21 JUNI 2012 NUMMER 13 www.bdo.nl
E-mail lonen Uitgave van BDO Adviesgroep Loon- & Premieheffing HERZIENING SECTORINDELING
WERKKOSTENREGELING 2013
LANDELIJKE ACTUALITEITENDAGEN
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
inhoud ALP-NIEUWS Strengere eisen voor uitzendbureaus en
hun opdrachtgevers
3e kwartaal 2012 bekendgemaakt
van de sectorindeling
Wijziging heffings- en invorderingsrente De ingangsdatum van een herziening Samenwerking Belastingdienst en
ALP-NIEUWS STRENGERE EISEN VOOR UITZENDBUREAUS EN HUN OPDRACHTGEVERS Uitzendbureaus moeten vanaf 1 juli 2012 als uitzendbureau in het Handelsregister geregistreerd staan. Door een wijziging in de Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI) levert overtreding van de registratieplicht vanaf 1 juli 2012 voor alle betrokken partijen een aanzienlijke boete op. Als gevolg van deze wetswijziging kunnen zowel de uitlenende organisatie als de inlenende opdrachtgever namelijk een boete opgelegd krijgen. De registratieplicht geldt overigens niet alleen voor uitzendbureaus, maar voor elke intermediair die tegen vergoeding arbeidskrachten ter beschikking stelt aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding verrichten van arbeid. De registratie geldt zowel voor uitleners als voor doorleners. Daarbij is niet van belang welke benaming wordt gekozen voor het ter beschikking stellen: ook detachering en payrolling
kunnen hier onder vallen. De registratieplicht geldt ook voor ondernemingen die buiten de uitzendbranche opereren, maar toch (incidenteel) werknemers ter beschikking stellen. Collegiale terbeschikkingstelling, overeenkomsten van opdracht en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten binnen de eigen onderneming vallen echter niet onder de hiervoor gegeven definitie van ter beschikking stellen. Op basis van de Handelsregisterwet waren Nederlandse uitzendondernemingen c.q. intermediairs al verplicht tot inschrijving, echter zonder de bijkomende verplichting om hun activiteit als zodanig te laten registreren in het Handelsregister. Vanaf 1 juli 2012 geldt voor hen, net als voor de buitenlandse intermediair die actief is op de Nederlandse markt, de verplichting om zich in te schrijven in het Handelsregister en onder ‘activiteiten’ te vermelden dat zijn onderneming arbeidskrachten ter beschikking stelt. De wetwijziging koppelt daar nu ook een boete aan. De boete bij overtreding bedraagt de eerste keer € 12.000 per werknemer, bij herhaling € 24.000 per werknemer en bij een derde overtreding € 36.000 per werknemer. De maximale
Onderwijsinspectie over toepassing afdrachtvermindering Onderwijs Arbeidsongeschiktheidsuitkering ondanks uitbetaling aan BV belast bij verzekerde directeur/aandeelhouder Begrotingsakkoord: Werkkostenregeling 2013 voordeliger voor reiskosten dan oude regels?
ALP-PRAKTIJK Ook in juli: Workshop ‘Werkkostenregeling:
van start tot finish
Niet 1 fiets per 3 jaar, maar 3 in 1 jaar!
10e Landelijke Actualiteitendagen:
Omdat mensen tellen.
2
E-mail Lonen
boete bedraagt echter € 76.000 per overtreding. De registratieplicht voor uitzendbureaus is een nieuwe stap om malafide uitzendbureaus aan te pakken en bedoeld als aanvulling op het systeem van certificering van de uitzendbranche zelf. Als uitzendbureaus bekend zijn, kan de uitzendsector vervolgens de certificering makkelijker regelen. De branche bestrijdt hiermee fraude en malafide praktijken. Tot nu toe zijn in Nederland circa 2.300 uitzendbureaus, naar schatting 35% van alle uitzendbureaus, gecertificeerd. De Inspectie SZW (de voormalige Arbeidsinspectie) zal de registratieverplichting van uitzendbureaus gaan controleren en zal ook nagaan of inleners met geregistreerde uitzendbureaus zaken doen. De Inspectie SZW en de Belastingdienst zullen de namen van uitzendbureaus die daar niet aan voldoen en beboet worden, doorgeven aan de certificerende instellingen. Die kunnen dan, als blijkt dat zo’n uitzendbureau wel gecertificeerd is, het certificaat alsnog intrekken. Ook aan inleners kan dus, als zij verwijtbaar zijn, een boete worden opgelegd. Er lopen momenteel al diverse onderzoekstrajecten in Nederland waarbij de uitzendbranche wordt uitgelicht. Er zijn verschillende malafide ondernemingen actief die zowel op fiscaal gebied als op het vlak van werk- en leefomstandigheden het niet zo nauw nemen met de voorschriften. In het ergste geval mondt dit uit in uitbuiting en ontduiking van belasting en premies. De Belastingdienst werkt onder andere samen met de Inspectie SZW om deze malafide ondernemingen op te sporen, te controleren en bij onregelmatigheden te beboeten. De desbetreffende ondernemers zullen naheffingen ontvangen en worden ook fiscaal beboet of strafrechtelijk vervolgd. Ook voor de opdrachtgevers van uitzendbureaus (de inleners) worden de risico’s voor het werken met niet geregistreerde/gecertificeerde uitzendbureaus dus groter. Een opdrachtgever kan bij het inlenen van personeel al aansprakelijk worden gesteld voor premies en belastingen indien het uitzendbureau zijn financiële verplichtingen niet nakomt. Bedrijven die personeel via niet gecertificeerde uitzendbureaus inlenen zijn sinds 1 januari 2010 ook aansprakelijk indien er onder het minimumloon wordt uitbetaald. Daar zou dus de eventuele boete voor het ontbreken van de juiste registratie in het Handelsregister bij kunnen komen. Het is en blijft dus zaak om goed op te letten met wie u in zee gaat. De intermediair moet zijn geregistreerd op het moment waarop de inlener de overeenkomst betreffende de terbeschikkingstelling met hem wil sluiten. Er is voor de inlener dus slechts één controlemoment, namelijk bij het aangaan van de overeenkomst. De inlener moet aan kunnen tonen dat hij dit heeft gecontroleerd, bijvoorbeeld door een gedateerd uittreksel uit het Handelsregister te voorzien van zijn handtekening en dit bij zijn
administratie te bewaren. Let daarbij op de juiste vermelding op het uittreksel van de tenaamstelling van de contractspartij waarmee de overeenkomst feitelijk wordt aangegaan. Als de inlener zaken doet met een gecertificeerde intermediair zou deze controle overigens in de praktijk niet plaats hoeven te vinden, omdat uitsluitend geregistreerde intermediairs voor certificering in aanmerking kunnen komen.
WIJZIGING HEFFINGS- EN INVORDERINGSRENTE 3E KWARTAAL 2012 BEKENDGEMAAKT Het percentage heffingsrente en invorderingsrente bedraagt voor het 3e kwartaal van 2012 2,5% (1e kwartaal 2012: 2,85% en 2e kwartaal 2012: 2,3%). Dit heeft de staatssecretaris van Financiën bekend gemaakt. Vanaf 1 januari 2013 zal een nieuwe fiscale renteregeling gaan gelden, met onder andere gewijzigde termijnen voor de berekening hiervan. Het doel van de wijziging is naast vereenvoudiging tevens het ‘sparen’ bij de fiscus te voorkomen. Wij zullen hier later in dit jaar nog eens afzonderlijk aandacht aan besteden.
DE INGANGSDATUM VAN EEN HERZIENING VAN DE SECTORINDELING Belanghebbende (X BV) exploiteert een filiaalbedrijf in de modedetailhandel en is voor de premieheffing ingedeeld in sector 17: Detailhandel en ambachten. Sinds 2006 overschrijdt de loonsom van X BV de grens die op grond van de Regeling Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) geldt voor indeling in sector 19: Grootwinkelbedrijf. X BV verzoekt de Belastingdienst om haar daarom per 1 januari 2006 in te delen in sector 19 (met een bijbehorende lagere sectorpremie WW). De behandelende inspecteur is van mening dat de werkzaamheden van X BV, een filiaalbedrijf in de modedetailhandel, zowel kunnen behoren tot sector 17 (Detailhandel en ambachten) als tot sector 19 (Grootwinkelbedrijf), zodat X BV (een bijzondere vorm van) een samengestelde onderneming drijft. Voorts wijst hij erop dat de werkgever met een samengestelde onderneming op grond van artikel 96, tweede lid, van de Wfsv behoort tot de sector waarvoor in de regel het meest wordt verloond. Deze ‘in-de-regelbepaling’ brengt mee dat een werkgever pas in een andere sector wordt ingedeeld, wanneer hij gedurende drie achtereenvolgende jaren voldoet aan de voorwaarden voor indeling in die andere sector. Het doel daarvan is om een duiventileffect te voorkomen. Op deze grond wordt X BV pas ingedeeld in sector 19 (Grootwinkelbedrijf), nadat haar loonsom gedurende drie achtereenvolgende kalenderjaren de daarvoor geldende grens heeft overschreden (dus pas vanaf 1 januari 2009), aldus de inspecteur. De wachttijd van drie
jaren voorkomt dat herberekeningen moeten worden gemaakt, althans zij beperkt het aantal malen dat dat moet gebeuren. Tevens wijst de inspecteur erop dat in de toelichting op de wijziging van de Regeling Wfsv van 7 januari 2009, staat: “Herindeling naar een andere sector vindt plaats indien een werkgever functioneel gedurende 3 jaren voldoet aan de vereisten zoals die gelden voor een andere sector dan zijn oorspronkelijke sector.” X BV wijst er op dat zij geen andere activiteiten verricht dan de exploitatie van een modedetailhandel. Zij betwist op grond daarvan dat zij een samengestelde onderneming is, waarop artikel 96, tweede lid, van de Wfsv betrekking heeft. Hof Arnhem oordeelt dat X BV inderdaad niet een werkgever is die werkzaamheden doet verrichten die behoren tot verschillende sectoren. Het Hof overweegt daarbij dat X BV niet verschillende soorten werkzaamheden verricht waaraan het door haar betaalde premieplichtige loon kan worden toegerekend. Volgens het Hof drijft X BV dan ook niet een samengestelde onderneming als bedoeld in artikel 96, tweede lid, van de Wfsv. Voorts acht het Hof geen wettelijke grondslag aanwezig voor een analoge toepassing van de in artikel 96, tweede lid, van de Wfsv opgenomen ‘in-deregelbepaling’. De door de inspecteur aangehaalde toelichting op de wijziging van de Regeling Wfsv per 1 januari 2009 doet daaraan niet af. Nu X BV met ingang van 1 januari 2006 voldoet aan de omschrijving van sector 19 (Grootwinkelbedrijf), is zij met ingang van die datum aangesloten bij die sector. Veel ondernemingen accepteren zowel de sectorindeling, als de daarbij behorende sectorpremie als een vaststaand gegeven. De door de Belastingdienst (vóór 1 januari 2006 door het UWV) vastgestelde sectorindeling is niet zelden rechtstreeks afgeleid van de omschrijving van de activiteiten, zoals die bij de Kamer van Koophandel zijn geregistreerd. Deze omschrijving is echter vaak te summier om de activiteiten die door de onderneming worden uitgevoerd op waarde te kunnen schatten. Ook na de start van de onderneming kunnen verschillende situaties consequenties hebben voor de sectorindeling, zoals de toegenomen loonsom in de onderhavige casus. Hierbij kunt u echter ook denken aan een ingrijpende wijziging van het productieproces, of een fusie of afsplitsing van activiteiten. Daarom is het aanbevelenswaardig om de sectorindeling periodiek - dan wel na wijziging van de omstandigheden - opnieuw te (laten) beoordelen. Wij kunnen u daarbij uiteraard behulpzaam zijn.
SAMENWERKING BELASTINGDIENST EN ONDERWIJSINSPECTIE OVER TOEPASSING AFDRACHTVERMINDERING ONDERWIJS Om de kwaliteit van opleidingen te waarborgen en de juiste toepassing en zorgvuldige
3
E-mail Lonen
verantwoording van de fiscale tegemoetkoming voor bedrijven te bevorderen, hebben de Onderwijsinspectie en de Belastingdienst een samenwerkingsovereenkomst met elkaar getekend. Daarin staat dat beide instanties elkaar over en weer zullen informeren als zij een vermoeden hebben van onregelmatigheden in het gebruik van de afdrachtvermindering Onderwijs, zoals opgenomen in de Wet Vermindering Afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen (WVA). Dit is door de betrokken instanties recent bekend gemaakt. Werkgevers kunnen in bepaalde gevallen een fiscale tegemoetkoming krijgen voor de opleiding van hun medewerkers. Dit kan dankzij de betreffende afdrachtvermindering binnen de WVA. Voorwaarde om voor de WVA in aanmerking te komen is onder meer dat het opleidingstraject van de werknemer plaatsvindt binnen een door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) erkende opleiding en voldoet aan de kwaliteitseisen die het ministerie stelt. Niet altijd is door de Belastingdienst vast te stellen of aan deze eisen voor de tegemoetkoming wordt voldaan. Als de opleidingen niet erkend zijn, of als de opleiding wel erkend is, maar in de praktijk niet aan de vereiste kwalificaties wordt voldaan, is ten onrechte WVA toegepast. De Belastingdienst kan de onterecht genoten afdrachtvermindering alsnog binnen vijf jaar terugvorderen. Als blijkt dat de opleiding weliswaar erkend is, maar in de praktijk inhoudelijk niet aan de kwalificatie-eisen voldoet, kan de Onderwijsinspectie de licentie van de opleiding intrekken. Ook kan bij onderwijsinstellingen die Rijksbekostiging krijgen onterecht verstrekte bekostiging door de Inspectie van het Onderwijs worden teruggevorderd. De komende periode wordt een pilot gehouden waarvan het doel is beter zicht te krijgen op mogelijk oneigenlijk en ondoelmatig gebruik van de WVA. Bij de WVA gaat de Belastingdienst over het fiscale toezicht, de Onderwijsinspectie over de kwaliteitseisen van de opleidingen en ook over het financieel toezicht bij de door de Rijksoverheid bekostigde instellingen. De Belastingdienst kan bij vermoedens van onregelmatigheden fiscale informatie delen met de Onderwijsinspectie op basis waarvan de Onderwijsinspectie kan beoordelen of aan de kwaliteitseisen is voldaan. Op haar beurt kan de Onderwijsinspectie in geval van bedrijfsopleidingen die niet aan de kwaliteitseisen voldoen haar kennis over die opleidingen delen met de Belastingdienst. De Belastingdienst had al eerder aangegeven in 2012 te zullen gaan starten met een controle op de juiste toepassing van de afdrachtvermindering Onderwijs. Vanuit het ministerie van Financiën is geconstateerd dat met de toepassing van deze afdrachtvermindering grote bedragen zijn gemoeid. Reden om dus op grote schaal te gaan
controleren op de juistheid van de toepassing ervan. Uit de praktijk hebben wij begrepen dat diverse individuele werkgevers inmiddels al geconfronteerd zijn met gerichte controlebezoeken; de voorgaande mededeling moet in het verlengde hiervan worden gezien. Voor wat betreft de diverse opleidingstrajecten moet het gaan om erkende opleiders en opleidingen die als zodanig geregistreerd staan in het CROHOregister (HBO), dan wel het CREBO-register (MBO) van het ministerie van OCW. Vraag bij twijfel eventueel aan uw opleider om een verklaring van de Belastingdienst dat zijn leertraject daadwerkelijk in aanmerking komt voor afdrachtvermindering Onderwijs, of stem dit vooraf af met de Belastingdienst. Uw ALP-adviseur kan u overigens adviseren over de juiste toepassing van deze en andere afdrachtverminderingen.
ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSUITKERING ONDANKS UITBETALING AAN BV BELAST BIJ VERZEKERDE DIRECTEUR/AANDEELHOUDER Belanghebbende, X, is directeur en aandeelhouder van A BV. In 1992 sluit X een arbeidsongeschiktheidsverzekering af bij verzekeringsmaatschappij C. Een jaar later, in 1993, sluit hij ook bij A BV een arbeidsongeschiktheidsverzekering af. Daarbij wordt overeengekomen dat A BV een eventuele uitkering van C zal suppleren tot een afgesproken bedrag. In 2005 wordt X arbeidsongeschikt verklaard en start C met de betaling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Eind 2005 komt X met A BV nader overeen dat deze BV niet langer een suppletie zal betalen, maar het volledige bedrag van de overeengekomen arbeidsongeschiktheidsuitkering, en dat de uitkeringen van C in het vervolg aan A BV zullen toekomen en ook rechtstreeks aan A BV zullen worden uitbetaald. X ontving in 2006 van A BV een bedrag van € 95.620 ten titel van loon. Krachtens een overgangsregeling kon het loon van X volledig aan de levensloopregeling worden gedoteerd. A BV heeft het bedrag van € 95.620 op grond van die regeling overgemaakt naar een geblokkeerde rekening bij de D-bank. X heeft in zijn aangifte noch dit bedrag, noch de genoemde C-uitkering ter grootte van € 74.825 aangegeven. De Inspecteur heeft het aangegeven inkomen uit werk en woning verhoogd met de C-uitkering. In geschil is of X de uitkering van C heeft genoten en zo ja, of het afstaan van de C-uitkering door X aan A BV negatief inkomen uit werk en woning vormt, hetzij in de vorm van negatief loon, hetzij in de vorm van negatieve periodieke uitkeringen. Rechtbank Breda beantwoordt de eerste vraag bevestigend, maar de tweede vraag ontkennend, omdat A BV volgens de rechtbank geen partij is of is geworden bij de arbeidsongeschiktheidsverzekering van X. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt eveneens dat X de uitkering van C heeft genoten, hoewel
de uitkeringen aan A BV worden uitbetaald. Het Hof overweegt dat X gerechtigde is tot de uitkering van C en dat hij zijn recht op de uitkering, voordat deze vorderbaar en inbaar werd, niet heeft prijsgegeven. Volgens het Hof omvat prijsgeven namelijk meer dan de opdracht inkomsten te laten storten bij een derde. Aan de voorwaarden voor cessie is niet voldaan, zodat X zijn rechten niet heeft overgedragen aan A BV. Voor de beantwoording van de tweede vraag moet worden onderzocht krachtens welke titel X de C-uitkering laat storten bij A BV. Hierbij zijn de tussen A BV en X gemaakte afspraken van belang. X heeft namelijk aantoonbaar de verplichting op zich genomen de C-uitkering aan A BV af te dragen, waartegenover A BV de verplichting op zich heeft genomen om aan X het volledige afgesproken bedrag te betalen. X heeft zich dus verplicht om de C-uitkering af te dragen teneinde loon in de zin van artikel 10 Wet LB te verkrijgen. Hieruit volgt dat de afdracht van de C-uitkering wel negatief loon vormt, maar tot een vermindering van de aanslag kan dit in deze casus niet leiden, omdat tot het bedrag van het negatief loon dan ook geen sprake kan zijn van een storting ingevolge een levensloopregeling. Het Hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond en bevestigt de beslissing van de rechtbank. In deze specifieke zaak liep het uiteindelijk niet goed af voor de dga als verzekerde en verzekeringnemer. Toch zijn er in de praktijk mogelijkheden om een arbeidsongeschiktheidsuitkering via de BV te laten lopen. Daarbij is, zoals mag blijken uit voorgaande casus, een juiste vastlegging en verwerking, dan wel van groot belang.
BEGROTINGSAKKOORD: WERKKOSTENREGELING 2013 VOORDELIGER VOOR REISKOSTEN DAN OUDE REGELS? In het recent gesloten begrotingsakkoord is, zoals eerder bericht, besloten de mogelijkheid om een onbelaste reiskostenvergoeding te geven zo goed als volledig af te schaffen en voor alle (personen?)auto’s een bijtelling in te voeren. Zoals via diverse media naar buiten komt, treedt een aantal van de betrokken partijen geheel of gedeeltelijk terug op hun schreden. Wat er exact zal gaan veranderen, zal de komende tijd moeten blijken. Tijdens de Actualiteitendagen (zie elders in deze E-mail Lonen) zullen wij ongetwijfeld de definitieve plannen kunnen bespreken. Dat de reiskostenregels zullen versoberen staat buiten kijf. Werkgevers die overstappen op de werkkostenregeling zullen zo goed als zeker geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd door een verhoging van het ‘werkkostenforfait’. Of en hoe werkgevers die niet overstappen worden gecompenseerd is niet duidelijk. Ondanks die onzekerheden is het des te belangrijker om zich
4
E-mail Lonen
nu al te verdiepen in de werkkostenregeling en de gevolgen die dat voor uw organisatie heeft. Tijdens de workshops ‘Werkkostenregeling: van start tot finish’ die ook in juli nog plaatsvinden, leggen wij de diverse scenario’s waar u mee moet gaan rekenen uit. Uiteraard kunt u bij ons ook terecht om de verschillende scenario’s waar u mogelijk al in 2013 of uiterlijk in 2014 mee te maken krijgt, te laten berekenen en toelichten.
ALP-PRAKTIJK OOK IN JULI: WORKSHOP ‘WERKKOSTENREGELING: VAN START TOT FINISH’ Vanwege de grote belangstelling in het voorjaar, hebben wij besloten ook in juli een aantal workshops te verzorgen: 5 juli 2012 Arnhem 10 juli 2012 Breda 12 juli 2012 Utrecht 17 juli 2012 Eindhoven 19 juli 2012 Rotterdam De tijd begint nu echt te dringen. Nog maar 1½ jaar en iedereen moet de werkkostenregeling toepassen. Omdat de daadwerkelijke overstap flink wat tijd in beslag neemt, is ons advies aan werkgevers om zo snel mogelijk alle benodigde kennis omtrent die werkkostenregeling op te doen. Tijdens onze nieuwe workshops vertellen we ‘alles’ over de werkkostenregeling zoals die er anno 2012 uitziet, de fiscale maar ook de arbeidsrechtelijke en de administratieaspecten. In de afgelopen twee jaar is er nogal wat gesleuteld aan de werkkostenregeling en zijn nieuwe en soms verrassende standpunten van de Belastingdienst gepubliceerd. We besteden daarnaast uitgebreid aandacht aan het pad dat doorlopen dient te worden. Welke acties moeten worden ondernomen en door wie en wanneer? In opzet en inhoud verschillen de nieuwe workshops dus van die welke wij in 2010 en 2011 verzorgden. In de workshops laten we natuurlijk ook zien hoe u de gevolgen van de werkkostenregeling in beeld brengt met behulp van onze vragenlijst en rekenmodule. Om het voor werkgevers nog aantrekkelijker en laagdrempeliger te maken zich te verdiepen in de werkkostenregeling en besef te krijgen van de gevolgen daarvan, hebben we een nieuw combinatiepakket ontwikkeld: de nieuwe workshop ‘Werkkostenregeling: van start tot finish’ inclusief Werkkostenindicator voor slechts € 495 (exclusief btw). Waarom deze aanbieding: omdat het in kaart brengen van de gevolgen van de werkkostenregeling eigenlijk alleen soepel loopt als de werkgever ook verstand heeft van de werkkostenregeling. En dat zelfde geldt natuurlijk ook voor de overstap op en het toepassen van de werkkostenregeling. Heeft iemand uit
uw organisatie eerder deelgenomen aan de Actualiteitendagen en/of workshops in 2010 en/of 2011 dan geldt een korting van € 100 (exclusief btw). Elke tweede en volgende deelnemer aan de workshop betaalt sowieso slechts € 175 (exclusief btw), ook omdat we het belangrijk vinden dat kennis omtrent de werkkostenregeling ruim aanwezig is binnen de organisatie. Workshops Heeft het uw voorkeur, vooralsnog, alleen de workshop te bezoeken, dan kan dat natuurlijk ook. Meer info over de workshop, en over onze overige dienstverlening op het gebied van de werkkostenregeling, is terug te vinden via www.bdo.nl/alp. Inschrijven voor de workshop kan ook via het bijgevoegde inschrijfformulier. Uiteraard bieden wij oud-deelnemers van onze Actualiteitendagen en/of workshops weer aantrekkelijke kortingen aan, ook als u alleen de workshop wilt bezoeken. Deelnemers aan de workshops ontvangen daarnaast ook korting op de landelijke Actualiteitendagen 2012 die in oktober en november van dit jaar plaatsvinden.
10E LANDELIJKE ACTUALITEITENDAGEN NIET 1 FIETS PER 3 JAAR, MAAR 3 IN 1 JAAR! Hoe om te gaan met de kilometervergoeding voor reizen? Welke loonkostensubsidies blijven, welke gaan? Komen er weer aanpassingen in de pensioenregelgeving? De arbeidsmarkt en het ontslagrecht, wat gebeurt daar mee? Wat betekent de Wet Uniformering Loonbegrip die op 1 januari 2013 in werking treedt voor de werkgever en de werknemer? En welke gevolgen heeft de evaluatie voor de werkkostenregeling en welke veranderingen zijn er nog meer? Op de Landelijke Actualiteitendagen hoort u er weer alles over. En wie zich vroeg inschrijft kan wel eens niet 1 belastingvrije fiets, maar er liefst 3 winnen! Een lustrum met inhoud De Landelijke Actualiteitendagen vinden dit jaar voor de 10e keer plaats. Door de prijs zo laag mogelijk te houden en constant te investeren in de inhoud zien we de bezoekersaantallen door de jaren heen stijgen. En ook dit jaar gaan we weer een boeiend programma voor u samenstellen. De exacte inhoud is uiteraard nog afhankelijk van de ontwikkelingen in de komende maanden. Maar uiteraard zullen we de laatste nieuwsfeiten rond de werkkostenregeling onder de loep nemen en de gevolgen van de uniformering van het loonbegrip. En een overzicht van alle ontwikkelingen op het loongebied en hoe de Belastingdienst er mee omgaat tijdens looncontroles.
Vanuit onze Arbeidsjuristen zullen Bart-Jan van Hees en Corina Roks hun blik laten schijnen op de actualiteiten rond het arbeidsrecht en ontslagrecht. Gerard Staats zal het onderdeel oudedagsvoorzieningen verzorgen, ook deze regels veranderen weer. Mochten er andere belangrijke onderwerpen komen dan nemen we die natuurlijk op in het programma. En Prinsjesdag zal uiteraard ook het nodige nieuws brengen. En heeft u zelf een wens? Mail uw onderwerp of vraag naar
[email protected]. Een lustrum, dus ook feest Elk jaar kijken we niet alleen kritisch naar de inhoud, maar ook naar de vormgeving en de locaties en de verzorging. Daarom zijn er dit jaar drie nieuwe locaties: het vernieuwde Van der Valk Eindhoven, Van der Valk Harderwijk en Breukelen. We hebben ze gecheckt zodat u ook buiten de programmaonderdelen om in de watten wordt gelegd. Alle drie zijn ze gelegen direct naast de snelweg. De locaties in Alkmaar, Utrecht/Houten en Den Haag/Nootdorp zijn onveranderd. Een overzicht van alle data en locaties treft u aan op het bijgevoegde inschrijfformulier. Niet 1 fiets per 3 jaar, maar 3 in 1 jaar! Maar er is meer feest. Deelnemers aan de workshops over de werkkostenregeling weten dat we ons nogal kritisch opstellen met betrekking tot fietsplannen onder de werkkostenregeling. Zijn we dan anti-fiets? Nee, zeker niet. We geven ze graag weg. Deelnemers aan de Actualiteitendagen maken kans op een heuse vouwfiets ter waarde van circa € 150. Vroege inschrijvers maken zelfs kans op 3 fietsen! De eerste fiets verloten we namelijk onder diegenen die zich inschrijven vóór 1 juli 2012. Tot die tijd geldt ook weer de verlaagde toegangsprijs van € 245. Elke tweede en volgende deelnemer betaalt € 175. Deelnemers aan de Actualiteitendagen ontvangen ook korting op deelname aan de workshops ‘Werkkostenregeling: van start tot finish’. De andere twee fietsen verloten we ter plekke op de Actualiteitendag. Moet u daar iets voor doen? Nee, helemaal niet. Geen vragen beantwoorden, geen gekke hoed dragen, helemaal niets. Is dit een grap? Nee, echt niet. We vieren gewoon feest en nemen een beetje afscheid van de belastingvrije fiets.
MEER INFORMATIE Wilt u meer informatie over of ondersteuning bij loonbelasting- en sociale zekerheidsaangelegenheden, secundaire arbeidsvoorwaarden, loonkostensubsidies? Neem dan contact op met de Adviesgroep Loon- & Premieheffing (ALP), de specialisten op beloningsgebied binnen BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V.
5
E-mail Lonen
De ALP opereert vanuit Amstelveen, Arnhem, Breda, Rotterdam en Naaldwijk, maar bezoekt graag en regelmatig ook ‘uw BDO-kantoor’. Het secretariaat van de ALP is te bereiken op telefoonnummer 0174 – 63 88 95. Faxen (0174 – 63 88 90) of mailen kan ook (
[email protected]). Het secretariaat legt vervolgens contact met de ALP-adviseur in uw regio. Aan de aanvullende informatieverstrekking en/of advisering kunnen extra kosten zijn verbonden.
Op de website www.bdo.nl/alp vindt u meer informatie over de dienstverlening van ALP. Ook kunt u gebruik maken van de Online Personeelsadviseur: een webservice van BDO voor ondernemers. U vindt hier informatie en documentatie over alle belangrijke P&Oonderwerpen, praktisch toepasbaar en overzichtelijk gepresenteerd op een speciaal voor werkgevers ontwikkelde website. Via de Online Personeelsadviseur kunt u voorts op de
hoogte blijven van actuele (fiscale) ontwikkelingen op P&O-gebied. Het enige dat u hoeft te doen om toegang te krijgen is zich te registreren. Voor het kunnen downloaden van een aantal nuttige documenten dient u te be-schikken over een abonnement. Bent u nog niet bekend met onze online diensten, maar wel geïnteresseerd in de mogelijkheden? Ga naar www.mijnbdo.nl voor meer informatie.
Colofon Deze regelmatig verschijnende gratis digitale service ‘E-mail Lonen’ is een uitgave van de Adviesgroep Loon- en Premieheffing van BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. Deze publicatie is zorgvuldig voorbereid, maar is in algemene bewoordingen gesteld en bevat alleen informatie van algemene aard. Deze publicatie bevat geen advies voor concrete situaties, zodat uitdrukkelijk wordt aangeraden niet zonder advies van een deskundige op basis van de informatie in deze publicatie te handelen of een besluit te nemen. Voor het verkrijgen van een advies dat is toegesneden op uw concrete situatie kunt u zich wenden tot BDO
Accountants & Belastingadviseurs B.V. of een van haar adviseurs. BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. en haar adviseurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelen of het nemen van besluiten op basis van de informatie in deze publicatie.
BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. handelt tevens onder de namen: BDO Accountants, BDO Belastingadviseurs, BDO International Tax Services, BDO Tax Consultants. BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V. is lid van BDO International Ltd, een rechtspersoon naar Engels recht met beperkte aansprakelijkheid, en maakt deel uit van het wereldwijde netwerk van juridisch zelfstandige organisaties die onder de naam ‘BDO’ optreden.
BDO is een op naam van Stichting BDO te Amsterdam geregistreerd merk. In deze publicatie wordt BDO gebruikt ter aanduiding van de organisatie die onder de merknaam ‘BDO’ actief is op het gebied van de professionele dienstverlening (accountancy, belastingadvies en consultancy).
BDO is de merknaam die wordt gebruikt ter aanduiding van het BDOnetwerk en van elk van de BDO Member Firms.
06/2012 – FB12237