Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg 2012
Datum Status
1 juni 2011 Definitief
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Colofon
Afzendgegevens
Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Forensische Zorg Schedeldoekshaven 101 2511 EM Den Haag Postbus 30132 2500 GC Den Haag www.dji.nl
[email protected] T 088 074 54 96
Auteurs
Dienst Justitiële Inrichtingen Directie Forensische Zorg
Pagina 3 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Inhoud
Colofon - 3 1
Inleiding - 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2
Beleid en kaders voor de inkoop 2012 - 9 Doelstellingen en speerpunten forensische zorg - 9 Uitvoering van de speerpunten - 9 Programma’s en projecten van het ministerie van V&J. - 10 Inkoopkader - 11 Selectie op kwaliteit - 12 Regulier/licht contract - 12
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3
Vraag en aanbod in de forensische zorg - 13 Forensisch zorgaanbod - 13 Analyse van de TBS-capaciteit - 13 Analyse van het klinische en ambulante zorgaanbod - 14 Analyse van de zorg aan gedetineerden - 18 Uitkomsten inkoop 2011 - 20 Forensische zorgvraag - 20 Aantal TBS-opleggingen - 21 Toeleidingen naar klinische zorg en verblijfszorg - 22 Toeleidingen naar Ambulante zorg en Verblijfszorg - 25 Informatie over zorg aan gedetineerden - 26 Informatie van zorgaanbieders over de zorginkoop 2011 - 27 Conclusies ten aanzien van aanbod en vraag forensische zorg - 27 TBS - 27 Klinische forensische zorg - 27 Ambulante forensische zorg: - 28
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.3 4.4
DB(B)C’s & ZZP’s - 31 DB(B)C’s in 2010-2011 - 31 Facturatie in DB(B)C’s - 31 Inkoop in DB(B)C’s - 31 DB(B)C’s in 2012 - 33 Bevoorschotting 2012 - 34 ZZP’s en extramurale AWBZ parameters - 34 Conclusies ten behoeve van de inkoop 2012 - 34
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Ontwikkelingen in de forensische zorg - 35 Ontwikkelingen in de TBS - 35 Ontwikkelingen in de forensische zorg - 36 Ontwikkelingen in de zorg aan gedetineerden - 37 Ontwikkelingen in de ambulante justitiële verslavingszorg - 38
Pagina 5 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
1
Inleiding
De Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor alle forensische zorg in een strafrechtelijk kader. De inkoop van forensische zorg is daartoe belegd bij de directie Forensische Zorg (DForZo) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). DJI is een agentschap van het ministerie van Veiligheid en Justitie (ministerie van V&J). Voor de zorginkoop 2012 is deze nota Uitgangspunten zorginkoop forensische zorg 2012 opgesteld. Met deze nota wordt inzicht gegeven in de overwegingen van de directie Forensische Zorg voor de zorginkoop van 2012. De overwegingen en de betekenis ervan worden uitgewerkt in de Handleiding inkoop forensische zorg 2012, de Handleiding planning & control voor forensisch psychiatrische centra, de Handleiding planning & control voor de twee rijks-forensisch psychiatrische centra en de Handleiding planning & control gevangeniswezen voor de penitentiair psychiatrische centra. Deze documenten, met uitzondering van de Handleiding planning & control gevangeniswezen, worden op 15 augustus 2011 gepubliceerd. Bij de totstandkoming van deze nota is gebruik gemaakt van bronnen, zoals de informatiesystemen van ketenpartners, bekostigingssystemen en kwalitatieve informatie van stakeholders. Ook informatie verstrekt door de zorgaanbieders is benut. De offertes voor forensische zorg 2011 hebben veel bruikbare informatie opgeleverd. Ook informatie uit de gesprekken met de koepelorganisaties en de marktconsultatie van mei 2011 bieden relevante informatie ter onderbouwing van de uitgangspunten voor de zorginkoop. DForZo subsidieert zorg en koopt zorg in bij verschillende marktsegmenten. In deze nota van uitgangspunten wordt de onderstaande indeling van segmenten gehanteerd met daarbij vermeld de basis voor de afspraken: − Forensisch psychiatrische centra (FPC’s) (subsidie en aanbestedingscontracten); − klinische en ambulante forensische zorg (regulier/licht contract); − zorg aan gedetineerden (inbesteding, reguliere contract en aanbesteding); − ambulante justitiële verslavingszorg (aanbesteding). Deze indeling wordt in de verschillende hoofdstukken van deze nota gehanteerd. De afspraken die bij de inkoop van forensische zorg 2012 worden gemaakt, hebben alleen betrekking op de reguliere of lichte contracten. Afspraken in het kader van de aanbestedingen, inbesteding of subsidies zijn gemaakt voor een bepaalde periode en wijzigen niet bij de inkoop 2012. Na deze inleiding wordt in hoofdstuk twee ingegaan op de beleids- en inkoopkaders. In hoofdstuk drie worden het aanbod van- en de vraag naar forensische zorg geanalyseerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier ingegaan op de bekostiging van de forensische zorg. In hoofdstuk vijf worden ontwikkelingen in de forensische zorg beschreven op basis waarvan de uitgangspunten voor de zorginkoop 2012 worden bepaald.
Pagina 7 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
2
Beleid en kaders voor de inkoop 2012
2.1
Doelstellingen en speerpunten forensische zorg De doelstellingen van de inkoop forensische zorg 2012 door DForZo sluiten aan op de strategische beleidskaders van het ministerie van V&J. De algemene doelstelling van het ministerie van V&J is het verminderen van recidive. Ook heeft het kabinet in het regeerakkoord het voornemen opgenomen om de positie van slachtoffers te versterken. Daarnaast gelden voor het beleid ten aanzien van forensische zorg de volgende doelstellingen: 1 Voldoende zorgcapaciteit; 2 De juiste patiënt op het juiste bed; 3 Kwalitatief goede zorg gericht op de veiligheid van de samenleving; 4 Goede aansluiting met de reguliere zorg. Deze doelstellingen vormen sinds 2008 de basis voor de inkoop van forensische zorg. DForZo heeft deze doelstellingen vertaald naar speerpunten voor inkoop van forensische zorg. Voor 2012 gelden dezelfde speerpunten als in voorgaande jaren: 1 Recidivevermindering; 2 Ketensamenwerking tijdens de strafrechtelijk titel; 3 Continuïteit van zorg na de strafrechtelijke titel; 4 Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg. Daarnaast wil DForZo in lijn met de ontwikkelingen in de reguliere GGZ het aanbod van ambulante forensische zorg vergroten. Als gevolg hiervan is het ambulante aanbod de afgelopen jaren sterk toegenomen1. Bij de inkoop 2011 is op twee manieren de uitbreiding van ambulante zorg gestimuleerd. Ten eerste is daar waar sprake was van onderproductie op het klinische aanbod substitutie naar het ambulante aanbod toegepast. Ten tweede zijn de beschikbare groeimiddelen met name ingezet ter uitbreiding van het ambulante zorgaanbod. Voor de inkoop 2012 streeft DForZo naar verdere uitbreiding van de ambulante zorg.
2.2
Uitvoering van de speerpunten Recidivevermindering Het ministerie van V&J wil de recidive verminderen. Recidive tijdens en na behandeling is de uitkomstmaat voor de forensische zorg. Om de recidive-informatie beter te kunnen benutten voor de kwaliteit van zorg, wil DForZo tezamen met de zorgaanbieders en ketenpartners de informatievoorziening over recidive verbeteren. Voor de terugkoppeling van recidive na behandeling wordt, vergelijkbaar met de bestaande TBS-recidivemonitor, in samenwerking met het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van V&J een recidivemonitor ontwikkeld voor de gehele forensische zorg. Voor de terugkoppeling van recidive tijdens de behandeling wordt momenteel in kaart gebracht op welke wijze dergelijke informatie op casusniveau kan en mag worden teruggekoppeld aan zorgaanbieders.
1
Zie hoofdstuk 3 voor een nadere toelichting. Pagina 9 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Ketensamenwerking tijdens de stafrechtelijke titel De ambulante zorg en verblijfsvoorzieningen zijn belangrijk voor de verbetering van de door- en uitstroom uit de instelling. Hiernaast spelen deze voorzieningen een belangrijke rol in de verbetering van de aansluiting van de zorg in strafrechtelijk kader op de reguliere zorg. In 2012 streeft de DForZo ernaar de rol van de aanbieders van ambulante zorg en verblijfsvoorzieningen te versterken en zo de door- en uitstroomresultaten te verbeteren. Hierbij kan de informatie-uitwisseling tussen verschillende ketenpartners bijdragen aan de verbetering van de doorstroom, uitstroom uit de instelling en het toezicht op de naleving van de voorwaarden. Continuïteit van zorg na de strafrechtelijke maatregel De overgang van zorg in strafrechtelijk kader en zorg tijdens detentie naar de reguliere zorg na afloop van de strafrechtelijk maatregel is van grote invloed op het terugdringen van recidive. Ook in 2012 streeft DForZo ernaar in samenwerking met ketenpartners de continuïteit van zorg te verbeteren. Met name de aansluiting van de forensische psychiatrische klinieken en -afdelingen op de reguliere geestelijke gezondheidszorg (GGZ) behoeft verbetering. Deze verbetering is een geleidelijk proces en richt zich enerzijds op het stelsel van de zorg en anderzijds op de uitvoering van de zorg waarbij de zorgaanbieders, zorgverzekeraars, het ministerie van V&J en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn betrokken. Kwaliteitsverbetering van de geboden zorg DForZo streeft naar constante verbetering van de kwaliteit van zorg. Zorginnovatie wordt ook in 2012 door DForZo gestimuleerd. In samenwerking met de brancheorganisaties en hun achterban wordt invulling gegeven aan de inzet van innovatiebudget ter verbetering van de kwaliteit van zorg. In de Handleiding inkoop forensische zorg 2012 wordt uitgewerkt op welke wijze DForZo in 2012 de kwaliteitsverbetering stimuleert. 2.3
Programma’s en projecten van het ministerie van V&J Binnen het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties worden diverse programma’s en projecten uitgevoerd die van invloed zijn op de forensische zorg. In het onderstaande wordt ingegaan op het programma Modernisering Gevangeniswezen, het programma Veiligheidshuizen en het project Forensische Zorg. Programma Modernisering Gevangeniswezen Het programma Modernisering Gevangeniswezen draagt bij aan recidivevermindering door een effectieve, efficiënte en persoonsgerichte benadering van gedetineerden waardoor de kans op re-integratie wordt vergroot en de kans op detentieschade wordt verkleind. Zorg voor gedetineerden is een belangrijk aspect van de persoonsgerichte benadering. Dit betekent dat gedetineerden met een psychische stoornis en klinische zorgbehoefte in beginsel worden geplaatst in de GGZ. Indien dat niet mogelijk is, volgt plaatsing in een PPC. In de PPC’s zijn de zorgplaatsen binnen het gevangeniswezen gecentraliseerd. Deze bevinden zich in Zwolle, Vught, Scheveningen, Amsterdam en Maastricht. Programma Veiligheidshuizen In de Veiligheidshuizen werken partners vanuit justitie, gemeenten, zorg- en hulpverlening samen om een geïntegreerde, persoonsgerichte aanpak vorm te geven voor complexe groepen, als veelplegers, huiselijk geweldplegers en gedetineerden. Gestreefd wordt naar Veiligheidshuizen met een regiofunctie, waar alle partners actief participeren zodat verbinding kan worden gelegd tussen straf, zorg, bestuur en civiel. Een effectieve interventie vereist tijdig een volledig beeld van de problematiek. Informatie-uitwisseling op een vroeg moment, op need-toPagina 10 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
know basis, is daarvoor van belang. Het programma Veiligheidshuizen streeft ernaar dat aanbieders van forensische zorg zijn aangesloten bij de Veiligheidshuizen en bijdragen aan de continuïteit van zorg en bijdragen aan het verkrijgen van een actueel en volledig beeld van de problematiek. Project Forensische Zorg Het vernieuwde stelsel van forensische zorg zal een wettelijke grondslag krijgen in de Wet forensische zorg. Als overbrugging is een Algemene Maatregel van Bestuur, het Interim Besluit Forensische Zorg, op 1 januari 2011 van kracht geworden. Dit besluit vormt voor DForZo en de zorgaanbieders het juridische kader voor de forensische zorg. De Tweede Kamer beslist over de behandeling van het wetsvoorstel. Dit kan ertoe leiden dat de datum van inwerkingtreding van de Wet forensische zorg 1 januari 2013 wordt. De subsidierelatie met de FPC’s wordt tot de datum van inwerkingtreding van de Wfz voortgezet. In 2011 en 2012 wordt in samenwerking met de FPC’s de voorbereidingen getroffen voor de overgang van een subsidierelatie naar een contractrelatie. 2.4
Inkoopkader Contracteerruimte In deze nota wordt het uitgangspunt gehanteerd dat in 2012 ruimte is voor de groei van forensische zorg. In de Handleiding inkoop forensische zorg 2012, die op 15 augustus 2011 verschijnt, worden de exacte omvang van de groeiruimte en de aangewezen groeisegmenten beschreven. Bekostigingssystematiek Voor de bekostiging van forensische zorg worden de DBBC2- en de ZZPsystematiek3 gehanteerd. Het grootste deel van de forensische zorg wordt per 1 januari 2011 gedeclareerd via de DB(B)C’s. Voor de beperkte groep cliënten die alleen begeleiding met verblijf ontvangen en voor verblijfszorg aan verstandelijke gehandicapten worden ZZP’s gehanteerd. Voor de ambulante begeleiding blijven de extramurale NZa-parameters gelden, zoals deze ook in de AWBZ van toepassing zijn. Herschikking 2011 De herschikking van 2011 dient als uitgangspunt voor de NZa- en DB(B)C-offerte 2012. Voor aanvang van het herschikkingsproces worden de zorgaanbieders hierover nader geïnformeerd. Afrekensystematiek Evenals in 2011 wordt in 2012 in het kader van een doelmatige inzet van middelen afgerekend op basis van werkelijk geleverde productie. De laatst gemaakte budgetafspraak geldt hierbij als plafond. Deze afrekensystematiek geldt voor de inkoop van forensische zorg waaronder de zogenaamde pijplijncapaciteit4. Voor aanbestedingscontracten worden afzonderlijke afspraken gemaakt.
2 3 4
Diagnose Behandel en Beveiligingscombinatie Zorgzwaartepakket Dit betreft nog te realiseren capaciteit op basis van een eerdere toelating van het ministerie
van VWS. Pagina 11 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
2.4.1
Selectie op kwaliteit DForZo introduceerde vorig jaar het principe dat het garantiebudget werd verlaagd waarbij de vrijkomende middelen konden worden terugverdiend op basis van een aantal kwaliteitseisen. De toekenning van groei vond tevens plaats op basis van kwaliteitscriteria. DForZo ziet dit als een belangrijk instrument om invulling te geven aan de doelstellingen van forensische zorg en zorgaanbieders te stimuleren deze doelstellingen ten uitvoer te brengen bij het aanbod van forensische zorg. Voor de inkoop van forensische zorg in 2012 wordt bezien op welke wijze dit instrument opnieuw kan worden toegepast. De kwaliteitscriteria worden uitgewerkt in de Handleiding inkoop forensische zorg 2012. De effectiviteit en kwaliteit van zorg zijn primair bepalend voor de inkoop van forensische zorg. Sinds 2008 worden kwalitatieve criteria gehanteerd door DForZo. Op deze wijze heeft DForZo bij de toekenning van budget geselecteerd op kwaliteit. De gehanteerde criteria hebben betrekking op de administratie, verantwoording en eisen aan het zorgaanbod die aansluiten op de speerpunten van de zorginkoop. Naast het selecteren op kwaliteit streeft DForZo ernaar om te sturen op de kwaliteit van de forensische zorg. Dit krijgt vorm door de prestaties ten aanzien van de kwaliteitscriteria in het lopende jaar te beoordelen. Daarnaast stimuleert DForZo zorgaanbieders ten aanzien van professionele ontwikkeling en innovatie.
2.4.2
Regulier/licht contract In 2011 heeft DForZo met 13 FPC’s 5 een bekostigingsrelatie. Daarnaast heeft DForZo met 97 zorginstellingen een inkoopcontract. Deze contracten zijn zeer divers in aard en omvang. DForZo houdt hiermee rekening door naast het reguliere contract ook een lichte contractsvorm aan te bieden voor organisaties met een budgetomvang tot € 500.000. De contractsvormen verschillen met name in de administratieve verantwoording. Net als in 2011 hanteert DForZo bij de zorginkoop een ander beoordelingskader voor lichte contractspartijen dan voor reguliere contractspartijen. Hierbij wordt opgemerkt dat de inhoudelijke speerpunten niet afwijken, echter wel de wijze waarop de zorgaanbieder wordt gevraagd in de offerte in te gaan op de speerpunten. DForZo sluit tevens declaratieovereenkomsten af. In de Handleiding inkoop forensische zorg 2012 worden de voorwaarden voor deze overeenkomst toegelicht. Bij de toeleiding naar zorgaanbieders bestaat als uitzondering de mogelijkheid justitiabelen naar niet door DForZo gecontracteerde zorgaanbieders toe te leiden. Dit zijn zogenaamde eenpitters. DForZo wilde dergelijke toeleidingen in 2011 verminderen. Op basis van de feitelijke toeleidingen in 2011 is de verwachting dat het aantal toeleidingen juist toeneemt. De toeleiding naar dergelijke zorgaanbieders is soms noodzakelijk, maar voor 2011 en 2012 streeft DForZo naar een absoluut minimum. DForZo benadrukt dat cliënten met een strafrechtelijke titel moeten worden toegeleid naar een gecontracteerde zorgaanbieder.
5
13 FPC’s waarvan acht met een subsidierelatie. Een FPC heeft een tendercontract en vier
FPK’s hebben een inkoopcontract. Pagina 12 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
3
Vraag en aanbod in de forensische zorg
Voor het bepalen van de aard en de omvang van de in te kopen zorg is het van belang de zorgvraag en het zorgaanbod te analyseren. Aan de hand van drie informatiebronnen worden in deze nota de uitgangspunten voor de inkoop van forensische zorg in 2012 onderbouwd: − De trends en ontwikkelingen in het zorgaanbod worden inzichtelijk gemaakt aan de hand van een analyse van de inkoop- en realisatiegegevens van 20092011; − De trends en ontwikkelingen in de zorgvraag worden op basis van de gegevens van de verwijzers in het forensische veld in beeld gebracht. Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP), de drie reclasseringsorganisaties (3RO) en het Gevangeniswezen is gevraagd deze ontwikkelingen en eventuele knelpunten in de forensische zorg aan te geven; − De gecontracteerde zorgaanbieders hebben via een marktconsultatie informatie aangeleverd over de ontwikkelingen in de zorgvraag. In de marktconsultatie is gevraagd naar hun beeld ten aanzien van de forensische zorgvraag in relatie tot het bij hen gecontracteerde zorgaanbod. 3.1
Forensisch zorgaanbod In deze paragraaf is de analyse gemaakt van de cijfers van TBS met dwangverpleging, de inkoopgegevens 2009-2011 voor de klinische en ambulante zorg en de zorg aan gedetineerden. Als laatste worden de belangrijkste ontwikkelingen in de realisatiecijfers voor het eerste kwartaal 2011 beschreven.
3.1.1
Analyse van de TBS-capaciteit Onderstaande tabellen tonen respectievelijk de gemiddelde productieafspraken met FPC’s en de bezetting van de FPC-capaciteit. Gemiddelde productie afspraken FPC 2007 – 2011 2007
2008
2009
2010
2011
1.792
1.901
2.053
2.074
2.009
Tabel 1: Gemiddelde productie afspraken 2007 – 2011 (bron: budgetbrieven)
De gerealiseerde capaciteit is toegenomen van 1.703 in 2007 naar 2.156 in 2010. De gemiddelde productieafspraken zijn meegegroeid met de toegenomen capaciteit. In 2011 wordt echter een daling verwacht van de benodigde capaciteit waardoor de productieafspraken in 2011 onder het niveau van die in 2009 uitkomen. Bezetting FPC 2007 – 2010 (ultimo september) 2007
2008
2009
2010
1.797
1.883
2.008
1.977
Tabel 2: Totale bezetting FPC’s 2006-2010 (bron: Forensische zorg in getal)
De werkelijke bezetting van 2007 tot september 2010 laat een stijgende lijn zien. De verwachting is dat de bezetting in 2010 ongeveer gelijk is aan de bezetting 2009. De werkelijke bezetting in 2010 wordt in juni 2011 bekend. Pagina 13 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
De TBS-capaciteit aanbesteed in Tender III loopt per 1 januari 2013 af. Door onder andere het dalende aantal TBS-opleggingen neemt de behoefte aan TBS-capaciteit af (zie paragraaf 3.2.1). Dit leidt ertoe dat de capaciteit in Tender III niet volledig opnieuw wordt uitgezet. 3.1.2
Analyse van het klinische en ambulante zorgaanbod Klinische zorg 2009-2011 Het budget voor de klinische en de verblijfszorg is gegroeid van 89 miljoen euro in 2009 naar 112 miljoen euro in 2011. Het aantal bedden is in deze jaren toegenomen van 965 naar 1.161. Grafiek 1 geeft de ontwikkeling weer van het aantal bedden dat door DForZo is ingekocht van 2009 tot en met 2011. Daarin is de totale groei waar te nemen en tevens de ontwikkeling per klinisch- en verblijfssegment.
1.400 1.200 1.000 RIBW (SGL)VG
800
FPK FPA Reguliere GGZ Verslavingszorg
600 400 200 0 2009
2010
Grafiek 1: Verdeling aantal bedden per segment 2009-2011
Pagina 14 van 38
2011
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Grafiek 2 toont de omvang van de budgetafspraken en de realisatie op de klinischeen verblijfssegmenten.
40 Afspr 2009 Realis 09 Afspr 2010
30
Realis 10 Afspr 2011
20
10
0
VZ
Reg GGZ
FPA
FPK
SGLVG
RIBW
Grafiek 2: Afspraken versus realisatie 2009-2011 per segment (in mln. euro’s) In het onderstaande worden de ontwikkelingen, zoals weergegeven in de grafieken 1 en 2, beschreven voor de periode 2009-2011. Verslavingszorg DForZo heeft tot en met 2010 jaarlijks meer capaciteit gecontracteerd in de klinische verslavingszorg. In 2010 bleef de realisatie op de productieafspraken achter en is de capaciteit neerwaarts bijgesteld voor de contracteerperiode 2011. Reguliere GGZ De reguliere GGZ is het kleinste klinische segment in budget en aantal bedden. De capaciteitsontwikkeling laat in jaren 2009-2011 een redelijk constant beeld zien. Forensische Psychiatrische Afdelingen Het segment forensisch psychiatrische afdelingen (FPA’s) omvat het grootste aantal klinische bedden. In dit segment heeft in 2010 en 2011 (met een uitloop naar 2012) uitbreiding plaatsgevonden door pijplijncapaciteit. Voor deze capaciteit is voor 2008 door het ministerie van VWS een toelating is afgegeven. Deze toelating is met de stelselwijziging in 2008 door het ministerie van V&J overgenomen. De uitbreiding door de realisatie van de tijdelijke (aanbestedings-) capaciteit voor zorg aan gedetineerden in de GGZ (aanbesteding forensische zorg aan gedetineerden (FZG)) is niet in bovenstaande gegevens opgenomen (zie paragraaf 3.1.3). Forensisch Psychiatrische Klinieken Van 2009 tot 2011 heeft uitbreiding plaatsgevonden van forensisch psychiatrische kliniek (FPK)-plaatsen. Dit betreft geen nieuwbouwcapaciteit, maar de omzetting van TBS-capaciteit naar reguliere FPK-capaciteit. In 2011 is nog capaciteitsuitbreiding voorzien door de realisatie van een forensische verslavingskliniek (FVK), tevens pijplijncapaciteit. Deze capaciteit is nog niet in de afspraken (grafiek 2) opgenomen. De FPK die in 2011 in het kader van de FZGcapaciteit wordt gerealiseerd, is niet in grafiek 2 opgenomen (zie paragraaf 3.1.3). Pagina 15 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
(Sterk Gedragsgestoord Licht)Verstandelijk Gehandicapten Op dit segment heeft een grote uitbreiding van de gecontracteerde capaciteit plaatsgevonden in de periode 2009-2011. De uitbreiding bestaat uit het beschikbaar komen van eerder voorziene SGLVG+ capaciteit (pijplijncapaciteit). Om de doorstroom uit de SGLVG+ te bevorderen is binnen het VG-segment meer capaciteit gecontracteerd. VG-verblijf was in 2011 een groeisegment. Op basis van de beoordeling van de offertes is 190% van het daarvoor beschikbare (geoormerkte) budget toegekend. Deze overschrijding komt deels voort uit het toepassen van de fluctuatieregeling waarbij extra bedden zijn toegekend om meer flexibiliteit toe te kunnen staan bij, met name, de lichte contracten. Beschermde woonvormen Het segment regionale instellingen voor beschermd wonen (RIBW) is het grootste segment als het gaat om het aantal verblijfsplaatsen. Dit betreft verblijf zonder behandeling. Sinds 2009 is er sprake van een forse toename, zowel in afspraken als in realisatiecijfers. Ondanks een algehele toename in de realisatiecijfers is er jaarlijks sprake van onderbezetting ten opzichte van de afspraken. In 2011 heeft er met name op grond van spreiding en diversiteit in het aanbod uitbreiding plaatsgevonden. Aantal eerste opnames Als verdiepingslag van bovenstaande gegevens volgt in tabel 3 een overzicht van de ontwikkeling in het aantal eerste opnames 2009-2011. Deze tabel toont dat een toename in het aantal eerste opnames heeft plaatsgevonden in de FPA’s. Dit kan worden verklaard door enerzijds de toename van het aantal bedden en anderzijds door de toename van de turn-over op deze bedden. Dit laatste betekent dat patiënten meer dan in 2009 voor een relatief korte periode werden opgenomen.
Aantal eerste opnames 2009-2011 (afspraak – realisatie) 2009 Afspraak Realisatie
2010 Afspraak Realisatie*
2011 Afspraak
Verslavingszorg
368
555
536
535
537
Reguliere GGZ
242
176
194
205
241
FPK
215
258
307
307
274
FPA
307
309
240
340
352
Totaal
1132
1298
1277
1370
1404
Tabel 3: Eerste opnames 2009-2011 * De realisatiecijfers 2010 zijn nog niet definitief vastgesteld.
Pagina 16 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Ambulante zorg Het budget voor de ambulante zorg in de reguliere contracten is van 2009 tot 2011 gegroeid van 33 miljoen naar 46 miljoen euro. Onderstaande grafiek laat deze budgettaire ontwikkeling per ambulant segment zien.
30 25 20 Afspr 09 Real 09 Afspr 10 Real 10 Afspr 11
15 10
For GG Z
VZ zor g
VG am b
Reg GG Z
0
Beg ele idin g
5
Grafiek 3: Afspraken versus realisatie per segment 2009-2011 (in mln. euro’s) Op grond van bovenstaande gegevens wordt hieronder de ontwikkeling per ambulant segment voor de periode 2009-2011 beschreven. Reguliere GGZ De reguliere GGZ is één van de kleinste ambulante segmenten die over de jaren heen min of meer van gelijke omvang is gebleven. In 2010 laat dit segment een kleine terugval zien in de realisatie. Om aan te sluiten op de groei in de forensische ambulante behandeling heeft in 2011 groei plaatsgevonden in de reguliere GGZ. Verstandelijk Gehandicaptenzorg De VG is het kleinste ambulante segment. Wel is het van belang aan te geven dat dit uitsluitend de parameters betreft die door de VG-instellingen worden geleverd. In de overige segmenten wordt ook zorg geleverd aan justitiabelen met een verstandelijke beperking. De VG was in 2011 een groeisegment, echter hier heeft een beperkte uitbreiding plaatsgevonden. Verslavingszorg Dit segment is tot en met 2010 vrijwel gelijk gebleven qua omvang. De groei die in 2011 is ontstaan, hangt samen met de afbouw van klinische capaciteit in de verslavingszorg en de substitutie daarvan naar ambulante zorg. Begeleiding Dit segment heeft betrekking op zowel begeleiding als de dagactiviteiten. De ontwikkeling in dit segment hangt samen met de groei in de beschermde woonvormen. Pagina 17 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Forensische GGZ Dit is het grootste segment binnen de ambulante zorg in aantallen en in budget en heeft tevens de grootste ontwikkeling doorgemaakt in de periode 2009-2011. Zowel in afspraken als in realisatie groeit dit segment nog steeds. Eerste inschrijvingen Aan de hand van het aantal eerste inschrijvingen in de ambulante zorg (zie tabel 4) kunnen bovenstaande gegevens nader worden bekeken. Het aantal eerste inschrijvingen van 2009-2011 onderschrijft de groei in de ambulante zorg. De (nog niet definitief vastgestelde) realisatie in 2010 laat echter een kleine terugval zien. Alleen met instellingen in de reguliere GGZ, verslavingszorg en de forensische GGZ worden afspraken gemaakt over het aantal eerste inschrijvingen. Als gevolg hiervan is er geen beeld van het aantal eerste inschrijvingen in de VG-zorg.
Aantal eerste inschrijvingen 2009-2011 (afspraak – realisatie) 2009 Afspraak Realisatie
2010 Afspraak Realisatie*
2011 Afspraak
Regulier
398
408
456
398
628
Verslavingszorg
872
1211
1125
1114
1629
Forensische zorg
4989
5789
6038
5631
6168
Totaal
6259
7408
7619
7143
8425
Tabel 4: Aantal eerste inschrijvingen 2009-2011 * De realisatiecijfers 2010 zijn nog niet definitief vastgesteld. Ambulante Justitiële Verslavingszorg Met de aanbesteding Ambulante Forensische Zorg voor justitiabelen met een comorbide problematiek waaronder verslavingszorg (aanbesteding JVZ), heeft DForZo met ingang van 2009 een gericht ambulant zorgaanbod ingekocht in 11 steden in Nederland. Deze zorg is een specifiek onderdeel binnen de gecontracteerde ambulante zorg. In 2010 heeft een uitbreiding plaatsgevonden met een tweede perceel in Den Haag. Het totaal beschikbare budget voor deze aanbesteding is in 2010 verdubbeld van 4 miljoen euro naar 8 miljoen euro. De aanbesteding JVZ heeft ondermeer als doel het aantal toeleidingen naar verslavingszorg in een voorwaardelijk strafrechtelijk kader te verhogen en heeft een looptijd tot 1 januari 2013. 3.1.3
Analyse van de zorg aan gedetineerden In samenwerking met de Directie Gevangeniswezen (GW) van DJI koopt DForZo zorg in voor gedetineerden. Deze zorg heeft betrekking op de plaatsen in de PPC’s, de ambulante zorg die daar wordt geleverd middels zogenaamde ‘inbestedingscontracten’, de ambulante zorg in de Penitentiaire Inrichtingen (PI’s) alsmede de capaciteit voor gedetineerden in de GGZ. PPC DForZo koopt capaciteit in bij de PPC’s. In 2009 ging het nog om 194 plaatsen, maar dit aantal is daarna aanzienlijk gestegen. Daarnaast heeft DForZo medio 2010 een inbesteding uitgezet voor de inkoop van ambulante zorg in vier PPC’s (Vught, Haaglanden, Amsterdam en Zwolle). Met de PPC Overmaze zijn in een eerder Pagina 18 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
stadium afspraken gemaakt over de inkoop ambulante zorg. De zorg die in het kader van deze inbesteding is ingekocht loopt zeer uiteen. Het varieert van Liebermannmodules tot bijvoorbeeld achterwacht in de GGZ. In 2011 voert DForZo een nadere kwalitatieve analyse uit op deze inbesteding. Deze inbesteding loopt in 2011 af. De wijze waarop in 2012 invulling wordt gegeven aan de inkoop van ambulante zorg in de PPC’s wordt beschreven in de Handleiding inkoop forensische zorg 2012. Ambulante zorg in de PI Zorg in de PI was een van de groeisegmenten voor 2011. De toegekende groei voor 2011 bedroeg € 453.370. Dit groeisegment kan in de realisatiecijfers niet separaat worden weergegeven, omdat deze productie is opgenomen in de andere ambulante segmenten. Voor 2012 zullen de zorgaanbieders die zorg leveren in de PI dit ook specifiek gaan vermelden in Repad, zodat de realisatie van de ingekochte zorg in de PI inzichtelijk wordt. Capaciteit zorg aan gedetineerden in de GGZ Beschikbare capaciteit FZG 2009
2010
2011
FPA -FZG
152
152
160
FPK - FZG
0
0
24
RIBW - FZG
40
40
30
Totaal
192
192
212
Tabel 5: Beschikbare FZG-capaciteit 2009-2011 Met de aanbesteding Forensische zorg aan gedetineerden in de GGZ (FZG) is klinische- en verblijfscapaciteit gerealiseerd waar gedetineerden op grond van diverse forensische zorgtitels in de GGZ kunnen worden geplaatst en behandeld. In 2011 wordt de laatste uitbreiding van de capaciteit in het kader van deze aanbesteding gerealiseerd. De looptijd van deze aanbesteding is tot 1 januari 2017.
Plaatsen en realisatie FZG 2011 Aantal plaatsen % realisatie FPA -FZG
160
76%
RIBW - FZG
30
47%
Tabel 6: Plaatsen en realisatie FZG In bovenstaande tabel staan de beschikbare FZG-capaciteit voor 2011 en de realisatiecijfers voor het eerste kwartaal van 2011. In het eerste kwartaal van 2011 was nog geen FZG-capaciteit in een FPK beschikbaar.
Pagina 19 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
3.1.4
Uitkomsten inkoop 2011 De realisatiecijfers van het eerste kwartaal van 2011 laten een budgettaire onderproductie van 10% zien. Extrapolatie van deze gegevens voor het hele jaar laat een te verwachten realisatie zien van 93% op het klinische segment. Op het ambulante deel is een realisatie van 83% te verwachten. Hieronder volgt een toelichting op de realisatiecijfers van enkele noemenswaardige (sub-) segmenten. Klinische zorg en verblijfscapaciteit FPA’s en FPK’s laten vrij hoge realisatiecijfers zien in de verblijfsdagen, meer dan 90%. Bij de FPA’s is zelfs sprake van overproductie. De realisatie van de RIBW’s blijft achter bij de afspraken. Afgelopen jaren heeft uitbreiding op dit segment plaatsgevonden om aan spreiding- en diversiteitvraag te kunnen voldoen. In 2011 was VG-verblijf een groeisegment. In onderstaande tabel worden de realisatiepercentages van (SGL)VG-verblijf en –behandeling separaat weergegeven. Realisatie afspraken VG 2011 in % Realisatie % VG Verblijf zonder behandeling
49 %
VG Verblijf met behandeling
83 %
SGLVG Verblijf
84 %
SGLVG Behandeling
112%
SGLVG+ Behandeling
64 %
Totaal
78 %
Tabel 7: Realisatie afspraken VG 2011 in procenten Ambulante zorg De realisatie van 83% op het ambulante segment is deels te verklaren door de benodigde opstarttijd die samenhangt met het realiseren van de substantiële groei op dit segment. De verwachting is dat de instroom in de volgende kwartalen toeneemt en de achterblijvende realisatiecijfers zullen worden ingelopen. De ambulante forensische GGZ kent met mere dan 90% het hoogste realisatiecijfer. In dit segment heeft in 2011 tevens een forse groei plaatsgevonden. De ambulante verslavingszorg is met 65% het segment met de laagste realisatiecijfers. 3.2
Forensische zorgvraag DForZo heeft een marktconsultatie uitgevoerd onder de zorgaanbieders en gegevens uitgevraagd bij de verwijzende instanties (3RO, NIFP en de PI’s). Het doel hiervan was om meer feedback van alle betrokken partijen te krijgen over de mate waarin de ingekochte zorg aansluit bij de behoefte die de zorgaanbieders en verwijzers signaleren. Door deze gegevens te toetsen aan de gegevens met betrekking tot het aanbod van forensische zorg (paragraaf 3.1) kan een beeld worden gevormd over de passendheid van het beschikbare aanbod in kwalitatieve en kwantitatieve zin. Hiernaast zijn de zorgaanbieders en verwijzers bevraagd over de ontwikkeling van de vraag naar nieuwe zorginitiatieven. In deze paragraaf worden de belangrijkste uitkomsten beschreven. Pagina 20 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
3.2.1
Aantal TBS-opleggingen Het aantal opleggingen TBS met bevel tot verpleging is ten opzichte van 2006 gehalveerd, zie ook onderstaand overzicht (bron: DForZo in getal). Een substantiële daling in het aantal opleggingen is in 2008 ingezet en nadien nog verder versterkt. Aantal opleggingen tbs met bevel tot verpleging 2006-2010 naar differentiatie 2006
2007
2008
2009
2010
167
179
117
105
91
Gemaximeerde tbs
4
1
1
3
3
Tbs met voorw. omgezet in tbs m.b.t. verpleging
17
5
8
4
0
185
126
112
94
Tbs met bevel tot verpleging
Totaal
188 6
Tabel 8: Aantal opleggingen 2006-2010 (bron: DForZo in getal) De daling van het aantal opleggingen heeft nog niet geleid tot daling in de werkelijke bezetting, zie paragraaf 3.1.1. TBS passanten Totaal aantal dagen wachttijd TBS-passanten 2006 - 2010 2006
2007
2008
2009
2010
359
297
312
261
135
Tabel 9: Gemiddelde dagen wachttijd TBS-passanten 2006-2010 (bron: Forensische zorg in getal) Door de toename van de capaciteit, van 1.703 plaatsen in 2006 naar 2.156 in 2010, is de wachttijd tot plaatsing van alle passanten met de helft verlaagd. In 2006 bedroeg de wachttijd 359 dagen, in 2010 bedroeg deze 135 dagen. De lichte toename in 2008 is te verklaren doordat een groep zwakbegaafden moeilijk te plaatsen was. De capaciteitsuitbreiding heeft ertoe geleid dat het totaal aantal TBSpassanten substantieel is afgenomen van 129 in 2006 naar 19 in 2010.
6
Het aantal opleggingen kan nog hoger uitvallen door het zogenoemde “na-ijl”effect. Dit houdt in dat als gevolg van omzettingen van TBS met voorwaarden naar TBS met dwangverpleging het aantal opleggingen in voorgaande jaren naar boven bijgesteld kan worden. Pagina 21 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Aantal TBS-passanten 2006 – 2010, ultimo jaar 2006
2007
2008
2009
2010
129
133
102
46
19
Tabel 10: Aantal TBS-passanten 2006-2010 (bron: Forensische zorg in getal) Door de capaciteitsuitbreidingen in de TBS zijn het aantal passanten en de wachttijd tot plaatsing in de TBS sterk afgenomen. In de komende jaren zal het aantal passanten verder afnemen als gevolg van het dalend aantal opleggingen.
3.2.2
Toeleidingen naar klinische zorg en -verblijfszorg De gegevens over het aantal toeleidingen naar klinische zorg en verblijfszorg van het NIFP zijn afkomstig de interne systemen van het NIFP en uit IFZO. Door de ontwikkelingen in de implementatie van IFZO wordt de vastlegging in dit systeem vanaf december 2010 betrouwbaar geacht. Indicatiestellingen en plaatsingen Onderstaand wordt het aantal aanvragen tot indicatiestellingen die hebben geleid tot een plaatsingsverzoek weergegeven. Plaatsingsverzoeken indicerende instantie
2010
2011 Q1
2011 Prognose*
NIFP Amsterdam
446
133
532
NIFP Arnhem
278
38
152
NIFP Assen/Leeuwarden/Groningen
68
58
232
NIFP Den Bosch
215
105
420
NIFP Den Haag/Rotterdam
195
117
468
Totaal
1202
451
1804
* Prognose op basis van Q1 2011
Tabel 11: Plaatsingsverzoeken NIFP In het eerste kwartaal van 2011 treedt een aanzienlijke stijging van het aantal plaatsingsverzoeken op. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010 is het aantal verdubbeld. Het NIFP geeft aan dat de stijging van het aantal aanvragen in het eerste kwartaal van 2011 samenhangt met de volgende factoren: − De overheveling van de indicatiestelling voor klinische verslavingszorg van de reclassering naar het NIFP; − Een toename in de opleggingen van bijzondere voorwaarden, ISD en art. 15 (zie tabel 12 strafrechtelijke titels); − Een betere casefinding binnen het Gevangeniswezen; − Een beter gebruik van het registratiesysteem. Pagina 22 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Niet ieder plaatsingsverzoek leidt tot daadwerkelijke plaatsing in een klinische voorziening voor forensische zorg. De reden hiervoor is dat plaatsingsverzoeken kunnen worden afgewezen door instellingen. De meest voorkomende redenen zijn: − Een afwijzing naar aanleiding van het intakegesprek; − Er is (op dat moment) onvoldoende capaciteit om tot plaatsing te kunnen overgaan. Het aantal afgewezen plaatsingsverzoeken in het eerste kwartaal van 2011 is minder snel gegroeid dan in 2010. Het NIFP signaleert dat met name het aanbod voor de (SGL)VG-doelgroep beter lijkt aan te sluiten bij de vraag. Aandeel jeugdigen In het totaal aantal plaatsingsverzoeken vormt de groep jeugdigen een relatief grote groep. Het betreft jeugdigen tussen de 18 en 25 jaar die volgens het volwassenenstrafrecht zijn berecht. In 2010 betrof het 20% van alle plaatsingsverzoeken. Op basis van het eerste kwartaal van 2011 lijkt het aandeel van jeugdigen licht af te nemen tot 16%. In onderstaande tabel is voor 2011 het feitelijk aantal gerealiseerde plaatsingsverzoeken in het eerste kwartaal verwerkt. Het NIFP geeft aan dat er behoefte is aan meer inzicht in het aanbod voor deze doelgroep. Feitelijk aantal gerealiseerde plaatsingsverzoeken
2010
% totaal 2010
2011 Q1
Prognose 2011 *
% totaal 2011
Jonger dan 25 jaar
244
20 %
73
292
16 %
26 tot 65 jaar
942
78 %
374
1496
83 %
Ouder dan 65 jaar
12
1%
4
16
1%
Onbekend
4
0,33%
0
0
-
1202
100 %
451
1804
100%
Totaal
* Prognose op basis van Q1 2011
Tabel 12: Feitelijke aantal gerealiseerde plaatsingsverzoeken
Pagina 23 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Verdeling over strafrechtelijke titels In de verdeling over strafrechtelijke titels valt een verschuiving waar te nemen naar de voorwaardelijke straffen. Plaatsingsverzoeken
2009
2010
Titel - kort
2011
prognose
t/m Q2
2011 4
Art. 37a jo. 37b Sr: TBS met dwangverpleging
1
7
1
Art. 196/317 Sv: Plaatsing vanwege PJ rapportage
0
2
0
0
subtotaal
1
9
1
4
Art. 37jo 39 Sr Strafrechtelijke machtiging
10
136
64
188
subtotaal
10
136
64
188
Art. 14 Bvt: Overpl naar psy. zkh
0
0
1
4
Art. 38a Sr: TBS met voorwaarden
1
44
26
68
Art. 38g Sr: Voorwaard beeindiging van verpleging
1
28
11
36
Art. 51 Bvt: TBS met proefverlof
4
20
12
36
subtotaal
6
92
50
144
Art. 14a Sr: Voorw veroordeling
11
216
204
620
Art. 15a Sr: Voorw invrijheidsstelling met bijz. voorw
0
9
7
20
Art. 38p Sr: Plts. voor stels. daders met voorw.
0
13
13
40
Art. 80 Sv: Schorsing voorl hechtenis met voorw.
2
36
35
100
Art. 167/244 Sv: Sepot met voorw
0
0
3
12
subtotaal
13
274
262
792
Art. 15 Pbw: Gevangenis naar psy. zkh
2
119
42
140
Art. 38m Sr jo. art. 44 b t/m 44 q Pm: Plts. voor stels. daders.
5
140
61
208
Art. 43 Pbw: overbrenging uit gevangenis voor hulpverlening
4
99
39
132
Polikl. verr. door GGZ
0
0
1
4
subtotaal
11
358
143
484
Voorgenomen ind. st.
0
1
22
68
subtotaal
0
1
22
68
Art. 15 Pbw: Interne overplaatsing
0
1
0
0
geen opgave
20
331
33
124
subtotaal
20
332
33
124
Totaal
61
1.202
575
1.804
Tabel 13: Plaatsingsverzoeken per strafrechtelijke titel Ontwikkelingen in de vraag volgens het NIFP: − Het NIFP signaleert een toenemende vraag naar hoger beveiligde capaciteit. Dit vertaalt zich naar een toename in de plaatsingsverzoeken bij FPK’s. De voor 2011 geplande uitbreidingen van FPK-capaciteit zijn nog niet volledig gerealiseerd waardoor meer druk op de capaciteit in de FPA’s en op de PPC’s is ontstaan. Deze voorzieningen kunnen voldoende beveiligde overbruggingszorg bieden. Bovenstaande leidt volgend het NIFP tot een vraag naar capaciteit die flexibel inzetbaar te maken is. Een voorbeeld hiervan is vrijstaande capaciteit in de FPC’s tijdelijk in te zetten voor FPK-zorg; − De vraag naar zorg voor verstandelijk gehandicapten neemt nog steeds toe. De ingekochte capaciteit lijkt vooralsnog te voldoen. Er zijn geen lange wachttijden; − In een aantal gevallen ervaart het NIFP als knelpunt dat de benodigde behandelduur niet altijd past bij de duur van de strafrechtelijke titel, waardoor Pagina 24 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
het lastig is de verblijfsduur, de juiste zorg en ook het aansluitend vervolgtraject in de reguliere GGZ op elkaar af te stemmen. Dit treedt vooral op bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen en bij veroordelingen van zedendelicten in combinatie met een verstandelijke beperking. 3.2.3
Toeleidingen naar ambulante zorg en verblijfszorg De informatie over de toeleiding naar ambulante en verblijfszorg is aangeleverd door de reclasseringsorganisaties Reclassering Nederland, Leger des Heils en Stichting Verslavingszorg GGZ (3RO). De aangeleverde informatie over het aantal zorgtoeleidingen betreft zowel toeleidingen naar forensische zorg als naar andere vormen van zorg. DForZo heeft op basis van deze informatie een inschatting gemaakt van het aantal toeleidingen dat betrekking heeft op forensische zorg. Dit wordt weergegeven in tabel 13. In de overgang van 2009 naar 2010 is door de invoering en registratie van Redesign Toezicht, en daarmee de splitsing van de taken toezicht en advies, een trendbreuk in de gegevens ontstaan. Daarnaast zijn in 2011 de adviestrajecten voor klinische verslavingszorg overgeheveld naar het NIFP waardoor minder verwijzingen door de reclasseringsorganisaties worden uitgevoerd. Om deze redenen wordt slechts het aantal toeleidingen in 2010 en het eerste kwartaal van 2011 weergegeven. De verdeling over de categorieën ambulant, klinisch en maatschappelijke opvang voor de toeleidingen zorg in het kader van Redesign Toezicht zijn niet uit het registratiesysteem van de reclassering te halen. Een vergelijking met voorgaande jaren is door deze wijzigingen en een andere methode van vastlegging bij de verwijzers daarom niet te maken. Tabel 13 toont het aantal toeleidingen na de invoering van Redesign Toezicht en begint derhalve in 2010. De verwachting is dat het aantal toeleidingen naar forensische zorg in 2011 toeneemt ten opzicht van 2010. Toeleidingen potentieel naar FZ
2010
2011 Q1
Totaal toeleidingen zorg Advies
3.806
975
Totaal toeleidingen zorg Redesign Toezicht
8.732
3.839
Totaal toeleidingen zorg
12.538
4.814
(359)
(174)
-/- medische zorg en klinische psychiatrische behandeling -/- klinische verslavingszorg (telt alleen in 2011 niet mee)
Totaal
(234)
12.179
4.406
Tabel 14: Toeleidingen potentieel naar FZ Kanttekening bij de registratie van de verwijzingen is dat het vaak voorkomt dat een persoon meerdere vormen van zorg geïndiceerd krijgt. In tegenstelling tot voorgaande jaren worden nu alle toeleidingen naar zorg per persoon geregistreerd, waardoor administratief het aantal toeleidingen toeneemt.
Pagina 25 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
In de praktijk leiden niet alle geregistreerde toeleidingen naar zorg tot een plaatsing. Redenen hiervoor zijn individuele omstandigheden van de cliënt of wachtlijsten. De 3RO verwachten dat de toeleidingen naar ambulante zorg en verblijfszorg toenemen en signaleert daarbij een duidelijk toenemende vraag naar capaciteit in beschermde woonvormen voor: 1 Mensen met een verstandelijke beperking; 2 Mensen met een verstandelijke beperking die gepaard gaat met gedragsproblematiek en zorgmijding; 3 Jeugd van 18 tot 21 jaar komend uit de jeugdpsychiatrie. 3.2.4
Informatie over zorg aan gedetineerden De informatie over zorg aan gedetineerden is aangeleverd door de PI’s, de aanbieders van ambulante zorg in de PI en het bureau Selectie Functionarissen (BSF) van DJI. De onderstaande tabel 14 toont de plaatsingen in 2009 en 2010 vanuit het gevangeniswezen naar de GGZ uitgesplitst naar forensische zorgtitels. Plaatsingen naar GGZ 2009
2010
Artikel 15.5
160
189
Artikel 43.3
159
150
ISD
185
306
Totaal
504
645
Tabel 15: Plaatsingen naar GGZ Overall neemt het aantal plaatsingen naar de GGZ toe. Er is sprake van een grote toename van plaatsingen in het kader van de ISD-maatregel naar de GGZ en een kleinere toename van plaatsingen op grond van forensische zorgtitel artikel 15.5. De plaatsingen in het kader van artikel 43.3 kennen een lichte afname. Zoals blijkt uit onderstaande tabel 15 wordt vanaf 2010 naast plaatsingen naar de GGZ inmiddels ook de steeds meer gebruik gemaakt van de mogelijkheid om gedetineerden of preventief gehechten in een PPC te plaatsen. Plaatsingen uit PI naar PPC
Totaal
2010
2011 Q1
891
210
Tabel 16: Plaatsingen uit PI naar PPC De aanbieders van ambulante forensische zorg in het GW geven aan dat: − Administratief geen onderscheid wordt gemaakt tussen ambulante zorg en behandeling geleverd binnen of buiten de PI; Pagina 26 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
− De mogelijkheid tot het leveren van gecontracteerde ambulante forensische zorg in een PI nog lang niet bij alle PI’s voldoende bekend is, waardoor ook een zekere onderbenutting lijkt te blijven bestaan. Een aantal aanbieders meldt dat er verdere opbouw van afspraken met PI’s plaatsvindt; − De zorgaanbieders verwachten een toenemende vraag naar ambulante zorg in de PI. Met name wordt de behoefte aan meer expertise over verstandelijk gehandicapten genoemd; 3.2.5
Informatie van zorgaanbieders over de zorginkoop 2011 Aan de zorgaanbieders is onder andere gevraagd of de resultaten van de zorginkoop 2011 hebben bijgedragen aan de oplossing van eerder gesignaleerde knelpunten, dan wel wensen in de afgelopen periode. Daarnaast is gevraagd wat de verwachtingen zijn ten aanzien van 2012. De zorginkoop 2011 heeft volgens de respondenten bijgedragen aan de oplossing van eerder gesignaleerde knelpunten en/of wensen. Opvallend is dat voor de meeste groeisegmenten die door DForZo waren benoemd voor 2011 de verwachting wordt uitgesproken dat meer groei nodig zal zijn. Dit geldt met name voor dagbesteding, ambulante behandeling (FACT), ambulante begeleiding, ambulante zorg in de PI, (SGL)VG en zorgboerderijen/RIBW. De meeste aanbieders hebben daarbij aangegeven dat zij een dergelijke groei qua capaciteit aan kunnen. Een aantal knelpunten wordt door de zorgaanbieders nog veelvuldig geconstateerd: 1 De financieringsschotten veroorzaken problemen met betrekking tot wachtlijsten, doorzorg en nazorg. 2 Uitstroommogelijkheden voor VG-doelgroep worden nog als te beperkt ervaren.
3.3
Conclusies ten aanzien van aanbod en vraag forensische zorg In deze paragraaf wordt alleen ingegaan op de segmenten waar een significante ontwikkeling heeft plaatsgevonden.
3.3.1
TBS Uit het aantal TBS-opleggingen valt op te maken dat de planning van de TBScapaciteit in een nieuwe periode is aanbeland. De uitbreiding van de laatste jaren heeft er toe geleid dat het aantal passanten is afgenomen. Daarnaast zijn de TBSopleggingen afgenomen. Op grond van deze ontwikkelingen heeft DForZo geconcludeerd de capaciteit die vrijvalt met het aflopen van Tender III niet volledig opnieuw zal worden uitgezet. Daarbij buigt DForZo zich over het vraagstuk van het mogelijk (flexibel) kunnen inzetten van TBS-capaciteit voor overige forensische zorgtitels.
3.3.2
Klinische forensische zorg Er is een lichte stijging waar te nemen in de vraag naar klinische forensische zorg. Deze komt tevens tot uitdrukking in een toename van het aantal plaatsingsverzoeken van het NIFP. Hierbij is gecorrigeerd voor de toename die wordt verklaard door de overdracht van de indicatiestelling voor klinische verslavingszorg naar het NIFP. Verslavingszorg Het aanbod van klinische verslavingszorg is in 2010 sterk gestegen ten opzichte van 2009. In 2010 was er sprake van onderproductie en is op dit segment de capaciteit neerwaarts bijgesteld in 2011. De hiermee vrijgevallen middelen zijn door substitutie ingezet in de ambulante zorg.
Pagina 27 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
FPA De FPA-capaciteit is de laatste jaren licht uitgebreid door pijplijncapaciteit. In dit segment heeft specifiek voor gedetineerden een grote uitbreiding plaatsgevonden. De realisatiecijfers van het eerste kwartaal 2011 laten een lichte overproductie zien. DForZo verwacht dat dit met de realisatie van nieuwe FPA-capaciteit eind 2011/begin 2012 en een betere toeleiding/spreiding van gedetineerden naar de FZG-capaciteit kan worden ondervangen in 2012. FPK De stijging van FPK-capaciteit is voornamelijk het gevolg van het omzetten van TBS-capaciteit naar FPK-capaciteit. Het NIFP signaleert een tekort aan FPKcapaciteit. Dit wordt ondersteund door de realisatiecijfers in het eerste kwartaal van 2011 waarbij een hoog bezettingspercentage is waar te nemen. Hierdoor wordt het (tijdig) plaatsen van justitiabelen wordt bemoeilijkt. In 2011 en 2012 wordt uitbreiding verwacht in dit segment met de realisatie van een FZG-FVK en een FVK (pijplijncapaciteit). DForZo bekijkt voor 2012 of deze uitbreiding tijdig en voldoende is. Mogelijk dat op dit segment een (tijdelijke) uitbreiding, aanvullend op reeds geplande capaciteit, zal gaan plaatsvinden in 2012 om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen en daarmee problemen in de strafrechtsketen te voorkomen. (SGL)VG In dit segment vindt een forse uitbreiding plaats als gevolg van de realisatie pijplijncapaciteit (SGLVG+) en uitbreiding van de VG-verblijfsplaatsen. Met het realiseren van de SGLVG+ capaciteit is het in het kader van de doorstroom van belang om voldoende capaciteit te realiseren op het gebied van (SGL)VG-verblijf al dan niet met behandeling. De verwijzers geven aan dat het plaatsen van justitiabelen met een VG-problematiek aandacht vraagt voor de inkoop 2012, ondanks het feit dat er geen grote knelpunten worden ervaren. RIBW De RIBW’s worden gezien als een belangrijke uitstroomvoorziening van de forensische zorgketen. De beschermde woonvormen is het grootste segment als het gaat om het aantal verblijfsplaatsen. Dit betreft verblijf zonder behandeling. Er is sprake van een forse toename sinds 2009, zowel in afspraken als in realisatiecijfers. Er is echter jaarlijks sprake van onderbezetting. In 2011 heeft er met name op inhoudelijke gronden uitbreiding plaatsgevonden. Door de uitbreiding wordt bijgedragen aan de benodigde spreiding en diversiteit van het aanbod. 3.3.3
Ambulante forensische zorg De ambulante zorg is in de periode 2009-2011 fors in omvang toegenomen. De verwachting is dat deze tendens de komende jaren zal worden doorgezet. Ambulante VG De ambulante VG-behandeling is ten opzichte van de andere ambulante segmenten bijzonder klein. Dit betreft alleen de ambulante zorg die door VG-aanbieders wordt geleverd. In overige segmenten wordt ook zorg geleverd aan justitiabelen met een verstandelijke beperking. VG-ambulant was in 2011 een groeisegment voor de inkoop 2011. De verwachting is dat op dit segment uitbreiding zal plaatsvinden. Ambulante verslavingszorg Dit segment is voor de inkoop 2011 als groeisegment aangewezen als onderdeel van de ambulantisering. Door afbouw van klinische (verslavingszorg-)capaciteit heeft op dit segment in 2011 een sterke groei plaatsgevonden. De realisatie in 2011 blijft vooralsnog achter ten opzichte van het beschikbare aanbod, maar de verwachting is dat dit in 2011 nog zal worden ingelopen. Pagina 28 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Ambulante begeleiding Ook de ambulante begeleiding heeft een grote groei doorgemaakt, met name door de uitbreiding van de beschermde woonvormen. In dit segment zijn tevens dagbestedingsactiviteiten opgenomen. Forensische GGZ De forensische GGZ is het grootste segment in zowel budgetomvang als aantal uren en heeft in de periode 2009-2011 een sterke groeiontwikkeling doorgemaakt. De realisatiecijfers over het eerste kwartaal zijn hoog, zeker gezien de uitbreiding die in 2011 heeft plaatsgevonden. DForZo verwacht voor 2012 dat deze ontwikkeling zich voortzet. 3.3.4 Zorg aan gedetineerden Op basis van de beschikbare gegevens over de forensische zorg aan gedetineerden kunnen geen algemene conclusies worden getrokken. Ambulante zorg in de PI was voor de inkoop 2011 een groeisegment. De omvang van de productie en de realisatie van ambulante zorg in de PI is niet administratief te herleiden aangezien deze deel uitmaakt van de realisatiegegevens in alle ambulante segmenten. Uit de gegevens van het NIFP blijkt een toename van het aantal verzoeken voor de plaatsing van gedetineerden in de GGZ. Dit wordt onderschreven door de toename in de bezettingsgraad van de FPA-FZG-capaciteit.
Pagina 29 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
4
DB(B)C’s & ZZP’s
Na een aantal jaren van registratie en ontwikkeling van de zorgproducten is per 1 januari 2011 een start gemaakt met de invoering van de DB(B)C-systematiek en de ZZP-systematiek. Het overgrote deel van de geleverde forensische zorg wordt per 1 januari 2011 gedeclareerd via DB(B)C’s. De DB(B)C’s hebben de huidige (NZa) budgetsystematiek al deels vervangen. Voor de beperkte groep patiënten die alleen begeleiding met verblijf ontvangen en voor specifieke zorg aan verstandelijke gehandicapten is de financiering op basis van het ZZP ingevoerd. Voor de ambulante begeleiding blijven de extramurale AWBZ parameters gelden. 4.1
DB(B)C’s in 2010-2011 Voor de DB(B)C-bekostiging zou in 2010 worden gestart met de operationalisatie van het facturatieproces. De gewenste resultaten werden echter niet behaald. Zo bleken maar weinig zorgaanbieders daadwerkelijk te kunnen factureren. Onder door ICT-belemmeringen en door het uitblijven van de invoering van het Interim Besluit Forensische Zorg. Hierdoor ontstond onduidelijkheid over de rechtmatigheid van de facturatie in relatie tot de privacy. In 2011 vindt financiering en declaratie deels plaats op basis van de DB(B)Csystematiek, maar wordt afgerekend op basis van de huidige NZabekostigingssystematiek en de tenders. Dit is het zogenaamde vangnet. Het Interim Besluit Forensische Zorg is in 2011 van kracht geworden en alle belemmeringen met betrekking tot de ICT zijn opgelost. Dit houdt in dat in 2011 alle zorgaanbieders met een DB(B)C contract in staat worden geacht te kunnen facturen.
4.1.1
Facturatie in DB(B)C’s Zoals aangegeven is in 2011 de facturatie in DB(B)C’s volledig van start gegaan. Zoals vooraf werd aangenomen is het aantal facturen (lees declaraties) over de eerste drie maanden vrij laag gebleven. In 2011 zijn tot en met maart 2011 ongeveer 28 facturen ontvangen. Dat aantal is medio mei gestegen naar 79 facturen. Het totaalbedrag van alle afgehandelde facturen staat echter nog niet in verhouding tot het totaal dat is ingekocht in DB(B)C’s. Daarnaast blijkt dat de ontvangen facturen nog maar van de helft van alle zorgaanbieders afkomstig zijn. DForZo verwacht dan ook dat alle zorgaanbieders in 2012 in DB(B)C’s factureren.
4.1.2
Inkoop in DB(B)C’s Totaal ingekocht NZa versus DB(B)C 2011
Totaal
NZa
DB(B)C
NZa tov DB(B)C
€ 469.301.870
€ 465.867.679
€ 3.434.190
Tabel 17: Totaal inkoop in NZa-parameters versus DB(B)C’s In bovenstaande tabel 16 is het verschil tussen het totaal in inkoop in NZaparameters en DB(B)C’s in 2011 weergegeven. De tabel laat zien dat dit verschil
Pagina 31 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
minimaal is (minder dan 1% van het totaal). In een onderverdeling naar contractsoorten7 zijn de verschillen in NZa-parameters en DBBC’s wel aanzienlijk. Verdeeld naar verblijfsoort De onderstaande tabel omvat het totaal van alle voor 2011 geoffreerde verblijfsoorten (overige forensische zorg, FZG en FPC’s). Het aantal opgegeven dagen crisisopvang onder het JVZ contract is verwaarloosbaar en derhalve niet hierin opgenomen. In onderstaande tabel zijn alleen de verblijfsoorten opgenomen en niet de productgroepen.
Verblijfsintensiteit
Beveiligingniveau (Zeer) laag (1)
Laag (2)
Hoog (3)
(Zeer) hoog (4)
Laag (A)
9,0%
12,2%
12,7%
1,3%
Gemiddeld (B)
2,4%
5,6%
46,4%
8,3%
Hoog (C)
0,1%
0,3%
0,2%
1,6%
Tabel 18: Verdeling totaal DB(B)C’s in % naar verblijfsoort Uit het bovenstaande blijkt dat de verblijfscomponent B3 veel is geoffreerd. Verdeeld naar productgroep In onderstaande tabel is de verdeling naar productgroepen weergegeven. Het gaat hier om DB(B)C’s met en zonder verblijfscomponent.
7
FPC’s, klinische en ambulante forensische zorg en de aanbestedingen voor Forensische Zorg
aan Gedetineerden en Ambulante Justitiële Verslavingszorg Pagina 32 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
Totaal aantal DB(B)C's 2011
Percentage tov totaal DB(B)C
Waarvan met verblijf
Percentage tov totaal DB(B)C verblijf
Percentage DB(B)C's met verblijf tov DB(B)C
30
0,2%
6
0,2%
20%
Productgroepen Behandeling Kort
1466
9,6%
85
2,1%
6%
Productgroepen Diagnostiek
1485
9,7%
52
1,3%
4%
Productgroepen Indirecte tijd
624
4,1%
14
0,4%
2%
Totaal
3575
23,3%
151
3,8%
4%
Aan een middel gebonden stoornissen
3194
20,9%
861
21,7%
27%
Persoonlijkheidsstoornissen
2692
17,6%
1217
30,6%
45%
Problemen in verband met misbruik of verwaarlozing
1346
8,8%
98
2,5%
7%
Restgroep diagnoses
1300
8,5%
282
7,1%
22%
Schizofrenie en andere psychotische stoornissen
1674
10,9%
948
23,9%
57%
Sexuele stoornissen en genderidentiteitsstoornissen
566
3,7%
193
4,9%
34%
Stoornissen in de impulsbeheersing
578
3,8%
45
1,1%
8%
Stoornissen in de kindertijd (As 1)
392
2,6%
177
4,5%
45%
Totaal
11742
76,7%
3820
96,2%
33%
Totaal Generaal
15317
Geen behandeling bij 24-uurs verblijf Bijzondere productgroepen
Productgroepen Langdurende of intensieve behandeling
3971
Tabel 19: Aantal DB(B)C’s per productgroep Voorlopige conclusies zijn pas te trekken nadat het facturatie proces volledig is geoperationaliseerd en na oplevering van het Onderhanden Werk (OHW) in 2011 zodat dan een meer volledige analyse kan worden gemaakt. 4.2
DB(B)C’s in 2012 In 2012 wordt een volgende stap gezet om op basis van de DB(B)C-systematiek nader vorm te geven aan de uitgangspunten van het stelsel forensische zorg in een strafrechtelijk kader: eenheid van taal, regie binnen de ketens, een eenduidige bekostigingssystematiek, gerichte inkoop en transparantie van kosten. Daarmee zal op de lange termijn, zo is de verwachting, de DB(B)C-systematiek bijdragen aan de transitie van aanbodgerichte naar vraaggerichte zorg. Voor de inkoop 2012 betekent dit dat zowel de NZa-offerte als de DB(B)C-offerte de basis zullen vormen voor de declaratie en facturatie van forensische zorg. Hierbij is de productieafspraak in NZa-parameters minder bepalend voor het budget en de bevoorschotting dan dat in 2011 is geweest. Ter ondersteuning van de inkoop op basis van DB(B)C’s en het inkoopgesprek wordt, evenals in 2010, een In- en verkoopgids DB(B)C’s opgesteld. DB(B)C offerte 2012 De inkoop 2012 heeft tot doel inzicht te krijgen in de DB(B)C’s die worden geleverd in het kader van forensische zorg. De DB(B)C-offerte zal ook gekoppeld moeten worden met de NZa-offerte. Voor 2012 zal ook nader inzicht worden gevraagd naar de stromen binnen de verblijfsoorten om inzicht te krijgen op welke type verblijfsoorten een cliënt kan verblijven gedurende het totale verblijf.
Pagina 33 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
4.2.1
Bevoorschotting 2012 In 2011 wordt 90% van het totaalbedrag in NZa-parameters als voorschot uitbetaald. Gelet op de verwachting dat de NZa voor 2012 DB(B)C tarieven afgeeft en de invoer van volledige DB(B)C’s op middellange termijn, wordt in 2012 het voorschot percentage verder verlaagd. Om liquiditeitsproblemen te voorkomen zal het ministerie van Veiligheid en Justitie ook in 2012 de zorgaanbieders nog wel gedeeltelijk blijven bevoorschotten. De hoogte van het voorschot zal procentueel worden aangepast. Het ministerie van V&J zal nog bekijken waarop het voorschot zal worden gebaseerd, DB(B)C’s of NZa-parameters. Het overige deel dient door de zorgaanbieder worden verkregen middels facturatie van DB(B)C’s. Mede aan de hand van het NZa-advies wordt bezien in hoeverre in 2012 op basis van DB(B)C’s wordt afgerekend en in welke mate het NZa-vangnet wordt afgebouwd. Ook wordt voor 2012 nog bekeken of het drempelbedrag wordt gehandhaafd. Dit wordt uitgewerkt in de Handleiding inkoop forensische zorg 2012.
4.3
ZZP’s en extramurale AWBZ parameters Naast de invoering van de DB(B)C is vanuit het programma Vernieuwing Forensische zorg ook gekozen voor het overnemen van bekostiging door middel van ZZP’s en extramurale AWBZ parameters vanuit de reguliere GGZ. Dit is, anders dan de DB(B)C’s, pas voor het eerst voor het jaar 2011 ingevoerd. De ZZP-systematiek is nieuw binnen het forensische veld. De extramurale AWBZ parameters (NZaparameters) niet. Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de invoering van ZZP’s extramurale AWBZ parameters als bekostigingvorm is dat het declaratieproces aansluit op het reguliere declaratieproces. Daarmee was de verwachting dat het aantal registraties in NZa gelijk zou lopen met de registratie in ZZP’s en extramurale AWBZ parameters (registratie zal uiteindelijk leiden tot declaratie). Echter de informatie over de eerste twee maanden (januari en februari 2011) geven aan dat dit nog lang niet het geval is. De registratie in ZZP’s en extramurale AWBZ-parameters is voor 2011 nog een verbeterpunt. Het aantal extramurale AWBZ parameters in de ZZP registratie is aanzienlijk hoger dan in de oude NZa-parameters. Daarnaast is het opvallend dat het aantal dagen gedeclareerd in ZZP parameters lager ligt dan het aantal dagen in NZa-parameters. De verwachting is dat gedurende 2011 registratie in NZa-parameters en ZZP’s verder door de zorgaanbieders wordt doorgevoerd en geoptimaliseerd en dat daarmee de verschillen zullen verkleinen. DForZo zal dit gedurende 2011 blijven analyseren. De ZZP-productieafspraken en ambulante AWBZ (NZa)-parameter afspraken worden in 2012, evenals in 2011, voor 100% maandelijks bevoorschot.
4.4
Conclusies ten behoeve van de inkoop 2012 DForZo hanteert voor de zorginkoop voor 2012 de volgende uitgangspunten: − DForZo acht het van belang dat zorgaanbieders de facturatie volledig operationaliseren. Dit gelet op volledige invoer van DB(B)C’s en het afbouwen van de huidige bevoorschottingssystematiek alsmede het afbouwen van het NZa-vangnet in de nabije toekomst; − DForZo acht het van belang dat zorgaanbieders de DB(B)C-offerte voor 2012 volledig in samenhang met de NZa-offerte zullen gaan opleveren; − In 2012 vindt de afbouw van het NZa-vangnet voor de ZZP’s plaats conform de afbouw van het vangnet voor de DB(B)C’s.
Pagina 34 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
5
Ontwikkelingen in de forensische zorg
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkelingen die DForZo in 2012 en verder verwacht voor de forensische zorg. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de verwachtingen voor de FPC’s, overige forensische zorg, zorg aan gedetineerden en Justitiële Verslavingszorg. 5.1
Ontwikkelingen in de TBS De beoogde datum van inwerkingtreding van de Wet forensische zorg kan door het besluitvormingstraject in de Tweede Kamer 1 januari 2013 worden. Dat betekent dat de huidige subsidierelaties met FPC’s op die datum eindigen. De overgang naar een systeem van TBS-zorginkoop per 1 januari 2013 is momenteel in voorbereiding. De TBS-zorginkoop omvat vanaf 2013 reguliere inkoop en tenders. De verwachte capaciteitsontwikkeling in de TBS toont een dalende trend. Dit betekent dat Tender III-capaciteit, die afloopt op 1 januari 2013, niet opnieuw volledig zal worden uitgezet. Daarbij buigt DForZo zich over het vraagstuk van het mogelijk (flexibel) kunnen inzetten van TBS-capaciteit voor overige forensische zorgtitels. De omvang van het opnieuw in te kopen deel van de huidige Tender IIIcapaciteit is afhankelijk van de behoefte aan specifieke TBS-capaciteit voor longstay-gestelden en TBS-gestelden met een verstandelijke beperking. Tender III omvat veel van de huidige longstay-capaciteit. De capaciteitsprognose voor dit specifieke segment laat een afname zien. Dit is in hoge mate het gevolg van de uitvoering van het beleidskader longstay forensische zorg. In het bijzonder gaat het hierbij om de effecten van de driejaarlijkse herbeoordeling van de noodzaak van verblijf in de longstay. De herbeoordelingen leiden tot meer doorstroom naar de TBS-behandeling en de langdurige forensisch psychiatrische zorg8 (LFPZ). De capaciteitsontwikkeling in de longstay en LFPZ zijn overwegingen bij de besluitvorming over Tender III. Voor 1 januari 2012 worden alle FPC’s geïnformeerd over de besluitvorming over Tender III. De ontwikkeling van de TBS-capaciteit kan leiden tot leegstand. Indien overcapaciteit wordt afgestoten bestaat het risico dat in de toekomst niet tijdig kan worden geanticipeerd op een eventuele toename in het aanbod van patiënten. Om dit risico in te perken biedt de DForZo de mogelijkheid om operationele capaciteit af te bouwen en onder bepaalde voorwaarden, zoals een gereduceerd tarief, om te zetten in reservecapaciteit. Belangrijkste voorwaarde is dat de capaciteit beschikbaar blijft voor TBS en op korte termijn weer operationeel kan worden gemaakt. DForZo wil vanaf januari 2012 met FPC’s afspraken maken over reservecapaciteit. Daarnaast beziet DForZo de mogelijkheden voor het omzetten van TBS-capaciteit naar FPK-capaciteit.
8
Zorgprogramma langdurige forensisch psychiatrische zorg (EFP, 2009). Hierin worden de
verschillende varianten van LFPZ beschreven. Enerzijds de TBS-variant die longstay heet. Anderzijds de GGZ-varianten waarbij de beveiliging van de maatschappij eveneens een grote rol speelt, maar waar het er ook om gaat de patiënten te helpen in de toekomst een zo gewoon mogelijk leven te laten leiden. Pagina 35 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
In de Handleiding inkoop forensische zorg 2011 is het voornemen van DForZo beschreven om de zorg en behandeling van TBS-gestelden tijdens de transmurale fase rechtstreeks in te kopen bij de instelling waar de patiënt verblijft. Ter voorbereiding hiervan is in 2011 een pilot ingericht. Hierin maakt DForZo met het FPC afspraken over de activiteiten die zij in deze fase verricht. DForZo besluit op basis van de resultaten van deze pilot over toepassing van deze afspraken voor alle TBS-gestelden in transmuraal verlof. Het bovenstaande leidt tot de volgende uitgangspunten: − Afname van TBS-capaciteit in overeenstemming met de verwachte capaciteitsontwikkeling; − Voldoende aanbod van LFPZ-capaciteit in zowel de TBS als GGZ; − Voorbereiding op de contractrelatie met FPC’s voor TBS-capaciteit. 5.2
Ontwikkelingen in de forensische zorg FPA- en FPK-capaciteit De FPA- en FPK-capaciteit is tot 2011 uitgebreid met zowel de reguliere capaciteit als capaciteit specifiek voor gedetineerden. Aan de hand van de recente realisatiecijfers, maar ook op grond van signalen vanuit de verwijzers, blijkt er sprake van een toenemende vraag naar FPK-capaciteit en het specifieke beveiligingsniveau dat door deze instellingen wordt geboden. In 2011 en met een uitloop naar 2012 wordt er nog FPK-capaciteit gerealiseerd (specifiek voor gedetineerden en met een verslavingsproblematiek). Als blijkt dat deze uitbreiding niet tijdig en/of voldoende is om de in de vraag naar deze capaciteit te voorzien, worden er maatregelen genomen. Enerzijds wordt bekeken in hoeverre een eerdere tijdelijke uitbreiding moet worden gecontinueerd in 2012. Anderzijds kan een maatregel zijn om het aantal FPK-plaatsen (tijdelijk) uit te breiden. Met betrekking tot de ontwikkelingen in de FPA-capaciteit is er geen aanleiding tot verdere uitbreiding naast reeds geplande capaciteit. Dit leidt tot de volgende uitgangspunten voor de inkoop forensische zorg 2012: − TBS-capaciteit wordt mogelijk omgezet naar FPK-capaciteit; − in het FPK-segment wordt mogelijk uitbreiding gerealiseerd; − in het FPA-segment wordt naast de geplande uitbreiding met pijplijncapaciteit geen verdere uitbreiding gerealiseerd. Ontwikkelingen RIBW-capaciteit In 2011 heeft met name op inhoudelijke gronden uitbreiding plaatsgevonden van de RIBW-capaciteit. Door de uitbreiding wordt bijgedragen aan de benodigde spreiding en diversiteit van het aanbod. Dit leidt tot het volgende uitgangspunt voor 2012: − Het RIBW-segment wordt alleen aangemerkt als groeisegment voor zover regionale behoefte en -spreiding dat vereist. Ontwikkelingen VG-capaciteit Door betere screening op de aanwezigheid van VG-problematiek lijkt er in de gehele forensische zorg een toenemende vraag naar zorg voor de VG-doelgroep. Deze zorg bestaat uit de behandeling binnen SGLVG-behandelinstellingen, verblijf binnen en ambulante behandeling door (SGL)VG-instellingen. Met de substantiële uitbreiding van behandelplaatsen bij de SGLVGbehandelinstellingen en de tijdelijke capaciteit voor deze doelgroep in een aantal FPA’s en een FPK lijkt aan de vraag naar behandelcapaciteit te worden voldaan. Er worden geen lange wachtlijsten gesignaleerd door het NIFP. Pagina 36 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
DForZo signaleert ook voor 2012 een toenemende vraag naar ambulante VGbehandeling. Om die reden is bij de inkoop 2011 de ambulante VG-behandeling aangewezen als groeisegment. Er is echter zeer beperkt geoffreerd op dit segment waardoor het beschikbare behandelaanbod in 2011 wederom niet aan de vraag kan voldoen. DForZo nodigt VG-aanbieders ook voor 2012 uit om de zorg aan te bieden die deze groep nodig heeft. Met de uitbreiding van het aantal behandelplaatsen groeit ook de vraag naar verblijfsvoorzieningen. De doelgroep is vaak, na eventuele behandeling, langdurig aangewezen op dergelijke voorzieningen. Het huidige aanbod lijkt, ondanks de uitbreidingen in de inkoop 2011, onvoldoende om aan de vraag te voldoen. Dit leidt tot de volgende uitgangspunten voor de inkoop 2012: − De tijdelijke SGLVG-behandelcapaciteit in een aantal FPA’s en een FPK wordt in 2012 gecontinueerd; − (SGL)VG-verblijf met en zonder behandeling en ambulante VG-behandeling worden aangemerkt als groeisegment. Ontwikkeling ambulante forensische zorg DForZo streeft, net als de reguliere GGZ, naar stimulering van de ambulante zorg en minder klinische capaciteit. DForZo wil voor een bredere doelgroep zorg beschikbaar stellen waardoor wordt bijgedragen aan recidivevermindering. DForZo heeft de ambitie om het aantal verwachte toeleidingen naar ambulante zorg van 17.000 in 2011 binnen tien jaar te verdubbelen. Binnen de ambulante zorg zijn positieve ervaringen opgedaan met bemoeizorg, zoals ACT9. De groei die in 2011 heeft plaatsgevonden betrof ondermeer de FACT. DForZo wil net als bij de zorginkoop 2011 deze ontwikkeling ook in 2012 stimuleren. Dit leidt tot de volgende uitgangspunten voor de inkoop 2012: − De ambulante forensische zorg wordt aangemerkt als groeisegment; − Zorgaanbod bestaande uit bemoeizorg wordt gestimuleerd. 5.3
Ontwikkelingen in de zorg aan gedetineerden In 2012 streeft DForZo naar de toepassing van dezelfde kwaliteitscriteria in de PPC’s die ook gelden voor de gecontracteerde forensische zorg. DForZo wil in 2012 beter inzicht krijgen in de inhoud en omvang van de basiszorg die in de PI’s wordt geleverd. Dit om te kunnen bepalen wat aanvullend aan ambulante zorg moet worden ingekocht. Tegelijkertijd streeft DForZo naar een toename van de inkoop van ambulante zorg in de PI’s. Voor de PPC’s overweegt DForZo om de contracten voor inbesteding van ambulante zorg in 2012 te continueren. Dit leidt tot de volgende uitgangspunten voor de zorginkoop 2012: − Voor de inkoop van ambulante zorg in de PPC’s worden opnieuw afspraken gemaakt. − Ambulante zorg in de PI’s wordt aangemerkt als een groeisegment; − Met het Gevangeniswezen worden afspraken gemaakt over de monitoring van de kwaliteit van zorg in de PPC’s.
9
Assertive Community Treatment Pagina 37 van 38
DEFINITIEF | Uitgangspunten Inkoop Forensische Zorg | 1 juni 2011
5.4
Ontwikkelingen in de ambulante justitiële verslavingszorg Met de aanbesteding Ambulante Forensische Zorg voor justitiabelen met een comorbide problematiek waaronder verslavingszorg (aanbesteding JVZ), heeft DForZo met ingang van 2009 een gericht ambulant zorgaanbod ingekocht in 11 steden in Nederland. De termijn van deze aanbesteding loopt af per 1 januari 2013. In 2011 vindt besluitvorming plaats over de eventuele voortgang van deze aanbesteding en de wijze waarop deze zou kunnen worden voortgezet.
Pagina 38 van 38