jekino EDUCATIE
Knoester en Berkelientje
Knoester en Berkelientje
Film en educatie…
... in het vertoningscircuit van Lessen in het donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, ter gelegenheid van een workshop verzorgd door Jekino of van een een film in de klas... Het medium film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, daarom zorgen wij graag voor een degelijke programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kant-enklare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap streven we naar een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en focussen we op één filmterm.
Doelgroep KNOESTER EN BERKELIENTJE: aanbevolen vanaf 6 jaar
P2
Inhoudstafel Filmfiche _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Synopsis
Technische kaart
Voor je naar de film gaat...
Reacties verzamelen bij de leerlingen _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
jekino EDUCATIE
Verhaallijn _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 9 Personages_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Inhoudelijke thema’s:_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 23
Terug naar toen
Knoester en Berkelientje – er hangt liefde in de lucht
Wie is er nu gemeen?
De Noorse natuur
Beeldtaal: Focus op beeldbewerking_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 35 Andere aspecten van de beeldtaal _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 41 www.jekino.be www.opendoek.be www.lesseninhetdonker.be
Wat is film?
Flashback
Bibliografie_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 45 Fiche voor de leerlingen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 46 Bijlagen_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 48
ONLINE FILMFICHE! Surf naar www.filmfiches.be en laat je (sterren)mening achter bij de film die je zag. De fiches zijn een digitale, meer visuele uitdieping van deze lesmap met trailers, foto’s en interessante achtergrondinformatie.
Filmfiche Kopieer de filmfiche op de volgende pagina voor je leerlingen. Zo zijn ze meteen goed voorbereid op de voorstelling. Ook voor je collega’s die de leerlingen vergezellen, kan het een handige leidraad zijn.
P3
Filmfiche
P4
Noorwegen, 2010, 78’ Nederlandstalige versie Distributie: Jekino www.jekino.be/knoester-enberkelientje
SYNOPSIS Ben je klaar voor het nieuwe charmeoffensief van oude bekende Junior en zijn vriend Knoester, de pratende tak? Mama heeft een fietsongeluk en belandt in het ziekenhuis. Junior vermoedt meteen dat er meer aan de hand is. Samen met zijn vriendinnetje Tiny en haar twijgje Berkelientje gaat de kleine speurder op zoek naar bewijsmateriaal. Het wordt niet eenvoudig om de schuldige van mama’s gebroken ribben te vinden. Alles zit tegen. Zelfs de fiets van z’n dromen wordt net voor Juniors neus weggekocht. Ondertussen wordt een nerveuze Knoester hopeloos verliefd op Berkelientje… Een nieuwe hartverwarmende film met de koddige Junior en zijn eigenwijze tak in de hoofdrollen. Voor kinderen die zin hebben in een vrolijk avontuur en voor volwassenen die heimwee hebben naar de tijd toen een koekje 10 cent kostte.
Met o.a. Adrian Grønnevik Smith (Junior), Petrus Andreas Christensen (Phillip), Pernille Sørensen (Mama), Jan Gunnar Røise (Papa)
VOOR JE NAAR DE FILM GAAT…
TECHNISCHE KAART KNOESTER EN BERKELIENTJE Originele titel: Knerten gifter Seg Regie: Martin Lund Scenario: Birgitte Bratseth, gebaseerd op de boeken van Anne-Cath Vestly Camera: Morten Halfstad
Welke film krijgen we te zien en waarover gaat hij? Het is prettig wanneer leerlingen op voorhand weten welke film ze gaan bekijken. Enkele zinnen over de titel en de inhoud kunnen helpen om hun aandacht te focussen. - KNOESTER EN BERKELIENTJE is een vervolg op de film KNOESTER. Zijn er kinderen die de eerste KNOESTER-film gezien hebben? Waarover ging die? - ‘Knoester’ is een vreemde naam voor een personage. Kunnen de kinderen op basis van de titel raden wat voor figuren Knoester en Berkelientje zouden kunnen zijn? Om de leerlingen enthousiast te maken voor de film kan je samen de poster bekijken en bespreken. (Je vindt een afdruk in bijlage.) Op een speelse manier leren de kinderen aandachtig kijken en
wordt hun fantasie gestimuleerd. Dit kan je doen door hen vrij te laten associëren of door middel van gerichte vragen: - Wat is er op de poster te zien? - Wat voor soort film zou het zijn? Een griezelfilm, een romantische film, een avonturenfilm of misschien van alles een beetje? - Wie speelt er mee in de film? Wie zouden de hoofdpersonages zijn? - Waar zou het verhaal over kunnen gaan? - Zie je nog andere personages of elementen op de poster?
KNOESTER KNOESTER EN BERKELIENTJE is alweer de tweede film over dit grappige, pratende takje. We ontmoetten hem al in de film KNOESTER. Daarin verheugen het jongetje Junior en zijn familie zich erg op hun verhuizing naar het platteland. Maar de nieuwe woning blijkt in slechte staat en papa (een ondergoedverkoper!) en mama krijgen het reuzendruk met de verbouwingen. Zo wordt het voor Junior niet makkelijk om nieuwe vrienden te maken...Tot hij Knoester vindt, een heel bijzondere tak die nog kan praten bovendien! Knoester is grappig en vindt een oplossing voor elk probleem. Met Knoester valt er altijd wat te beleven…
P5
Reacties verzamelen bij de leerlingen Vlak na de vertoning willen de kinderen graag hun eerste indrukken kwijt. Daarom kan je best een kort ontladingsmoment inlassen waarin ze al enkele reacties kwijt kunnen. Je kan misschien hun belangrijkste opmerkingen noteren en er later klassikaal verder op in gaan. Enkele eenvoudige vragen kunnen helpen om ‘stoom af te laten’: • • • • • • • • • • • •
Wat vond je van de film? Was het verhaal grappig / droevig / saai / spannend / stom / ontroerend / griezelig / sprookjesachtig / .... ? Waarom? Heb je het verhaal goed begrepen? Wie kan het verhaal in 5 zinnen navertellen? (Maak een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken.) Waren er zaken die je niet begreep? Wie waren de belangrijkste personages? Ken je hun naam nog? Wie vond jij het leukste personage uit de film? Wie vond je helemaal niet leuk? Waarom? Weet je in welk land de film zich afspeelt? Weet je wanneer de film zich afspeelt? Nu of lang geleden? Hoe weet je dat? Zou je de film aanraden aan je vriend(inn)en? Waarom wel? Waarom niet? Met wie zou je deze film graag samen gaan kijken? Wat vond je het leukste moment uit de film?
P7
Verhaallijn Fietsen, vliegen, rennen, racen, rijden,… De film valt met de deur in huis. Al in de eerste beelden zie je Knoester aan het werk: hij vliegt door de lucht, hoger, sneller,… spannend! Junior en Knoester zitten niet stil. Ze fietsen, rennen, racen en rijden. Junior wil zo graag de mooie rode fiets hebben die in de dorpswinkel te koop staat. Mama, die in de winkel werkt, maakt een spaarpot voor Junior. Telkens hij in de winkel helpt, krijgt hij daarvoor een spaarcent. Maar wanneer mama een ongeluk krijgt, loopt alles mis. Karsten en zijn moeder komen de fiets kopen en hoe hard Junior ook “Neee” schreeuwt, er valt niets aan te doen.
Sparen Junior spaart voor een fiets. - Denk je dat hij lang zal moeten sparen tot hij genoeg heeft om een fiets te kopen? - Heb jij wel eens voor iets gespaard? Waarvoor? Heb je het toen ook gekocht? - Waar kan je jouw spaargeld bewaren? - Wat kan je doen om meer te sparen? - Moeten grote mensen ook sparen?
P9
Fietsen Junior heeft z’n zinnen gezet op een prachtige rode fiets. Vond jij het een mooie fiets? Fietsen zien er tegenwoordig een beetje anders uit dan toen. En je hebt fietsen in allerlei soorten en maten. Probeer met de klas zoveel mogelijk soorten fietsen op te sommen. Er zijn koersfietsen, ligfietsen, bakfietsen, driewielers, BMXen, mountainbikes, loopfietsen, eenwielers, elektrische fietsen, plooifietsen,… En je herkent vast ook hele oude fietsen met een reusachtig achterwiel of houten loopfietsen zonder pedalen… Laat de kinderen een lijst maken met soorten fietsen. Kunnen ze die benoemen? Laat hen op het internet foto’s zoeken van zulke fietsen. Eventueel kunnen ze de foto’s samenbrengen op een blad en hun medeleerlingen een invuloefening voorleggen: wie herkent elk type fiets? Ga met z’n allen een kijkje nemen in de fietsenstalling van de school. Zijn er bijzondere fietsen? Opvallende modellen? Hebben sommige leerlingen bijzondere accessoires op hun fiets? Is er een fietsenmaker in de buurt van de school? Misschien kan je met de klas een bezoekje brengen aan de fietsenmaker. Hij kan
P 10
je uitleggen: - wat je allemaal nodig hebt om veilig te fietsen - welke soorten fietsen je in een winkel kan kopen - hoe je een fiets goed kan onderhouden -… Bereid voor het bezoek met de klas al enkele vragen voor. Je kan de film KNOESTER EN BERKELIENTJE en de oefening over ‘soorten fietsen’ eventueel als inspiratiebron gebruiken.
Detective Junior Op de plaats van het ongeluk vindt Junior een stukje knipperlicht van een auto. Hij weet het zeker: mama werd aangereden! Met opzet! Niemand gelooft hem, behalve zijn goede vriendin Tiny. Samen gaan ze op onderzoek uit bij alle auto’s die voorbij komen. Junior geeft niet op, ook al lijkt het niemand wat te kunnen schelen. Zelfs Knoester niet! Want die denkt alleen aan Berkelientje…
Speurneuzen Als een echte detective gaat Junior uitzoeken wat er precies gebeurd is. Hij is vastbesloten om de dader te vinden. Er zijn een heleboel films over jonge speurneuzen. Bijvoorbeeld:
ring van Kai –in z’n rolstoel – en de kleine Hannes komen ze een dievenbende op het spoor. Met jeugdige overmoed proberen ze de boeven te klissen. Knetterende actiefilm waar elk kind dol op is.
BLINKER EN HET BAGBAG-JUWEEL (van Filip Van Neyghem) Na de eerste BLINKERfilm (waarin hij ook een mysterie oplost) gaat Blinker, de held uit de boeken van Marc de Bel, in BLINKER EN HET BAGBAG-JUWEEL op zoek naar een verdwenen sieraad. Het wordt een zoektocht vol gevaren. Later volgde er met BLINKER EN DE BLIXVATEN nog een 3de film.
BASIL, THE GREAT MOUSE DETECTIVE (Disney film van Ron Clements) Ook bij de muizen heb je een Sherlock Holmes. De dochter van een speelgoedmaker roept de hulp van Basil in wanneer haar vader wordt ontvoerd door een akelige vleermuis. Basil komt een samenzwering op het spoor die zelfs het Britse vorstenhuis doet wankelen.
YOUNG SHERLOCK HOLMES (van Barry Levinson) Sherlock Holmes zou ooit ‘s werelds beroemdste speurder worden. Maar in deze film zie je dat hij zich al op jonge leeftijd op de kostschool graag verdiepte in mysteries en detectivewerk.
S.O.S. (van Arne Lindtner Naess) Nora doet een verdachte vondst in zee. Een van de huurders van hun vakantiehuisjes is vast een smokkelaar. Met zeehondenjagers en gevaarlijke bandieten op haar hielen, probeert Nora een zeehondenbaby te redden en een stel misdadigers te ontmaskeren.
DE KROKODILLENBENDE (van Christian Ditter) De Krokodillenbende is de coolste bende van de stad. Onder aanvoe-
Je kent vast nog meer films over kleine detectives en speurneuzen… Kan je er nog enkele opsommen?
P 11
Opgepast voor de buschauffeur…. Hoe dapper Junior zich ook gedraagt, soms is hij best wel bang. Tijdens hun zoektocht komen Knoester en Junior oog in oog te staan met vermeende daders. Junior verdenkt eerst de buschauffeur en daarna de moeder van Karsten, die aardige mevrouw. Ook de rare, ietwat enge automonteur speelt een rol in het mysterie. Wanneer Junior heel alleen in haar garage op zoek gaat naar de kapotte autolamp, wordt hij betrapt…
Vallen en... opstaan Junior heeft nog een missie: hij wil een radio naar het ziekenhuis brengen zodat mama de nakende koninklijke bruiloft (en alle bijhorende roddels) op de voet kan volgen. Hij geeft niet op, zelfs niet wanneer hij verdwaalt of valt met de fiets. Samen met Karsten rijdt hij zelfs met een auto! Jammer genoeg raken ze het niet eens over hun bestemming. Karsten wil naar zijn vader in de stad en Junior naar zijn moeder in het ziekenhuis. Ze maken ruzie terwijl de auto steeds sneller gaat. Knoester gilt het uit van angst: “Jongens, let op de weg! Hallo, horen jul-
P 12
lie mij? Oooh, dit was geen goed idee. We hadden nooit in de auto mogen gaan rijden of weglopen. Oooh!” De auto vliegt door de lucht. Boem! Hoe zou het met de jongens zijn? Junior komt er met een schrammetje vanaf. Karsten heeft een arm gebroken, maar papa staat al aan zijn bed! Ook Junior ziet zijn mama terug. Het gaat al veel beter met haar. Junior geeft haar de radio en wil vertrekken, voor altijd. Hij voelt zich schuldig over het ongeluk. Dat laat mama niet zomaar gebeuren.
Happy End Vandaag is het de grote dag van het koninklijk huwelijk! Papa, mama, Phillip en Junior volgen het hele gebeuren samen met de andere dorpelingen in de plaatselijke winkel. Juniors vriendinnetje Tiny is er ook. En ook Knoester en Berkelientje zien elkaar terug. Knoester biedt zijn excuses aan en zegt dat hij niet zonder haar kan leven. Wil zij nog steeds met hem trouwen? Jaaaa, dat wil Berkelientje wel! Dus trouwt de meubelmaker de twee verliefde takjes. En leefden ze nog lang en gelukkig? Dat zie je in de volgende KNOESTER-film.
KNOESTER 1, 2, 3! Er werden intussen al 3 films gemaakt over Knoester. Welke heb jij gezien? KNOESTER Het jongetje Junior en zijn familie verheugen zich erg op hun verhuizing naar het platteland. Maar de nieuwe woning blijkt in slechte staat en papa (een ondergoedverkoper!) en mama krijgen het reuzendruk met de verbouwingen. Zo wordt het voor Junior niet makkelijk om nieuwe vrienden te maken... Tot hij Knoester vindt, een heel bijzondere tak die nog kan praten bovendien! Knoester is grappig en vindt een oplossing voor elk probleem. Met Knoester valt er altijd wat te beleven… www.jekino.be/knoester
dinnetje Tiny en haar twijgje Berkelientje gaat de kleine speurder op zoek naar bewijsmateriaal. Het wordt niet eenvoudig om de schuldige van mama’s gebroken ribben te vinden. Alles zit tegen. Zelfs de fiets van z’n dromen wordt net voor Juniors neus weggekocht. Ondertussen wordt een nerveuze Knoester hopeloos verliefd op Berkelientje… www.jekino.be/knoester-en-berkelientje KNOESTER 3 Junior, Knoester en de hele familie keren terug naar de stad. Dan komt er spectaculair nieuws: Knoester en Berkelientje verwachten een zoon! En ook Junior brengt een baby mee naar huis die hij op straat gevonden heeft. Heel wat extra drukte in het gezin…! De film heeft voorlopig nog geen Nederlandstalige titel.
KNOESTER EN BERKELIENTJE Mama heeft een fietsongeluk en belandt in het ziekenhuis. Junior vermoedt meteen dat er meer aan de hand is. Samen met zijn vrien-
P 13
Personages Junior Junior kennen we al uit de eerste KNOESTERfilm: een speels en spontaan kereltje, een beetje onhandig maar ook erg inventief. Hij weet zich goed uit lastige situaties te redden. Junior heeft een levendige fantasie en Knoester is nog steeds zijn beste vriend. Samen veranderen ze kleine verhalen in grote avonturen. In de eerste film was Junior net verhuisd en soms nog een beetje verlegen; alles was nog nieuw en onwennig. Nu is hij het leven op het platteland al gewend. Hij vindt zijn weg in het bos, is kind aan huis bij de timmerman en met zijn vriendinnetje Tiny verveelt hij zich nooit.
Knoester Wie wil er geen vriend zoals Knoester? Een speelkameraad die er altijd voor je is. Iedereen geniet van Knoesters eigenwijze charme en zijn grappige opmerkingen. Knoester is wel een beetje bang aangelegd. Dan kruipt hij bijvoorbeeld
onder de dekens en schrikt zelfs van zijn vriend Junior. Bestaat Knoester echt? Natuurlijk! Iedereen in het dorp kan hem zien en weet dat hij Juniors trouwe speelkameraad is. Maar praten of bewegen doet hij nooit als er anderen in de buurt zijn. Dat doet hij enkel wanneer hij alleen is met Junior. Dan geeft hij een stem aan Juniors angsten en twijfels. Wat Junior zelf niet durft zeggen, krijgen we uit de mond van Knoester te horen. Knoester dankt zijn naam aan het woord ‘knoest’, een hard stuk hout, vergroeid in een boomstam.
P 15
Tiny Tiny en Junior leren elkaar in de eerste film kennen. Junior noemt haar ‘zijn prinses’. Nu zijn ze nog steeds dikke vrienden. Tiny helpt Junior bij zijn zoektocht naar de dader van de aanrijding. Tiny is een dapper meisje en ze heeft altijd een goed plannetje achter de hand. Ze is niet snel bang en houdt van lekker gek doen. Haar nieuwe speelkameraad is een heel bijzonder en grappig takje dat Berkelientje heet.
Berkelientje Net zoals Knoester en Junior lijkt ook Berkelientje een beetje op haar ‘baasje’. Ze is minstens even grappig en stoer als Tiny. Kijk maar hoe gek ze er uitziet als ze een snor opplakt. Het klikt meteen tussen Berkelientje en Knoester, maar dat durft Knoester niet toegeven… eigenlijk wil hij helemaal niet met meisjes(takken) spe-
P 16
len. Berkelientje breekt het ijs en hun vriendschap is een feit… tot Knoester overdreven stoer gaat doen. Stom, stom, stom! Als de twee vriendjes en hun takjes samen spelen, wordt er veel duidelijk over de manier waarop jongens en meisjes met elkaar omgaan. Ze kunnen vaak fijn met elkaar samen spelen, maar durven dat niet altijd toegeven. En net zoals Knoester denken veel jongens dat ze overdreven stoer moeten doen in het gezelschap van meisjes. Daarom draaien we bij de volgende vragen de rollen even om: we laten de meisjes aan het woord over Knoester (en over jongens in het algemeen) en de jongens mogen hun zegje doen over Berkelientje (en over meisjes in het algemeen). - Wat vinden de meisjes leuk aan Knoester? Hebben ze in de gaten dat hij overdreven stoer gaat doen? Vonden ze dat stom? Doen jongens dat soms ook wel eens? Vinden ze het leuk als jongens stoer gaan doen? Houden ze van stoere jongens? Waarom (niet)? - Wat vinden de jongens leuk aan Berkelientje? Zouden ze het leuk vinden als echte meisjes zich ook zo gedroegen? Kunnen jongens en meisjes goed samen spelen? Moeten meisjes zich daarbij net zoals jongens gedragen? Of mogen ze ‘echte meisjes’ blijven? Kunnen meisjes ook stoer doen? Vinden de jongens dat leuk of niet?
Over Knoester en Berkelientje: - Schieten Knoester en Berkelientje goed met elkaar op? - Waarover praten Knoester en Berkelientje? - Zijn ze het altijd met elkaar eens? Waarom wel / niet? - Waarom zegt Knoester dat hij niet met meisjes wil spelen? - Als je mocht kiezen, zou je dan liefst een Knoester of een Berkelientje hebben? - Hoe weet je dat Berkelientje een meisjestwijgje is?
- Waarom zou ze Berkelientje heten? - Ken je nog andere boomsoorten? Kun je daar ook leuke of gekke namen bij bedenken? In de 3de KNOESTERfilm krijgen Knoester en Berkelientje een baby. Kan jij een naam bedenken voor dit babytakje? Misschien vind je inspiratie bij de namen die je daarnet verzonnen hebt. Wist je trouwens dat Berkelientje aanvankelijk ‘Takkelientje’ zou heten?
P 17
Juniors familie Junior heeft een warme, gezellige thuis; er wordt gelachen en gepraat. Moeder is koket en lief maar ook trots op haar baan en haar verzorgde uiterlijk. Ze is helemaal in de ban van het koninklijk huwelijk en zou het liefst de hele dag naar de radio luisteren. Papa houdt van zijn kinderen, zijn vrouw en zijn werk. Hij is altijd in voor een grapje maar weet niet goed hoe hij met Juniors verbeelding moet omgaan. Dat levert een knallende ruzie op. Waarna papa zich afvraagt of hij niet te streng is
P 18
geweest voor Junior. Papa’s weten dus ook niet alles! Omdat vader op zakenreis is, blijft hij in deze film vaak afwezig.
De mensen in het dorp
Een tragikomische en verrassende nieuweling in het KNOESTERuniversum.
Slome broer Phillip is enkele jaren ouder dan Junior. Soms gaan ze heel broederlijk met elkaar om: ze steunen elkaar en hebben veel lol als ze papa voor de gek houden. Maar de broederband wordt op de proef gesteld wanneer mama in het hospitaal belandt en vader het huis uit is. Nu moet Phillip op Junior passen. Ze moeten het samen zien te redden en dat is niet altijd makkelijk.
In het dorp wonen verder nog o.a. de wereldvreemde winkelier, de aardige timmerman en de buschauffeur die zich verdacht maakt met zijn rare opmerkingen. We maken ook kennis met nieuwe kleurrijke personages, zoals ‘de mevrouw die altijd huilt’. De automonteur van het dorp is een neurotische vrouw vol complexen. Wanneer zij begint te ratelen, kijken Junior en Tiny met open mond toe. De vrouw denkt dat iedereen haar gemeen vindt.
Karsten is nieuw in het dorp. Hij is net verhuisd en woont alleen met zijn moeder. Junior moet hem niet, maar Karstens moeder vindt hij aanvankelijk wel aardig. Karstens grote wens is om te leren autorijden, zodat hij zijn vader in de stad kan opzoeken. Op het einde van de film bundelen Junior en Karsten hun krachten, maar ze hebben beiden een ander doel voor ogen. Met rampzalige gevolgen…
P 19
Opdrachten Wie woont er nog meer in het dorp? Vraag aan de leerlingen wie ze allemaal gezien hebben in het dorp en maak een lijstje op het bord. Maak dan een tweede kolom en bedenk met de kinderen wie er nog meer in het dorp zou kunnen wonen. Het is een klein dorp, maar er wonen zeker nog meer mensen. Geef zelf een paar voorbeelden. Is er een bakker? Een postbode? De leerlingen kunnen hun eigen buurt of dorp als voorbeeld nemen. Als variatie is het leuk om ook wat ongewone bewoners te bedenken, zoals een clown of de mevrouw die honderd katten heeft. Fantaseer er maar op los.
P 20
Pimp Je Pot! Jij kan vast ook wat Junior en Tiny kunnen: met je fantasie een levenloos voorwerp te leven wekken. Ook jij kan met hulp van een simpel voorwerp of object een nieuwe vriend fabriceren. - De leerlingen kiezen een simpel voorwerp uit de klas of brengen het mee van thuis. Met een eenvoudige bloem- of kookpot kan je een prima resultaat behalen. - Met behulp van eenvoudig knutselmateriaal wekken ze het voorwerp tot leven (oogjes, haren, mond, enz.). - Daarna geven ze hun vriend een naam. De leerlingen gaan in duo’s op een rustig plekje zitten. Ze brengen elk hun object tot leven en geven ze een stem. Ze kunnen per twee de fantasiefiguren met elkaar laten praten, net zoals in de film. (De stemmen moeten ze natuurlijk zelf doen.) Wat zeggen ze tegen elkaar? Hoe praten ze? Hoe bewegen ze? Je kunt eventueel afsluiten met een presentatie van de zelf gemaakte figuurtjes. Elke leerling stelt zijn of haar ‘nieuwe vriend’ voor aan de klas.
P 21
Inhoudelijke thema’s Thema: Terug naar toen Vroeger was alles beter? Leve de nostalgie! Knoester speelt zich af aan het einde van de jaren 60. Maar het lijkt alsof we nog verder terug duiken in de tijd, alsof de tijd heeft stil gestaan op het Noorse platteland. De dorpswinkel katapulteert je terug naar oma’s jeugdjaren. De volwassen kijkers kunnen genieten van het idyllische pre-elektronische tijdperk. Voor de jeugdige kijker is het leuk om te zien hoe het vroeger was. Alles ziet er anders uit. Waar zijn de computers en gsm’s? Voor de laatste nieuwtjes moet je de radio aanzetten en alle dorpsbewoner verzamelen rond een van de zeldzame televisies in het dorp voor het koninklijk huwelijk: de prins en prinses van Noorwegen gaan trouwen. Knoester en Berkelientje zijn niet de enigen die hun liefde officieel maken…
De dorpswinkel is een prachtige locatie: een heerlijke plek vol spulletjes uit lang vervlogen tijden. De winkelier is trots om zijn klanten de allernieuwste koopwaar te kunnen aanbieden. Moeder slaat iedereen met verstomming wanneer ze in de eerste KNOESTERfilm een baantje neemt als verkoopster in de winkel. Het was in die tijd niet evident dat moeders mee instonden voor de kostwinning. Moeders moesten thuis voor hun kinderen zorgen. Misschien geeft KNOESTER EN BERKELIENTJE je het idee dat vroeger alles beter was. Die ‘heimwee naar vroeger’ noemen we ‘nostalgie’. De KNOESTERfilms zijn nostalgisch: het lijkt alsof enkel vroeger de kinderen vrijuit door de bossen konden rennen en alsof er nog geen grote problemen bestonden. Zo’n illusie hoort bij de betoverende kracht van cinema.
P 23
Vragen en opdrachten over vroeger (en nu) Is er in de buurt van de school een dorps- of buurtwinkel? Breng eens een bezoekje. Lijkt jullie kruidenierswinkel op de winkel in Juniors dorp? Ga op zoek naar wat er anders is. Zijn sommige dingen onveranderd gebleven? Hoe zit het met de koopwaar, de bediening, de kassa? Weet je nog wat er in de winkel uit de film allemaal te koop werd aangeboden? Het lijkt alsof je bij Junior in het dorp in één winkel terecht kon voor alle mogelijke koopwaar. Tegenwoordig zijn winkels veel meer gespecialiseerd: elektrische apparaten koop je in de elektroshop, eten koop je in de voedingswinkel. Ga na welke winkels er allemaal bij jou in de wijk of in het dorp zijn. Maar een lijstje voor welke producten je terecht kan in welke winkel. - Weet je wanneer de film zich afspeelt? Hoe zie je dat de film zich in het verleden afspeelt? Is dat lang geleden? Hoe lang precies? (Reken maar uit: de film speelt zich af in 1968.) Was jij toen al geboren? Waren je ouders toen al geboren? Je grootouders? - In de film zie je een aantal typische dingen uit die tijd (transistorradio, de kassa in de winkel, enz.). Ga thuis – of eventueel bij oma en
P 24
opa – op zoek naar voorwerpen uit die tijd (bvb ouderwetse telefoon, elpee, typemachine,...)Worden deze dingen nog gebruikt? Waardoor zijn ze eventueel vervangen? Waar kun je vandaag nog zulke spullen kopen? Is er bij jullie in het dorp of in de buurt een kringloopwinkel? Plan eventueel een bezoek aan de kringloopwinkel. Je kan tussen de spullen op zoek gaan naar voorwerpen uit de tijd van KNOESTER. Wat vind je zoal tussen het aanbod? Ga eens na waar al die spullen vandaan komen. Hoe komt de kringloopwinkel aan z’n koopwaar? Is er voor elk wat wils in de kringloopwinkel? - Het hele dorp kijkt samen naar de televisie. Dat was vroeger heel normaal. Vraag eens aan je opa en oma of zij zich nog herinneren hoe (hoe vaak?) ze naar de televisie keken. Wanneer zagen ze voor het eerst televisie? Kunnen ze zich de eerste uitzending nog herinneren? Was het kleuren of zwart/wit televisie? - Hoeveel televisies, computers en telefoons hebben jullie thuis? Vraag eens aan mama en papa hoe dat was toen zij jong waren. - Heb je nog een foto van je mama / papa / oma / opa als kind? Zien ze er uit zoals de kinderen vandaag? Vergelijk (bvb kledij, kapsel,...): wat is er veranderd?
Thema: Knoester en Berkelientje er hangt liefde in de lucht Tussen Knoester en Berkelientje is het liefde op het eerste gezicht. Maar dat wil Knoester niet toegeven. Net zoals altijd moet Knoester hier onder woorden brengen wat Junior zelf niet kan of durft… In de eerste film noemde hij Tiny al “zijn prinses”. Maar jongetjes spelen niet met meisjes. Junior vindt het vre-
selijk ingewikkeld. Gelukkig komen Junior en Knoester tot dezelfde conclusie: zonder de (ge)liefde kunnen ze niet leven. Martin Lund, de regisseur van KNOESTER EN BERKELIENTJE: “Mensen horen samen te zijn. Iemand om je leven mee te delen, vast te houden, iemand om lief te hebben. Als mensen van elkaar gescheiden worden, zullen ze tot het uiterste gaan om weer verenigd te worden. Daarover gaat KNOESTER EN BERKELIENTJE. Iemand missen, de zoektocht naar een geliefde en gewoon het belang van samen zijn”
P 25
Filmtips
De liefde lijkt overal! Tussen twee takjes, tussen Junior en Tiny, tussen papa en mama en ook zelfs tussen de prins en de prinses van Noorwegen. Er zijn veel soorten liefde: er is de liefde tussen Juniors familieleden (al zijn ze het niet altijd met elkaar eens, toch zie je dat ze gek zijn op elkaar), broederliefde, de liefde van Junior voor zijn ouders, de vriendschappelijk liefde voor de timmerman,… Voor het jonge publiek is dit een ernstig en herkenbaar thema. Want ook kleuters en kinderen ervaren verliefdheid, hoewel op een heel andere manier dan volwassenen. Voor meer informatie: http://www. opvoedadvies.nl/kleuterverliefd. htm.
P 26
Het koninklijk huwelijk Op 29 augustus 1968 trouwt kroonprins Harald met Sonja Haraldsen. Dat zien we in de film. Het is een groot spektakel. Het paar had 9 jaar moeten wachten op toestemming omdat Sonja Haraldsen geen prinses was maar een ‘gewone’ burger. Dat was toen heel ongewoon. Koninklijke bruiloften zijn ook in deze tijd nog erg populair. Denk maar aan het huwelijk tussen Prins William en (burgermeisje) Kate Middleton. De hele wereld keek mee naar de plechtigheid, die live te volgen was op de televisie. Zulke sprookjeshuwelijken blijven tot de verbeelding spreken. Dromen we er allemaal stiekem van om een prins of prinses te zijn?
Voor volwassenen zijn er heel veel films over verliefdheid en relaties. In kinderfilms komt het onderwerp minder vaak aan bod. Toch zijn er ook films voor het jonge publiek die de liefde op een heel mooie manier in beeld brengen. Denk maar aan… - FIETSMUG& DANSMUG (Denemarken, Jannik Hastrup): Romantiek voor de allerkleinsten. Iedereen smelt bij het zien van twee verliefde muggen. - POLLEKE (Nederland, Ineke Houtman): Een mooi verhaal voor iets oudere kinderen over de liefde tussen de Nederlandse Polleke en de Marokkaanse Mimoun. - SHREK (V.S., Andrew Adamson): Een dolkomisch verhaal over een onmogelijke liefde. Als de vlinders fladderen in je buik, dan zie je het mooie dwars doorheen alle lelijkheid. - GNOMEO EN JULIET (V.S., Kelly Asbury): Het eeuwenoude Romeo & Julia verhaal verteld door de ogen van een stel tuinkabouters.
P 27
Vragen & Opdrachten Liefde is… - Knoester is verliefd op Berkelientje. Op wie zou Junior verliefd zijn? - Waarom zegt Knoester dat hij Berkelientje stom vindt? - Vind je het moeilijk om toe te geven dat je op iemand verliefd bent? Of dat iemand op jou verliefd is? - Waarom trouwen mensen? Hoe kun je zien dat iemand getrouwd is? Zijn jouw ouders getrouwd? Wil jij later trouwen? Waarom wel / niet? Waarom is trouwen zo bijzonder? - Waarom is het extra bijzonder als een prins en een prinses met elkaar trouwen? Heb je dat wel eens op tv gezien?
Stellingenspel Ben je het met de stelling eens of niet? Nadat de stelling is voorgelezen, krijgen de leerlingen eventjes bedenktijd. Op het teken van de leerkracht blijven de leerlingen zitten (eens) of gaan ze staan (oneens). Als je wilt voorkomen dat leerlingen elkaars keuze beïnvloeden, kan je ook werken met rode en groene kaartjes. Elke leerling heeft een ‘eens’ en ‘oneens’ kaartje. Als iedereen heeft gekozen, mag er niet meer van kant gewis-
P 28
seld worden. De stelling wordt nu klassikaal besproken. - Verliefdheid is iets voor meisjes. - Kinderen kunnen niet verliefd zijn. - Iedereen houdt van zichzelf. - Liefde is voor altijd. - Liefde is lastig. - Verliefd zijn is leuk. - Verliefd zijn is spannend.
Lieve Berkelientje, Sommige mensen kunnen het wel uitzingen als ze verliefd zijn, anderen zijn wat ingetogener en schrijven hun gevoelens neer in een dagboek of in een gedicht. Liefdesgedichten hoeven niet altijd zoetsappig te zijn. Je hebt ook stoere, grappige of verdrietige gedichten. Probeer eens een liefdesgedicht te schrijven. Je mag zelf kiezen voor wie het gedicht is. Het kan voor een geheime liefde zijn, of voor de meester of juf, maar het kan net zo goed voor je huisdier of voor je favoriete knuffel zijn. Bedenk dat je je gedicht aan niemand hoéft te laten lezen; je kunt het ook gewoon voor jezelf schrijven. Ben je op niemand, dan kan je een gedicht over Knoester en Berkelientje schrijven: ‘Jij bent niet zomaar een takje…’
MISSCHIEN… Er zit een kriebeltje in mij, Het floebert in mijn benen. Een kriebeltje, heel raar, Het kietelt aan mijn tenen. Het maakt een dansje in mijn maag. Het jeukt een beetje bij mijn kraag. Moet ik naar de dokter toe? Ik heb geen koorts of pijn… Mama zegt dat het misschien de liefde wel kan zijn (Mieke van Hooft)
P 29
Thema: Wie is er nu gemeen? “Ik ben in de war. Eerst was ze aardig want ze bracht ons naar het ziekenhuis. Maar toen we dachten dat ze moeder had aangereden, was ze gemeen. Maar ze heeft moeder niet aangereden en nu is ze weer aardig. Dus wie is er nu gemeen?” Het is heel ingewikkeld. Hoe kan je weten of iemand gemeen is? Misschien ben je zelf wel gemeen. De automonteur begrijpt er ook niets meer van: “Iedereen denkt dat ik gemeen ben. Dat maakt het heel moeilijk om aardig te doen. Dus ben ik maar gemeen (…) maar ik hoor niet bij de gemenerds.” Is ze gemeen of niet? Later in de film stelt Junior zichzelf dezelfde vraag: is hij een slecht mens en moet hij naar de gevangenis? De film gaat grote kindervragen niet uit de weg: Wat is goed? Wat is slecht? Aardig, gemeen, stom… hoe zit dat nu precies? Daar hebben de volwassenen jammer genoeg ook niet altijd een antwoord op. Juniors vader vraagt zich af of hij niet te streng is geweest voor zijn zoon. Hij stelt zichzelf in vraag. Het is een sterk punt van deze film dat volwassen niet altijd gelijk hebben en het soms ook niet weten. Want op sommige vragen zijn er meerdere antwoorden.
P 30
Filosoferen met kinderen Wil je dieper op het onderwerp ingaan, dan is het boek ‘Wat is goed, wat is kwaad’ (van Oscar Brenifier) een aanrader. Dit mooi geïllustreerd boek is een prima leidraad om dieper in te gaan op bepaalde (filosofische en ethische) onderwerpen. Een voorbeeld van zo’n stelling: ‘Moet je altijd gehoorzamen aan je ouders?’ Je kan eender welke vraag gebruiken als startvraag voor een filosofisch gesprek met kleuters of jonge kinderen. Bvb naar aanleiding van deze film: - Hoe weet je of je gemeen doet of niet? - Mag je soms gemeen doen? - Ben je een slecht mens als je iets stout doet? - Is het mogelijk dat jij de dingen soms beter weet dan de volwassenen? -… Je kan zo’n startvraag voor een filosofisch gesprek naar de kinderen toe verwoorden als ‘een denkvraag’. In het gesprek is geen enkele vraag of geen enkel antwoord fout. Het gaat erom de kinderen te laten nadenken en hun gedachten te leren verwoorden: Waarom denk je dat? Is iedereen het daar mee eens? Wie denkt er anders over? Kan je een voorbeeld geven? Is dat altijd zo?
Je kan verschillende vragen stellen met verschillend doelen. - Om iets te verduidelijken: Wat bedoel je daarmee? Kan je een voorbeeld geven? - Om argumenten en redenering te ontled: Waarom denk je dat? Waarom zou dat zo zijn? Hoe weet jij dat? - Om te controleren of de andere kinderen het correct begrepen hebben: Weet jij hier ook een voorbeeld van? Denk jij er ook zo over? - Om hen te laten reflecteren over hun eigen mening en die van anderen: Wie denkt er anders over? Het is belangrijk om tot slot het
gesprek te evalueren: Wat weten we nu? Wat hebben we ontdekt? Tips - Vestig de aandacht op het om de beurt praten en het luisteren naar elkaar. - Probeer de kinderen te laten verder bouwen op elkaars gedachten. - Help de kinderen om een eigen standpunt in te nemen, maar dat indien nodig ook te herzien en/of bij te sturen - Stimuleer de kinderen om met elkaar in gesprek te gaan. Hou je als gespreksleider eerder op de achtergrond.
P 31
Thema: De Noorse Natuur Junior woont in een dorpje op het Noorse platteland. Noorwegen is veel groter en uitgestrekter dan België. Helemaal alleen en ongestoord rent Junior door de bossen en velden. Je zou bijna denken dat er nauwelijks mensen wonen. Wanneer de dorpelingen toestromen om naar het koninklijk huwelijk te kijken, is het de eerste keer dat we zoveel mensen verzameld zien. De film besteedt weinig aandacht aan de mensen rondom Junior. We zien alleen de dingen die hij ziet; zo krijgt Junior al onze aandacht. Wanneer Junior door de natuur rent, lijkt het alsof we er zelf bij zijn.
Opdrachten Plattegrond Door middel van een plattegrond reconstrueren de leerlingen op creatieve wijze de filmische ruimte. Elke leerling tekent of schildert een fictieve plattegrond van het dorp. Er kan ook voor gekozen worden om één grote plattegrond te maken. Bespreek van te voren wat een plattegrond is en hoe deze eruit kan zien. Samen kan je een lijst opstellen van zaken die op de plattegrond kunnen komen, bvb het
P 32
huis van Junior, het huis van de timmerman, het ziekenhuis, wegen, bos en heide. Als de plattegrond klaar is, kan je enkele routes bedenken (en aanduiden) die Junior tijdens zijn avonturen heeft afgelegd, bvb van zijn huis naar het hospitaal,… Zo komt de film echt tot leven.
Het bos in Junior woont midden in de natuur. Het bos is naast de deur. Wat een luxe! De film kan een leuke voorbereiding zijn op een uitstapje naar het bos. De kinderen kunnen zelf Knoesters en Berkelientjes zoeken in het bos. Zien ze nog objecten die op levende wezens lijken?
Een Mega Knoester Knoester is een stokje. Maar in het bos zijn er ook langere stokken en takken te vinden. Sommige wandelaars gebruiken een stok (of ‘staf’) om op te steunen. Zoek zelf een bruikbare wandelstok in het bos: je wordt er minder moe van en het is handig om struikgewas weg te duwen. Misschien vind je wel een konijnenhol (of een kabouterkolonie). De stokken kunnen je helpen om met jonge kinderen begrippen te benoemen. Er zijn grote / kleine takken. Of dikke / dunne. De ene tak hangt hoger / lager dan de andere. Er is levend / dood hout, kromme / rechte takken,…
Het leeft
Knuffel eens een boom
Ook als de takken niet praten, zit een boom toch vol leven. Net zoals er bloed door de aderen van de mens stroomt, zit een boom vol met sap. Als je met een stethoscoop aan de schors luistert (liefst van een berk, beuk of es), hoor je het in de boom bewegen, kraken en knarsen. Een boom heeft ook een leeftijd. Als een boom omgezaagd is, ontdek je de jaarringen in het hout. Daaruit kan je aflezen hoe oud de boom geworden is.
Sommige mensen houden ervan om bomen te knuffelen. Ze geloven dat je er energie van krijgt. Bomen geven ons zuurstof… maar misschien geven ze ons ook wel kracht. Het klinkt gek, maar je kan het gerust zelf proberen. Kies niet de eerste de beste boom maar zoek er eentje die je aanspreekt. En dan maar knuffelen! Lekker?
P 33
Beeldtaal: focus op beeldbewerking Regisseur Martin Lund is er in geslaagd om van KNOESTER EN BERKELIENTJE best een spannende film te maken. Door de juiste montage en muziek krijgt hij de kijkers soms op het topje van hun stoel. Je leeft enorm mee met de avonturen van Junior en Knoester en vergeet bijna dat je naar een film zit te kijken…. Tot de regisseur je zelf weer wakker schudt en met absurde, gekke of verrassende beelden even uit het verhaal haalt. Het lijkt wel of hij een paar keer wil zeggen: “het is allemaal niet echt hoor, het is maar een film waar je naar kijkt”. De filmmaker gebruikt hiervoor telkens een leuk effect of beeldbewerking.
Beeldbewerking 1: Wanneer mama na haar werkdag terug naar huis fietst, voel je al snel dat er iets heel spannends te gebeuren staat. Ze let niet echt goed en lijkt met haar gedachten al thuis te zijn, maar we zien ook duidelijk dat haar rem elk moment kan doorschieten en dan duikt er achter de bocht plots een auto op… Net dan begint het beeld letterlijk te draaien. Steeds sneller en sneller. Als een tol. Je wordt er zelf een beetje duizelig van. Als het draaien stopt, staat het beeld op zijn kop. Een superspannend fragment eindigt op een leuke, grappige en verrassende manier. Je wordt even “wakker geschud”.
P 35
Opdracht: Weet je nog wat er precies gebeurde in onderstaand fragment? En wat was er zo speciaal of anders aan het beeld? Je vindt de foto’s ook in bijlage.
Beeldbewerking 2: Junior en Tiny gaan samen op zoek naar de auto die Juniors mama aanreed. Diegene wiens knipperlicht beschadigd is, die moet het wel gedaan hebben. En om zo veel mogelijk auto’s te onderzoeken, besluiten ze flensjes te verkopen aan elke voorbijrijdende chauffeur. Een goeie list zo blijkt, want bijna iedereen stopt. De regisseur kan natuurlijk niet alle auto’s even lang tonen. Dan zou de film wel eens heel lang-
P 36
dradig en vervelend kunnen worden. En intussen ben je ook nog benieuwd naar wat er gebeurt tussen Knoester en Berkelientje. Om het allemaal wat sneller te laten gaan en het ook leuk te maken om naar te kijken, bedacht de filmmaker een leuk trucje. Hij deelt het grote scherm op in allemaal kleine vakjes, waarin hij telkens weer iets anders laat zien.
Wat gebeurt er? Karstens mama vergat in alle haast haar dure zonnebril bij de automonteur. Die wil hem teruggeven aan de dame. Ze stopt even later aan de winkel en waant zich met zo een chique bril heel even een echte filmster. Ze laat haar blonde lokken wapperen in de wind. Welke beeldbewerking? Het beeld krijgt een sepia-kleur waardoor het lijkt alsof je naar een oude film zit te kijken. Films met nog “echte filmsterren” en “zwoele vrouwen” zoals Marilyn Monroe.
Wat gebeurt er? Junior botst met zijn fiets op een grote steen en vliegt door de lucht. Welke beeldbewerking? Wanneer Knoester en Junior door de lucht vliegen, vertraagd het beeld. “We zullen helaas een noodlanding moeten maken…”, spreekt Knoester ons toe.
Regisseur Martin Lund heeft een grote voorliefde voor Westerns. Dat zie en hoor je heel duidelijk in deze film. Telkens Junior en Karsten elkaar ontmoeten hoor je typische westerns-muziek op de achtergrond. De 2 bekijken elkaar ook telkens met wat toegeknepen ogen, stappen heel traagjes met O-benen over de stoffige grond. Klaar om elk
moment een duel aan te gaan… of dat gevoel wil de maker van de film tenminste overbrengen. Vraagjes: Wie weet wat een western is? Welke elementen uit dit genre vond je terug in KNOESTER & BERKELIENTJE?
P 37
OEFENINGEN ROND BEELDBEWERKING: OEFENING 1: Deze oefening is een leuke opdracht om het begrip beeldbewerking te verduidelijken. Verzamel een aantal tijdschriften, stiften, balpennen, potloden, scharen en lijm. Elk kind zoekt 3 foto’s uit de tijdschriften, scheurt ze uit en legt ze voor zich neer. Foto 1 bevat het beeld van een persoon, foto 2 van een mooi langschap, foto 3 is een foto naar keuze. - Opdracht 1: verander op foto 1 iets aan het kapsel van de persoon, bv. Door er iets bij te tekenen, in te kleuren,… met stift of balpen. Knip de persoon uit en plaats hem in foto 2. - Opdracht 2: uit de 3e foto kies je één elementje. Knip het uit en plaats dit ook op de foto van het landschap. Zo krijg je een heel andere foto, met misschien wel een heel andere betekenis.
bewerkingsprogramma nodig. Er zijn heel wat freeware (gratis) programma’s beschikbaar waarmee je op een eenvoudige manier aan de slag kan. Laat de kinderen in kleine groepjes werken zodat iedereen aan bod kan komen. Laat hen eerst een foto nemen die ze dan inladen op de computer om vervolgens zelf te experimenteren. OEFENING 3: Eenvoudige trucjes met de camera. Ook met een digitale video-camera (of met je digitaal foto-toestel op ‘video’-modus) kan je kinderen makkelijk zijarts of onderste boven in beeld brengen. En hoe kunnen we kinderen in een glas toveren? (Door met diepte te spelen kan je kinderen in een glas toveren. Plaats het glas zo dicht mogelijk bij de camera. Het kind zelf gaat net veraf staan.)
OEFENING 2: Beeldbewerking via beeldbewerkingsprogramma’s. In deze oefening gaan we aan de slag met de computer en beeldbewerkingsprogramma’s. We kunnen bvb. de kleur van een foto wijzigen, een foto kleiner of groter maken of we kunnen 2 foto’s samenvoegen tot één nieuwe, een tekening maken op onze foto en nog veel meer. Om dit te doen heb je een beeld-
P 38
P 39
Andere aspecten van de beeldtaal Wat is film? In KNOESTER EN BERKELIENTJE zien we dat bewegende beelden (televisie) vroeger – nog niet zo lang geleden – een echte sensatie waren. Vijftig jaar geleden hadden de meeste mensen nog geen televisie en op het Noorse platteland vind je niet zomaar een bioscoop. Net zoals de mama van Junior luisterden de mensen naar de radio. Dat is moeilijk voor te stellen. Wij zijn het zo gewend om te kijken naar bewegende beelden; we doen het altijd en overal: thuis, met de bus op schoolreis, in de wachtkamer van de dokter, terwijl we op de metro staan te wachten,… Weten we eigenlijk wel hoe film ‘werkt’? Wat zien we echt als we in de bioscoop zitten?
Test je kennis eens met een korte quiz: - 1000 jaar geleden gingen mensen al naar de bioscoop GOED OF FOUT - Eerst was er televisie daarna film GOED OF FOUT
en
- Vroeger dachten mensen dat film kijken gevaarlijk was GOED OF FOUT Films worden gemaakt met een fototoestel GOED OF FOUT - Een stomme film is film zonder geluid GOED OF FOUT
een
(antwoorden: fout, fout, goed, fout, goed)
P 41
Wist je dat… - De oudste foto die bewaard is gebleven in 1826 gemaakt werd? Dat is bijna 200 jaar geleden. - De eerste echte filmvoorstelling in 1895 in Parijs plaats vond? - Mensen aanvankelijk geloofden dat filmbeelden ‘echt’ waren en wegrenden omdat ze dachten dat er een trein op hen afkwam of dat er iemand op hen schoot? - Er bij de eerste films nog geen geluid was? Dat werd ‘stomme’ (= stille) film genoemd. Meestal stond er een piano in de bioscoop. Een pianist speelde tijdens de film toepasselijke muziek in de zaal.
De film beweegt? Als we naar een film kijken, lijkt het net of we naar bewegende beelden kijken. Maar eigenlijk beweegt er niets. Film is een razendsnelle opeenvolging van foto’s. Voor 1 seconde film hebben we al 24 beeldjes (foto’s) nodig. Hoe kan het dat we toch beweging zien als het allemaal stilstaande beelden zijn? Dat komt omdat onze ogen traag zijn. Kijk maar eens in een lamp en sluit daarna je ogen. Je blijft een lichtvlek zien. Het beeld blijft nog een poosje hangen. Dat heet ‘het nabeeld’. Als we veel beelden na elkaar zien, lijkt het – dankzij dat nabeeld op onze trage ogen – één vloeiende
P 42
beweging. In de 19e eeuw, voordat er sprake was van films, werd er al druk geëxperimenteerd met allerlei wonderlijke apparaten, de voorlopers van film.
Thaumatroop Een van zulke apparaten is de thaumatroop. Dat is een ronde schijf met aan elke kant een verschillende tekening. Als je de thaumatroop snel heen en weer draait, komen de twee plaatjes samen. Aan de ene kant teken je bijvoorbeeld een bloem en aan de andere kant een bij. Als je de thaumatroop snel beweegt, lijkt het alsof de bij op de bloem zit. In bijlage vind je een prototype van de thaumatoop met Knoester en Berkelientje erop. - Kopieer deze op dik papier. - Kleur de tekeningen in. - Knip ze uit. - Plak ze tegen elkaar. (Zorg ervoor dat de plaatjes ondersteboven tegenover elkaar staan!) - Maak gaatjes in de zijkant met een perforator. - Doe er aan beide kanten elastiekjes door. - En dan… draaien maar!
Flipboekje Een andere manier om leerlingen de illusie van beweging te laten ontdekken is met het flipboekje. In dit boekje staat op elke bladzijde een tekening die een heel
klein beetje afwijkt van de vorige tekening. Als je met je duim heel snel langs de bladzijden gaat, lijkt het net of de tekeningen tot leven komen. Zo maken kinderen kennis met de magie van bewegende beelden, zonder dat er ingewikkeld apparaten aan te pas komen. Als je geen flipboekje hebt, kun je er ook zelf een maken met de leerlingen. Op het internet zijn tal van voorbeelden te vinden.
Flashback In KNOESTER EN BERKELIENTJE zie je flashbacks. Dat wil zeggen: een filmfragment dat terugkeert in de tijd. In het echte leven is dat niet mogelijk, maar in films kan alles! Zo’n flashback is heel handig om een gebeurtenis in het heden uit te leggen aan de hand van wat er aan vooraf ging. Zo zien we een flashback van mama’s fietsongeluk. Haar remmen doen het niet en ze knalt tegen een stilstaande auto op, zonder dat de bestuurder het merkt. Van geen kwaad bewust rijdt de chauffeur weg terwijl mama nog in de berm ligt. Die flashback geeft ons meer informatie over het ongeluk. Een flashback is dus een stukje verhaal dat eerst wordt weggelaten en later weer wordt toegevoegd. Zoals een verloren puzzelstukje. Zo wordt de film extra spannend. We vragen ons steeds af of we het puzzelstukje nog zullen vinden…
Dankzij een film kunnen we in iemands hoofd kijken. Niet echt natuurlijk! Maar als een personage aan ‘vroeger’ denkt, dan kan de film die gedachten ook tonen, bvb via een flashback. Soms worden daarvoor beelden gebruikt die we eerder in de film al zagen. Net zoals in KNOESTER EN BERKELIENTJE. Aan het eind van de film denkt Junior terug aan alles wat hij heeft meegemaakt en aan de mensen en dingen waar hij om geeft: mama, papa, Tiny, Phillip, de fiets… We kijken ‘in zijn hoofd’ en zien wat belangrijk is voor hem. Zo leren we Junior beter kennen en begrijpen we waarom hij bepaalde dingen doet (zoals weglopen van huis). We leven met hem mee. Flashbacks zijn er dus om films leuker, spannender en begrijpelijker te maken.
P 43
Bibliografie - Mieke van Hoofd: ‘Ik ben op jou’, Lannoo - Bernadette Theulet-Luzie: ‘Creaties voor groepen’, Casterman 2006 - Valérie Tracqui & Christian Bouchardy: ‘Natuurgids voor kinderen. In het bos’, Deltas - Eliza Romeijn-Peeters & Hilde De Weirdt: ‘ De boom in. Een groen doeboek voor ravotters, speurneuzen en knutselaars’, Davidsfonds - Marion Challier & Lou Jeunet: ‘Camera loopt… actie’, Sesam Junior Lannoo, - Oscar Brenifier: ‘Wat is goed, wat is kwaad?’, Davidsfonds/infodok - Lessen in het donker: infopakket ‘film’ voor lager onderwijs - Ingebeeld: inleiding fundament
P 45
Fiche voor de leerlingen Ben je klaar voor een nieuwe ontmoeting met oude bekende Junior en zijn vriend Knoester, de pratende tak? Mama heeft een fietsongeluk en belandt in het ziekenhuis. Junior vermoedt meteen dat er meer aan de hand is. Samen met zijn vriendinnetje Tiny en haar twijgje Berkelientje gaat de kleine speurder op zoek naar bewijsmateriaal. Het wordt niet eenvoudig om de schuldige van mama’s gebroken ribben te vinden. Alles zit tegen. Zelfs de fiets van z’n dromen wordt net voor Juniors neus weggekocht. Ondertussen wordt een nerveuze Knoester hopeloos verliefd op Berkelientje…
Er werden intussen al 3 films gemaakt over Knoester. In de eerste film verhuist Junior met zijn familie naar het platteland. Net wanneer hij zich gaat vervelen… valt Knoester uit de boom! Zo maken ze kennis met elkaar. In KNOESTER EN BERKELIENTJE zijn er speurneuzen aan het werk. In de 3de film uit de reeks krijgen Knoester en Berkelientje en baby. Net zoals Junior… die vindt een baby, zomaar op straat.
Junior wil zo graag de mooie rode fiets hebben die in de dorpswinkel te koop staat. Mama, die in de winkel werkt, maakt een spaarpot voor Junior. Telkens hij in de winkel helpt, krijgt hij daarvoor een spaarcent. Fietsen zien er tegenwoordig een beetje anders uit dan in Knoesters tijd. En je hebt fietsen in allerlei soorten en maten. Probeer eens zoveel mogelijk soorten fietsen op te sommen.
Bestaat Knoester echt? Natuurlijk! Iedereen in het dorp kan hem zien en weet dat hij Juniors trouwe speelkameraad is. Maar praten of bewegen doet hij nooit als er anderen in de buurt zijn. Dat doet hij enkel wanneer hij alleen is met Junior. Dan geeft hij een stem aan Juniors angsten en twijfels. Wat Junior zelf niet durft zeggen, krijgen we uit de mond van Knoester te horen.
Net zoals Knoester en Junior lijkt ook Berkelientje een beetje op haar ‘baasje’. Ze is minstens even grappig en stoer als Tiny. Kijk maar hoe gek ze er uitziet als ze een snor opplakt.
Junior woont in een dorpje op het Noorse platteland. Noorwegen is veel groter en uitgestrekter dan België. Helemaal alleen en ongestoord rent Junior door de bossen en velden. Je zou bijna denken dat er nauwelijks mensen wonen. De film besteedt weinig aandacht aan de mensen rondom Junior. We zien alleen de dingen die hij ziet; zo krijgt Junior al onze aandacht. Wanneer Junior door de natuur rent, lijkt het alsof we er zelf bij zijn.
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage