cor haima
toets kleurenleer toets kleurenleer toets kleurenleer
Inleiding In deze opdracht worden opdrachten gegeven naar aanleiding van de cd-rom ‘Basiskleur’ van het GOC. Getracht is zoveel mogelijk te verwijzen naar de verschillende hoofdstukken van de cd-rom, zodat deze eventueel (o.a. afhankelijk van de doelgroep) als naslagwerk gebruikt kan worden tijdens het maken van de opdrachten. Op de cd-rom zelf staan per hoofdstuk een aantal toetsvragen. Studenten kunnen deze vragen als controle gebruiken om te zien of ze het hoofdstuk hebben begrepen. Op deze vragen wordt verder niet ingegaan in deze reader. Na de opdrachten en vragen per hoofdstuk, volgen nog enkele algemene vragen voor de gevorderde studenten. Deze zijn bedoeld om het geleerde te toetsen zonder de cd-rom, en de verschillende onderwerpen samen te brengen. Interface cd-rom
1. Waarnemen van kleur Start de cd-rom en begin met het bekijken van de informatie van hoofdstuk 1, waarnemen van kleur (het basisprogramma). Vraag 1.1 Waarneming van kleur is subjectief. Subjectief is het tegenovergestelde van objectief. Kun je uitleggen wat subjectieve waarneming is? Vraag 1.2 Het oog bestaat uit een aantal belangrijke elementen om te zien. Schrijf van de nummers 1 t/m 3 op hoe dat onderdeel van het oog heet. Vraag 1.3 Kegeltjes en staafjes zorgen dat we kunnen zien. Schrijf op met welke van deze twee je kleuren kunt zien, en welke kleuren je dan eigenlijk waarneemt (of een menging hiervan). Vraag 1.4 - Doe-oefening Ga op zoek naar een groot, fel gekleurd papier, of een geschilderde muur met een felle kleur. Hou daarnaast een groot wit vel klaar. Kijk een lange tijd (ongeveer een halve minuut) alleen naar het gekleurde vlak, en daarna in een keer naar het witte vel papier. Zie je nu opeens een andere kleur dan het wit? Dit noem je een nabeeld. Je ogen passen zich een beetje aan, aan de kleur waar je lang naar hebt gekeken, waardoor je daarna een hele andere kleur ziet als je naar wit kijkt.
Als je alle onderdelen van hoofdstuk 1 hebt bekeken, kan je ook de toetsvragen maken die op de cd-rom staat. Kijk vooral of je alles hebt begrepen!
2. Additieve kleuren We gaan verder met de cd-rom en met het bekijken van de informatie van hoofdstuk 2, additieve kleuren (het basisprogramma). Korte uitleg Kleur kan je eigenlijk zien als licht. In een witte lichtstraal, bijvoorbeeld een straal van de zon, zitten alle kleuren van de regenboog. Je ziet kleur, omdat een deel van die kleuren door een voorwerp wordt geabsorbeerd, en een deel gereflecteerd. Als een straal op een voorwerp schijnt dat alle kleuren absorbeert, en dus niets terugkaatst, dan zie je dat als zwart. En als een voorwerp maar bepaalde kleuren terugkaatst dan zie je het voorwerp als gekleurd. Vraag 2.1 Wat zijn de primaire kleuren die wij zien? Vraag 2.2 Als je alle additieve primaire kleuren samenvoegt, wat zie je dan? Vraag 2.3 Welke kleuren absorbeert en/of reflecteert een gele appel? En welk kleuren absorbeert en/of reflecteert een roze poedel? Vraag 2.4 - Doe-oefening Voor het zien van echt zwart bestaat ook een natuurkundig proefje. Stel dat je een holle bal hebt van een materiaal dat geen licht doorlaat. Het maakt niet uit van welke kleur het materiaal is. In de bal is een klein gaatje gemaakt. De lichtstralen die de bal ingaan worden binnen geabsorbeerd of weerkaatst. Maar de kans dat die weerkaatste lichtstralen nu weer net door dat kleine gaatje naar buiten komen, is heel erg klein: verwaarloosbaar klein. Met andere woorden, er komt geen enkel licht meer de bal uit en je ziet het gaatje als zwart: echt zwart. Een prisma laat zien dat wit licht eigenlijk bestaat uit alle kleuren van de regenboog.
3. Subtractieve kleuren We gaan verder met de cd-rom en met het bekijken van de informatie van hoofdstuk 3, subtractieve kleuren (het basisprogramma). Vraag 3.1 Wat zijn de primaire subtractieve kleuren die we bijvoorbeeld voor drukprint gebruiken? Vraag 3.2 Waarom wordt ook zwart gebruikt als drukkleur? Heb je zwart perse nodig? Vraag 3.3 Hiernaast staat het kleurenrad. Kun je vertellen welke kleur je krijgt als je de subtractieve kleuren Cyaan en Magenta mengt? Vraag 3.4 Als een print met magenta is geprint, welke additieve kleuren weerkaatsen er dan naar onze ogen, en welke kleur wordt geabsorbeerd door het papier?
Vraag 3.5 - Doe-oefening Je kunt zelf testen, door bijvoorbeeld verf met pigmenten te mengen, welke kleuren er ontstaan als je bijvoorbeeld cyaan en magenta verf mengt. Probeer dit eens uit!
4. Mengen van kleur Er is een standaard manier om het mengen van kleuren te meten: met de termen kleurtoon, verzadiging en helderheid. In de schematische weergave zie je deze drie termen: De buitenste kleurrand, geeft de kleurtoon aan. De verticale cilinder de helderheid (van zwart naar wit). Wat tussen deze twee dingen inzit, is de verzadiging.
Vraag 4.1 Wat wordt er bedoeld met een neutrale kleur, en op welk van de drie termen hebben neutrale kleuren de meeste invloed? Vraag 4.2 Wat zijn PMS-kleuren, en wat is het voordeel van een kleurmeting bij PMS kleuren? Vraag 4.3 Probeer van onderstaand kleur een globale beschrijving te geven van kleurtoon, verzadiging (loopt van 0 tot 255) en helderheid (loopt van 0 tot 100).
5. Beoordelen van een kleurenafdruk Vraag 5.1 In hoofdstuk 1 kwam al aan de orde dat het beoordelen van kleur subjectief is. Welke elementen hebben nog meer allemaal invloed op hoe we kleur waarnemen? Vraag 5.2 Welke lichtsoort is het beste voor het beoordelen van een kleurenafdruk?
6. Eindvragen Vraag 6.1 Van wit en zwart wordt wel gezegd, dat het geen kleuren zijn. Kun je dit uitleggen? Vraag 6.2 Probeer zo goed mogelijk uit te leggen wat het verschil is tussen additieve kleuren en de toepassing daarvan, en subjectieve kleuren en de toepassing daarvan. Vraag 6.3 Welke van deze schema’s geeft additieve kleuren weer, welke subtractieve kleuren?
A
B
Vraag 6.4 Wat is RGB en wat is CMYK? Waarvoor en wanneer gebruik je beide? Vraag 6.5 Als je in Photoshop een plaatje opslaat voor een website, gebruik je dan CMYK of RGB? Waarom?
7. Afsluiting Je hebt nu heel wat nieuwe informatie over kleurenleer gehoord, gezien, en opdrachten erover gemaakt. Je kan zelf op internet ook nog verder zoeken naar informatie over kleurenleer, of bijvoorbeeld over kleurenblindheid.