4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
1 van 13
Toets team personeelsbeleid Onderdeel Personeelsbeleid en het ZaaiGoed van Max: 1.
Hoe ga je om met een sollicitant die komt meedraaien? A. Je stelt de sollicitant voor aan je collega’s, stelt hem/ haar op zijn gemak en kijkt hoe de dag gaat. Je verteld over de visie en het ZaaiGoed. Je vertelt de leidinggevende hoe je het vond gaan. B. Je stelt de sollicitant voor aan je collega’s en stelt hem/ haar op zijn gemak. Neemt samen pauze en je kijkt verder hoe de dag gaat. Als de sollicitant goed werkt kun je hem/haar een gedeelte van de dag alleen laten staan. Dan kun je gelijk ervaren hoe zelfstandig de sollicitant is. C. Je zorgt dat de sollicitant zich op zijn/haar gemak voelt door hem/haar bij activiteiten te betrekken, je beantwoordt vragen en je begeleidt hem/haar in alle onderdelen. Je verteld over de visie en het ZaaiGoed. Je vertelt de meedraaikandidaat hoe je het vond gaan, waarna je verslag doet aan de leidinggevende. D. Je zorgt dat de sollicitant zich op zijn/haar gemak. Je geeft antwoord op alle vragen, je laat ze het hele pand zien en stelt ze voor aan alle ouders. Je begeleidt ze in de pauzes zodat de sollicitant zich welkom voelt. Antwoord C
2.
Waar let je op als je verslag naar het MT moet uitbrengen over een sollicitant?
A. Je kijkt hoe de sollicitant liefde toont naar de kinderen, of zij/hij er verzorgd uitziet en of zij/hij goed contact maakt met collega’s tijdens de pauzes. B. Je kijkt hoe kinderen op de sollicitant reageren en of zij/hij naast de kinderen ook aandacht heeft voor groepswerkzaamheden (zoals schoonmaken). Of de sollicitant gemotiveerd is en je lekker met hem/haar kunt praten. Een goede band onderling is het allerbelangrijkste op de groep. Je vraagt bij collega’s nog na hoe zij/ hij in de pauze was. C. Je vertelt hoe de sollicitant op de kinderen reageert en hoe de kinderen op hem/ haar reageren, of zij/hij initiatief toont in alle werkzaamheden die er op een dag moeten gebeuren. Of ze contact legt met collega’s en of ze er verzorgd uitziet. Ook vertel je of de sollicitant geïnteresseerd is en vragen stelt. Hoe de samenwerking voelde. D. Je vertelt hoe de dag is verlopen en of zij/hij initiatief toont in alle werkzaamheden die er op een dag moeten gebeuren. Je kijkt goed of de kandidaat zich open opstelt en luistert naar wat de kinderen zeggen. Antwoord C
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
3.
2 van 13
Wie is er verantwoordelijk voor het inwerken van een nieuwe collega? A. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De personeelsinwerker : neemt de theorie door en de directeur werkt in op visie en ZaaiGoed. Alle medewerkers: om de visie met het ZaaiGoed in de praktijk te laten zien. B. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De personeelsinwerker: neemt de theorie door en de directeur werkt in op visie en ZaaiGoed. Als collega op de groep: inwerkprocedure en praktijk. . Alle medewerkers om de visie met het ZaaiGoed in de praktijk te laten zien, vragen te beantwoorden en uitleg geven. C. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De leidinggevende is verantwoordelijk voor de voortzetting van de POP cyclus. Als collega op de groep: inwerkprocedure en praktijk. D. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De personeelsinwerker : neemt de theorie door en de directeur werkt in op visie en ZaaiGoed. Alle medewerkers om de visie met het ZaaiGoed in de praktijk te laten Antwoord B
4. Wat doe je als het leerproces van een nieuwe medewerker niet naar wens verloopt? A. Je bespreekt dit met de nieuwe collega en je stelt samen leerdoelen vast op papier. Je ondersteunt en begeleidt de nieuwe medewerker hierbij. Verloopt het inwerken dan nog niet naar wens dan geef je dit door aan de personeelsinwerker. Zij bespreekt het vervolgens met de leidinggevende. B. Je bespreekt dit eerst met de nieuwe collega en je stelt samen leerdoelen vast op papier. Vervolgens informeer je de leidinggevende over het inwerktraject en geeft aan dat je de nieuwe collega niet ziet zitten. C. Je geeft dit aan bij de leidinggevende zodat zij hier verder stappen in kan ondernemen o.a. een signaal afgeven bij P&O. D. Je bespreekt dit met de nieuwe collega en je stelt samen leerdoelen vast op papier. Je ondersteunt en begeleidt de nieuwe medewerker hierbij. Zij zal goed haar best gaan doen. Uiteindelijk zal zij het goed oppakken. Onze organisatie staat open voor iedereen. Antwoord A
5. Wat is het verschil tussen een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek? A. Een functioneringsgesprek gaat over je functioneren en in je beoordelingsgesprek wordt je beoordeeld op hoe je werkt. In beide gesprekken ben je een gelijkwaardige gesprekspartner. Eigenlijk maakt het verschil niet uit want uiteindelijk gaat het erom of je een periodiek er bij krijgt.
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
3 van 13
B. Een functioneringsgesprek is beoordelend en gaat over de toekomst. Een beoordelingsgesprek is een gesprek tussen twee mensen over het oordeel van collega’s vanuit de POP formulieren en gaat over het werk in het verleden. C. Een functioneringsgesprek gaat over de toekomst en is een dialoog, een beoordelingsgesprek beoordeelt het verleden en is een eenzijdige beoordeling vanuit de leidinggevende. D. Een functioneringsgesprek is het moment om aan te geven wat je niet leuk hebt gevonden en moeilijk vindt in het werk. Een beoordelingsgesprek geeft ruimte om over je toekomst te praten in het bedrijf en wat je oordeel is over je leidinggevende. Antwoord C
6.
Wat zijn ergonomische aanpassingen? A. Dat zijn alle aanpassingen die met veiligheid te maken hebben: de hoge tafels, de hoge box, de brandketting, de veiligheidshaakjes. B. Dat zijn alle aanpassingen die te maken hebben met het ontlasten van je lichaam bij de werkzaamheden: de hoge box, de trappen bij de verschoonkussens, de hoge tafels. C. Dat zijn alle aanpassingen die met veiligheid te maken hebben en alle aanpassingen die te maken hebben met het ontlasten van je lichaam bij de werkzaamheden: de hoge tafels, de box, de veiligheidshaakjes, de brandketting, de trappen. D. Dat zijn alle aanpassingen die er op locatie worden uitgevoerd. Jaarlijks worden die gecontroleerd door de GGD en warenwet Antwoord B 7.
Waar is een arboarts voor?
A. Om te zorgen dat je zo snel mogelijk weer aan het werk gaat. Zij begeleid je hierbij door middel van gesprekken en afspraken. Het uitgangspunt is om met elkaar te onderzoeken dat je zo snel mogelijk weer kan worden ingezet,. Kan het niet op de groep dan voor de administratie. B. Om na te gaan of de werkgever zich aan de arboregels houdt. Daarnaast maakt ze afspraken als je langdurig ziek bent. C. Om te helpen bij het uitvoeren van het arbobeleid volgens de regels voor zowel werknemer als werkgever. Het uitgangspunt is om met elkaar te onderzoeken wat een zieke werknemer nog wel voor een werkzaamheden kan uitvoeren en niet naar wat niet mogelijk is. D. De arboarts komt bij de zieke werknemer langs als de werkgever dit aangeeft, om te checken hoe ziek de werknemer is. Antwoord C
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
8.
4 van 13
Eén van de taken van een pm-er is het signaleren en doorgeven van knelpunten op arbogebied aan leidinggevende. Wat wordt hiermee bedoeld?
A. Als je problemen hebt met je collega’s of je leidinggevende dan kan dit veel stress veroorzaken. Dan is er sprake van een knelpunt op het werk met andere woorden op arbogebied. B. Alles wat te maken heeft met werkzaamheden die een te zware belasting zijn voor je lichaam. Als je bijvoorbeeld rugklachten hebt kun je niet stofzuigen en zul je dit moeten melden bij je leidinggevende. Til kinderen zo weinig mogelijk op en laat ze zelf aan tafel gaan zitten. Kan in een kind dat nog niet vraag het dan aan de stagiaire die is nog sterk . C. Dat je goed gebruik maakt van de hulpmiddelen en als er iets kapot is moet je het melden bij de leidinggevende, dan kan je het daarna direct gaan kopen. D. In de gaten houden of de werkzaamheden die je moet doen niet een te zware belasting zijn voor je lichaam, goed gebruik maken van de hulpmiddelen, is er iets kapot meldt dit dan direct. Kijk kritisch naar nieuwe materialen en bedenk of het geen verzwaring is van je lichaam. Til kinderen niet onnodig op. Antwoord D
9.
Wat is de werkwijze bij het inwerken van een nieuwe collega?
A. De leidinggevende geeft een inlogcode voor op de site, een verwonderingsformulier en neemt de POP A, B en C af. De personeelsinwerker behandelt de theorie en zij bepaalt de inwerkdoelen van de nieuwe collega’s. De pm-er begeleidt de collega op de werkvloer en doet verslag hierover naar de leidinggevende. B. De pm-er is verantwoordelijk voor de inwerking op de groep, ze schrijft iedere keer een verslag in de inwerkmap en deze map gaat mee naar de personeelsinwerker. De leidinggevende beoordeelt dit. C. Medewerker P&O neemt iemand aan. De leidinggevende van de locatie houdt in de gaten of alles goed gaat. De pedagogisch medewerker leert in de praktijk de handelingen aan. D. De leidinggevende geeft een inlogcode voor op de site, een verwonderingsformulier en neemt de POP A, B en C af. De personeelsinwerker behandelt de theorie en bespreekt de inwerkdoelen die door de collega’s zijn aangeleverd. De pm-er begeleidt de collega op de werkvloer. De personeelsinwerker doet verslag naar de leidinggevende. Antwoord D
10. Wat doe je als je ziek bent ? A. Ziek melden voor 7.00 uur, bij voorkeur bij je leidinggevende, als je moet openen probeer zelf vervanging te regelen. Blijf telefonisch bereikbaar, je dient de eerste vijf dagen de hele dag thuis te zijn. Daarna moet je thuis zijn vóór 10.00 uur en tussen 12.00-14.30 uur.
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
5 van 13
Je bent verplicht te verschijnen op het spreekuur van de bedrijfsarts. Om 16.00 uur bellen of je wel of niet de volgende dag weer gaat werken. B. Altijd direct ziek melden is de leidinggevende niet bereikbaar bel dan een collega. Dan kan die voor de 1ste ziekte dag vervanging regelen. Blijf telefonisch bereikbaar, je dient de eerste dag de hele dag thuis te zijn, Daarna moet je thuis zijn vóór 10.00 uur en tussen 12.00-14.30 uur. Als je beter bent dan bel je om 16.00 uur op om te zeggen dat je weer komt werken. C. Ziek melden voor 8.00 uur bij de leidinggevende is die niet bereikbaar bel dan een collega. Dan kan die voor de 1ste ziekte dag vervanging regelen. Blijf telefonisch bereikbaar, je dient thuis te zijn vóór 10.00 uur en tussen 12.00-14.30 uur. Om 16.00 uur bellen of je wel of niet de volgende dag weer gaat werken. D. Ziek melden voor 7.00 uur bij de leidinggevende is die niet bereikbaar bel dan een collega. Als je moet openen probeer zelf vervanging te regelen. Blijf telefonisch bereikbaar. In overleg met leidinggevende ben je wel of niet thuis. Beter melden altijd aan het eind van de week vrijdag om 16.00 uur Antwoord A
11. Wat kun je als collega doen bij langdurige ziekte van je naaste collega? A. Regelmatig even bellen om te vertellen hoe het gaat in de groep, zodat ze goed op de hoogte blijft van wat er speelt met de kinderen en de verhalen over de collega’s. Zo weet ze alles en blijft ze betrokken B. Je schrijft alles op in het overdrachtschrift en je zorgt er voor dat ze deze kan lezen zodat ze op de hoogte blijft van de ontwikkeling van de kinderen. C. Je houdt haar op de hoogte door te schrijven in het overdrachtschrift Op deze manier kan ze betrokken blijven. Daarnaast toon je interesse in het verloop van de ziekte door er naar te vragen. Je knutselt iets met de kinderen en je stuurt dat op. D. Je houdt haar op de hoogte van de kinderen, ouders en natuurlijk collega’s. Wanneer zaken spelen zoals leuke praktijkvoorbeelden van het ZaaiGoed en andere ontwikkelingen over de visie betrek je haar hier in zodat ze niet achter raakt met informatie. Antwoord C
12. Hoe is de medezeggenschap bij onze organisatie geregeld? A. Door een Personeelsvertegenwoordiging (PVT) en een reactieformulier. B. Door een Ondernemingsraad (OR.), een personeelsenquête en je kunt altijd gevraagd en ongevraagd je mening geven . C. Door een Personeelsvertegenwoordiging (PVT).
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
6 van 13
D. Door een Ondernemingsraad (OR) , personeelsenquête, reactieformulier, vergaderingen waar je zaken kunt inbrengen. Antwoord D
13. Hebben wij een vertrouwenspersoon binnen De Drie Ballonnen? Zo ja, wie is dat dan en wat is haar taak? A. Ja, per locatie is dat de leidinggevende. Met haar kun je over alles praten wat je dwars zit. Je kunt dit bij haar aangeven. De visie met het ZaaiGoed worden in deze gesprekken natuurlijk toegepast. B. Ja, natuurlijk. Wie de vertrouwenspersoon is kun je zelf bepalen. Iedere medewerker bepaalt zelf wie die in vertrouwen neemt om zijn verhaal aan te vertellen. C. Ja, de adjunct directeur, je kunt altijd een afspraak met haar maken. Je kunt met haar praten over allerlei onderwerpen t.a.v. het werk en ook over je privé-leven. De visie met het ZaaiGoed worden in deze gesprekken natuurlijk toegepast. D. Nee, niet binnen DDB. Antwoord C
14. Op welke manier heb je inspraak op de inhoud van alle beleidsstukken in de organisatie? A. Door al je ideeën tav het beleid op het weekverslagformulier te zetten en deze tijdens de ochtendvergaderingen te bespreken. B. Door het beleid jaarlijks helemaal door te lezen en per beleidsonderdeel je kritische mening hierover op te schrijven op het groepsteamverslagformulier. Dit bespreek je dan in je eigen team. Ieder jaar wordt vervolgens het hele beleid doorgenomen en zo nodig aangepast. C. Door het beleid jaarlijks helemaal door te lezen. Per kwartaal lees je één beleidsonderdeel en schrijf je jouw kritische mening op het grootteamevaluatieformulier die je inlevert bij de leidinggevende. Ieder jaar wordt vervolgens het hele beleid doorgenomen en zo nodig aangepast. D. Door al je ideeën tav het beleid op het exitformulier te zetten als je de organisatie verlaat. Antwoord C 15. Ieder pm-er laat zich filmen ter voorbereiding van zijn POP C gesprek. Wat zijn de belangrijkste zaken waaraan dit filmmateriaal moet voldoen? A. Drie verschillende situaties filmen. Ieder jaar kies je andere situaties. Je zorgt dat het zo rustig mogelijk is als er gefilmd wordt, je zet dus alles klaar voordat er gefilmd wordt en spreekt collega’s en kinderen aan dat ze zich rustig houden.
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
7 van 13
B. Film zoveel mogelijk verschillende stukjes. Beeldmateriaal te maken die er zo goed mogelijk uitziet. Oefen de scene voordat je echt gaat filmen. Het gaat erom dat je kunt kijken hoe goed je jouw werk doet. C. Film zoveel mogelijk verschillende stukjes. Hoe meer hoe beter. Je zorgt dat het zo rustig mogelijk is als er gefilmd wordt. Zo kun je goed horen wat er gezegd wordt. Je zet alles klaar voordat er gefilmd wordt en spreekt collega’s en kinderen aan dat ze zich rustig houden. De ouders en collega's informeer je door een brief op de deur te plakken. Hier wordt gefilmd. D. Drie verschillende situaties filmen. Ieder jaar kies je andere situaties. Beeldmateriaal te maken die de werkelijkheid zoveel mogelijk benadert door: alles te filmen, niet voor te bereiden, geen filmmateriaal weg te gooien. Het gaat erom dat je naar je eigen handelen kunt kijken en daar van kunt leren. Antwoord D
16. Wat doe je als je een probleem hebt met een ouder? A. Je bespreekt het met je leidinggevende, zij komt met een oplossing en regelt een afspraak om met de ouders dit te bespreken. B. Je bespreekt het met je collega’s om te kijken in hoeverre zij het probleem herkennen of dat het alleen tussen jou en de ouder speelt. Je vraagt advies bij je leidinggevende hoe hiermee om te gaan. Je gaat een open gesprek aan met de ouder en je koppelt het resultaat terug naar de leidinggevende. C. Je bespreekt het direct zelf met de ouder vanuit het ZaaiGoed. Je neemt je eigen verantwoordelijkheid en lost problemen zelf op. Als dit niet lukt dan schakel je eerst je collega's in misschien hebben zij een tip. Lukt dat niet dan ga je naar de leidinggevende ter ondersteuning. D. Je bespreekt het met de directie, deze koppelt het terug naar de leidinggevende. De leidinggevende koppelt het terug naar jou en jij koppelt het terug naar de ouder. Antwoord B
17. Wat doe je als je een probleem hebt met een collega ? A. Je bespreekt het met je andere collega’s: welke ervaringen zij hiermee hebben? Zo weet je dat het niet alleen aan jou ligt. Daarna ga je het gesprek aan met die collega vanuit de visie met het ZaaiGoed. Als dit niet lukt roep je de directie erbij. B. Je bespreekt het met je leidinggevende ter ondersteuning en advies. De leidinggevende roept je collega bij zich om haar kant van het verhaal te horen. Daarna koppelt ze dit naar jou terug. Zo is iedereen weer op de hoogte is en is het probleem opgelost.
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
8 van 13
C. Je bespreekt het rechtstreeks met je collega vanuit de visie met het ZaaiGoed. Als jullie er samen niet uit komen roepen jullie de leidinggevende erbij ter ondersteuning. D. Je mailt de vertrouwenspersoon binnen De Drie Ballonnen en je vraagt of zij het probleem kan oplossen. Antwoord C
18 Waarom is het van belang om een competentiescan zo eerlijk mogelijk in te vullen ter voorbereiding van je POP gesprek? A. Je kunt dan een goede vergelijking maken met de score die de leidinggevende heeft ingevuld. Door het eerlijk invullen geef je jezelf de kans om duidelijk te krijgen waar leerdoelen liggen en kun je jezelf blijven ontwikkelen. B. Door het eerlijk invullen laat je de leidinggevende zien dat je een betrouwbaar persoon bent en goed inzicht hebt op je eigen functioneren. C. Je kunt dan laten zien dat je een goede werknemer bent die alle taken zo goed mogelijk uitvoert. D. Je kunt dan een goede vergelijking maken met de score die de leidinggevende heeft ingevuld. Je laat de leidinggevende zien waar zij je in kan ondersteunen. Zonder haar hulp kun je je niet je ontwikkelen zij is tenslotte de leidinggevende Antwoord A
19. Waarom is er een verwonderingsformulier en wie vult die in? A. Iedere medewerker kan dit verwonderingsformulier invullen en bij de leidinggevende inleveren. Op dit formulier kan de medewerker aangeven waarover hij/zij zich heeft verwonderd tijdens de werkzaamheden. B. Iedere medewerker die een maand in dienst is vult een verwonderingsformulier in. Op dit formulier kan de medewerker aangeven waarover hij/zij zich heeft verwonderd en geïrriteerd tav de visie en het ZaaiGoed tijdens de eerste maand. De organisatie hoopt hierdoor zichzelf weer verder te ontwikkelen. C. Iedere medewerker kan dit verwonderingsformulier invullen en bij de leidinggevende inleveren. Op dit formulier kan de medewerker aangeven waarover hij/zij zich heeft verwonderd en geïrriteerd D. Iedere medewerker die een maand in dienst is vult een verwonderingsformulier in. Op dit formulier kan de medewerker aangeven waarover hij/zij zich heeft verwonderd tijdens de eerste maand. De organisatie hoopt hierdoor zichzelf weer verder te ontwikkelen. Antwoord D
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
9 van 13
20. Welke overlegmomenten zijn er voor jou als pedagogisch medewerker om de communicatie goed te houden? A. Mt-vergaderingen, vierjaarlijkse vergaderingen, ochtendvergaderingen, inwerkoverleg, Bso team vergaderingen. B. Teveel om zo op te noemen. We zijn altijd met elkaar in gesprek. C. Groepsteamoverleg (groepsteamverslag) onderdeel van kindbesprekingen, ochtendvergaderingen (weekverslagformulier), pedagogische avonden, inwerkoverleg, grootteam- overleg, Bso team vergaderingen. D. Groepsteamoverleg (groepsteamverslag) onderdeel van kindbesprekingen, oudercommissie, ochtendvergaderingen (weekverslagformulier), pedagogische avonden,grootteam- overleg, team intervisie avonden
Antwoord C
21 Aan wie vraag jij allemaal feedback over jouw functioneren ter voorbereiding op het POP C gesprek?
A. Aan: 8 ouders, de personeelsinwerker (alleen als je net in dienst bent), twee collega’s, de auditor, één collega om 3 situaties te filmen, je leidinggevende en jezelf B. Aan: 4 ouders, de personeelsinwerker (alleen als je net in dienst bent), één collega, de auditor, één collega om 3 situaties te filmen, de directie en jezelf C. Aan: 2 ouders, de personeelsinwerker (alleen als je net in dienst bent), één collega, de auditor, één collega om 3 situaties te filmen, je leidinggevende en jezelf D. Aan: 4 ouders, de stagecoördinator, één collega, de auditor, één collega om 3 situaties te filmen, je leidinggevende, de directie. Antwoord C
22. Welke instrumenten zijn er binnen de organisatie om schriftelijk je mening over zaken te geven? A
Functioneringsgesprek, observatieformulier, weekverslagformulier, intern gedeelte site.
B
Beoordelingsformulier, personeelsenquête, groot teamverslag, groepsteamverslag en observatieverslag.
C
Functioneringsgesprek, personeelsenquête, intern gedeelte site, reactieformulier, jaarverslag.
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
D
10 van 13
Functioneringsgesprek, personeelsenquête, intern gedeelte site , reactieformulier, groot teamverslag, weekverslagformulier, groepsteamverslag.
Antwoord D
23. Op een dag komen er minder kinderen op de groep vanwege ziekte, wat doe je? A. Je maakt gebruik van de gelegenheid om wat groepstaken te gaan doen die zijn blijven liggen. Zodra je die hebt gedaan meld je bij de roosterverantwoordelijke/ leidinggevende dat er minder kinderen zijn. B. Je meldt dit direct bij de leidinggevende/de roosterverantwoordelijke en die beoordeeld hoe de tijd ingezet kan worden. C. Je meldt dit bij degene die het rooster doet en je maakt gebruik van de gelegenheid om snel even wat groepstaken te gaan doen die zijn blijven liggen. Het is tenslotte jouw groep D. Je meldt dit direct bij je collega en je spreekt samen af wie er met compensatie naar huis kan gaan. Je werkt tenslotte hard genoeg.
Antwoord B
24. Hoe blijft je op de hoogte van de activiteiten van onze ondernemingsraad? A. Door de verslagen te lezen die op de site gezet worden onder het kopje ondernemingsraad. Andere informatie over de OR is hier ook te vinden. B. Door met de OR te mailen en te bellen dat je geïnformeerd wilt worden. C. Door de notulen te bespreken tijdens de ochtendvergaderingen. D. Door deel te nemen aan de vergaderingen van de OR. Het is belangrijk dat hun werkzaamheden gecontroleerd worden Antwoord A
25. Wat kun je zelf doen om te zorgen dat het rooster goed verloopt? A. Je controleert het rooster voor de komende maand. Wijzigingen in aantallen kinderen, vakantie en ziekte van collega’s hierin verwerken. Het rooster voor de komende week controleren op vakantie en ziekte vervanging. Je kijkt of je groep voor de volgende dag goed bezet is, qua aantallen kinderen en tijden en kijkt naar openen en sluiten van de vestiging.
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
11 van 13
B. Je kijkt of de inzet van pm-ers op de groep stabiel is zodat er niet teveel gezichten op de groep staan. Je kijkt of je groep voor de volgende dag goed bezet is, qua aantallen kinderen en tijden en kijkt naar openen en sluiten van de vestiging. C. Je geeft aan de roostermaker door als er een fout in het rooster staat, zodat ze het rooster kloppend kan maken. Je controleert aan de eind van de dag of het inderdaad is aangepast. Zo niet dan waarschuw je de leidinggevende. De roostermaker spreek je erop aan dat je er van baalt dat het rooster niet klopt. D. Eigenlijk niets. Ik kan het niet helpen als er zieken zijn en het rooster dan niet meer klopt. De leidinggevende is verantwoordelijk. Antwoord A
26. Welke kledingvoorschriften staan er in het kledingbeleid? A. Geen grote sloffen, geen tatoeages, geen oorbellen, geen strings, geen joggingbroeken. Geen kleding die niet past bij het kleuren schema van de DDB en uit de mode is. Geen tatoeages op de armen. B. Geen blote buiken, geen hoge hakken, geen grote sloffen, geen zichtbare tatoeages, geen kapotte kleding, geen zichtbare piercings, geen grote oorbellen. C. Geen zichtbare tatoeages en piercings, geen grote (dieren)sloffen, geen hoge hakken, geen grote en uitstekende sieraden, geen zichtbare bovenlijven, laag decolleté, aanstootgevende kleding, geen vuile of kapotte kleding of trainingspakken. D. Geen zichtbare versieringen aan het lichaam, schone kleding, geen lange oorbellen, geen opzichtige kleding. Antwoord C
Het ZaaiGoed van Max:
27: Max is van bewust ontvangen. Wat betekent dat ? A. Dat Max heel blij is als hij iets ontvangt en daarom altijd de gever bedankt. B. Dat Max zijn volle aandacht heeft als hij iets ontvangt. C. Dat Max kan kiezen hoe hij iets ontvangt D. Dat Max de tijd neemt om te ontvangen en dan kijkt wat hij er mee doet. Antwoord C
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
12 van 13
28: Herken je filters : wat wordt hier mee bedoeld? A. Welke vooroordelen heb jij en zie je zo de wereld? B. Door welke bril zie jij de wereld? C. Heb je filters die het glas half vol zien of half leeg? D. Door welke bril kijk jij, de roze of de zwarte bril? Antwoord B
29: Max zegt ook: Ontvang open, hier mee wordt bedoeld? A. Door open te ontvangen komt alles goed en weet je hoe je moet bedanken B. Het maakt niet uit of je een compliment of kritiek krijgt. Stel je open op. Je kunt er altijd iets van leren. C. Stel je open op in het leven, als je sterk in je schoenen staat kan je niets gebeuren. D. Als je open ontvangt zoek dan uit hoe je je daarbij voelt Antwoord D
30: Ken je verwachtingen is een boodschap die Max iedereen wil meegeven. Hoe doe je dat? A. Door uit te zoeken waar jij op vertrouwt B. Door uit te zoeken welke verwachtingen anderen van jou hebben C. Door uit te zoeken hoe je aan de verwachtingen van anderen kunt voldoen D. Door uit te zoeken waar je heel erg naar verlangt en graag wil hebben Antwoord A
31: Eén van de boodschappen van Max is: Kijk verder, wat wordt hiermee bedoeld A. Neem niet zomaar iets aan van een ander en ga op onderzoek hoe jij er zelf erover denkt. Kijk dus verder! B. Wat ontdek je bij jezelf en bij de ander. Kijk dus verder! C. Neem niet direct een besluit en wacht hiermee totdat je ieders mening hebt gehoord. Kijk dus verder! D. Ga niet af op je eerste gevoel of gedachte en zit altijd een addertje onder het gras. Kijk dus verder! Antwoord B
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014
4.1 Personeelsbeleid:1.3 inwerk en introductiebeleid
13 van 13
32: Max wil ons ook leren om een keuze te maken. Wat bedoelt hij daarmee? A. Dat je eerst goed moet nadenken en het bespreekt voordat je een keuze maakt. B. Dat je hulp vraagt voordat je een besluit neemt. Bedenk eerst welke keuzes er zijn. C. Dat je bewust bent waarvoor je kiest. D. Dat je weet dat als je een keuze hebt gemaakt je niet meer terug kunt en er aan vast zit. Antwoord C
33: Max heeft het over; wees verantwoordelijk. Wat wordt hiermee bedoeld? A. Vraag je af welke verantwoordelijkheid bij jou ligt. B. Weet dat je altijd je verantwoordelijkheid neemt. Lukt dat niet maak dan je excuses en leg je de verantwoording bij een ander. C. Vraag je af waar jij verantwoordelijk voor wilt zijn en of je dat aankunt. D. Weet dat je zelf verantwoordelijk bent voor alles wat je overkomt en zorg dat je hierop bent voorbereid. Antwoord A
34: Max heeft het ook over; werk samen. Wat bedoeld hij daarmee? A. Dat je bewust bent van het feit dat je altijd hoort samen te werken. B. In je eentje bereik je nooit het resultaat wat je bereikt als je samen werkt. C. Dat je bewust bent wat je met anderen kunt bereiken. D. Dat je bewust bent dat je in je eentje geen doelen kunt behalen het doel niet bereikt. Door samen te werken bereik je altijd het doel.
Antwoord C
Aangepast door de instelling op datum: Mei 2014