Tourdames
Eerste druk, maart 2011 © 2011 Marjan Visser isbn: 978-90-484-1783-4 nur: 303 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Tourdames Marjan Visser
Een bundel van mijn gedachten (2008) Wij dierenhuisgenoten zijn dan wel oud maar nog niet van Lotje (2010)
Ik draag dit boekje op aan mijn twee Tourdames die mij hebben aangespoord dit verhaal te schrijven. Wij hebben gedrieën de Tour 2010 weer overleefd en maken ons nu al druk over de Tour 2011, want de Tour gaat maar door en stopt voor niemand. Wij zijn er klaar voor.
Inhoudsopgave Kennismaking 9 Sport 14 Voorbereiding 15 Mijn helden 18 WK-Allround schaatsen en Milaan-San Remo wielrennen 19 Start wielerseizoen 2010 21 Rotterdam en de Tour de France 2010 24 La grande boucle 28 wk-voetbal 2010 29 Uitleg van zo’n beetje alles 33 Even tussendoor een memorabele dag 40 Barcelona 43 Het Peloton met de renners 46 Wielertermen 50 Kleine irritaties dan wel onenigheid 56 Tourarts 60 Proloog en tijdrit 62 Bergritten met de afdaling 64 Publiek 68 Recepten 70 Slotetappe 77 In memoriam 80
Kennismaking Ik laat u kennismaken met mijn dagboek 2010. Niet mijn persoonlijke dagboek in de zin van mijn privéleven, dat zal u als lezer een worst wezen, u kent mij immers niet en u wilt dat ook graag zo houden. Ik ben het daar helemaal mee eens. Neen, een sportdagboek moet het worden waarin ik u het hele wielercircus toon uit het oogpunt van een vrouwelijke sportfreak. Met als hoofddoel dat het voor iedereen, dus zeker voor de niet-kenner, te volgen is en het belangrijkste de humor moet centraal staan. Al moet ik wel bekennen dat ik soms niet helemaal objectief ben en ik geneigd ben mijn mening ietwat teveel laat ventileren. Voor u is dat denk ik nog wel te verhapstukken. Mocht het toch zo zijn dat u zich niet helemaal kunt vinden in mijn kijk op het sportgebeuren, schroomt u dan vooral niet mij dit te laten weten. Democratie is een groot goed en dat wil ik ook zo houden. Ik ga u meenemen op mijn bagagedrager om vervolgens door het jaar 2010 heen te ‘fietsen’. Ik laat u de randverschijnselen van het wielergebeuren zien met als uiteraard het hoogtepunt de Ronde van Frankrijk, beter bekend als de Tour de France. Wees niet bang dat ik u drie weken Tour de France ga voorschotelen, dat zou een beetje over the top zijn en het moet wel leuk blijven. U gaat ervan genieten! Let wel, het zijn mijn pennenvruchten die u soms met een korreltje zout moet nemen. Vaak ben ik het bijvoorbeeld niet altijd eens met bepaalde kritiek op sporters of coaches en daar maak ik u deelgenoot van. Het kan soms kort door de bocht zijn, maar ja, daar zit ik niet zo mee. U moet dit boekje dus zien als een door uzelf opgenomen dvd, leuk om te hebben en leuk om alle beelden, op papier 9
dan wel, weer eens terug te zien dus in dit geval te lezen. Een soort Teleaccursus, maar dan iets sappiger. Maar voordat wij bij de Tour komen gaat u eerst mee naar het voorseizoen van de fietsers maar ook naar andere, voor mij, memorabele sportgebeurtenissen. Je moet je in het leven op meer dingen focussen en dat geldt voor mij ook in het sportgebeuren als de relevantie daar uiteraard toe doet. Ik zal mij eerst even, zoals onze zuiderburen dat zo mooi kunnen zeggen, proper voorstellen. Ik ben een sportfanaat maar dan wel een zeer passieve. Niet erg, want die moeten er per slot van rekening ook zijn. Waarvan akte! In een ver verleden ben ik een actieve sporter geweest en daar laat ik het gemakshalve maar bij. Wat is nu precies een passieve sporter. Heel simpel, je zet de tv aan, gaat er lekker voor zitten en zie daar de passieve sporter is geboren. Ik noem mezelf ook wel een banksporter. Schamen doe ik me daar allang niet meer voor, die grens ben ik al voorbij, een gepasseerd station. Dat wil niet zeggen dat ik helemaal niets doe. Ik heb een hond en die moet bij tijd en wijlen naar buiten. Daar hoef je zelf niet aan te denken dat doet zij wel voor je. Ben je niet snel genoeg dan gaat ze voor je zitten en laat een zeer harde blaf horen. Bijzonder irritant, voor ons en voor de buren. Het is ook nog het soort hond waar je met een blokje om niet zo maar klaar mee bent. Weer of geen weer flink in de hoeven anders steigert ze. Met mooi weer is het simpeler. Ik vlij me dan neer op een bankje bij het water, gooi er een bal in, herhaal dit al zittend een aantal malen en de hond is daar uren zoet mee. Ik blij en de hond heel blij. Maar goed, terug naar de sport. Toch nog even iets anders. Ik vind eigenlijk dat ik als passieve sporter gesponsord moet worden. Er gaat namelijk aardig wat uren in mijn bank zitten, zodat de stof op het zitgedeelte snel kale plekken vertoont. Wel een betrouwbare sponsor natuurlijk, niet zoals destijds een schaatsploeg die een sponsor had. Die hebben dat geweten; zoals ik dat 10
uit de pers heb vernomen konden die schatten tijdens hun trainingskamp in Erfurt mooi uit eigen zak de huur van de schaatsbaan betalen en ook nog een keer de autokosten naar huis toe. Hun sponsor bleek failliet. Kijk dat moet je niet gebeuren. Nu heb ik door schade en schande geleerd zodat mijn sportattribuut een bank is van het bekende Zweedse bedrijf met zo’n handige hoes er omheen. Hoef je uiteindelijk alleen maar een nieuwe hoes aan te schaffen en dat zijn de kosten niet. Het zou niet zo’n gek idee zijn om dit bedrijf te benaderen met het verzoek mij te sponsoren. Ik maak maar geen reclame want misschien komt dat me duur te staan. U als lezer weet natuurlijk precies welke zaak ik bedoel. Half Nederland heeft wel iets van die zaak in huis. Je moet de meubels zelf in elkaar zetten. Hebben wij ooit geweten met het kopen van een bed bij onze Zweed. Onze Lieve Heer is nooit zoveel genoemd dan tijdens het, volgens de handleiding, eenvoudig in elkaar te zetten bed. Controleer eerst de onderdelen, staat er dan. Hoezo onderdelen, de hele kamer lag vol onderdelen. Twee volle dagen heeft het geduurd. Het vervelende bij dit soort doe-het-zelf-meubels is dat wij altijd onderdelen overhouden. Ik dwaal weer af. De reden waarom ik dan zo nodig een wielerboekje moet schrijven kan ik eigenlijk niet verklaren. Zit daar iemand op te wachten? Waarschijnlijk niet. Waarom dan toch doen? Heel eenvoudig. Ik vind het wielrennen een bijzondere sport om naar te kijken maar eigenlijk vind ik alles wat er omheen gebeurt nog interessanter. Het commentaar op de tv, de renners, de ploegen, de kranten, het heerlijke gezever over dopinggebruik, ga zo maar door. Enige uitleg over dit alles is wellicht op zijn plaats voordat ik mij in de wereld van het fietsen stort. Ik moet eerlijk bekennen dat ik een aantal jaren geleden niets met wielrennen had, beter gezegd, ik had er echt geen 11
enkele nog sterker gezegd ook maar enige verbondenheid mee. Een familielid, die er gewoon lyrisch van was en nog steeds is, heeft mij tot vermoeiends toe laten zien hoe mooi het wielrennen is en hoe een schitterende techniek er aan verbonden is. Ik zag dat totaal niet en kon mij ook niet voorstellen dat er enige techniek aan te pas zou komen. Het wielrennen kwalificeerde ik voor mijn passie als een niet al te slimme sport, jezelf het ongans fietsen, dacht ik in mijn onschuld, waar is dat in godsnaam goed voor. Die kolere bergen op, mijn God, waar waren die jongens mee bezig. Daar moest je wel een hulpmiddel bij nodig hebben. Oké achteraf was dat dus ook zo, er is behoorlijk wat gesnoept van toch echt wel wat van de verkeerde middelen. Alsof jezelf niet weet dat je aan een bloedtransfusie ligt en dan nog glashard ontkennen dat je iets verkeerd heb gedaan. Ja oké, zo zijn we dus niet getrouwd. Of je hebt je vol gestopt met pilletjes en je dacht zeker dat het vitaminetabletjes waren. Het moet niet gekker worden. Je kunt niet ontkennen dat het hele wielerspektakel behoorlijk verziekt was. Met de Giro kon je en kun je nog steeds niet zeggen, althans zo denk ik erover, wie de winnaar is als er een Italiaan gewonnen heeft. Tijdens de Tour hoor je dan weer dat er een onderzoek is gestart naar verboden snoepgoed naar de nummer één van de Giro. Ik heb dus een gezonde niet al te positieve houding tegenover Italiaanse renners. Die zitten zo diepgeworteld in het oude wielrennen dat ze niet beter weten dat er ook nog iets anders is. Er zijn uiteraard ook Italiaanse renners die niet gebruiken of gebruikt hebben, maar de meerderheid dacht ik toch wel. Maar het gekke is, hoe meer en meer ik er mee bezig was en uitgelegd kreeg, des te gefascineerder ik raakte door deze, voor mij, rare sport. Het is niet domweg in het wilde weg fietsen, sorry renners voor deze simpele uitleg, maar het is zo uitgekiend en zo intelligent. Zoals de Belgen zeggen ´het is zo schoon´. Over Belgen gesproken, als er één volk gestoord 12
is, en dat bedoel ik positief, wat wielrennen betreft zijn zij het wel. Heerlijk! Goed weer verder met de sport. In een Olympisch jaar (winter- en zomerspelen) breekt er voor mij een drukke periode aan. Ik moet er even bij vermelden dat ik ook nog werk, dus tijd is kostbaar. Als er dan ook nog een ek- dan wel wkvoetballen is wordt het een zeer heftig jaar. Ik kijk namelijk alles. Maakt mij niet uit wat voor een sport. Binnen no time maak ik mij de desbetreffende sport helemaal eigen, of het nu cricket, honkbal, polsstokhoogspringen, skischansspringen of roeien is, ik vind mijzelf zeer deskundig. Dat vindt niet iedereen bij mij thuis, maar dat is niet mijn probleem maar dat kan wel eens leiden tot lichte irritaties. U begrijpt nu wel dat ik tot het fanatieke soort behoor. Bij bepaalde sporten, als het enigszins om Nederlandse Olympische winnaars gaat, zo chauvinistisch ben ik wel, sta ik ’s nachts op en stap daarna gewoon in mijn bedje onder het enigszins koud geworden dekje en slaap weer verder. De schaatsmedailles destijds van ‘onze’ Yvonne van Gennep heb ik in het nachtelijk uur allemaal zien gebeuren.
13