Uitvoeringsregels Forensische Zorg 2011
Versie definitief 1
Inhoudsopgave Uitvoeringsregel “Vangnet” voor de forensische zorg ............................................................................. Uitvoeringsregel “Verrekenbedrag” voor de forensische zorg................................................................. Uitvoeringsregel “Onderhanden werk bepaling DB(B)C” voor de forensische zorg................................. Uitvoeringsregel “Overloop DB(B)C” voor de forensische zorg................................................................ Uitvoeringsregel “Tender- en Aanbestedingscontracten” voor de forensische zorg ............................... Uitvoeringsregel “Verplichte aanlevering Minimale dataset (MDS)” ....................................................... Uitvoeringsregel “Kaderregeling AO/IC” voor de forensische zorg ......................................................... Uitvoeringsregel “Declaratie DB(B)C” voor de forensische zorg .............................................................. Uitvoeringsregel “Declaratie ZZP’s en ambulante begeleiding voor de forensische zorg ........................ Uitvoeringsregel “Overige producten” voor de forensische zorg............................................................. Uitvoeringsregel “Productstructuur DB(B)C’s en adviesprijzen” voor de forensische zorg ..................... Uitvoeringsregel “Prestaties Zorgzwaartepakketten en ambulante begeleiding forensische zorg ......... Uitvoeringsregel “Registratie spelregels” voor de forensische zorg ........................................................ Uitvoeringsregel Kostprijsmodel DB(B)C ..................................................................................................
2
Uitvoeringsregel “Vangnet” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematieken die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg worden ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de forensische zorg is gesloten.
Inleiding Deze uitvoeringsregel bevat de voorwaarden die het Ministerie van Justitie hanteert inzake het vangnet. Naar analogie van de invoering van de DBC’s in de curatieve GGZ zal bij de invoering van de DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters tevens sprake zijn van een vangnet. De financiële gevolgen van deze overgang worden zo goed mogelijk ingeschat en beperkt, maar vanwege zorgvuldigheid en rechtszekerheid stelt het Ministerie van Justitie zich op het standpunt dat een vangnet noodzakelijk is.
Inhoud Vanwege de overgang naar een andere financieringssystematiek, zullen in 2011 naast productieafspraken in huidige parameters1 ook afspraken worden gemaakt in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. De parameters betreffen intramurale en extramurale zorgprestaties. Rekening houdend met deze parameters zijn de prijs en hoeveelheid die het Ministerie van Justitie met de zorgaanbieders afspreekt bepalend voor de hoogte van het budget. Dit budget dient als garantie, mits de productieafspraken daadwerkelijk gerealiseerd worden. Bij declaratie aan de directie Forensische Zorg in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters hebben de zorgaanbieders in 2011 dus een vangnet om een hogere of een lagere omzet in DB(B)C, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters op te vangen. Per contract tussen zorgaanbieder en het Ministerie van Justitie wordt een vangnet afgesproken. Daarmee wordt er per contract ook een verrekenbedrag bepaald. Zie hiervoor de uitvoeringsregel “verrekenbedrag” voor de forensische zorg in 2011. Heeft een zorgaanbieder naast haar reguliere contract ook een of meerdere tendercontracten dan mag het surplus in huidige parameters van een tendercontract overgeheveld worden naar het reguliere contract, mits de geleverde zorg in het reguliere contract past. Het verrekenen van de definitieve omzet 2011 wordt verricht bij de nacalculatie. De definitieve omzet 2011 per contract wordt als volgt berekend: totaal afgesloten (gefactureerd en niet gefactureerd) DB(B)C’s, betaalde ZZP’s en extramurale AWBZ parameters over 2011 (inclusief aftrek voor overloop 2010) + DB(B)C onderhanden werk per 31 december 2011 + verrekenbedrag 2011 = omzet in de huidige parameters.
1
Dit betreft de geldende NZa-parameters, de gemaakte tenderafspraken en/of de vastgestelde normprijzen gevangeniswezen.
3
Zie de uitvoeringsregels ”overloop DB(B)C” , “onderhanden werk DB(B)C” en “verrekenbedrag” voor de forensische zorg in 2011 voor een nadere uitleg over de begrippen.
Rekenvoorbeeld vangnet Hieronder staat een rekenvoorbeeld van de werking van het vangnet. Een zorgaanbieder heeft met het Ministerie van Justitie inkoopafspraken in huidige parameters voor € 12.000.000,- voor 2011. Gedurende 2011 factureert de zorgaanbieder voor € 9.000.000,- aan DB(B)C’s bij het Ministerie van Justitie. De waarde van de afgesloten maar nog niet gefactureerde DB(B)C’s is € 1.000.000,- aan het einde van 2011. De waarde van het onderhanden werk wordt eind 2011 ook op € 1.000.000,- bepaald. Aan het einde van het jaar blijken de productieafspraken in NZa parameters door deze zorgaanbieder volledig te zijn gehaald. Over 2011 wordt het verrekenbedrag voor deze zorgaanbieder als volgt bepaald: Omzet in huidige parameters
€ 12.000.000,-
Gefactureerde DB(B)C’s, betaalde ZZP’s en extramurale AWBZ parameters
-/-
€ 9.000.000,-
Afgesloten maar nog niet gefactureerde DB(B)C’s, betaalde ZZP’s en extramurale AWBZ parameters
-/-
€ 1.000.000,-
Waarde onderhandenwerk op 31-12-2011
-/-
€ 1.000.000,-
Verrekenbedrag
=
€ 1.000.000,-
Dit verrekenbedrag wordt binnen 30 dagen aan de zorgaanbieder overgemaakt. In het geval van een negatief verrekenbedrag dient de zorgaanbieder dit bedrag binnen deze termijn aan het Ministerie van Justitie over te maken.
4
Uitvoeringsregel “Verrekenbedrag” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematieken die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg worden ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de forensische zorg is gesloten.
Inleiding Deze uitvoeringsregel bevat de voorwaarden die het Ministerie van Justitie hanteert inzake het verrekenbedrag. Naar analogie van de invoering van de DBC’s in de curatieve GGZ zal bij de invoering van de DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters tevens sprake zijn van een vangnet. In afwijking van de curatieve GGZ is in de forensische zorg sprake van een verrekenbedrag in plaats van een verrekenpercentage. Met het verrekenbedrag kan de aansluiting gemaakt worden tussen de omzet berekend op basis van de DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters en de omzet op basis van de reguliere parameters.
Inhoud In de curatieve GGZ wordt voor het verschil tussen de productieafspraken in NZa-parameters en de productieafspraken in DBC’s een verrekenpercentage berekend. Dit percentage is de toeslag of aftrek op het DBC-tarief, dat gedeclareerd wordt bij de zorgverzekeraars. Indien een zorgaanbieder zowel ambulante (DBC’s zonder verblijf) als klinische zorg (DBC’s met verblijf) levert, dan wordt het verrekenpercentage berekend over de verblijf-DBC’s. Bij de curatieve GGZ zijn er vele zorgverzekeraars, maar bij de strafrechtelijk forensische zorg is het Ministerie van Justitie de enige partij die zorg inkoopt en betaalt. Dit maakt het mogelijk om een verrekenbedrag te hanteren in plaats van een verrekenpercentage. Dit bedrag is dan het verschil tussen de omzet in de huidige parameters en de omzet in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. Per contract zal het verrekenbedrag bepaald worden2. Dit bedrag zal vervolgens door het Ministerie van Justitie worden betaald, of in het geval van een negatief verrekenbedrag door de zorgaanbieder terugbetaald worden aan het Ministerie van Justitie. De frequentie van het bepalen van het verrekenbedrag is eenmaal per jaar. De termijn waarop het verrekenbedrag terugbetaald moet worden is 30 dagen. Als de zorgaanbieder het verrekenbedrag niet tijdig terug betaalt dan heeft dit gevolgen voor de bevoorschotting van de zorgaanbieder3.
2
Heeft een zorgaanbieder naast haar reguliere contract ook een of meerdere tendercontracten dan mag het surplus van een tendercontract overgeheveld worden naar het reguliere contract, mits de geleverde zorg in het reguliere contract past. 3
Dit wordt in het contract tussen de zorgaanbieder en het Ministerie van Justitie verder uitgewerkt.
5
Uitvoeringsregel “Onderhanden werk bepaling DB(B)C” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg worden ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de forensische zorg is gesloten.
Inleiding Met deze uitvoeringsregel wordt het beleid geformuleerd dat het Ministerie van Justitie hanteert inzake de onderhanden werk bepaling van de zorgaanbieder in de forensische zorg ten behoeve van het vaststellen van de definitieve omzet van DB(B)C’s over een kalenderjaar. De uitvoeringsregel “onder handen werk bepaling” voor de forensische zorg heeft als doel het beschrijven van de manier waarop onderhanden werk in de forensische zorg wordt bepaald. De bepaling van onderhanden werk is van belang om inzicht te krijgen in de waarde van de nog niet afgelopen zorgtrajecten in de forensische zorg die middels de DB(B)C-financieringssystematiek vergoed worden. Dit is van belang voor het bepalen van het verrekenbedrag en de herschikking die jaarlijks plaatsvindt.
Inhoud Onderhanden werk wordt naar analogie van de GGZ in de forensische zorg als volgt gedefinieerd: het voortschrijdend totaal van de waarde van geleverde zorg met betrekking tot DB(B)C's vanaf de startdatum tot de einddatum. Zodra een DB(B)C is afgesloten maakt deze geen deel meer uit van het onderhanden werk. Het onderhanden werk hoeft alleen bepaald te worden door zorgaanbieders die forensische zorg leveren die gefactureerd wordt middels DB(B)C’s.
Wijze van berekening onderhanden werk in de forensische zorg Opstellen overzicht op persoonsniveau De zorgaanbieder stelt een overzicht op persoonsniveau op voor de cliënten die tot aan de datum waarop het onderhanden werk wordt bepaald in zorg waren. Van deze cliënten zijn de DB(B)C’s nog niet gefactureerd. Per cliënt wordt de waarde bepaald van het onderhanden werk zoals hierna toegelicht. Vervolgens wordt het bedrag voor onderhanden werk vermeld in het verantwoordingsdocument. Het verantwoordingsdocument is te vinden op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). Het gemaakte overzicht op persoonsniveau dient alleen ter interne onderbouwing voor de zorgaanbieder en hoeft niet aan het Ministerie van Justitie te worden aangeleverd.
6
Waardebepaling onderhanden werk De waardebepaling van het onderhanden werk vindt plaats, naar analogie van de NZa waardebepaling in de DBC GGZ systematiek, op basis van de normen van de productstructuur DB(B)C’s voor de forensische zorg. Uitgegaan moet worden van: -
een gemiddeld uurtarief van € 100,- voor geregistreerde activiteiten en verrichtingen; een prijs per dag voor het onderhanden verblijf berekend door het aantal verblijfsdagen per cliënt te vermenigvuldigen met de advies prijs voor de desbetreffende verblijfssoort.
Frequentie van aanlevering onderhanden werk Het onderhanden werk moet door de zorgaanbieders tweemaal per jaar aan het Ministerie van Justitie aangeleverd worden. De data waarover het onderhanden werk moet worden aangeleverd zijn de volgende: • 30 juni (ten behoeve van de herschikking); • 31 december. De zorgaanbieders hebben een maand na deze data om het onderhanden werk overzicht aan het Ministerie van Justitie aan te leveren. Controle onderhanden werk bepaling Of het onderhanden werk per 31 december juist is bepaald, wordt bij de zorgaanbieders die forensische zorg leveren middels het jaarlijkse accountantsonderzoek getoetst. In het door het Ministerie van Justitie nog op te leveren accountantsprotocol “onderhanden werk” staat vermeld welke aanwijzingen de accountant dient te volgen bij het vaststellen van het onderhanden werk. De zorgaanbieders dienen deze accountantscontrole samen met de waarde van het onderhanden werk op 1 juni aan te leveren bij het Ministerie van Justitie.
7
Uitvoeringsregel “Overloop DB(B)C” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten.
Inleiding Met deze uitvoeringsregel wordt het beleid geformuleerd dat het Ministerie van Justitie hanteert inzake de overloop DB(B)C’s. Met ingang van 2011 dienen zorgaanbieders te declareren in DB(B)C’s. Voor een DB(B)C die in 2011 wordt gedeclareerd, maar reeds in 2010 is gestart, dient bij declaratie in 2011 het gedeelte van de zorg dat in 2010 heeft plaatsgevonden en via huidige parameters al is vergoed niet te worden betrokken. Op deze wijze wordt de eenmalige overgang mogelijk gemaakt van de wijziging in financieringssystematiek.
Inhoud Met ingang van 2011 declareren zorgaanbieders van forensische zorg in DB(B)C’s. De DB(B)C-advies prijs kan in rekening worden gebracht voor alle DB(B)C’s die zijn afgesloten in 2011 (en verder) en zijn gevalideerd door de zorgaanbieder. Er is sprake van een overloop DB(B)C als een DB(B)C is geopend in 2010 en wordt afgesloten in 2011. In dat geval wordt de declaratie van het DB(B)Cadvies prijs in 2011 gesaldeerd met het creditbedrag voor de zorg die in de periode vanaf de opening van de DB(B)C in 2010 tot en met 31 december 2010 is geleverd. Ingeval de saldering resulteert in een negatief declaratiebedrag wordt het saldo op € 0,01 gesteld. Alle facturen met een waarde van € 0,00 moeten als € 0,01 worden gedeclareerd (zie hiervoor de uitvoeringsregel declaratie). Het creditbedrag wordt bepaald op basis van de ambulante tarieven (loon- en materiële kosten, exclusief kapitaallasten) en de gemiddelde klinische tarieven per dag (loon- en materiële kosten). In het gemiddelde klinische tarief per dag zitten de loon- en materiële kosten per verpleegdag en per bezet bed. De tabel op basis waarvan de creditbedragen moeten worden bepaald is terug te vinden op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). Het creditbedrag voor afspraken inzake een tender- of aanbestedingscontract wordt bepaald op basis van de afgesproken tarieven waarbij de zorgaanbieders de kapitaallasten uitsluit. Het Gevangeniswezen, dat in de rol van zorgaanbieder geen gebruik maakt van NZa tarieven, wordt in dit geval verwezen naar de normprijzen (exclusief kapitaallasten) Gevangeniswezen. Het creditbedrag in het gevangeniswezen wordt bepaald door de desbetreffende normprijs (exclusief kapitaallasten) te vermenigvuldigen met het aantal dagen in 2010 dat voor deze specifieke patiënt is geleverd. De zorgaanbieders stellen uiterlijk 1 maart 2011 een overzicht op ten behoeve van de directie Forensische Zorg. In dit overzicht wordt op persoonsniveau van de cliënten die op 31 december 2010 8
in zorg zijn, aangegeven welke zorgprestaties zijn geleverd. Op basis van de daarbij behorende tarieven wordt per cliënt een totaalbedrag berekend. Het totaalbedrag wordt nadat de DB(B)C is afgesloten en gevalideerd, in de factuur verwerkt. Voor het GW komt er nog een analoge regel binnen het DJI-concern. Zodra deze bekend is worden de PPC’s hiervan op de hoogte gesteld. Rekenvoorbeeld overloop DB(B)C Voor een patiënt wordt op 5 augustus 2010 een DB(B)C geopend. De behandeling van deze patiënt wordt op 14 februari 2011 afgesloten. Gedurende deze periode heeft deze patiënt zowel behandelals verblijfszorg ontvangen. Bij het afsluiten van de DB(B)C van de patiënt blijkt de patiënt in behandelgroep “aan een middel gebonden stoornissen vanaf 12000 tot 18000 minuten te vallen (advies prijs € 12.140,-). De patiënt is 193 dagen in de zorginstelling verbleven in de verblijfssoort B2 (advies prijs € 350,- per dag). De waarde van de DB(B)C factuur moet dan als volgt bepaald worden. De waarde van de DB(B)C wordt bepaald door de waarde van de behandelgroep en de verblijfssoort bij elkaar op te tellen. In dit geval is dit: € 12.140,- (behandeling) + 193 (aantal verblijfsdagen) x € 350,- (advies prijs verblijfssoort B3). In totaal is de waarde van de DB(B)C dus € 79.690,Omdat de DB(B)C in 2010 is geopend en al een deel van de DB(B)C in 2010 is vergoed via de bekostiging in de NZa parameters moet er een bedrag van de DB(B)C worden afgetrokken. Dit bedrag is het creditbedrag. Het creditbedrag wordt bepaald met behulp van de creditbedragen tabel op de website ((www.vernieuwingforensischezorg.nl). De zorgaanbieder dient dan het volgende bedrag bij het Ministerie van Justitie te factureren € 79.690,- (waarde DB(B)C) -/- € 65.754,76 (waarde creditbedrag) = € 13.935,24 (waarde DB(B)C factuur).
9
Uitvoeringsregel “Tender- en Aanbestedingscontracten” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematieken die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg worden ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren in het kader van een tender- en/of aanbesteding die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten.
Inleiding Met deze uitvoeringsregel wordt het beleid geformuleerd dat het Ministerie van Justitie hanteert inzake de tender- en aanbestedingscontracten. Voor 2011 dienen zorgaanbieders te offreren in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. Hiervoor moeten zij in een schaduwofferte de productieafspraak in huidige parameters naar een productie in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters beschrijven. Een aantal zorgaanbieders heeft naast de reguliere productie ook tijdelijke afspraken gemaakt met het Ministerie van Justitie door middel van zogenaamde tender- en aanbestedingscontracten. Ook voor deze contracten dienen de zorgaanbieders een vertaling te maken naar DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters.
Inhoud In 2002 is de basiscapaciteit van FPC’s bevroren. Dit betekent dat de budgetafspraken voor deze tbsplaatsen in NZa-parameters zijn vastgesteld. Het Ministerie van Justitie heeft, naast deze bevroren capaciteit, in de afgelopen jaren enkele tenders uitgezet ten behoeve van capaciteitsuitbreiding. Daarbij verschillen de afspraken op prijs en volume tussen de toegekende tenderaanbiedingen. Dit is een uitbreiding van tijdelijke capaciteit; na afloop van de tenderperiode vervallen deze plaatsen. Naast deze tijdelijke plaatsen voor tbs-gestelden in FPC’s zijn er twee aanbestedingen uitgeschreven in de forensische zorg, nl. één voor Forensische zorg aan Gedetineerden in de GGZ en één voor Ambulante forensische zorg voor justitiabelen met co-morbide problematiek. Deze twee aanbestedingen komen ook naast de reguliere capaciteit. In het eindmodel maken zorgaanbieders met het Ministerie van Justitie afspraken over de prijs, het volume en de kwaliteit op basis van de DB(B)C-productstructuur, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. De afspraken over de plaatsen (oude systematiek) zijn niet één op één te relateren naar de afspraken in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. Aan de zorgaanbieders wordt gevraagd een voorstel te doen in de inkoopsheet voor 2011, dit geldt zowel voor de reguliere (basis) capaciteit als de tendercapaciteit en/of de aanbestedingen. Het jaar 2011 zal als leerjaar gelden voor de daarop volgende jaren. Dit is mogelijk omdat in 2011 het vangnet van toepassing is. Het vangnet is de budgetafspraken per contract op basis van de huidige NZa-parameters of gemaakte budgetafspraken inzake een tender of aanbesteding en is voor 2011 de gegarandeerde inkomsten per contract bij gehaalde productieafspraken. 10
Om de tender- of aanbestedingsafspraken zoveel mogelijk na te komen zullen alle afzonderlijke afspraken omgezet worden in afzonderlijke inkoopcontracten op basis van DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. Deze contracten hebben dezelfde, meerjarige, looptijd als de oorspronkelijke tender of aanbesteding. Omdat in DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters geen kapitaallasten zijn opgenomen, worden de kapitaallasten door de zorgaanbieder uit de tenderprijs gehaald en afzonderlijk gepresenteerd (rekening houdende met jaarlijkse indexatie) waarna de directie Forensische Zorg deze controleert. Deze kapitaallasten worden afzonderlijk aan de zorgaanbieder vergoed. Ook de reguliere afspraken worden omgezet in een afzonderlijk inkoopcontract op basis van DB(B)C’s, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. De looptijd hiervan is 1 jaar. Hieronder volgt het overzicht van de uitgezette tenders. •
Tender-I (TBS), looptijd tot 1 maart 2010. Deze tender is dus niet meer van belang voor 2011.
•
Tender-II (TBS), looptijd tot 1 januari 2011. Deze tender kan verlengd worden.
•
Tender-III (TBS), looptijd tot 1 januari 2013.
•
Tender-IV (TBS), looptijd tot 1 januari 2016.
•
Aanbesteding Forensische zorg aan Gedetineerden in de GGZ, looptijd tot 1 januari 2017. Op deze tenderafspraak dienen de justitiabelen geplaatst te worden met de volgende strafrechtelijke titels, te weten: Artikel 15.5, Artikel 43.3 PBW, Artikel 37 Sr, de ISDMaatregel (Artikel 44b t/m Artikel 44q), Penitentiaire maatregel PBW, Artikel 15.2 Pbw en Artikel 15a, lid 3 WvSr.
•
Aanbesteding Justitiële Verslavingszorg, looptijd tot 1 januari 2012 met mogelijkheid van verlenging van één jaar.
Het is mogelijk dat gelijksoortige DB(B)C’s of ZZP’s voorkomen in meerdere contracten per zorgaanbieder. In het geval een tbs-gestelde in een specifieke doelgroep (zwakbegaafd, transmuraal of longstay) valt van een tbs-tender brengt de zorgaanbieder de DB(B)C, ZZP of extramurale AWBZ parameter eerst onder bij de desbetreffende tbs-tender (tot aan de afgesproken maximale omzet in huidige parameters). Bij de inkoop 2011 maakt de directie Forensische Zorg zo nodig specifieke afspraken hierover met de zorgaanbieder. In het geval een tbs-gestelde niet onder één van de bovengenoemde doelgroepen valt kiest de zorgaanbieder welk contract (regulier of tender-I, -II, III of -IV) passend is om de DB(B)C, ZZP of extramurale AWBZ parameter onder te brengen en factureert hij deze onder het desbetreffende contractnummer (tot aan de afgesproken maximale omzet in huidige parameters). In het geval een patiënt in de doelgroep valt van of de aanbesteding Forensische zorg aan Gedetineerden in de GGZ (patiënt met strafrechtelijke titels Artikel 15.5, Artikel 15.2 Pbw, Artikel 15a/lid 3 WvSr., Artikel 43.3 PBW, Artikel 44b t/m 44q of de ISD-Maatregel) of de aanbesteding Justitiële Verslavingszorg Zorg (verslaafde patiënten met co-morbide problematiek) brengt de 11
zorgaanbieder de DB(B)C, ZZP of extramurale AWBZ parameter eerst onder bij het desbetreffende contract (tot aan de afgesproken maximale omzet in huidige parameters). Bij volledige uitnutting van het aanbestedingscontract dient de DB(B)C, ZZP of extramurale AWBZ parameter ten laste van het reguliere contract gebracht te worden. Bij volledige uitnutting van het reguliere contract kunnen DBBC’s, ZZP’s of extramurale AWBZ parameters niet ten laste worden gebracht van het tender contract. Ieder contract wordt apart afgerekend na afloop van het jaar. De zorgaanbieder verantwoordt zich separaat over de tender- en aanbestedingscontracten. Daarbij vindt de verantwoording en afrekening, zoals voorgaande jaren, per contract plaats in de desbetreffende tender- of aanbestedingstarieven. Ter informatie vindt er door de zorgaanbieder een vergelijking plaats van de onder het tender- of aanbestedingscontract geboekte DB(B)C's, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters. Indien er een verschil bestaat tussen de verantwoording in tenderen aanbestedingstarieven en in DB(B)C's, ZZP’s en extramurale AWBZ parameters verklaart de zorgaanbieder het verschil4. Het doel van deze dubbele verantwoording is dat Justitie inzicht wil krijgen hoe het beste de tender- of aanbestedingscontracten kunnen worden verantwoord als in de toekomst het vangnet wegvalt en het Ministerie van Justitie zonodig spelregels zou moeten aanpassen. Hieronder volgen twee voorbeelden hoe de zorgaanbieder kiest voor een contract Voorbeeld 1 Een FPC die naast haar reguliere contract ook tendercontracten voor tbs-gestelden heeft wil een afgesloten DB(B)C factureren van een tbs-gestelde die niet in één van de bovengenoemde specifieke doelgroepen (zwakbegaafd, transmuraal of longstay) valt. Hiervoor kiest zij een van de contracten uit, die nog niet aan het afgesproken maximum zit. Voorbeeld 2 Een zorgaanbieder heeft naast haar reguliere inkoopcontract ook een contract inzake Forensische zorg aan Gedetineerden en een contract voor Justitiële Verslavingszorg Zorg. Als zij een afgesloten DB(B)C, ZZP of extramurale AWBZ parameter wil factureren dan kiest zij een contract dat past bij de doelgroep van de patiënt. Indien de patiënt een gedetineerde is met een strafrechtelijke titel art. 15.5 of Art. 43.3 PBW of een ISD-maatregel dan kiest zij het contract Forensische zorg aan Gedetineerden, tenzij dit contract aan het afgesproken maximum zit. Indien de patiënt een verslaafde is met co-morbide-problematiek passend binnen de voorwaarden van het contract Justitiële Verslavingszorg, dan kiest zij het contract Justitiële Verslavingszorg Zorg, tenzij dit contract aan het afgesproken maximum zit. Valt de patiënt niet onder één van de twee eerder genoemde aanbestedingscontracten of is deze volledig uitgenut dan kiest zij het reguliere inkoopcontract.
4
Mogelijk zijn er activiteiten geregistreerd onder de DB(B)C of ZZP die niet onder het tendercontract vallen. Deze verrichte activiteiten worden in dat geval aangegeven tegen het geldende NZa-tarief.
12
Uitvoeringsregel “Verplichte Forensische Zorg”
aanlevering
minimale
dataset
Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten.
Inhoud De uitvoeringsregel “Minimale Data Set Forensische Zorg” (verder genoemd MDS FZ) bevat de voorwaarden die het Ministerie van Justitie hanteert inzake het aanleveren van afgesloten DB(B)C ‘s aan het DBC Informatie Systeem (DIS). De MDS FZ omvat de vastgestelde set van basisgegevens die voor meerdere informatiefuncties gebruikt kan worden door partijen die daartoe onder voorwaarden gerechtigd zijn. De uitleverspecificaties van de MDS FZ zijn terug te vinden op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). Het DIS is een onafhankelijke afdeling binnen de Stichting DBC-Onderhoud, die diensten aanbiedt om aanlevering van de MDS FZ mogelijk te maken. Deze diensten zijn verzameling, opslag en uitlevering van gegevens. Deze uitvoeringsregel beschrijft de aanlevering van de MDS FZ volwassenen. Het doel van de aanlevering van MDS FZ gegevens aan het DIS is tweeledig: 1. Het mogelijk maken van het uitvoeren van taken met betrekking tot het onderhoud van het DB(B)C model, de prestatiebeschrijvingen en tarieven (advies prijzen) van de DB(B)Csystematiek; 2. Het verstrekken van beleidsinformatie aan het Ministerie van Justitie over de ontwikkeling en de bekostiging en financiering van de forensische zorg. In de onderstaande tabel staan de MDS FZ gegevens benoemd die aangeleverd moeten worden aan DIS. Deze gegevens worden door de zorgaanbieders maandelijks aan het DIS aangeleverd over de gedeclareerde DB(B)C’s.
13
Item MDS Unieke identificatie zorginstelling
Waarde AGB-instellingscode voor instellingen AGB-praktijkcode voor vrijgevestigen AGB codes worden door VEKTIS beheerd Unieke identificatie zorgverzekeraar UZOVI-code Patiënt Pseudo identiteit patiënt Versleutelde gegevens o.a. VIPnummer, BSN, naam- en adresgegevens Geboortejaar Geboortejaar Geslacht Geslacht 4-cijfers postcode 4-cijfers postcode Landcode Landcode Productie per patiënt Zorgtrajectnummer Ordernummer uit de DBC-registratie
Definitie AGB-instellingscode voor instellingen AGB-praktijkcode voor vrijgevestigen AGB codes worden door VEKTIS beheerd
Verplicht Ja, verplicht
Toelichting Via Vektis wordt geregeld dat er een AGB codes komt voor het GW en TBS
UZOVI-code
Ja, verplicht
DJI wordt "verzekeraar"met UZOVI.
Ja, verplicht
Versleutelde identificerende gegevens van de patiënt
Geboortejaar Geslacht 4-cijfers postcode Landcode Ordernummer uit de DBC-registratie
Geboortedatum = ja, verplicht Geslacht = ja, verplicht Postcode = ja, verplicht Landcode = ja, verplicht Ja, verplicht
Postcode van de laatste verblijfsplaats landcode van laatste verblijfsplaats Geeft o.a. informatie over bij elkaar horende DB(B)C's Indien aanwezig verplicht. Voorwaarden worden nader vastgelegd in de gegevensaanleveringsstandaard Indien aanwezig verplicht. Voorwaarden worden nader vastgelegd in de gegevensaanleveringsstandaard.
Begindatum- en einddatum indicatie Begin- en einddatum overnemen uit de Begin- en einddatum overnemen uit de gestelde indicatie gestelde indicatie
Ja, verplicht
Code Indicatie
Conform codelijst indicaties
Ja, verplicht
Begindatum- en einddatum plaatsingsbesluit
Begin- en einddatum overnemen uit de Begin- en einddatum overnemen uit de gestelde plaatsingsbesluit gestelde plaatsingsbesluit.Bij bezwaar op plaatsingsbesluit, definitief plaatsingsbesluit
Ja, verplicht
Indien aanwezig verplicht. Voorwaarden worden nader vastgelegd in de gegevensaanleveringsstandaard
Code Plaatsing
Conform codelijst plaatsing
Ja, verplicht
Indien aanwezig verplicht. Voorwaarden worden nader vastgelegd in de gegevensaanleveringsstandaard
Begin- en einddatum zorgtraject
Begindatum zorgtraject = datum 1e aanmelding Einddatum zorgtraject is variabel maar kan ook leeg zijn Conform codelijst DB(B)C's
Circuit
Begin- en einddatum strafrechtelijke Begindatum = begindatum titel strafrechtelijke titel volgens vonnis Einddatum = einddatum strafrechtelijke titel volgens vonnis. Kan ook leeg zijn Zorgtype Strafrechtelijke titel conform codelijst DB(B)C's Gevaar Conform codelijst DB(B)C's
Diagnoseprofiel
Conform codelijst DB(B)C's (gebaseerd op DSMIV)
Begindatum zorgtraject = datum eerste Startdatum verplicht aanmelding Einddatum, optioneel Einddatum zorgtraject is variabel maar kan ook leeg zijn Ja, verplicht Over te nemen uit het plaatsingsbesluit/ indicatiebesluit
Het element aard en mate van gevaar wordt in Ja, verplicht drie categorieën getypeerd, namelijk Acuut fysiek gevaar, Vluchtgevaar en Recidive gevaar. Gevaar maakt in de eindsituatie onderdeel uit van het indicatiebesluit voor de patiënt. zie spelregels. Ja, verplicht
Aard delict
Conform codelijst DB(B)C's
Ja, verplicht
Begindatum, einddatum DB(B)C traject
Begindatum DB(B)C = datum 1e (pre-) intake contact i.g.v. initiele DBBC of aansluitend aan einddatum DB(B)C i.g.v. vervolg DB(B)BC
Ja, verplicht
Afsluitreden DB(B)C
In rekening gebrachte prijs Verkoopprijs DB(B)C Geleverd Zorgprofiel Activiteiten en verrichtingen
Datum activiteiten en verrichtingen Beroep behandelaar
Patiëntgebonden productie buiten DBC systematiek Beroep behandelaar
Optioneel
Conform codelijst DB(B)C's
Waarde is altijd: forensisch volwassen in strafrechtelijk kader
Startdatum verplicht Einddatum, optioneel
Strafrechtelijke titel conform codelijst DB(B)C's Ja, verplicht
Verwijzer
Startdatum verplicht einddatum, optioneel
Ja, verplicht
Inhoud codelijst wijkt af van GGZ
Er worden op 5 assen van DSMIV diagnoses geregistreerd waarvan op as 1 of as 2 een hoofddiagnose wordt gesteld. Per as kunnen per DB(B)C meerdere scores voorkomen. Er kunnen meerdere delicten worden vastgelegd.
Onderdeel van de MDS GGZ. Voor FZ is de inhoud niet passend. Moet in de toekomst nader uit gewerkt worden. Inhoud codelijst wijkt af van GGZ geeft informatie waarom een DB(B)C is afgesloten. Zinvolle informatie voor o.a. onderhoud DB(B)C systematiek. Inhoud codelijst wijkt af van GGZ
Vormgeven
De prijs die op de factuur vermeld staat
Ja, verplicht
De prijs die op de factuur vermeld staat
Categorieën - tijdschrijven - dagbesteding - verblijfssoort - verrichtingen
Zie spelregels
Ja, verplicht
Er wordt een onderscheid gemaakt in verschillende soorten begeleiding. In de DBC GGZ is er ook een onderscheid maar deze is niet opgenomen in de MDS GGZ. Diagnostiek is een subcategorie van tijdschrijven
Datum Conform DB(B)C beroepenlijst. Deze is gebaseerd op DBC GGZ beroepenlijst met aanvulling Arts verstandelijk gehandicapten
Zie spelregels Zie spelregels
Ja, verplicht Ja, verplicht
Conform DB(B)C beroepenlijst. Deze is gebaseerd op DBC GGZ beroepenlijst met aanvulling Arts verstandelijk gehandicapten
Zie spelregels
Ja, verplicht
Aandachtspunt: verpleegkundigen en beroepen/personen die 24 uurs contiïteitszorg leveren kunnen alleen voor hun rol in de ambulante dienstverlening tijd registreren op een DB(B)C
Verrichtingen
Conform spelregels DBBC
Ja, verplicht
Mogelijke categoriën: - consult aan derden - waar DB(B)C-registratie niet toereikend is of bewust buiten DB(B)C systematiek valt of waar de DBC-systematiek zich niet voor leent (individuele preventie) Hiervoor moet een lijst worden opgesteld - overige producten
Datum verrichting Gedeclareerde prijs Kostprijsgegevens Start- en einddatum prijsperiode
Datum Tarief
Ja, verplicht Ja, verplicht
Nader te bepalen
Nader te bepalen
Optioneel
Onderdeel van de MDS GGZ. Lopende de discussie wordt dit overgenomen en gereserveerd voor de toekomst
Kostprijs bouwstenen
Nader te bepalen
Nader te bepalen
Optioneel
Onderdeel van de MDS GGZ. Lopende de discussie wordt dit overgenomen en gereserveerd voor de toekomst
14
Aanlevervoorwaarden Voor de aanlevering van de MDS FZ gegevens gelden de volgende voorwaarden: Zorgaanbieders verstrekken eenmaal (vanaf 1-1-2010) per maand elektronisch de gegevens over de gefactureerde DB(B)C’s. De levering hiervan vindt uiterlijk voor het einde van de opvolgende maand plaats. Aanlevering vindt plaats aan DIS na pseudonimisering door gebruikmaking van de software van ZorgTTP. ZorgTTP is een onafhankelijke organisatie werkzaam als 'Trusted Third Party' op het gebied van zorg en welzijn. ZorgTTP verzorgt pseudonimsering van de MDS FZ-gegevensstroom. Voor aanlevering aan DIS wordt gebruik gemaakt van de meest recente aanleverspecificatie met de daarin opgenomen technische vereisten. Deze aanleverspecificatie wordt gepubliceerd op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). Mutaties en aanvullingen op de MDS FZ-informatie van productie afgesloten in enig jaar (t) worden uiterlijk op 30 september van het daaropvolgende jaar (t+1) aangeleverd bij DIS als onderdeel van de reguliere maandelijkse gegevenslevering. Door de feitelijke verstrekking aan de MDS FZ verklaart de zorgaanbieder alle gegevens volledig en naar waarheid te hebben ingevuld.
15
Uitvoeringsregel “Kaderregeling AO/IC” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematieken die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg worden ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de forensische zorg is gesloten. De zorgaanbieder verplicht zich door het aangaan van dit contract te houden aan de kaderregeling AO/IC zoals gepubliceerd op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). Op deze website staat zowel een kaderregeling AO/IC gepubliceerd inzake de DB(B)C systematiek als voor de ZZP- en extramurale AWBZ parameter systematiek. Als de zorgaanbieder een rijkskliniek is, verplicht deze zorgaanbieder zich aan de kaderregeling AO/IC van de rijksklinieken te houden.
16
Uitvoeringsregel “Declaratie DB(B)C” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten.
Inleiding Deze uitvoeringsregel biedt een beleidskader voor het declareren van DB(B)C-tarieven in 2011. Met deze regel wordt ook geregeld welke gegevens de DB(B)C-factuur inzake de geleverde zorg minimaal moet bevatten. Per 1 januari 2011 wordt de declaratie van DB(B)C’s ingevoerd. Vanaf deze datum vindt de financiering van de forensische zorg in strafrechtelijk kader plaats op basis van de DB(B)Cproductstructuur5. Naar analogie van de invoering van de DBC’s in de curatieve GGZ zal bij de invoering van de DB(B)C’s tevens sprake zijn van een vangnet gebaseerd op de huidige (NZa-) parameters6. De bekostiging blijft dan ook op de oude leest geschoeid, dat wil zeggen gebaseerd op de huidige (NZa-)parameters (zie de uitvoeringsregel ‘Vangnet’ voor de forensische zorg).
Inhoud 1. Begrippen In het vervolg van deze uitvoeringsregel wordt verstaan onder: Zorgaanbieder forensische zorg
Zorgaanbieder: de rechtspersoon, die een zorginstelling in stand houdt of een natuurlijke persoon die zorg verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling vormen en die krachtens een overeenkomst forensische zorg verlenen.
DB(B)C
Diagnose Behandeling (Beveiliging) Combinatie: het geheel van prestaties van zorgaanbieders voorvloeiend uit de zorgvraag en het beveiligingsniveau waarvoor een patiënt bij de zorgaanbieder komt.
DB(B)C-traject
Een DB(B)C duurt maximaal 365 dagen. Wanneer een zorgtraject van een cliënt (DB(B)C) langer dan 365 dagen duurt of een andere fase of
5
Vanaf 1 januari 2011 wordt naast de DB(B)C-systematiek ook de ZZP-bekostiging/extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening van het domein waarvoor de DB(B)C-systematiek dan wel de ZZPbekostiging/ambulante parameters van toepassing is, wordt verwezen naar de spelregels DB(B)C voor 2011.
6
Waar in deze uitvoeringsregel van (NZa-) parameters wordt gesproken, dient voor het Gevangeniswezen ‘normtarieven’ te worden gelezen.
17
status in de behandeling aanbreekt, wordt dit vervolgtraject getypeerd met een zogenoemde vervolg-DB(B)C. De begindatum van het zorgtraject is de datum van de eerste aanmelding. DB(B)C-dataset
De DB(B)C-dataset bevat de gegevens waarmee een DB(B)C getypeerd kan worden. De onderdelen van de dataset zijn: startdatum, medische inhoudelijke informatie (zorgtype, diagnoseclassificatie en productgroepcode voor behandeling), de verblijfssoorten en de einddatum. Aan een DB(B)C-dataset is de hoeveelheid ingezette activiteiten en verrichtingen gekoppeld op basis waarvan door de validatiemodule de productgroep voor behandeling en de verblijfssoorten worden bepaald. Vanuit de productgroepcode voor behandeling wordt de bijbehorende prestatiecode afgeleid, waaraan een declaratiecode wordt toegevoegd. Aan de verblijfssoorten wordt direct een declaratiecode gekoppeld.
DB(B)C-prestatiecode
De twaalfcijferige code, die het afgesloten en gevalideerde DB(B)Ctraject beschrijft. De code bestaat uit het samenstel van de codes van het zorgtype, de diagnoseclassificatie en de productgroepen voor behandeling. Op de posities waar in de GGZ de verblijfsgroepen zijn opgenomen, worden deze posities in de forensische zorg altijd gevuld met een 0 (in totaal dus 000).
DB(B)C Validatie
Zorgaanbieders zijn ten behoeve van de registratie en declaratie van DB(B)C’s gehouden in hun software een validatiemodule op te nemen. Deze dient als instrument om de betrouwbaarheid van de DB(B)C’s te toetsen en de juistheid van de registratie te verifiëren.
Productstructuur; productgroepen voor behandeling en verblijfssoorten
De productstructuur DB(B)C FZ 2011 bestaat uit 93 productgroepen voor behandeling: behandeling kort (7), bijzondere groepen (14) en langdurende of intensieve behandeling (72). Daarnaast worden 12 verblijfssoorten onderscheiden. Een verblijfssoort is de combinatie van de verblijfsintensiteit en het beveiligingsniveau die tijdens het verblijf zijn geleverd aan de patiënt. Aan de productgroepen voor behandeling en de verblijfssoorten worden codes en tarieven gekoppeld.
DB(B)C-tarief
Het DB(B)C-tarief bestaat uit de combinatie van het bedrag dat is gekoppeld aan de productgroep voor behandeling en de bedragen die zijn gekoppeld aan de verblijfssoorten (en het aantal dagen per verblijfssoort) volgens de productstructuur DB(B)C FZ. Indien geen sprake is van verblijf, bestaat het DB(B)C-tarief uitsluitend uit het bedrag dat is gekoppeld aan de productgroep voor behandeling. Indien geen behandeling is geleverd, maar alleen verblijf dan bestaat het DB(B)C-tarief uit het bedrag(en) dat is gekoppeld aan de verblijfssoorten. Het tarief is gebaseerd op de volledige kostprijs van de 18
Declaratiecode
verleende zorg exclusief kapitaalslasten. De kapitaalslasten worden buiten de DB(B)C-factuur om verrekend met de zorgaanbieders. De zescijferige code waaraan het DB(B)C-tarief is gekoppeld. In de ICTspecificaties is dit veld genaamd ‘declaratiecode’.
AGB-code
Algemeen GegevensBeheer-Zorgverleners is een database waarin gegevens van zorgverleners in Nederland zijn geregistreerd. Het bestand bevat ook gegevens die van belang zijn voor het communicatieen facturatieproces tussen zorgverlener en zorgverzekeraar. De AGBcode bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities voor de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven.
Overige producten
Dit zijn door zorgaanbieders geleverde zorgproducten die op zichzelf staan en nog geen onderdeel uitmaken van het DB(B)C-tarief. Aan het overig product wordt een aparte declaratiecode en een tarief gekoppeld.
Verblijfssoorten
De verblijfssoorten zijn opgebouwd uit een combinatie van de intensiteit van het verblijf en het niveau van beveiliging. In totaal worden 12 verblijfssoorten onderscheiden. De verblijfssoorten worden per dag en in combinatie met de productgroep voor behandeling gefactureerd. Op de factuur wordt per type verblijfssoort het aantal dagen voor de betreffende verblijfssoort vermeld.
2. Declaratie 2.1 Moment van declaratie Declaratie van een DB(B)C-tarief vindt plaats wanneer de DB(B)C is afgesloten en gevalideerd. In de spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in Strafrechtelijk kader worden de voorwaarden genoemd om een DB(B)C af te sluiten. 2.2 Te declareren DB(B)C-tarief Het DB(B)C-tarief kan in rekening worden gebracht voor alle DB(B)C’s die zijn afgesloten vanaf 1 januari 2011 en zijn gevalideerd door de zorgaanbieder door middel van de validatiemodule. Er is sprake van een overloop DB(B)C als een DB(B)C is geopend in 2010 en wordt afgesloten in 2011. In dat geval wordt de declaratie van het DB(B)C-tarief gesaldeerd met het creditbedrag voor de zorg in (NZa-)parameters die in de periode vanaf de opening van de DB(B)C in 2010 tot en met 31 december 2010 is geleverd. Ingeval de saldering resulteert in een negatief declaratiebedrag of 0,00 euro dan wordt het saldo op 0,01 euro gesteld. Wat betreft het tarief dat wordt gedeclareerd voor de productgroepen voor behandeling en de verblijfssoorten geldt het tarief dat van toepassing was op het moment van openen van de DB(B)C. In afwijking hiervan geldt voor DB(B)C’s die zijn geopend in 19
2010 en worden afgesloten in 2011 (overloop DB(B)C’s) het DB(B)C-tarief dat per 1 januari 2011 geldt. 2.3 Aan wie wordt het DB(B)C-tarief gedeclareerd en onder welke voorwaarden? Het DB(B)C tarief wordt, middels de Forensische Externe Integratie (EI)-standaard via VECOZO (Veilige Communicatie in de Zorg), gedeclareerd bij de Directie Forensische Zorg van het ministerie van Justitie. Hiervoor gelden de volgende grondslagen voor bekostiging: -
-
Er is altijd sprake van een forensische zorgtitel (één van de 21 strafrechtelijke titels of de voorgenomen indicatiestelling) 7. Daarnaast ligt er altijd een plaatsingsbesluit (hetgeen gebaseerd is op de indicatiestelling. Het plaatsingsbesluit neemt elementen over van de indicatiestelling waaronder het indicatiestellingsnummer of een verwijsbrief van de reclassering) ten grondslag aan de toekenning van de zorg. Het plaatsingsbesluit wordt afgegeven onder verantwoordelijkheid van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De verwijsbrieven zijn afkomstig van één van de reclasseringsorganisaties (3RO's). In geval van artikel 96 plaatsingen, waar een klinische pro justitia-rapportage wordt uitgevoerd binnen een daarvoor aangewezen GGZ-instelling (uitgezonderd het Pieter Baan Centrum), is geen sprake van een indicatiestelling forensische zorg. Hier volstaat een Bevel Observatie getekend door de Rechter-commissaris als bekostigingsgrondslag.
2.4 Onderlinge dienstverlening/onderaannemerschap Voor een patiënt dient één integrale DB(B)C gedeclareerd te worden die alle verleende zorg bevat behorende bij de zorg voor de betreffende primaire diagnose. Wanneer aanbieders in het zorgtraject andere aanbieders inschakelen is sprake van onderlinge dienstverlening en verrekening van de kosten. De zorgaanbieder die de prestatie levert (de uitvoerende zorgaanbieder) dient alle geleverde activiteiten door te geven aan de zorgaanbieder (opdrachtgevende zorgaanbieder) die de prestatie heeft aangevraagd, deze uitvoerder opent dus geen eigen DB(B)C voor de patiënt. De opdrachtgever registreert vervolgens deze activiteiten en de door haar zelf uitgevoerde activiteiten op de reeds geopende DB(B)C. De zorgaanbieder die de prestatie levert brengt de door haar gemaakte kosten in rekening aan de zorgaanbieder die de prestatie heeft aangevraagd. Hiervoor geldt een vrij tarief. Dit dient nader bepaald te worden door de uitvoerende en opdrachtgevende zorgaanbieder. Voor de onderlinge dienstverlening geldt verder de prestatiebeschrijving ‘onderlinge dienstverlening’. Justitie stelt in deze gevallen dezelfde kwaliteitseisen aan de DB(B)C-registratie en declaratie als wanneer er geen sprake is van onderaanneming. De hoofdaannemer is verantwoordelijk voor de geleverde zorg en om de declaratie van de integrale DB(B)C administratief en technisch mogelijk te maken.
7
De aanleiding van de zorg kan zijn dat een patiënt een strafrechtelijke titel heeft (zorgtype 1 t/m 21) óf een patiënt is naar forensische zorg toegeleid door middel van een voorgenomen indicatiestelling (zorgtype 22). De zorgtypen 1 t/m 22 gezamenlijk worden ook wel de ‘forensische zorgtitels’ genoemd.
20
Voor meer informatie over voorwaarden over onderaanneming kan contact opgenomen worden met de afdeling Inkoop, DForZo, Ministerie van Justitie.
2.5 Parallelle DB(B)C’s Binnen de forensische zorg kunnen meerdere DB(B)C’s voor dezelfde patiënt voorkomen (maximaal 3) die elkaar in tijd kunnen overlappen. Onderscheidend element hierbij is de primaire diagnose en daarmee het zorgtraject. Voor de wijze waarop dient te worden omgegaan met deze parallelle DB(B)C’s wordt verwezen naar de Spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader.
3. Overige bedragen 3.1 Overige producten De overige producten maken nog geen onderdeel uit van het DB(B)C-tarief. De overige producten kunnen daarom afzonderlijk gefactureerd worden aan de directie Forensische Zorg van het ministerie van Justitie (of in geval van een onderaannemer aan de aanvragende zorgaanbieder (opdrachtgevende zorgaanbieder). 3.2 Verrekenbedrag Voor de verrekening van opbrengstverschillen met betrekking tot oude jaren en verschillen in het lopende jaar tussen zowel het reguliere budget als de tenderafspraken en de opbrengsten van de DB(B)C-tarieven (inclusief ZZP-tarieven en extramurale parameters) geldt per zorgaanbieder per contract een verrekenbedrag. Deze verrekening vindt jaarlijks plaats. Wanneer het verschil in de omzet in huidige (NZa-)parameters en tenders en de omzet in DB(B)Ctarieven (inclusief ZZP-tarieven en extramurale parameters) positief is, dan wordt het bedrag betaald aan de zorgaanbieder door het ministerie van Justitie. Omgekeerd geldt hetzelfde; bij een negatief verrekenbedrag wordt het bedrag teruggevorderd door het ministerie van Justitie, de directie Forensische Zorg, bij de zorgaanbieder. De definitieve omzet 2011 (per contract) wordt als volgt berekend: Totaal afgesloten te factureren en reeds gefactureerde DB(B)C’s (inclusief aftrek voor overloop 2010) + totaal gefactureerde ZZP’s en extramurale parameters + onderhanden werk per 31 december 2011 + verrekenbedrag 2011 = omzet 2011 (per contract) Ter illustratie: Verrekenbedrag Onderhanden werk op 31-12-2011
Omzet 2011 (per contract)
=
Totaal afgesloten te factureren en gefactureerde DB(B)C’s (-aftrek overloop 2010)
Opbrengst ZZP + extramuraal
21
4. Gegevens op de factuur Elke factuur dient minimaal de volgende gegevens te bevatten: 4.1 DB(B)C-startdatum Bij initiële DB(B)C’s is dit de datum waarop het eerste (direct of indirect) patiëntgebonden contact plaatsvindt. Bij vervolg DB(B)C’s is dit de startdatum van de vervolg DB(B)C. De openingsdatum van de vervolg DB(B)C volgt op de sluitingsdatum van de voorgaande DB(B)C (mag niet op dezelfde dag zijn als de sluitdatum van de eerdere DB(B)C). 4.2 DB(B)C-einddatum De DB(B)C wordt afgesloten zodra de laatste activiteit (direct of indirect patiëntgebonden) voor de patiënt is geleverd, of wanneer de forensische zorgtitel is afgelopen. Daarnaast geldt dat een DB(B)C nooit langer kan openstaan dan 365 dagen. Dit betekent dat de DB(B)C in ieder geval 365 dagen na de startdatum gesloten dient te worden. 4.3 Forensische zorgtitel Voor de vermelding van de forensische zorgtitel zie punt 4.4 DB(B)C-prestatiecode. 4.3.1 Startdatum forensische zorgtitel De datum waarop de forensische zorgtitel start, die ten grondslag ligt aan de geleverde forensische zorg. 4.3.2 Einddatum forensische zorgtitel De werkelijke datum waarop de forensische zorgtitel, die ten grondslag ligt aan de geleverde forensische zorg, is/ wordt beëindigd. Deze datum dient verplicht te worden opgenomen als de datum bekend is. De datum kan in de toekomst liggen. In de declaratie-standaard (Externe Integratie-standaard (EI)) is dit veld als optioneel opgenomen. Dit betekent dat als de einddatum onbekend is, het veld in de EI-standaard wordt leeg gelaten.
4.4 DB(B)C-prestatiecode De specificatie van het geleverde zorgproduct. De DB(B)C-prestatiecode wordt afgeleid van de gevalideerde DB(B)C-dataset. Deze code bestaat uit 12 alfanumerieke posities en wordt als volgt gevuld; zorgtype (= forensische zorgtitel, drie posities), diagnoseclassificatie (drie posities), de verblijfssoorten worden niet via de prestatiecode vermeld daarom worden drie posities altijd gevuld met 000 en de productgroep voor behandeling van de DB(B)C-dataset (drie posities, in deze volgorde). De diagnose-informatie op de factuur dient zich te beperken tot de 8 diagnose hoofdgroepen in uitsluitend de langdurende of intensieve behandelgroepen overeenkomstig de
22
productstructuur DB(B)C. Voor de behandelgroepen: indirecte tijd, diagnostiek en kortdurend is vermelding van diagnose-informatie op de factuur niet toegestaan. 4.5 Kostenbedrag Het DB(B)C-tarief bestaat uit de combinatie van het bedrag dat is gekoppeld aan de productgroep voor behandeling en de bedragen die zijn gekoppeld aan de verblijfssoorten volgens de productstructuur DB(B)C FZ. Indien geen sprake is van verblijf, bestaat het DB(B)C-tarief uitsluitend uit het bedrag dat is gekoppeld aan de productgroep voor behandeling. Indien geen behandeling is geleverd, maar alleen verblijf dan bestaat het DB(B)C-tarief uit het bedrag(en) dat is gekoppeld aan de verblijfssoort(en) (vermenigvuldigd met het aantal dagen dat is geleverd per verblijfssoort). Het tarief is gebaseerd op de landelijk gemiddelde kostprijs van de verleende zorg exclusief de kapitaalslasten. De kapitaalslasten worden buiten de DB(B)C-factuur om verrekend met de zorgaanbieders (zie punt 5.2).
4.6 AGB-code De AGB-code bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven. 4.7 DB(B)C-declaratiecode De declaratiecode is de 6 cijferige code die gekoppeld is aan de productgroepen voor behandeling en de verblijfssoorten. De declaratiecode kan ook gekoppeld zijn aan een overig product. Aan de declaratiecode is het tarief gekoppeld. 4.8 VIP-nummer VIP staat voor Verwijs Index Personen en is een ketenvoorziening voor verschillende organisaties in de strafrechtketen. VIP (het VIP-nummer) is hét systeem binnen de forensische zorg waarin verwijzingen zijn opgenomen, die van belang zijn voor andere justitie onderdelen die met dezelfde persoon bezig zijn en over alle recente informatie willen beschikken. Het VIP-nummer is een uniek nummer voor een forensische patiënt en bestaat uit 7 posities. Anders dan het burgerservicenummer (BSN) is het VIP-nummer beschikbaar voor zowel illegalen als legalen. 4.9 Plaatsingsbesluitnummer Het plaatsingsbesluitnummer is een uniek nummer dat aan het plaatsingsbesluit gekoppeld is. In 2011 wordt het plaatsingsbesluitnummer als nieuw element voor de DB(B)C-factuur geïntroduceerd. Het plaatsingsbesluitnummer wordt in 2011 ingevoerd in de forensische zorgketen. Dit nummer krijgt de zorgaanbieder van de plaatsende instantie, met uitzondering van de TBS-instellingen die op het systeem MITS zijn aangesloten. Het nummer wordt in 2011 verplicht op de DB(B)C-factuur opgenomen voor zover het nummer bekend is. Deze verplichting geldt niet voor de TBS-instellingen die op het systeem MITS zijn aangesloten. Het nummer is van belang om voor het ministerie van Justitie de keten tussen indicatie, plaatsing en geleverde zorg inzichtelijk te krijgen. Met het plaatsingsbesluitnummer kan Justitie nagaan dat de zorgaanbieder een verzoek tot zorg heeft ontvangen/ gekregen. 23
De specificaties van het plaatsingsbesluitnummer zijn als volgt:
De vorm is negen tekens alfanummeriek; De plaatsingsbesluitnummers staan in IFZO. De zorgaanbieder krijgt het plaatsingsbesluitnummer samen met het plaatsingsbesluit. Als de zorgaanbieder elektronisch gekoppeld is aan IFZO dan wordt het plaatsingsbesluitnummer digitaal aangeleverd. In andere situaties komt het nummer samen met het papieren plaatsingsbesluit. Als er een plaatsingsbesluitnummer is aangeleverd aan de zorgaanbieder dan is het invullen ervan op de DB(B)C factuur verplicht. Als er geen nummer door de plaatsende instantie is aangeleverd, kan er een advies waarde (negen negens) ingevuld worden. In 2011 zal dit alleen bij plaatsingen vanuit de reclassering het geval zijn en de TBS-instellingen voor wie deze verplichting niet geldt; Het plaatsingsbesluitnummer wordt beheerd door het ministerie van Justitie.
4.10 Verblijfssoorten De verblijfssoorten zijn opgebouwd uit een combinatie van de intensiteit van het verblijf en het niveau van beveiliging. In totaal worden twaalf verblijfssoorten onderscheiden. De verblijfssoorten worden per dag afgerekend en in combinatie met de productgroep voor behandeling afgerekend. Op de factuur wordt per type verblijfssoort het aantal dagen voor de betreffende verblijfssoort vermeld.
5. Overige onderwerpen 5.1 Overloop DB(B)C’s en berekening creditbedrag Met ingang van 2011 declareren zorgaanbieders van forensische zorg in strafrechtelijk kader DB(B)C’s. Het DB(B)C-tarief kan in rekening gebracht worden voor alle DB(B)C’s die zijn afgesloten vanaf 1 januari 2011 en zijn gevalideerd door de zorgaanbieder door middel van de validatiemodule. Er is sprake van een overloop DB(B)C als een DB(B)C is geopend in 2010 en wordt afgesloten in 2011. In dat geval wordt de declaratie van het DB(B)C-tarief gesaldeerd met het creditbedrag voor de zorg die in de periode vanaf de opening van de DB(B)C in 2010 tot en met 31 december 2010 is geleverd. Ingeval de saldering resulteert in een negatief declaratiebedrag of 0,00 euro dan wordt het saldo op 0,01 euro gesteld. Voor overloop DB(B)C’s gelden de DB(B)C-tarieven per 1 januari 2011. Het creditbedrag wordt bepaald op basis van de ambulante tarieven (loon- en materiële kosten, exclusief kapitaalslasten) en de gemiddelde klinische tarieven per dag (loon- en materiële kosten) op niveau 2010. In het gemiddelde klinische tarief per dag zitten de loon- en materiële kosten per verpleegdag en per bezet bed. De gemiddelde klinische tarieven zijn berekend door de NZa en worden vastgesteld door Justitie. De berekening van de gemiddelde tarieven t.b.v. de creditering is gedaan per soort verpleegdag of per extramurale prestatie. Aangezien het Gevangeniswezen in de rol van zorgaanbieder geen gebruik maakt van NZa-parameters, wordt in dit geval verwezen naar de Normprijzen GW.
24
Berekening creditbedrag bij overloop DB(B)C’s Ten behoeve van de creditbedragen bij overloop DB(B)C’s stellen zorgaanbieders na afloop van 2010 een overzicht op. In dit overzicht wordt door zorgaanbieders op persoonsniveau voor cliënten, die op 31 december 2010 in behandeling zijn, aangegeven welke zorgprestaties voor forensische zorg gedurende het DB(B)C traject in 2010 zijn geleverd. Deze specifieke zorgprestaties zijn opgenomen in het document ‘Forensische zorgprestaties 2010’ dat is terug te vinden op de website www.vernieuwingforensischezorg.nl. Op basis van de daarbij behorende tarieven volgens voornoemd document wordt per cliënt een totaalbedrag berekend. Het totale creditbedrag per cliënt wordt, nadat de DB(B)C is afgesloten en gevalideerd, in de factuur verwerkt, zoals genoemd in de paragraaf over het te declareren bedrag. Voor zorgaanbieders wordt de berekening per 31 december 2010 van het te verrekenen onderhanden werk door de accountant voorzien van een juistheidverklaring. Voor het GW komt er nog een analoge regel binnen het DJI-concern. Zodra deze bekend is, worden de PPC’s hiervan op de hoogte gesteld. 5.2 Kapitaalslasten extramurale zorg Bij de uitwerking van de kapitaalslasten wordt onderscheid gemaakt in intramurale en extramurale kapitaalslasten. In de onderstaande tekst wordt ingegaan op de extramurale kapitaalslasten. Voor de verrekening van de geleverde en betaalde zorg in 2010 wordt een creditbedrag bepaald. Voor extramurale zorg bestaat het creditbedrag uit loon- en materiële kosten. De kapitaalslasten worden hierbij dus niet meegenomen. In 2010 bestaan de extramurale tarieven in het budget uit loon- en materiële kosten en kapitaalslasten. In 2011 bestaan de extramurale tarieven in het budget uit loon- en materiële kosten. De kapitaalslasten extramurale zorg worden als lumpsumbedrag per aanbieder in het budget verwerkt. De kapitaalslasten worden dus uit de extramurale tarieven gehaald. Het ministerie van Justitie vergoedt deze kapitaalslasten vervolgens via een afzonderlijke betaling aan de zorgaanbieders. De DB(B)C-tarieven 2011 zijn dan exclusief de kapitaalslasten. 5.3 Creditnota’s Correcties op de declaratie vinden plaats indien de zorgaanbieder na een controle wijzigingen dient door te voeren en hierdoor blijkt dat zij verkeerde of onterechte DB(B)C’s hebben gedeclareerd. Hierop dient de zorgaanbieder een creditfactuur te sturen voor het gehele reeds gedeclareerde bedrag en een geheel nieuwe factuur op te sturen met de juiste gegevens. 5.4 Tenders en het contactnummer Om meer inzicht te verkrijgen in de relatie tussen DB(B)C’s en de tendercontracten wordt het contractnummer, zoals dit in 2009 is geïntroduceerd, gebruikt. Dit nummer is per 2011 verplicht op de DB(B)C-factuur. Zorgaanbieders ontvangen van het ministerie van Justitie, de directie forensische zorg, een contractnummer per contractafspraak. Zorgaanbieders vullen het contractnummer op de factuur in voor de DB(B)C’s die zij onder dit contract willen verantwoorden. Het uitgangspunt is dat zorgaanbieders de keuze maken onder welk contract zij een DB(B)C factureren. Zo geldt voor een DB(B)C voor een tbs-gestelde dat de zorgaanbieder kiest welk contract (regulier of tender-I, -II, III of IV) passend is om de DB(B)C onder te brengen en factureert hij de DB(B)C onder het desbetreffende contractnummer (tot aan de afgesproken maximale omzet in huidige parameters). In het geval een 25
patiënt past in de doelgroep van de aanbesteding Forensische zorg aan Gedetineerden in de GGZ (patiënt met strafrechtelijke titels art. 15.5, Art. 43.3 PBW of de ISD-Maatregel) of de aanbesteding Justitiële Verslavingszorg Zorg (verslaafde patiënten met co-morbide problematiek) dan brengt de zorgaanbieder de DB(B)C, ZZP of extramurale parameter onder bij het desbetreffende contract (tot aan de afgesproken maximale omzet in huidige parameters). Zie ook de uitvoeringsregel ‘Tender- en aanbestedingscontracten’ voor forensische zorg.
26
Uitvoeringsregel “Declaratie ZZP’s en ambulante begeleiding” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de regels voor declaratie van de zorgzwaartepakketten en de ambulante begeleiding. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie middels de ZZP-systematiek of de extramurale parameters wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract die tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten.
Inleiding Deze uitvoeringsregel bevat de declaratievoorschriften die het Ministerie van Justitie hanteert inzake de declaratie van de zorg. De declaratievoorschriften hebben tot doel het specificeren van op verrichte en nog te verrichten prestaties betrekking hebbende rekeningen teneinde inzichtelijke, rechtmatige declaraties te bevorderen en dubbele declaraties te voorkomen.
Inhoud De directie Forensische Zorg en de zorgaanbieder maken productieafspraken op basis van de door de NZa vastgestelde parameters. Daarnaast stelt de zorgaanbieder een offerte op in ZZP’s. Op basis van deze offerte wordt de zorg in zorgzwaartepakketten verantwoord door de zorgaanbieder, maar deze offerte is geen grondslag voor financiering.
De zorgaanbieders declareren de geleverde zorg per maand in Repad. De zorg moet daadwerkelijk geboden zijn en de cliënt moet recht hebben op forensische zorg. Daarvoor heeft de cliënt een van de 22 strafrechtelijke titels en is de zorginstelling in het bezit van een indicatiestelling van een van de forensische indicerende organisaties. Voor intramurale zorg is het daarbij noodzakelijk dat het NIFP de indicatie stelt en de toeleiding verzorgt. Voor de ambulante zorg is een indicatiestelling en zorgtoeleiding voor ambulante zorg vanuit een van de drie reclasseringsorganisaties noodzakelijk. Wanneer het ambulante zorg in het Gevangeniswezen betreft (de zorgaanbieder levert zorg bij de PI of het HvB), vindt indicatiestelling en zorgtoeleiding plaats door het Psycho Medisch Overleg binnen het Gevangeniswezen.
Ten aanzien van de intramurale prestaties geldt dat de geleverde prestaties op cliëntniveau worden gedeclareerd. De zorgaanbieder is verplicht maandelijks van de patiëntenpopulatie een volledig ingevuld overzicht te verstrekken aan de minister ten aanzien van de aanvang, mutaties en beëindiging van een zorgtraject middels Repad.
27
Ten aanzien van de extramurale begeleidingsprestaties vindt de declaratie van geleverde productie per prestatie plaats op prestatieniveau. Dit betekent dat de declaratie bestaat uit een overzicht van het totaal aantal eenheden dat per prestatie door de zorgaanbieder is geleverd.
Ten behoeve van het vangnet geldt dat de geleverde intramurale prestaties ook in NZa-parameters verantwoord moeten worden. De zorgaanbieder is verplicht deze maandelijks per prestatie op prestatieniveau aan te leveren via Repad.
De zorgaanbieder verstrekt deze gegevens binnen 28 dagen na afloop van de periode waarover verantwoord dient te worden. Indien de Zorgaanbieder dit overzicht niet tijdig verstrekt kan aan hem een boete worden opgelegd. Deze boete wordt in het inkoopcontract van Justitie met de zorgaanbieder vastgelegd.
Justitie betaalt de zorgaanbieder voor de geleverde forensische zorg overeenkomstig het tarief en het volume dat door partijen is overeengekomen voor deze productieafspraken. De financiële verantwoording over de door u geleverde zorg vindt plaats op basis van een productieverantwoording aan het einde van het jaar. Dit format voor de productieverantwoording vindt u op de website www.vernieuwingforensischezorg.nl bij het document “Aanwijzing Assuranceopdracht productieverantwoording”.
De zorgaanbieder kan tot 10% per afgesproken prestatie zelf substitueren binnen zijn productieafspraak. Behoudens toestemming zal de zorgaanbieder niet meer dan 10% per prestatie substitueren. Uitgesloten is substitutie tussen intramurale en extramurale zorg.
Het controleprotocol dat de accountant dient te volgen bij het uitvoeren van de controle op de productieverantwoording is gebaseerd op de Regeling AO/IC AWBZinstellingen. Deze regeling is noodzakelijkerwijs aangepast op de specifieke situatie bij het ministerie van Justitie. Hierbij gaat het inhoudelijk vooral om twee toevoegingen, namelijk de aanwezigheid van een strafrechtelijke titel en/of de toeleiding door de juiste instanties. De zorgaanbieder dient een door de accountant getekend Assurance-rapport mee te sturen met de productieverantwoording. De financiële verantwoording dient uiterlijk 1 juni 2011 ingediend te worden bij de directie Forensische Zorg.
Op basis van de door uw accountant gewaarmerkte en door de directie Forensische Zorg goedgekeurde productiestaat wordt het definitieve budget vastgesteld. Een eventuele nabetaling of terugvordering wordt met het eerstvolgende voorschot verrekend.
28
Uitvoeringsregel “Overige producten” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerking van de bekostiging van de forensische zorg in 2011. Deze uitvoeringsregels voor de forensische zorg gelden voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten.
Inleiding De overige producten bestaan uit zorgproducten die niet in de DB(B)C productstructuur zijn opgenomen, maar wel in de dienstverlening kunnen voorkomen. De overige producten kunnen aanvullend aan de zorgproducten uit de productstructuur FZ 2011 geregistreerd worden en conform de facturatievoorwaarden 2011 gefactureerd worden aan het Ministerie van Justitie.
Inhoud De drie overige producten die door het Ministerie van Justitie in 2011 worden vergoed staan hieronder beschreven. Methadon De medicijnkosten methadon kunnen in rekening worden gebracht voor cliënten die deelnemen aan een ambulant methadonprogramma. Dit bedrag is een vergoeding voor de medicijnkosten van de methadon per maand. Het tarief voor het overige product “medicijnkosten” is gelijk aan het tarief in de reguliere GGZ. Het tarief in 2010 voor de “medicijnkosten methadon” is € 17,75 per uur. Geïndiceerde preventie Preventie van depressie en van problematisch alcoholgebruik voor een bepaalde hoog risicogroep is een onderdeel van de forensische zorg. Hoog risicogroep voor geïndiceerde preventie van depressie is omschreven als personen met een subklinische depressie (één kernsymptoom, aangevuld met maximaal drie overige symptomen) en voor geïndiceerde preventie van problematisch alcoholgebruik als personen die meer drinken dan verantwoord is, maar daarbij nog niet voldoen aan de criteria van een stoornis in alcoholgebruik. Deze zorg kan niet worden ingedeeld bij een bestaande DB(B)C en kan om die reden apart worden geregistreerd. Het tarief voor het overige product geïndiceerde preventie is gelijk aan het tarief in de reguliere GGZ. Het tarief in 2010 voor de “geïndiceerde preventie” is € 78,42 per maand. Forensisch Psychiatrisch Toezicht Forensische Psychiatrisch Toezicht (FPT) is een samenwerkingmodel van de FPC’s en de reclassering ten behoeve van de resocialisatie van tbs-gestelden. Op basis van FPT wordt het voor FPC’s mogelijk om behalve tijdens het transmuraal verlof, ook tijdens proefverlof en de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging begeleiding, behandeling en crisisopnames aan te bieden. 29
Hiernaast is overleg met de reclassering een belangrijk onderdeel van de verrichtingen van het FPC. Het overige product FPT kan alleen door FPC’s tijdens proefverlof en de voorwaardelijke beëindiging worden geregistreerd.Het tarief voor Forensisch Psychiatrisch Toezicht bedraagt € 44,03 per dag.
30
Uitvoeringsregel “Productstructuur DB(B)C’s en adviesprijzen” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten. De beschrijving van de DB(B)C-productstructuur 2011 en bijbehorende adviesprijzen zijn te vinden op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). De zorgaanbieder dient deze beschrijving en adviesprijzen te gebruiken bij het registeren van de geleverde forensische zorg.
31
Uitvoeringsregel Prestaties Zorgzwaartepakketten en ambulante begeleiding Forensische Zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek ZZP’s en ambulante begeleiding die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie middels de ZZP-systematiek of de extramurale parameters wordt gecontracteerd. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract die tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten. De beschrijving van de zorg binnen de forensische zorg via een zorgzwaartepakket (ZZP) of via extramurale AWBZ parameters en bijbehorende tarieven zijn te vinden op de website (www.vernieuwingforensischezorg.nl). De zorgaanbieder dient deze beschrijving en tarieven te gebruiken bij het registeren van de geleverde forensische zorg.
32
Uitvoeringsregel “Registratie spelregels” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten. De eisen die door het Ministerie van Justitie worden gesteld aan het voeren van een DB(B)C registratie staan beschreven in de “Spelregels DB(B)C-registratie voor de Forensische Zorg in strafrechtelijk kader – versie 2011”. Dit document is te downloaden van de website Vernieuwing Forensische Zorg van het Ministerie van Justitie (www.vernieuwingforensischezorg.nl).
33
Uitvoeringsregel “Kostprijsmodel DB(B)C” voor de forensische zorg Deze uitvoeringsregel bevat de uitwerkingen van de nieuwe bekostigingssystematiek DB(B)C die vanaf 1 januari 2011 in de forensische zorg wordt ingevoerd. Deze uitvoeringsregel voor de forensische zorg geldt voor alle zorgaanbieders die forensische zorg leveren die door het Ministerie van Justitie wordt gecontracteerd en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren. De juridische grondslag voor de uitvoeringsregels is het contract dat tussen het Ministerie van Justitie en de zorgaanbieders in de Forensische Zorg is gesloten. Instellingen die forensische zorg in strafrechtelijk kader leveren en de DB(B)C-systematiek dienen te hanteren zullen conform het model kostprijsgegevens aanleveren. Dit document is te downloaden van de website Vernieuwing Forensische Zorg van het Ministerie van Justitie (www.vernieuwingforensischezorg.nl).
34