108942 protect nederlands
04-04-2001
4:25 PM
Pagina 1
PROTECT BULLETIN Trimestriële nieuwsbrief van verzekeringsmaatschappij Protect J A A R G A N G
5
•
N U M M E R
17
•
17
2001
VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR: HET NIEUWE KONINKLIJK BESLUIT In dit artikel onderzoeken we achtereenvolgens : 1) wat zijn de wijzigingen aangebracht door het nieuwe Koninklijk Besluit in vergelijking tot het oude, 2) wat is de aansprakelijkheid van de veiligheidscoördinator, zowel op strafrechtelijk vlak als op burgerlijk vlak, 3) wat is de vrees van de verzekeraars m.b.t. arbeidsongevallen, 4) is het mogelijk om zijn aansprakelijkheid te beperken door het oprichten van een vennootschap en 5) hoe zich verzekeren.
1. WAT ER WIJZIGT IN VERGELIJKING TOT HET VORIGE KONINKLIJK BESLUIT
U herinnert zich ongetwijfeld nog het Koninklijk Besluit van 3 mei 1999 betreffende de veiligheid op de werf dat destijds veel ophef maakte (zie Protect Bulletin nr. 11). Dat Koninklijk Besluit werd vernietigd door de Raad van State en sindsdien was het wachten op een nieuwe versie. Die is er nu : het nieuwe Koninklijk Besluit is genomen op 25 januari van dit jaar, is verschenen in het Belgisch Staatsblad op 7 februari en treedt in werking op 1 mei. Dit nieuwe Koninklijk Besluit heeft in essentie, behoudens beperkte wijzigingen, dezelfde inhoud als het eerder vernietigde Koninklijk Besluit. De functie van veiligheidscoördinator kan in principe op twee manieren uitgeoefend worden. Ofwel als beoefenaar van een vrij beroep en dit als zelfstandige, ofwel als weddetrekkende in dienst van een aannemer of van een studiebureau dat de activiteiten als veiligheidscoördinator uitoefent.
Wat betreft de aanstelling van de coördinator, zijn taken, de coördinatieinstrumenten, enz., verwijzen wij naar Protect Bulletin nr. 11. Het nieuwe K.B. verschilt niet veel van het vorige maar brengt een aantal preciseringen aan en introduceert enkele nieuwigheden. Deze wijzigingen zijn de volgende : Betaling van de coördinator : Het nieuwe K.B. voorziet uitdrukkelijk dat het de bouwheer is die de coördinator betaalt. Indien de architect de coördinator aanstelt, dan moet de overeenkomst tussen de architect en de coördinator een door de bouwheer ondertekende clausule bevatten, die de bouwheer belast met de betaling van het honorarium van de coördinator. Mogelijkheid om coördinator en architect op dezelfde werf te zijn : Het nieuwe K.B. voorziet uitdrukkelijk dat men architect en coördinator op dezelfde werf kan zijn. Indien dat het
geval is, moet het vermeld worden in het architectencontract en is er natuurlijk geen geschreven overeenkomst tussen de architect en de coördinator (als het de architect is die de coördinator moet aanstellen). Aanvullende vorming : Wanneer een "normaal" veiligheids- en gezondheidsplan is vereist, moet de coördinator een aanvullende vorming gevolgd hebben. Het artikel betreffende die aanvullende vorming heeft enkele wijzigingen ondergaan. Zo moet de "nieuwe" coördinator het bewijs leveren dat hij : 1° hetzij, met vrucht elk van de volgende vormingen heeft beëndigd : a) een erkende cursus van aanvullende vorming voor preventieadviseurs (destijds genoemd "diensthoofden voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen" en hun adjuncten). b) een erkende cursusmodule "aanvulling tot coördinator" (modaliteiten vastgelegd bij K.B.). 2° hetzij, met vrucht een erkende cursus van de specifieke aanvullende vorming voor coördinatoren inzake het welzijn op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen heeft beëindigd (modalitei-
IN DIT NUMMER PAG.
1 •
VEILIGHEIDSCOÖDINATOR: HET NIEUWE KONINKLIJK BESLUIT
PAG.
4 •
SEMINARIE:
TIENJARIGE
AAN
SPRAKELIJKHEID, EVOLUTIE VERZEKERBAARHEID PAG.
6 •
NIET TIJDIG INDIENEN VAN UW JAARAANGIFTE:
RISOCOVOL
EN DUS TE VERMIJDEN
• 1 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 17
108942 protect nederlands
04-04-2001
ten vastgelegd bij K.B.). 3° hetzij, geslaagd is in een specifiek examen voor coördinatoren (modaliteiten vastgelegd bij K.B.). Werven kleiner dan 25.000 EURO Onder bepaalde voorwaarden kan een werknemer van een aannemer de functie van coördinator uitoefenen voor werven waarvan de totale waarde van de werken kleiner is dan 25.000 EURO. Overgangsmaatregelen : er zijn overgangsmaatregelen voorzien : - voor de personen die al een vorming gevolgd hebben en/of die een beroepservaring hebben van minstens 15 jaar De personen die voldoen aan de vereisten inzake beroepservaring, diploma en kennis van de reglementering en de technieken en die binnen een termijn van drie jaar vanaf 1 mei 2001 het bewijs leveren dat zij geslaagd zijn in de aanvullende vorming voor preventieadviseurs, zijn voor de uitoefening van de functie van coördinator vrijgesteld van het leveren van het bewijs dat zij geslaagd zijn in een erkende cursusmodule "aanvulling tot coördinator". De personen die voldoen aan de vereisten inzake kennis van de reglementering en de technieken en die beschikken over een beroepservaring van minstens 15 jaar, kunnen binnen een termijn van drie jaar vanaf 1 mei 2001 toegelaten worden tot het examen van coördinator, zelfs indien zij niet beschikken over de vereiste diploma’s gekoppeld aan het aantal jaren ervaring. - voor de personen die al activiteiten als coördinator uitoefenden De personen die op 1 mei 2001 reeds coördinatie-activiteiten, waarin de toepassing van de algemene preventiebeginselen is geïntegreerd, uitvoerden, maar die niet voldoen aan het vereiste van de aanvullende vorming, mogen hun coördinatie-activiteiten voortzetten op voorwaarde dat zij vol• 2 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 17
4:25 PM
Pagina 2
doen aan de twee andere vereisten (kennis van de reglementering en de technieken, diploma en beroepservaring) en dat zij voor 1 mei 2004 voldoen aan het vereiste van de aanvullende vorming. De personen die op 1 mei 2001 beschikken over een beroepservaring van minstens 15 jaar zijn vrijgesteld van de vereisten inzake diploma en beroepservaring. Verplichte verzekering Het nieuwe K.B. voorziet dat de zelfstandige en loontrekkende coördinatoren verzekerd moeten zijn. Inwerkingtreding Het nieuwe K.B. treedt in werking op 1 mei 2001. Het is echter niet van toepassing op de werven waarvan de verwezenlijking een aanvang heeft genomen voor 1 mei 2001. Bovendien zijn de bepalingen betreffende de coördinatie van het ontwerp van het bouwwerk niet van toepassing op de bouwplaatsen waarvan de studiefase van het ontwerp reeds is aangevangen op 1 mei 2001 en de uitwerkingsfase van het ontwerp een aanvang neemt ten laatste op 30 november 2001. 2. DE STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE COÖRDINATOR De strafrechtelijke aansprakelijkheid Noch de welzijnswet van 04/08/1996, noch het pas verschenen K.B. voorzien in specifieke artikelen betreffende strafrechtelijke aansprakelijkheid van de veiligheidscoördinator. Het zijn dus de algemene artikelen van het strafwetboek die gelden en die in boetes en gevangenisstraffen voorzien wanneer men door een gebrek aan zorgzaamheid slagen en verwondingen toebrengt aan personen, met een lichamelijk letsel of de dood tot gevolg (art 418 – 420 van het strafwetboek). Het is genoegzaam bekend dat strafrechtelijke aansprakelijkheid niet verzekerbaar is. De burgerlijke aansprakelijkheid Het is echter vooral de burgerlijke aan-
sprakelijkheid die een aantal vragen oproept. De veiligheidscoördinator die als bezoldigde werkzaam is bij zijn werkgever-aannemer geniet uiteraard van de "immuniteit van de werknemers". Dit spruit voort uit artikel 18 van de wet d.d. 03/07/1978 op de arbeidsovereenkomsten. Behalve in geval van zware fout of van herhaalde lichte fout – waar de persoonlijke aansprakelijkheid van de werknemers behouden blijft – is de werkgever aansprakelijk voor de daden van zijn ondergeschikte veiligheidscoördinator. Hetzelfde geldt voor de coördinator in dienst van een studiebureau dat de activiteiten als veiligheidscoördinator uitoefent. Het zijn echter deze studiebureaus – of zij nu onder vennootschap werken of niet – hun zaakvoerders en de zelfstandige veiligheidscoördinatoren op wie een zware burgerlijke verantwoordelijkheid rust. Deze veiligheidscoördinatoren oefenen een vrij beroep uit. De laatste decennia werden de beoefenaars van de vrije en intellectuele beroepen meer en meer geresponsabiliseerd. Onze samenleving wordt zeer mondig op dit gebied. Medici, paramedici, advocaten, accountants, bedrijfsrevisoren, immobiliën-agenten, maar vooral architecten en raadgevend ingenieurs worden geconfronteerd met meer en grotere vorderingen dan vroeger. De hoogte van de verzekeringspremies is steeds een maat geweest voor de hoogte van de aansprakelijkheid en de stijging van de premies voor verzekering van de beroepsaansprakelijkheid is een indicatie van deze groeiende aansprakelijkheid. Verwacht wordt dat ook veiligheidscoördinatoren zullen geconfronteerd worden met vorderingen betreffende hun professionele aansprakelijkheid. En net zoals de andere beoefenaars van een vrij beroep zal de veiligheidscoördinator kunnen aangesproken worden op basis van de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.
108942 protect nederlands
04-04-2001
4:25 PM
In beide gevallen zal de schade-eiser drie elementen moeten bewijzen ten laste van de veiligheidscoördinator, wil hij vergoed worden. Ten eerste moet de fout of de contractuele tekortkoming bewezen worden. bv. het niet voorzien van een aantal noodzakelijke preventiemaatregelen. Daarnaast moet de schade bewezen worden (stoffelijke, onstoffelijke, lichamelijke). bv. Een aantal preventiemaatregelen werden niet voorzien, de controlerende arbeidsinspectie legt de werf stil wegens overtreding van een reglementering. De kostprijs van de preventiemaatregelen is nu een veelvoud van wat de oorspronkelijke prijs zou zijn geweest en de werf kan pas na geruime tijd heropgestart worden. Door de vertraging lijdt de aannemer bedrijfsschade en de bouwheer zal pas ruime tijd later over het genot van zijn konstruktie beschikken dan oorspronkelijk gepland was. Tenslotte moet het oorzakelijk verband bewezen worden tussen de fout en de opgelopen schade. In de aangehaalde voorbeelden zal de eisende partij (bouwheer) het voor de bewijslast niet zo moeilijk hebben. De problematiek kan vergeleken worden met deze die een ontwerper (architect, ingenieur) kent tijdens de bouwfase. 3. LICHAMELIJKE SCHADE EN ARBEIDSONGEVALLEN : EEN CONTRADICTORISCHE SITUATIE Totaal anders ligt het met de lichamelijke schade. Hoe zal het slachtoffer van een arbeidsongeval of diens arbeidsongevallenverzekeraar reageren? Zal deze laatste pogingen ondernemen om vorderingen in te stellen naar de coördinator ter recuperatie van de door haar uitbetaalde vergoedingen tgv. de wet op de arbeidsongevallen? Het lijkt een contradictorische situatie. Het doel van de aanstelling van de veiligheidscoördinator is in hoofdzaak het terugdringen van het aantal arbeidsongevallen. Zal specifiek de verzekeraar arbeidsongevallen, die financieel de eerste belanghebbende partij is van de wetgeving (minder arbeidsongevallen, minder
Pagina 3
uitgaven, dus verbetering van de resultaten), juist tegen deze persoon, die haar globaal gezien helpt bij de verbetering van haar resultaten, acties ondernemen? De lichamelijke schade kan bovendien veel groter zijn dan hetgeen de arbeidsongevallenverzekeraar vergoedt. Deze vergoedt immers op basis van forfaitaire bedragen. Het slachtoffer of diens erfgenamen kunnen eventueel aanvullende bedragen vorderen die de vergoedingen van de arbeidsongevallenverzekeraar overstijgen. De slachtoffers van ongevallen op de werf kunnen bovendien personen zijn die niet vallen onder de arbeidsongevallenwet. Personen vreemd aan het arbeidscontract kunnen lichamelijke letsels oplopen op een werf. Vraag is ook hoe de rechtbanken zullen reageren? Opdat de veiligheidscoördinator aansprakelijk zou gehouden worden zal toch voor de rechtbank moeten bewezen worden dat het ongeval niet zou hebben plaats gehad, mochten er geen fouten zijn begaan …. De bewijslast zal niet altijd eenvoudig zijn, doch de vorderingen kunnen groot zijn en de verdedigingskosten navenant. 4. VENNOOTSCHAP – COÖRDINATOR Een aantal vrije beroepers oefenen hun beroep uit in het kader van een vennootschap. Helpt de vennootschap in het beperken van de aansprakelijkheid? Kan de oplossing dan gezocht worden in het creëren van een vennootschap met een aansprakelijkheid beperkt tot de geldelijke inbreng (bvba, nv, …) en waarbij men er voor zorgt dat de eigen middelen beperkt blijven door het jaarlijks uitkeren van de winsten? Ik meen van niet. Wie een vrij beroep uitoefent, blijft ten persoonlijke titel aansprakelijk en kan deze aansprakelijkheid niet doorschuiven naar de vennootschap waarvan hij zaakvoerder is. De rechtsleer is duidelijk. Indien het vrij beroep langs een vennootschap uitgeoefend wordt, dan blijft degene die de daden stelde aansprakelijk (o.m. de
zaakvoerder). Zal deze lijn van de persoonlijke aansprakelijkheid doorgetrokken worden. Ik ben overtuigd van wel. Doch op deze en andere vragen zullen we pas een definitief antwoord kennen na vele jaren. Het nieuw beroep zal nieuwe rechtspraak creëren. Ervaring in de ons omringende landen (waar de wetgeving reeds een paar jaar van kracht is) leert op heden dat weinig vorderingen kans kregen. In Frankrijk, het land waar onze rechtspraak het dichtst bij aanleunt – werden nog geen vorderingen betreffende lichamelijke schade ingesteld; doch in Frankrijk maakt de arbeidsongevallensector deel uit van het wettelijk overheidsstelsel. Een private verzekeraar reageert mogelijks anders dan een openbare instelling. 5. VERZEKERBAARHEID De rechtstreekse kost van de arbeidsongevallen in de bouwsector in België wordt geraamd op meer dan 5 miljard BEF per jaar en dit voor een totaal van 28 000 ongevallen. Indien de verzekeraars arbeidsongevallen nu pogingen zouden ondernemen om -zij het maar voor een beperkt aantal ongevallen- een procedure op te starten, met als doel een gedeelte van hun uitgaven te verhalen op de veiligheidscoördinator, dan mag men rekenen dat de kosten ter verdediging reeds vele miljoenen per jaar zullen bedragen. Kosten die uiteraard ten laste van de beroepsverzekeraar zullen vallen. Dit alleen reeds mag op enkele tienduizenden BEF per jaar per coördinator geraamd worden. En dan is er nog geen enkele frank schadevergoeding betaald… Met een negatieve rechtspraak lastens de coördinator zal de premie beroepsaansprakelijkheid niet betaalbaar zijn. Veiligheidscoördinatoren, preventieadviseurs, en verzekeraars arbeidsongevallen hebben in de bestrijding van de arbeidsongevallen enorm veel gemeenschappelijke belangen en kunnen samen nuttig presteren en gezamenlijke programma’s opstarten. Wanneer de een de ander zal dag• 3 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 17
108942 protect nederlands
04-04-2001
4:26 PM
Pagina 4
vaarden wordt een samenwerking onmogelijk op termijn en zal de relatie tussen groepen die gemeenschappelijke belangen hebben geheel verzieken. Het is dus niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk dat ze samen gaan overleggen. In deze discussie moeten de professionele aansprakelijkheidsverzekeraars betrokken worden. Ondertussen dient de veiligheidscoördinator er waakzaam over te zijn dat zijn professionele aansprakelijkheid op afdoende manier verzekerd is. Deze verplichting is bovendien wettelijk voorzien in art. 65 van het K.B. Daar waar bij andere vrije beroepen – behoudens de medici – het verzekerd belang vooral materiële en immateriële schade betreft, moet hier terug grote aandacht geschonken worden aan de hoogte van de verzekerde bedragen in hoofde van lichamelijke schade (bvb 2,5 miljoen Euro lijkt niet overdreven). Protect heeft een polis op punt gesteld die de beroepsaansprakelijkheid van de coördinator verzekert, die helemaal onafhankelijk is van de polis beroepsaansprakelijkheid architect of studiebureau en die zeer hoge verzekerde bedragen voorziet voor lichamelijke schade.
Ir. Ides Ramboer, Gedelegeerd Bestuurder Protect Laurence Evrard, Juriste Protect
1. Van links naar rechts: Ides Ramboer, Gedelegeerd Bestuurder N.V. Protect; Thierry Lebourg, Directeur SCOR Ré; Stéphane Amilhau, Senior Underwriter; Patrick Luchie, Advokaat.
SEMINARIE :
"TIENJARIGE
AANSPRAKELIJKHEID, EVOLUTIE VERZEKERBAARHEID"
8 maart 2001 – Ukkel – Kasteel Fond’Roy Naar aanleiding van haar 10- jarig bestaan organiseerde de maatschappij Protect een seminarie rond de decennale aansprakelijkheid in het prestigieuze kader van de Club van Lotharingen in het Kasteel Fond’Roy te Ukkel. Het onderwerp genoot duidelijk de groeiende interesse van alle bouw-
2. Collegas & controleurs genieten samen van de cocktail. Dhr. Vernaillen, Directeur-Generaal van de Controledienst voor de verzekeringen; Ides Ramboer, Protect; Herman Falsté, Algemeen Directeur verzekeringsmaatschappij AMMA en tevens ondervoorzitter Protect..
• 4 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 17
partners ; aannemers, architecten, studiebureau’s en bouwpromotoren en hun respectieve verzekeringsbemiddelaars. Met genoegen noteerden we dan ook hun talrijke en gediversifieerde aanwezigheid zodat de gastsprekers geconfronteerd werden met een volle zaal van rechtstreeks geïnteresseerde deelnemers. Meester Patrick Luchie, vennoot van het advocatenkantoor De Wolf & Partners uit Brussel, belichtte uitvoerig de evolutie van de tienjarige aansprakelijkheid zowel vanuit de maatschappelijke als de juridische context. Ook de risicobeheersing van deze problematiek werd vanuit diverse oogpunten onderzocht. De repercussies van deze evolutie vertolkten zich uiteraard in een gewijzigde rechtspraak. Als algemeen besluit stelde de spreker dan ook vast dat de inhoud van het begrip tienjarige aansprakelijkheid de laatste decennia door de Hoven en Rechtbanken zeer extensief geïnterpreteerd werd.
108942 protect nederlands
04-04-2001
4:26 PM
Pagina 5
Zou het in de andere landen dezelfde richting uitgaan of niet, en welke zijn de ervaringen van de franse herverzekeraar SCOR? De Heren Amilhau en Lebourg - beiden speciaal overgekomen uit Parijs en directieleden van SCOR Ré - gaven in hun uiteenzetting een overzicht van een gelijkaardige wetgeving in tal van andere landen, en de verzekerbaarheid van deze risico’s. Tevens werd de tussenkomst van een controlebureau en de samenwerking ervan met een verzekeraar overlopen. De specifieke Franse situatie in het kader van de Wet Spinetta (04/01/1978) en de verzekeringstechnische consequenties leidden hen tot een globaal besluit over de laatste twintig jaar na de invoering van deze wet. In zijn tussenkomst schetste de Heer Ides Ramboer de algemene problematiek rond de schades in de bouwwereld. Lange en ingewikkelde procedures met zeer hoge kosten en moeilijke aansprakelijkheidsverdelingen leiden dikwijls tot uitgaven die
3. Deskundige Prof Ir. Robert De Lathouwer en Mr. Marc Michel, Advokaat, komen blijkbaar beter overeen op recepties dan op expertises.
maar blijven stijgen voor alle bouwpartners. Via veroordelingen in solidum en onvermogende partijen verkeren de betrokkenen zeer dikwijls in een financieel onzekere situatie. Hieraan kan verholpen worden door een aantal maatregelen : het invoeren van kwaliteitscontrole, het door-
voeren van minnelijke regelingen maar vooral via contractueel verplicht gestelde globale polissen. De verschillende formules werden voorgesteld, alsmede de eigen oplossingen welke de maatschappij Protect U kan bieden. Tenslotte kondigde de heer Ides Ramboer in primeur voor de aanwezigen ook de samenwerkingsmogelijkheden aan tussen de maatschappijen Protect en OMOB in het kader van de bouwtechnische verzekeringen waarbij Protect als algemeen bemiddelaar zou optreden voor de "Alle Bouwplaatsrisico verzekeringen" (ABR) via OMOB en de tienjarige verzekeringen boven de 60 miljoen ruwbouw. Tijdens de vraagstelling en de sfeervolle receptie nadien gaven de aanwezigen uiting van hun betrokkenheid rond de gestelde problemen. Uiteraard blijven de medewerkers van de maatschappij Protect ter beschikking voor verdere informatie.
4. Ir. Ignace Declercq geeft technische uitleg aan Marijke Evens, juriste Protect. Arch. Wouter Cassiman is aandachtig toeschouwer.
Rudi Claeys Commercieel Directeur Protect
• 5 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 17
108942 protect nederlands
04-04-2001
4:26 PM
Pagina 6
NIET TIJDIG INDIENEN VAN UW JAARAANGIFTE: RISICOVOL EN DUS TE VERMIJDEN Jaarlijks stellen wij vast dat tal van verzekerden hun jaarlijkse aangifte van bouwwerken en erelonen niet tijdig indienen. Zelfs een aangetekende brief - rood signaal – brengt hen niet tot betere inzichten. Nochtans maakt de aangifte deel uit van de contractuele verplichtingen tussen partijen. Welke zijn nu de gevaren verbonden aan een laattijdige aangifte?
2000 over uw activiteiten van het jaar niet ingediend heeft. De schorsing begint te lopen op 1 juli. U dient op 15 september uw aangifte in, conform de gevraagde inlichtingen. Op 16 september treedt uw polis terug in voege. Tussen 1 juli en 16 september is de polis geschorst. Wat betekent dit?
Het is niet aangenaam voor een verzekeringsmaatschappij om een dekking te moeten weigeren, doch soms moet het.
PROCEDURE
De inhoud van de schorsing van de waarborg moet samen bekeken worden met de definitie van schadegeval.
Het liefst weigert Protect niet om die reden, doch de reden ligt in dit geval enkel bij de verzekerde zelf.
Een schadegeval is verzekerd wanneer het zich voorgedaan heeft en aangemeld werd gedurende de geldigheidsduur van de polis. De periode van oprichting van het gebouw of uitvoering der werken is daarbij niet relevant.
Tot slot, nog nooit werd door Protect aan een verzekerde geweigerd om een aangifte later in te dienen indien daar redenen toe waren en daarom verzocht werd. Met een telefoontje, een mail of een fax kan u serieuze problemen vermijden. Hoe dan ook, na een aangetekende brief moet u zeker reageren.
De polis voorziet een artikel 4.1. en stelt dat de verzekeringnemer jaarlijks en dit voor 15 februari een aangifte moet indienen van de erelonen, waarde van de werken en andere informatie gevraagd door de maatschappij. De formulieren worden overgemaakt door de maatschappij. Aan de achterstalligen wordt een gewone herinnering gestuurd in de loop van de maanden die erop volgen. Aan deze die in de boosheid volharden wordt later op het jaar een aangetekende brief gestuurd. Wie na de aangetekende brief nog geen haast toont, loopt serieuze risico’s. De contractuele bepalingen zijn immers zeer duidelijk. Art. 6.1 voorziet dat de waarborg van de polis geschorst wordt vijftien dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de aangetekende herinneringsbrief. Schorsing betekent dat de waarborg niet geldig is en u dus niet verzekerd bent. De polis wordt slechts terug van kracht de dag na de ontvangst van de achterstallige aangifte. De polis blijft geschorst spijts de eventuele betaling van de voorlopige premies!!! INHOUD Concreet. U betaalde uw voorlopige premie van 1 januari 2001 tijdig. Protect verstuurt op 15 juni een aangetekende brief omdat u uw aangifte • 6 • PROTECT BULLETIN • 2001 • NR 17
Er zijn drie gevallen waarbij de waarborg niet toegekend wordt. 1. Het schadegeval deed zich voor, vóór 1 juli en wordt aan u of de maatschappij aangemeld tussen 1 juli en 16 september 2. Het schadegeval deed zich voor tussen 1 juli en 16 september en wordt ook tijdens deze periodes aangemeld 3. Het schadegeval deed zich voor tussen 1 juli en 16 september en wordt aangemeld na 16 september. Onterechte weigering? Aan een aantal verzekerden werd de waarborg geweigerd met uiteraard de gekende reacties die in dergelijke gevallen naar alle verzekeringsmaatschappijen gestuurd worden: banbliksems, onredelijkheid, oncorrect gedrag, …. De houding van de maatschappij moet correct zijn. Correct tegenover al haar verzekerden. Er zijn regels die moeten nageleefd worden in een contractuele relatie. Het indienen van de aangifte maakt essentieel deel uit van deze contractuele relatie. Iemand die deze regels niet naleeft, moet anders beoordeeld worden dan wie ze wel naleeft. De correctheid van de maatschappij wordt ook verwacht van de verzekerden. Bovendien, vermits
een aangifte gewoonlijk aanleiding geeft tot een afrekening met premiebetaling wordt een niet aangifte de facto gelijkgesteld met niet betaling van een gedeelte van de premie.
Ir. Ides Ramboer Ged. Bestuurder
Protect Bulletin Gratis trimestriële nieuwsbrief voor Protect-verzekerden Leopold II laan 152, B-1080 Brussel Tel. (02) 411 41 14 Fax (02) 411 19 29 E-mail:
[email protected] website: www.nvprotectsa.be Redactie: Ides Ramboer Rebecca Ramboer • Laurence Evrard Verantwoordelijke uitgever: ir. Ides Ramboer
PROTECT
SA
COMPAGNIE D'ASSURANCES
Votre sécurité est assurée verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 1.009