089/700.302 089/70.12.37
[email protected]
OVERHEIDSOPDRACHTEN BEVOEGDHEDEN VAN DE BESTUURSORGANEN Artikel 6 van de wet van 24 december 1993 zegt dat de bevoegdheden toegekend in deze wet worden uitgeoefend door de overheden en de organen bevoegd krachtens de specifieke bepalingen van een wet of decreet. Deze bevoegdheden vinden we respectievelijk in de gemeentewet, de wetgeving op de OCMW's, de wetgeving op de ziekenhuizen…. Op het vlak van de lokale besturen kunnen we de procedure betreffende overheidsopdrachten in navolgende stappen indelen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
vastleggen van de nodige kredieten in de begroting beslissen over de wijze waarop de overheidsopdracht zal gegund worden vastleggen van de voorwaarde van de gunning opstarten van de procedure en bekendmaking selectie van de kandidaten en gunnen van de opdracht uitvoering van de opdracht
1. De gemeenteraad De gemeenteraad beslist in het kader van de begroting over de opportuniteit om een bepaalde overheidsopdracht uit te voeren (artikel 43 §2, 3° gemeentedecreet). Artikel 43 §2, 11° gemeentedecreet bepaalt dat in beginsel de gemeenteraad de wijze van gunnen vastlegt en de voorwaarden waarbinnen een gunning zal worden toegekend. De gemeenteraad kan deze twee bevoegdheden delegeren aan het college van burgemeester en schepenen. Een eerste uitzondering betreft de opdrachten van dagelijks bestuur. De gemeenteraad bepaalt wat onder het begrip "dagelijks bestuur" op het gebied van overheidsopdrachten moet worden verstaan (artikel 43, §2, 10° gemeentedecreet). Deze opdrachten van dagelijks bestuur kunnen aan het college van burgemeester en schepenen worden toegewezen en het college kan de wijze van gunnen vastleggen en de voorwaarden waarbinnen een gunning zal worden toegekend. Deze opdrachten van dagelijks bestuur kunnen bij delegatie aan de gemeentesecretaris worden toegewezen (artikel 57, §3, 5° gemeentedecreet). Een tweede uitzondering betreft de opdrachten die nominatief in het vastgestelde budget zijn opgenomen en de gemeenteraad de wijze van gunnen en de voorwaarden niet heeft vastgelegd. In dat geval is het college van burgemeester en schepenen bevoegd om deze voorwaarden vast te leggen. Het is ook de gemeenteraad die in het kader van de begroting de vermoedelijke kostprijs vastlegt en indien nodig achteraf de kredieten in de begroting verhoogt waarmee de overheidsopdracht zal gefinancierd worden. 1.2. Het college van burgemeester en schepenen Het college van burgemeester en schepenen blijft bevoegd voor het eigenlijke voeren van de gunningsprocedure, de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten (artikel 57, §3, 4° gemeentedecreet).
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 1
Op het gebied van opdrachten van dagelijks bestuur is ook het college van burgemeester en schepenen bevoegd voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten (artikel 57, §3, 5° gemeentedecreet). De gemeenteraad bepaalt wat onder opdrachten voor dagelijks bestuur moet worden verstaan (artikel 43, §2, 10° gemeentedecreet). Het college van burgemeester en schepenen kan deze bevoegdheid ook aan de gemeentesecretaris toevertrouwen. (artikel 58, tweede lid gemeentedecreet). Het college van burgemeester en schepenen kan bij de delegatie van een bepaalde bevoegdheid bepalen dat de gemeentesecretaris de uitoefening van die gedelegeerde bevoegdheid kan toevertrouwen aan andere personeelsleden van de gemeente (artikel 43, derde lid gemeentedecreet). Het college van burgemeester en schepenen is ook bevoegd voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als de opdracht nominatief in het vastgestelde budget is opgenomen en de gemeenteraad de wijze van gunning en de voorwaarden niet zelf heeft vastgesteld (artikel 57, §3, 6° gemeentedecreet). De opdracht moet met andere woorden al in het budget nader zijn omschreven. Deze bevoegdheid kan NIET gedelegeerd worden naar de secretaris. 1.3. Het toezicht op de beslissingen van de gemeente Beslissingen van de gemeenteraad over overheidsopdrachten worden vermeld op een lijst die de gemeente binnen de 20 dagen aan de gouverneur toestuurt. De toezichthoudende overheid kan een besluit altijd opvragen zowel ambtshalve als na een klacht (artikel 254 gemeentedecreet). De schorsingstermijn in het gemeentedecreet vangt aan op de derde dag die volgt op de verzending door de gemeenteoverheid van het (afschrift van ) het besluit of van de lijst of van de besluiten die door de toezichthoudende overheid ambtshalve of na klacht werden opgevraagd. De schorsingstermijn wordt geschorst telkens de toezichthoudende overheid bij aangetekende brief een besluit, documenten of inlichtingen betreffende een bepaald besluit bij de gemeenteoverheid opvraagt (artikel 255, § 3 gemeentedecreet). Daardoor beschikt de gouverneur over een nieuwe termijn om te schorsen. Die termijn gaat in op de derde dag die volgt op de verzending van de gevraagde gegevens. De Vlaamse regering beschikt nu over een termijn om rechtstreeks te vernietigen, gelijk aan de termijn waarover de gouverneur beschikt om tot schorsing over te gaan vermeerderd met twintig dagen (artikel 255, §3 gemeentedecreet). De schorsingstermijn wordt gestuit door de aangetekende zending van een klacht aan de toezichthoudende overheid gesteld dat die verzending gebeurt binnen de voorziene schorsingstermijn (artikel 255, § 4 Gemeentedecreet). De schorsingstermijn gaat vervolgens pas opnieuw in op de derde dag die volgt op de verzending van de opgevraagde documenten. De gemeenteoverheid kan elk geschorst besluit niet alleen gemotiveerd rechtvaardigen maar ook aanpassen (artikel 256 gemeentedecreet). De Vlaamse regering beschikt over een termijn van 50 dagen, die ingaat op de derde dag die volgt op de dag van de verzending van het rechtvaardigingsbesluit om het gerechtvaardigd of aangepast besluit te vernietigen (artikel 256 gemeentedecreet). De termijn om een beroep in te stellen bij de Raad van State tegen een gemeentebesluit wordt gestuit ten voordele van degene die een klacht indient bij de toezichthoudende overheid, op voorwaarde dat deze klacht aangetekend wordt verzonden voor het verstrijken van de beroepstermijn en voor het verstrijken van de termijn voor het uitoefenen van het toezicht. De stuiting duurt tot de ontvangst van de mededeling aan de indiener van de klacht van het gevolg dat aan zijn klacht wordt gegeven, voorzover die mededeling melding maakt van de beroepsmogelijkheden bij de Raad van State.
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 2
BASISBEGRIPPEN 1. Soorten Er zijn 1. 2. 3.
drie soorten overheidsopdrachten. werken leveringen diensten
Een overheidsopdracht voor de aanneming van werken is een overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een aannemer enerzijds en een aanbestedende overheid anderzijds. de overeenkomst heeft betrekking op: hetzij op de uitvoering hetzij op de uitvoering samen met het ontwerp hetzij op het laten uitvoeren van een werk dat aan de door de aanbestedende overheid vastgestelde eisen voldoet. Een werk is het resultaat van een geheel van bouwwerkzaamheden of van wegenbouwkundige werken dat ertoe bestemd is samen een economische of technische functie te vervullen. Het opdrachtgevend bestuur mag dit geheel niet opsplitsen maar kan het wel in meerdere percelen opdelen. Voor het berekenen van de drempelwaarden die in de wet zijn voorzien en die als basis dienen om te weten of sommige overheidsopdrachten al of niet moeten gepubliceerd worden, moet het bedrag van al de percelen worden samengeteld. Een overheidsopdracht van werken slaat niet op het huren of het kopen van een bestaand gebouw. In dit geval is zelfs een beperkte verbouwing mogelijk zonder dat de wetgeving op de overheidsopdrachten van toepassing is. De wetgeving is evenmin van toepassing in geval van zogenaamde domaniale concessie. In dit geval gaat het immers over het in concessie geven van reeds uitgevoerde werken of van een bestaand onroerend goed. De overheid kan wel een bepaalde opdracht van werken in concessie geven. Een concessie van openbare werken slaat op een nog te bouwen project waarbij de aannemer belast wordt met de uitvoering van het werk, met de conceptie van het werk en de uitbating van het uitgevoerde project. Een typisch voorbeeld van een concessie van openbare werken is bijvoorbeeld het bouwen door een privé-aannemer van een parkeergarage én de uitbating van deze garage gedurende een bepaalde tijd. Een overheidsopdracht voor aanneming van leveringen is een overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een leverancier enerzijds en een aanbestedende overheid anderzijds. Die overeenkomst heeft betrekking op de verwerving door koop of aannemingsovereenkomst, huur, huurkoop of leasing met of zonder aankoop of optie van producten. Bijkomend mag deze overeenkomst de werken van aanleg en plaatsing bevatten. Wanneer spreken we dan van levering en wanneer van een overheidsopdracht voor werken? Als regel geldt hier de 50%. Dit betekent dat we spreken van een levering zodra het bedrag van levering meer dan 50% van de totale overheidsopdracht bedraagt. Voor opdrachten van leveringen en van werken voorziet de wet ook nog het systeem van promotieovereenkomst. In dit geval zal de financiering, de studie, de uitvoering en eender welke dienstverlening in verband met de opdracht, toevertrouwd worden aan één enkele uitvoerder. Na de uitvoering van de opdracht kan het geleverde materiaal of het uitgevoerde werk aan de overheid overgedragen worden in de vorm van huur, huur met aankoopoptie, huur met eigendomsoverdracht of onmiddellijke eigendomsoverdracht mits betaling van een jaarlijkse vergoeding gedurende een bepaalde periode. Een overheidsopdracht voor aanneming van diensten is een overeenkomst onder bezwarende titel gesloten tussen een dienstverlener enerzijds en een aanbestedende overheid anderzijds. De overeenkomst moet betrekking hebben op diensten die zijn opgenomen in een lijst die bij de wet is gevoegd. Deze lijst bevat twee categorieën: ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 3
a. de prioritaire diensten en b. de niet-prioritaire diensten. Voor deze laatste categorie geldt slechts een beperkte publicatieplicht. CATEGORIE
CPC-INDELING Groep, klasse of subklasse
A Prioritaire diensten 1
Onderhouds- en reparatiediensten
2
Diensten voor vervoer over land, met inbegrip van diensten voor vervoer per pantserwagen en koerierdiensten, postvervoer uitgezonderd
6112, 6122, 633, 886 712 (uitgezonderd 71235) 7512 87304
Diensten voor luchtvervoer van passagiers en vracht, met uitzondering van postvervoer
73 (uitgezonderd 7321)
Postvervoer over land en door de lucht
71235, 7321
5
Telecommunicatiediensten
752
6
Financiële diensten
ex 81
3 4
-
a) verzekeringsdiensten b) bankverrichtingen en diensten in verband met beleggingen
812, 814
7
Computer- en aanverwante diensten
84
8
O&O-diensten
85
9
Diensten van accountancy, controle en boekhouding
862
10
Diensten voor marktonderzoek en peiling van de openbare mening
864
11
Diensten voor bedrijfsadvisering en aanverwante diensten
865, 866
12
Bouwkundige diensten
867
-
a) Technische en geïntegreerde technische diensten
-
-
b) Diensten van stedenbouw en landschapsarchitectuur
-
-
c) Diensten voor aanverwante technische en wetenschappelijke advisering
-
-
d) Diensten voor het uitvoeren van technische proeven en analyses
-
13
Advertentie- en reclamediensten
871
14
Diensten voor het schoonmaken van gebouwen en het beheer van onroerende goederen
874, 82201 t.e.m. 82206
15
Uitgeverij- en drukkerijdiensten, in regie of op contractbasis
88442
16
Riolering en vuilophaaldiensten, afvalverwerking en aanverwante diensten
94
B Niet-prioritaire diensten 17
Hotel- en restauratiediensten
64
18
Spoorwegvervoersdiensten
711
19
Vervoersdiensten over het water
72
20
Diensten voor ondersteunend en hulpvervoer
74
21
Diensten van juridische aard
861
22
Plaatsing van personeel en personeelsverschaffing
872
23
Opsporings- en bewakingsdiensten (uitgezonderd vervoer per pantserwagen
873 (uitgezonderd 87304)
24
Diensten voor onderwijs en beroepsonderwijs
92
25
Gezondheids- en sociale diensten
93
26
Diensten voor recreatie, cultuur en sport
96
27
Andere diensten
-
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 4
2. Wijze van gunnen De wet (artikel 14 tot 17) geeft volgende mogelijkheden om een overheidsopdracht te gunnen: 1. aanbesteding - openbaar - beperkt 2. offerte - algemeen - beperkt 3. onderhandelingsprocedure - met bekendmaking - zonder bekendmaking Een fundamenteel uitgangspunt van de wetgeving op de overheidsopdrachten is dat een overheidsopdracht gegund wordt op basis van de concurrentie op de vrije markt. De wijze van gunnen die hieraan het meest beantwoordt is de openbare aanbesteding. Bij een openbare aanbesteding wordt de overheidsopdracht algemeen bekendgemaakt. Deze bekendmaking gebeurt in het bulletin der aanbestedingen. Iedereen die dit wenst, en aan de voorwaarden voldoet, kan in principe zijn kandidatuur stellen om de gepubliceerde overheidsopdracht uit te voeren. De ingediende kandidaturen worden door het bestuur verzameld en gelijktijdig geopend in een publieke vergadering. Naast de openbare aanbesteding voorziet de wet ook een beperkte aanbesteding. Ook bij beperkte aanbesteding is er een bekendmaking maar de opdrachtgevende overheid zal eerst een selectie maken tussen de ingediende kandidatuur en zal slechts in tweede fase de geselecteerde kandidaten laten meedingen bij de gunning. De offertes die door deze geselecteerde kandidaten worden ingestuurd, worden gelijktijdig geopend op een vergadering waar alleen de inschrijvers aanwezig zijn. Zowel bij openbare als bij beperkte aanbesteding zal de voorzitter tijdens deze vergadering waarop de offertes worden geopend, de prijs mededelen. Bij aanbesteding is het immers enkel de prijs die zal bepalen aan wie de overheidsopdracht wordt toegewezen. De wet voorziet dat de gunning moet worden toegewezen aan de laagste regelmatige offerte, op straffe van schadevergoeding van 10% van het bedrag dat is opgegeven door de kandidaat met de laagste offerte. Sommige overheidsopdrachten kunnen niet gegund worden op basis van alleen maar de prijs die wordt gevraagd om de overheidsopdracht uit te voeren. Soms zijn andere elementen zoals bijvoorbeeld de uitvoeringstermijn, de technische waarde van gebruikte materialen, de latere onderhoudskost,… van even groot belang als de prijs die wordt gevraagd om de opdracht uit te voeren. In dergelijk geval zal de aanbestedende overheid de opdracht gunnen bij wijze van een offerteaanvraag. Een offerteaanvraag kan algemeen zijn wanneer ze algemeen wordt bekendgemaakt. In dit geval zal de opdrachtgevende overheid deze offertes openen tijdens een openbare vergadering. De offerteaanvraag kan beperkt zijn als ze algemeen wordt bekendgemaakt maar de overheid eerst een selectie maakt. Slechts aan de geselecteerde kandidaten wordt een bestek toegestuurd op basis waarvan de gunning zal gebeuren. Kandidaten die een offerte insturen mogen aanwezig zijn op de vergadering waarop de ingestuurde offertes worden geopend. Tijdens deze vergadering zal de voorzitter mededelen welke offertes hij heeft ontvangen. Anders dan bij aanbesteding mag de voorzitter bij een offerteprocedure niet de prijs mededelen die de kandidaten hebben ingestuurd. De prijs is immers slechts één van de gunningcriteria die bij een offerteaanvraag van toepassing zijn. Een optelsom van de evaluatie van alle gunningcriteria zal de voordeligste regelmatige offerte aanduiden. Indien het opdrachtgevend bestuur het niet uitdrukkelijk verboden heeft, dan mogen de kandidaten ook vrije varianten indienen. Ook deze vrije varianten moeten verwerkt worden bij de rangschikking van de ingediende offertes. De onderhandelingsprocedure is de wijze van gunnen die in feite als uitzondering is voorzien maar in de besturen het meest van al wordt toegepast. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 5
Ook in geval van onderhandelingsprocedure moet er beroep gedaan worden op de mededinging. Ook hier speelt dus de concurrentie, zij het in beperkte mate. De wet voorziet 4 gevallen waarin de onderhandelingsprocedure met bekendmaking kan worden toegepast: in geval van onregelmatige offerte of van onaanvaardbare prijzen indien geen globale prijs mogelijk is omwille van de onzekere omstandigheden waarin de overheidsopdracht voor werken of diensten moet uitgevoerd worden. Hieronder vallen de zogenaamde raamcontracten in geval van werken die betrekking hebben op een proefproject, op een onderzoek of op het afstellen van bv. een machine wanneer de aard van de dienst een aanbesteding of een offerte onmogelijk maakt. Artikel 17 § 2 somt de gevallen op waarin een overheidsopdracht kan gegund worden bij wijze van onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Het opdrachtgevend bestuur kan zich bij deze onderhandelingsprocedure beperken tot het raadplegen van drie kandidaten, behalve als dit niet mogelijk blijkt. Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking kan in volgende gevallen: voor werken, leveringen en diensten: opdrachten die zonder BTW niet hoger komen dan - 67 000 € of - 236 900 € ingeval van financiële diensten (verzekeringen, leningen), - en 200 000 € voor juridische diensten en onderzoek en ontwikkeling opdrachten die een geheim karakter hebben opdrachten die dringend zijn, dit betekent dat zij noodzakelijk zijn en onvoorzienbaar na een overheidsopdracht die alleen onregelmatige offertes of onaanvaardbare prijzen opleverde nadat op basis van een oorspronkelijke opdracht geen enkele offerte werd ingediend opdrachten die omwille van hun technische of artistieke specificiteit of omwille van de bescherming van exclusieve rechten slechts aan één bepaalde aannemer, leverancier of dienstverlener kunnen toevertrouwd worden. voor werken en diensten ingeval van aanvullende opdrachten: - die in de oorspronkelijke aanneming niet konden voorzien worden - en die niet meer dan 50% bedragen van de hoofdaanneming - en die aan dezelfde aannemer moeten worden toevertrouwd omdat deze aanvullende werken of diensten economisch of technisch niet te onderscheiden zijn van de hoofdaanneming omdat zij noodzakelijk zijn voor de vervolmaking van de hoofdaanneming ingeval van herhaling van een eerste overheidsopdracht voor zover dat een aanbesteding of een offerte was. In de basisprocedure moet dan vermeld zijn dat een herhaling mogelijk is op basis van hetzelfde concept. Binnen de drie jaar na de eerste opdracht kan dan bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking de herhaling aan dezelfde aannemer gegund worden. voor leveringen ingeval een levering van een product dat enkel vervaardigd is bij wijze van proef ingeval van bijkomende leveringen. Indien gewone verbruiksgoederen moeten vernieuwd worden of indien bestaand materiaal met identieke stukken moet uitgebreid worden. De duur van deze oorspronkelijke opdracht evenals de duur van de bijkomende levering mag algemeen genomen 3 jaar niet overschrijden. voor diensten een dienstopdracht die volgt op een prijsvraag voor ontwerpen kan bij wijze van onderhandelingsprocedure gegund worden aan de laureaat of aan één van de laureaten. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 6
Een opdracht via onderhandelingsprocedure kan tot stand komen op basis van een overeenkomst op basis van briefwisseling op basis van kennisgeving of indien het bedrag zonder BTW niet hoger ligt dan 5 500 €, op basis van aangenomen facturen. 3. Selectie en gunning De wet van 24 december 1993 heeft de selectie van de kandidaten opgedeeld in twee fasen: de kwalitatieve selectie en de gunning van de opdracht Eerst worden de kandidaturen geselecteerd op basis van de kwaliteit van de kandidaat. Dit heet de kwalitatieve selectie. Bij de kwalitatieve selectie gaan we de kandidatuur eerst onderzoeken op basis van de integriteit van de persoon. Met name zullen hier uitgesloten worden de kandidaten die: in faillissement zijn of die een of andere ernstige fout hebben gepleegd of die niet in orde zijn met de sociale zekerheid en of de belastingen. De kandidaten worden ook onderzocht naar de financieel economische draagkracht. Het bestuur zal hier onderzoeken of de kandidaat voldoende financiële middelen heeft om het project tot een goed einde te brengen. In een derde criterium wordt gekeken of de kandidaat de nodige technische bekwaamheid heeft om het voorliggend project uit te voeren. Terwijl de kwalitatieve selectie slaat op de persoon, zullen de criteria voor de gunning betrekking hebben op het product dat wordt aangeboden of op de kwaliteit van het werk of de dienst die zal uitgevoerd worden. Bij openbare aanbesteding en algemene offerte worden deze twee selecties gelijktijdig uitgevoerd. Ingeval van beperkte aanbesteding of beperkte offerte wordt er in twee fasen gewerkt. Eerst is er de kwalitatieve selectie. De kandidaten die na deze kwalitatieve selectie aanvaard worden, krijgen dan een bestek toegestuurd en op basis van de offerte die zij dan insturen wordt de overheidsopdracht gegund met de criteria die in het bestek zijn vermeld. 4. Verbodsbepalingen Om de concurrentie correct te laten verlopen heeft de wet een aantal verbodsbepalingen ingesteld: in hoofde van de overheid tussen de uitvoerders tussen de uitvoerders en de ontwerpers 4.1. De aanbestedende overheid moet uiteraard neutraal kunnen oordelen over de ingediende offertes. Personen die belang hebben bij een overheidsopdracht, moeten zich onthouden van inmenging bij de gunning van de opdracht of bij het toezicht op de uitvoering. Hieronder vallen politiek verantwoordelijke ambtenaren en iedereen die belast is met een openbare dienst en die via tussenpersoon of rechtstreeks belang heeft bij de opdracht.
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 7
4.2. Objectieve concurrentie tussen de uitvoerders De kandidaten die meedingen bij een overheidsopdracht moeten uiteraard de concurrentie correct laten spelen. Elke afspraak tussen de kandidaten is verboden. Indien de overheid zou vaststellen dat er afspraken zijn i.v.m. de gegunde opdracht, dan moet de overheid de betrokken kandidaten onmiddellijk weren en/of elke uitvoering van de opdracht stopzetten. In dit geval krijgt de uitvoerder geen schadeloosstelling voor eventuele schade. Bij gemotiveerde beslissing kan de overheid hiervan afwijken. Dit is met name het geval indien de betrokken werken zo goed als voltooid zijn. 4.3. Onverenigbaarheid tussen ontwerper en uitvoerder. Een correct verloop van de procedure tot gunnen van een overheidsopdracht kan verstoord worden wanneer de ontwerper en de uitvoerder dezelfde belangen hebben. Daarom kan een persoon die belast is geweest met het onderzoek, de proeven, de studie of ontwikkeling van werken, leveringen en diensten, geen aanvraag indienen om deel te nemen aan de offerte voor de uitvoering van het werk, de levering of de dienst indien die persoon een voordeel geniet dat van die aard is om de normale spelregels van de mededinging te vervalsen. Ook de onderneming die verbonden is aan een persoon die het vooronderzoek, de proeven, de studie of de ontwikkeling van de werken, leveringen of de diensten waarop de opdracht betrekking heeft verricht, mag niet deelnemen aan de procedure voor het gunnen van de uitvoering wanneer de onderneming wegens de band voor die opdracht een voordeel geniet dat van die aard is dat het de normale spelregels van de mededinging vervalst. Hier verstaat men onder "verbonden onderneming" elke onderneming waarop de persoon, zoals hierboven aangehaald rechtstreeks of onrechtstreeks een overheersende invloed kan uitoefenen; of elke onderneming die een overheersende invloed kan uitoefenen op die persoon; of elke onderneming die zoals hij onderworpen is aan de overheersende invloed van een andere onderneming omwille van eigendom, financiële deelneming of op haar van toepassing zijnde voorschriften. Er is een vermoeden van deze overheersende invloed wanneer een onderneming, rechtstreeks of onrechtstreeks, ten opzichte van een andere onderneming: de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezit, of beschikt over de meerderheid van de stemmen die verbonden zijn aan de door de onderneming uitgegeven aandelen, of meer dan de helft van de leden van het bestuur, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de onderneming kan aanwijzen. Wanneer de aanbestedende overheid iemand op basis van deze verbodsbepaling wil uitsluiten, moet zij de betrokkene eerst per aangetekende brief uitnodigen om binnen en termijn van twaalf kalenderdagen een rechtvaardiging te leveren dat hij geen dergelijk voordeel geniet in verband met de vermoedelijke onverenigbaarheid. De verantwoording moet steunen op de banden van de onderneming, de graad van onafhankelijkheid en elke ander omstandigheid die bewijskracht heeft. Ze moeten kunnen aantonen dat er geen overheersende invloed is of, indien die er wel is, dat die voor de betrokken opdracht van geen betekenis is. Deze vormvereiste moet niet worden vervuld wanneer deze verantwoordingen werden gevoegd bij de aanvraag tot deelneming of de offerte. Deze onverenigbaarheid slaat niet op overheidsopdrachten die gelijktijdig betrekking hebben op het ontwerp en de uitvoering van een opdracht. Zij is evenmin van toepassing in geval van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij de aanvang van de procedure van een artikel 17, §2 van de wet.
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 8
PROCEDUREVERLOOP Het KB van 8 januari 1996 vermeldt omstandig welke regels het opdrachtgevend bestuur moet volgen als het een overheidsopdracht wil gunnen. 1. Voorbereiding van de overheidsopdracht 1.1. De bekendmaking Waarom moet er een bekendmaking gebeuren? Essentieel voor een overheidsopdracht is de mededinging. Elke overheidsopdracht wordt door middel van concurrentie gegund. Om deze concurrentie uit te lokken wordt de overheidsopdracht gepubliceerd. De belangrijke opdrachten moeten Europees gepubliceerd worden. De minder belangrijke opdrachten worden alleen op de Belgische markt bekendgemaakt. De Europese publicatie gebeurt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap. Dit Publicatieblad verschijnt dagelijks. De Belgische aankondiging gebeurt in het Bulletin der Aanbestedingen. Het Bulletin der Aanbestedingen verschijnt elke vrijdag. Als u een aankondiging wil publiceren dan moet dat ten laatste 1 week voor publicatie toekomen bij het bestuur van het Belgisch Staatsblad. Publicaties van spoedprocedures (voorzien in de reglementering) kunnen tot dinsdag. Wanneer moet er nu een publicatie gebeuren? Bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking is er geen publicatieverplichting. In dit geval is aan de publiciteitsvereiste voldaan wanneer er tenminste drie concurrenten worden geraadpleegd. In de andere gevallen, en dan spreken we veelal over overheidsopdrachten waarvan het aanbestedingsbedrag 67.000 € (exclusief BTW) overstijgt, moet er een publicatie gebeuren op de Belgische markt en dit zowel voor werken, leveringen en diensten. Wanneer deze overheidsopdrachten bepaalde bedragen overschrijden dan moeten deze publicaties benevens in het Bulletin der Aanbestedingen ook nog in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap worden gepubliceerd. Voor overheidsopdrachten van werken werd deze Europese drempel vastgelegd op 5.278.000 €. In dit geval van een Europese publicatie moet de overheidsopdracht ook "enuntiatief" aangekondigd worden. Dit betekent dat, van zodra de overheid weet dat zij een overheidsopdracht zal gaan uitschrijven en min of meer weet hoe die overheidsopdracht er uit gaat zien, zij al de basisgegevens publiceert zodanig dat geïnteresseerden zich al kunnen voorbereiden op een mogelijke kandidatuurstelling op het ogenblik dat de effectieve publicatie zal gebeuren. Let wel, wanneer dergelijke enuntiatieve aankondiging is gebeurd, dan betekent dat niet dat de overheid achteraf ook verplicht is van effectief de procedure te starten. Deze enuntiatieve aankondiging gebeurt maximaal 12 maanden of tenminste 52 dagen voor de officiële aankondiging van de eigenlijke overheidsopdracht. Een enuntiatieve aankondiging zal in principe zo snel mogelijk na het begin van het begrotingsjaar gepubliceerd worden. Ingeval van overheidsopdracht van leveringen ligt de drempel voor de Europese publicatie op 211.000 €. Ook hier moet er een enuntiatieve aankondiging gebeuren. Tenminste indien de leveringen die een bepaalde groep omvatten zoals voorzien in de CPA-classificatie het bedrag van 750.000 € overschrijdt. Om het bedrag van 750.000 € te berekenen, worden alleen die leveringen samengeteld, die afzonderlijk het bedrag van 211.000 € overstijgen. Indien de levering niet in eenmaal maar voor een bepaalde duur moet geschieden dan wordt het totaal bedrag van de ganse periode genomen om de drempel te berekenen voor de publicatie. Is de levering vastgelegd voor onbepaalde duur dan wordt het bedrag berekend op 48 maanden.
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 9
Bij overheidsopdrachten van diensten ligt het drempelbedrag voor Europese publicatie ook op 211.000 €. Ook hier moet er een enuntiatieve aankondiging gebeuren wanneer een bepaalde categorie van diensten gedurende het begrotingsjaar het bedrag van 750.000 € overstijgt. Hierbij moet ook elk van de onderdelen van het bedrag van 211.000 € overstijgen. Wanneer nu bijvoorbeeld de begroting meerdere leningen voorziet van elk tenminste 211.000 € en samen meer dan 750.000 €, dan moet het bestuur deze leningen enuntiatief publiceren. Bij elk van de drie soorten overheidsopdrachten (werken, leveringen en diensten) moeten de percelen samengevoegd worden om aan het bedrag te komen dat de drempel bepaalt. Schema in verband met de verplichting tot bekendmaking (per soort opdracht) Werken Drempel
Bekendmakingsplicht
Artikel
tot en met 5.500 € op basis aangenomen factuur (1) meer dan 5.500 tot en met 67.000 € drie kandidaten contacteren meer dan 67.000 € publicatie in het Bulletin der Aanbestedingen 5.278.000 € of meer publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen ( + Bulletin der Aanbestedingen Leveringen Drempel tot en met 5.500 € meer dan 5.500 tot en met 67.000 € meer dan 67.000 € 211.000 € of meer -
122 KB 120 KB - KB 10 1- KB -
Bekendmakingsplicht op basis aangenomen factuur (1) drie kandidaten contacteren publicatie in het Bulletin der Aanbestedingen publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen ( + Bulletin der Aanbestedingen
Artikel 122 KB 120 KB 37 KB 27 KB
Bekendmakingsplicht op basis aangenomen factuur (1) drie kandidaten contacteren publicatie in het Bulletin der Aanbestedingen publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen ( + Bulletin der Aanbestedingen
Artikel 122 KB 120 KB 62 KB 53 § 2 KB
Diensten ( algemeen) Drempel tot en met 5.500 € meer dan 5.500 tot en met 67.000 € meer dan 67.000 € 211.000 € of meer -
Diensten (financiële diensten) Drempel
tot en met 5.500 €
Bekendmakingsplicht
op basis aangenomen factuur
Artikel (1)
meer dan 5.500 en minder dan 211.000 € drie kandidaten contacteren 211.000 € of meer publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen ( + Bulletin der Aanbestedingen
122 KB 120 KB 53 § 3 KB
Diensten (juridische dienst ) Drempel Bekendmakingsplicht tot en met 5.500 € op basis aangenomen factuur (1) meer dan 5.500 en minder dan 211.000 € drie kandidaten contacteren 211.000 € of meer publicatie in het Bulletin der Aanbestedingen -
Artikel 122 KB 120 KB 62 KB
Diensten (onderzoek en ontwikkeling) Drempel Bekendmakingsplicht tot en met 5.500 € op basis aangenomen factuur (1) meer dan 5.500 en minder dan 211.000 € drie kandidaten contacteren 211.000 € of meer publicatie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen ( + Bulletin der Aanbestedingen
Artikel 122 KB 120 KB 53 § 3 KB
(1) In geval van betwisting, moet het bewijs geleverd dat tenminste drie kandidaten werden gecontacteerd (2) Voor juridische diensten: in het publicatieblad van de Europese Gemeenschappen moet alleen de uitslag van de gunning gepubliceerd worden
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 10
De navolgende tabel geeft een overzicht van de termijnen die moeten gerespecteerd worden bij de Europese en Belgische publicatie. Indien de Belgische publicatie gelijktijdig met de Europese gebeurt, dan moet eerst de Europese publicatie gebeuren en de Belgische publicatie vermeldt de datum van verzending van de Europese publicatie aan het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap. Europese bekendmaking
Enuntiatief Aanvraag deelneming voor kwalitatieve selectie Opvraag offertes voor de gunning Meedelen van het bestel Meedelen van aanvullende gegevens op verzoek Publicatie na gunning
Openbare aanbesteding of algemene offerteaanvraag [1] 52 36 [1] 22 [1] 6 6 [3] 48
Beperkte aanbesteding of beperkte offerteaanvraag [1] 37 15 [2] 40 26 [1] 10 [2] 6 [3] 4 [2] 48
Geen Europese bekendmaking Openbare aanbesteding of algemene offerteaanvraag Aanvraag deelneming voor kwalitatieve selectie Opvraag offertes voor de gunning
36 10 [4]
Beperkte aanbesteding of beperkte offerteaanvraag 15 [5] 10 [4] 15 10
Bovenvermelde termijnen gelden vanaf de dag na de datum van verzending van de aankondiging tot en met de vervaldag [1] Enuntiatief niet minder dan 52 dagen en niet meer dan 12 maanden voor verzendingsdatum van de aankondiging van de opdracht en de enuntiatieve aankondiging bevat alle op dat ogenblik gekende gegevens in verband met de aankondiging van de opdracht [2] Dringend: verzocht om versnelde publicatie en aankondiging per fax verstuurd [3] 6 dagen voor het einde van de termijn [4] Tenminste 7 dagen respecteren vanaf de datum van publicatie in het bulletin der aanbestedingen [5] In geval van publicatie voor een lijst van repetitieve werken, geen kortere termijn Voorbeeld Termijn van 10 dagen 1 maart versturen 2 maart begin van de 10 dagen 11 maart laatste dag van de termijn van 10 dagen 12 maart eerste dag waarop de openingszitting kan gehouden worden Wat moet er in de aankondiging van de opdracht vermeld worden? De aankondiging moet voldoende duidelijk zijn om de kandidaten die geïnteresseerd zijn in de opdracht te informeren. De Europese en Belgische publicaties gebeuren op basis van modellen die als bijlage liggen bij het koninklijk besluit van 8 januari 1996.
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 11
1.2. Het bestek Het bestek is het basisdocument van aanbesteding. Hierin worden alle regels en voorwaarden vastgesteld op grond waarvan het bestuur de kandidaturen zal rangschikken. In de hoofding van het bestek staat vermeld welk het opdrachtgevend bestuur is. Hier staat de benaming van de opdracht en de naam en het adres van de ontwerper. Indien er een bedrag wordt gevraagd als kostprijs voor de aanbestedingsbundel wordt deze ook in de hoofding vermeld. Tevens wordt hier vermeld in welke mate dit bestek afwijkt van de vaste bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden. Het bestek bevat vier grote delen. 1.2.1. Reglementaire en verordenende bepalingen Hier worden een aantal regels uitgeschreven die steunen op het koninklijk besluit van 8 januari 1996. Dit KB van 8 januari 1996 regelt de procedure die de mededinging moet mogelijk maken en de regels die leiden tot de uiteindelijke keuze van de aannemer, leverancier of dienstverlener die de overheidsopdracht zal uitvoeren. Naargelang de aard van de opdracht en de voorwaarden waarbinnen de opdracht moet worden uitgevoerd zullen hierin de regels worden vastgelegd in verband met onder meer de wijze van gunnen, van prijsbepaling,……. In de praktijk kan men steunen op modelbestekken die in allerhande publicaties beschikbaar zijn. In elk geval zal men in dit deel de volgende elementen terug vinden: het voorwerp van de opdracht met aanduiding of de opdracht is opgesplitst in meerdere percelen de wijze van gunnen de wijze van de prijsbepaling. De prijs bepalen kan volgens een viertal mogelijkheden. De opdracht kan afgesloten worden tegen een globale prijs. In dit geval hebben we een vaste prijs voor de gehele opdracht. Een administratief gebouw wordt bijvoorbeeld aanbesteed voor een onveranderlijke prijs van 100 000 €. De opdracht kan ook worden aanbesteed volgens een prijslijst. In dit geval bedingt men alleen de éénheidsprijs en blijft het bij de aanbesteding nog onzeker hoeveel het eindbedrag zal zijn omdat dit het resultaat zal zijn van het aantal uit te voeren werken of te leveren goederen. Bijvoorbeeld het leveren van een partij tafels zal worden aanbesteed aan de prijs van 1 tafel met een vermoedelijke hoeveelheid te leveren van 10 stuks. Het eindbedrag van de levering wordt bepaald door het uiteindelijk geleverd aantal te vermenigvuldigen met de vaste prijs voor 1 tafel. Een opdracht voor een aanbesteding met een gemengde opdracht. In dit geval worden beide vorige mogelijkheden gecombineerd. Bijvoorbeeld het leveren van 1 tafel aan de prijs van 135 € en van een aantal stoelen aan de prijs van 55 € per stoel. Een vierde wijze van prijsbepaling is een aanbesteding van een opdracht op grond van de werkelijke uitgave. Deze wijze van prijsbepaling zal gekozen worden wanneer men op voorhand geen vaste gegevens heeft om de prijs vast te stellen. Men zal dan bijvoorbeeld bij uitvoering van een werk betalen op basis van de facturen die de aannemer zal bijbrengen plus erbovenop de winst die de aannemer voor zichzelf bedongen heeft. In het spel van de concurrentie zal de winstmarge die de kandidaat-uitvoerder vraagt het criterium zijn om de opdracht te gunnen. De opmetingsstaat geeft de hoeveelheden aan van de uit te voeren werken. Hierin zijn de forfaitaire en de vermoedelijke hoeveelheden opgesomd. De inschrijver kan de forfaitaire hoeveelheden wijzigen als hij van oordeel is dat de in het bestek opgegeven getallen niet met de werkelijkheid overeenkomen. Het bestek kan ook toestaan dat de inschrijver de vermoedelijke hoeveelheden mag wijzigen.
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 12
De inventaris geeft een opsomming van de goederen die moeten geleverd worden of van de diensten die moeten gepresteerd worden. De hoeveelheden uit deze inventaris mogen door de inschrijvers niet gewijzigd worden, behalve indien het bestek dit uitdrukkelijk toestaat. De opdracht kan onderverdeeld worden in meerdere percelen. In dit geval houdt het bestuur zich het recht voor om sommige percelen wel en andere niet toe te wijzen. Het bestuur kan de percelen ook afzonderlijk toewijzen. In dit geval is de inschrijver ook niet verplicht voor elk perceel een aparte offerte in te dienen. Soms is het voor een inschrijver financieel voordeliger om alle percelen te mogen uitvoeren. De inschrijver kan daarin zijn offerte aanvullen met prijsverminderingen of ingeval van offerteaanvraag, met verbeteringsvoorstellen die hij per perceel toestaat ingeval van samenvoeging van bepaalde percelen. Het bestek kan varianten opleggen of toestaan. In dit geval bepaalt het bestek het voorwerp van die varianten, de aard en de draagwijdte. Er is ook een mogelijkheid om vrije varianten in te dienen, tenminste als de aanbesteding is uitgeschreven bij wijze van offerteaanvraag. De mogelijkheid om een vrije variant in te dienen werd voorzien omdat op de markt eventueel procédés of producten beschikbaar zijn, waarvan de aanbestedende overheid geen weet heeft, en die mogelijk een betere oplossing bieden voor het probleem dat zich bij deze offerte stelt. Vindt het opdrachtgevend bestuur dat de inschrijver geen vrije variant mag indienen dan moet dit uitdrukkelijk verboden worden in het bestek. Het bestek bepaalt hoe de offerte van de kandidaten wordt opgemaakt. Om misverstanden te voorkomen mag een offerte slechts in één exemplaar worden opgemaakt en dit volgens een model dat bij het bestek is gevoegd. Als de kandidaat zijn offerte op een ander document maakt, dan moet hij uitdrukkelijk verklaren dat zijn model overeenstemt met alle gegevens die vermeld zijn in het door de opdrachtgever verstrekte modelformulier. De offerte wordt ingediend in een dubbele omslag. Dit om vroegtijdige opening van de offerte te voorkomen. Alle ingediende offertes worden immers op éénzelfde moment geopend op plaats, dag en uur vastgesteld in het bestek. De belangrijkste gegevens van het bestek zijn wel de criteria die het opdrachtgevend bestuur zal toepassen om de opdracht te gunnen. Ingeval van aanbesteding is dit enkel de prijs, maar bij offerteaanvraag zal het bestuur alle criteria opsommen die het zal gebruiken met vermelding van de waarde (de punten) dat elk van dit criterium in het geheel zal hebben. Het is belangrijk dat het bestek deze waarde per criterium bepaalt, anders zal elk criterium als gelijkwaardig beschouwd worden. De gestanddoeningstermijn is de termijn waarbinnen de inschrijver door zijn offerte gebonden is. Artikel 116 van het KB van 8 januari 1996 heeft die termijn vastgelegd op 60 kalenderdagen. Wil het bestuur een andere termijn, dan moet dat hier vermeld worden. Duur van de opdracht. Wanneer de overheid een opdracht toekent, bijvoorbeeld de levering van stookolie, en de bedoeling is dat deze opdracht verlengd wordt, dan vermeldt zij hier de periode en het aantal keren dat deze opdracht zou kunnen uitgevoerd worden. 1.2.2. Administratieve contractuele bepalingen De voorschriften in dit tweede deel steunen op het KB van 26 september 1996. In dit deel worden de regels vastgesteld die van toepassing zijn bij de uitvoering van de overheidsopdracht. In dit tweede deel worden onder meer geregeld: De persoon die de leiding en het toezicht op de uitvoering van de overheidsopdracht op zich zal nemen. Op het niveau van de gemeente zal deze leidend ambtenaar de beslissingen voorbereiden die op het vlak van de gemeente door het college van burgemeester en schepenen zullen worden genomen. Deze leidend ambtenaar heeft zelf geen bevoegdheid om beslissingen te nemen. In de praktijk zal hij natuurlijk wel omwille van de dringende omstandigheden richtlijnen moeten geven in verband met de uitvoering. Deze richtlijnen moeten evenwel steeds bevestigd worden door een beslissing van het college van burgemeester en schepenen. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 13
De borgtocht. In principe wordt er een waarborg gevraagd aan de kandidaat die de overheidsopdracht zal uitvoeren. Normaal zal als borg een bedrag van 5% worden genomen van de oorspronkelijke som die is vastgesteld om de opdracht uit te voeren. Voor kleinere opdrachten beneden de 22 000 € of voor leveringen en diensten waarvan de uitvoeringstermijn korter is dan 30 kalenderdagen moet er geen borg gevraagd worden. Er wordt evenmin een borg gevraagd voor financiële en juridische diensten. De borgtocht blijft aan het bestuur behouden tot na de definitieve oplevering. Ingeval van werken kan de borgtocht in schijven worden terugbetaald. In dit tweede deel worden ook de regels opgenomen in verband met de betaling die de overheid moet doen in ruil voor de uitvoering van de opdracht. Hierin wordt onder meer voorzien of er bij deze overheidsopdracht een prijsherziening zal gebeuren. De opdrachtgever is niet verplicht om een prijsherziening te voorzien behalve ingeval van overheidsopdracht voor werken wat betreft het deel van de prijs dat voorzien is voor sociale lasten en lonen. Ook de termijn die zal moeten gerespecteerd worden door de overheid om de facturen te betalen wordt hier vastgelegd. Voor werken is deze termijn door artikel 15 van het KB vastgelegd. Voor leveringen en diensten is deze termijn bepaald op 50 dagen. De prijs bevat in principe alle elementen die te maken hebben met de uitvoering van de opdracht. Voor leveringen betekent dit dat de kosten voor het laden en lossen, de verpakking, het monteren en opleveringskosten vervat zitten in de prijs die de leverancier in zijn offerte heeft voorgesteld. In de loop van de procedure kunnen zich accidenten voordoen. Artikel 20 van het KB regelt de wijze waarop het opdrachtgevend bestuur moet optreden ingeval de uitvoerder van de opdracht in gebreke blijft. In dit deel van het bestek zal de uitvoerder van de opdracht door het opdrachtgevend bestuur herinnerd worden aan de maatregelen die het bestuur kan treffen ingeval van gebrekkige uitvoering. De uitvoering van de overheidsopdracht eindigt eigenlijk bij de voorlopige oplevering. Na deze voorlopige oplevering komt er nog een termijn van 1 jaar ofwel een andere termijn indien het bestek dit uitdrukkelijk vermeldt. Deze termijn geldt als waarborgtermijn om aan het opdrachtgevend bestuur de kans te geven om het uitgevoerde werk, het geleverde product, of de verleende dienst te testen op zijn degelijkheid. Na deze termijn komt de definitieve oplevering. 1.2.3. Technische bepalingen In het deel technische bepalingen zal het opdrachtgevend bestuur een omschrijving geven van de opdracht die moet uitgevoerd worden. Bij deze omschrijving zoals bijvoorbeeld de opdracht om computermateriaal te leveren, mag het bestuur niet verwijzen naar merknamen. De leveranciers moeten immers op gelijke voet behandeld worden. In twee gevallen kan afgeweken worden van het verbod technische specificaties op te nemen die producten van een bepaald fabrikaat of van een bepaalde herkomst of speciale kenmerken vermelden waardoor sommige ondernemingen worden bevoordeeld of uitgeschakeld. Deze afwijkingen moeten we restrictief interpreteren. Indien de omschrijving niet anders kan dan met een vermelding van de merknaam dan moet het bestek altijd daar aan toevoegen "…… of daarmee overeenstemmend". Wanneer een dergelijke aanduiding onontbeerlijk is ten opzichte van het voorwerp van de opdracht. Om de gelijkheid van de kandidaten te waarborgen is het evenmin toegelaten dat het bestek letterlijk een beschrijving zou overnemen uit de catalogus van een potentiële kandidaat. In dit deel zal het opdrachtgevend bestuur ook een overzicht geven van het werk door een opsomming in de opmetingsstaat. Bij leveringen en diensten zal de inventaris een gedetailleerd overzicht geven van de opdracht die moet uitgevoerd worden. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 14
1.2.4. Model-offerteformulieren Om de vergelijking tussen de kandidaten zo goed mogelijk te maken, bevat het bestek een modelofferteformulier dat de kandidaten moeten gebruiken. Indien de kandidaten hun eigen formulier gebruiken dan moeten zij verklaren dat hun formulier conform is met het formulier dat is voorgeschreven. In het formulier moet de inschrijver zijn identiteitsgegevens vermelden en aanduiden hoe de betalingen zullen gebeuren en of zij in orde zijn met de betalingen voor de sociale zekerheid van hun werknemers. 1.2.5. Elektronische weg Voor de volledigheid wijzen wij hier op het bestaan van het KB van 27 februari 2004 dat de inschrijving via elektronische weg regelt. Op dit moment zijn deze elektronische middelen nog in volle ontwikkeling waardoor het nu nog niet mogelijk is om via elektronische weg in te schrijven. 2. De kandidatuurstelling We zagen dat de keuze van een kandidaat gebeurt door twee vormen van selectie. Ten eerste de kwalitatieve selectie die slaat op de persoonlijke kwaliteit van de uitvoerder en ten tweede de gunning die slaat op het voorwerp van de opdracht. Beide selecties kunnen ofwel achter elkaar ofwel gelijktijdig gebeuren. In functie hiervan zal de kandidatuur gesteld worden. Soms gebeuren beide vormen van selectie in twee fasen. Dit is zo als het opdrachtgevend bestuur de aanbesteding gunt bij wijze van een beperkte gunningsprocedure (een beperkte aanbesteding of een beperkte offerteaanvraag of een onderhandelingsprocedure met bekendmaking). In dit geval zal de kandidaat-uitvoerder eerst zijn kandidatuur stellen en antwoorden op de vragen die het opdrachtgevend bestuur heeft gesteld bij de aankondiging van de opdracht. Deze aankondiging bevat de criteria die het opdrachtgevend bestuur zal hanteren voor de kwalitatieve selectie van de kandidaten. Nadat het bestuur de ingestuurde kandidaturen heeft geselecteerd op basis van de kwalitatieve criteria, zal het bestuur de overblijvende kandidaten uitnodigen om een offerte in te dienen op basis van het bestek dat hen op dit moment wordt toegestuurd. Beide selectieprocedures kunnen ook in één fase gebeuren. Dit is zo in geval van openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag. Dan wordt immers het bestek onmiddellijk van in het begin aan iedereen beschikbaar gesteld en moeten de kandidaten in eenzelfde fase antwoorden op de criteria die gesteld zijn in verband met de kwalitatieve selectie en antwoord geven op de vragen die in het bestek vermeld zijn en die betrekking hebben op de eigenlijke gunning van de opdracht. De kandidaat zal zijn offerte aan het opdrachtgevend bestuur toesturen bij aangetekende brief in een dubbele omslag waarop op de eerste omslag vermeld staat dat het om een offerte voor een overheidsopdracht gaat en op de tweede omslag de gegevens in verband met de uitgeschreven opdracht. Deze dubbele omslag is noodzakelijk om de geheimhouding te waarborgen en te voorkomen dat de omslag per ongeluk zou geopend worden vóór de zitting waarop alle kandidaturen gelijktijdig worden geopend. Op de dag van de opening zal de voorzitter de omslagen gelijktijdig openen en zal hij voorlezen wat er vermeld staat in de offerte. Ingeval van aanbesteding leest hij de prijs voor die elke kandidaat voor de uitvoering van de opdracht heeft aangeboden. Ingeval van offerteaanvraag geeft hij enkel een overzicht van de identiteit van de inschrijvers. Wanneer de voorzitter de vergadering voor geopend heeft verklaard, dan mag er geen enkele offerte meer aangeboden worden. Slechts in één geval kan een offerte die de voorzitter op een later tijdstip bereikt, nog worden aanvaard. Dit is met name wanneer er door een fout van bijvoorbeeld de post een offerte te laat is toegekomen, maar reeds vier dagen voor de opening bij aangetekend schrijven werd opgestuurd. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 15
3. Onderzoek van de kandidaturen Het aanbestedend bestuur voert achtereenvolgens of gelijktijdig het onderzoek naar de kwalitatieve selectie en naar de gunning van de opdracht. 3.1. De kwalitatieve selectie De kwalitatieve selectie slaat op de persoon van de kandidaat die een overheidsopdracht wil uitvoeren. Bij openbare aanbesteding en algemene offerteaanvraag is er eerst een algemene oproep, dan gebeurt de kwalitatieve selectie en daarna de gunning, maar beiden in éénzelfde beslissing. Bij beperkte aanbesteding, offerteaanvraag en onderhandelingsprocedure met bekendmaking is er eerst een algemene oproep. Na de algemene oproep is er een selectie van de kandidaat op basis van hun persoonlijke kwaliteit. Dan worden de kandidaten die goed bevonden werden uitgenodigd om een offerte in te dienen op basis van een bestek. Wanneer de offertes zijn binnengestuurd dan gunt de aanbestedende overheid de opdracht aan het beste bod. Wanneer de kwalitatieve selectie in twee fasen gebeurt (bij beperkte procedure) dan moet de overheid tenminste 5 kandidaten overhouden na de kwalitatieve selectie. Dus er zullen in de tweede fase tenminste altijd 5 kandidaten worden uitgenodigd om mee te dingen naar de gunning van de opdracht. Indien er zich minder dan 5 kandidaten hebben aangemeld, dan kan de gunning toch gebeuren als er maar voldoende mededinging is. Ingeval van onderhandelingsprocedure met bekendmaking, dan moeten er tenminste drie kandidaten worden uitgenodigd. Als dit niet mogelijk is, dan moet het opdrachtgevend bestuur dit verantwoorden. Welke zijn de criteria die kunnen gehanteerd worden voor de kwalitatieve selectie? Een eerste reeks heeft betrekking op de geloofwaardigheid van de kandidaten. De kandidaat mag niet in faillissement zijn. Hij mag geen ernstige fout hebben gepleegd bij de uitvoering van een vorige opdracht. Hij mag geen valse verklaringen hebben afgelegd bij het verstrekken van inlichtingen. Hij moet in orde zijn met de verplichtingen die hij heeft tegenover de sociale zekerheid. In verband met de sociale zekerheid moet de kandidaat een attest bijbrengen als het gaat over een opdracht van meer dan 5 500 € (zonder BTW). Het attest moet slaan op het voorlaatste kwartaal tegenover de dag voor de opening van de offerte. Uit het attest moet blijken dat de kandidaat voor maximum 2 500 € schulden heeft bij de RSZ. Uiteindelijk zal de opdrachtgever onderzoeken of de kandidaat alle invorderbare belastingen betaald heeft. De tweede groep van selectiecriteria heeft betrekking op de financieel - economische draagkracht van de kandidaten. Uit een verklaring van zijn bankinstelling zal blijken dat de kandidaat voldoende financiële basis heeft om de opdracht die hij wil verkrijgen, uit te voeren. De derde reeks kwalitatieve selectiecriteria slaat op de technische bekwaamheid van de kandidaat. Hier kan de opdrachtgever gegevens opvragen in verband met gelijkaardige opdrachten die de kandidaat in het verleden reeds heeft uitgevoerd. Het bestuur kan onderzoeken welke de kwalificaties zijn van de uitvoerders, welke de technische uitrusting is en welke waarborgen de kandidaat kan bieden voor een technisch kwalitatieve uitvoering van de opdracht. 3.2. Het onderzoek van de offerte Nadat de offertes zijn geopend op de daartoe bestemde vergadering zal bet bestuur controleren of de ingediende offertes regelmatig zijn. In sommige gevallen MOET het opdrachtgevend bestuur de offerte weigeren (volstrekte nietigheid). Dit is bijvoorbeeld het geval: ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 16
wanneer de offerte niet is ondertekend of wanneer er prijsdoorhalingen zijn die niet vergezeld zijn van een handtekening of wanneer de kandidaat de termijnen voor uitvoering wijzigt of wanneer de kandidaat veranderingen aanbrengt aan technische specificaties. Wanneer bijvoorbeeld iemand van de kandidaten de opgave zou wijzigen waarbij het plaatsen van PVCramen wordt vervangen door het plaatsen van houten ramen, dan zijn de ingediende offertes niet meer vergelijkbaar (behoudens wat gezegd is in verband met varianten). Dus telkens als de gelijkheid tussen de kandidaten in het gedrang komt, of de vergelijkbaarheid en de geheimhouding van de offertes niet meer kan gewaarborgd worden dan móet de kandidaat die hiervan de oorzaak is, worden geweerd. In sommige gevallen KAN het opdrachtgevend bestuur een kandidatuur weigeren (relatieve nietigheid). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de inschrijving niet helemaal conform is met het offerteformulier of wanneer er een voorbehoud wordt geformuleerd dat evenwel de kandidatuurstelling niet beïnvloedt. Ook wanneer de aangeboden prijs niet realistisch is, kan het bestuur een offerte weigeren. In dit geval van abnormale prijs zal de aanbestedende overheid de aannemer aangetekend verwittigen. De aannemer moet dan binnen de 12 kalenderdagen verantwoorden waarom zijn prijs abnormaal afwijkt van het gemiddelde. De overheid is evenwel niet verplicht van dergelijke offerte te weren. Enkel bij de gunning van werken, wanneer er is gekozen voor een openbare of beperkte aanbesteding, en er tenminste 4 offertes werden ingestuurd, dan moet de overheid die kandidaturen onderzoeken op een abnormale prijs, wier offerte minder dan 15% van het gemiddelde bedraagt. Wanneer de kandidaat meent dat de opgave van de overheid in het bestek foutief is dan mag die kandidaat die opgave verbeteren. Ingeval van werken mag de inschrijver de hoeveelheden wijzigen. Dit is zowel het geval voor de forfaitaire hoeveelheden als voor vermoedelijke hoeveelheden. Bij vermoedelijke hoeveelheden moet er evenwel al een schommeling zijn van tenminste 10% in meer of in min en het bestek moet uitdrukkelijk voorzien dat een dergelijke wijziging aan de vermoedelijke hoeveelheid kan doorgevoerd worden. Ingeval van leveringen en diensten mag de inschrijver enkel wijzigingen aanbrengen aan de hoeveelheden die voorzien zijn in de inventaris van het bestek, indien het bestek dit uitdrukkelijk toestaat. Indien een inschrijver vindt dat er een zodanige vergissing is in het bestek dat het onmogelijk is een prijs te berekenen, dan meldt hij dit uitdrukkelijk aan de overheid tenminste tien dagen voor de opening van de offertes. In dergelijk geval moet de overheid oordelen of de bemerking terecht is en of hij de zitting verdaagt en een rechtzetting op het bestek zal publiceren. De offerte zal het bedrag dat de inschrijver voorstelt uitdrukken in Euro. De offerte moet uitdrukkelijk de BTW vermelden of tenminste de aanslagvoeten die van toepassing zijn. 4. De keuze van de uitvoerder - gunning Nadat de overheid de offerte heeft onderzocht naar hun rechtsgeldigheid, moet zij de offertes gaan rangschikken en beslissen of zij de overheidsopdracht zal toewijzen. De overheid is evenwel niet verplicht tot gunning over te gaan. Zij kan afzien van gunning en eventueel de procedure van vooraf aan beginnen. Let wel die beslissing moet uiteraard gemotiveerd zijn. De kandidaten hebben immers geld en tijd besteed om aan de procedure mee te werken. De overheid kan derhalve niet zonder enig motief de procedure in deze fase gaan stoppen. Indien de opdracht was ingedeeld in percelen dan kan het opdrachtgevend bestuur slechts één of enkele percelen toewijzen en voor een aantal andere de procedure opnieuw beginnen of niet toewijzen. Ook deze beslissing moet gemotiveerd zijn. 4.1. De rangschikking van de kandidaten Het opdrachtgevend bestuur zal eerst onderzoeken of de offertes geen materiële typ- of rekenfouten bevatten. Als het opdrachtgevend bestuur dit vaststelt moet het de fouten verbeteren op basis van een onderzoek van de gangbare prijzen, de prijzen van de andere offertes en de logische opbouw van de offertes. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 17
Indien evenwel het bestuur de fout niet ontdekt, kan het bestuur achteraf hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden. Indien door één of meerdere inschrijvers de hoeveelheden, door het bestuur opgegeven, werden verbeterd dan zal de overheid die verbeteringen onderzoeken en indien zij van oordeel is dat de verbeteringen correct zijn dan zal zij die aanvaarden en bij de rangschikking van de offertes hiermee rekening houden. Indien de verbetering een vermindering van de hoeveelheden inhoudt dan wordt die vermindering om de rangschikking vast te stellen alléén doorgevoerd in de offerte van de kandidaat die de verbetering heeft aangebracht. Het kan zijn dat de overheid niet kan controleren of de verbeteringen terecht zijn doorgevoerd door een kandidaat. In dat geval zullen de voorgestelde verhogingen niet worden aanvaard maar zullen wel de verminderingen worden aangerekend in de offerte van deze kandidaat. Het spreekt vanzelf dat deze kandidaat, stel dat hij de uitvoering toegewezen krijgt, de opdracht ook zal moeten uitvoeren met de door hem voorgestelde hoeveelheid. Indien iemand van de kandidaten een leemte heeft vastgesteld dan wordt die leemte bij alle andere kandidaten aangepast. LEEMTEFORMULE
S = prijs leemte L = leemte door een inschrijver gemeld Y = totaal verbeterd bedrag van inschrijver die leemte NIET vermeldt X = totale verbeterd bedrag van inschrijver die leemte WEL heeft vermeld, ZONDER LEEMTEPOST Deze leemteformule wordt eveneens gehanteerd wanneer een van de inschrijvers voor een bepaalde post geen prijs heeft ingeschreven. Ingeval het bestek varianten oplegde (of bij offerte vrije varianten mogelijk maakte) dan zullen de varianten mee ingelast worden bij de rangschikking van de kandidaten. Ingeval van "aanbesteding", geldt enkel de prijs als criterium voor de gunning van de opdracht. De rangschikking van de kandidaten zal derhalve niet zo moeilijk zijn. Iets moeilijker is de rangschikking ingeval van "offerteaanvraag". In dit geval is niet alleen de prijs bepalend, ook de andere criteria die in het bestek vermeld staan moeten geëvalueerd worden en alle offertes moeten op deze basis vergeleken en gerangschikt worden. Het kan zijn dat ingeval van aanbesteding twee offertes precies dezelfde prijs bevatten. Als dit het geval is dan zal aan de kandidaten met dezelfde prijs een schriftelijke korting gevraagd worden. Indien de prijzen dan nog gelijk zijn, dan wordt tussen deze kandidaten geloot. Indien bij een offerteaanvraag twee of meer kandidaten een gelijk aantal punten hebben gekregen, dan zal de aanbestedende overheid een schriftelijke verbetering vragen. 4.2. Mededeling van de beslissing van het opdrachtgevend bestuur Het opdrachtgevend bestuur heeft alle offertes gerangschikt en kan op basis van deze rangschikking zien welke offerte de beste is. Deze kandidaat wordt nu verwittigd. Dit moet evenwel gebeuren binnen de termijn die is vastgelegd in het bestek. Deze gestanddoeningstermijn is de periode waarbinnen de kandidaat zijn prijs moet handhaven. Meestal is dit 60 dagen. Het bestek kan evenwel een andere termijn opleggen. Indien het opdrachtgevend bestuur deze termijn laat voorbijgaan zonder mededeling aan de kandidaat, dan is deze niet meer gebonden door zijn bod. In dit geval moet de overheid aan hem vragen of hij nog steeds bereid is zijn prijs en/of zijn voorwaarden te handhaven en bij bereid blijft tegen deze voorwaarden de opdracht uit te voeren. Indien de kandidaat bereid is de opdracht uit te voeren tegen de oorspronkelijke voorwaarden, of aan een prijs of aan voorwaarden die nog steeds interessanter zijn dan wat de tweede beste kandidaat heeft aangeboden, dan MOET het bestuur de opdracht gunnen. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 18
Indien evenwel de kandidaat een prijs of voorwaarden voorstelt die minder interessant zijn dan de tweede beste inschrijving, dan kan het bestuur de procedure opnieuw beginnen of achtereenvolgens of gelijktijdig de andere inschrijvers contacteren en onderzoeken wie uiteindelijk het meest interessante voorstel heeft. De opening van deze nieuwe voorstellen moet niet meer in openbare vergadering gebeuren. 4.3. Kennisgeving van de beslissing waarbij de uitvoerder wordt aangeduid. 4.3.1. Kennisgeving aan de uitvoerder Van zodra de overheid aan de uitvoerder haar beslissing heeft bekendgemaakt, dan is zij gebonden door het contract en wordt de overheidsopdracht uitgevoerd zoals beschreven in het bestek. De kennisgeving gebeurt bij aangetekend schrijven. Eventueel kan de kennisgeving ook bij telegram/fax, maar zij moet dan bevestigd worden binnen de vijf dagen bij aangetekend schrijven. Deze kennisgeving moet gebeuren zonder enig voorbehoud vanwege het opdrachtgevend bestuur. 4.3.2. Kennisgeving aan al de inschrijvers De aanbestedende overheid informeert onverwijld de niet geselecteerde kandidaten en de inschrijvers van wie de offerte als onregelmatig werd beschouwd of niet werd uitgekozen nadat een beslissing werd genomen die op hen betrekking heeft. Indien de Europese drempelbedragen voor publicatie zijn bereikt, deelt de aanbestedende overheid bij een ter post aangetekende brief de motivering van de niet-selectie of verwerping en de gemotiveerde toewijzingsbeslissing mee. De aanbestedende overheid kent de kandidaten en inschrijvers een termijn toe die minstens tien dagen omvat vanaf de dag die volgt op de verzendingsdatum van de motivering zodat zij eventueel beroep kunnen aantekenen bij een rechtscollege, wat uitsluitend mag gebeuren in het kader van, al naar het geval een procedure in kort geding voor de justitiële rechter of voor de Raad van State via een uiterst dringende rechtspleging. Indien de aanbestedende overheid binnen de toegestane termijn geen schriftelijke kennisgeving in die zin ontvangt, mag de procedure worden verder gezet. De naleving van deze bepalingen is niet vereist in het kader van: een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking wanneer het niet mogelijk is verschillende concurrenten te raadplegen en in het geval van toepassing van artikel 17 § 2, 1°; b (veiligheid) en c (dringende noodzakelijkheid onvoorziene omstandigheden en gevolgen); opdrachten inzake landsverdediging conform artikel 296 §1, b van het Verdrag; in de behoorlijk gemotiveerde uitzonderingsgevallen waarbij men zich beroept om de zogenaamde "versnelde procedure" De aanbestedende overheid heeft dus een informatieplicht naar de kandidaten. Zij mag evenwel geen gegevens bekendmaken die: de toepassing van de wet in de weg staan in strijd zijn met het algemeen belang schade zouden kunnen toebrengen aan de rechtmatige commerciële belangen van bepaalde personen de eerlijke concurrentie tussen de aannemers zou aantasten. DE UITVOERING VAN DE OVERHEIDSOPDRACHT De opdracht is gegund. De aannemer zal vanaf nu contractueel verbonden zijn met de aanbestedende overheid. Vanaf nu vallen alle eventuele conflicten onder de bevoegdheid van de burgerlijke rechtbank. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 19
De uitvoering van de opdracht wordt gereglementeerd in het KB van 26 september 1996 en de algemene aannemingsvoorwaarden die als bijlage gevoegd zijn bij het KB. Het eerste wat de uitvoerder moet doen is een borg stellen. Alleen voor kleinere opdrachten van minder dan 22 000 € of van leveringen en diensten die binnen een termijn van 30 kalenderdagen kunnen worden uitgevoerd moet er geen borg worden betaald. Er is evenmin een borg nodig voor financiële en juridische diensten. De borg bedraagt in principe 5% van de oorspronkelijke aannemingssom. Het bewijs dat de uitvoerder een borg heeft gesteld moet geleverd worden binnen de 30 kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht. De borgtocht wordt vrij gemaakt na de uitvoering van de opdracht. Ingeval van werken wordt de borgtocht in twee keer vrij gegeven. Met name de helft bij de voorlopige oplevering en de andere helft bij de definitieve oplevering. Bij leveringen en diensten wordt de volledige borg vrijgegeven bij de definitieve oplevering. De uitvoerder moet de opdracht uitvoeren binnen de termijnen in het bestek voorzien. Voor leveringen en diensten vangt deze termijn aan de dag volgend op de gunning. Voor werken heeft de wetgever een ruimere marge voorzien. Naargelang de klasse van erkenning van de aannemer verschilt het moment waarop de uitvoeringstermijn begint. Ingeval van overheidsopdracht van leveringen is in deze uitvoeringstermijn ook de fabricage, de voorbereiding en de keuring van de te leveren producten voorzien. Ook de termijnen voor een overheidsopdracht van diensten bevatten de voorbereiding en de technische keuring. De uitvoerder moet de opdracht verrichten volgens een vaste prijs. Nochtans kunnen soms prijsherzieningen voorzien worden. Het bestek KAN een prijsherziening opnemen voor opdrachten voor leveringen en diensten. Het bestek MOET de prijsherzieningsformule voorzien voor opdrachten van werken. Meer bepaald moet dan een systeem zijn voorzien om de schommeling van de lonen en de sociale lasten tijdens de uitvoering op te vangen. Een prijsherzieningsformule kan ook schommelingen voorzien voor ondermeer de prijs van materialen en grondstoffen. HERZIENINGSFORMULE
a = 0.40 lonen b = 0.40 materialen c = 0.20 vast p = de te betalen som P = bedrag vorderingsstaat S = het gemiddelde uurloon van de werklieden, van kracht 10 dagen vóór de datum die voor het openen van de offertes is vastgesteld s = het gemiddelde uurloon van kracht op de aanvangsdatum van de maand waarin de betaling gebeurt, verhoogd met het totaalpercentage van de sociale lasten en verzekeringen op deze datum I = het indexcijfer van de grondstoffen en materialen met betrekking tot de kalendermaand vóór de datum van de opening van de offertes i = het indexcijfer van de grondstoffen en materialen met betrekking tot de kalendermaand vóór de aanvangdatum van de beschouwde periode waarvoor betaling gevraagd wordt c = vaste som van 20% die niet wordt geïndexeerd De betaling gebeurt in principe altijd nadat de werken zijn uitgevoerd. In sommige gevallen mag de overheid voorschotten uitbetalen. Dit is het geval wanneer de aannemer belangrijke investeringen moet doen om de opdracht uit te voeren. Dit zijn betalingen van werken die nog niet zijn uitgevoerd. Een voorschot kan ondermeer betaald worden als de aannemer belangrijke investeringen moet doen in verband met de uitvoering van de opdracht om: ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 20
de bouwwerken of installaties op te richten materieel, machines of gereedschap aan te kopen studies of proeven uit te voeren octrooien of licenties aan te kopen. De voorschotten mogen maximum 50% bedragen van de oorspronkelijke aannemingsom. Het gevorderde bedrag moet betaald worden binnen de in het KB vastgestelde termijnen. De termijn waarbinnen de betaling moet gebeuren, verschilt naargelang het een betaling betreft op het einde van de werken, bij de betaling van het saldo, of bij een tussentijdse betaling in mindering: bij een tussentijdse vordering is er een termijn van betaling van 60 dagen vanaf de ontvangst van de verklaring van schuldvordering die door de aannemer werd ingediend. Deze termijn kan worden verlengd indien de aannemer zijn factuur niet binnen de 5 kalenderdagen heeft teruggestuurd nadat de overheid, na nazicht van de vorderingsstaat, het proces-verbaal van nazicht aan de aannemer heeft verstuurd. bij het einde van de werken, wanneer het saldo moet betaald worden, of wanneer het werk slechts in één keer wordt betaald, heeft de overheid 30 kalenderdagen om de vorderingsstaat na te kijken. Vanaf het verstrijken van deze termijn van 30 dagen, begint een termijn van 60 kalenderdagen waarbinnen de betaling moet gebeuren. Deze termijn wordt verlengd indien de aannemer zijn factuur binnen de 5 kalenderdagen niet heeft teruggestuurd. De termijn wordt verkort indien de overheid langer dan 30 kalenderdagen nodig heeft om het proces-verbaal na te kijken. Ingeval van leveringen en diensten wordt de factuur opgestuurd na de keuring van de uitvoering. Vanaf de dag van de keuring loopt er een termijn van 50 dagen waarbinnen dat moet betaald worden. Dit geldt tenminste indien de factuur gelijktijdig met de keuring is overhandigd aan het opdrachtgevend bestuur. Als de factuur op een latere datum wordt bezorgd dan begint de termijn van 50 dagen vanaf dan te lopen. Als het opdrachtgevend bestuur verzuimt te betalen binnen de opgelegde termijn, dan is er een verwijlintrest van 5% verschuldigd indien het verschuldigde bedrag tenminste 5 € bedraagt. Naast de intrest heeft de aannemer nog een ander drukkingsmiddel om zijn betaling te bekomen. Immers wanneer de betaling niet is gebeurd na verloop van 30 kalenderdagen na de gestelde betalingstermijn, dan kan de aannemer het uitvoeringstempo van de werken, leveringen of diensten vertragen of onderbreken. Het kan zijn dat de uitvoering vertraging oploopt. Als deze vertraging veroorzaakt wordt door de overheid dan kan de termijn van uitvoering verlengd worden. Eventueel kan de opdracht herzien worden of kan de aannemer de opdracht verbreken. Mogelijk kan hij ook schadevergoeding krijgen. Een vertraging kan ook veroorzaakt worden door onvoorziene omstandigheden. Dit gegeven is een bron van veel juridische betwistingen. Enkel onvoorziene, niet te ontwijken omstandigheden die een zeer belangrijk nadeel hebben veroorzaakt en die in feite een onredelijke last leggen op de uitvoerder, komen in aanmerking voor een herziening van de opdracht. De uitvoerder is verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de opdracht. Hij draagt verantwoordelijkheid tegenover derden en tegenover zijn eigen werknemers. Zo staat hij in voor de veiligheid op de werf. Hij is ook verantwoordelijk tijdens de uitvoering, voor een correcte afsluiting, voor eventuele hinder aan naburige eigendommen, voor eventuele verkeershinder…. Ingeval van werken is de architect en aannemer tevens gedurende 10 jaar aansprakelijk voor de stevigheid en de goede uitvoering van het werk. Het KB heeft een aantal verweermiddelen ingebouwd ten behoeve van de overheid ingeval de uitvoering van de opdracht niet correct gebeurt. De wetgever heeft een aantal boeten voorzien bij laattijdigheid. De overheid kan ook maatregelen van ambtswege nemen, zoals de uitvoering stopzetten en de opdracht zelf uitvoeren, eventueel op kosten van de uitvoerder die in gebreke blijft. De gebrekkige uitvoering moet wel eerst vastgesteld worden in een proces-verbaal. Hiervan wordt een afschrift onmiddellijk bij aangetekende brief aan de uitvoerder gezonden. De uitvoerder kan dan zijn ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 21
tekortkomingen herstellen of binnen de 15 dagen bij aangetekend schrijven zijn verweermiddelen doen gelden. Indien hij binnen deze termijn niet reageert geldt dit stilzwijgen als een erkenning van de vastgestelde feiten. De uitvoering eindigt bij de oplevering van de opdracht. Deze oplevering gebeurt in twee fasen. De voorlopige oplevering gebeurt nadat de opdracht is uitgevoerd. Daarna komt er nog een termijn van meestal 1 jaar waarbinnen de overheid kan controleren of de uitvoering correct is gebeurd. Na deze waarborgtermijn komt de definitieve oplevering. Het bestuur moet het initiatief nemen om de oplevering uit te voeren. De voorlopige oplevering van werken gebeurt binnen de 15 dagen na de termijn van het einde van de werken voorzien in het bestek of nadat de aannemer heeft verwittigd dat het werk gedaan is. De definitieve oplevering van werken gebeurt binnen de 15 dagen vóór de dag waarop de waarborgtermijn verstrijkt. Het bestuur komt in het bezit van de uitgevoerde opdracht vanaf het moment van de voorlopige oplevering. Vanaf dan komen ook de risico's van het gebruik ten laste van het bestuur. In de waarborgtermijn tussen de voorlopige en de definitieve oplevering blijft de uitvoerder verantwoordelijk voor de verborgen gebreken. OVERHEIDSOPDRACHTEN VAN WERKEN Erkenning en registratie De overheidsopdracht van werken heeft meestal een grotere omvang dan de overheidsopdrachten van leveringen en diensten. Bij de uitvoering kunnen zich dan ook meer problemen stellen. Vandaar dat de wetgever voor aannemers die werken uitvoeren twee bijkomende voorwaarden heeft opgelegd. 1. De erkenning van de aannemer voor een overheidsopdracht van werken Een aannemer wordt erkend wanneer hij voldoende waarborg kan bieden om een werk kwalitatief uit te voeren en nadat blijkt dat de betrokken aannemer op een correcte wijze aan de concurrentie deelneemt. Aan de hand van vastgelegde criteria zal de minister van verkeer een erkenning afleveren. Deze criteria slaan op financiële en op technische aspecten. De aannemers worden bij de erkenning ingedeeld in een bepaalde klasse. De klasse waarin de aannemer is ingedeeld geeft aan tot welk maximum bedrag hij een overheidsopdracht mag aannemen. De aannemers worden ook erkend volgens een bepaalde categorie en ondercategorie die aangeven voor welk soort van werk de aannemer erkend is. Een erkenning is slechts nodig vanaf een werk van meer dan 75.000 € (excl. BTW). Bij een indeling in een ondercategorie is er een erkenning nodig vanaf 50.000 €. Wanneer geen erkenning vereist is, moet de aannemer nochtans voldoen aan een aantal voorwaarden die betrekking hebben op zijn fiscale en sociale verplichtingen. Een erkenning moet worden bijgebracht op het ogenblik van de betekening van de gunning. Indien een aannemer derhalve inschrijft bij een overheidsopdracht, dan kan de overheid deze aannemer mee opnemen in het onderzoek van de offertes. Maar op het moment van de betekening van de gunning zal deze aannemer moeten beschikken over tenminste een voorlopige erkenning.. Een erkenning wordt toegekend voor 5 jaar. Een voorlopige erkenning geldt voor 20 maanden. Deze kan tweemaal verlengd worden. In bepaalde gevallen kan de minister of de gouverneur uitzondering toestaan op de erkenning. 2. Registratie van aannemers De registratie van de aannemer is ingevoerd om zwartwerk te bestrijden. Een aannemer die geregistreerd is, voldoet aan zijn fiscale verplichtingen en aan zijn verplichtingen tegenover de sociale zekerheid. ________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 22
Een registratie is altijd vereist. Werken met een niet-geregistreerde aannemer heeft grote consequenties voor het opdrachtgevend bestuur. In dit geval kan immers het opdrachtgevend bestuur hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor achterstallen van de aannemer wat betreft zijn belastingen (voor max. 35% van de prijs van het werk) en zijn sociale lasten (voor max. 50% van de prijs van het werk). In dit geval moet het opdrachtgevend bestuur 30% inhouden van iedere betaling en 15% hiervan doorstorten naar de belasting en de andere 15% naar de RSZ. De registratie moet in orde zijn op het ogenblik van de betekening van de gunning. De geregistreerde aannemers worden ingedeeld in categorieën van werken. De registratie vermeldt voor welke soort van werken de aannemer geregistreerd is.
Registratiecommissie voor Limburg Voorstraat 41-43-45, 3500 Hasselt Tel.: (011)21 23 32 3. Grondverzet Vanaf 1 januari 2004 is de regelgeving van grondverzet van kracht. Grondverzetregeling is niet van toepassing op alle werken maar wel als de uitgraving meer dan 250 m3 bedraagt of als de uitgraving gebeurt op een zogenaamde verdachte grond, een potentieel of effectief verontreinigd perceel ongeacht het volume. Voor de bouwheer betekent dit een meerkost doordat er bodemonderzoeken moeten verricht worden en eventueel de uitgegraven verontreinigde bodem zal moeten laten reinigen of afvoeren. Als de grondverzetregeling van toepassing is, moet de bouwheer een technisch verslag laten opstellen. Een erkend bodemsaneringsdeskundige (voor de aanstelling speelt ook de wet op de overheidsopdrachten) moet daarvoor de kwaliteit van de uit te graven bodem bepalen aan de hand van mengmonsters op het perceel. De bouwheer moet de resultaten van het onderzoek door de erkende bodemsaneringsdeskundige bekend maken aan de kandidaat-inschrijvers in het bijzonder bestek, de prijsvraag of het contract. Naast de meerkost moet men zeker bij de planning van zijn project niet vergeten dat er bij werken nog een fase voor kan komen: namelijk een procedure voor de aanstelling van de bodemsaneringsdeskundige, de opmaak van het eigenlijk technisch verslag dat ook opgenomen zal worden in het bestek voor de eigenlijke werken met mogelijks reinigen of afvoeren van de verontreinigde bodem. Voor meer info: www.ovam.be (zie hoofdstuk X Vlarebo - Artikel 48bis bodemsaneringsdecreet) WIJZIGINGEN WETGEVING OVERHEIDSOPDRACHTEN DATUM 8 december 2006 (BS 15 december 2006)
12 januari 2006 (BS 27 januari 2006) 20 december 2005 (BS 23 december 2005)
OMSCHRIJVING Omzendbrief - Verbod om in de bepalingen van een opdracht technische specificaties op te nemen die het gewone verloop van de mededinging beperken of uitsluiten - Technische specificaties van microprocessoren in het kader van informaticaopdrachten (aanschaf van computersystemen) Koninklijk besluit tot indiening van nieuwe modellen van aankondiging en tot wijziging van drie koninklijke besluiten tot uitvoering van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten Ministerieel besluit tot wijziging van sommige bedragen in het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 23
20 december 2005 (BS 23 december 2005) 20 juli 2005 (BS 22 augustus 2005) 27 januari 2005 (BS 4 februari 2005) 12 juli 2004 (BS 26 juli 2004) 9 juli 2004 (BS 15 juli 2004) 23 juni 2004 (BS 25 juni 2004) 29 februari 2004 (BS 8 maart 2004) 18 februari 2004 (BS 27 februari 2004) 22 december 2003 (BS 31 december 2003) 17 december 2003 (23 december 2003) 10 december 2003 (BS 15 december 2003) 8 april 2003 (BS 17 april 2003)
openbare werken Ministerieel besluit tot wijziging van sommige bedragen in het koninklijk besluit van 10 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten in de sectoren water, energie, vervoer en postdiensten Koninklijk besluit tot wijziging van drie koninklijke besluiten genomen ter uitvoering van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten Omzendbrief - Implementatie van het duurzame ontwikkelingsbeleid bij de overheidsopdrachten van leveringen gelanceerd door aanbestedende overheden van de federale overheid die behoren tot de klassieke sectoren Omzendbrief OW 2004/1 betreffende de gevolgen van de prijsstijging van bepaalde categorieën van staal (betonstaal, damplanken en buispalen - Overheidsopdrachten) Programmawet - artikel 201-317: invoeging hoofdstuk II bis in de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten Omzendbrief overheidsopdrachten - verbod om in de bepalingen van een opdracht technische specificaties op te nemen die het gewone verloop van de mededinging beperken of uitsluiten Koninklijk besluit tot bepaling van standaardformulieren voor de overheidsopdrachten die niet onderworpen zijn aan de Europese bekendmaking Koninklijke besluit tot wijziging, wat het toegangsverbod tot bepaalde opdrachten en het invoeren van elektronische middelen betreft, van een aantal koninklijke besluiten genomen ter uitvoering van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten Programmawet - artikel 396-397: aanvulling artikel 15, eerste lid van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten Ministerieel besluit tot wijziging van sommige bedragen in het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken Omzendbrief overheidsopdrachten - Overheidsopdrachten onderworpen aan de Europese bekendmaking - Lessen te trekken uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen Programmawet - artikel 100 tot en met 103: sociale voorkeuren in overheidsopdrachten (wijziging artikel 5.16 wet en invoeging artikel 18bis wet van 24 december 1993)
WIJZIGING ANDERE WETGEVING INVLOED OP DE WETGEVING OVERHEIDSOPDRACHTEN DATUM (BS 15 mei 2006) 23 december 2005 (BS 30 december 2005) 15 december 2005 (BS 28 december 2005) 3 december 2005 (BS 2 februari 2006) (BS 26 januari 2005)
OMSCHRIJVING Mededeling van de overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister over de rentevoet van de verwijlintresten Wet houdende diverse bepalingen Wet houdende administratieve vereenvoudiging II Wet betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen die het slachtoffer zijn van hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein Mededeling van de Federale Overheidsdienst Financiën over de intrestvoet die van toepassing is in geval van betalingsachterstand bij handelstransacties)
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 24
19 januari 2005 (BS 27 januari 2005) 11 mei 2004 (BS 3 juni 2004) 2 augustus 2002 (BS 29 augustus 2002) 5 maart 1996 22 februari 1995 zie www.ovam.be > bodem>wetgeving
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 115 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg en tot bepaling van de datum van inwerkingtreding van dit artikel Programmawet - artikel 37: wijziging artikel 115 wet 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering (Vlarebo) - artikel 48bis en hoofdstuk X (regeling rond grondverzet) Bodemsaneringsdecreet van 22 februari 1995
________________________________________________________________________________________________________________________ Kennismaking met de wetgeving overheidsopdrachten in de lokale besturen pagina 25