................................................................................... 5 Regionaal beleid ............................................................................................................................................ 5 Gemeentelijk beleid........................................................................................................................................ 5 Kempen Klimaatvisie .................................................................................................................................. 5 Plattelandsnota ........................................................................................................................................... 6 Raadsprogramma 2014 - 2018 .................................................................................................................. 6 5. Rol Gemeente Bladel. .................................................................................................................................. 6 6. Wetten en regelgeving. ............................................................................................................................... 7 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) .................................................................................. 7 Besluit omgevingsrecht (Bor) ..................................................................................................................... 7 Bouwbesluit ................................................................................................................................................ 8 Monumentenwet ......................................................................................................................................... 8 Vergunningsplicht ....................................................................................................................................... 8 Aandachtspunten........................................................................................................................................ 8 7. Uitvoeringsregels. ....................................................................................................................................... 9 Binnen bebouwde kom................................................................................................................................... 9 Buiten bebouwde kom.................................................................................................................................... 9 8. Zonne-energie en monumenten. .............................................................................................................. 11 9. Zonnepanelen en openbaar groen. .......................................................................................................... 11 Bijlagen: .......................................................................................................................................................... 13 Stroomschema verzoeken zonnepanelen op daken ................................................................................... 13
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 2
1. Inleiding. Bladel heeft hoge duurzaamheidsambities: we streven ernaar om samen met de andere Kempengemeenten in 2025 energieneutraal zijn. Daartoe is in 2009 de Kempen Klimaatvisie vastgesteld. Naast het besparen op energieverbruik is het opwekken van duurzame energie een belangrijk aspect om die opgave te realiseren. Duurzame energiebronnen zijn zon, wind, bodemenergie, waterkracht en biomassa. In deze notitie worden keuzes geformuleerd voor de toepassing van zonne-energie. De zon is een zeer krachtige energiebron. De aarde ontvangt in één uur meer energie van de zon dan wij als mensheid in een jaar verbruiken. Daardoor is zonne-energie een duurzame energiebron met een praktisch onbeperkt potentieel. Zonne-energie kan op twee manieren worden toegepast: stroom of warmte. Dit noemen we zonnestroom en zonnewarmte. Zonnestroom: zonlicht wordt omgezet in elektriciteit voor eigen gebruik of voor levering aan het elektriciteitsnet. Zonnewarmte: zonlicht warmt water op. Dit warme water kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor verwarming of om te douchen. Er worden diverse benamingen gebruikt voor de technieken om zonne-energie op te wekken: zonnecellen, zonnepanelen, zonnestroom, zon-pv, PV of photovoltaïsche zonne-energie. De officiële benaming voor zonnestroomtechnologie is kortweg PV, van het Engelse 'photovoltaic'.
2. Soorten zonne-energie. Zonnestroom Zonnestroom wordt opgewekt door zonnecellen, die tezamen een zonnepaneel vormen. Elke zonnecel is opgebouwd uit flinterdunne laagjes halfgeleidend materiaal waartussen – onder invloed van zonlicht – een spanningsverschil ontstaat. Die elektriciteit is gelijkstroom; de omvormer zet de gelijkstroom om in wisselstroom. De opgewekte elektriciteit kan zo direct in huis worden gebruikt. Als je meer elektriciteit opwekt dan je verbruikt, kun je de overtollige energie terugleveren aan het openbare elektriciteitsnet. Het vermogen van zonnepanelen is bepalend voor opbrengst zonnepanelen. Dit vermogen wordt uitgedrukt in Wp (Wattpeak). Dit heet ook wel het nominale paneelvermogen: dat is het maximale vermogen dat zonnepanelen kunnen leveren, gemeten onder ideale omstandigheden. In Nederland komen deze omstandigheden nauwelijks voor. Daarom wordt hier een correctie toegepast op het Wp vermogen van een zonnepaneel. In de markt van zonnepanelen wordt gerekend met een factor 0,7 tot 0,9. Het meest reëel is een waarde van 0,85. Zo ontstaat een goed beeld hoeveel kilowattuur elektriciteit een zonnepaneel opwekt. 1Wp= 0,85 kWh. Dus: 1000 wattpiek (Wp) vermogen zonnepaneel levert in Nederland circa 850 kilowattuur (kWh) stroom. Leveranciers van zonnepanelen vermelden bij hun producten altijd het nominale vermogen (Wp) en de verwachte opbrengst (kWh). Er zijn verschillende soorten zonnepanelen op de markt. De soort zonnepaneel wordt bepaald door het materiaal waarvan de zonnecellen zijn gemaakt. Bijna allemaal zijn ze gebaseerd op het halfgeleidermateriaal silicium. De panelen zijn anders gemaakt en er is een duidelijk verschil in uiterlijk. Monokristallijn zonnepaneel: De zonnecellen in een monokristallijn zonnepaneel bestaan uit één kristal. De oppervlakte van monokristallijne zonnecellen is egaal zwart en heeft geordende elektroden. Polykristallijn zonnepaneel: De zonnecellen in een polykristallijn zonnepaneel bestaan uit een meerdere grove kristallen. Een polykristallijne zonnecel vertoont een soort gebroken schervenpatroon. Amorf zonnepaneel: Amorf silicium wordt gebruikt in het dunne-film zonnepaneel. Omdat amorfe zonnepanelen geen kristallen bevatten, zijn ze zeer buigzaam. Zonnewarmte Bij de toepassing zonnewarmte worden zonnecollectoren geplaatst. De collectoren op het dak zijn aangesloten op een buizenstelsel met daarin vloeistof. Het zonlicht verwarmt deze vloeistof en hiermee wordt water verwarmd dat is opgeslagen in een voorraadvat (de zonneboiler) of in het buizenstelsel op een dak. Het verwarmde tapwater kan direct worden gebruikt of worden toegepast om ruimten te verwarmen of als douchewater. Als het water niet warm genoeg is kan het worden naverwarmd.
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 3
3. Waarom zijn lokale uitvoeringsregels noodzakelijk? Op grond van landelijke wetgeving kunnen de meeste vormen van zonne-energie vergunningsvrij worden aangebracht op daken van woningen en overige gebouwen. Een uitzondering hierop is het plaatsen van installaties op monumenten of installaties op de grond. Voor deze toepassingen is een omgevingsvergunning noodzakelijk. Zonne-energie wordt steeds vaker toegepast, waardoor het ruimtegebruik voor deze installaties toeneemt. Uitgaande van verschillende toepassingen geeft deze notitie uitvoeringsregels aan voor het plaatsen van installaties. De toepassingsmogelijkheden lopen uiteen van het plaatsen van installaties op dakvlakken en gevels en tot het aanleggen van zonneweiden en sunflowers of zonnebomen. Installaties kunnen ook worden geïntegreerd in gemalen, verlichting, gemalen en andere infrastructurele kunstwerken. De volgende belangen moeten naast elkaar worden afgewogen: - duurzaamheid (energie maar ook ruimtegebruik); - economische ontwikkeling; - ruimtelijke kwaliteit; - beheersbaarheid; - financiële haalbaarheid; - leefbaarheid; - milieueffecten. Soms is vrijstelling van het bestemmingsplan wenselijk of is een planherziening noodzakelijk. Deze uitvoeringsregels geven aan in welke situatie medewerking kan worden verleend aan de plaatsing van installaties voor zonne-energie.
4. Bestaand beleid. Rijksbeleid Energie-akkoord voor duurzame groei In september 2013 is het Energieakkoord voor duurzame groei getekend door ruim 40 partijen in Nederland die actief zijn op het terrein van energiebesparing en duurzame energieopwekking. De partijen leggen hierin de basis voor een breed gedragen, robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid. Energiebesparing in de gebouwde omgeving is een belangrijk onderdeel van het Energieakkoord. In de gebouwde omgeving zijn er namelijk kansen om te komen tot aanzienlijke energiebesparing. Het uitgangspunt in het Energieakkoord is dat burgers en bedrijven zelf hun verantwoordelijkheid nemen voor investeringen in energiebesparende maatregelen. De rol van de Rijksoverheid is om waar nodig te faciliteren en te stimuleren en beperkende regelgeving aan te pakken.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 vastgesteld. De SVIR geeft een totaalbeeld van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is het kader voor thematische of gebiedsgerichte uitwerkingen van rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. Naast de in de SVIR opgenomen rijksdoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028), wordt in de structuurvisie aangegeven dat het schaarser worden van fossiele brandstoffen, CO2uitstoot, geopolitieke verhoudingen en een gelijktijdige verdere groei van de energievraag het noodzakelijk maakt om de aanwezige capaciteit aan energie op Europese schaal beter te benutten. Ruimte moet worden gegeven aan de transitie naar andere energiebronnen (wind, zon, biomassa, bodemenergie, geothermie) in combinatie met het werken aan energiebesparing en energierecycling.
Provinciaal beleid Energietransitie als kans voor innovatie en duurzaamheid In 2010 is de Energieagenda van Noord-Brabant 2010-2020 vastgesteld. Deze agenda vormt het kader voor het energiebeleid van de provincie Noord-Brabant tot en met 2020. Het perspectief van het energiebeleid is gericht op langetermijndoelen waarbij de duurzame energietransitie kansen voor de Brabanders en de provincie oplevert.
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 4
Agenda van Brabant De provincie pakt het thema ‘duurzame energie’ c.q. ‘energietransitie’ op door middel van haar kerntaken ‘ruimtelijke ontwikkeling en inrichting’ en ‘regionaal economisch beleid’. Het anticiperen op de uitdagingen die de klimaatverandering en het daarmee verbonden energievraagstuk stelt, staat in de Agenda van Brabant centraal. Kennis, innovatie, clustervorming en vergroening van de economie komen samen. Daarnaast speelt de provincie via regulier ruimtelijk beleid in op het energievraagstuk, bijvoorbeeld door tijdig te voorzien in ruimtereserveringen.
Structuurvisie 2010 – partiële herziening 2014 De provincie Noord-Brabant beschrijft in de structuurvisie de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid tot 2025. De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie en een ruimtelijke vertaling van de opgaven en doelen uit de Agenda van Brabant. De provincie wil bijdragen aan de ontwikkeling en opwekking van duurzame energie, zoals uit wind, zon, bodem, biomassa-, (co)vergisting en geothermie. De provincie stimuleert de toepassing van zonne-energie op bebouwing. Denk daarbij aan bedrijventerreinen en op agrarische bebouwing (stimuleringsregeling voor stallen: asbest eraf zon-pv erop). Daarnaast ziet de provincie mogelijkheden om panelen te plaatsen op braakliggende (bedrijven)terreinen.
www.zonnescanbrabant.nl De provincie stelt deze online tool beschikbaar om inwoners te motiveren over te stappen op zonne-energie. Om wateroverlast en overstromingen te voorkomen is de hoogte van de provincie nauwkeurig in kaart gebracht met lasermetingen uit vliegtuigen. Deze gegevens worden nu voor de Zonnescan Brabant gebruikt om de helling en richting van de Brabantse daken te bepalen en de schaduw van gebouwen en bomen te modelleren. Zo maakt de Zonnescan een inschatting over hoeveel zonnepanelen op een dak passen en hoeveel elektriciteit deze kunnen opwekken. Op de digitale kaart kan per adres informatie ingewonnen worden over de hoeveelheid energie die opgewekt kan worden op het dak, over de kosten van zonnepanelen en hoeveel geld bespaard wordt op de energierekening. Inwoners van Brabant krijgen snel een indicatie of zonnepanelen interessant voor hen zijn.
Regionaal beleid Na het opheffen van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven is een nieuwe samenwerking ontstaan om enkele taken op het gebied van duurzame energie regionaal op te pakken; de Metropool Regio Eindhoven. De gemeente Bladel is aangesloten bij het regionale Energieakkoord: kansen voor Zuidoost Brabant. Met deze intergemeentelijke samenwerking wordt aanspraak gemaakt op financiële middelen uit het Ondersteuningsprogramma VNG 2014 – 2016. Deze middelen worden met name ingezet om de energiecoöperaties te ondersteunen.
Gemeentelijk beleid Kempen Klimaatvisie De gemeenteraden van de vijf Kempengemeenten stelden deze visie vast in 2009. Dit document legt de ambitie vast dat de Kempengemeenten in 2025 energieneutraal zijn. Het beleid is gericht op energiebesparing en de toepassing van duurzame energie conform de trias Energetica. Trias energetica: Energie drie stappenplan naar een lagere milieu-impact. bv. isolatie, energiezuinige verlichting, …
bv. zonneboiler, windmolens, warmtepomp, zonnepanelen, … bv. hoogrendementsketel, …
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 5
De energiebeleidscoördinatoren van de Kempengemeenten werken samen aan het realiseren van de vastgestelde doelen. Per jaar worden de concrete acties van de gemeente Bladel vastgelegd in het Milieuuitvoeringsprogramma.
Plattelandsnota In de op 28 maart 2013 vastgestelde plattelandsnota is vastgelegd dat bij ontwikkelingen in het buitengebied een duurzame invulling voorop staat. Zowel bij de inrichting van de openbare ruimte, de energievoorziening van de bedrijven en de bebouwing is duurzaamheid het uitgangspunt. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de GPR convenant (duurzame bouw) en de C2C initiatieven (cradle tot cradle) van het SRE en Brainport. Burgers en ondernemers zijn bewust actief op het gebied van energiebesparing, afvalreductie en klimaatbeheersing. Bij nieuwe initiatieven worden kansen tot het opwekken van duurzame energie benut en gefaciliteerd. In het bestemmingsplan worden mogelijkheden opgenomen voor realisatie van deze duurzame maatregelen door extra ontwikkelmogelijkheden te bieden ter realisatie van duurzame initiatieven als deze onverhoopt niet passen binnen de mogelijkheden van het plan.
Raadsprogramma 2014 - 2018 Ook het nieuwe raadsprogramma bevestigt de noodzaak om bewust om te gaan met energie, afval en het klimaat. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld en streeft naar het behalen van de doelstelling uit de Kempen Klimaatvisie om in 2025 energieneutraal te zijn. Om dit doel te bereiken worden in het uitvoeringsprogramma behorende bij het milieubeleidsplan maatregelen opgenomen voor het realiseren van mogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie en het uitvoeren van activiteiten op het gebied van energiebesparing. Het scheppen van duidelijkheid voor het verlenen van medewerking aan zonne-energie in afwijking van het geldende bestemmingsplan draagt hieraan bij.
5. Rol Gemeente Bladel. Informeren De gemeente communiceert actief dat binnen bepaalde randvoorwaarden medewerking wordt verleend aan initiatieven met betrekking tot de opwekking van duurzame energie met zonnepanelen. Dit gebeurt voornamelijk via de gemeentelijke website en in huis-aan-huisbladen. Daarnaast worden initiatiefnemers adequaat geïnformeerd over vergunningen en procedures en indien mogelijk worden initiatieven met elkaar verbonden. Draagvlak creëren Participatie en draagvlak zijn essentieel bij de realisatie van de duurzaamheidsambities. Als burgers en bedrijven de noodzaak niet inzien om zonne-energie toe te passen, kan de gemeente medewerking niet afdwingen. Burgers, bedrijven, instellingen, corporaties en belangengroeperingen zijn belangrijke partners om de gemeentelijke doelstellingen te realiseren. Door het stellen van heldere uitvoeringsregels worden meer partijen gestimuleerd en gemotiveerd om zonne-energie toe te passen. Op die manier wordt gewerkt aan de doelstelling tot energieneutraliteit. Toetsen Op basis van het afwegingskader beoordeelt de gemeente initiatieven voor het opwekken van duurzame energie. Indien voor het plaatsen van één of meerdere zonnepanelen een omgevingsvergunning noodzakelijk is (bijvoorbeeld op een monument) of het bestemmingsplan moet worden aangepast, dan wordt de aanvrager gewezen op de juiste procedures en benodigde documenten voor de aanvraag. Deze uitvoeringsregels beschrijven wanneer medewerking kan worden verleend aan een omgevingsvergunning in afwijking van de regels van het bestemmingsplan. Stimuleren zonne-energie in particuliere woningvoorraad Op 12 december 2013 heeft de gemeente Bladel de Subsidieverordening duurzame energie voor particulieren vastgesteld voor het aanbrengen van duurzame maatregelen in de bestaande woningbouw. Deze maatregelen zijn gericht op een afname van het energiegebruik door het aanbrengen van gevelisolatie, vloerisolatie, dakisolatie en isolerende beglazing. Ook komen maatregelen die duurzame energie opwekken voor subsidie in aanmerkingen: pv-cellen (zonnepanelen), zonneboiler en warmtepomp. Deze verordening is in werking getreden op 1 januari 2014 en eindigt op 31 december 2015 of zoveel eerder als het door de raad beschikbaar gestelde subsidiebedrag bereikt is. Op 1 januari 2014 heeft de gemeenteraad € 100.000,00 beschikbaar gesteld en op 26 juni 2014 nog eens € 100.000,00 (in totaal € 200.000,00). Stimuleren zonne-energie bij woningcorporaties
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 6
Doordat woningcorporaties veel vastgoed bezitten is het potentieel voor zonne-energie bij woningcorporaties enorm. De gemeente vraagt aan de woningstichtingen of zij de realisatie van zonnepanelen als pakket wil aanbieden bij grootschalig onderhoud van huurwoningen. Door plaatsing van de zonnepanelen onderdeel te maken van het reguliere proces van groot onderhoud, raakt het geleidelijk ingebed in de dagelijkse wijze van werken binnen de woningcorporaties. Bij deze ontwikkeling spelen de volgende twee factoren een rol: - Bij een huurwoning is voor huurverhoging toestemming nodig van de huurder. Het (veelvuldig) informeren van huurders over de voordelen van zonnepanelen is erg belangrijk. Het thema zonneenergie als onderwerp bij het maken van een onderhoudsplan van de woning wordt ingebed. - De woonlastenwaarborg. Uitgangspunt van de woonlastenwaarborg is dat het treffen van energiebesparende maatregelen in woningen mag leiden tot een redelijke huurverhoging, maar dat deze huurverhoging lager is dan de besparing op de energierekening waardoor de woonlasten niet toenemen. Indien een huurder zelf een zonnestroominstallatie wil plaatsen op zijn huurwoning, dan is daarvoor toestemming nodig van de verhuurder. Stimuleren toepassingsmogelijkheden zonne-energie bij nieuwbouwlocaties: Bij het ontwikkelen van nieuwe woonwijken of individuele verkaveling kan rekening gehouden worden met de oriëntatie van de nieuwe bebouwing. Door het grootste dakvlak te richten op de zon en rekening te houden met de groene inpassing van de wijk/straat wordt het rendement van te plaatsen zonnepanelen vergroot. Voorbeeldfunctie Bij nieuwbouw van gemeentelijke gebouwen wordt naast de wettelijke eisen ook gekeken naar aanvullende mogelijkheden om energieverbruik terug te dringen en duurzame energie op te wekken. In het onderhoudsprogramma van de bestaande gemeentelijke gebouwen geldt het uitgangspunt dat bij het reguliere onderhoud van gebouwen maatregelen worden getroffen tot energiebesparing. Op grond van de beschikbare middelen in de gemeentelijke begroting is het niet mogelijk om aanvullend hierop op bestaande gemeentelijke gebouwen zonne-energie-installaties te plaatsen. In 2014 – 2015 wordt een scan gemaakt waarin de mogelijkheden voor energiebesparing en toepassingsmogelijkheden voor opwekking van duurzame energie nogmaals worden onderzocht. In 2008 is een nulmeting gedaan van het energieverbruik van de bestaande gebouwen. Stimuleren toepassingsmogelijkheden zonne-energie bij bedrijven. Het activiteitenbesluit milieubeheer bepaalt (in artikel 2.15) dat bedrijven verplicht zijn om energiebesparende maatregelen te nemen die een terugverdientijd kennen van vijf jaar of minder of energiebesparende maatregelen nemen die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15%. Het toepassen van zonne-energie kan bijdragen aan de doestelling tot energiebesparing. De terugverdientermijn is een te nemen obstakel.
6. Wetten en regelgeving. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. De Wabo organiseert de belangrijkste consequenties voor de gemeentelijke uitvoeringspraktijk ten aanzien van de Wet ruimtelijke ordening (WRO) en de Woningwet. Een aantal aspecten van de Wabo is nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur, waaronder een AMvB Besluit omgevingsrecht (Bor) en een AMvB Bouwbesluit. In het Bor en het Bouwbesluit wordt uitgewerkt wat de wettelijke randvoorwaarden zijn voor de plaatsing van zonnepanelen.
Besluit omgevingsrecht (Bor) In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is het plaatsen van een zonnepaneel of zonnecollector vergunningsvrij, indien deze geplaatst wordt op een dak. De collector of het paneel moet verder een geheel vormen met de installatie voor het opslaan van water of van elektriciteit. Zonnepanelen zijn opgenomen in artikel 2, onderdeel 6 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en zijn uitgezonderd van de verplichting om omgevingsvergunning aan te vragen indien voldaan wordt aan de in het Bor genoemde randvoorwaarden.
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 7
Bouwbesluit In het Bouwbesluit zijn de technische bouwvoorschriften opgenomen uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu bij nieuwbouw. De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) geeft een grenswaarde aan op het gebied van energiezuinigheid van een gebouw aan.
Monumentenwet In de Monumentenwet staan regels ter bescherming van monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten. Deze regelgeving voorkomt dat monumenten worden gesloopt, verstoord of gewijzigd of dat deze worden gebruikt op een wijze die de monumentale waarde aantast.
Vergunningsplicht Een omgevingsvergunning dient te worden aangevraagd indien een zonnepaneel of zonnecollector wordt geplaatst op: 1. Monumenten; 2. Gebouwen in een beschermd stads- en dorpsgezicht (in de gemeente Bladel niet van toepassing); 3. Andere bouwdelen dan het dak; 4. Terreinen.
Aandachtspunten Naast wettelijke voorschriften is het verstandig om bij het plaatsen van een installatie rekening te houden met de volgende aandachtspunten: - Is de constructie voldoende sterk? - Wordt voldaan aan de regels uit het Bouwbesluit? - Worden hinderfactoren (bijvoorbeeld schittering) voorkomen? - Wordt voldoende rekening gehouden met het bestaande (openbare) groen?
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 8
7. Uitvoeringsregels. Gelet op de gemeentelijke ambitie om in 2025 energieneutraal te zijn, is het noodzakelijk om aan te geven wanneer medewerking wordt verleend aan het realiseren van duurzame energievoorzieningen. Onderstaande uitvoeringsregels geven aan, wanneer medewerking verleend kan worden aan het plaatsen van installaties voor zonne-energie. Soms is daarvoor een omgevingsvergunning noodzakelijk in afwijking van het geldende bestemmingsplan.
Binnen bebouwde kom Het plaatsen van zonnepanelen binnen bebouwd gebied is wettelijk vastgelegd. Voor het plaatsen van zonnepanelen op schuine en platte daken van bestaande gebouwen is in het algemeen geen vergunning nodig. Wanneer het gaat om beschermde stads- of dorpsgezichten of om monumentale panden is wel een omgevingsvergunning nodig. In de gemeente Bladel zijn geen beschermde stads- of dorpsgezichten aangewezen. Op monumentale panden gelden de redelijke eisen van welstand. Zonnepanelen op daken: - Landelijke regelgeving geldt; - Geen noodzaak tot het opstellen van aanvullende regelgeving; - Een omgevingsvergunning is alleen verplicht bij plaatsing van zonnepanelen op een monumentaal gebouw of perceel waarop een monumentale waarde ligt. Zonnepanelen die niet op daken worden geplaatst (op de grond of op gevels): - Installaties worden aangemerkt als bouwwerken geen gebouw zijnde; - Het bestemmingsplan bepaalt de maximale hoogte voor bouwwerken geen gebouw zijnde; - Er kan gebruik worden gemaakt van de beleidsregels artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2 van de Wabo gemeente Bladel 2011, waardoor medewerking mogelijk is tot een maximale hoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 50 m²; - Een omgevingsvergunning wordt verleend indien aan bovenstaande maatvoering wordt voldaan. Zonnebomen en sunflowers - Zonnepanelen worden gegroepeerd geplaatst op een paal; - Gelet op de hoogte van het bouwwerk kan het noodzakelijk zijn het bestemmingsplan ter plaatse aan te passen of gebruik te maken van de beleidsregels uit de Wabo: a. via een bestemmingsplanwijziging kan medewerking verleend tot een maximum bouwhoogte tot 12 meter; b. met toepassing van de beleidsregels artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2 van de Wabo gemeente Bladel 2011 is medewerking mogelijk tot een maximale hoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 50 m²; - Sunflowers zijn passend op parkeerterreinen, in parken, op bedrijventerreinen en langs hoofdontsluitingsroutes; - Een omgevingsvergunning wordt verleend indien aan bovenstaande maatvoering wordt voldaan.
Buiten bebouwde kom Ook voor het buitengebied geldt dat het plaatsen van zonnepanelen buiten de bebouwde kom wettelijk is vastgelegd. Voor het opwekken van energie worden bij voorkeur bestaande daken benut. Indien er te weinig ruimte op het dak is, kan de grond binnen het bestaande bouwvlak worden benut. Wanneer binnen het bouwvlak onvoldoende capaciteit te realiseren is, is het noodzakelijk om het bestemmingsplan aan te passen. Landschappelijke inpassing is vereist wanneer zonnepanelen worden geplaatst buiten het bouwvlak. Voor bedrijven en particulieren kan het interessant zijn zonnepanelen aan te schaffen om te kunnen voorzien in de eigen energiebehoefte. De aanvrager onderbouwt zelf zijn behoefte. Er wordt een maximum maat opgenomen van 500 m² bij particulieren en 5.000 m² voor bedrijven voor eigen gebruik en teruglevering. Zonnepanelen binnen bouwvlakken van bedrijven in het buitengebied - Een omgevingsvergunning is niet verplicht voor het plaatsen van zonnepanelen op daken, met uitzondering van daken van monumentale gebouwen; - Een omgevingsvergunning wordt verleend voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond tot een hoogte van 3 meter; Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 9
-
Een omgevingsvergunning wordt verleend voor het plaatsen van sunflowers of zonnebomen binnen het bouwvlak; gelet op de hoogte van het bouwwerk kan het noodzakelijk zijn het bestemmingsplan ter plaatse aan te passen of gebruik te maken van de beleidsregels uit de Wabo: a. voor de meeste bedrijven geldt dat op grond van het geldende bestemmingsplan direct een omgevingsvergunning kan worden afgegeven tot een maximum bouwhoogte tot 12 meter; b. voor de bedrijven met de bestemming Recreatie A of Recreatie D kan via een bestemmingsplanwijziging kan medewerking verleend tot een maximum bouwhoogte tot 12 meter; c. maximaal 50 m².
Zonnepanelen bij woningen in het buitengebied - Een omgevingsvergunning is niet verplicht voor het plaatsen van zonnepanelen op daken, met uitzondering van daken van monumentale gebouwen; - Een omgevingsvergunning wordt verleend voor het plaatsen van zonnepanelen binnen het bouwvlak op de grond tot een hoogte van 3 meter; - Wanneer het bestaande bouwvlak onvoldoende ruimte biedt voor het plaatsen van zonnepanelen, kan een onderbouwde aanvraag tot herziening van het bestemmingsplan worden ingediend voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond van een perceel met een maximum oppervlakte van 500 m² direct aansluitend aan het bestaande bouwvlak. Er wordt geen medewerking verleend indien op het aangrenzende perceel een landschappelijk waardevolle bestemming ligt. Zonne-energieparken Een nieuwe ontwikkeling is de bouw van een zonne-energiepark. Onder een zonne-energiepark wordt verstaan een perceel grond waarop meer dan 5.000 m² zonnepanelen worden gebouwd. Het is gericht op de opwekking van duurzame energie voor levering aan een energienetwerk of voor gebruik op een bedrijf. Het geldende bestemmingsplan biedt hiervoor op dit moment geen bouwmogelijkheden. Over het algemeen leidt een zonne-energiepark niet tot een significante verslechtering van de milieuaspecten geluid, geur, bodemkwaliteit, stofuitstoot, gevaarzetting, lichthinder en luchtkwaliteit. De verkeersaantrekkende werking blijft beperkt tot beheer en onderhoud. Een zonne-energiepark is geen risicovol object of inrichting volgens het Besluit externe veiligheid. De praktijk laat verder zien dat multifunctioneel ruimtegebruik mogelijk is. Bijvoorbeeld door de zonnepanelen zo te plaatsen dat een weiland nog steeds agrarisch gebruikt kan worden (begrazing door schapen) of geïntegreerd in een kunstwerk. Bij zonne-energieparken worden zonnepanelen geplaatst onder een hoek van ongeveer 35° en een hoogte tot 1,5 meter. Soms worden panelen hoger geplaatst voor een beter rendement. Het is ongewenst om gebieden met landschappelijk waarden aan te tasten, daarom wordt in principe alleen medewerking verleend aan zonne-energieparken op gronden met de bestemming agrarisch. Medewerking aan een zonne-energiepark via wijziging van het bestemmingsplan is mogelijk mits: - Het energie-park wordt aangelegd op een perceel met de bestemming agrarisch; - Een omgevingsvergunning wordt verleend voor het plaatsen van zonnepanelen op de grond tot een hoogte van 3 meter; - Er een goede landschappelijke inpassing gewaarborgd is. Het wijzigen van het bestemmingsplan buitengebied is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Wanneer aan bovenstaande drie voorwaarden wordt voldaan stelt het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad voor om medewerking te verlenen aan de wijziging van het bestemmingsplan buitengebied. Zonnebomen en sunflowers - Zonnepanelen worden gegroepeerd geplaatst op een paal; - Sunflowers zijn passend op parkeerterreinen, langs hoofdontsluitingsroutes, binnen bouwvlakken van bedrijven en op (sport- en recreatie)parken; - Een omgevingsvergunning wordt verleend voor het plaatsen van sunflowers of zonnebomen binnen het bouwvlak; gelet op de hoogte van het bouwwerk kan het noodzakelijk zijn het bestemmingsplan ter plaatse aan te passen of gebruik te maken van de beleidsregels uit de Wabo: a. voor de meeste bedrijven geldt dat op grond van het geldende bestemmingsplan direct een omgevingsvergunning kan worden afgegeven tot een maximum bouwhoogte tot 12 meter; b. voor de bedrijven met de bestemming Recreatie A of Recreatie D kan via een bestemmingsplanwijziging kan medewerking verleend tot een maximum bouwhoogte tot 12 meter; c. voor de bedrijven met de bestemming Recreatie A of Recreatie D kan met toepassing van de beleidsregels artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 2 van de Wabo gemeente Bladel 2011 is medewerking mogelijk tot een maximale hoogte van 10 m en een oppervlakte van maximaal 50 m².
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 10
8. Zonne-energie en monumenten. Zonnecollectoren en monumenten lijken niet echt voor elkaar geschapen. De contrastwerking van het materiaal, de technische uitstraling en het spiegelende glasvlak kunnen de uitstraling van een monument aantasten. Dat is vanuit een standpunt van behoud van erfgoedwaarden heel begrijpelijk, maar bezien vanuit het perspectief van een integraal duurzaam beleid steeds moeilijker uit te leggen. Op grond van de afweging van voor- en nadelen van zonnecollectoren op monumenten zijn condities opgesteld waarbinnen toepassing van zonne-energie ook haalbaar is bij monumenten. In elk geval staat vast dat het plaatsen van zonnepanelen op een monument vergunningplichtig is in het kader van de Wabo en de Monumentenwet. Voor het plaatsen van zonnepanelen op monumenten gelden aanvullende voorwaarden: - Het zonnepaneel moet worden geplaatst op een onderdeel van het monument dat geen monumentale waarde heeft (voorwaarde is opgenomen in artikel 4a lid 1 van bijlage II van het Bor); - De Welstandcommissie adviseert over de plaatsing van het zonnepaneel; - De kleur van de panelen en collectoren is zoveel mogelijk overeenkomstig het achterliggende dakvlak; - De randen van de panelen moeten in dezelfde kleur worden uitgevoerd als de panelen zelf teneinde een zo rustig mogelijk beeld te krijgen; - Op een schuin dak moeten zonnepanelen geheel binnen het dakvlak en onder dezelfde hellingshoek van het dakvlak worden geplaatst; - Op een plat dak moeten zonnepanelen en/of -collectoren binnen een hoek van 15 graden t.o.v. het dak liggen, met een minimale afstand tot de dakrand van 1 meter; - Zonnepanelen moeten in een regelmatig patroon te worden geplaatst, bij voorkeur aaneengesloten en een rechthoek vormend; - Het aantal zonnepanelen op het dak moet ondergeschikt zijn aan het totale dakvlak en de plaatsing van de bekabeling op de gevel mag geen storend effect geven (oordeel Welstandscommissie); - Bij voorkeur wordt het zonnepaneel geplaatst op een achterdak waarvan het dakvlak niet naar de openbare weg is gekeerd; - De ingreep moet omkeerbaar zijn en regulier onderhoud niet in de weg staan; - Alternatieve monumentbesparende oplossingen zijn vooraf onderzocht; - De bestaande dakconstructie moet de installatie in zijn geheel kunnen dragen zonder versterkingen. Het bestaande dak moet zich in technisch goede staat bevinden; - Geen zonnecollectoren toepassen in het bovendakvlak van een mansardekap (Franse kap); - Eventuele wijzigingen van de kap moeten minimaal zijn en worden op de plantekening van de omgevingsvergunning aangegeven. Dit betreft ondermeer: constructieonderdelen, leidingdoorvoer en details van afdichting en doorbrekingen dak, opstelplaats overige installaties. De bevestigingspunten van de zonnecollector moeten zoveel mogelijk overeenkomen met de bestaande constructie; - Er moet duidelijkheid zijn over het onderhoud aan de zonnecollector en de kap en de voorziening; - Het type dakbedekking kan naderen eisen stellen: a. dakpannen: uitvoering in principe mogelijk; b. overige dakbedekking: maatwerk in planadvisering noodzakelijk; - Bijzondere decoratieve patronen in de dakbedekking mogen niet doorbroken worden; - De gehele installatie wordt door een erkend installateur of aannemer aangebracht die bekend is met behoud van monumentale elementen.
9. Zonnepanelen en openbaar groen. Bij het plaatsen van zonnepanelen streeft de eigenaar naar een zo hoog mogelijke energieopbrengst. Soms zorgen bomen voor schaduwwerking, waardoor het rendement van de zonnepanelen afneemt. Het aantal verzoeken tot het snoeien of kappen van bomen in de openbare ruimte neemt daardoor mogelijk toe. De gemeente hanteert het uitgangspunt dat de aanwezigheid van zonnepanelen of de wens tot plaatsing van deze voorziening geen reden is voor de kap van vitale bomen. Bladel profileert zich als een “groene” gemeente, waarbij bomen waardevol zijn. Bladel streeft naar het behoud van het bomenbestand binnen en buiten de bebouwde kom. Een verzoek tot medewerking aan het kappen van bomen in de openbare ruimte om het rendement van zonnepanelen te verhogen bij particulieren of ondernemers, staat haaks op de gemeentelijke doelstelling. Hieraan wordt geen medewerking verleend. Bij het plaatsen van zonnepanelen moet de eigenaar rekening houden met de locatie, de ruimte, de situering en eventuele obstakels die kunnen zorgen voor schaduwwerking. Ook moet men rekening houden met de aanwezigheid van bomen en met het feit dat deze groeien. Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 11
Verzoeken om tot kap van gemeentelijke bomen over te gaan of verzoeken tot het verstrekken van een omgevingsvergunning voor het kappen van bomen op particuliere terreinen waarbij het motief tot kap uitsluitend ligt bij een lagere energieopbrengst van zonnepanelen worden niet gehonoreerd. Anderzijds houdt de gemeente bij de aanplant van nieuwe bomen rekening met bestaande zonnepanelen.
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 12
Bijlagen: Stroomschema verzoeken zonnepanelen op daken
Uitvoeringsregels zonne-energie gemeente Bladel 2015
Pagina 13