UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht

VEREENVOUDIGDE PROSPECTUS

JULI 2010

Inschrijvingen kunnen alleen gebeuren op basis van dit prospectus en de daarbij horende statuten en identificatiefiches van elk compartiment zoals die in dit document vermeld zijn, of op basis van het vereenvoudigde prospectus. De historische prestaties van de laatste drie boekjaren zijn beschikbaar in het vereenvoudigde prospectus. Dit prospectus mag uitsluitend met het daarbij horende jaarverslag en het laatste halfjaarlijkse verslag verdeeld worden, als dat recenter is dan het jaarverslag.


SAMENVATTING

SAMENVATTING ..........................................................................................................................2 UFG-LFP FUNDS – GS Aandelen Europa ...................................................................................3 UFG-LFP FUNDS – GS Mixte Europa ..........................................................................................6 UFG-LFP FUNDS – GS Mixte International..................................................................................9 UFG-LFP FUNDS – LFP Trend Consumers .................................................................................12 UFG-LFP FUNDS – LFP Trend Infrastructures ............................................................................17 UFG-LFP FUNDS – LFP Trend Planet .........................................................................................23 UFG-LFP FUNDS – LFP Leaders Emergents ..............................................................................29 UFG-LFP FUNDS – LFP Trend Technologies ..............................................................................33

Niemand mag zich baseren op andere informatie dan die in dit prospectus en de huidige statuten, en de documenten die daarin vermeld worden.

_______________________________________________________________________________ -2-


UFG-LFP FUNDS – GS AANDELEN EUROPA PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm



Bevek met meerdere compartimenten

Duur



Onbeperkt

Promotor



NORD EUROPE PRIVATE BANK, S.A., Luxemburg

Beheermaatschappij



UFG-LFP INTERNATIONAL, Luxemburg

Depositobank en Centraal Bestuur Onderaannemer van het Centrale Bestuur Bedrijfsrevisor



BANQUE DE LUXEMBURG, S.A., Luxemburg



EUROPEAN FUND ADMINISTRATION, S.A., Luxemburg



DELOITTE, S.A., Luxemburg

Toezichthoudende autoriteit Centrale bemiddelaar in Frankrijk



COMMISSION DE SURVEILLANCE DU SECTEUR FINANCIER, Luxemburg CRÉDIT INDUSTRIEL ET COMMERCIAL, Parijs



PRESENTATIE VAN HET COMPARTIMENT Beheerder



LFP-SARASIN AM, Parijs

Beleggingsadviseur



LFP, Parijs

ISIN-code



LU 0091361856 (Kapitalisatie)

Notering op de Luxemburgse beurs



JA

Doelstellingen van het compartiment



Investeringsbeleid



Beroep op afgeleide producten



Referentievaluta



Het doel van dit compartiment is de kapitaalappreciatie op lange termijn. Het nagestreefde doel is het verslaan van de prestaties van de Dow Jones SXXP-index – DJ STOXX 600 PRICE INDEXX€. Het compartiment zal voornamelijk investeren in een selectie aandelen van bedrijven die in Europa en omgeving gevestigd en/of genoteerd zijn (Europese Unie, Zwitserland, Noorwegen, IJsland), met uitsluiting van groeilanden. Het compartiment wordt permanent voor 75% geïnvesteerd in bedrijven die in de Europese Unie zijn gevestigd en/of genoteerd. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn, omwille van het beheer van de portefeuille of dekking, een beroep doen op technieken en instrumenten van de financiële markten. Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. EUR

BELEGGINGSBELEID

_______________________________________________________________________________ -3-




Risicoprofiel



Beleggerprofiel

Verhouding prestaties/volatiliteit: 5 (1= zeer laag, 7= zeer hoog) De netto-inventariswaarde van het compartiment zal afhangen van de marktwaarden van de aandelen in de portefeuille. De waarde van de aandelen hangt af van de groeiperspectieven van de winst en de beurswaarde van de aandelen in de portefeuille. Investeringshorizon: >5 jaar Het investeringsbeleid van het compartiment is geschikt voor beleggers op zoek naar meerwaarde op de lange termijn die bereid zijn om grote schommelingen op de aandelenmarkten te aanvaarden met het risico op verlies dat beduidend kan zijn als de markten lange tijd dalen. Vanwege het feit dat de investeringsstrategie bestaat uit het beleggen in veelbelovende waarden met solide fundamenten zal de correlatie met de evolutie van de grote beursindexen niet absoluut zijn en kunnen de prestaties afwijken van de indexen.

INSTAP-, UITSTAP-, EN CONVERSIERECHT Instaprecht



Max. 3% van de NIW per aandeel voor de beleggingsbemiddelaar.

Uitstaprecht



0%

Conversierecht



0%

KOSTEN TEN LASTE VAN HET COMPARTIMENT Beheercommissie



Adviescommissieloon



Andere werkingskosten met inbegrip van het commissieloon van de Beheermaatschappij



Andere kosten en commissielonen



Daarnaast zal het compartiment andere exploitatiekosten op zich nemen. De details van deze exploitatiekosten zijn opgenomen in artikel 30 van de statuten.

Fiscaliteit van de bevek



Fiscaliteit van de aandeelhouders



Geen rechten, noch belasting te betalen in Luxemburg, met uitzondering van: Een eenmalig inbrengrecht, te betalen bij oprichting en Een ‘taxe d’abonnement’ van 0,05% per jaar (vrijstelling van nettoactiva die in Luxemburgse collectieve beleggingsinstelling zijn belegd reeds onderworpen aan de ‘taxe d’abonnement’) Betalingen van dividenden of de terugbetalingprijs ten gunste van aandeelhouders kunnen onderworpen zijn aan een afhouding aan de bron, conform de bepalingen van de Europese richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 inzake de fiscaliteit van inkomsten uit sparen in de vorm van betaling van interesten. Als een dergelijke betaling onderworpen zou zijn aan een inhouding aan de bron, heeft de investeerder de mogelijkheid om deze inhouding te vermijden door een certificaat van vrijstelling voor te leggen of een mandaat om over te gaan tot de uitwisseling van informatie, naargelang de mogelijkheden die de betalende bemiddelaar biedt. We raden aandeelhouders aan om hun fiscale adviseur te raadplegen met betrekking tot de wetten en regelgeving in hun land van herkomst,

Maximaal 1,25% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,05% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,50% p.j. driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester met een minimum dat niet hoger is dan EUR 50.000 p.j.

FISCAAL STELSEL

_______________________________________________________________________________ -4-

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht verblijf en domicilie. VERHANDELING VAN DE AANDELEN Inschrijving, terugbetaling en conversie



Vorm/Aandelenklassen



Evaluatiedag



Publicatie van de nettoinventariswaarden



De netto-inventariswaarden zijn beschikbaar op de hoofdzetel van de BEVEK.



EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002



NORD EUROPE PRIVATE BANK, S.A., Luxemburg Tel.: + 352 45 45 22 - 1 Fax: + 352 44 98 80

De orders voor inschrijving, terugbetaling en omzetting die op een evaluatiedag (de ‘evaluatiedag’) voor 11.00u in Luxemburg toekomen, zullen op basis van de netto-inventariswaarde van de Evaluatiedag in mindering worden gebracht, middels toepassing van de rechten die in het prospectus worden voorzien. De inschrijvingen en terugbetalingen moeten ten laatste drie werkdagen volgend op de van toepassing zijnde Evaluatiedag worden gestort. De aandelen zijn kapitalisatieaandelen (klasse B). De aandelen worden in nominatieve vorm, gedematerialiseerd en aan toonder uitgegeven. De aandelen moeten volledig volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van de waarde. Er kunnen delen tot een tienduizendste van een aandeel worden uitgegeven. Elke bankwerkdag in Luxemburg.

CONTACTGEGEVENS Inschrijvingen, terugbetalingen en conversies Documentatieaanvraag

Het volledige prospectus, het vereenvoudigde prospectus, de jaarverslagen en halfjaarlijkse verslagen kunnen kosteloos op de hoofdzetel van de BEVEK verkregen worden.

_______________________________________________________________________________ -5-


UFG-LFP FUNDS – GS MIXTE EUROPA Op de datum van dit prospectus is het compartiment UFG-LFP FUNDS – GS Mixte Europa niet operationeel. PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij














Toezichthoudende autoriteit



COMMISSION DE SURVEILLANCE DU SECTEUR FINANCIER, Luxemburg





ISIN-code



LU0255986951




JA

Doelstellingen van het compartiment Investeringsbeleid






Referentievaluta



Het doel is om investeerders een evenwichtig en niet indexgebonden risicoprofiel te bieden. Het compartiment zal voornamelijk investeren in aandelen die uitgegeven worden door bedrijven die in de Europese Unie en Zwitserland zijn gevestigd en/of genoteerd, en in obligaties die uitgegeven worden door bedrijven die in de Europese Unie en Zwitserland zijn gevestigd. Deze obligaties zullen door een internationaal agentschap beoordeeld worden met een AAA, AA of minimaal A rating (volgens de criteria van S&P, MOODYS of gelijkaardige internationale ratingkantoren). Deze effecten kunnen een vaste, variabele intrestvoet hebben, converteerbaar zijn, geassocieerd met warrants of geïndexeerd. De weging van de aandelen bedraagt minimaal 30% van de portefeuille maximaal 60% van portefeuille. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn, omwille van het beheer van de portefeuille of dekking, een beroep doen op technieken en instrumenten van de financiële markten. Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. EUR

Risicoprofiel



Verhouding prestaties volatiliteit: 4 (1=zeer laag, 7= zeer hoog)

BELEGGINGSBELEID



_______________________________________________________________________________ -6-




Beleggerprofiel

De netto-inventariswaarde van het compartiment zal afhangen van de marktwaarden van de aandelen en de obligaties in de portefeuille. De waarde van de aandelen hangt af van de groeiperspectieven van de winst en de beurswaarde van de aandelen in de portefeuille. De waarde van de obligaties zal afhangen van de schommeling van de interestvoeten en de perceptie van het risico vanwege de financiële markten. Het risico van de portefeuille is enerzijds afkomstig van de risico’s die inherent zijn aan beleggingen in obligaties en anderzijds aan beleggingen in aandelen. Het risico van een belegging in aandelen is beduidend hoger dan dat van een belegging in obligaties. De correlatie tussen de aandelenmarkt en obligatiemarkt zorgt ervoor dat het risico van het compartiment op de lange termijn vergelijkbaar is met dat van een belegging in obligaties. Wat warrants betreft moeten aandeelhouders er zich bewust van zijn dat deze volatieler zijn. Investeringshorizon: >4 jaar Het investeringsbeleid van het compartiment is geschikt voor beleggers met belangstelling voor de financiële markten en die op de lange termijn een meerwaarde in kapitaal nastreven. De investeerder moet beduidende verliezen kunnen aanvaarden die te wijten zijn aan schommelingen van de koersen op de beursmarkten.




Uitstaprecht



Max. 3% van de NIW van toepassing per aandeel voor de beleggingsbemiddelaar. 0%

Conversierecht



0%




Andere werkingskosten met inbegrip van het commissieloon van de Beheermaatschappij Andere kosten en commissielonen



Max. 1,25% p.j., driemaandelijks betaalbaar en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,50% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester, met een minimum dat niet hoger is dan EUR 50.000 p.j.










Geen rechten, noch belasting te betalen in Luxemburg, met uitzondering van: Een eenmalig inbrengrecht, te betalen bij oprichting en Een ‘taxe d’abonnement’ van 0,05% per jaar (vrijstelling van nettoactiva die in Luxemburgse ICB zijn belegd reeds onderworpen aan de ‘taxe d’abonnement’) Betalingen van dividenden of de terugbetalingprijs ten gunste van aandeelhouders kunnen onderworpen zijn aan een afhouding aan de bron, conform de bepalingen van de Europese richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 inzake de fiscaliteit van inkomsten uit sparen in de vorm van betaling van interesten. Als een dergelijke betaling onderworpen zou zijn aan een inhouding aan de bron, heeft de investeerder de mogelijkheid om deze inhouding te vermijden door een certificaat van vrijstelling voor te leggen of een mandaat om over te gaan tot de uitwisseling van informatie, naargelang de mogelijkheden die de betalende bemiddelaar biedt.

FISCAAL STELSEL

_______________________________________________________________________________ -7-


We raden aandeelhouders aan om hun fiscale adviseur te raadplegen met betrekking tot de wetten en regelgeving in hun land van herkomst, verblijf en domicilie. VERHANDELING VAN DE AANDELEN Inschrijving, terugbetaling en conversie






Evaluatiedag






De orders voor inschrijving, terugbetaling en omzetting die op een evaluatiedag (de ‘evaluatiedag’) voor 11.00u in Luxemburg toekomen, zullen op basis van de netto-inventariswaarde van de Evaluatiedag in mindering worden gebracht, middels toepassing van de rechten die in het prospectus worden voorzien. De inschrijvingen en terugbetalingen moeten ten laatste drie werkdagen volgend op de van toepassing zijnde Evaluatiedag worden gestort. De aandelen zijn kapitalisatieaandelen (klasse B). De aandelen worden in nominatieve vorm, gedematerialiseerd en aan toonder uitgegeven. De aandelen moeten volledig volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van de waarde. Er kunnen delen tot een tienduizendste van een aandeel worden uitgegeven. Elke eerste en derde woensdag van de maand; als de Evaluatiedag geen bankwerkdag in Luxemburg zou zijn, wordt de NIW de volgende bankwerkdag bepaald. De netto-inventariswaarden zijn beschikbaar op de hoofdzetel van de BEVEK.




EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002



NORD EUROPE PRIVATE BANK, S.A., Luxemburg Tel.: + 352 45 45 22 – 1 Fax: + 352 44 98 80


_______________________________________________________________________________ -8-


UFG-LFP FUNDS – GS MIXTE INTERNATIONAL PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij
























ISIN-code



LU0255990045




JA

Doelstellingen van het compartiment Investeringsbeleid






Het doel van dit compartiment is de kapitaalappreciatie op lange termijn. Het compartiment zal voornamelijk investeren in aandelen en obligaties die uitgegeven worden door bedrijven die op de internationale markten zijn gevestigd en/of genoteerd. Deze obligaties zullen minimaal een BBB-rating hebben gekregen van een internationaal ratingkantoor (volgens de criteria van S&P, MOODYS of vergelijkbare internationale ratingkantoren). Deze effecten kunnen een vaste, variabele intrestvoet hebben, converteerbaar zijn, geassocieerd met warrants of geïndexeerd. De weging van de aandelen bedraagt minimaal 30% van de portefeuille maximaal 70% van portefeuille. Er is geen enkele beperking of grens wat betreft de industriële, sectorale of geografische spreiding, of qua buitenlandse valuta. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. De investeringen in aandelen en/of obligaties kunnen hetzij rechtstreeks hetzij via ICBE en/of ICB gebeuren. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn, omwille van het beheer van de portefeuille of dekking, een beroep doen op technieken en instrumenten van de financiële markten. Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het

BELEGGINGSBELEID



_______________________________________________________________________________ -9-


Referentievaluta



Risicoprofiel



Beleggerprofiel



investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. EUR Verhouding prestaties/volatiliteit: 6 (1= zeer laag, 7= zeer hoog) De netto-inventariswaarde van het compartiment zal afhangen van de marktwaarden van de aandelen in de portefeuille. De waarde van de aandelen hangt af van de groeiperspectieven van de winst en de beurswaarde van de aandelen in de portefeuille. De waarde van de obligaties zal afhangen van de schommeling van de interestvoeten en de perceptie van het risico vanwege de financiële markten. Het risico van de portefeuille is enerzijds afkomstig van de risico’s die inherent zijn aan beleggingen in obligaties en anderzijds aan beleggingen in aandelen. Het risico van een belegging in aandelen is beduidend hoger dan dat van een belegging in obligaties. De correlatie tussen de aandelenmarkt en obligatiemarkt zorgt ervoor dat het risico van het compartiment op de lange termijn vergelijkbaar is met dat van een belegging in obligaties. Hoewel het doel van het compartiment is om de portefeuille te spreiden om het risico te verlagen, moeten mogelijke beleggers op de hoogte zijn van de risico’s die verbonden zijn aan investeringen op groeimarkten. Veel bedrijven in groeimarkten, waarin het compartiment wil investeren, staan meer dan eens bloot aan politieke instabiliteit en/of economische veranderingen. Risico’s zoals schommelingen in de wisselkoersen, wisselcontrole, de fiscale regelgeving kunnen de verhoopte returns van het compartiment beïnvloeden en zo de repatriëring van kapitaalinkomsten beperken. In dat laatste geval kan de terugbetalingprocedure van de effecten vertraging oplopen. Daarnaast moet men weten dat beursgenoteerde aandelen in groeimarkten volatieler en minder verhandelbaar kunnen zijn dan in meer ontwikkelde landen. Bedrijven in groeilanden zijn niet altijd onderworpen aan boekhoudkundige en controlenormen, aan financiële standaarden, regelgeving en overheidscontroles vergelijkbaar met die van toepassing zijn in meer ontwikkelde landen. Wat warrants betreft moeten aandeelhouders er zich bewust van zijn dat deze volatieler zijn. Investeringshorizon: >7 jaar Het investeringsbeleid van het compartiment is geschikt voor beleggers op zoek naar meerwaarde op de lange termijn die bereid zijn om grote schommelingen op de aandelenmarkten te aanvaarden met het risico op verlies dat beduidend kan zijn als de markten lange tijd dalen. Vanwege het feit dat de investeringsstrategie bestaat uit het beleggen in veelbelovende waarden met solide fundamenten zal de correlatie met de evolutie van de grote beursindexen niet absoluut zijn en kunnen de prestaties afwijken van de indexen.




Max. 3% van de NIW per aandeel voor de beleggingsbemiddelaar.

Uitstaprecht



0%

Conversierecht



0%




Andere werkingskosten met inbegrip van het commissieloon van de Beheermaatschappij



Andere kosten en



Maximaal 1,25% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,50% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester, met een minimum dat niet hoger is dan EUR 50.000 p.j. Daarnaast zal het compartiment andere exploitatiekosten op zich

_______________________________________________________________________________ - 10 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht commissielonen

nemen. De details van deze exploitatiekosten zijn opgenomen in artikel 30 van de statuten.

FISCAAL STELSEL Fiscaliteit van de bevek






Geen rechten, noch belasting te betalen in Luxemburg, met uitzondering van: Een eenmalig inbrengrecht, te betalen bij oprichting en Een ‘taxe d’abonnement’ van 0,05% per jaar (vrijstelling van nettoactiva die in Luxemburgse ICB zijn belegd reeds onderworpen aan de ‘taxe d’abonnement’) Betalingen van dividenden of de terugbetalingprijs ten gunste van aandeelhouders kunnen onderworpen zijn aan een afhouding aan de bron, conform de bepalingen van de Europese richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 inzake de fiscaliteit van inkomsten uit sparen in de vorm van betaling van interesten. Als een dergelijke betaling onderworpen zou zijn aan een inhouding aan de bron, heeft de investeerder de mogelijkheid om deze inhouding te vermijden door een certificaat van vrijstelling voor te leggen of een mandaat om over te gaan tot de uitwisseling van informatie, naargelang de mogelijkheden die de betalende bemiddelaar biedt. We raden aandeelhouders aan om hun fiscale adviseur te raadplegen met betrekking tot de wetten en regelgeving in hun land van herkomst, verblijf en domicilie.

VERHANDELING VAN DE AANDELEN Inschrijving, terugbetaling en conversie






Evaluatiedag






De orders voor inschrijving, terugbetaling en omzetting die op een evaluatiedag (de ‘evaluatiedag’) voor 11.00u in Luxemburg toekomen, zullen op basis van de netto-inventariswaarde van de Evaluatiedag in mindering worden gebracht, middels toepassing van de rechten die in het prospectus worden voorzien. De inschrijvingen en terugbetalingen moeten ten laatste drie werkdagen volgend op de van toepassing zijnde Evaluatiedag worden gestort. De aandelen zijn kapitalisatieaandelen (klasse B). De aandelen worden in nominatieve vorm, gedematerialiseerd en aan toonder uitgegeven. De aandelen moeten volledig volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van de waarde. Er kunnen delen tot een tienduizendste van een aandeel worden uitgegeven. Elke eerste en derde woensdag van de maand; als de Evaluatiedag geen bankwerkdag in Luxemburg zou zijn, wordt de NIW de volgende bankwerkdag bepaald. De netto-inventariswaarden zijn beschikbaar op de hoofdzetel van de BEVEK.




EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002





_______________________________________________________________________________ - 11 -


UFG-LFP FUNDS – LFP TREND CONSUMERS PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij
























Beleggingsadviseur



LFP, Parijs

ISIN-code






LU0414216498 (Klasse B Kapitalisatie) LU0414216654 (Klasse I Kapitalisatie) JA

BELEGGINGSBELEID Doelstellingen van het compartiment



Investeringsbeleid



Het doel van dit compartiment is de kapitaalappreciatie op lange termijn. Het nagestreefde doel is op de lange termijn de prestatie van de in euro omschreven DOW JONES STOXX 600 te verslaan, rond een thematiek die verbonden is met nieuwe consumptiewijzen. Het compartiment investeert voornamelijk in een selectie aandelen van internationale bedrijven, waarvan minimaal 75% in de Europese Unie zijn gevestigd en/of genoteerd. De resterende 25% kan geïnvesteerd worden in aandelen van bedrijven die in groeilanden en de Verenigde Staten zijn gevestigd en/of genoteerd. Het compartiment is gespecialiseerd in het dynamische beheer van waarden met een groot potentieel, gedragen door deze groeithema’s op de lange termijn die voortkomen uit de structurele evolutie van hedendaagse samenlevingen. De beheerder past een gediversifieerd beheer toe in sectoren die gerelateerd zijn aan met nieuwe consumptiewijzen zoals: Evolutie van de consumptiewijzen in ontwikkelde landen De consumptie van senioren De opkomst van nieuwe consumenten in de groeilanden. Het doel is het selecteren van de beste specialisten van het domein of die met een groeiende omzet. De voorkeur gaat uit naar aandelen met een grote beurskapitalisatie. Deze aandelen worden geselecteerd naargelang: Hun groei (omzet, winst) Hun bekwaamheid om een cash flow te genereren en te investeren

_______________________________________________________________________________ - 12 -


Hun valorisatieniveaus en hun potentiële groei (prijs/cash flow, koers/winst, koers/netto-activa, PER, PER/langetermijngroei). Het compartiment wordt met een specifiek proces beheerd waarbij de emittenten dubbel worden gefilterd: MVI (maatschappelijk verantwoorde investering) en extra-financieel. Deze selectie gebeurt in een investeringsuniversum van waarden die vatbaar zijn voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling wordt omschreven als ‘een ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van het heden zonder de bekwaamheid te schaden van toekomstige generaties om aan hun behoeften te voldoen’. De bedrijven worden volgens deze criteria van duurzame ontwikkeling geanalyseerd om hun vatbaarheid voor dit concept te beoordelen. De beheerder LFP-Sarasin AM doet daarvoor een beroep op de diensten van de onderzoeksafdeling van de UFG-LFP-groep en/of gespecialiseerde beoordelingsagentschappen. De extra-financiële analyse bepaalt de grenzen van een ‘investeerbaar’ universum in MVI-zin. De Sarasin®-matrix berust op twee gekruiste noteringen, de eerste is van toepassing op de sector en de tweede op het bedrijf, volgens de redenering ‘ best of class’ en ‘best in class’.  Sectorale klassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De risico’s die ze op milieu en sociaal/maatschappelijk vlak vertegenwoordigen,  Volgens specifieke criteria en aangepast aan elke sector  Bedrijfsklassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De volledige productiecyclus (preproductie, productie en het op de markt brengen/recyclage),  De strategieën die worden toegepast om rekening te houden met de belangen van ontvangende partijen,  De bekwaamheid om in de betrokken sector de risico’s van het vak te beheren. Naargelang de sector worden tussen 50 en 100 criteria gebruikt om elk bedrijf te evalueren. De beoordeling wordt verkregen door een wegingsysteem dat van sector tot sector verschilt, in functie van de impact van een of ander criterium op een bepaalde sector. Na deze tweedimensionale analyse krijgen elke sector en elk bedrijf een cijfer toegekend (op een decimale schaal van 0 voor een totaal gebrek aan gevoeligheid qua maatschappelijke verantwoordelijkheid, tot 2 voor een maximale gevoeligheid), zodat de effecten in de ® Sarasin -matrix kunnen worden gepositioneerd. Via deze werkwijze verkrijgt men het ‘investeerbare’ universum dat op de volgende manier wordt gedefinieerd:  Voor alle sectoren moet de evaluatie van het bedrijf minstens op het gemiddelde liggen,  Ze moet boven het gemiddelde liggen in sectoren die zich onder het gemiddelde bevinden,  En ze moet, ten slotte, sterk zijn in als zwak beoordeelde sectoren. Het compartiment wordt zodanig beheerd dat geprobeerd wordt om een gemiddelde beoordeling van de portefeuille te verkrijgen die qua vatbaarheid voor duurzame ontwikkeling hoger dan 1 ligt. Na deze analyse volgt een klassieke financiële analyse van de in aanmerking komende effecten. De opbouw van de portefeuille wenst de posities over thema’s en waarden te spreiden (analyse van de correlaties) zelfs met een geconcentreerde portefeuille. -

_______________________________________________________________________________ - 13 -





Referentievaluta



De aandelen worden voornamelijk geselecteerd uit waarden met een grote kapitalisatie maar het compartiment wenst de mogelijkheid te behouden om binnen een maximale limiet van 25% van zijn nettoactiva te investeren in waarden met een kleine kapitalisatie. Het compartiment kan tot 25% van zijn netto-activa investeren in verhandelbare schuldbewijzen (depositobewijzen, thesauriebewijzen, bewijzen van gespecialiseerde financiële instellingen, verhandelbare schatkistbons, medium term notes (BMTN)), obligatieproducten, certificaten en/of instrumenten van de geldmarkt om de risico’s te spreiden. De emittenten van rente-instrumenten zijn zonder onderscheid privaatrechterlijke rechtspersonen en publiekrechtelijke rechtspersonen met domicilie in alle lidstaten van de Europese Unie, zonder geografisch of sectoraal overwicht. Het compartiment kan eveneens tot 10% van zijn netto-activa investeren in ICBE en/of andere ICB delen of aandelen. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn en om de portefeuille zo goed mogelijk te beheren of te dekken, een beroep doen op technieken en instrumenten van financiële markten (listed, non listed, aandelen, renten, indexen, commodities, vast of optioneel krediet, …). Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. De hierboven vermelde indexen voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van de Groothertogelijke Verordening van 8 februari 2008. EUR

Risicoprofiel



Verhouding prestaties/volatiliteit: 5 (1= zeer laag, 7= zeer hoog)



Beleggerprofiel

De netto-inventariswaarde van het compartiment zal afhangen van de marktwaarden van de aandelen in de portefeuille. De waarde van de aandelen hangt af van de groeiperspectieven van de winst en de beurswaarde van de aandelen in de portefeuille. Investeringshorizon: >5 jaar Het investeringsbeleid van het compartiment is geschikt voor beleggers op zoek naar meerwaarde op de lange termijn die bereid zijn om grote schommelingen op de aandelenmarkten te aanvaarden met het risico op verlies dat beduidend kan zijn als de markten lange tijd dalen. Vanwege het feit dat de investeringsstrategie bestaat uit het beleggen in veelbelovende waarden met solide fundamenten zal de correlatie met de evolutie van de grote beursindexen niet absoluut zijn en kunnen de prestaties afwijken van de indexen.




Uitstaprecht



Klasse B: Max. 3% beleggingsbemiddelaar. Klasse I: 0% 0%

Conversierecht



0%

van

de

NIW

per

aandeel

voor

de




Klasse B: Maxi. 2% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende

_______________________________________________________________________________ - 14 -


Adviescommissieloon






trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. Klasse I: Maxi. 1% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,05% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,50% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester, met een minimum dat niet hoger is dan EUR 50.000 p.j.










Geen rechten, noch belasting te betalen in Luxemburg, met uitzondering van: Een eenmalig inbrengrecht, te betalen bij oprichting en Een ‘taxe d’abonnement van 0,05% per jaar voor aandelen van klasse B en van 0,01% voor aandelen van klasse I per jaar (vrijstelling van nettoactiva die in Luxemburgse ICB zijn belegd reeds onderworpen aan een ‘taxe d’abonnement’) Betalingen van dividenden of de terugbetalingprijs ten gunste van aandeelhouders kunnen onderworpen zijn aan een afhouding aan de bron, conform de bepalingen van de Europese richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 inzake de fiscaliteit van inkomsten uit sparen in de vorm van betaling van interesten. Als een dergelijke betaling onderworpen zou zijn aan een inhouding aan de bron, heeft de investeerder de mogelijkheid om deze inhouding te vermijden door een certificaat van vrijstelling voor te leggen of een mandaat om over te gaan tot de uitwisseling van informatie, naargelang de mogelijkheden die de betalende bemiddelaar biedt. We raden aandeelhouders aan om hun fiscale adviseur te raadplegen met betrekking tot de wetten en regelgeving in hun land van herkomst, verblijf en domicilie.

FISCAAL STELSEL







Evaluatiedag






De orders voor inschrijving, terugbetaling en omzetting die op een evaluatiedag (de ‘evaluatiedag’) voor 11.00u in Luxemburg toekomen, zullen op basis van de netto-inventariswaarde van de Evaluatiedag in mindering worden gebracht, middels toepassing van de rechten die in het prospectus worden voorzien. De inschrijvingen en terugbetalingen moeten ten laatste drie werkdagen volgend op de van toepassing zijnde Evaluatiedag worden gestort. De aandelen zijn kapitalisatieaandelen (klassen B en I). De aandelen worden in nominatieve vorm, gedematerialiseerd en aan toonder uitgegeven. De aandelen moeten volledig volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van de waarde. Er kunnen delen tot een tienduizendste van een aandeel worden uitgegeven. Elke bankwerkdag in Luxemburg. De netto-inventariswaarden zijn beschikbaar op de hoofdzetel van de BEVEK.

_______________________________________________________________________________ - 15 -





EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002



NORD EUROPE PRIVATE BANK, S.A., Luxemburg Tel.: + 352 45 45 22 - 1 Fax: + 352 44 98 80 LFP-SARASIN AM, Parijs – Frankrijk Tel. +33(0)1 43 12 01 00


_______________________________________________________________________________ - 16 -


UFG-LFP FUNDS – LFP TREND INFRASTRUCTURES PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij
























Beleggingsadviseur



LFP, Parijs

ISIN-code










Investeringsbeleid



Het doel van dit compartiment is de kapitaalappreciatie op lange termijn. Het nagestreefde doel is om op de lange termijn de prestatie van de in euro omschreven DOW JONES STOXX 600 te verslaan door profijt te trekken uit het verstedelijkingsverschijnsel en de groeiende behoefte aan diverse infrastructuren. Het compartiment investeert voornamelijk in een selectie aandelen van internationale bedrijven, waarvan minimaal 75% in de Europese Unie zijn gevestigd en/of genoteerd. De resterende 25% kan geïnvesteerd worden in aandelen van bedrijven die in groeilanden en de Verenigde Staten zijn gevestigd en/of genoteerd. Het compartiment is gespecialiseerd in het dynamische beheer van waarden met een hoog potentieel, gedragen door de thema’s van groei op lange termijn die afkomstig zijn van de structurele evoluties van de hedendaagse samenlevingen. De beheerder past een gespreid beheer toe in sectoren die aan infrastructuren gerelateerd zijn: economische (m.b.t. transport: wegen, luchthavens, havens, spoorwegnetten, parkings) diensten (opwekking en distributie van energie en elektriciteit, waterdistributie en -winning) sociale (stations, ziekenhuizen, scholen, gevangenissen). Het doel is het selecteren van de beste specialisten van het domein of die met een groeiende omzet. De voorkeur gaat uit naar aandelen met een grote beurskapitalisatie. Deze aandelen worden geselecteerd naargelang:

_______________________________________________________________________________ - 17 -


Hun groei (omzet, winst) Hun bekwaamheid om een cash flow te genereren en te investeren Hun valorisatieniveaus en hun potentiële groei (prijs/cash flow, koers/winst, koers/netto-activa, PER, PER/langetermijngroei). Het compartiment wordt met een specifiek proces beheerd waarbij de emittenten dubbel worden gefilterd: MVI (maatschappelijk verantwoorde investering) en extra-financieel. Deze selectie gebeurt in een investeringsuniversum van waarden die vatbaar zijn voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling wordt omschreven als ‘een ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van het heden zonder de bekwaamheid te schaden van toekomstige generaties om aan hun behoeften te voldoen’. De bedrijven worden volgens deze criteria van duurzame ontwikkeling geanalyseerd om hun vatbaarheid voor dit concept te beoordelen. De beheerder LFP-Sarasin AM doet daarvoor een beroep op de diensten van de onderzoeksafdeling van de LFP-groep en/of gespecialiseerde beoordelingsagentschappen. De extra-financiële analyse bepaalt de grenzen van een ‘investeerbaar’ universum in MVI-zin. De Sarasin®-matrix berust op twee gekruiste noteringen, de eerste is van toepassing op de sector en de tweede op het bedrijf, volgens de redenering ‘ best of class’ en ‘best in class’.  Sectorale klassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De risico’s die ze op milieu en sociaal/maatschappelijk vlak vertegenwoordigen,  Volgens specifieke criteria en aangepast aan elke sector  Bedrijfsklassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De volledige productiecyclus (preproductie, productie en het op de markt brengen/recyclage),  De strategieën die worden toegepast om rekening te houden met de belangen van ontvangende partijen,  De bekwaamheid om in de betrokken sector de risico’s van het vak te beheren. Naargelang de sector worden tussen 50 en 100 criteria gebruikt om elk bedrijf te evalueren. De beoordeling wordt verkregen door een wegingsysteem dat van sector tot sector verschilt, in functie van de impact van een of ander criterium op een bepaalde sector. Na deze tweedimensionale analyse krijgen elke sector en elk bedrijf een cijfer toegekend (op een decimale schaal van 0 voor een totaal gebrek aan gevoeligheid qua maatschappelijke verantwoordelijkheid, tot 2 voor een maximale gevoeligheid), zodat de effecten in de ® Sarasin -matrix kunnen worden gepositioneerd. Via deze werkwijze verkrijgt men het ‘investeerbare’ universum dat op de volgende manier wordt gedefinieerd:  Voor alle sectoren moet de evaluatie van het bedrijf minstens op het gemiddelde liggen,  Ze moet boven het gemiddelde liggen in sectoren die zich onder het gemiddelde bevinden,  En ze moet, ten slotte, sterk zijn in als zwak beoordeelde sectoren. Het compartiment wordt zodanig beheerd dat geprobeerd wordt om een gemiddelde beoordeling van de portefeuille te verkrijgen die qua vatbaarheid voor duurzame ontwikkeling hoger dan 1 ligt. Na deze analyse volgt een klassieke financiële analyse van de in -

_______________________________________________________________________________ - 18 -





Referentievaluta



aanmerking komende effecten. De opbouw van de portefeuille wenst de posities over thema’s en waarden te spreiden (analyse van de correlaties) zelfs met een geconcentreerde portefeuille. De aandelen worden voornamelijk geselecteerd uit waarden met een grote kapitalisatie maar het compartiment wenst de mogelijkheid te behouden om binnen een maximale limiet van 25% van zijn nettoactiva te investeren in waarden met een kleine kapitalisatie. Het compartiment kan tot 25% van zijn netto-activa investeren in verhandelbare schuldbewijzen (depositobewijzen, thesauriebewijzen, bewijzen van gespecialiseerde financiële instellingen, verhandelbare schatkistbons, medium term notes (BMTN)), obligatieproducten, certificaten en/of instrumenten van de geldmarkt om de risico’s te spreiden. De emittenten van rente-instrumenten zijn zonder onderscheid privaatrechterlijke rechtspersonen en publiekrechtelijke rechtspersonen met domicilie in alle lidstaten van de Europese Unie, zonder geografisch of sectoraal overwicht. Het compartiment kan eveneens tot 10% van zijn netto-activa investeren in ICBE en/of andere ICB delen of aandelen. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn en om de portefeuille zo goed mogelijk te beheren of te dekken, een beroep doen op technieken en instrumenten van financiële markten (listed, non listed, aandelen, renten, indexen, commodities, vast of optioneel krediet, …). Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. De hierboven vermelde indexen voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van de Groothertogelijke Verordening van 8 februari 2008. EUR

Risicoprofiel






Beleggerprofiel





Uitstaprecht




Conversierecht



0%

van

de

NIW

per

aandeel

voor

de

_______________________________________________________________________________ - 19 -





Adviescommissieloon






Klasse B: Maxi. 2% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. Klasse I: Maxi. 1% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,05% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. 0,50% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester, met een minimum dat niet hoger is dan EUR 50.000 p.j.











FISCAAL STELSEL







Evaluatiedag



De orders voor inschrijving, terugbetaling en omzetting die op een evaluatiedag (de ‘evaluatiedag’) voor 11.00u in Luxemburg toekomen, zullen op basis van de netto-inventariswaarde van de Evaluatiedag in mindering worden gebracht, middels toepassing van de rechten die in het prospectus worden voorzien. De inschrijvingen en terugbetalingen moeten ten laatste drie werkdagen volgend op de van toepassing zijnde Evaluatiedag worden gestort. De aandelen zijn kapitalisatieaandelen (klassen B en I). De aandelen worden in nominatieve vorm, gedematerialiseerd en aan toonder uitgegeven. De aandelen moeten volledig volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van de waarde. Er kunnen delen tot een tienduizendste van een aandeel worden uitgegeven. Elke bankwerkdag in Luxemburg.

Publicatie van de netto-



De netto-inventariswaarden zijn beschikbaar op de hoofdzetel van de

_______________________________________________________________________________ - 20 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht inventariswaarden

BEVEK.

_______________________________________________________________________________ - 21 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht CONTACTGEGEVENS Inschrijvingen, terugbetalingen en conversies Documentatieaanvraag



EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002





_______________________________________________________________________________ - 22 -


UFG-LFP FUNDS – LFP TREND PLANET PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij























LFP-SARASIN, Parijs

Beleggingsadviseur



LFP, Parijs

ISIN-code










Investeringsbeleid



Het doel van dit compartiment is de kapitaalappreciatie op lange termijn. Het nagestreefde doel is op de lange termijn de prestatie van de in euro omschreven DOW JONES STOXX 600 te verslaan, door voordeel te trekken uit de dynamiek van de waarden en markten die te maken hebben met het milieu, afvalverwerking, alternatieve en hernieuwbare energieën, water enz. Het compartiment investeert voornamelijk in een selectie aandelen van internationale bedrijven, waarvan minimaal 75% in de Europese Unie zijn gevestigd en/of genoteerd. De resterende 25% kan geïnvesteerd worden in aandelen van bedrijven die in groeilanden en de Verenigde Staten zijn gevestigd en/of genoteerd. Het compartiment kan tevens tot maximaal 25% van zijn netto activa blootgesteld worden aan grondstoffenindexen. Deze indexen voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van de Groothertogelijke Verordening van 8 februari 2008. Het compartiment is gespecialiseerd in het dynamische beheer van waarden met een hoog potentieel, gedragen door de thema’s van groei op lange termijn die afkomstig zijn van de structurele evoluties van de hedendaagse samenlevingen. De opbouw van de portefeuille wil de posities spreiden die blootgesteld worden aan verschillende beleggingsthema’s die met het milieu te maken hebben. Het doel is het selecteren van de beste specialisten van het domein of die met een groeiende omzet (bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe producten of een technologische innovatie). De voorkeur gaat uit naar aandelen met een grote beurskapitalisatie. Deze aandelen

_______________________________________________________________________________ - 23 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht worden geselecteerd naargelang: Hun groei (omzet, winst) Hun bekwaamheid om een cash flow te genereren en te investeren Hun valorisatieniveaus en hun potentiële groei (prijs/cash flow, koers/winst, koers/netto-activa, PER, PER/langetermijngroei). Het compartiment wordt met een specifiek proces beheerd waarbij de emittenten dubbel worden gefilterd: MVI (maatschappelijk verantwoorde investering) en extra-financieel. Deze selectie gebeurt in een investeringsuniversum van waarden die vatbaar zijn voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling wordt omschreven als ‘een ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van het heden zonder de bekwaamheid te schaden van toekomstige generaties om aan hun behoeften te voldoen’. De bedrijven worden volgens deze criteria van duurzame ontwikkeling geanalyseerd om hun vatbaarheid voor dit concept te beoordelen. De beheerder UFG-Sarasin AM doet daarvoor een beroep op de diensten van de onderzoeksafdeling van de LFP-groep en/of gespecialiseerde beoordelingsagentschappen. De extra-financiële analyse bepaalt de grenzen van een ‘investeerbaar’ universum in MVI-zin. De Sarasin®-matrix berust op twee gekruiste noteringen, de eerste is van toepassing op de sector en de tweede op het bedrijf, volgens de redenering ‘ best of class’ en ‘best in class’.  Sectorale klassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De risico’s die ze op milieu en sociaal/maatschappelijk vlak vertegenwoordigen,  Volgens specifieke criteria en aangepast aan elke sector  Bedrijfsklassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De volledige productiecyclus (preproductie, productie en het op de markt brengen/recyclage),  De strategieën die worden toegepast om rekening te houden met de belangen van ontvangende partijen,  De bekwaamheid om in de betrokken sector de risico’s van het vak te beheren. Naargelang de sector worden tussen 50 en 100 criteria gebruikt om elk bedrijf te evalueren. De beoordeling wordt verkregen door een wegingsysteem dat van sector tot sector verschilt, in functie van de impact van een of ander criterium op een bepaalde sector. Na deze tweedimensionale analyse krijgen elke sector en elk bedrijf een cijfer toegekend (op een decimale schaal van 0 voor een totaal gebrek aan gevoeligheid qua maatschappelijke verantwoordelijkheid, tot 2 voor een maximale gevoeligheid), zodat de effecten in de ® Sarasin -matrix kunnen worden gepositioneerd. Via deze werkwijze verkrijgt men het ‘investeerbare’ universum dat op de volgende manier wordt gedefinieerd:  Voor alle sectoren moet de evaluatie van het bedrijf minstens op het gemiddelde liggen,  Ze moet boven het gemiddelde liggen in sectoren die zich onder het gemiddelde bevinden,  En ze moet, ten slotte, sterk zijn in als zwak beoordeelde sectoren. Het compartiment wordt zodanig beheerd dat geprobeerd wordt om een gemiddelde beoordeling van de portefeuille te verkrijgen die qua vatbaarheid voor duurzame ontwikkeling hoger dan 1 ligt.

_______________________________________________________________________________ - 24 -





Referentievaluta



Na deze analyse volgt een klassieke financiële analyse van de in aanmerking komende effecten. De opbouw van de portefeuille wenst de posities over thema’s en waarden te spreiden (analyse van de correlaties) zelfs met een geconcentreerde portefeuille. De aandelen worden voornamelijk geselecteerd uit waarden met een grote kapitalisatie maar het compartiment wenst de mogelijkheid te behouden om binnen een maximale limiet van 25% van zijn nettoactiva te investeren in waarden met een kleine kapitalisatie. Het compartiment kan tot 25% van zijn netto-activa investeren in verhandelbare schuldbewijzen (depositobewijzen, thesauriebewijzen, bewijzen van gespecialiseerde financiële instellingen, verhandelbare schatkistbons, medium term notes (BMTN)), obligatieproducten, certificaten en/of instrumenten van de geldmarkt om de risico’s te spreiden. De emittenten van rente-instrumenten zijn zonder onderscheid privaatrechterlijke rechtspersonen en publiekrechtelijke rechtspersonen met domicilie in alle lidstaten van de Europese Unie, zonder geografisch of sectoraal overwicht. Het compartiment kan eveneens tot 10% van zijn netto-activa investeren in ICBE en/of andere ICB delen of aandelen. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn en om de portefeuille zo goed mogelijk te beheren of te dekken, een beroep doen op technieken en instrumenten van financiële markten (listed, non listed, aandelen, renten, indexen, commodities, vast of optioneel krediet, …). Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. De hierboven vermelde indexen voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van de Groothertogelijke Verordening van 8 februari 2008. EUR

Risicoprofiel






Beleggerprofiel





Uitstaprecht




van

de

NIW

per

aandeel

voor

de

_______________________________________________________________________________ - 25 -


Conversierecht



0%

_______________________________________________________________________________ - 26 -





Adviescommissieloon

















FISCAAL STELSEL







Evaluatiedag




Publicatie van de netto-



De netto-inventariswaarden zijn beschikbaar op de hoofdzetel van de

_______________________________________________________________________________ - 27 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht inventariswaarden CONTACTGEGEVENS Inschrijvingen, terugbetalingen en conversies Documentatieaanvraag

BEVEK.



EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002





_______________________________________________________________________________ - 28 -


UFG-LFP FUNDS – LFP LEADERS EMERGENTS PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij























LFP, Parijs

ISIN-codes










Investeringsbeleid



De doelstelling van dit compartiment is om voordeel te trekken uit de dynamiek van de bedrijven van groeilanden waarvan een steeds groter aantal een internationale omvang bereikt. De verwachte doelstelling is om op de lange termijn de prestaties van de index MSCI Emerging Markets Daily Net TR in euro te verslaan (herbelegde netto-dividenden) Het compartiment investeert hoofdzakelijk (tussen 80% en 100% van het nettoactief) in een selectie aandelen van bedrijven in groeilanden die een kritische omvang hebben bereikt op het gebied van omzet en beurskapitalisatie. Deze bedrijven hebben leiderposities verworven op de internationale scène. Voor een betere liquiditeit behoudt het fonds zich de mogelijkheid voor om te investeren in ADR (American Depositary Receipts) of GDR (Global Depositary Receipts) van deze groeiwaarden. De waarden worden via een bottom-up benadering geselecteerd, volgens een model van fundamentele en kwantitatieve scoring (valorisatie, groei, kwaliteit, momentum) dat gekoppeld wordt aan een scoring van de bedrijfsleider (analyse van de relevantie van de consensus gegevens, bepaling van de drijvende elementen van de koers, kwalitatieve en strategische analyse, ...). Het compartiment kan tot 20% van zijn netto-activa investeren in verhandelbare schuldbewijzen (depositobewijzen, thesauriebewijzen, bewijzen van gespecialiseerde financiële instellingen, verhandelbare schatkistbons, medium term notes (BMTN)), obligatieproducten, certificaten en/of instrumenten van de geldmarkt om de risico’s te spreiden. De emittenten van rente-instrumenten zijn zonder

_______________________________________________________________________________ - 29 -





Referentievaluta



onderscheid privaatrechterlijke rechtspersonen en publiekrechtelijke rechtspersonen met domicilie in alle lidstaten van de Europese Unie, zonder geografisch of sectoraal overwicht. Het compartiment kan eveneens tot 10% van zijn netto-activa investeren in ICBE en/of andere ICB delen of aandelen. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn en om de portefeuille zo goed mogelijk te beheren of te dekken, een beroep doen op technieken en instrumenten van financiële markten (listed, non listed, aandelen, renten, indexen, commodities, vast of optioneel krediet, …). Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. De hierboven vermelde indexen voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van de Groothertogelijke Verordening van 8 februari 2008. EUR

Risicoprofiel






Beleggerprofiel





Uitstaprecht



Klasse B: Max. 3% van de NIW beleggingsbemiddelaar. Klasse I: Max. 3% van de NIW beleggingsbemiddelaar. 0%

Conversierecht



0%

per

aandeel

voor

de

per

aandeel

voor

de




Klasse B: Maxi. 2% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt. Klasse I: Maximaal 1,25% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester. Deze vergoeding is betaalbaar in de maand die op het trimestereinde volgt.

Performancecommissie

>

De performancecommissie zal maximaal 25% van het verschil tussen

_______________________________________________________________________________ - 30 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht de prestaties van het compartiment en die van de index MSCI Emerging Markets Daily Net TR in euro vertegenwoordigen. Het totaalbedrag van de performancecommissie is gebonden aan een maximum van 2,5% van het gemiddelde nettoactief van het compartiment in de referentieperiode. De superperformance wordt berekend door de evolutie van het actief van het compartiment te vergelijken met de evolutie van het actief van een referentiefonds dat dezelfde prestaties neerzet als de referentieindex, de MSCI Emerging Markets Daily Net TR in euro, en dezelfde variaties in inschrijvingen en terugkopen noteert als het echte compartiment. Een provisie, of desgevallend een terugneming op de provisie in geval van rendementen onder de benchmarkt, wordt bij elke berekening van de NIW in de boekhouding opgenomen. Het aandeel variabele kosten dat met de terugkopen overeenstemt, behoort definitief aan de beheerder. De afsluitingsdatum van de variabele beheerkosten is de laatste NIW van december. De performancecommissie wordt jaarlijks in de maand na het jaareinde betaald. Als de evolutie van het actief van het compartiment over een bepaalde referentieperiode onder die van het actief van het referentiefonds (zie hoger) blijkt te liggen, wordt de referentieperiode verlengd met de duur van het nieuwe boekjaar. 

0,50% p.j., driemaandelijks berekend en gebaseerd op het gemiddelde nettoactief van het compartiment in het betreffende trimester, met een minimum dat niet hoger is dan EUR 50.000 p.j.












FISCAAL STELSEL




Orders voor inschrijving, terugbetaling en omzetting die voor een evaluatiedag (de ‘evaluatiedag’) voor 11.00u op een werkdag voor banken in Luxemburg toekomen, zullen op basis van de netto-

_______________________________________________________________________________ - 31 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht inventariswaarde van de Evaluatiedag in mindering worden gebracht, met toepassing van de rechten die in het prospectus worden voorzien. De inschrijvingen en terugbetalingen moeten ten laatste drie werkdagen volgend op de van toepassing zijnde Evaluatiedag worden gestort. Vorm/Aandelenklassen



Evaluatiedag









EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002




De aandelen zijn kapitalisatieaandelen (klassen B en I). De aandelen worden in nominatieve vorm, gedematerialiseerd en aan toonder uitgegeven. De aandelen moeten volledig volgestort zijn en worden uitgegeven zonder vermelding van de waarde. Er kunnen delen tot een tienduizendste van een aandeel worden uitgegeven. Elke bankwerkdag in Luxemburg.


LFP, Parijs - Frankrijk Tel. +33(0)1 43 12 01 00


_______________________________________________________________________________ - 32 -


UFG-LFP FUNDS – LFP TREND TECHNOLOGIES PRESENTATIE VAN DE BEVEK Oprichtingsdatum



28 oktober 1998

Geregistreerd in



Luxemburg

Juridische vorm




Duur



Onbeperkt

Promotor




Beheermaatschappij
























Beleggingsadviseur



LFP, Parijs

ISIN-code










Investeringsbeleid



Het doel van dit compartiment is de kapitaalappreciatie op lange termijn. Het nagestreefde doel is om op de lange termijn de prestatie van de in euro omschreven DOW JONES STOXX 600 index te verslaan, door voordeel te trekken uit de dynamiek van de waarden en markten die gerelateerd zijn aan telecommunicatie, media en technologieën. Het compartiment investeert voornamelijk in een selectie aandelen van internationale bedrijven, waarvan minimaal 75% in de Europese Unie zijn gevestigd en/of genoteerd. De resterende 25% kan geïnvesteerd worden in aandelen van bedrijven die in groeilanden en de Verenigde Staten zijn gevestigd en/of genoteerd. Het beheer is gebaseerd op een kwalitatieve analyse van effecten uit het investeringsuniversum. De waarden worden gekozen op grond van hun financiële kenmerken (waaronder de netto-activa, het rendement van het effect, de groei, het schuldniveau, mogelijkheid tot externe groei, valorisatieratio’s, met name de verhouding tussen de koers/winst) maar ook op grond van het feit dat ze tot een bepaalde sector behoren. Het investeringsuniversum bestaat vooral uit Europese waarden uit de technologische, media- en telecommunicatiesector. Het compartiment wordt met een specifiek proces beheerd waarbij de emittenten dubbel worden gefilterd: MVI (maatschappelijk verantwoorde investering) en extra-financieel. Deze selectie gebeurt in een investeringsuniversum van waarden die vatbaar zijn voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling wordt omschreven als ‘een ontwikkeling die voldoet aan de behoeften van het heden zonder de bekwaamheid te schaden van toekomstige

_______________________________________________________________________________ - 33 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht generaties om aan hun behoeften te voldoen’. De bedrijven worden volgens deze criteria van duurzame ontwikkeling geanalyseerd om hun vatbaarheid voor dit concept te beoordelen. De beheerder LFP-Sarasin AM doet daarvoor een beroep op de diensten van de onderzoeksafdeling van de LFP-groep en/of gespecialiseerde beoordelingsagentschappen. De extra-financiële analyse bepaalt de grenzen van een ‘investeerbaar’ universum in MVI-zin. De Sarasin®-matrix berust op twee gekruiste noteringen, de eerste is van toepassing op de sector en de tweede op het bedrijf, volgens de redenering ‘ best of class’ en ‘best in class’.  Sectorale klassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De risico’s die ze op milieu en sociaal/maatschappelijk vlak vertegenwoordigen,  Volgens specifieke criteria en aangepast aan elke sector  Bedrijfsklassering (‘best of class’-concept, door het volgende te analyseren:  De volledige productiecyclus (preproductie, productie en het op de markt brengen/recyclage),  De strategieën die worden toegepast om rekening te houden met de belangen van ontvangende partijen,  De bekwaamheid om in de betrokken sector de risico’s van het vak te beheren. Naargelang de sector worden tussen 50 en 100 criteria gebruikt om elk bedrijf te evalueren. De beoordeling wordt verkregen door een wegingsysteem dat van sector tot sector verschilt, in functie van de impact van een of ander criterium op een bepaalde sector. Na deze tweedimensionale analyse krijgen elke sector en elk bedrijf een cijfer toegekend (op een decimale schaal van 0 voor een totaal gebrek aan gevoeligheid qua maatschappelijke verantwoordelijkheid, tot 2 voor een maximale gevoeligheid), zodat de effecten in de ® Sarasin -matrix kunnen worden gepositioneerd. Via deze werkwijze verkrijgt men het ‘investeerbare’ universum dat op de volgende manier wordt gedefinieerd:  Voor alle sectoren moet de evaluatie van het bedrijf minstens op het gemiddelde liggen,  Ze moet boven het gemiddelde liggen in sectoren die zich onder het gemiddelde bevinden,  En ze moet, ten slotte, sterk zijn in als zwak beoordeelde sectoren. UFG Trend Technologies wordt zodanig beheerd dat geprobeerd wordt om een gemiddelde beoordeling van de portefeuille te verkrijgen die qua vatbaarheid voor duurzame ontwikkeling hoger dan 1 scoort. Na deze analyse volgt een klassieke financiële analyse van de in aanmerking komende effecten. De aandelen worden voornamelijk geselecteerd uit waarden met een grote kapitalisatie maar het compartiment wenst de mogelijkheid te behouden om binnen een maximale limiet van 25% van zijn nettoactiva te investeren in waarden met een kleine kapitalisatie. Het compartiment kan tot 25% van zijn netto-activa investeren in verhandelbare schuldbewijzen (depositobewijzen, thesauriebewijzen, bewijzen van gespecialiseerde financiële instellingen, verhandelbare schatkistbons, medium term notes (BMTN)), obligatieproducten, certificaten en/of instrumenten van de geldmarkt om de risico’s te spreiden. De emittenten van rente-instrumenten zijn zonder onderscheid privaatrechterlijke rechtspersonen en publiekrechtelijke rechtspersonen met domicilie in alle lidstaten van de Europese Unie, zonder geografisch of sectoraal overwicht.

_______________________________________________________________________________ - 34 -





Referentievaluta



Het compartiment kan eveneens tot 10% van zijn netto-activa investeren in ICBE en/of andere ICB delen of aandelen. Het compartiment kan bijkomend liquiditeiten omvatten. Het compartiment kan, om zijn liquiditeiten te beleggen, investeren in monetaire ICB (collectieve beleggingsinstellingen) of in ICB die geïnvesteerd zijn 1. in schuldbewijzen waarvan de eindvervaldatum of de resterende looptijd, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, niet meer dan 12 maanden bedraagt of 2. schuldbewijzen waarvoor de rentevoet, rekening houdende met de erbij horende financiële instrumenten, minstens een keer per jaar wordt aangepast. Het compartiment kan, binnen de grenzen die in het prospectus voorzien zijn en om de portefeuille zo goed mogelijk te beheren of te dekken, een beroep doen op technieken en instrumenten van financiële markten (listed, non listed, aandelen, renten, indexen, commodities, vast of optioneel krediet, …). Op voorwaarde dat deze technieken en instrumenten alleen gebruikt worden in de mate dat ze de integriteit van het investeringsbeleid van het compartiment niet in het gedrang brengen. De hierboven vermelde indexen voldoen aan de bepalingen van artikel 9 van de Groothertogelijke Verordening van 8 februari 2008. EUR

Risicoprofiel






Beleggerprofiel





Uitstaprecht




Conversierecht



0%

van

de

NIW

per

aandeel

voor

de




Adviescommissieloon



Andere werkingskosten met inbegrip van het commissieloon van de




_______________________________________________________________________________ - 35 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht Beheermaatschappij











Andere kosten en commissielonen

FISCAAL STELSEL







Evaluatiedag









EFA – REGISTRE Fax: +352 48 65 61 8002






UFG-SARASIN AM, Parijs – France Tel. +33(0)1 43 12 01 00

_______________________________________________________________________________ - 36 -



_______________________________________________________________________________ - 37 -

UFG-LFP FUNDS BEVEK met meerdere compartimenten naar Luxemburgs recht

Recommend Documents