PROTECT BULLETIN Trimestriële nieuwsbrief van verzekeringsmaatschappij Protect J A A R G A N G
5
•
N U M M E R
20
•
20
2001
DE VRIJE MEDEWERKER: EEN NIET RISICOLOOS STATUUT !!! Veel architecten en studiebureaus doen een beroep op vrije medewerkers. De problematiek ervan is niet nieuw en wordt ook veelvuldig toegepast in andere bedrijfssectoren doch is niet risicoloos. Bewust van de eraan verbonden gevaren en met het doel de rechtszekerheid te verbeteren, organiseerde Protect op 22 november een conferentie, waaraan 50 architecten- en studiebureaus deelnamen, met als titel voormelde hoofding.
ling tot de arbeid in ondergeschikt verband (b.v. zondagarbeid). Niettemin moeten partijen, eens gekozen voor een zelfstandig statuut, alle gevolgen van de gekozen structuur aanvaarden en dus ook in de feitelijke uitvoering van hun samenwerking het ontstaan van een gezagsverhouding vermijden. Daar knelt dikwijls het schoentje. Immers, wanneer niet alle gevolgen van de gekozen structuur worden aanvaard, ontaardt de zelfstandige samenwerking in schijnzelfstandigheid, met alle gevolgen van dien.
Protect deed hiervoor een beroep op de expertise van het internationaal advocatenkantoor Allen & Overy en meer specifiek op de gespecialiseerde advocaat Karin Rasschaert. Naast Karin Rasschaert nam Ides Ramboer, gedelegeerd bestuurder van Protect het woord.
In dit nummer wordt een bijdrage gepubliceerd van Karin Rasschaert die het juridische en arbeidsrechtelijke aspect benadert, t.t.z. de korte weergave van haar aandeel op de studienamiddag.
WERKNEMER OF ZELFSTANDIGE: DE 'DO'S AND DON'TS' De keuze voor een zelfstandige samenwerking kan voortvloeien uit volkomen rechtmatige overwegingen die verband houden met de hoge fiscale en parafiscale druk die weegt op inkomen uit arbeid in ondergeschikt verband en de corresponderende loonkost voor de ondernemingen. Bijkomend voordeel is de flexibiliteit die de zelfstandige samenwerking kenmerkt, in tegenstel-
Naast de sociale zekerheidsrechtelijke implicaties zijn er ook de mogelijke sociaalrechtelijke vorderingen die de 'werknemer' jegens de onderneming kan formuleren en die een belangrijke financiële weerslag kunnen hebben (b.v. opzeggingsvergoeding, vakantiegeld, minimumlonen enz.). De laatste jaren neemt het aantal rechtszaken waarbij een 'zelfstandige' of de RSZ de herkwalificatie vordert van een zelfstandige samenwerkingsvorm in een arbeidsovereenkomst sterk toe. Reden te meer dus om de keuze voor een zelfstandige samenwerking goed voor te bereiden en zekere spelregels in de praktische uitvoering ervan te respecteren.
In dit en volgend bulletin wordt dieper ingegaan op deze studienamiddag.
In het volgend nummer (nr. 1 van 2002) krijgt u de bijdrage van Ides Ramboer die handelt over een aantal praktisch te nemen maatregelen.
mogelijkheid van terugvordering van de werknemersbijdragen van de betrokken werknemer, voor betaling van boetes en een forfaitaire opslag van 10 % over de verschuldigde bijdragen, brengt dergelijke herkwalificatie aanzienlijke financiële gevolgen teweeg.
Conferentie schijnzelfstandigheid Advocaat Karin Rasschaert tijdens haar opmerkelijke uiteenzetting
Indien de zelfstandige samenwerking ingevolge een vordering van de werknemer of de RSZ door de rechtbank wordt geherkwalificeerd als een arbeidsrelatie, zijn vooreerst de achterstallige sociale zekerheidsbijdragen, d.w.z. 13,07 % werknemers- en zo'n 35 % werkgeversbijdragen, verschuldigd door de werkgever, voor een periode die tot vijf jaar kan teruggaan.
De uitkomst van een gerechtelijke procedure waarbij de herkwalificatie wordt gevorderd, laat zich niet mathematisch voorspellen. Immers, wanneer een rechtbank dient uit te maken of een persoon verbonden is door een zelfstandige samenwerkingsovereenkomst
IN DIT NUMMER PAG.
1 • DE
VRIJE MEDEWERKER: EEN
NIET RISICOLOOS STATUUT PAG.
4 • RECENTE
!
WONINGEN HEBBEN
OOK NOOD AAN EEN GEREGELD ONDERHOUD PAG.
5 • HOE
MAAKT
PROTECT
DE
OVERGANG NAAR DE EURO
Gelet op het feit dat de werkgever aansprakelijk is voor betaling van werknemers- en werkgeversbijdragen, zonder
PAG.
6 • HOE
VULT U UW AANGIFTE
VOOR
2001
IN?
• 1 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 20
dan wel door een arbeidsovereenkomst, dient in essentie te worden nagegaan of er sprake is van een gezagsverhouding tussen de 'zelfstandige' en de opdrachtgever, hetgeen een feitenkwestie is.
kwalificatie), en dat is één van de redenen waarom in deze materie rechtsonzekerheid troef is. Wanneer een rechtbank op basis van een geheel van feitelijke elementen tracht te achterhalen of de balans overhelt in de richting van een arbeidsovereenkomst, dient opgemerkt dat geen enkel feitelijk element op zich doorslaggevend is. Zo biedt het feit op zich dat een zelfstandige aan verschillende opdrachtgevers factureert of het feit op zich dat een samenwerkingscontract tussen twee vennootschappen zou worden gesloten, helemaal geen afdoende bescherming tegen herkwalificatie. Bovendien is er geen garantie dat elke rechter aan een bepaald element hetzelfde gewicht toekent.
De wet dicteert immers niet wanneer er sprake is van een gezagsverhouding (een ondergeschikt verband). Ons hoogste rechtscollege, het Hof van Cassatie, heeft anderzijds in verschillende arresten beklemtoond dat de feitelijke uitvoering van een overeenkomst doorslaggevend is om de aard van de samenwerking te bepalen. Daaruit kan worden geconcludeerd dat de arbeidsrechtbanken een zwaartepuntanalyse moeten maken, op basis van de feitelijke elementen die voortvloeien uit de uitvoering van het contract. De rechtbanken hechten daarbij in wisselende mate belang aan de tussen partijen gesloten overeenkomst (lees: de tussen partijen overeengekomen
Ook de tussen partijen gesloten overeenkomst op zich en in het bijzonder de kwalificatie die de partijen zelf aan hun samenwerkingsvorm hebben
gegeven, biedt geen afdoende bescherming tegen herkwalificatie. Anderzijds kan het voorhanden zijn van een risicovolle zelfstandige samenwerkingsovereenkomst, zijnde een overeenkomst waarin clausules voorhanden zijn die wijzen op een ondergeschikt verband, of het ontbreken van een overeenkomst, het herkwalificatierisico en dus de kans op betwistingen naderhand verhogen. De belangrijkste van de door de arbeidsrechtbanken relevant geachte elementen ter beoordeling van de aard van de samenwerking zijn o.m. - de (afwezigheid van) vrijheid van het uurrooster en de arbeidsregeling, - de (afwezigheid van) vrijheid omtrent vakantieregelingen en andere afwezigheden, - de (afwezigheid van) waarborg van een minimumloon zodat de werknemer geen economisch risico neemt,
ALLEN & OVERY: CHECKLIST: ELEMENTEN DIE WIJZEN OP HET BESTAAN VAN EEN ONDERGESCHIKT VERBAND • Het verplicht aanwezig zijn op vergaderingen waar richtlijnen worden gegeven • Terugbetaling van de gemaakte kosten, zoals verplaatsingskosten • Verplichting om het gebruik van zijn arbeidstijd te rechtvaardigen • Instructies, gegeven aan de medewerker • Toekenning van een vast loon of een loongarantie • Het opleggen van een uurrooster • De verplichting zijn afwezigheden (b.v. bij ziekte) te rechtvaardigen • Het bestaan van een niet-concurrentiebeding • Verplichting toestemming te vragen om op vakantie te gaan
• Opgenomen zijn in het personeelsregister • Het afsluiten van een verzekering voor arbeidsongevallen • Indien de werknemer ook bestuurder in dezelfde vennootschap is - het bestaan van een afzonderlijk contract - het bestaan van twee afzonderlijke bezoldigingen voor de onderscheiden functies - het feit dat de werknemer voor zijn aanstelling als bestuurder reeds zijn bewuste functie uitoefende • Het beschikken over een eigen bureau • Het voorkomen op het organigram van de onderneming
• In het bezit zijn van een bedrijfswagen
• Vroegere en zelfde activiteit als bediende voor dezelfde onderneming
• Onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor werknemers
• Collega's die dezelfde activiteit uitoefenen, maar als bediende
• Toekenning van vakantiegeld • Inhouding van bedrijfsvoorheffing op het loon • Opleggen van een proefperiode
• 2 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 20
ELEMENTEN DIE WIJZEN OP EEN ZELFSTANDIGE RELATIE • Geen verplichting om verslagen op te stellen, behoudens over de resultaten van de commerciële activiteit
• Het mogen nemen van vakantie naar eigen goeddunken
• Geen terugbetaling van gedane kosten • Geen gewaarborgd minimumloon
• Het feit te werken voor concurrenten of andere bedrijven
• Het bezit van een handelsregister
• Geen rechtvaardiging van afwezigheden wegens ziekte
• Het bezit van een BTW-nummer
• Het feit dat geen bepaalde sector werd toegewezen
• Het vrij gebruik van zijn tijd
• Het gebruik van eigen briefpapier
• De aansluiting bij een federale verzekeringskas voor zelfstandigen
• Het feit te verklaren in eigen naam te werken • Het werken met eigen personeel
BESLUIT
Conferentie schijnzelfstandigheid De 50 aanwezige architecten- en studiebureaus waren vol lof over de inhoudelijke benadering en de praktische organisatie.
- de mogelijke aanwerving van eigen personeel door de zelfstandige of de mogelijke overdracht van de overeenkomst aan derden, - de vrije keuze van cliënteel, - soms de exclusiviteit van de diensten, maar niet de louter economische afhankelijkheid (nl. de commerciële organisatie), aangezien enkel de juridische afhankelijkheid (materiële organisatie van de arbeid) wordt beschouwd als determinerende factor, - (geen) gezag over de materiële organisatie van het werk (hoe de zelfstandige zijn werk uitvoert is zijn zaak). Zoals hoger aangegeven is de waarde van de overeenkomst die tussen partijen
werd gesloten bij deze beoordeling beperkt. Immers, partijen kunnen bij overeenkomst niet vrij beslissen omtrent de toepassing van de arbeidswetgeving. Aangezien de arbeidswetgeving grotendeels van openbare orde is, zo luidt het, komt het niet toe aan partijen om over haar toepassing te beslissen en kan de rechter m.a.w. onaantastbaar oordelen of de professionele relatie tussen partijen al dan niet een arbeidsrelatie was. De wijze waarop een overeenkomst wordt uitgevoerd is dus van cruciaal belang.
De moraal van het verhaal is bijgevolg dat partijen de door hen gekozen zelfstandige samenwerkingsvorm ook bij de feitelijke uitvoering volledig moeten eerbiedigen. Een goede overeenkomst, gecombineerd met het veruitwendigen van de 'zelfstandigheid' in de dagdagelijkse samenwerking (lees: het vermijden van elementen die typisch zijn voor een arbeidsovereenkomst), biedt de beste waarborgen tegen herkwalificatie. Het inlassen van vrijwaringsclausules in de overeenkomst, uit hoofde waarvan de 'zelfstandige' de financiële gevolgen zou dragen van een eventuele herkwalificatie, is weinig zinvol vermits het sociale zekerheidsrecht belet dat een opdrachtgever die nagelaten heeft sociale zekerheidsbijdragen te heffen, die recupereert van de werknemer. Anderzijds zou dat wel afdwingbaar zijn in overeenkomsten die tussen vennootschappen worden gesloten.
Karin Rasschaert advocaat Allen & Overy
Als de feitelijke uitvoering van de overeenkomst op een gezagsverhouding wijst, bestaat – in het licht van de rechtspraak van het Hof van Cassatie – een reëel risico dat de formele overeenkomst terzijde wordt geschoven. • 3 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 20
RECENTE
WONINGEN HEBBEN OOK NOOD
AAN EEN GEREGELD ONDERHOUD
Uit de diverse contacten, vragen en schadegevallen waarmee wij dagelijks geconfronteerd worden blijkt duidelijk dat de gemiddelde Belgische eigenaar het niet al te nauw neemt met het normaal onderhoud (onderhoud in de meer ruime algemene betekenis) van zijn woning. Hij spendeert duidelijk meer tijd en energie aan zijn wagen die meestal geen tien jaar dienst dient te doen, dan aan zijn woning waarvan hij een levenslang genot verwacht. Er wordt wel eens gezegd dat een Belg een baksteen in zijn maag heeft of dat het bouwen van een eigen woning de droom is van iedere Belg, welnu blijkbaar heeft diezelfde Belg niet zo’n gevoel voor het onderhoud. Dit geldt voor de woning maar des te meer voor de tweede verblijven. Meer en meer hebben de bouwheren de neiging om te verwachten dat men na het bouwen van een woning 10 jaar lang niets dient te doen aan die woning. Men verwacht dat alles als het ware onder een tienjarige “omnium” garantie valt. We willen hierbij opmerken dat, ondanks het jaar garantie op uw wagen, u ook tijdig de olie en de banden dient na te zien en te vervangen indien nodig, zoniet vervalt zelfs verdere garantie.
HOE WAS HET VROEGER Zo’n vijftig jaar geleden was het vanzelfsprekend dat je regelmatig bepaalde punten van je woning ging nazien. Zo kan je er steevast van op aan dat men nagenoeg ieder jaar de verfkwast bovenhaalde om bepaalde houten onderdelen bij te werken. Nee, er werd niet jaarlijks volledig herschilderd maar bijvoorbeeld de onderregels van die ramen die het meest te lijden hadden werden bijgewerkt. Bij deze gelegenheid werd ook onmiddellijk de stopverf waarmee de ruiten vroeger werden vastgezet nagezien en bijgewerkt. Zo werden verder ook voetpaden, dorpels en muurafdekkingen geregeld gereinigd (en niet zelden met het “Eau De Javel”). Een dergelijk onderhoud reinigt en voorkomt bijvoorbeeld strepen op gevels en werkt mosvorming en vergroening tegen. Op geregelde tijdstippen (om de twee of drie jaar) ging men destijds zelfs over tot de reiniging van de gevels en werden de regenputten schoongemaakt. Hang- en sluitwerk van het buitenschrijnwerk kreeg zelfs jaarlijks een vleugje olie of er werd grafietpoeder in het slot aangebracht. Veel van deze destijds normale kleine gewoontes zijn heden ten dage op de achtergrond geraakt en in onbruik geraakt met alle gevolgen van dien.
VASTSTELLINGEN Niet zelden wordt een aannemer of een architect na een aantal jaren door een bouwheer ontboden, waarbij de bouwheer opmerkingen formuleert in de zin van: “de gebruikte gevelsteen blijkt groen te worden”, “er ontstaan strepen op de gevel” of “er komt water binnen via de kitvoegen”, of “we hebben gekozen voor aluminium of inox omdat we niet willen schilderen en kijk eens naar de verkleuringen of vlekvormingen”. Dergelijke opmerkingen worden de laatste tijd meer en meer gemaakt ten overstaan van architect en aannemer. • 4 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 20
lijk dat sommige materialen verkocht worden als onderhoudsarm en er wordt met termen gegoocheld als “vergt een minimum aan onderhoud”. Deze beweringen worden al heel vlug geïnterpreteerd door de bouwheer als: “vrij van onderhoud”. Welnu, geen enkel materiaal is onderhoudsvrij. Het is wel zo dat het ene materiaal duidelijk langer stand houdt dan het andere en de materialen met de tijd beter worden, doch een minimum aan onderhoud dient er steeds te zijn en dit in functie van het materiaal en de blootstellingsgraad. Het kustgebied is duidelijk anders en zwaarder belastend dan het binnenland.
ER BESTAAT GEEN WONDERMATERIAAL Zo kan gesteld worden dat, net zoals bij de huidige wagens, door de recentere bouwtechnieken de frequentie van het onderhoud afneemt. Er zal bij de bepaling van de frequentie van het onderhoud ook steeds moeten rekening gehouden worden met het gebruik, de omstandigheden en de aard van het toegepaste onderhoud. De gebruiker dient aandacht te hebben voor extreme omstandigheden en desgevallend het onderhoud opdrijven. Onderhoud zal er steeds nodig zijn, wil men zijn gebouw in goede staat behouden en de kans op schadegevallen beperken.
ER IS EVOLUTIE IN DE BOUWMATERIALEN FREQUENTIE VAN HET ONDERHOUD Het is een duidelijk gegeven dat de aangewende bouwmaterialen in vele opzichten verbeterd en aangepast zijn in de loop der jaren. Meer en meer worden ze aangepast en gewijzigd om zo goed mogelijk aan de gestelde eisen (waaronder ook onderhoud) te voldoen. Er bestaat echter op heden (ook al laat de publiciteit soms het tegendeel uitschijnen) geen enkel materiaal dat geen onderhoud vergt. Het is in welbepaalde gevallen duide-
(ENKELE VOORBEELDEN) 1. Daken Zo is het normaal dat men jaarlijks een inspectie uitvoert van de daken, dakgoten en de solins. Meer en meer stellen we vast dat de daken pas betreden worden wanneer er zich effectief een schade heeft voorgedaan en niet eerder. Een jaarlijks onderhoud beperkt het risico op waterschade in belangrijke
mate. Zo is het verweren van een dakbedekking een langzaam proces dat met een degelijk onderhoud tijdig zal worden opgemerkt. Een uitzondering op een langzaam verouderen is echter stormschade, wat niet steeds voorkomen kan worden. 2. Kitvoegen Ook al zijn de vroegere stopwas en andere verhardende voegvullingen nagenoeg volledig verdwenen uit de bouw en gebruikt men nu hoogwaardige kitvoegen, toch blijft een visuele controle met desgevallend een bijwerken ter hoogte van een onthechte kit noodzakelijk en dit minstens om de twee jaar. Dit wil niet zeggen dat er om de twee jaar een integrale vervanging noodzakelijk is. 3. Hang- en sluitwerk Na een vijftal jaar dienst aan de kust begeeft het hang- en sluitwerk het wel eens. Wanneer men aan de betrokken eigenaar vraagt wanneer het het laatst is nagezien, blijkt meestal dat er nog nooit enig nazicht en/of reiniging-smering werd uitgevoerd sedert de plaatsing. Wetende dat veel apparte-
HOE
MAAKT
menten aan de kust gedurende de 6 wintermaanden potdicht blijven en het zand en het stof en het zout zich dus genadeloos vastzet op deze onderdelen is voortijdige breuk dan ook niet verwonderlijk.
BESLUIT 4. Inox en aluminium Van deze materialen wordt ook steeds het magische “geen onderhoud” verwacht. Wist u immers dat elementen vervaardigd uit inox (roestvast staal) en/of aluminium minstens jaarlijks en best tweejaarlijks dienen gereinigd te worden met water en een neutraal detergent. Hierbij moet voldoende aandacht geschonken worden aan hoeken en kanten, waar vuil zich kan ophopen. 5. Elektrische boilers Het openscheuren van boilers is heel dikwijls het gevolg van het verkalken van de veiligheidsgroep. Jaarlijks dient u deze veiligheidsgroep onderaan de boiler te bedienen. Zonder dit jaarlijks openen zal deze veiligheidsgroep door kalkaanslag vast komen te zitten, en zal deze bij een drukverhoging binnen de boiler niet tijdig opengaan. Meer en meer ook worden boilers voor-
PROTECT
Protect maakte op 9 november laatstleden de overgang naar de euro. Dit betekent dat vanaf die dag alle bedragen op polissen, offertes, vervaldagberichten, afrekeningen en dergelijke vermeld worden in euro en dat alle communicatie in schadedossiers in euro gebeurt.
WAT GEBEURT ER MET UW POLIS? Op heden blijft uw contract ongewijzigd. Het is niet nodig dat u een bijvoegsel aan uw contract ontvangt met vermelding van alle bedragen in euro. Volgens de Europese regel van de juridische continuïteit blijft uw contract in Belgische frank volledig rechtsgeldig. De premies, verzekerde kapitalen en vrijstellingen in uw polis werden automatisch omgerekend in EUR. U zult vanaf heden uw betalingsaan-
zien van een zelfopofferingselektrode. Dergelijk element dient om de twee à drie jaar nagezien en desgevallend vervangen te worden.
Meer en meer lijkt het in onze aard te liggen om ons te verdiepen in de eigen werkwereld en minder in het onderhoud in of rond de woning. Steeds minder mensen hebben de mogelijkheid en/of de kennis om kleine klussen aan hun woning eigenhandig op te knappen. Het klein onderhoud zoals wij dit zouden kunnen noemen verdwijnt steeds meer van het toneel. Voor een groot deel wordt dit opgevangen door het gebruik van andere en beter voor hun doelstelling geschikte producten, doch een zeker onderhoud is en blijft noodzakelijk. Het WTCB publiceerde ter zake een “Praktische Gids voor het Onderhoud van Gebouwen”. Het kan derhalve aangewezen zijn de bouwheer hiernaar te verwijzen, bijvoorbeeld bij de oplevering der werken.
Ing. Luc Salomez Expert Inventum BVBA
DE OVERGANG NAAR DE EURO
vragen, afrekeningen en andere documenten in EUR ontvangen. Wanneer u echter een wijziging van uw contract vraagt, (bijvoorbeeld u vraagt een dekking voor hogere kapitalen, u associeert met een collega en wenst een omvorming van uw polissen,…) zal u een voorstel ontvangen met afgeronde eurobedragen. Zowel de verzekerde kapitalen als de vrijstellingen zullen eenvoudigheidshalve afgerond worden naar een hoger eurobedrag. De tarieven blijven echter ongewijzigd.
als de nieuwe dossiers omgezet in euro. De schadebeheerster zal tot 31 december 2001 de bedragen in EUR en in BEF vermelden. Vanaf 1 januari moet zij enkel nog het eurobedrag vermelden. Gemakshalve zal zij echter ook na 1 januari de bedragen in beide munten vermelden wanneer het gaat over lopende dossiers waarin sinds de overgang van BEF naar EUR niet meer gecommuniceerd werd tussen de maatschappij en de partijen.
Rebecca Ramboer Bestuurder directeur Protect N.V.
HOE GEBEURT DE COMMUNICATIE IN DE SCHADEDOSSIERS Vanaf 9 november laatstleden werden alle bedragen van zowel de lopende • 5 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 20
HOE
VULT U UW AANGIFTE VOOR
Ieder jaar opnieuw moet het aangifteformulier vóór 31 januari ingevuld teruggestuurd worden naar Protect. Wij constateren dat een aantal vragen over het invullen van dit formulier ieder jaar opnieuw meermaals worden gesteld. Daarom hierna een paar tips:
WAT WORDT BEDOELD MET VRAAG IV
HOE VUL IK DE AANGIFTE IN:
Daarmee wordt niet uw polis beroepsaansprakelijkheid bedoeld, waarin uiteraard ook uw tienjarige aansprakelijkheid gewaarborgd is. Met de “polis tienjarige aansprakelijkheid” wordt de polis bedoeld die kan afgesloten worden per project en die alle partijen (ontwerpers en uitvoerders) waarborgt die meehelpen aan het realiseren van dit project en dit voor hun tienjarige aansprakelijkheid. Deze polis wordt veelal door de aannemer afgesloten na inlassing van de verplichting in het lastenboek ofwel door de bouwheer op advies van de ontwerper.
IN BEF OF IN EUR? Er wordt gevraagd uw aangifte 2001 in EUR in te vullen. Bij het invullen van uw aangifte 2001 zijn we reeds in het eurotijdperk. Wij moeten onszelf verplichten te denken en te rekenen in EUR. De aangifte heeft uiteraard betrekking op werven uit de overgangsperiode van BEF naar EUR. De praktijk leert ons dat in die overgangsperiode nog veel in BEF gecommuniceerd werd. Mocht u dan ook te veel problemen hebben bij het omrekenen, dan mag u altijd alleen de totaalbedragen in EUR aangeven. U zal van Protect wel een afrekening in EUR ontvangen.
WELK BEDRAG VUL IK IN IN DE EERSTE KOLOM VAN DE AANGIFTE: DE WAARDE
OP HET VOORGEDRUKTE AANGIFTEFORMULIER: “ZIJN ER WERKEN WAARVOOR ER EEN SPECIFIEKE POLIS TIENJARIGE
AANSPRAKELIJKHEID
WERD
AFGESLOTEN”?
Deze vraag wordt gesteld omdat voor projecten waarvoor een dergelijke verzekering werd afgesloten u een premiereductie ontvangt van 25 % in uw beroepsverzekering. Indien de polis tienjarige aansprakelijkheid wordt afgesloten bij Protect, bedraagt de premiereductie 30 %.
VAN DE UITGEVOERDE WERKEN OF DE
2001 IN? premiereductie van 10 % (bijvoorbeeld: voor een werf van 100.000 EUR, met een ereloon van 5 % en waarvoor de premie voor de beroepsverzekering ongeveer 150 EUR bedraagt, bedraagt de reductie niet meer dan 15 EUR). Bijgevolg wordt hiervoor geen reductie meer toegestaan.
KAN DE AANGIFTE PER MAIL WORDEN INGEDIEND? De lijst kan ook met uw computer ingevuld worden. Daarvoor kunt u een model van het aangifteformulier opvragen per e-mail. U kunt daarnaast ook uw eigen computerlijst doorsturen of mailen op voorwaarde dat deze lijst alle gegevens bevat die gevraagd worden op het standaardformulier. Ons e-mailadres is:
[email protected]
Rebecca Ramboer Bestuurder directeur Protect N.V.
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Leopold II laan 152, B-1080 Brussel Tel. 02 411 41 14
ONTVANGEN ERELONEN?
KAN IK EEN PREMIEREDUCTIE KRIJGEN
Fax 02 411 19 29
Het bedrag dat u moet invullen is afhankelijk van de premievoet die vermeld staat in de bijzondere voorwaarden van uw polis. Is deze premievoet een % op de ontvangen honoraria, dan moet u in de eerste kolom per project de honoraria invullen die u in het referentiejaar hebt ontvangen. Is de premievoet een %o op de waarde der werken, dan moet u in deze kolom per project de waarde van de werken invullen die uitgevoerd werden in de loop van dit jaar. Aangezien de precieze waarde van de uitgevoerde werken moeilijk in te schatten is, volstaat uw raming. Wanneer een project over verschillende jaren wordt uitgevoerd, moeten de aangegeven bedragen op de verschillende aangiftes van de verschillende jaren samen de totale kostprijs van het project vormen.
VOOR PROJECTEN WAARVOOR EEN
E-mail:
[email protected] website: www.nvprotectsa.be
• 6 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 20
ABR-VERZEKERING WERD AFGESLOTEN DOOR DE AANNEMER OF DOOR DE BOUWHEER ?
Redactie: Ides Ramboer Rebecca Ramboer • Laurence Evrard
In het verleden werd de reductie voor een ABR-verzekering slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden: De ABR-polis moest afgesloten worden in eerste rang. De ABR-polis moest het “faulty part” waarborgen (dit is de dekking van het foutief gedeelte in geval van conceptiefout). Ervaring leert ons dat de meeste polissen niet aan deze voorwaarden voldeden en dat de administratieve inspanning die moest geleverd worden door de verzekerde ontwerper (het opvragen van de voorwaarden van de polis via de bouwheer of de verzekeraars) niet kon opwegen tegen de toegestane
Verantwoordelijke uitgever: ir. Ides Ramboer
verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009