E RTJ E N E TENIJG R E I D E R E AND jekino EDUCATIE
INHOUDSOPGAVE
Film en educatie… ... in het vertoningscircuit van Lessen in het donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, ter gelegenheid van een workshop verzorgd door Jekino of van een een film in de klas... Het medium film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, daarom zorgen wij graag voor een degelijke programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kant-en-klare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap streven we naar een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en focussen we op één filmterm.
Doelgroep TIJGERTJE EN ANDERE DIEREN: vanaf 3 jaar P2
jekino EDUCATIE
www.jekino.be www.opendoek.be www.lesseninhetdonker.be
Feedback op de filmfiche! We horen graag je reactie. Surf naar www.filmfiches.be en laat je (sterren)mening achter bij de film die je zag. De fiches zijn tegelijk een digitale, meer visuele uitdieping van deze lesmap met trailers, foto’s en interessante achtergrondinfo.
Filmfiche _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - Synopsis - Technische kaart - Voor de film begint: inleiding Eerste indrukken verzamelen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - Weet je nog… ? - Prentenspel De 4 verhalen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 1. Lach m’n vriend_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Brabbeltaal Op stap in het bos Een vergrootglas knutselen 2. Varkensgeluk _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Knutselen met afval Trash art 3. De jacht _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Mikspel Berenjacht 4. Tijgertje _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Tijger circusact Dierentemmerspel De dieren in de film_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ - De uil - De bever - De marter - De ekster Focus op… het kijkgedrag van kleuters _ _ _ _ _ _ _ _ - Opdracht: Beeldverkenning met kleuters Over het maken van de film_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ Bijlagen_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
4
7 11 11
14 16 18 21
25 31 32
Filmfiche Kopieer de filmfiche op de volgende pagina voor je leerlingen. Zo zijn ze meteen goed voorbereid op de voorstelling. Ook voor je collega’s die de leerlingen vergezellen, kan het een handige leidraad zijn.
P3
E H C I F M FIL Synopsis In vier leuke verhaaltjes spelen biggetjes, een tijger en andere dieren de hoofdrol. De bever is zijn tanden kwijt, een familie varkens maakt er een zootje van, de jagers krijgen – gelukkig maar – geen enkel dier te pakken en een circustijger bevindt zich plots midden in een dorpje. Met veel glans redden de dieren zich uit alle hachelijke situaties. Soms met een vleugje ernst, maar meestal heel, heel grappig. De crew achter KNETTERGEKKE BEESTENBOEL maakte opnieuw een reeks koddige, korte dierenverhalen. Supercharmant en dolle pret voor het jongste publiek.
Technische kaart TIJGERTJE EN ANDERE DIEREN Regie: Dace Riduze & Janis Cimermanis
P4
Voor de film begint: inleiding
Scenario: Evalds Lacis & Maris Putnins Distributeur: Jekino Letland, 2007-2012 40 minuten Animatiefilm zonder dialoog www.jekino.be/tijgertje-en-andere-dieren
De film is een compilatie van 4 verhaaltjes waarin dieren de hoofdrol spelen. Omdat er niet in gesproken wordt, is deze film heel geschikt voor de allerkleinste kijkers. Die bereid je best voor op hun cinemabezoek. Misschien is dit voor sommigen onder hen de eerste keer dat ze naar de bioscoop gaan. Zeg hen dat de lichten zullen uitgaan en dat het even donker wordt, maar dat daarna de film op het scherm licht zal geven. Ook geluiden kunnen een diepe indruk maken. Probeer de kinderen niet af te schrikken: je zegt hen tot slot dat ze door het bekijken van de film op reis gaan naar een gekke wereld vol lieve dieren. Vertel hen kort waar de film over gaat. Omdat 40 minuten stilzitten voor sommige jonge kinderen niet
evident is, kan je voor het binnengaan van de zaal even een bewegingsspelletje doen om alle energie kwijt te raken. Rond dit wel tijdig af op een rustige manier af, anders heeft het een averechts effect. Ook na het verlaten van de zaal kan het deugd doen om even te ontladen. Er komen heel wat dieren voor in de film. Het ideale moment om de klas om te toveren in een bos vol dieren.
Voorbeeld van een bewegingsspelletje: In het bos Leerlingen staan recht en ‘spelen’ een boom. De armen zijn takken, de handen zijn blaadjes, het lichaam is de stam, de voeten zijn de wortels. De leerlingen voeren de bewegingen uit; de takken bewegen alleen, de stam beweegt alleen, de wind komt van één kant, de wind komt van de andere kant, een briesje, storm,…
P5
e t s r Ee n e k k u r d n i n mele a z r ve Vlak na de vertoning willen de kinderen graag hun filmervaring delen met anderen. Iedereen bekijkt en beleeft de film immers op zijn eigen manier. Daarom is het fijn om achteraf deze belevingen aan elkaar te toetsen. Dat kan ook verheldering bieden bij dingen die eventueel niet helemaal duidelijk waren voor de kinderen. Voor de jongste kijkers is het fijn dit te koppelen aan een spel.
Weet je nog…? Quiz met kleurplaat Geef de kinderen de tijgerkleurplaat (zie Bijlage). Stel je vraag
en de kinderen zoeken samen het antwoord. Als ze het antwoord gevonden hebben, mogen ze een stukje van de tijger kleuren. Vragen: Weet je nog… • … wat de bever met zijn tanden maakte? (lepels of kommetjes) •
… welke kleur de jurk van de ekster had? (rood)
•
… wat de marter aan het doen was toen we hem ontmoetten? (zijn mes slijpen)
•
… welke kleur de auto van de familie varkens had? (roze)
•
… wat de varkens weggooiden? (lege zakken van het eten)
P7
•
… wat de big van het meisje kreeg na zijn gevecht met het fopmonster? (haar muziekdoos)
•
… welk geluid de telefoon van de boswachter maakte? (oehoe, zoals een uil)
•
… welk niet meer bestaand dier bij de jagers voorbij kwam? (een dinosaurus)
•
… welke kleur de pakken van het reddingsteam hadden? (blauw)
•
… wat de tijgers lekker vonden? (slagroom)
Prentenspel In Bijlage vind je vier stills uit de film. Ze kunnen je helpen om met de kinderen even te praten over wat ze net gezien hebben. Heeft iedereen alles begrepen? Toon telkens een prent en vraag de kinderen om kort het verhaaltje samen te vatten. Om hen te helpen kan je gerichte vragen stellen. Bv. wie zagen we? Wat deden ze…? Laat de kinderen nu de prenten in volgorde leggen. Je kan een kind omdraaien of blinddoeken en de prenten van plaats verwisselen of er één wegnemen. Daarna moeten ze terug in de juiste volgorde worden gelegd.
P8
Je kan de kinderen ook een prent laten naspelen. Hang de prent op zodat iedereen ze kan zien. Kunnen de kinderen dezelfde positie innemen als de figuren op de prent? Eén kind krijgt een personage toegewezen en gaat staan waar het personage op de prent staat. Daarna komt er een kind bij, en nog één,… Tot iedereen op de juiste plaats staat. Vraag aan de andere kinderen of ze hetzelfde zien als op de prent. Als er iets niet klopt, wijs je één kind aan om te corrigeren en te zeggen wat er anders moet. Je kan het spel ook met de blinddoek spelen. Je laat één kind van positie veranderen. Het kind dat geblinddoekt was, krijgt nu de prent in handen en moet het kind terug op de juiste plaats zetten. Extra vragen om je verder met de kinderen in de film te verdiepen: •
Vond je dit een mooie film? Waarom (niet)?
•
Is de film grappig? Herinner jij je nog een grappig stukje?
•
Zijn er kinderen die al melktanden kwijt zijn?
•
Waarom “leent” de big de tanden van de bever?
•
Wat doe jij met een papiertje? Op grond gooien, bijhouden, een vuilbak zoeken,…?
•
Wat doen jullie op vakantie?
•
Waarom mag het meisje niet met de big spelen, denk je?
•
Was er ook een droevig stukje in de film? Welk?
•
Heb jij al ooit een dier in de vrije natuur gezien? Weet je nog welk dier en waar?
•
Lusten tijgers echt slagroom, denk je? Wat eten ze dan?
P9
de 4 n le a h ver 1. Lach m’n vriend (Smile my friend) Het kleine biggetje is verliefd. Maar het meisje lacht hem uit omdat hij enkele tanden mist. Verdrietig loopt biggetje weg. Ondertussen is de bever druk in de weer: met zijn sterke tanden maakt hij allerlei voorwerpen. Terwijl hij zijn middagdutje doet, legt hij zijn valse voortanden in een glas water. Bij het ontwaken zijn ze verdwenen! Detective uil probeert met hulp van de big om de mysterieuze misdaad op te lossen. Ze zoeken bij de ekster en de marter, zonder resultaat. Ondertussen gaat big terug naar het meisje en
lacht haar toe met een mond vol valse tanden… Het meisje schrikt en rent weg. Het biggetje blijft verdrietig achter. Alle dieren hebben gezien wie de tanden al die tijd in z’n bezit had.
Opdrachten Brabbeltaal Hoewel de dieren in de film nooit echt spreken, gebruiken ze hun stem heel expressief: door hun intonatie begrijpen we dadelijk wat ze bedoelen. Dat noemen we ‘brabbeltaal’. Het is heel eenvoudig om brabbeltaal te spreken! Probeer eens een rollenspel te brengen zonder woorden. Kun je P 11
Laat de kinderen een klein stukje van een voorwerp uitvergroot tekenen. Je kan het voorwerp eventueel eerst vergroot kopiëren of een detailfoto nemen om hen op weg te zetten. Nog een leuke activiteit: macrofoto’s maken van herkenbare voorwerpen en de kinderen laten raden wat er op de foto staat. Je vindt enkele voorbeelden in Bijlage.
Een vergrootglas knutselen Wat heb je nodig: - Emmertje of beker - Stuk heldere folie - Elastiek - Mes of schaar - Water deze dingen uitbeelden met alleen geluiden en gebaren? •
ruzie maken en het weer goed maken
•
droevig zijn en getroost worden
•
schrikken van iets of iemand
•
samen een romantische wandeling maken
•
…
Je kan eventueel de rest van de klas laten raden welke emotie / dier / situatie /… door een leerling wordt uitgebeeld.
P 12
Op stap in het bos De uil bekijkt alles door een vergrootglas. Ga met kleuters met een vergrootglas op stap in het bos. Laat ze alles van dichtbij bekijken en letten op de details. Ga op zoek naar zo veel mogelijk verschillende materialen: insecten, takjes, boomschors, paddenstoelen, bessen, bloemen…. Verzamel deze materialen om ze in de klas verder te onderzoeken. Hieronder vind je een knutseltip om zelf een vergrootglas te maken om alle verzamelde voorwerpen te bestuderen.
Neem een klein rond emmertje, of eventueel een ander klein voorwerp met een ronde bovenkant waarin je kan knippen of snijden. In de zijkant maak je met een schaar of mes twee of drie grote openingen. Het maakt niet uit of ze mooi rond zijn, zolang de kinderen er maar met hun handen doorheen kunnen. Doe dit als leerkracht bij voorkeur zelf! Span plastic folie over de opening aan de bovenkant van de emmer (plastic huishoudfolie werkt pri-
ma) en zet vast met elastiek, zodat het goed strak gespannen staat. Giet een beetje water op de folie, waardoor die ietwat zakt. Het plastic staat nu bol, waardoor er een vergrotingseffect ontstaat. Hou een object in de emmer onder het plastic (door het door de gaten in de zijkant te steken) en merk op dat het er (veel) groter uitziet. Tip: De hoeveelheid water en de grootte van de emmer beïnvloeden het formaat van de vergroting. Het lukt eventueel ook met een wc-rolletje, zonder gaten aan de zijkant.
P 13
2. Varkensgeluk (Pig’s happiness) Een gezin varkens uit de stad gaat op vakantie naar het platteland. Ze parkeren hun roze auto en maken er een vieze boel van: ze gooien alle afval zomaar weg. Terwijl de ouders liggen te rusten, maken big en het meisje een romantische boswandeling. De varkens blijven luidruchtig, tot de bosdieren er genoeg van krijgen. Ze bundelen hun krachten om de varkens bang te maken met een zelf geknutseld monster. Big doet alsof hij het monster verslaat. De varkens vinden hem een held en hij krijgt een muziekdoos van het meisje.
Opdrachten Buurtobservatie De varkenfamilie gooit alles zomaar op de grond. Zijn er ook mensen die dat doen? Ga op stap. Is de speelplaats proper? Zie je op straat of in de buurt sporen van vervuiling? Ga met de kleuters de straat op en kijk hoeveel peuken en papiertjes er liggen. Is dit een gepast moment om de buurt op te kuisen? Je kan ook het park of de speeltuin inspecteren op vuilnis.
P 14
Opruimen (opzegversje) Lollystokje of een prop Maak geen rommel, ruim het op Appelschillen, lege zakken Doe het in de afvalbakken! (Van Hooft Mieke)
Knutselen met afval (fantasiebeesten en fopmonsters) Laat de kinderen spullen meebrengen die ze thuis zouden weggooien: voorwerpen die stuk zijn (bv. speelgoed), versleten sokken, kussens, papier, blikjes, knopen,… Verzamel ook in de klas al het afval: restjes van knutselwerk, potjes, snoeppapiertjes,.. Maak alles grondig proper, indien nodig! Voor je begint te knutselen, kan je het afval sorteren: PMD, papier, restafval,… Van welke soort heb je het meest verzameld? Net zoals de dieren in de film maken de kinderen een fopmonster. Het afval kan je aan elkaar bevestigen met satéprikkers, elastiekjes en plakband. Kunnen de kinderen ook een naam bedenken voor hun dier? Wat voor een geluid maakt het?
Trash art Sommige kunstenaars werken enkel met afval. Ze maken er weer iets moois mee. Door alle afval op een bepaalde manier bij elkaar te brengen, creëren ze iets nieuws. Soms kan je enkel van heel dichtbij zien dat het kunstwerk uit afval werd gemaakt. Zoals bv. bij deze reproductie van een schilderij van Monet van Tom Deininger. Op de detailfoto zie je dat het werd gemaakt van oud speelgoed. Als je “trashart” (= afvalkunst) in ‘goog-
le afbeeldingen’ invult, vind je nog veel mooie voorbeelden om aan kinderen te tonen. Print ze op groot formaat en laat de kinderen de prenten met een vergrootglas bekijken. Wat zien ze allemaal? Maak zelf een afvalkunstwerk. Hou één dag of gedurende één week al jullie afval bij. Maak er een collage mee door het op een groot bord te kleven. Overspuit nadien met goud- of zilververf en het afval verandert in een kunstwerk!
P 15
3. De Jacht (Hunting) Een oude boswachter woont in het woud, te midden van de dieren. Op een dag zijn er jagers op komst! Alle dieren verbergen zich in het huis van de boswachter. Ten einde raad belt hij het reddingsteam. Heel de nacht zijn ze druk aan het timmeren. De volgende dag staan de jagers klaar om te schieten. Maar er komen enkel dieren voorbij op houten pancartes, die aan flarden worden geschoten. Tot de jagers per ongeluk ook hun eigen auto stuk schieten. De echte dieren komen nu tevoorschijn en de jagers vluchten van schrik.
Opdrachten Mikspel Weten de kinderen nog welke dieren het reddingsteam had gemaakt? In Bijlage vind je prenten van enkele dieren. Je kan ze gebruiken om een ‘mikspel’ mee te maken. Wat heb je nodig: • lege flessen gevuld met water of zand, of kegels • prenten van de dieren (zie Bijlage) • ballen P 16
Op de flessen of kegels kleef je de prent van het dier. Laat de kleuters er op mikken. Je kan variëren door de flessen ver uit elkaar of dicht bij elkaar te zetten. Je kan de kleuters laten aanvinken hoeveel beurten ze nodig hadden om alle dieren omver te gooien. Variant voor oudere kleuters: maak een dobbelsteen met dezelfde dieren die op de flessen kleven. Laat de kleuters gooien met de dobbelsteen. Daarna moeten ze het geworpen dier omgooien. Ze kunnen aanduiden op een blad hoeveel beurten ze nodig hadden om alle dieren om te gooien.
Berenjacht In dit populaire boek gaat een papa met zijn kinderen op berenjacht. Het verhaal leent zich uitstekend tot een bewegingspel. Je kan het boek eerst voorlezen en daarna de rol van ‘papa’ spelen en voorop lopen met de kleuters achter je aan. Onderweg komen jullie allerlei obstakels tegen: • zwiepend gras: wegduwen met de handen • een koude rivier: snel zwemmen • een dikke modderbrij: grote, zware, langzame stappen een donker woud: zachtjes op de toppen van de tenen een jagende sneeuw-
storm: handen voor het hoofd, moeilijk lopen Als jullie tenslotte bij de grot komen, ligt de beer te wachten. Jullie moeten het hele parcours met bijhorende gebaren weer terug! Je kan je voor de bewegingen op het boek baseren (zoals hierboven), maar je kan ook je eigen parcours verzinnen.
P 17
4. Tijgertje (Tigeris) Circus Valentino arriveert ’s nachts in de stad. De volgende ochtend vinden kinderen een grote doos op straat. Er komen rare geluiden uit en al gauw komt er een hele meute nieuwsgieren op af. Het reddingsteam wordt erbij gehaald. Als ze de kist openen, komt er een schattig tijgertje te voorschijn, gevolgd door de grote mama die vervaarlijk brult. Iedereen vlucht terwijl het reddingsteam zich over hen ontfermt. De dierentemmer van het circus komt de tijgers ophalen. Iedereen komt kijken naar het circusspektakel, maar de redders vinden het niet fijn dat de dierentemmer zijn zweep gebruikt. Daarom verkleden ze zich als tijger en helpen de dieren om, samen met de olifant, terug te keren naar India.
Opdrachten Tijger circusact Verkleed sommige kinderen als dierentemmer en anderen als tijgers. Maak voor elke dierentemmer een brandende hoepel. Laat de kinderen een circusact inoefenen en geef nadien een voorstelling voor elkaar. Met gepaste muziek erbij wordt het nog mooier. P 18
De circusmuziek die je hoort in de film heet ‘Entrance of the gladiators’. Deze militaire mars (gecomponeerd in 1897) is heel populair bij circusartiesten en werd ook al vaak in films gebruikt, o.a. in MARY POPPINS.
Tijger Neem een kartonnen bord of teken met behulp van een bord een cirkel op stevig geel papier en knip die uit. Bepaal waar de ogen en de mond moeten komen en prik ze uit. Daarna verf je de tijger. Eerst een oranje of gele ondergrond. Als die droog is, komen er strepen overheen. Nu alleen nog een elastiekje erdoor en je masker is klaar!
Brandende hoepel Wat je nodig hebt: een hoepel en gekleurd papier. De kinderen maken de vlammetjes. De leerkracht kleeft ze op de hoepel. Die kan je nadien in je circusact gebruiken. Uit rood, geel en oranje papier kan je verschillende formaten
vlammen knippen. Laat de kinderen hun vlammen kiezen en rangschikken van groot naar klein. Plak de vlammen per drie op elkaar, de grootste onderaan en de kleinste bovenaan. De leerkracht kleeft de vlammen op een hoepel. Daar mogen straks de tijgers doorheen springen!
Dierentemmerspel Verdeel de kinderen in groepjes en geef elk groepje een dierennaam, waarvan de kinderen het geluid kunnen nabootsen, bv. tijgers, olifanten, varkens, eksters, kikkers,… Zodra de dierentemmer ‘kikkers!’ roept, moeten alle kikkers kwaken. Wie iets anders roept of een geluid maakt terwijl zijn groep niet aan de beurt is, valt af en moet van de dierentemmer in de kooi (bij de temmer gaan staan).
Telliedje met dieren Eén aapje in de slagroom twee beren vol met zeep drie geiten in een pudding vier zebra’s zonder streep vijf neushoorns met een feestneus zes wolven in de trein en zeven dikke kikkers die snipverkouden zijn. Acht zingende giraffen wel negen kangoeroes en tien gestampte muisjes die dansen voor de poes en zing je vaak dit liedje dan leer je bovendien eenvoudig alle cijfers van één, twee, drie tot tien! Uit: Het grote liedjesboek
P 19
n e r ie d De film in de Iedereen houdt van films met dieren, die vaak net als mensen worden voorgesteld. Daardoor lijkt het alsof wilde dieren een soort knuffelbeesten zijn. In de natuur is dat heel anders. In de film wordt het tijgertje door kinderen geaaid; in werkelijkheid is een tijger een gevaarlijk roofdier. Een wild dier, zelfs als het getemd is, blijft onvoorspelbaar en is niet zo aaibaar als het lijkt. In TIJGERTJE EN ANDERE DIEREN komen veel dieren voor. Welke dieren hebben de kinderen gezien? In Bijlage vind je enkele prenten van dieren uit de film met daarnaast een foto. Bespreek de verschillen en gelijkenissen (zowel uiterlijk als karakter). Je kan ook extra weetjes over de dieren opzoeken en erbij
vertellen. •
Wat is hetzelfde? (Kleuren, vorm, karakter, geluid,…)
•
Wat is anders?(Kledij, gedrag, kleuren,..)
•
Wat maakt de bever met zijn tanden? In de film? In de natuur?
•
Kan je een wilde tijger aaien?
•
Welke dieren heb je al in het echt gezien? In het wild of in de dierentuin?
•
Welk dier kan je als huisdier houden? Waarom wel? Waarom niet?
•
Welk dier zou jij graag als huisdier willen?
Over enkele dieren kan je alvast iets extra vertellen. Vul de lijst zelf aan naar believen.
P 21
De uil Voor de oude Grieken was de uil het symbool van de wijsheid… en dat is hij nog steeds! Ook in de film wordt zijn hulp ingeroepen om de mysterieuze verdwijning van de tanden van de bever op te helderen. Een uil kan lange tijd onbeweeglijk met starre blik voor zich uitkijken. Door de grote vorm en aparte kleur van zijn ogen, zou je denken dat de vogel een bril draagt en diep nadenkt.
De bever De voortanden van bevers zijn in het echt niet alleen heel groot, maar ook fel oranje (zoals in de film). Tekenaars vinden die kleur niet zo fris, dus geven ze bevers stralend witte
P 22
tanden. Die oranje kleur danken ze niet aan het eten van worteltjes. Op de voorkant van hun tanden zit een hard laagje glazuur (zoals op kopjes en schoteltjes). Bevertanden zijn nóg harder dan die van muizen, dankzij de speciale oranje stof die in het glazuur zit. Bevers kunnen met gemak aan hout knagen zonder dat hun tanden stukgaan. Ze slijten wel aan de achterkant, maar blijven steeds doorgroeien!
De marter Marters leven graag alleen. Het zijn nachtdieren die diep in de bossen wonen. De marter is heel vlug, behendig en beweeglijk. Hij heeft goed ontwikkelde zintuigen en is listig en bloeddorstig. Hij jaagt op kleine zoogdieren zoals muizen, ratten, eekhoorns, kikkers en hagedissen… Geen wonder dat de kikker flauwviel toen hij over de marter hoorde praten!
De ekster Ook eksters hebben geen te beste reputatie. De film suggereert dat eksters blinkende objecten verzamelen, maar dat is een fabeltje. Bij nestcontroles werd tot nu toe nog
nooit een blinkend voorwerp aangetroffen! Eksters zijn wel nieuwsgierige vogels en onderzoeken alles wat nieuw is. Ze zijn goed herkenbaar dankzij hun verenkleed, lange staart en hun opvallend luid, krassend geroep. P 23
… p o s Focu ijkhet k van g a r d ge ters kleu Kleuters kijken op een heel eigen manier naar film. Voor hen is dit een ‘nieuw medium’ en ze zijn nog volop bezig met ‘leren kijken’. Ze zijn onbevangen en hebben vaak oog voor detail. (Dat was je misschien al opvallen tijdens de ‘weetje-nog quiz’.) Beeldende details waar volwassenen geen aandacht aan schenken, hebben zij vaak wel gezien. Het is daarom als volwassene niet evident om de filmkeuze te maken voor kinderen. Je moet je als volwassene echt ‘in de plaats van het kind’ proberen te stellen. Daarom bundelen we hierbij enkele vaststellingen over het kijkgedrag van kleuters.
Herhaling Jonge kinderen zijn gek op herhaling. Een filmpje dat je al 20 keer met de kleuters hebt bekeken, is voor hen niet per definitie saai. De spanning om te weten wat voor leuks er gaat komen, is voor jonge kinderen onweerstaanbaar. Programma’s met veel herhaling bieden hen de kans om een ‘psychologische macht’ over verhalen te ontwikkelen. Net zoals volwassenen ingewikkelde materie onder de knie krijgen door een paar keer te herlezen, vinden peuters en kleuters steun in het steeds opnieuw bekijken van dezelfde scènes.
P 25
Kortfilm is daarom een ideaal medium om mee te werken in de kleuterklas: tijdens die werkperiode kan je de film elke dag opnieuw even bekijken.
Vage grens tussen realiteit en fantasie Peuters en jonge kleuters maken nauwelijks onderscheid tussen realiteit en fantasie: ze aaien de tv, praten er tegen. Tot een leeftijd van ongeveer 4 jaar geloven kinderen doorgaans dat alles op televisie echt is; ze denken dat de figuren in het tv-toestel wonen. Ook voor speciale effecten zijn ze heel ontvankelijk. Ze beseffen nog niet dat dit slechts cinematografische trucjes zijn. Tussen de leeftijd van 4 en 6 jaar evolueren ze stilaan van ‘magisch’ naar ‘logisch’ denken en beseffen ze dat niet alles op het scherm echt is.
Interesse in simpele verhaallijn Vanaf 2 jaar raken kinderen geïnteresseerd in een verhaallijn. Ze stellen vragen om de inhoud beter te kunnen begrijpen. Jonge kinderen hebben minder ervaringen P 26
om nieuwe informatie te plaatsen; oudere kinderen hebben al ‘kapstokjes’ in hun geheugen die hen helpen om informatie te selecteren, te ordenen en te verwerken. Volwassenen en oudere kinderen gaan op zoek naar het ‘verhalend schema’: wie is het hoofdpersonage? Waarover gaat het verhaal? Kleuters reageren op alle impulsen die ze krijgen, ze hebben meer tijd nodig om alles te interpreteren en te begrijpen. Gebruik daarom liefst films met een rustig tempo en niet te veel tekst. Dat geeft kleuters meer tijd om het beeld te ‘lezen’. Ideaal zijn korte verhaallijnen met een simpele tijdslijn; grote sprongen in tijd en/of plaats begrijpen ze nog niet.
Vriendelijke fantasiefiguren en vertrouwde contexten Kinderen kijken liefst naar simpele, vriendelijke fantasiefiguren; hun voorkeur gaat naar ongecompliceerde, kleurrijke en niet bedreigende karakters. Animatiefilmpjes spreken meer aan dan live beelden, tenzij die duidelijk herkenbaar zijn, bv beelden van andere kleuters. Ze hebben een bijzondere interesse in objecten en dieren die ze kennen en verbaal kunnen
benoemen, bv een hond of kat. De humor van kleuters beperkt zich tot plotse verrassingen, clowneske gebaren en slapstick. Hoe ouder ze worden, hoe breder hun aandachtsboog. Vanaf dan gaan ze op zoek naar meer actie, variatie en ‘ondeugende’ humor.
Opdrachten Beeldverkenning met kleuters Als je met jonge kinderen met een camera aan de slag wil, hoeft dat absoluut niet in een verhalende vorm te gebeuren. Een film maken met kleuters is veel te complex, maar je kan met hen al wel grondig het beeldkader verkennen. P 27
Sluit de camera rechtstreeks aan op de televisie zodat de kinderen zichzelf kunnen zien. Plaats de camera op hun ooghoogte, liefst naast het tv-toestel. Het makkelijkst werk je met een statief, maar je kan de camera ook gewoon op een tafel plaatsen. Zet er voor de veiligheid een andere tafel of stoel voor, zodat de kinderen voldoende afstand bewaren.
Tip: je hebt niet perse een videocamera nodig. Met een webcam of fototoestel gaat het ook prima!
Deze oefening is een eerste kennismaking met het medium. Kinderen vinden het leuk om zichzelf op televisie te zien en experimenteren graag. Spelenderwijs verkennen ze enkele aspecten van de beeldtaal. Verkennen van het beeldkader: In en uit beeld stappen, de ‘rand’ van het beeldkader ervaren. Kinderen gaan vaak voor het televisietoestel staan in plaats van voor de camera. Het helpt om even een object vlak voor het ‘oog’ van de camera te houden. Als je het weg haalt van de lens, verdwijnt het uit beeld… Ze zien het niet meer op het televisiescherm. Eens ze aan de camera gewend zijn, kan je gerichte opdrachten geP 28
ven, bv. ik wil 5 kinderen in beeld zien, enkel 4 handen zien, alleen 2 ogen, een kader van handen,... Laat een aantal kinderen van links naar rechts stappen en terug. Op de tv bewegen ze zich in de andere richting. Niet zoals bij een spiegel! Wat we (via de camera) op de televisie zien, is niet hetzelfde als in werkelijkheid. Verkennen van het perspectief: Laat de kinderen één voor één van achter in de klas naar voor stappen. Vraag hen wat ze zien veranderen in beeld. Wat moeten ze doen om 1 kind in beeld te krijgen? Of om 10 kinderen in beeld te krijgen? Zet het grootste kind en het kleinste kind van de klas naast elkaar, zodat ze midden in het beeldkader komen. Vraag wie de grootste is. Vraag het grootse kind om helemaal achteraan te gaan staan en de kleinste om enkele stappen voorwaarts te zetten. Wie is er nu het grootste? Op www.youtube.com/ watch?v=gDCOBZx8nHw vind je het filmpje ‘Ingebeeld - Ik wil vijf handen zien!’, dat een voorproefje geeft van wat je mag verwachten. Veel filmplezier!
P 29
t he Over van n e k ma de film TIJGERTJE EN ANDERE DIEREN werd gemaakt in de Studio Animacijas Brigade in Riga, Letland. De studio werd in 1966 opgericht door poppenspeler en muzikant Arnold Buroys. Er werden sindsdien al zo’n 100 animatiefilms met poppen gemaakt. Ook hun vorige poppenfilm KNETTERGEKKE BEESTENBOEL was in de Belgische bioscopen te zien. Aan TIJGERTJE EN ANDERE DIEREN werkten verschillende mensen mee: de regisseur, schrijvers, animatoren, decormakers, muzikanten… De stemmen werden al opgenomen voor de film werd gedraaid; de andere geluiden en muziek werden later toegevoegd.
De poppetjes hebben een aluminium skelet en een lijf van (beschilderde) latex en ze zijn ongeveer 15 centimeter groot. Drie animatoren werkten 4 maanden lang aan de film. Zij laten de poppen bewegen door telkens een foto te nemen, de pop een beetje te verplaatsen en weer een foto te nemen. Een heel tijdrovende bezigheid! Elke animator levert ongeveer 6 seconden film per dag. Met de computer werden daar achteraf extra effecten aan toegevoegd, zoals bv. het branden van de hoepel waar de tijger doorheen springt.
P 31
Bijlagen 1.Weet je nog…? Quiz met kleurplaat Kleurplaat tijger
2. Prentenspel: Lach m’n vriend
3. Prentenspel: Varkensgeluk
4. Prentenspel: De jacht
5. Prentenspel: Tijgertje
6. Macrofoto
8. Trash Art Monet
9. Dieren mikspel
10. Dieren mikspel
11. Dieren in de film
12. Dieren in de film