PROTECT BULLETIN Trimestriële nieuwsbrief van verzekeringsmaatschappij Protect J A A R G A N G
8
•
N U M M E R
31
•
31
2004
DE ACHTERGRONDEN BIJ DE WET OP DE AANVULLENDE PENSIOENEN VAN 23 APRIL 2003
VOORWOORD De overheid wil de aanvullende pensioenen stimuleren en heeft de wetgeving dienaangaande grondig gewijzigd. De WAP (Wet op de Aanvullende Pensioenen) voor werknemers en mandatarissen van vennootschappen enerzijds en het VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) anderzijds brachten de vernieuwing. Dit nummer is integraal gewijd aan de WAP. Wij vroegen aan Professor dr. Hugo Clemeur, secretaris-generaal van het BVPI (Belgische Vereniging voor Pensioeninstellingen) en Dhr. Thierry Verkest (actuaris bij Hewitt Associates) om een bijdrage te leveren. Tevens licht onze gedelegeerd bestuurder het nieuwe initiatief toe dat Protect nam in het kader van het WAP. Met de wetenschap dat architecten en ingenieurs ook geïnteresseerd kunnen zijn in het VAPZ zoekt Protect eveneens of in het kader van deze wetgeving een specifiek product kan aangeboden worden.
Rebecca Ramboer bestuurder-directeur Protect N.V.
IN DIT NUMMER PAG.
1 • ACHTERGRONDEN
BIJ DE WET
OP AANVULLENDE PENSIOENEN PAG.
3 • PENSIOENOPBOUW
REGELEN
VIA DE ONDERNEMING PAG.
5 • PROTECT
PENSIOENFONDS
Pensioenen, en daarmee samenhangend aanvullende pensioenen, kennen in België reeds een vrij lange voorgeschiedenis. Voor staatsambtenaren werd reeds in 1845 een eerste pensioenwet afgekondigd, maar het duurde tot 1927 vooraleer een stelsel van wettelijke pensioenen voor arbeiders enerzijds en voor bedienden anderzijds werd uitgevaardigd. Zelfstandigen moesten zelfs tot 1968 wachten op een wettelijke pensioenregeling. Het "staatspensioen" gold min of meer als model voor de ontwikkeling van de andere pensioenstelsels. Op 65 jaar 75 % ontvangen van de gemiddelde wedde van de laatste vijf jaar na een volledige loopbaan geldt ook vandaag nog als een zeer aantrekkelijk pensioenperspectief. Ook de wettelijke pensioenen van de privé-sector en van de zelfstandigen benaderen - in theorie althans - dit droompensioen. De werkelijkheid valt echter veelal anders uit. Het pensioen wordt berekend op een geplafonneerd inkomen, de berekeningsgrondslag is niet het inkomen van de laatste vijf jaar, maar wel een (geherwaardeerd) gemiddelde van de loopbaan, en een volledige loopbaan (van 45 jaar) komt in de praktijk ook niet veel meer voor. Als gevolg van al deze factoren en een aantal andere technische factoren (die we hier niet in detail zullen bespreken) is de evolutie van het wettelijk pensioen zowel voor werknemers in de privé-sector als voor zelfstandigen de laatste 10 à 15 jaren achtergebleven op de evolutie van het inkomenspeil van de actieve bevolking. Ook voor de toekomst is er geen verbetering in zicht, in hoofdzaak omdat de financiële middelen die hiervoor nodig zouden zijn ontbreken. Een en ander blijkt uit demografische studies en vooruitzichten uitgevoerd door onder meer het Planbureau vanaf het begin van de 90er jaren. Veel heeft te maken met de financieringsmethode van de wettelijke pensioenen.
De financiering van de wettelijke pensioenen gebeurt, zoals iedereen wel weet, in hoofdzaak door middel van afhoudingen (sociale bijdragen) op het inkomen van de werkende bevolking. M.a.w. de actieve bevolking draagt de financiële last van de pensioenen van hun voorgangers. Zolang de demografische verhoudingen tussen actieve en gepensioneerde bevolking redelijk blijven, is die last aanvaardbaar. Sinds 1970 zijn de demografische verhoudingen tussen actieven en gepensioneerden echter langzaam maar zeker aan het verslechteren. Dit heeft een drietal oorzaken: In de eerste plaats, verhoogt de gemiddelde levensduur van de bevolking. Deze heeft als gevolg dat het aantal gepensioneerden in de laatste decennia gevoelig is gestegen, en nog steeds stijgt. Verder daalt de nataliteit, waardoor relatief genomen de bevolking minder jongere actieven telt. Een derde reden heeft te maken met de lage activiteitsgraad van de bevolking van 20-65-jarigen. Dit slaat echter niet alleen op de werkloosheidsgraad. Het is inderdaad een Belgische gewoonte geworden op vervroegde leeftijd pensioen op te nemen, een maatregel die in het recente verleden nog met het oog op de bestrijding van de werkloosheid, in het bijzonder die van de jongeren, is aangemoedigd en gepromoot. De weerslag ervan op de financiering van de wettelijke pensioenen is echter buitengewoon zwaar. Het verhogen van de sociale bijdragen, het invoeren van nieuwe belastingen en allerlei crisis- en solidariteitsbijdragen zou op het eerste gezicht een oplossing voor de financiering van de pensioenen (en dan spreken we nog niet eens over de gezondheidszorgen) kunnen bieden, maar België kent nu reeds een zeer hoge loonkost, en heeft steeds meer moeite om zijn concurrentievermogen overeind te houden.
• 1 • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
hun wettelijk pensioen werd berekend. Bij arbeiders waren aanvullende pensioenen veel minder verbreid. Ook toen vanaf 1982 een loongrens werd ingevoerd voor de berekening van de pensioenen van arbeiders, bleef het succes van aanvullende pensioenen voor deze categorie van werknemers zeer beperkt, ook al wegens het feit dat vakbonden aanvullende pensioenen niet genegen waren.
Dhr. Clemeur: “Het is duidelijk dat de aanvullende pensioenen in de nabije toekomst niet meer van de politieke agenda weg te branden zijn.”
In deze omstandigheden is het zeer waarschijnlijk dat wettelijke pensioenen stilaan eerder de functie gaan aannemen van een minimum inkomen dan deze van een volwaardig vervangingsinkomen, zoals aanvankelijk de bedoeling was. De actieve bevolking zal met andere woorden zelf voor een aanvullend pensioen moeten zorgen om over een behoorlijk vervangingsinkomen te kunnen beschikken na de pensioenleeftijd. Dit kan natuurlijk via individueel sparen. Er bestaan hiertoe diverse formules waarvan een aantal bovendien fiscaal wordt ondersteund.
Ten gevolge hiervan was globaal genomen het percentage werknemers dat tot voor een paar jaar genoot van een aanvullend pensioen van de grootteorde van 20 %. Dit percentage was duidelijk erg laag, gelet ook op de sombere vooruitzichten inzake de verdere ontwikkeling van de wettelijke pensioenen. Na vele jaren discussie werd op 28 april 2003 de WAP (wet op de aanvullende pensioenen, ook Wet Vandenbroucke genoemd) eindelijk uitgevaardigd. Deze wet, aan dewelke bovendien een klein dozijn uitvoerings- en andere KB's zijn gehecht, is een vrij complexe wet, die vele materies behandelt, zowel op technisch, als op financieel, sociaal en fiscaal vlak. Zij is dus niet eenvoudig samen te vatten. De bedoeling van de wet is wel in de eerste plaats het bevorderen van aanvullende arbeidsgebonden pensioenstelsels in een meer gereguleerde context met als grondtoon het sociaal overleg. Hierdoor, aldus de memorie van toelichting bij de wet, zou de druk op de wettelijke pensioenen verminderen.
Nu goed een jaar later worden de eerste resultaten van de WAP zichtbaar. Een groeiend aantal sectoren buigt zich over de oprichting van een aanvullend pensioenstelsel op sectoraal vlak. Indien alle huidige plannen zich inderdaad omzetten in de realiteit, zou niet minder dan één miljoen werknemers binnenkort aan een (vooralsnog bescheiden) aanvullend pensioenstelsel deelnemen. Terzelfder tijd worden pensioeninstellingen echter geconfronteerd met een reeks nieuwe administratieve en andere verplichtingen die soms zware financiële gevolgen kunnen hebben. Ook rijzen heel wat juridische vragen rond de problematiek van de vermeende discriminatie in pensioenregelingen. Voldoende stof voor discussie dus. Last but not least dient ook vermeld dat Europese richtlijnen België verplichten om vanaf september 2005 zijn wetgeving inzake aanvullende pensioenen op diverse vlakken aan te passen, zodanig dat ook op dit terrein de Europese concurrentie zou kunnen spelen. Een ding is duidelijk, namelijk dat de aanvullende pensioenen in de nabije toekomst niet meer van de politieke agenda zijn weg te branden.
Prof. dr. Hugo Clemeur Secretaris-generaal van de Belgische Vereniging van Pensioeninstellingen
De Wet op de Aanvullende Pensioenen van 28 april 2003 heeft echter te maken met aanvullende pensioenstelsels die ingericht worden binnen het kader van een arbeidsovereenkomst ten gunste van de werknemers van een bedrijf. Indien het gaat om een aanvullende pensioenregeling die alle werknemers van een sector aanbelangt, dan spreekt men van een sectorale pensioenregeling. Aanvullende pensioenstelsels hebben evenals de wettelijke pensioenen een hele evolutie ondergaan sinds het einde van de 19de eeuw, toen een aantal sociaal denkende industriëlen pensioentoelages toekenden aan hun meest verdienstelijke arbeiders en bedienden. Van bij de invoering van de wettelijke pensioenstelsels werd het pensioen van de bedienden berekend op een begrensd loon. Het aanvullend pensioen richtte zich dan ook in de eerste plaats op bedienden en kaderleden wiens loon hoger lag dan het plafond waarop
• 2 • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
Deze grafiek illustreert de vergrijzing van de bevolking en het geboortedeficit in de 15 EUlanden in 2000.
HOE KUNT U VIA UW ONDERNEMING DE OPBOUW VAN UW PENSIOEN EN DAT VAN UW MEDEWERKERS REGELEN? EEN HOGER EXTRA-LEGAAL PENSIOEN VIA DE ONDERNEMING
tussen zelfstandigen en medewerkers in loondienst.
aansluiting echter onmiddellijk gebeuren.
Is het niet teleurstellend, zo niet frustrerend, vast te stellen wat u uiteindelijk netto overhoudt van uw bruto bezoldiging. De overheid nodigt ons nochtans uit minder belasting te betalen. De prijs die u hiervoor moet betalen, is de bereidheid om uw geld niet meteen te ontvangen, maar pas op pensioenleeftijd. De opbouw van een extra-legaal pensioenkapitaal wordt inderdaad sterk fiscaal aangemoedigd. Pensioenbijdragen gestort via de onderneming aan een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds zijn namelijk, binnen bepaalde grenzen, fiscaal aftrekbaar.
Het netto inkomen als zelfstandige verhoogt van 40 % naar 75 % van het totaal beschikbaar budget. Voor de medewerkers in loondienst is de situatie nog voordeliger met een verhoging van 30 % naar bijna 70 %, dit is meer dan het dubbele!
Welke extra-legale voordelen bevat het pensioenplan? In pensioenplannen wordt een onderscheid gemaakt tussen drie soorten uitkeringen. Het pensioenplan moet niet noodzakelijk de drie uitkeringen voorzien.
Wie pensioenbijdragen stort verwacht natuurlijk een zo hoog mogelijke uitkering op pensioenleeftijd. Hiervoor zou het rendement op de gestorte pensioenbijdragen maximaal moeten zijn en de kostprijs voor het administratief beheer zo laag mogelijk. Streven naar een maximaal rendement mag echter niet tot gevolg hebben dat onverantwoorde beleggingsrisico's worden genomen. De kunst bestaat erin om een correct evenwicht te vinden tussen rendement en risico. Een minimale kostprijs voor het beheer mag ook niet tot gevolg hebben dat de kwaliteit van de dienstverlening te wensen overlaat. Het gaat immers over het beheer van uw eigen spaargelden. Voor de optimalisatie van rendement en beheerskosten is een regeling via de onderneming sterk aangewezen. Dergelijke pensioenregelingen zijn zowel toegankelijk voor zelfstandige bestuurders en zaakvoerders als voor de werknemers in de onderneming. MINDER BELASTINGEN BETALEN Stel dat u uw inkomen wenst te verhogen met een beschikbaar budget van 2.000 euro. Wat u hiervan netto overhoudt is bedroevend. Indien het inkomen pas op pensioenleeftijd zou worden uitbetaald, zou het bedrag beduidend hoger liggen, zoals blijkt uit de tabel hiernaast. Hierbij wordt voor de vergelijkbaarheid geen rekening gehouden met het rendement op de pensioenbijdragen. In realiteit zullen de pensioenbijdragen worden belegd, waardoor het pensioenkapitaal verhoogt met de interest. Omwille van het verschil in sociale lasten wordt in de vergelijking een onderscheid gemaakt
1.Een uitkering bij pensionering De door de onderneming gestorte pensioenbijdragen worden door de pensioeninstelling belegd om een pensioenkapitaal samen te stellen. Op de datum van pensionering heeft de deelnemer recht op het aldus opgebouwd pensioenkapitaal. De deelnemer kan opteren om, in de plaats van het éénmalig kapitaal, een maandelijks extra-legaal pensioen te ontvangen. Het pensioen wordt dan uitbetaald tot de deelnemer overlijdt. Soms wordt bij overlijden de uitbetaling van een deel het pensioenbedrag verdergezet ten gunste van de overlevende partner.
Op basis van bovenstaande vergelijking bent u mogelijk erg enthousiast om zo snel mogelijk een pensioenplan in te voeren. De invoering gebeurt in 2 stappen. Eerst moet u de inhoud van het pensioenplan definiëren. Vervolgens moet u een keuze maken tussen een financiering via een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds. EERSTE STAP: HET PENSIOENPLAN VAN DE ONDERNEMING DEFINIËREN Vergeleken met andere Europese landen is de opbouw van extra-legale pensioenen in België zeer bescheiden. We stellen vast dat vooral grotere ondernemingen een pensioenplan aanbieden aan hun werknemers. Onze Minister van Pensioenen heeft met een nieuwe wetgeving de extra-legale pensioenen willen "democratiseren". Zo is sinds begin dit jaar de situatie voor de kleinere ondernemingen stilaan aan het verbeteren.
Voor loontrekkenden moet de gemiddelde interest op de door de werkgever gestorte pensioenbijdragen minstens 3,25 % bedragen (tijdens de eerste 5 jaren van aansluiting wordt de minimum interest vervangen door de loonindex zonder meer te bedragen dan 3,25 %). Indien het minimum op pensionering niet wordt gehaald, moet de werkgever het verschil bijleggen. Op persoonlijke bijdragen is een interestgarantie van 3,75 % toepasselijk. Ook hier moet een eventueel tekort door de werkgever worden bijgelegd.
Wie sluit aan bij het pensioenplan? De aansluiting tot het pensioenplan geldt voor een groep van personen binnen de onderneming (b.v. de bedienden, de bestuurders ...). Het pensioenplan kan hierdoor verschillend zijn voor bestuurders en bedienden. De aansluiting is verplicht zodra men aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet. Enkel bij de invoering van het pensioenplan kan men weigeren toe te treden. Aansluitingsvoorwaarden kunnen afhankelijk zijn van aantal dienstjaren en/of leeftijd. Vanaf de leeftijd van 25 jaar moet de
Men kan ervan uitgaan dat de opgelegde interestgarantie op langere termijn zeker haalbaar moet zijn. Indien de interest op de financiële markten sterk zou dalen, kan de overheid de minimum interest verlagen.
Zelfstandige
Bediende
Bezoldiging
Pensioenkapitaal
Salaris
Pensioenkapitaal
Totaal Budget
2.000
2.000
2.000
2.000
Sociale Lasten
295
106
712
254
Belasting
904
401
683
369
Netto
801
1.493
605
1.377
40 %
75 %
30 %
69 %
% van Budget
• 3 • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
2.Een uitkering in geval van overlijden Als de deelnemer overlijdt, zal het pensioenplan een overlijdenskapitaal uitbetalen. Het kapitaal kan gelijk zijn aan het tot op het ogenblik van overlijden opgebouwd pensioenkapitaal. Tijdens de eerste jaren van aansluiting zal de pensioenopbouw nog niet erg belangrijk zijn. Om dit op te vangen kan het pensioenplan een minimum overlijdenskapitaal voorzien (b.v. een veelvoud van de jaarbezoldiging). De begunstigde aan wie het overlijdenskapitaal zal worden uitbetaald, wordt in het pensioenplan aangeduid op basis van een begunstigingsvolgorde. Meestal is dat eerst de partner van de deelnemer, nadien de kinderen, dan ouders of broers en zussen. Soms kan de deelnemer afwijken van de begunstigingsvolgorde door zelf een begunstigde aan te duiden. Echtgenoten en minderjarige kinderen van loontrekkenden betalen geen successierechten, anderen wel. De begunstigde kan opteren om, in de plaats van het éénmalig kapitaal, een maandelijks pensioenbedrag te ontvangen.
Wie financiert het pensioenplan? Zowel de onderneming als de deelnemer kunnen het pensioenplan financieren. Persoonlijke bijdragen worden maandelijks van het loon afgehouden. Bijdragen worden meestal uitgedrukt als een percentage van het inkomen. Om fiscaal aftrekbaar te zijn mogen ze niet tot gevolg hebben dat het totaal van het wettelijk en extra-legaal pensioen hoger zou liggen dan 80 % van het inkomen. Zelfstandige bestuurders en zaakvoerders moeten een vaste maandelijkse bezoldiging ontvangen. Wat bij vertrek uit de onderneming? Bij vertrek uit de onderneming worden geen bijdragen meer gestort. Op dat ogenblik vervallen de waarborgen bij overlijden en arbeidsongeschiktheid vanaf het moment van vertrek. Het intussen opgebouwd pensioenkapitaal kan worden overgedragen naar een ander pensioenplan. De deelnemer kan ook beslissen om het opgebouwd pensioenkapitaal bij de pensioeninstelling te laten staan. Het pensioenkapitaal verhoogt dan nog enkel met interest tot op het ogenblik van pensionering.
3.Een uitkering in geval van langdurige arbeidsongeschiktheid Bij een ziekte of een ongeval kan men soms voor lange periodes arbeidsongeschikt zijn. Aangezien de uitbetaling van de mutualiteit meestal veel minder bedraagt dan het laatste inkomen, is er behoefte aan een inkomenswaarborg via een extra-legale uitkering. De deelnemer ontvangt dan een éénmalig kapitaal of een maandelijkse extra-legale uitkering bovenop de mutualiteit.
Kan het pensioenplan worden aangepast? Het pensioenplan kan te allen tijde worden aangepast en zelfs worden stopgezet. De deelnemers moeten volgens de wettelijke vormvereisten hiervan tijdig op de hoogte worden gebracht. De in het verleden gestorte pensioenbijdragen blijven bij de pensioeninstelling of kunnen worden overgedragen naar een andere pensioeninstelling. In geen geval kunnen de opgespaarde bedragen terugvloeien naar de onderneming.
Het pensioenplan zal meestal de opbouw van het pensioenkapitaal blijven verderzetten. Ook de uitbetaling van het kapitaal bij overlijden blijft toepasselijk. De financiering hiervan wordt meestal door de pensioeninstelling overgenomen zodat de onderneming hiervoor geen premies meer hoeft voor te betalen.
TWEEDE STAP: KIEZEN TUSSEN EEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ OF EEN EIGEN PENSIOENFONDS
Hoe worden de extra-legale voordelen gecommuniceerd? De deelnemer aan het pensioenplan ontvangt jaarlijks een pensioenfiche van de pensioeninstelling. Hierop staat het reeds opgebouwd pensioenkapitaal vermeld en de waarborgen bij overlijden en arbeidsongeschiktheid. De deelnemer kan op eigen verzoek een exemplaar van het pensioenreglement krijgen waarin het pensioenplan omschreven staat.
• 4 • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
Voor de financiering van het pensioenplan moet de onderneming een beroep doen op een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds. Het geld gestort aan de "externe" pensioeninstelling mag namelijk niet terugvloeien naar de onderneming. Hierdoor worden de pensioenrechten beschermd in geval van faillissement van de onderneming. Tot vorig jaar waren het vooral grotere ondernemingen die toegang hadden tot de markt van de pensioenfondsen. Met de nieuwe pensioenwetgeving kunnen nu ook kleinere ondernemingen genieten van de voordelen van een eigen pensioenfonds. We overlopen hieronder de belangrijkste verschilpunten tussen een groepsverzekering en een pensioenfonds.
Type pensioeninstelling Een verzekeringsmaatschappij is een commerciële onderneming die haar aandeelhouders moet vergoeden. De verzekeraar probeert met zijn producten een zo ruim mogelijke markt te bestrijken, zonder zich noodzakelijk te richten tot een bepaalde doelgroep. De aangeboden verzekeringsproducten zijn meestal standaard. Voor kleinere ondernemingen kan de beheerskost soms erg hoog oplopen. Een pensioenfonds wordt opgericht voor een bepaalde doelgroep in de vorm van een VZW of een OVV. De aangeboden pensioenvoorzieningen zijn meestal aangepast aan de behoefte van de doelgroep. Als de groep groot genoeg is, kunnen de beheerskosten worden beperkt. Verschil in beleggingspolitiek De meeste verzekeraars bieden op de gestorte pensioenbijdragen een interestgarantie aan. Bovenop de interestgarantie wordt mogelijk een deelname in de beleggingswinst toegekend. Het toekennen van een interestgarantie verplicht de verzekeraar om te beleggen met zo weinig mogelijk risico. Maar hoe lager het risico, hoe lager het rendement zal zijn op de gestorte pensioenbijdragen. Voor de opbouw van een pensioenkapitaal wordt op lange termijn belegd. Hoe langer de periode, hoe risicovoller men kan beleggen. Met een hoger rendement, kan een veel hoger pensioenkapitaal worden uitbetaald.
Dhr. Verkest: "Dergelijke pensioenregelingen zijn zowel toegankelijk voor zelfstandige bestuurders en zaakvoerders als voor de werknemers in de onderneming.”
Pensioenfondsen bieden geen interestgarantie. Hierdoor kan een beleggingspolitiek worden gevoerd die meer afgestemd is op de lange termijn. Het pensioenfonds doet meestal een beroep op professionele fondsbeheerders, gespecialiseerd in institutioneel beheer. Omdat de portefeuille van het pensioenfonds belangrijk genoeg is, zijn de voorwaarden meestal zeer interessant vergeleken met hetgeen u zou worden aangerekend met een privébelegging.
Spaarkapitaal in €
Vergelijking rendement
Aansluitingsjaren Hieronder hebben we het bedrag van het pensioenkapitaal berekend indien u vanaf de leeftijd van 25 jaar jaarlijks een netto pensioenbijdrage van 2.000 euro zou gestort hebben. We veronderstellen dat door conservatief te beleggen een gemiddeld rendement van 4 % wordt gehaald. Door iets agressiever te beleggen wordt verondersteld dat gemiddeld 5 of 6 % zou kunnen gehaald worden. Bruto pensioenkapitaal op 65 jaar Rendement 4 % 190.000 euro Rendement 5 % 241.500 euro Rendement 6 % 309.500 euro
Een extra rendement van 2 % levert u een extra pensioenkapitaal op van 119.500 euro, of anders uitgedrukt, een verhoging van meer dan 60 %. Doorzichtig beheer Van verzekeringsmaatschappijen wordt soms gezegd dat ze weinig "transparant" zijn. Men kan zich terecht een aantal vragen stellen: Waarin worden de pensioenbijdragen belegd? Hoeveel bedragen de beheerskosten? Hoe werd de winstdeelname vastgelegd? Ondernemingen betalen een premie, maar hebben verder weinig of geen zicht op het beheer.
Ondernemingen die een beroep doen op een pensioenfonds worden lid van de algemene vergadering van het pensioenfonds. Hierdoor krijgt de onderneming een duidelijk zicht op het beheer. Het pensioenfonds doet meestal een beroep op verschillende partijen: een fondsbeheerder, een revisor, een herverzekeraar, een actuaris ... Indien een partij niet voldoet aan de verwachtingen, kan door het pensioenfonds een andere partij worden aangesteld. Hierdoor kan het pensioenfonds steeds een optimaal beheer nastreven. Dit komt uiteindelijk ten goede aan de deelnemer die van een maximaal pensioenkapitaal kan genieten. Zowel pensioenfondsen als verzekeringsmaatschappijen moeten een strikte wetgeving respecteren. De controle worden uitgeoefend door een externe revisor en de Commissie voor het Bank-, Financieen Assurantiewezen (CBFA).
Thierry Verkest Actuaris-consultant Hewitt Associates N.V.
PROTECT PENSIOENFONDS O.V.V. (P.P.F.) EEN EIGEN PENSIOENFONDS VOOR ARCHITECTEN, INGENIEURS EN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOREN In het kader van de W.A.P. en specifiek het luik "multiondernemingspensioenfonds", vormde N.V. Protect het pensioenfonds, dat bestond in de schoot van de groep, om tot een multiondernemingspensioenfonds. Door deze omvorming kunnen vanaf heden kleine en middelgrote architecten- en studiebureaus genieten van de voordelen van een privilege dat tot op heden voorbehouden was aan grote ondernemingen. De pensioenplannen die het P.P.F. aanbiedt, aangevuld met formules voor gewaarborgd inkomen bij ziekte en ongeval, gelden zowel voor zelfstandige mandatarissen (zaakvoerders, bestuurders van vennootschappen) als voor hun medewerkers onderworpen aan de R.S.Z. voor weddetrekkenden. ONDERLINGE VERZEKERINGSVERENIGING Het Protect Pensioenfonds O.V.V. (P.P.F.) is een onderlinge vereniging met statuten en reglementen. Onderlinge verenigingen baseren zich op het zuivere solidariteitsbeginsel waarbij de winsten integraal terugvloeien naar de aangeslotenen. Ook eventuele verliezen
worden verdeeld, doch in het systeem dat opgezet werd, is de solidariteit beperkt tot de beheerskosten zodat hier geen enkel risico optreedt. De beslissingsboom werkt zoals bij elke andere vereniging met: een algemene vergadering, een raad van bestuur en een directie. Op de algemene vergadering heeft elke aangesloten onderneming een stem. Alle aangesloten ondernemingen worden uitgenodigd en hebben stemrecht. Zij bepalen mee de leden van de raad van bestuur. De aangesloten onderneming neemt dus zelf deel aan de beslissingsstructuur. STEVIGE PARTNERS Een organisatie op punt stellen, vergt kennis, inzicht, specifieke knowhow en ervaring. Het P.P.F. deed dan ook een beroep op in haar domein gespecialiseerde partners en dit voor de specifieke deeltaken. • Administratie: Hewitt Associates N.V. Dit internationaal actuarissenkantoor heeft een vestiging in Brussel en zal het actuarieel, administratief, boekhoud-
kundig en fiscaal beheer waarnemen. Dit kantoor rapporteert aan de toezichthouder van de overheid (C.B.F.A.: Commissie voor Bank-, Financiën- en Assurantiewezen). • Beleggingen: Bank S.G. De Maertelaere De fondsen die dienen gekapitaliseerd te worden, worden overgedragen aan de bank S.G. De Maertelaere. Deze Belgische bank is een volle dochter van een van de grootste financiële instellingen in Frankrijk (Société Générale). Op het gebied van "private banking" bekleedt S.G. De Maertelaere een voorname plaats en heeft met degelijke returns in het verleden haar doeltreffendheid bewezen. De fondsen zelf worden belegd in het fonds Global Accent (dagelijkse officiële notering) dat een specifieke toepassing is voor pensioenfondsen. • Risico-indekking: Revios en Protect Indien de aangesloten onderneming voor haar leden (zaakvoerders, bestuurders, personeel) aanvullende waarborgen vraagt (overlijdensrisico's, gewaarborgd inkomen, ongevallen, premievrijstelling bij invaliditeit) dan worden deze
• 5 • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
WERKING - FORMULES Het P.P.F. ontwerpt plannen voor mandatarissen en voor bedienden. Bij wijze van voorbeeld wordt hier in het kort het plan voor de mandatarissen toegelicht. Het voorgesteld plan is een totaaloplossing waarbij nagedacht werd over de specifieke situatie van de architect, ingenieur of veiligheidscoördinator. De totaaloplossing voorziet uiteraard een pensioenkapitaal (of levenslange rente) met daarnaast aanvullende waarborgen. Pensioenkapitaal. De gespaarde bedragen worden opgerent in een fonds en worden op de normale pensioenleeftijd uitgekeerd onder de vorm van een éénmalig kapitaal of een levenslange rente (naar keuze). De aanvullende waarborgen zijn de volgende: - Premievrijstelling bij invaliditeit. Dit houdt in dat de bijdragen verder gestort worden indien het lid langdurig ziek wordt of een ongeval heeft. De rechten lopen dus verder. - Kapitaal overlijden. Het plan voorziet een minimumkapitaal bij overlijden voor de pensioenleeftijd. - Gewaarborgd inkomen bij ziekte.
• 6 • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
Na één maand wordt, zolang als de invaliditeit duurt, een maandelijkse wedde uitgekeerd tot eventueel op 65jarige leeftijd. De vergoeding is in functie van de invaliditeitsgraad. - Gewaarborgd inkomen bij ongeval. Vanaf de 5de dag na een ongeval wordt een dagvergoeding uitgekeerd gedurende maximum twee jaren waarna desgevallend een kapitaal uitgekeerd wordt evenredig de graad van invaliditeit. Heel specifiek is hierbij dat voor de bepaling van de graad van invaliditeit er afgeweken wordt van de officiële invaliditeitsschalen, en dat de toegepaste schalen opgesteld zijn in functie van de beperkingen die het slachtoffer ondervindt bij de uitoefening van het vrij beroep ten gevolge van het ongeval. - Aanvullend kapitaal overlijden door ongeval. Het plan voorziet eveneens verdubbeling en verviervoudiging van het overlijdenskapitaal bij werf- of auto-ongevallen. De werking gaat als volgt. De onderneming kiest zelf welk bedrag zij ter beschikking houdt als storting voor de bijdragen. Deze bijdrage is een vast percentage (minimum 4 %, maximum 20 %) van de aan de mandatarissen toegekende jaarbezoldiging. Belangrijk is dat er een vaste maandelijkse bezoldiging moet toegekend en uitbetaald worden. Deze bijdrage, die één maal per jaar gestort wordt, dient om de voorzieningen te financieren zoals hierboven bepaald. Er is een flexibiliteit in de keuze van het bijdragepercentage en in het vastleggen van de formule. De aanvullende waarborgen moeten niet noodzakelijk onderschreven worden. Eenmaal het bedrag bepaald, worden de bijdragen nodig voor het beheer en de verzekeringen berekend en afgehouden. Het saldo wordt in het kapitalisatiefonds gestort. Bij de toetreding wordt een berekening gemaakt van de exacte vergoedingen van de aanvullende waarborgen indien ze voorzien worden. Er wordt eveneens een simulatie gemaakt voor het pensioenkapitaal, rekening houdend met een vast gekozen bijdragepercentage, een onveranderlijke bezoldiging en een vooropgesteld fictief rendement van 5 %. Dit wordt in een document afgeleverd. Jaarlijks wordt een nieuwe fiche opgemaakt op basis van de bijdragen op dit ogenblik van toepassing. Tevens wordt vermeld wat het reeds verworven kapitaal vertegenwoordigt.
2. De bijdragen zijn integraal aftrekbaar als bedrijfsuitgaven. 3. De vergoedingen bij invaliditeit worden als vervangingsinkomsten getaxeerd. Dit is een gunstigere taxatie dan de bedrijfsinkomsten. 4. Bij overlijden valt het kapitaal dat uitgekeerd wordt onder de successieregeling. 5. De vergoeding op pensioenleeftijd ondergaat een éénmalige taxatie van 16,5 %. PRIMEUR Het multiondernemingspensioenfonds Protect is één van de eerste, zoniet het eerste opgerichte fonds zoals de wetgever het bepaald heeft in het K.B. d.d. 25/03/2004 (B.S. 26/04/2004). Naar vennootschappen van architecten, raadgevend ingenieurs en veiligheidscoördinatoren toe, is het fonds P.P.F. het eerste in België. Protect bewijst hier eens te meer dat haar intenties en haar doelstellingen van innovatie, specialisatie en kwaliteit geen ijdele woorden zijn.
Ides Ramboer Ged. Bestuurder N.V. Protect Voorzitter Pensioenfonds Protect O.V.V.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Leopold II laan 152, B-1080 Brussel Tel. 02 411 41 14 Fax 02 411 19 29 E-mail:
[email protected] website: www.nvprotectsa.be Redactie: Hugo Clemeur Ides Ramboer Rebecca Ramboer Thierry Verkest Verantwoordelijke uitgever: Ir. Ides Ramboer
FISCALITEIT 1. De verzekeringstaks bedraagt slechts 4,4 % en dit ook voor de aanvullende waarborgen (normaal 9,25 %).
verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009
www.creacommunication.be
risico's voor 100 % herverzekerd, zodat het fonds geen enkel risico draagt op verzekeringsvlak. Voor haar herverzekering wordt opnieuw een beroep gedaan op degelijke partners. Voor de risico's overlijden en invaliditeit door ziekte, treedt Revios op. Revios is in België herverzekeraar van belangrijke pensioenfondsen. N.V. Protect is herverzekeraar voor de risico's werkongeschiktheid en invaliditeit bij ongeval. • Organisatie en Distributie: N.V. Protect De organisatie, distributie, inning van de bijdragen en regeling van de uitbetalingen, gebeurt door N.V. Protect. • Beroepsvereniging: B.V.P.I. Het P.P.F. heeft zich aangesloten bij de beroepsvereniging waarbij alle belangrijke pensioenfondsen aangesloten zijn, het B.V.P.I. (Belgische Vereniging voor Pensioen Instellingen). Zodoende heeft het fonds dagelijks voeling met de sector en blijft het continu op de hoogte van de wetswijzigingen, de nieuwigheden, de resultaten van de returns van de markt, enz. • Controle: C.B.F.A. Opdat alles zou verlopen volgens de wettelijke geplogenheden, is er een dubbele externe controle. Enerzijds is er de controle van de externe bedrijfsrevisor die een specifieke overheidserkenning ad hoc moet hebben. Anderzijds is er de regelmatige overheidscontrole door de C.B.F.A.: Commissie voor Bank-, Financiën- en Assurantiewezen.
VOORBEELDSITUATIE Een architect/ingenieur van 35 jaar wenst vanaf 1 januari 2005 een pensioenplan te onderschrijven via zijn vennootschap “Architectenkantoor X”. Zijn onderneming zal een jaarlijkse bijdrage storten van EUR 3.600, nl. 10 % op zijn basissalaris van 36.000 EUR. Hieronder vindt u een simulatie van de uitkeringen die op basis van een return van 5 % binnen het pensioenfonds door de zaakvoerder kunnen gegenereerd worden.
Architect / Ingenieur Zaakvoerder A
OVV Pensioenfonds PROTECT
SIMULATIE
SIMULATIE
Informatiefiche pensioenplan Architectenkantoor X 01/01/2005 Uw persoonlijke gegevens op 01/01/2005 Geboortedatum: Geslacht: Burgerlijke staat:
1/01/1970 Mannelijk Gehuwd
Onderneming: Basissalaris:
Architectenkantoor X EUR 36.000,00
Jaarlijkse bijdrage:
10 % van het basissalaris
Leeftijd: Statuut: Aansluitingsdatum: Pensioendatum:
35,00 jaar Mandataris 1/01/2005 1/01/2035
12 maal uw bruto maandbezoldiging
Uw kapitaal bij pensionering Het pensioenplan voorziet een pensioenkapitaal betaalbaar op de datum van pensionering. Het pensioenkapitaal is gelijk aan de gestorte spaarbijdragen op de individuele pensioenrekening, opgerent aan de return van het fonds.
Uw pensioenkapitaal op 65 jaar wordt geraamd op EUR 124.912,24
Het pensioenkapitaal, geraamd op de leeftijd van 65 jaar, bedraagt EUR 124.912,24. Hierbij werden volgende veronderstellingen gemaakt: - u blijft in dienst tot de leeftijd van 65 jaar - de toekomstige spaarbijdrage blijft constant tot de leeftijd van 65 jaar - de toekomstige netto return wordt geschat op 5 % Uw verworven rechten Op 01/01/2005 zijn uw verworven rechten gelijk aan de gestorte spaarbijdragen op de pensioenrekening, opgerent aan de return van het fonds.
Uw verworven rechten bedragen EUR 0 De uitkering bij overlijden
Indien u zou overlijden voor pensionering wordt door het pensioenfonds een overlijdenskapitaal uitbetaald. Het kapitaal is gelijk aan de gestorte spaarbijdragen op de pensioenrekening, opgerent aan de return van het fonds.
Het overlijdenskapitaal bedraagt EUR 72.000,00
Het totaal bedrag is minstens gelijk aan 2 x de jaarbezoldiging.
• BIJLAGE • PROTECT BULLETIN • 2004 • NR 31
De uitkering bij arbeidsongeschiktheid In geval van arbeidsongeschiktheid door ziekte betaalt het pensioenfonds, na een periode van 1 maand, een invaliditeitsrente die als volgt wordt berekend: 60 % van het basissalaris
De maandelijkse rente bij ziekte bedraagt EUR 1.800,00
= EUR 21.600,00 per jaar
In geval van arbeidsongeschiktheid door ongeval, betaalt het pensioenfonds: - bij werkongeschiktheid, na een wachttijd van 5 dagen een tijdelijke invaliditeitsrente gedurende maximaal 730 dagen van: 60 % van het basissalaris
De tijdelijke dagelijkse vergoeding bedraagt EUR 59,18
= EUR 21.600,00 per jaar
- bij bestendiging van 100 % invaliditeit een éénmalig kapitaal van: gezien u gehuwd bent, 10 x deze rente
Het kapitaal bij bestendige, 100 % invaliditeit door ongeval bedraagt EUR 216.000,00
= EUR 216.000,00
Het uitgekeerd kapitaal is evenredig met het invaliditeitspercentage. Tijdens de periode van de arbeidsongeschiktheid, zowel ten gevolge van ziekte als ongeval, blijft de uitkering bij overlijden van toepassing en wordt de opbouw van het kapitaal bij pensionering verdergezet. In geval van overlijden door ongeval keert het pensioenfonds een extra kapitaal uit aan uw echtgenote ter waarde van: 2 x de rente
Het kapitaal bij overlijden door ongeval bedraagt EUR 43.200,00
= EUR 43.200,00
of
Indien ten gevolge van een auto-ongeval of ongeval op de werf: 4 x de rente
EUR 86.400,00
= EUR 86.400,00
De bovenstaande gegevens berusten op een informatieve simulatie. De definitieve berekeningen worden uitgevoerd op basis van de gegevens op de datum dat de zaakvoerder of zijn begunstigden aanspraak kunnen maken op de hierboven beschreven voordelen.
TERUG TE FAXEN NAAR 02 411 19 29 Dhr./Mevr.:
............................................................................................................................................................................................................
Onderneming: Straat:
Rechtsvorm: ........................................................................
...................................................................................................................................................
Postnummer: Tel.:
..........................................................................................
...........................
Gemeente:
Nr.:
........................
Bus:
...................
..........................................................................................................................................
.....................................................................................................
Fax:
...........................................................................................................
❒ Ja, ik heb met belangstelling het Protect Bulletin gelezen. Ik zou graag meer informatie willen ontvangen over ❍ een pensioenplan voor: ❍ zelfstandige bestuurder(s), venno(o)t(en) ❍ bedienden ❍ volgend ander onderwerp: ..................................................................................................................................