Het oog van Zeus
Eerste druk, 2014 © 2014 Tiberius Black Foto: www.Canstockphoto.nl Corrector: Dick Boersma, Gerard Kriek Website Tiberius Black: Kees Jongbloed Ontwerp logo Tiberius Black: Marc Bisschops isbn: nur:
9789048434152 336
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Alle karakters uit dit boek zijn fictie. Elke overeenkomst met bestaande personen, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten berust op louter toeval en verhouden zich op geen enkele manier met de werkelijkheid van bestaande personen, gebeurtenissen, plaatsen of entiteiten.” Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Tiberius Black
het oog van zeus
Voorwoord
“If you eliminate all possibilities, whatever remains, however improbable, must be the truth” Sir Arthur Conan Doyle (1859-1930)
Voor een ieder die bereid is, zonder vooroordeel, voor alles in de wereld open te staan, geen oordeel velt dat gestaafd is op ideologieën van anderen, wordt afgedaan als onmogelijk of omdat het niet in de hedendaagse denkwijzen past, is dit avontuur een spannend en entertainend verhaal. Tiberius Black
5
1. De euforie was groot. Na negen maanden rondvaren op de Aegeïsche zee hadden ze eindelijk een aanwijzing gevonden. Eigenlijk was het zo logisch dat Efros zichzelf wel voor zijn hoofd kon slaan dat hij hier niet eerder aan had gedacht. De gedachten dat hij zijn geldschieter nu kon overtuigen van zijn gelijk, maakte zijn stemming nog vrolijker. De hele financiering van de operatie werd weliswaar door een groot internationaal farmaceutisch bedrijf betaald, maar de gedachte dat het project een grote mislukking had kunnen worden, zou zijn geloofwaardigheid behoorlijk hebben geschaad en de kans op kredieten voor mogelijke toekomstige onderzoeken behoorlijk hebben verkleind. Nu konden zij niet meer om hem heen en zouden zijn beweringen serieus genomen moeten worden. “Dimitri? Kan je mijn vrouw bellen? Zeg Leila dat ik het gevonden heb! Morgen halen we de eerste van de bodem!” “Waarom bel je haar zelf niet?” vroeg Dimitri. “Omdat ik dan waarschijnlijk de hele nacht met haar in gesprek ben en dan ben ik niet fit genoeg om morgen te gaan duiken!” “Ja, ja!” lachte Dimitri. “Je hebt haar al te vaak gezegd dat je het gevonden had en bent gewoon bang dat ze je niet meer gelooft en dan mag ik het vuile werk doen!” “Dat ook! Maar zeg haar maar dat ze over twee dagen aan boord moet komen. Dan kan ze het zelf zien!” De afgelopen maanden waren zwaar geweest voor Efros. Hij was net getrouwd en had zijn kotter, de Anisakis Marina, net gekocht toen de economie instortte. Alles werd duurder en hij kon zijn rustige vissersbestaan vergeten. Gelukkig had hij van zijn oom de oude verhalen gehoord, zoals iedere kleine Griekse jongen deze verhalen te horen kreeg, over een Griekse Armada van schepen die vanuit Egypte handel dreven met Athene. De handel floreerde en de rijkdom van 7
de Grieken nam toe. Steeds mooiere objecten werden tussen de twee landen verhandeld. Was het ooit begonnen met zout en specerijen, uiteindelijk werden kleding en zelfs boeken met alle kennis uit het Verre Oosten vanuit Alexandrië naar Athene verscheept. Volgens de overlevering stond in deze boeken alle wijsheid die Egypte had verzameld. Van astronomie tot medische wetenschap, zoals het gebruik van kruiden die allerlei ziekten konden genezen. Nu waren ‘boeken’ misschien een verkeerde omschrijving. Tenslotte waren het meer papyrus-rollen, maar het zou toch veel geld op kunnen leveren, aldus Efros. Genoeg om zijn vrouw en straks ook zijn kinderen te kunnen onderhouden. Al vanaf het moment dat zijn oom hem had verteld dat deze papyrusrollen eigenlijk nooit in Athene waren aangekomen en men ervan uitging dat het schip dat ze vervoerde bij een storm was vergaan, had Efros het plan opgevat om, later als hij groot was, te gaan schatzoeken. Eens zou hij de verloren gegane kennis uit de zee opvissen en in zijn land worden geroemd om zijn ontdekking. Jarenlang had hij al zijn vrije tijd doorgebracht in de grote musea van Griekenland op zoek naar die ene aanwijzing die hem de richting zou wijzen waarin hij moest zoeken. Nu, 25 jaar later, had hij de aanwijzing gevonden op een amfoor die in het nationaal historisch museum van Athene stond tentoongesteld. Dat niemand dat eerder was opgevallen, was hem een raadsel. Hij hield daarentegen ook zijn mond om te voorkomen dat iemand anders met de eer zou gaan strijken. Gelukkig stond de amfoor op een draaiend plateau en kon hij van alle kanten foto’s maken, die hij thuis nader bestudeerde. De tekeningen op de amfoor gaven het relaas weer van een storm en een Egyptisch schip dat in een haven schuilde. De volgende tekening liet zien dat een deel van de lading uit het schip werd gehaald. De laatste tekening toonde mensen in bootjes, kijkend naar een vulkaanuitbarsting. Het leek erop of alle inwoners hun woonplaats in allerijl hadden verlaten en de amforen, met al hun waardevolle goederen, hadden achtergelaten. Gelukkig had Efros vroeger goed opgelet in de 8
geschiedenislessen. Het eiland Thera werd in 1683 voor Christus getroffen door een gigantische vulkaanuitbarsting die groter geweest moest zijn dan die van de Krakatau. Op Thera, het zuidelijkste eiland van de Cycladen en wat nu Santorini heet, is veel as en puimsteen gevonden die deze vulkaanuitbarsting aantoonde, maar er waren nooit skeletten van mensen, zoals bij de uitbarsting van de Vesuvius, gevonden. Dit wees erop dat de inwoners tijdig weg konden komen en dat was ook precies wat Efros had gevonden op de tekeningen van de amfoor. Terwijl hij wist dat meer dan de helft van het eiland bij de explosie van de vulkaan onder water kwam te liggen, bestond er een kans dat de kostbare amforen daar ook onder water konden liggen. Gelukkig voor Efros, kon hij redelijk snel daarna een geldschieter vinden, die wel brood zag in de mogelijkheid om hier met een redelijke kans van slagen, archeologische kunstvoorwerpen met grote historische waarde letterlijk ‘boven water’ te halen. Efros keek over de reling van de Anisakis Marina in het water. Hoewel het water bijna doorzichtig was, was de bodem niet te zien. Maar door de laatste aardbeving van enkele weken geleden was een spoor van restanten van woningen onder water zichtbaar geworden op zijn radar. Het was voor Efros meteen duidelijk dat hier de originele haven voor de kustlijn van Akrotiri lag, voordat de vulkaan zijn verwoestende werk had gedaan. Volgens de gravure op de amfoor was de kade nog vol met goederen toen iedereen een veilig heenkomen zocht, dus het kon niet anders of dit was de plek waar hij moest zoeken. ‘Is het hier niet, dan is het nergens’, dacht Efros. “Efros!” “Wat is er Dimitri?” Dimitri hield zijn hand over de hoorn van de telefoon. “Leila wil je toch even spreken!” “Hoe klinkt ze?” vroeg Efros, bang om weer sermoenen te horen over het niet nemen van verantwoordelijkheid en dat hij nu moest gaan vissen in plaats van waanvoorstellingen na te jagen. “Rustig,” was alles wat Dimitri zei en gaf de marifoon aan Efros. 9
Efros keek gefronst naar de marifoon alsof hij haar stemming daaruit af kon lezen. “Hallo schat.” “Efros. Ik mis je. Wanneer kom je thuis?” “Schat. Ik heb het gevonden.” Efros probeerde zo overtuigend mogelijk te klinken. “Dat heb je nu al zo vaak gezegd. Ondertussen leef ik bij je ouders. Wordt het nu niet eens tijd dat je gaat vissen en geld verdient, zodat wij op ons zelf kunnen wonen? Je vader en moeder zijn heel aardig maar hun huisje is klein en ik voel mij hier ook opgelaten.” “Kom dan naar mij toe, schatje. Ik heb het echt gevonden. De kade van de haven en de oude huizen van Akrotiri liggen letterlijk onder mijn voeten. Ik heb ze op de echo herkend. De laatste aardbeving heeft ze bloot gelegd en morgen ga ik de eerste amforen zoeken. Je kan mij helpen met het schoonmaken van de amforen, voordat we ze aan Globodine verkopen. Je weet wat ze ons beloofd hebben. Daarna kunnen we ons huisje kopen!” Even was het stil aan de andere kant van de lijn. Leila had dit verhaal vaker gehoord, maar deze keer klonk hij overtuigender dan ooit. “Oké, schat. Ik kom naar je toe. Waar lig je nu precies?” “Vier mijl buiten de kust van Akrotiri. Ten zuiden van Nea Kameni Island. Ik ben het enige schip in de omgeving. Het kan niet missen,” sprak Efros verheugd. “Ik mis je schat. Ik ben blij dat je komt. Aan de kade van Akrotiri ligt de Dinghy van Alexandrou. Vraag hem maar jou naar mij te varen. Hij moet toch nog voorraden brengen.” Efros hing op en keek opgelucht Dimitri aan. Hij had Leila toch kunnen overtuigen dat hij niet voor niets al die maanden had gezocht naar dat stukje kostbare geschiedenis van de Griekse cultuur in plaats van het vissen naar sardientjes om brood op de plank te krijgen. “Ik ga naar bed, Dimitri. Wil jij mijn duikflessen checken, zodat wij morgen direct kunnen gaan duiken? Ik wil de eerste amforen boven water hebben voordat Leila hier is!” Dimitri lachte en knikte. Hij was zelf ook zeer enthousiast over de vondst van zijn broer en kon ook niet wachten om te zien wat er op de bodem van de zee lag. 10
De volgende dag stond Efros al zeer vroeg naast zijn bed. De lucht van gebakken eieren uit de kombuis kwamen hem al tegemoet. Hij was niet de enige die de eerste zonnestralen had opgemerkt. Een stevig ontbijt had hij wel nodig. Duiken kost tenslotte veel energie. Terwijl Efros de kombuis binnenliep, zette Dimitri het bord met eieren op de tafel. “De duikspullen liggen gereed op het dek!” “Dank je Dimitri. Zodra we gegeten hebben, gaan we.” Ondanks zijn trek, kon Efros het eten moeilijk door zijn keel krijgen. Na drie happen bedankte hij Dimitri voor het eten en gaf aan, de rest maar even in de koelkast te zetten tot hij terug was. Samen liepen ze naar het achterdek. Efros had nog één keer de sonar gecheckt. Ze lagen perfect boven een scheidingslijn die een kade langs hoekige stenen wanden moest voorstellen. De hoekige wanden konden met wat fantasie worden gezien als blokvormige vergane huizen die hier onder water moesten liggen. In ieder geval was duidelijk dat deze vorm van de stenen niet natuurlijk was. Voor Efros was er geen twijfel mogelijk; dit was waar hij naar had gezocht: de oorspronkelijke haven van Akrotiri. Het duurde niet lang of Efros lag al in het water en begon de afdaling. Hij testte zijn radioapparatuur en dieptemeter. “Dimitri, hoor je mij?” “Ik hoor je prima. Zeg maar wanneer je de bodem hebt bereikt!” “Ik zit nu op dertig meter. Ik zie de bodem al. Zet de zuiger maar vast aan.” Dimitri startte het aggregaat en nog geen minuut later werden de eerste brokken steen van de bodem gezogen. Het zand dwarrelde alle kanten op. Soms werd het zicht voor Efros belemmerd en moest hij even stoppen met het doorwoelen van de bodem van de zee. Enkele nieuwsgierige vissen keken over de schouder van Efros mee wat hij aan het doen was. Het gerommel van de zuigmond over de bodem van de zee veroorzaakte ook vluchtende kleine visjes die weer een gemakkelijke prooi werden voor de grotere vissen die om Efros heen zwommen. Deze ordening van eten of gegeten worden, ging aan Efros volledig voorbij. Hij was gefixeerd op de bodem en de schatten die zich hierin moesten bevinden. 11
Toch was hij voldoende geconcentreerd om de veiligheidsmaatregelen die bij het duiken zo van belang zijn, niet te vergeten. Trouw bracht hij elke tien minuten verslag uit aan Dimitri die dan wist dat alles goed was. “Ja, ik heb er één!” schreeuwde hij ineens uit. Voorzichtig zoog hij de grond rondom de amfoor weg. Langzaam werd een volledig intacte vaas zichtbaar. Het weinige zonlicht dat op deze diepte nog doordrong, bleek voldoende om te zien dat zelfs de tekeningen op de amfoor ondanks de enorm lange tijd dat de vaas op de bodem van de Middellandse Zee had gelegen, nog duidelijk aanwezig waren. De kurk op de amfoor liet zien dat de inhoud nog intact was en ruim drieduizend jaar zeebodem had overleefd. “Jackpot” schreeuwde Efros nu tegen Dimitri die alleen maar kon bedenken wat Efros nu zag. Eigenlijk wilde Dimitri ook het water inspringen en naar de bodem zwemmen om deelgenoot te worden in de euforie die Efros door de microfoon liet horen. Nog voordat Efros met de grootst mogelijke voorzichtigheid de amfoor in een door Dimitri naar beneden gebrachte kooi had geplaatst, zag hij een tweede en een derde vaas die door het afzuigen van de bodem ook bloot kwamen te liggen. Hij kon zijn geluk niet op. Nadat hij aan het koord van de kooi had getrokken, werd de eerste vaas door Dimitri op het dek gezet. “Laat de kooi maar weer zakken. Je krijgt er nog meer. Maak maar ruimte aan dek!” Eigenlijk konden meerdere vazen tegelijk in de kooi, maar Efros nam geen enkel risico. Als ze tegen elkaar zouden stoten was de kans groot dat de amfoor alsnog zou breken en dat zou de waarde van de inhoud en de vaas zelf behoorlijk beïnvloeden. De volgende uren vond Efros op de bodem van de zee nog zeventien amforen. Acht daarvan verkeerden in een uitstekende staat, waarvan zelfs de tekeningen nog intact leken. De overige negen waren daarentegen aan de buitenzijde dusdanig beschadigd, dat eerst restauratie nodig was, voordat de tekeningen hun geheimen zouden prijsgeven. Op vier 12
amforen na, hadden alle vazen dezelfde grootte. Drie amforen waren niet groter dan twee onderarmen op elkaar gemeten en één vaas was uitzonderlijk groot. Efros worstelde met deze vaas om hem uit de bodem los te krijgen, maar uiteindelijk won hij de strijd met de vaas die liever in de zeebodem gevangen leek te willen blijven. Helaas zou hij de waarde voor het loskrijgen van de grootste vaas voorlopig nog niet weten. In tegenstelling tot de andere amforen was de bovenkant van deze amfoor verzegeld met een soort zwart glimmende metalen stop. Ook leek de amfoor, in tegenstelling tot de andere aardewerk vazen, van een ijzerhoudend materiaal gemaakt en voelde ook in het water zwaarder aan. Deze amfoor was bruin aangeslagen en geen enkele zichtbare tekening op de vaas gaf een idee, van wat de inhoud zou zijn, prijs. Het enige wat Efros op de amfoor kon waarnemen was een gravering van een zwarte bol met eromheen een cirkel getekend. Voordat hiervan de prijs kon worden bepaald, zou men eerst de inhoud willen onderzoeken. De archeologen kennend, kon dit maanden gaan duren. Daarom bracht hij ook vele scherven van kapotte vazen naar boven. Alleen al de tekeningen erop waren voor geschiedschrijvers van onschatbare waarde die, door het ontbreken van de inhoud en tijdrovend onderzoek van een vaas, direct geld op konden brengen. Hoewel Efros geen deskundige was op het gebied van het ontcijferen van tekeningen en hiërogliefen, was het niet moeilijk voor te stellen dat de vazen veel konden vertellen over de herkomst, opkomst en eventueel ondergang van een beschaving. De amforen werden door de handelaren over de hele, hen toen bekende wereld verspreid. Aan de hand van de vazen kon worden afgelezen hoe men leefde, wat met at, waar de handel werd gedreven en met wie. Zelfs de soort gereedschappen die men in die tijd gebruikte, kon men herleiden uit de wijze waarop de amforen waren gemaakt. Daarom behandelde Efros ieder stukje scherf dat hij uit de bodem lostrok met respect, alsof hij een vierduizend jaar oud geschiedenisboek aan het lezen was, waarvan de pagina’s bij iedere aanraking konden worden beschadigd en door zijn toedoen volledig verloren zouden kunnen gaan. 13
Misschien verwezen enkele amforen of scherven wel naar een andere schat, dacht Efros. Dan was hij helemaal boven Jan en zou hij zijn Leila alles kunnen geven wat haar hartje begeerde. Nadat drie uren waren verstreken moest Dimitri het enthousiasme van Efros temperen. “Je moet nu boven water komen, Efros. Je flessen zijn bijna leeg en je veiligheidsmarge is ook bijna verbruikt.” Efros was een goede duiker en wist zich ook aan de regels te houden, maar het was nu wel moeilijk om hieraan gehoor te geven. “Oké nog twintig minuten en dan ben ik weer boven.” Rekening houdend met de veiligheidsmaatregelen, bewoog hij zich heel langzaam weer naar boven om geen decompressie te krijgen. Hoe snel hij ook het gezicht van Dimitri wilde zien, de veiligheid liet niet toe sneller naar boven te gaan. “Efros, ik zie een Dinghy. Zo te zien komt Leila er al aan!” Efros wist nu helemaal niet meer hoe hij het had. Zij kon op geen beter moment komen. Hij had haar alleen pas morgen verwacht. Ze moest uit Thessaloniki komen en die afstand kan je normaliter niet zo snel afleggen. Maar wie zou het dan kunnen zijn? “We krijgen visite. Ik zie meerdere mensen in die boot!” vermelde Dimitri nog door de microfoon. “Dan moet jij ze maar verwelkomen Dimitri. Ik ben pas over vijftien minuten boven.” Enkele minuten verdwenen in stilte. Helaas kon Efros door de opwinding niet erg genieten van het schouwspel van zonlicht in het zeewater en vissen die vredig heen en weer zwommen, ogenschijnlijk zonder enig doel. Plots hoorde Efros door de microfoon schoten. “Dimitri?” Geen antwoord. “Dimitri?” riep Efros voor de tweede keer. Maar het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Efros keek op zijn duikershorloge. Nog vijf minuten. Sneller omhoog zwemmen zou hem in gevaar brengen. Hij voelde dat er iets niet goed was. Met nog zo’n vijftien meter onder water te gaan, keek hij omhoog en zag hij de contouren van de Dinghy die naast de Anisakis Marina was afgemeerd. 14
Nog voordat hij kon bedenken wat zich allemaal boven zijn hoofd afspeelde, werd er aan de kabel getrokken waaraan hij vastzat. Uit een reflex pakte hij zijn mes en sneed de kabel door. Efros voelde dat het op de boot niet pluis was. Weer enkele seconden later werden er kogels afgevuurd in het water. Blijkbaar werden ze lukraak afgeschoten want ze misten op enige afstand Efros. Efros zwom nu onder de boot die hem enige bescherming bood tegen de kogelregen die niet op scheen te houden. Hij keek op zijn horloge. Nog circa drie minuten zuurstof! Hij zwom naar de boeg van het schip. Aangezien de boeg redelijk ver voorover liep, kon hij zich daar enigszins onzichtbaar voor de schutter ophouden. Hij hield de ketting van het anker vast en deed zijn zuurstofflessen en duikbril af. Toen hij met zijn hoofd boven water kwam, hoorde hij een helikopter naderen. Aangezien de helikopter vanuit een andere hoek naar de kotter keek, kon de piloot wel het hoofd van Efros zien. Niet veel later hoorde hij voetstappen naderen op het voordek en twee keer een plons in het water. Met enterhaken werd om de boot heengeslagen. Opnieuw werd er geschoten. Hoewel zij niet onder de boeg konden schieten, kon hij ook niet eronder uit zwemmen. Hij kon niet anders dan onder de boot door zwemmen naar het achterdek. Vlug haalde hij diep adem en dook onder de kotter door. Onder water moest hij in de lengterichting van de dertig meter lange boot zwemmen. Ternauwernood kon hij aangekomen bij het achterdek, snakkend naar lucht, adem halen. Echter toen hij met zijn hoofd boven water kwam, stonden meteen twee mannen met geweren op hem gericht. Een derde blonde man met een zeskantig brilletje op zijn neus sprak hem aan: “U heeft uw werk gedaan!” zei de man met een Duits accent. “Nu doe ik mijn werk!” Vervolgens gebaarde hij met zijn vinger naar de twee schutters. Hierop begonnen zij weer te schieten. Deze keer was het raak. Een sluier van bloed stroomde in de zee. Efros verdween onder de boot. “Mooi.” De blonde man draaide zich om en wuifde naar de helikopter om dichterbij te komen. De heli liet een kabel met mand 15
zakken. Enige minuten later werd de lading van boord gehaald en in de helikopter gezet. Toen dit alles gedaan was, stak hij een sigaar op en riep naar zijn handlangers: “Steek maar in de fik! Opdracht uitgevoerd. We gaan!” Terwijl de zon in kracht toenam, waren de mannen weer in hun Dinghy gestapt en de helikopter verdween met de meegenomen schatten aan de horizon. Zonder dat zij ook maar een blik achterom wierpen om te kijken naar de resultaten van hun actie, verdween de brandende Anisakis Marina onder de kabbelende golven van de Aegeïsche zee.
16