PROTECT BULLETIN Trimestriële nieuwsbrief van verzekeringsmaatschappij Protect J A A R G A N G
6
•
N U M M E R
22
•
22
2002
DE ARCHITECT EN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN
INLEIDING De markt van de overheidsopdrachten is vanuit economisch oogpunt een belangrijke markt omwille van de veelheid en de belangrijkheid van de opdrachten. Het is dan ook normaal dat de overheid niet alleen een systeem van erkenningen heeft ontwikkeld waardoor wordt bepaald wie zich als speler op de markt mag manifesteren maar daarnaast ook een geheel van regels heeft ontworpen waardoor wordt bepaald hoe de spelers zich op de markt zelf moeten gedragen. Onder druk van de Europese Unie werden de bestaande regels, die veelal protectionistisch van aard waren, tussen 1993 en 1997 herzien. Dit heeft geleid tot een vernieuwde wetgeving die de nationale markten heeft opengebroken naar een Europese markt en die de wijze waarop een contract met de overheid tot stand kan komen en daarna moet uitgevoerd worden, ingrijpend heeft gewijzigd.
HOE KOMT EEN OVERHEIDSOPDRACHT TOT STAND ? Een contract met de overheid komt tot stand zoals elke andere overeenkomst. De overheid formuleert een voorstel om te contracteren waarop de geïnteresseerden kunnen reageren met een aanbod om de werken tegen de voorgestelde voorwaarden uit te voeren tegen een bepaalde prijs. Het contract komt tot stand wanneer het aanbod door de overheid wordt aanvaard. Deze voorstelling is juridisch correct maar simplistisch. Een voorstel om te contracteren impliceert dat het voldoende gedetailleerd is uitgewerkt zodat de geïnteresseerde alle noodzakelijke informatie verkrijgt om met kennis van zaken en zonder voorbehoud een prijsaanbod te kunnen formuleren.
Alvorens de overheid een aanbod kan aanvaarden zal niet alleen nagegaan moeten worden of de aanbieder aan de voorwaarden voldoet om te mogen deelnemen maar daarenboven zal moeten nagegaan worden of zijn aanbod ook inhoudelijk in overeenstemming is met de voorwaarden van het voorstel. Een (overheids)contract creëert derhalve niet alleen economische maar evenzeer juridische gevolgen.
DE ARCHITECT EN DE OVERHEID De architect heeft een belangrijke rol bij zowel de voorbereiding, de totstandkoming en de uitvoering van een overheidsopdracht die de realisatie van bouwwerken tot voorwerp heeft. Hij zal betrokken worden bij het uitwerken van het voorstel via de redactie van de aanbestedingsdocumenten (plannen, administratief lastenboek, technisch lastenboek, meetstaat enz.). Hij heeft zeer dikwijls een belangrijke inbreng in de beslissingen om een aanbod af te wijzen of zelfs de opdracht niet toe te wijzen. Ten slotte zal hij ná de toewijzing de werken opvolgen. Elk van deze opdrachten brengt zijn eigen verantwoordelijkheid met zich.
zodat de kans op een fout reëel is. Via het decreet op de openbaarheid van bestuur hebben ze veel gemakkelijker dan vroeger toegang tot alle documenten die een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van de beslissing. Ze hebben juristen in dienst of onderhouden nauwe contacten met gespecialiseerde advocatenkantoren. De overheid heeft trouwens zelf een grote incentive om te procederen in de wet ingebouwd: wie zijn gelijk kan bewijzen krijgt (zonder werken) een schadevergoeding van tien procent van de aannemingssom, hetgeen in veel gevallen meer is dan de betrokkene kan verdienen door de uitvoering van de opdracht. - de tweede reden heb ik in een vroeger nummer van het bulletin reeds toegelicht. De maatschappij neemt geen genoegen meer met het feit dat iemand zijn best heeft gedaan maar wil gegarandeerde resultaten zien. Deze maatschappijvisie leidt er steeds meer toe dat professionelen worden be- (of ver)oordeeld op grond van het behaalde resultaat ongeacht de inspanningen die ze hebben gedaan om het resultaat te bereiken. Het heeft weinig zin om deze maatschappelijke evolutie te betreuren. Wat telt is de vaststelling dat deze
IN DIT NUMMER
TOENEMENDE RESPONSABILISERING We zien in de afgelopen tien jaar een duidelijke stijging van het aantal procedures rond overheidsopdrachten. De redenen hiervoor kunnen allen tot twee noemers worden teruggebracht: - de burger is veeleisender en mondiger geworden. Aannemingsbedrijven die naast een opdracht grijpen willen weten of dit op een verantwoorde wijze is gebeurd. Ze weten dat de materie complex is
PAG.
1 • DE
ARCHITECT EN DE
OVERHEIDSOPDRACHTEN PAG.
3 • BEDRIJFSVLOEREN
VAN
CEMENTBETON PAG.
5 • PROTECT 2001 - KERNCIJFERS TRADITIEGETROUW BLIKKEN WE EVEN TERUG OP DE KERNCIJFERS VAN
2001
• 1 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 22
evolutie er is en dat de professionelen, welk beroep ze ook uitoefenen, zich aan deze evolutie aanpassen door een verder doorgedreven organisatie en specialisatie en door het voorafgaandelijk inwinnen van deugdelijke adviezen. De betrokkenheid van de architecten bij de overheidsopdrachten én de stijgende responsabilisering verklaart waarom zij in toenemende mate door de overheid worden betrokken in procedures waarin de overheidsbeslissing ter discussie wordt gesteld.
Deze verantwoordelijkheden zijn in vroegere artikels en commentaren reeds voldoende aan bod gekomen zodat hierop niet wordt teruggekomen.
Hij zal ook een verslag maken van de opmerkingen van de inschrijvers in verband met de door hem voorgestelde verbeteringen, de vastgestelde leemten, de varianten enz.
DE ARCHITECT EN ZIJN VERANTWOOR-
Het is evident dat een architect verantwoordelijk is voor de goede uitvoering van deze taken vermits ze tot zijn eigen opdracht behoren.
DELIJKHEID VOOR ZIJN ADVIEZEN
Dat zelfs de grootste voorzichtigheid is geboden, mag blijken uit het volgend voorbeeld.
DE ARCHITECT EN ZIJN VERANTWOORDELIJKHEID Bij de analyse van de geschillen inzake overheidsopdrachten in het algemeen en de betrokkenheid van de architect bij deze geschillen in het bijzonder, kom ik tot de vaststelling dat veel geschillen hun oorsprong vinden in het feit dat de architect bij het vervullen van zijn taken het technisch terrein heeft verlaten en het zuiver juridisch terrein heeft betreden. Dit kan zowel gebeuren door het geven van een zuiver juridisch advies als door het op eigen verantwoordelijkheid trekken van een juridische conclusie uit zijn technische vaststelling. De vraag stelt zich of de architect hier risico’s neemt die inherent zijn aan zijn opdracht dan wel risico's op aansprakelijkheid aanvaardt die ook hadden kunnen vermeden worden.
(foto: gerechtsgebouw - Brugge)
Hiervoor hebben we reeds beklemtoond dat een overheidsopdracht een complex contract is gezien de veelheid van voorwaarden zowel wat de formele regels van deelneming als de materiële regels inzake de regelmatigheid van de inschrijving betreft. De aanbestedende overheid is lang niet altijd vertrouwd met de materie zodat in veel gevallen bij twijfel of discussie een beroep wordt gedaan op de deskundigheid van de architect om een beslissing in positieve of negatieve zin te verantwoorden. Zelfs wanneer de overheid zelf deskundig is, gebeurt het nog vaak dat ze haar beslissing verantwoordt door te verwijzen naar een advies van de architect aan wie zij om raad heeft gevraagd.
DE ARCHITECT EN ZIJN (TECHNISCHE) VERANTWOORDELIJKHEID Het spreekt voor zich dat de verantwoordelijkheid van een architect die voor burgers werkt niet anders is dan de verantwoordelijkheid van een architect die een opdracht voor de overheid uitvoert. Hij is ten aanzien van zijn opdrachtgever verantwoordelijk voor het concept, voor de volledigheid en correctheid van de plannen en documenten die samen de aannemingsovereenkomst zullen vormen. Hij zal het werk deugdelijk moeten controleren en na de beëindiging van de werken zal hij zijn opdrachtgever moeten adviseren bij het aanvaarden van de werken en/of het formuleren van opmerkingen op de wijze waarop de aannemer zijn werk heeft uitgevoerd. • 2 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 22
De cruciale vraag is of een dergelijk advies als een inspannings- dan wel als een resultaatsverbintenis moet worden beschouwd. Zal m.a.w. de architect verantwoordelijk zijn wanneer achteraf zou blijken dat zijn advies door de Rechter niet wordt bijgetreden?
DE ARCHITECT IS GEEN JURIST De architect heeft ongetwijfeld een belangrijke rol bij het nazicht én de beoordeling van de inschrijvingen. Het behoort onder meer tot zijn taken om de inschrijvingen te controleren, de mathematische fouten op te sporen, de vergeten posten aan te tonen, de abnormale prijzen te signaleren.
Een aannemer heeft bij zijn inschrijving gebruik gemaakt van zijn computerprogramma. De aannemer werd als tweede laagste gerangschikt. Onmiddellijk na de toewijzing werd de architect gedagvaard omdat hij een vermenigvuldigingsfout niet heeft opgemerkt zonder dewelke de inschrijver als laagste gerangschikt zou zijn. De architect was ervan uitgegaan dat het programma geen rekenfouten toeliet. Een expertise heeft uitgewezen dat de inschrijver door een oneigenlijk gebruik van het programma wél fouten kan maken. Het Hof van Beroep zal zich eerstdaags uitspreken over de vraag of de architect een fout heeft gemaakt door de met een computerprogramma gemaakte inschrijving niet mathematisch te controleren. De rol van de architect wordt echter veel delicater wanneer hij uit eigen initiatief of op vraag van de overheid de (juridische) conclusies trekt uit de door hem gedane materiële vaststellingen. De feiten vaststellen is één zaak. Op grond van de feiten een juiste juridische conclusie trekken die de rangschikking en de regelmatigheid of onregelmatigheid van een inschrijving raakt is een totaal andere zaak. De vraag of een inschrijving, rekening houdend met de vaststellingen van de architect, al dan niet regelmatig is, is geen technische maar een juridische conclusie die daarenboven op een juridisch verantwoorde wijze moet gemotiveerd worden. De architect die aan deze besluitvorming deelneemt, betreedt een terrein dat niet het zijne is en waar regels gelden waarmee hij niet (of niet altijd) voldoende vertrouwd is.
(lees verder op pag. 6)
BEDRIJFSVLOEREN A. ALGEMEENHEDEN Een bedrijfsvloer van cementbeton heeft hier de beperkte betekenis van een betonverharding die meestal in een overdekte en afgesloten loods ligt en waarvan het oppervlak bijzondere eigenschappen heeft. Deze eigenschappen betreffen de grote effenheid, de hogere bestandheid tegen slijtage en stofvorming, m.a.w. het garanderen van het schok- en stofarm verkeer van allerhande bedrijfsvoertuigen. Soms wordt een verharding buiten ook als een bedrijfsvloer opgevat waarbij dan bijzondere aandacht moet besteed worden aan de sterkere belastingen waaraan de vloer blootstaat, o.a. t.g.v. de strengere weersinvloeden. In bijzondere gevallen kan een bedrijfsvloer nog aan volgende bijzondere eisen moeten voldoen: - voldoende draagvermogen - goede vlakheid - goede weerstand tegen afslijting (en dus tegen stofvorming) nodig voor de soepele en stofvrije circulatie van laad- en losmachines of andere voertuigen - voldoende schokbestendigheid - weerstand tegen chemische aantasting - weerstand tegen strenge temperatuursvoorwaarden - goede dichtheid ten aanzien van vloeistoffen - stroefheid (slipwerend oppervlak) - in bepaalde gevallen elektrische, akoestische en thermische isolatie, enz. Al naargelang deze bijzondere eisen kan dan een keuze gemaakt worden uit volgende types bedrijfsvloeren: - ongewapend beton met ingezaagde voegen voor licht belaste vloeren op een ondergrond met een goede draagkracht. - licht gewapend beton met ingezaagde voegen: zijnde een enigszins verbeterde versie van de ongewapende vloer, door het toevoegen van een kleine hoeveelheid wapening, met als enige bedoeling de scheurvorming te beperken.
VAN CEMENTBETON
- staalvezelbeton met ingezaagde voegen waarbij om praktische redenen de plaatsing van een lichte wapening (zeer arbeidsintensief) wordt vervangen door staalvezels. - gewapend beton met of zonder voegen waarbij d.m.v. een combinatie van onder- en bovenwapening de buigmomenten ten gevolge van externe belastingen en zettingen worden opgenomen. - monoliet vloeren van staalvezelbeton waarbij d.m.v. een verhoogd staalvezelgehalte (40-45 kg/m2) de scheurvorming zodanig wordt beheerst dat langere velden kunnen gerealiseerd worden mits voldoende betonkwaliteit. - monoliet vloeren in voorgespannen beton in uitzonderlijke gevallen waarbij geen zaagsnedes worden toegelaten. - verstijfde vloeren en vloeren op palen in geval van een zeer slappe samendrukbare ondergrond. In dergelijke gevallen maakt de vloer meestal volledig deel uit van het stabiliteitsconcept van het gebouw.
B. ONTWERPEN VAN EEN BEDRIJFSVLOER Bij het bepalen van de definitieve keuze van het type vloer of bij het ontwerpen van de eigenlijke vloer moet rekening gehouden worden met de specifieke eisen waaraan de bedrijfsvloer moet voldoen, zijnde de eisen die opgegeven worden door de bouwheer. Hierbij moeten volgende factoren in aanmerking genomen worden: 1.De gebruiksbelasting bestaande uit de vaste gelijkmatige gespreide lasten, de vaste lasten gespreid over stroken, de vaste puntlasten en de mobiele puntlasten vanwege o.a. de heftuigen. Hierbij geldt het principe dat hoe kleiner het steunvlak wordt, hoe meer de belasting naar een ponslast neigt. Tevens veroorzaken de
mobiele lasten enerzijds vermoeiingsverschijnselen ten gevolge van herhaalde spanningswisselingen van trek naar druk of omgekeerd, anderzijds dynamische effecten t.g.v. het remmen of het overschrijden van plaatselijke oneffenheden. Deze laatste effecten kunnen de statische last verdubbelen of zelfs verdrievoudigen. 2.De gevolgen van de onvermijdelijke krimp en/of thermische werking van het beton. De krimp is het gevolg van de verdamping van aanmaakwater uit het beton, zowel tijdens de plastische fase als in de verharde toestand, en veroorzaakt spanningen welke op termijn aanleiding kunnen geven tot scheurvorming en/of opbuiging van de betonvloer. Een min of meer analoog schadebeeld kan eveneens veroorzaakt worden door thermische werking. 3.Het draagvermogen van de grond waarop de verharding moet worden aangebracht. Dit draagvermogen wordt vrij algemeen uitgedrukt door de reactiemodulus K, bepaald volgens de proef van Westergaard waarbij een op de grond geplaatste plaat geleidelijk wordt belast en haar indringing in de grond wordt opgemeten bij een druk van 0,7 da N/cm2. De verhouding tussen de druk en de indringing (in cm) geeft dan de reactiemodulus K, die des te kleiner is naarmate de grond meer en meer vervormbaar is. Voor watergevoelige gronden hangt het draagvermogen af van het gehalte aan water, ze vervormen bij constant volume (zonder wateruitstorting) en daarom volgens de vrijheid van expansie in het milieu. De dieper gecompacteerde en ongeroerde gronden van dit type vormen een goede steunlaag voor ongegraven constructies, als bovenlaag daarentegen vertonen ze 3 gevaarlijke kenmerken: - gevoeligheid voor oppervlaktewater; • 3 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 22
- zeer grote moeilijkheid om goed te compacteren; - vorstgevoeligheid door vorming van ijslenzen, opzwelling en verlies van compactheid. Voor minder watergevoelige gronden (zand en grindzandgronden) zijn er veel minder problemen omwille van het feit dat ze zeer gemakkelijk te compacteren zijn en daardoor een uitstekend draagvermogen verwerven. 4.De stijfheid van de verharding en de dikte ervan. De vervorming van de plaat hangt sterk af van haar stijfheid en vooral van haar dikte die aan de te dragen lasten moet worden aangepast, waarbij voornamelijk de aard van de belasting een voorname rol speelt.
C. BEHEERSING VAN SCHEURVORMING EN OPBUIGING De voornaamste oorzaken van scheuren en opbuiging (“schoteling” of “curling”) zijn te zoeken bij de krimp van het beton, bij thermische bewegingen en bij vervormingen van de plaat. Deze oorzaken kunnen als volgt uitgeschakeld en/of geminimaliseerd worden: - verbeteren van de ondergrond d.m.v. stabilisering met cement of met kalk en cement of desgevallend het voorzien van de nodige fundering (putten, palen, en dergelijke) onder de vloer; - voorzien van de nodige stijfheid en dikte van de betonplaat in functie van de uitgeoefende belasting en draagkracht van de ondergrond; - het verminderen van de krimpwerking door het aanpassen van de betonsamenstelling, het beheersen van de temperatuur en de relatieve vochtigheid binnen de ruimte, het beperken van de afmetingen van het betonelement en het uitschakelen van een uitwisseling van vocht met de ondergrond. Aan de bovenkant is plastische krimp het gevolg van het snel uitdrogen van het mengsel in plastische fase onder invloed van wind en/of bezonning. • 4 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 22
Onderaan kan vocht uit het beton verdwijnen door een droge onderliggende laag, wat kan leiden tot een aanzienlijke volumevermindering, die verschillende malen groter kan zijn dan de krimp van het beton in de verharde fase. Aanvankelijk wordt deze volumeverandering gecompenseerd door de vervormbaarheid van het verse beton. Tijdens de binding echter verhardt het beton geleidelijk en zullen geleidelijk capillaire spanningen ontstaan met een zeer verspreide en onregelmatige scheurvorming als gevolg. - beperken van de krimpwerking door het toepassen van een gepaste nabehandeling zodra de staat van het oppervlak dit toelaat. Deze nabehandeling kan bestaan uit het afdekken van de vloer door middel van een plastiekfolie, het besproeien van de vloer met water, het afdekken van de vloer met een laag vochtig zand of het verstuiven van de vloer met een curing compound; - het voorzien van de nodige structuurvoegen in de vloer t.h.v. de uitzettingsvoeg in het gebouw. Deze structuurvoegen kunnen uitgevoerd worden, hetzij met deuvels, hetzij met stalen hoekprofielen, hetzij met een combinatie van beide; - het voorzien van de nodige verdeelvoegen om grotere oppervlakken op te delen in kleinere compartimenten, waarbij de vloerplaat wordt losgemaakt van alle dragende elementen met een eigen fundering (b.v. machinefundering, kolommen, enz). Deze verdeelvoegen worden verwezenlijkt door het uitvoeren van zaagsnedes (3 à 4 mm breed) tot op een diepte van minimum 1/3 van de plaatdikte, uiterlijk 1 dag na het betonneren.
• geen voegen voorzien nabij punten met geconcentreerde belastingen (punt of lijnlasten); • het gebruik van deuvels in geval van niet te vermijden voegen langs geconcentreerde belastingen; • voegen vermijden op plaatsen van druk verkeer; • horizontaal verspringende voegen vermijden. - het voorzien van de nodige hernemingvoegen waar apart aangelegde betonstroken zich van elkaar scheiden. Deze hernemingvoegen kunnen gerealiseerd worden d.m.v. een aangepast bekistingprofiel of d.m.v. deuvels waar een lastoverdracht zich kan voordoen. D. CONCLUSIE Uit bovenstaande gegevens kan alleen maar geconcludeerd worden dat zowel in de conceptfase als in de uitvoeringsfase de meest nodige aandacht moet worden besteed om tot een goed resultaat te komen. Zo niet verkrijgt men een bedrijfsvloer met wilde barstvorming waaraan men alleen een ontevreden klant overhoudt. Er mag echter niet uit het oog verloren worden dat het een industriële bevloering betreft die in eerste instantie functioneel dient te zijn en waarbij er slechts beperkte esthetische voorwaarden spelen.
Ir. Willy Baert Zaakvoerder, INVENTUM BVBA, Kortrijk
Bij het voorzien van een geschikt voegenpatroon in de vloer met als bedoeling de scheurvorming te beheersen worden best volgende richtlijnen in acht genomen: • het oppervlak zoveel mogelijk verdelen in vierkante velden of velden met een verhouding lengte/ breedte van maximaal 1,5; • vermijden van scherpe hoeken; • inspringende hoeken vermijden, b.v. rond kolommen;
BEZOEK ONZE NIEUWE WEBSITE WWW.NVPROTECTSA.BE
PROTECT 2001 - KERNCIJFERS TRADITIEGETROUW BLIKKEN WE EVEN TERUG OP DE KERNCIJFERS VAN 2001 PREMIEOMZET Het totaal incasso steeg met ongeveer 5% tot € 5.853.000. De belangrijkste afdeling is nog steeds de beroepsaansprakelijkheid van architecten en raadgevend ingenieurs.
7000 6000
EURO X 1000
5000 4284 3746
4000
4551
5853
5624
5572 4742
4019
In 2001 werd de nieuwe wetgeving van kracht betreffende de veiligheidscoördinatoren op de mobiele en tijdelijke werkplaatsen. Protect ontwierp een speciale polis die hun beroepsaansprakelijkheid verzekert. Het product kent succes en nu reeds zijn meer dan 350 veiligheidscoördinatoren bij Protect verzekerd. Op termijn wordt hier een belangrijk incasso verwacht.
3000 1828
2000
1542 1179
1000 0 1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Omzet
TECHNISCHE RESERVES
21507
22000 19600
20000 18000
EURO X 1000
Technische reserves
17016
16000
14976
14000 12162
12000 9439
10000 7500
8000 6000
5021
4000 2000
826
1540
2487
Het totaal van de technische reserve bedraagt nu meer dan € 21,5 Mio.
0 1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
De technische reserves die in hoofdzaak bestemd zijn om de aangemelde schades die nog niet afgehandeld zijn te provisioneren, zijn opnieuw gestegen met ongeveer € 2 Mio. Dit is het gevolg van de normale groei enerzijds, maar ook van de vaststelling dat schadegevallen in de bouw zeer lang aanslepen, waardoor eerder gebeurde schadegevallen lang geprovisioneerd blijven.
2001
WINST EN EIGEN VERMOGEN
450 412 400
369 303
300
Netto resultaat
EURO X 1000
350
250 214
206
200 150
134 87
100 50 0
Opnieuw kende Protect een goed jaar en kon het afsluiten met een winst van € 412.450, wat een winststijging van 11,8% betekent. Het grootste gedeelte van de winst blijft gereserveerd in de onderneming waardoor het eigen vermogen nu € 3.257.366 bedraagt.
48
52
1992
1993
45
10 1991
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
Ir. Ides Ramboer
• 5 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 22
(vervolg van pag. 2) Wie de beslissingen van de Raad van State inzake overheidsopdrachten naleest, stelt vast dat de Raad bijzonder veel belang hecht aan de plicht van de overheid om elke beslissing naar behoren te motiveren. Het volstaat niet te zeggen dat aannemer A een leemte heeft vastgesteld. Er moet ook omstandig gemotiveerd worden waarom het wel degelijk om een leemte gaat (en b.v. niet een werk dat een integrerend deel uitmaakt van een post). Hetzelfde geldt uiteraard voor de aanvaarding of verwerping van de verantwoording voor abnormale prijzen. Een verwijzing naar de uitleg is niet genoeg. Er moet een aanvaardbare motivering uitgewerkt worden waarom de argumenten van de inschrijver kritisch worden beoordeeld. Let er ook op dat ook een beslissing om tot heraanbesteding over te gaan afdoende moet gemotiveerd worden. In de toekomst zal ongetwijfeld blijken dat de beoordeling en afweging van de kwalitatieve eisen (waar altijd een zekere mate van subjectiviteit aanwezig is) een dankbaar onderwerp van juridische discussie zal worden waarbij ook hier de motivering van de beslissing een determinerende rol zal krijgen. De motivering van een beslissing is derhalve een juridische activiteit die ernstige gevolgen kan hebben vermits de nietigverklaring omwille van het vormvoorschrift aanleiding zal geven tot schadeloosstelling van de geweerde aannemer. Daarnaast bevatten de arresten van de Raad van State tal van voorbeelden van vernietigingen die het gevolg zijn van het feit dat de materiële voorschriften van de wet niet werden gerespecteerd. In dat geval gaat het over de vraag of het Bestuur de regels al dan niet correct heeft toegepast. Dit betekent dat de Raad van State (of in voorkomend geval de burgerlijke rechtbank) zal nagaan of de overheid de correcte juridische conclusie heeft getrokken uit de feitelijk-materiële vaststellingen die haar werden voorgelegd. • 6 • PROTECT BULLETIN • 2002 • NR 22
CONCLUSIE: SCHOENMAKER BLIJF BIJ UW LEEST Ondanks het feit dat een duidelijk onderscheid zou moeten gemaakt worden tussen de verantwoordelijkheid voor resultaatgebonden technische controle (architect) en de verantwoordelijkheid voor de daaruit voortvloeiende juridische conclusie (overheid) stellen we vast dat deze twee te onderscheiden taken één geheel worden waarbij de architect de twee verantwoordelijkheden voor zijn rekening neemt. Wanneer de beslissing dan later wordt aangevochten, aarzelt de overheid niet om de fout in de schoenen van de architect te schuiven omdat hij haar verkeerd heeft geadviseerd. In veel gevallen wordt de eis van de overheid ingewilligd ingevolge het hiervoor geschetst responsabiliseringsproces: Wie een opdracht aanvaardt, wordt geacht deze tot een goed einde te kunnen brengen… Wie zich als een specialist in juridische aangelegenheden manifesteert moet ervoor zorgen dat hij over voldoende juridische bagage beschikt. Indien hij die niet heeft, moet hij zich buiten het debat houden… of de belanghebbende vooraf waarschuwen.
proces van een overheidsopdracht of niet aan de druk van zijn opdrachtgever kan weerstaan dan moet hij minstens de voorzorg nemen om de overheid te wijzen op de grenzen van zijn tussenkomst. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door de toevoeging van een voorbehoudsformule van deze beslissing: “Dit is een vrijblijvend advies zonder garantie van juridische correctheid. Indien U beslist dit advies op te volgen gebeurt dit op uw verantwoordelijkheid en zal U geen verhaal op ons kunnen uitoefenen. Gezien de juridische gevolgen van de beslissing raden wij U trouwens aan bijkomend advies in te winnen bij een gespecialiseerde instantie of advocaat.”
R. Honoré Advocatenkantoor, Honoré & Gits, KORTRIJK
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden
De verantwoordelijkheid van een architect bij de totstandkoming van een overheidsopdracht is op zichzelf reeds zeer belangrijk. Van hem wordt verwacht dat hij met grote nauwkeurigheid de inschrijvingen onderzoekt en technisch bespreekt. Hij zal terecht aansprakelijk worden gesteld wanneer hij deze taken niet naar behoren heeft vervuld. Van hem kán en mág echter niet verwacht worden dat hij ook de verantwoordelijkheid opneemt voor de juridische verwerking van de technische vaststellingen. Dit is de verantwoordelijkheid van de overheid zelf, die in geval van twijfel het nodige juridische advies moet inwinnen bij een gespecialiseerd jurist. De architect heeft het recht en zelfs de plicht om zijn tussenkomst te weigeren in een besluitvorming die geen technisch maar een juridisch karakter heeft. Dit geldt zowel voor de beslissing zelf als voor de motivering van deze beslissing. Als hij zich dan toch geroepen voelt om deel te nemen aan het besluitvormings-
Leopold II laan 152, B-1080 Brussel Tel. 02 411 41 14 Fax 02 411 19 29 E-mail:
[email protected] website: www.nvprotectsa.be Redactie: Ides Ramboer Rebecca Ramboer • Pieter Claesen Verantwoordelijke uitgever: ir. Ides Ramboer
verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009