UITGEDIEPT
KVS & DE ENTHOUSIASTEN
VAN PLATO TOT NATO
Cultuurcentrum de Werft Woensdag 15.12.2010 – 20u15 Duur voorstelling: 80’ – zonder pauze
VAN EN MET ROBBIE CLEIREN, JOHAN DEHOLLANDER, KRISTIEN DE PROOST, WILLY THOMAS, RYSZARD TURBIASZ, CHARLOTTE VANDERMEERSCH, DIRK VAN DIJCK, MIEKE VERDIN, WIM WILLAERT SCENOGRAFIE STEF STESSEL
GELUID KASPER DUMON LICHT MARC DE BOELPAEP TECHNISCH DIRECTEUR RALF NONN
KOSTUUMS PYNOO
ASSISTENT TECHNISCH DIRECTEUR DONALD BERLANGER KLEEDSTER CLAUDINE BOGEMANS
REGIEASSISTENTE MONIQUE WILSENS
KAP + GRIME ANNIE VERMEIREN
PRODUCTIELEIDING LIEVEN SYMAEYS
PRODUCTIE KVS & DE VERENIGING VAN ENTHOUSIASTEN VOOR HET REËLE & UNIVERSELE VZW
UITVOERING DECOR KVS-DECORATELIER
VAN PLATO TOT NATO In De Republiek beschrijft Plato zijn ideale staat. Die heeft maar weinig gemeen met een democratie. De absolute macht komt er immers toe aan een elite van filosofen. In een beruchte passage in het derde boek verbant Plato alle schilders, beeldhouwers, dichters, acteurs… uit zijn republiek. Muziek en dans kunnen wel, maar enkel in de vorm van glorierijke militaire marsen. Waarom waren kunstenaars niet welkom? En wat had Plato tegen de democratie? De uitgelezen cast van Van Plato tot Nato vertaalt deze vragen naar vandaag: leven we nog in een democratie of eerder in een oligarchie, waar de rijken het voor het zeggen hebben? Bewijzen de Chinezen dat het zonder democratische besluitvorming ook lukt? Aandacht, aandacht, beste burgers! Sta op en zing met ons mee: Democracy, we love you! Maak je klaar voor een collagevoorstelling met veel humor en evenveel bittere ernst. De Democratie staat onder druk. Ze is machteloos tegen genocides en etnische zuiveringen. Weerloos tegen stelende bankiers. Weerloos tegen stromen vluchtelingen op zoek naar de Gouden appels uit de tuin der Hesperiden die sinds de oudheid in het Westen te rapen vallen. Bovendien doen de Chinezen het beter zonder. De politieke figuur van de ‘Goede Herder’, de ‘Kapitein’ of ‘Koning Filosoof’ staat langzaam op. Zijn promotor, Plato, democratiehater nr. 1, biedt ons de oplossing: de ideale staat, zoals beschreven in de Republiek. Het verhaal van de grot staat er ook in. Burgers! Aandacht! Dit is geen film! Sta op en zing met ons mee: Democracy, we love you! — Ryszard Turbiasz
PS: From Plato to Nato in 3 weeks is de bijnaam voor de snelcursussen Westerse beschavingsgeschiedenis aan Amerikaanse universiteiten.
PLATO FOR PRESIDENT! JOHAN DEHOLLANDER EN RYSZARD TURBIASZ OVER VAN PLATO TOT NATO – SÉBASTIEN HENDRICKX
Ik ontmoet Johan Dehollander en Ryszard Turbiasz middenin het maakproces van de voorstelling Van Plato tot Nato, een titel die ze ontleenden aan From Plato to Nato in 3 weeks, een snelcursus geschiedenis van de Westerse beschaving. Samen met hun zeven medespelers werkten ze zich al lezend en discussierend door een hoop inspirerend materiaal. Straks beginnen ze met de vertaalslag daarvan naar het podium. Het politiekfilosofische standaardwerk De Staat, waarin Plato zijn visie op de ‘ideale staat’ uiteenzet, vormt het belangrijkste uitgangspunt voor dit project, en dan vooral deze beroemde passage uit het derde boek: “Uiteraard zullen we wanneer een man, die zo slim is dat hij allerlei rollen kan spelen en vanalles kan nabootsen, in onze staat verschijnt met de bedoeling zichzelf en zijn gedichten aan ons te presenteren, eerbiedig voor hem neervallen. Want o, wat is hij heilig, wonderbaarlijk, heerlijk. En toch zullen we hem zeggen dat er niemand zoals hij in onze staat woont en ook niet mag wonen! We zullen zijn hoofd met parfum besprenkelen en het met wollen bandjes bekransen om hem daarna naar een andere staat weg te sturen.” Schilders, beeldhouwers, dichters, acteurs… Geen van hen hoort volgens Plato thuis in de ideale staat. Waarom zijn kunstenaars er niet welkom? J: Om dat te begrijpen moeten we eerst terug naar zijn fameuze Allegorie van de Grot. Daarin beschrijft Plato de menselijke conditie aan de hand van een veelzeggend beeld. Mensen zitten als het ware vastgeketend in een grot, terwijl ze kijken naar dansende schaduwen op de wand voor zich. Wat die schaduwen veroorzaakt, bevindt zich achter hen en kunnen ze niet zien. Het lijkt wel alsof ze een paardenbril op hebben. Wat zij als dé werkelijkheid ervaren is eigenlijk slechts een kopie, een afspiegeling van een hogere werkelijkheid: de Ideeënwereld. R: Wie wel zicht hebben op de relatie tussen schijn en zijn, zijn de filosofen. Plato geeft hen de absolute leiding over zijn ideale staat, die trouwens erg veel weg heeft van nazi-Duitsland of de Sovjet-Unie. Strak hiërarchisch gestructureerd, totalitair. Net onder de leiders- filosofen bevindt zich de klasse van de wachters, een soort politie die de staat tegen vijanden van buitenaf of van binnenuit beschermt. De derde groep bestaat uit producenten, arbeiders. Er heerst ook een strikte censuur. Zo bestaat het toegelaten muzikale repertoire uit niet veel meer dan militaire marsen ter meerdere eer en glorie van de staat. Dus een bepaald soort kunstenaars geraakt er wel binnen?
R: Ja, enkel zij die van nut zijn voor de staat. De anderen worden verbannen. Waarom? Omdat kunstenaars zich constant bezighouden met hun kunsten en geen tijd hebben voor publieke zaken. Daarin verschillen ze niet van arbeiders, maar die maken tenminste nog echte producten en geen namaak. Als een schilder een stoel schildert, dan maakt hij een kopie van iets wat al een kopie is van de Idee ‘stoel’. Zijn werk draagt niets bij tot het welzijn van de staat, integendeel, volgens Plato corrumpeert het de geesten van de mensen. Daarom is de kunstenaar niet welkom. De titel van jullie voorstelling-in-wording, Van Plato tot Nato, suggereert dat jullie een historische evolutie willen schetsen of tenminste twee tijden tegenover elkaar willen plaatsen: het oude Griekenland versus onze tijd. Welke verbanden komen er precies aan bod? J: We hebben onder meer gewerkt rond het vraagstuk van realiteit en illusie dat in Plato’s Allegorie van de Grot aan de orde wordt gesteld. Dat thema is eigenlijk van alle tijden. Plots legde iemand van de ploeg F for Fake op tafel, de laatste film van Orson Welles uit 1975. Die leverde een schat aan verhalen op rond schijn en zijn. De film is een soort documentaire of filmessay waarin een bonte groep excentriekelingen de revue passeert: de beroemde kunstvervalser Elmyr de Hory, zijn biograaf Clifford Irving, die op zijn beurt een fake ‘autobiografie’ schreef over Howard Hughes, de beroemde Amerikaanse piloot en filmproducent die naar het einde van zijn leven toe in mysterieuze afzondering leefde. Orson Welles zelf blikt erin terug op zijn beruchte radiohoorspel uit 1938, een adaptatie van het sciencefictionverhaal War of the Worlds van H.G. Wells. Dat werd toen gebracht in de vorm van een verontrustend nieuwsitem en leek zo realistisch dat er overal in de Verenigde Staten paniek uitbrak. Behoorlijk desoriënterend, al die verschillende verhalen naast elkaar. Een ander thema waar jullie rond werken is dat van de democratie. Het oude Griekenland geldt traditioneel als bakermat van deze bestuursvorm. Is de democratie vandaag in crisis? J: We leven niet in een democratie maar in de illusie van een democratie. R: Ja, we hebben de indruk dat onze wereld vrijer is dan ooit terwijl de instrumenten van de indoctrinatie gewoon een stuk subtieler zijn geworden. In werkelijkheid leven we in een oligarchie, waar de macht aan de rijken toekomt. De bankencrisis van 2008 maakte dat zeer duidelijk. De enorme staatssteun aan de banken werd er immers doorgeduwd zonder enig publiek debat. Dat is toch hallucinant! De figuur van Howard Hughes is ook in dit verband bijzonder. In zijn tijd gold hij als een van de rijkste mensen ter wereld. Hij kocht macht en invloed door de Amerikaanse president Nixon aanzienlijke sommen toe te schuiven. Dat was een groot schandaal in de jaren 1960 maar geraakte
later ondergesneeuwd door Watergate. Hughes voelde er in ieder geval niet veel voor om zich verkiesbaar op te stellen en te moeten buigen als een knipmes in ruil voor wat stemmen. Oligarchen laten zich niet verkiezen en moeten zich politiek niet verantwoorden. Naast De Staat van Plato liggen ook teksten van hedendaagse filosofen als Slavoj Žižek of Alain Badiou op de werktafel. Hoe wordt filosofie ingezet in jullie maakproces? J: Wij zijn kunstenaars en geen gediplomeerde wijsgeren. Een specialist zal waarschijnlijk iets ernstiger met die teksten omspringen. Niet dat we zomaar wat kliederen met dat materiaal! We voeren er met de hele ploeg gesprekken over en trachten goed te begrijpen wat er geschreven staat. Maar aangezien we niet gebonden zijn aan een strikt filosofisch jargon hebben we vermoedelijk iets meer speelruimte dan de specialisten om die teksten te interpreteren en te combineren met andere materialen. En de theorie wordt bovendien gepareerd met een flinke portie relativerende humor. R: Ikzelf beschouw filosofie als iets heel praktisch. Wijsgeren zijn mensen die voor mij over bepaalde problemen hebben nagedacht. En zolang ik die problemen niet zelf op mijn levenspad tegenkom, interesseert hun filosofie mij niet. Gebeurt dat wel, dan wil ik weten hoe zij over die specifieke kwestie hebben nagedacht. Ik denk dat filosofie dient om je leven gelukkiger te maken. Als het je niet gelukkig maakt, stop dan met de filosofie en begin met gymnastiek of zoiets! Iemand als Žižek bijvoorbeeld heeft erg veel voor mij betekend. Zijn teksten confronteren mij steeds met paradoxen die mijn rationaliteit tilt doen slaan. Hij dwingt mij om anders te denken, om naar andere oplossingen op zoek te gaan. J: Luister, Ryszard, even terzijde. Wat vind je van deze prachtige paradox: “Als God alles kan, kan Hij dan een steen scheppen die Hij zelf niet kan optillen?” Alle katholieken die daarover beginnen na te denken zitten al gauw met een serieuze identiteitscrisis! Een laatste vraag. Ik merk aan dit gesprek dat het ene onderwerp vaak aanleiding geeft om over een ander te praten. Soms lijkt het alsof het universum van Van Plato tot Nato kan blijven uitdijen. Dan vraag ik me af hoe jullie met negen spelers rond de tafel en zonder regisseur al dat materiaal beheersbaar houden? Hoe democratisch verloopt jullie werkproces? J: Er is geen vooraf bepaald systeem. In zekere zin is iedereen verantwoordelijk voor alles, maar op den duur is de ene meer verantwoordelijk voor dit en de andere meer voor dat. Onze werkmethode ontstaat tijdens het werken. Dat groeit. Je voelt dat. Af en toe hebben we nood aan wat helderheid en dan volgen we even de lijn van één iemand. Maar daar gaan we achteraf weer op schieten. Natuurlijk moet je op een gegeven moment keuzes beginnen
maken anders blijf je drie jaar babbelen - wat op zich heerlijk zou zijn! R: Als er in onze groep meningsverschillen ontstaan, dan gaan we niet stemmen over wat we gaan doen. Zoiets zou aan het einde van de rit alleen maar een heel lauwe voorstelling opleveren. De keuzes waarvoor de sterkste argumenten bestaan, die halen het. Die met zwakke argumenten sneuvelen. Iemand moet kunnen zeggen: “Ik ben er absoluut zeker van dat dit de goede keuze is.” J: Ja, zoniet verzeilen we echt in de middelmaat. Als het democratisch moet, dan doe ik niet meer mee.
bevrijden, ze het niet de moeite zouden vinden een poging te ondernemen om buiten te komen? Méér nog, dat ze zelfs zouden trachten hem te doden?
DE ALLEGORIE VAN DE GROT
MAKERS / SPELERS
(Plato, De Republiek) ‘Stelt u zich voor: mensen die leven in een onderaardse grot. Ze zitten daar al sinds hun kindertijd, op dezelfde plaats, aan handen, voeten en nek geketend. Ze kunnen zich niet bewegen. Alleen recht voor zich uitkijken. Hoog achter hun rug brandt een vuur. Stelt u zich voor dat tussen het vuur en de geketenden een muurtje is aangelegd, waarboven poppen worden vertoond zoals bij een poppenkast. Voorwerpen. En beelden van mensen en dieren. De gevangenen zien deze voorwerpen en beelden niet, ze zien alleen de schaduwen. Stelt u zich nu voor dat een van die gevangenen wordt losgemaakt. Hij kijkt naar de mensen en dingen achter zich en staart in het vuur. Hij zal niet kunnen geloven dat wat hij ziet échter is dan de schaduwen op de muur waarnaar hij altijd heeft gekeken. Beeldt u zich vervolgens in dat deze persoon uit de grot wordt gesleurd. Hij kijkt nu pal in de zon. Hij is verblind. Hij begrijpt niet wat hem overkomt. Maar denkt u niet dat hij geleidelijk tot het inzicht zal komen dat er een onderscheid bestaat tussen de schaduwen in de grot en de mensen en dingen die deze schaduwen afwerpen? En ook tussen de grot, met zijn vuur, en de wereld buiten de grot, waar de zon de bron is van het echte licht, dat bepaalt hoe de dingen eruit zien? Stelt u zich tenslotte voor dat deze persoon met zijn moeizaam verworven kennis terugkeert in de grot, en dat hij aan zijn voormalige lotgenoten wil uitleggen dat ze slechts schaduwen zien van mensen en dingen. Denkt u niet dat de gevangenen dan zullen denken dat de man met zijn tocht naar buiten zijn ogen had bedorven? En dat, als hij zou proberen hen te
Het is duidelijk dat in deze grot niemand echt gelukkig is. De vastgeketende mensen zijn beklagenswaardig omdat ze niets weten van de werkelijke wereld. De filosoof met het ware inzicht is ook niet gelukkig. Hij bevindt zich tussen mensen die niets van hem begrijpen en die hem naar het leven staan zodra hij probeert te zeggen wat hij weet.’
≥ Ryszard Turbiasz (°1953) studeerde cello, piano en theoretische wiskunde in zijn geboorteland Polen. Hij is sinds 1980 actief in de Belgische theaterwereld en was in 1989 stichtend lid van De Vereniging van Enthousiasten voor het Reële en Universele met Dirk Van Dijck en Johan Dehollander. Andere gezelschappen waarmee hij samenwerkt(e) zijn KVS, De Onderneming, Lazarus en de Roovers. ≥ Robby Cleiren (°1971) studeerde toneel bij Dora Van der Groen en aan de Actors Studio in Londen. Hij maakt deel uit van het Antwerpse gezelschap de Roovers. Verder speelt hij ook bij gezelschappen als de Kakkewieten, HETPALEIS, tg STAN, Discordia, Kaaitheater en NTGent. Hij speelde ook gastrollen in verschillende televisieseries (Recht op Recht, Witse, Aspe, Code 37, Heterdaad) en films (Linkeroever, Dirty Mind, Een ander zijn geluk, De Helaasheid der dingen). ≥ Kristien De Proost (°1972) studeerde in 2000 af aan de Studio Herman Teirlinck. Sinds 2004 maakt ze deel uit van het Brusselse collectief Tristero, waarmee ze recent Coalition, Living en Abigail’s Party maakte. Ze speelde ook gastrollen bij o.m. BRONKS, Victoria (nu Campo) en Toneelhuis. Op televisie was ze te zien in de serie Kinderen van Dewindt op Eén. ≥ Mieke Verdin (°1954) studeerde in 1981 af aan de Toneelopleiding van het Koninklijk Conservatorium Brussel. Na projecten met o.a. Josse De Pauw, Guy Dermul en Jan Decorte, richtte ze in 1985 samen met Guy Dermul, Willy Thomas en Nedjma Hadj het Brusselse theatercollectief Dito’Dito op. Sinds 2006 is Mieke Verdin lid van het artistieke team van KVS. Zij speelde er reeds in een achttal producties van vooral jonge regisseurs zoals Raven Ruëll, Ruud Gielens en David Strosberg. Verder bleef ze samenwerken met Franstalige theatermakers (o.a. Dominique Roodhooft, Jean-Benoît Ugeux en Jorge León)
≥ Dirk Van Dijck (°1952) is licentiaat rechten en freelance acteur. Hij stichtte in 1989 samen met Dehollander en Turbiasz De Vereniging van Enthousiasten voor het Reële en Universele, woonde tussen 1994 en 2001 in Brazilië, en werkte na zijn terugkeer in België met de Roovers, Toneelhuis, KVS, Kaaitheater, DAStheater, De Tijd en natuurlijk opnieuw met Turbiasz & Dehollander. Hij werkte occasioneel voor film en televisie (Het Eiland, Matroesjka’s 2, De Smaak van De Keyzer). ≥ Johan Dehollander (°1954) is acteur, regisseur en dramaturg, sinds jaar en dag (stichtend) lid van De Enthousiasten met Dirk Van Dijck en Ryszard Turbiasz. Hij was ook medeoprichter van het DAStheater en regisseur bij de Blauwe Maandag Compagnie. Recent regisseerde hij A l’attente du Livre d’Or (KVS / Campo) dat geselecteerd werd voor het Nederlands Theaterfestival 2010. Hij doceert aan het RITS in Brussel. ≥ Wim Willaert (°1967) is acteur, regisseur en muzikant. Zijn muzikale projecten zijn o.a. Flat Earth Society en De Dolfijntjes. Voor het theater werkte hij onder meer met Johan Dehollander, Luc Perceval, Alize Zandwijk en BRONKS. Hij was ook te zien in films als Ex-drummer en Quand la mer monte. ≥ Charlotte Vandermeersch (°1983) studeerde in 2005 af aan Studio Herman Teirlinck en werkt sindsdien freelance voor theater met o.a. SKaGeN, Wunderbaum, Lazarus, Walpurgis, HETPALEIS, Abattoir Fermé en Laika. Ze speelde in films als Loft, Dagen Zonder Lief en Turquaze. ≥ Willy Thomas (°1960) begon te spelen bij het gezelschap van Jan Decorte. Hij was medeoprichter van het Brusselse theatercollectief Dito’Dito, dat vanaf de jaren ’90 focuste op het meertalige en multiculturele Brussel, de standplaats van de groep. Sinds 2006 maakt Willy Thomas deel uit van het artistiek gezelschap van KVS, waar hij als speler/ maker betrokken was bij o.a. Global Anatomy, Gewonnen Brood / Pain Perdu, Onschuld, Biedermann en de brandstichters, Oom Toon en Het Laatste Vuur. ≥ Stef Stessel (°1964) is scenograaf en fotograaf. Hij is vast lid van de Roovers en werkt(e) o.a. voor HETPALEIS, De Tijd, Toneelhuis, KVS, Muziektheater Transparant, de Onderneming, de Kakkewieten, LOD en MartHa!tentatief.