jekino EDUCATIE
Rafiki
Rafiki
Inhoudstafel Filmfiche _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 4
Synopsis
Technische kaart
Film en educatie…
Voor je naar de film vertrekt…
... in het vertoningcircuit van Lessen in het donker, in het kader van Filmfestival Open Doek, ter gelegenheid van een workshop verzorgd door Jekino of van een film in de klas... Het medium film kreeg een plaats in het lessenpakket van heel wat scholen, daarom zorgen wij graag voor een degelijke programmatie en pedagogische omkadering. We maken jaarlijks een pittige selectie van een 30-tal films uit het afgelopen seizoen, organiseren op heel wat plaatsen vertoningen en zorgen voor kant-enklare lesmappen voor een boeiende verwerking in de klas. Daarbij spelen we in op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. In elke lesmap streven we naar een filmtechnische en inhoudelijke benadering van de film en focussen we op één filmterm.
Reacties verzamelen bij de leerlingen _ _ _ _ _ _ _ _ _ 7
jekino EDUCATIE
P2
Verhaal _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 11
Verantwoording
Happy end?
Meisjesfilm?
Personages_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 15 Thema: Vriendschap _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 19 Thema: Feesten _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 23 www.jekino.be www.opendoek.be www.lesseninhetdonker.be
Thema: Help! Ik moet spreken voor de klas! _ _ _ _ _ 25 Thema: Vluchtelingen_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 27
Op de vlucht…
Achtergrondinfo vluchtelingen en asielzoekers
Een Belgisch voorbeeld
Beeldtaal: Focus op het scenario _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 37
Online filmfiche! Doelgroep RAFIKI: aanbevolen vanaf 8 jaar
De 5 ‘W’ Vragen
Surf naar www.filmfiches.be en laat je (sterren)mening achter bij de film die je zag. De fiches zijn een digitale, meer visuele uitdieping van deze lesmap met trailers, foto’s en achtergrondinfo.
Een scenario bestaat uit…
Hoe ziet een scenario eruit?
Aan de slag: Maak je eigen scenario
Wie heeft RAFIKI gemaakt? _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 43 Bibliografie_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 44 Bijlage: Affiche_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 45 Fiche voor de leerlingen _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 46
P3
Filmfiche Synopsis Julie, Mette en Naisha zijn beste vriendinnen, voor altijd. Ze amuseren zich samen met sleeën en sneeuwballen gooien. Tot Naisha op een dag verdwijnt zonder een spoor na te laten... behalve een papiertje waarop in onzichtbare inkt een adres in de hoofdstad staat geschreven. Daar zijn Naisha en haar moeder ondergedoken omdat ze geen verblijfsvergunning kregen. Julie’s vader is politieagent. Wanneer hij het adres ontdekt, zit er voor Julie en Mette niets anders op dan hun vriendin op te sporen en te waarschuwen. Die zoektocht is niet zonder gevaar. Stiekem nemen ze de nachttrein naar de stad. Zullen ze op tijd komen om hun beste vriendin te redden?
Noorwegen, 2009, 79 min. Speelfilm in kleuren, Nederlands gesproken
P4
Het is belangrijk dat kinderen op voorhand weten welke film ze gaan bekijken. Je kan de context van het verhaal schetsen en hen eventueel de affiche van de film tonen. Hierop staan de belangrijkste personages uit de film afgebeeld. (De affiche vind je – in kleine versie – ook in bijlage.) Wat valt op aan de affiche? Wat vertelt ze over de film? Er staan drie meisjes op. Het gebeurt niet zo vaak dat enkel meisjes de hoofdrol spelen in een film. Spijtig, want ook meisjes hebben recht op (film)heldinnen. Toch zijn deze drie meisjes geen echte heldinnen. Het zijn ‘gewone’ meisjes… maar ze zijn wel heel dapper. Ze hebben er alles voor over om hun vriendschap te redden wanneer die in gevaar is. RAFIKI is dus een film over vriendschap. Wie vind er vriendschap belangrijk? Wat zou jij er voor over hebben om jouw beste vriend(in) te helpen? De meisjes in de film hebben er héél veel voor over!
Technische kaart Originele titel: Bestevenner Regie: Christian Lo Scenario: Morten Hovland Fotografie: Bjørn Stăle Bratberg Muziek: Eirik Myhr Producer: Trine Aadalen Lo voor Filmbin Production Company
Voor je naar de film vertrekt
Met o.a. Julie Mette Naisha Papa Salome
Live Marie Runde Regine Stokkevăg Eide Ado Johanna Girirpio Jonathan Espolin Johnson Terese Mungai
Ook het feest van Sankta Lucia – dat in de film gevierd wordt – is typisch Noors. Op 13 december wordt dit ‘feest van het licht’ gevierd met witte kleren, kaarsjes en een optocht. In elk dorp wordt een ‘Sint Lucia’ gekozen. Dat zie je ook in de film. De film kaart ook een actueel thema aan: asielzoekers. Het is de moeite om even te schetsen wat dat betekent. De kinderen hoeven niet de details van deze problematiek te kennen, maar moeten begrijpen waarom Naisha en haar moeder in de film op de vlucht gaan. Hun asielaanvraag werd geweigerd en ze moeten het land verlaten. Maar ze horen hier thuis en willen niet vertrekken. Daarom vluchten ze. Ook in België zijn er asielzoekers. De film bevat ook een sleutelscène die zich afspeelt in het parlement. Ook daarbij kan even een context geschetst worden: het is de plaats waar ‘ministers’ verzamelen om het land te besturen. Er zitten heel veel belangrijke mensen bij elkaar. Veel kijkplezier!
De film speelt zich af in Noorwegen. In de winter ligt er in dat land veel sneeuw. Het is niet eenvoudig om te filmen in de sneeuw. Maar dat had de regisseur er voor over, want als je wilt vertellen over het leven van Noorse kinderen, dan is sneeuw onmisbaar: elk Noors kind houdt van sleetje rijden!
Distributeur: Jekino www.jekino.be/rafiki
P5
Reacties verzamelen bij de leerlingen Vlak na de vertoning willen toeschouwers vaak hun eerste indrukken kwijt; iedereen heeft nood aan een ontladingsmoment. Het is niet aangewezen om nu al diep in te gaan op de bedenkingen van het publiek. Maar misschien kan je hun belangrijkste bemerkingen noteren en er later klassikaal dieper op in gaan. Enkele eenvoudige vragen kunnen helpen om ‘stoom af te laten’: Hoe vond je de film? Was het verhaal grappig / droevig / saai / spannend / stom / ontroerend / flauw / griezelig /...? Waarom? Heb je het verhaal goed begrepen? Wie kan het verhaal in 5 zinnen navertellen (maak een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken)? Zijn er zaken die je niet begreep? Heb je begrepen waarom Naisha en haar mama op de vlucht gingen voor de politie? Wat vind jij daarvan? Welk moment vond jij het leukst? Wie waren de belangrijkste personages? Ken je hun naam nog? Wie vond jij het leukste personage uit de film? Vind jij de 3 vriendinnen moedig? Zou jij hetzelfde doen voor jouw vriend(in)? Wat zou ‘rafiki’ betekenen? Had je verwacht dat het zo zou aflopen? Vond je dat het verhaal goed afliep?Waarom (niet)? Kan je deze film aanraden aan je vriend(inn)en? Je ouders? Aan wie zou je deze film willen laten zien?
P7
De 5 ‘W’ Vragen Je kan het verhaal kort samenvatten door een antwoord te geven op de 5 ‘W’-vragen: 1. Over WIE gaat het verhaal? 2. WAAR speelt het verhaal zich af? 3. WANNEER speelt het verhaal zich af? 4. Over WAT gaat het verhaal? 5. WAAROM (of waardoor) krijgt het verhaal een bepaalde wending? Je kan de letter W op het bord schrijven en de kinderen zelf de vraag(woorden) laten zoeken aan de hand van deze beginletter. Als het wat stroef verloopt, kan een voorbeeld hen eventueel op weg helpen. Laat de kinderen vervolgens de vragen beantwoorden. Zo brengen ze alle belangrijke verhalende elementen uit de film overzichtelijk samen.
P8
P9
Verhaal Julia, Mette en Naisha wonen in een dorpje in Noorwegen. Ze zijn beste vriendinnen, voor altijd. Rafiki! De meisjes sleeën, gooien sneeuwballen en hebben samen veel plezier. Maar zelfs dikke vriendinnen maken wel eens ruzie. Omdat Julie niet voor de klas durft te spreken, willen Mette en Naisha haar helpen. Maar Julie voelt zich in het nauw gedreven en wordt boos: ze maakt de Sankta Lucia kroon van Naisha stuk. Daar heeft ze later spijt van… ’s Avonds hoort Julie haar papa – die politieagent is – praten over Naisha en haar moeder Salome. Hun asielaanvraag is afgewezen en ze worden het land uitgezet. Julie wil hen waarschuwen, maar komt te laat: ze zijn al gevlucht voor de politie. De volgende dag op school blijft Naisha’s plaats leeg. Mette en Julie missen haar heel erg. Gelukkig heeft Naisha een geheime boodschap achtergelaten: ze is naar Oslo gevlucht. Maar vader ontdekt Julie’s geheim. Wat verschrikkelijk! Want papa zal proberen om Naisha en haar mama te arresteren. Gelukkig is Mette er ook nog. Zij kan Julie overhalen om naar Oslo te gaan en Naisha te waarschuwen dat de politie hen op het spoor is.
De vriendinnen zijn weer samen, maar niet voor lang. Samen met Naisha en haar mama moeten ze rennen voor de politie. Ze verschuilen zich in de grote bibliotheek van Oslo. Dankzij ‘kletskous’ Mette ontdekt Naisha dat Julie het onderduikadres aan papa heeft ‘verraden’. Julie loopt weg, Salome gaat haar achterna en op dat moment wordt ze hardhandig door de politie gearresteerd. Julie’s papa staat er bij en doet niets. Julie rent weg. Ze wil niet met haar politiepapa mee naar huis. Eenzaam zwerft Julie door de stad. Het is donker en koud. Maar de ‘peptalk’ van de kerstman – “Je moet alles doen om je wensen in vervulling te laten gaan” – doet wonderen. Julie keert terug naar de bibliotheek. Mette en Naisha zijn dolblij om haar weer te zien. Rafiki! Julie heeft zelfs een plan: “praten met mensen die de beslissingen nemen”. De volgende dag glippen ze naar binnen in het parlement. Ze worden ontmaskerd (hun foto staat in de krant) en bijna gevat, maar Julie krijgen ze niet te pakken. Plots staat ze voor een volle zaal, met een microfoon voor haar neus. Julie, die
P 11
niet eens hardop in de klas durft te spreken… Zal ze ditmaal wel praten? De ministers worden ongeduldig… tot ze haar angst overwint. Ze houdt een krachtige speech, die zelfs op tv wordt uitgezonden. Iedereen is supertrots op de verlegen Julie. Behalve de bevoegde minister… hij is niet onder de indruk. Hoewel… Julie’s toespraak heeft een discussie op gang gebracht en de minister staat onder zware druk. Hij besluit zijn beslissing te herzien. Op de avond van het Sankta Luciafeest keert Naisha terug. Rafiki! De drie vriendinnen zijn weer samen. Misschien wel voor altijd.....
Verantwoording:
Als zelfs de kerstman niet helpen kan… RAFIKI speelt zich wel af in de kerstperiode, maar het is geen sprookjesachtige kerstfilm. Daarvoor is het verhaal veel te realistisch. Magie kan Naisha niet redden; de kerstman kan geen wonderen verrichten. De meisjes moeten zélf hun problemen oplossen. Ze gaan tot het uiterste – zelfs tot in het parlement – om hun vriendschap te redden. Ondanks het ernstige thema is RAFIKI een feel-good-film. De wilskracht, het optimisme en het plezier van de drie meisjes is enorm; hun vriendschap is ijzersterk. De nachttrein naar Oslo, griezelig? Helemaal niet, ze draaien er hun hand
P 12
niet voor om. Vluchten voor de politie, eng? Nee hoor, gewoon hard wegrennen. De nacht doorbrengen in de bibliotheek, vervelend? Hoe kom je erbij? Lekker veel ruimte om verstoppertje te spelen… Behalve spreken in het openbaar, dat doet Julie niet zomaar. Dat heeft ze nooit gedurfd. Enkel vriendschap kan haar die kracht geven: wanneer ze naar het medaillon van Naisha’s kijkt, overwint ze haar angst en spreekt de ministers toe. Julie’s overwinning betekent nieuwe hoop voor Naisha en Salome.
Happy end? Krijgt de film eigenlijk een happy end? Niet echt… maar we mogen wel hopen op een goede toekomst voor Naisha en haar moeder. Regisseur Christian Lo: “In werkelijkheid krijgen de meeste gevallen geen happy end. De kinderen in RAFIKI ervaren al de pijn van het verlies en het afscheid. Maar we bleven trouw aan ons motto dat een jong publiek altijd recht heeft op hoop. Naima’s probleem wordt niet opgelost; ze krijgt te horen dat haar zaak heropend wordt. Er is dus hoop.”
gendeel. Op de affiche (zie bijlage) accentueren we de jongensachtige elementen: een trein, een sneeuwballengevecht,… Eenmaal we de jongens in de zaal hebben, weten we dat ze de film net zo leuk zullen vinden. Tijdens de testscreenings zagen we hen een beetje onhandig proberen hun tranen te verbergen.”
Opdracht Maak twee kolommen op het bord. In één kolom schrijf je de elementen uit de film die zouden veranderen als de jongens het voor het zeggen hadden. In de andere kolom schrijf je de zaken die ongewijzigd blijven.
Vragen voor de leerlingen Zou de film er anders hebben uitgezien met drie jongens in de hoofdrol? Bespreek met de klas wat de jongens anders gedaan zouden hebben. - Hoe gaan zij met vriendschap om? - Zouden zij ook ‘Rafiki’ tegen elkaar zeggen? - Hebben ze ook een medaillon of hebben ze andere manieren om hun vriendschap te tonen? Bekijk de affiche. Besluit je op basis hiervan dat RAFIKI een ‘meisjesfilm’ is? Welke zijn de elementen op de affiche die de meisjes aanspreken? Waar voelen de jongens zich door aangetrokken? Hoe belangrijk is een affiche om je keuze voor een film te bepalen?
Meisjesfilm? In RAFIKI spelen drie meisjes de hoofdrol. Is het daarom een meisjesfilm? Producente Trine Aadalen Lo: “De film werd nooit gepolijst in die richting. We concentreerden ons niet op het meisjesachtige, inte-
P 13
Personages Mette, Naisha en Julie zijn gewone meisjes, zoals je ze op straat of op school ontmoet. Ze beschikken niet over buitengewone krachten, het zijn geen superheldinnen, maar heel herkenbare, ‘gewone’ meiden met hun typische goede en minder goede kantjes.
Julie Julie is heel verlegen. Haar vrienden en familie proberen haar te helpen, maar dat heeft een averechts effect. Ze krijgt er zelfs ruzie door met haar vriendinnen. Later wil ze politieagent worden, net als papa. Maar ze vindt zichzelf niet moedig genoeg. Ze is niet zoals Naisha, die alles durft zeggen. Toch blijkt Julie later in de film erg dapper. Voor Naisha doet ze alles, zelfs datgene waar ze zo vreselijk bang voor is: spreken voor een groep.
Bovendien komt de gehoorzame Julie op die manier ook in opstand tegen haar vader. Ze neemt haar lot (en dat van Naisha) in eigen handen. Christian Lo: “Julia worstelt met een dilemma: de voorschriften en wetten van papa volgen, of haar hart volgen?”
Naisha Naisha is de stoerste van het drietal. Zo neemt het op tegen de buurman ‘kannibaal’ om Mette en Julie te redden. Naisha heeft al heel wat meegemaakt en woont nu met haar moeder in een asielcentrum. Ze zijn gevlucht uit een Afrikaans land, maar wonen al jaren in Noorwegen en zijn daar goed geïntegreerd. Ze zijn niet van plan zich het land te laten uitzetten, zelfs als dat betekent dat ze moeten onderduiken. Ze wanhoopt niet wanneer Salome wordt gearresteerd, maar blijft positief.
P 15
Mette Mette is een grappig meisje dat soms te veel praat. Met haar enthousiasme weet ze overal iets leuks van te maken. Net als Julie en Naisha vindt ze hun vriendschap heel belangrijk. Ze is de motor achter het plan om naar Oslo te gaan. Christian Lo: “Mette zorgt voor de komische noot. Ze is heel ambitieus en is zich nauwelijks bewust van haar grenzen en limieten.
Papa Politieman Julie’s vader is ‘streng maar rechtvaardig’. Hij is politieman en wil zijn werk goed doen, ook als dat betekent dat hij de vriendin van zijn dochter moet arresteren. Toch is hij geen boeman. Christian Lo: “Om die politieman meer menselijk te maken, lieten we hem de regels een klein beetje naar zijn hand zetten.” Het is duidelijk dat hij het beste wil voor zijn dochter. Hij is heel bezorgd wanneer ze wegloopt en glundert van trots tijdens Julie’s toespraak in het parlement. Christian Lo: “Ik herinner me hoezeer ik het als kind haatte wanneer de slechteriken in een film geridiculiseerd werden. Een regisseur die zo werkt, gelooft niet in z’n eigen drama. Voor kinderen is de situatie veel meer bedreigend wanneer de volwassenen ook ‘echt’ zijn.”
P 16
Wat zou jij gedaan hebben?
Vragen voor de leerlingen
Het is niet makkelijk voor Julie om een papa te hebben die politieman is. Ook voor hem is het niet eenvoudig: hij moet zijn werk doen, maar hij wil zijn dochter niet kwetsen. De scène waarin Julie het briefje met het adres van Naisha aan haar vader moet geven, kan een interessant uitgangspunt zijn voor een discussie of rollenspel. Wat vinden de leerlingen van het gedrag van Julie’s vader? En van Julie? Enkele vragen om de discussie op gang te brengen:
- Doet Julie alles wat haar vader zegt? Wanneer niet? Wanneer wel? - Weet je nog wat Julie later worden wil? Is ze daarvoor een geschikte persoon, volgens jou? - Waar wonen Naisha en haar mama? Hoe zie je dat? - Waar komt Naisha vandaan? Wat kom je daarover precies te weten in de film? - Hoe praat Naisha over haar vader? Wat vertelt ze over hem? Wat leer je daaruit over haar verleden en over haar karakter? - Mette is niet snel bang. Hoe wordt dat duidelijk? - Als jij in de film zou mogen spelen, wie zou je dan willen zijn? Waarom? Op wie van de 3 vriendinnen lijk jij het meest? Ben je een flapuit, een durfal of eerder het stilste lid van de club? Denken jouw vriendinnen daar ook zo over? - Wie van het drietal zou jij graag als beste vriendin hebben?
- Waarom wil papa het briefje zo graag hebben? - Wat vind jij ervan dat Julie het briefje aan haar papa geeft? Kon ze het ook weigeren? Wat had jij gedaan in haar plaats? - Julie’s papa vraagt het briefje omdat hij politieman is. Begrijp je dat? Of vind je dat hij het niet had mogen vragen? - Doet Julie’s papa gewoon zijn werk of verraadt hij Naisha?
P 17
Thema: Vriendschap Christian Lo: “Ik wou een film maken over een vriend hebben, een vriend verliezen en alles doen om die vriend terug te krijgen. Een film over vriendschap en moed en over vechten voor datgene waarin je gelooft.” Vriendinnen voor het leven? Julie, Mette en Naisha liggen in de sneeuw. Sneeuwvlokjes dwarrelen uit de lucht. Naisha zegt dat ze een wens mogen doen en Julie wenst dat ze voor altijd vriendinnen zouden blijven. Het is dit soort naïef optimistische geloof in vriendschap dat de kinderen helpt om bergen te verzetten. Mette, Naisha en Julie zijn niet zomaar vriendinnen. Ze zijn vrienden voor het leven! Dat nemen ze heel serieus. Christian Lo: “In de ogen van kinderen is elke vriendschap voor altijd. Volwassenen weten dat dit in werkelijkheid niet zo is. Maar ik vind dat kinderen dat geloof levendig moeten houden. Zweer niet af wat belangrijk is voor jou.”
Ruzie Vriendschap verloopt niet altijd vlekkeloos. Ruzie maken hoort er ook bij. Een ruzie of meningsverschil hoeft niet het einde van een vriendschap te betekenen. Zo raken Julie en Naisha tot twee maal toe met elkaar in conflict: over het Sankta Lucia-feest en over het geheime briefje. Maar na elke heftige uitbarsting praten de meisjes hun ruzie uit en bieden elkaar hun excuses aan. Door op een positieve manier met de ruzie om te gaan, verslapt hun vriendschap niet maar wordt ze misschien zelfs sterker.
P 19
Vragen aan de leerlingen - Waarom is Julie boos op Naisha? Waarom is Naisha later boos op Julie? - Had je al ooit ruzie met je beste vriend(in)? Wil je vertellen waarom? Hoe voelde jij je toen? Hoe hebben jullie het opgelost? Wat heb je er uit geleerd? - Kan ruzie maken een vriendschap ook versterken? Waarom (niet)? - Hoe tonen de vriendinnen hun vriendschap? Aan elkaar? Aan anderen? - Wat is vriendschap? Kan vriendschap ‘voor altijd’ zijn? - Heb jij een beste vriend(in)? Heb je liefst heel veel vriendinnen of verkies je één of twee heel goede vriendinnen? - Julie’s vader vindt zijn plicht belangrijker dan de vriendschap van zijn dochter. Beseffen jouw ouders hoe belangrijk vrienden voor jou zijn? - Hoe probeer jij om “er altijd te zijn” voor jouw beste vriend(in)? Wat zou jij allemaal voor je best vriend(in) doen? - Kunnen jongens en meisjes ooit beste vrienden worden met elkaar?
Stellingenspel Eens of oneens?
De leerkracht leest een stelling voor over vriendschap. Het is belangrijk dat de leerlingen even na denken over de stelling. Daarna moeten ze een kant kiezen. Zijn ze het eens met de stelling dan gaan ze aan de
P 20
linkerkant van de klas staan, zijn ze het niet eens dan kiezen ze voor de rechterkant. Ter verduidelijking kan op de linkerkant van het bord ‘eens’ geschreven worden en op de rechterkant ‘oneens’. Eenmaal gekozen, wordt er niet meer gewisseld. De leerlingen mogen hun keuze toelichten en met elkaar over de stelling discussiëren. Stellingen: - Vriendschap is typisch iets voor meisjes. - Ik vertel alles aan mijn beste vriend(in). - Ik word nooit boos op mijn vrienden. - Vrienden heb je voor heel het leven, zoals familie. - Ruzie betekent het einde van de vriendschap. - Voor elk probleem is er een oplossing. (deze lijst met stellingen kan naar believen verder aangevuld en uitgebreid worden)
met scoutsgroepen in de Afrikaanse landen Congo, Rwanda en Burundi (www.rafikiscouts.be). - Rafi.ki is een wereldwijd uitwisselingsproject tussen scholen. Je kan leerstof uitwisselen met scholen overal ter wereld en veilig contact leggen met leerlingen en leraars via internetconferenties en forums (www.rafi.ki). Web-tips
Opdracht RAFIKI vertelt over de avonturen van drie boezemvriendinnen. Lijkt het je leuk om ook over jou en jouw 1 of 2 beste vriend(inn)en een film te maken. Ontwerp dan alvast een affiche voor die film. Jullie namen vormen de titel van de film, bijvoorbeeld EMMA, SIEN EN LOTTE of SEPPE EN DRIES. Zet de titel duidelijk zichtbaar op de affiche en verwerk in het ontwerp (tekening, collage, foto, …) ook enkele elementen uit het verhaal.
De kinder- en jongerentelefoon (102) heeft een prima website waar je terecht kan met al je vragen over vriendschap, over ruzie maken met je vriend(inn)en en hoe je het weer goed kunt maken: http://www.kjt. org/thema/vriendschapenruzie/forum. Op http://www.kidsgids.be/ vind je nog meer informatie over vriendschap. Is het vriendschap of liefde? Wat doe je wanneer een vriend iets ernstigs overkomt? Hoe kan je een ruzie weer bijleggen?
Wat betekent ‘Rafiki’? In de film kom je niet precies te weten wat ‘Rafiki’ betekent. Het woord komt uit het Swahili. Dat is een Afrikaanse taal. Rafiki betekent ‘vriend’ of ‘kameraad’. Heb je het woord al eerder gehoord? Dat zou kunnen… - In de tekenfilm THE LION KING komt er een wijze aap voor die Rafiki heet. - De Vlaamse Scouts & Gidsen hebben een samenwerkingsproject
P 21
Thema: Feesten Sankta Lucia
Elke dag feest?
Kerstmis staat al voor de deur, maar in RAFIKI moet eerst nog Sankta Lucia gevierd worden. Elke cultuur, elk land heeft zijn eigen feesten en feestdagen. Sommige daarvan zijn godsdienstig, andere niet. In Scandinavië (o.a. in Zweden en Noorwegen) wordt het lichtfeest gevierd ter ere van de heilige Lucia. Op 13 december komen de meisjes vroeg in de morgen in witte kleding en met kaarsjes (of lichtjes) op hun hoofd hun ouders wekken. Ze brengen saffraanbroodjes en zingen Lucia-liedjes. Er worden Lucia-optochten gehouden in scholen, ziekenhuizen en kantoren, maar ook door de straten van de stad. In elk dorp wordt een Sankta Lucia verkozen, die in de optocht door een heleboel meisjes en sterrenjongetjes wordt gevolgd. Ze houden allemaal een kaars in de hand en zingen hun Lucia-liedjes.
Halloween, Koninginnedag, het Suikerfeest, Sinterklaas, Heldendag, Chanoeka... Het is (bijna) elke dag feest, ergens op de wereld. - Welke feestdagen kennen de kinderen allemaal? Wat wordt er gevierd ? Door wie? Hoe wordt het gevierd? Wanneer? - Wat is jouw lievelingsfeest? Waarom? - Zijn er kinderen in de klas die uit een ander land komen? Welke feesten worden er bij hen gevierd? Vieren ze die ook hier nog? Hoe? Opdracht: Bedenk zelf een feest…dag Elke aanleiding is goed om feest te vieren. Je kan van alles een feestdag maken, bijvoorbeeld het herfstfeest (om te vieren dat de blaadjes van de bomen vallen) of nationale computerdag (leve de computerspelletjes).
P 23
Bedenk zelf een feestdag. Hoe heet jouw feestdag? Wat wordt er gevierd? Hoe? Laat elke leerling zijn eigen feest op een briefje schrijven, met een korte uitleg. Doe alle briefjes in een doos. Elke ochtend trekt een leerling een briefje en leest het voor. Die dag wordt dan bijvoorbeeld uitgeroepen tot... dinodag (om te vieren dat we niet door dinosaurussen opgepeuzeld kunnen worden). Zo is het elke dag feest!
Variatie: elke leerling schrijft een woord of begrip op een papiertje. Die worden in een grote trommel gedaan, waaruit iedereen een kaartje trekt. Dan pas leg je de opdracht uit: rond dit woord moet er een feestdag worden bedacht, waar de leerling een passende uitleg bij moet bedenken. Waarom is het de moeite om dit feest te vieren? Hoe zou je dit kunnen vieren? Wat zou daarvoor de geschikte moment zijn? Op welke manier zou het huis bij die gelegenheid versierd kunnen worden?
Thema: Help! Ik moet spreken voor de klas! Sommige kinderen (en volwassenen) vinden het eng om voor een groep te spreken. Julie vindt het echt vreselijk; ze durft in de klas zelfs niet te antwoorden op een vraag. Zelfs als ze het antwoord weet, is ze te verlegen om het hardop te zeggen. Niemand kan verklaren waarom ze dat zo erg vindt. De film kan een goede gelegenheid zijn om met de klas te praten over verlegenheid en over spreken voor een groep. Als er een veilige sfeer gecreëerd wordt, laten misschien zelfs de stille leerlingen ook van zich horen. Herinner de leerlingen nog eens aan een van de belangrijkste scènes in de film: wat Julie kan, kunnen zij ook. Misschien kunnen onderstaande vragen richting geven aan het gesprek: - Waarom zegt Julie niets als ze voor de klas moet spreken? Waarom zou ze zo bang zijn? Heb jij dat ook wel eens? - Was je verrast dat Julie het hele parlement toesprak? Zou jij dat durven? - Viel het Julie mee? Of tegen? Hoe weet je dat?
P 24
- Is ze nog bang om de Sankta Lucia presentatie te doen? Hoe zie je dat? - Ben jij wel eens zenuwachtig voor een spreekbeurt? - Ben je bang om uitgelachen te worden? Bang om iets raars te zeggen of te doen? - Is dat wel eens gebeurd? Hoe probeerde je toen jezelf te redden?
Tips tips tips * Het helpt om je spreekbeurt thuis al een keer te oefenen. Schakel je ouders, broers, zussen, huisdieren in en doe je verhaal. Je kunt natuurlijk ook gewoon voor de spiegel oefenen. Een goede voorbereiding helpt echt tegen de zenuwen. * Zorg dat je kleding aan hebt die lekker zit. Dus die dag trek je niet die kriebeltrui aan of die broek die altijd afzakt. Trek iets aan waarin jij je goed voelt. * Iedereen vindt het spannend om voor een groep te spreken. Jij bent niet de enige die het eng vindt. Waarschijnlijk worstelen ook je klasgenoten met hun zenuwen,
P 25
maar kunnen zij het beter verbergen. Zelfs de juf of meester zijn daar zenuwachtig voor. Vraag hen eens hoe hun eerste schooldag verliep… * Besef dat wat jij te zeggen hebt, even waardevol is als wat al je klasgenoten vertellen. Jouw stem is even belangrijk als de hunne. En zij zijn al zo vaak aan het woord… * Vraag aan de leerkracht of je een spiekbriefje mag gebruiken. Leg het probleem uit. Als je de belangrijkste woorden van je spreekbeurt op een briefje schrijft, hoef je niet bang te zijn dat je vergeet wat je moet zeggen. Je leest niets af, maar je kan wel snel even spieken.
* Misschien weet je tijdens het spreken niet goed wat je met je handen moet doen. Soms helpt het als je iets kan vasthouden. Probeer het met een balpen of potlood. Maar doe het onopvallend: als je bijvoorbeeld je balpen gaat aan- en uitklikken, zal dat het publiek storen. * Hoe vaker je iets doet, hoe makkelijker het wordt. Echt waar! Weet je nog hoe moeilijk het was om te fietsen zonder zijwieltjes of om te skeeleren? ‘Oefening baart kunst…’ Dat klopt! Als je vaker spreekt voor de klas, zal het steeds makkelijker gaan. Doorzetten dus!
Thema: Vluchtelingen
* Adem! Vergeet niet te ademen. Vooral wanneer we zenuwachtig zijn, ademen we niet goed. Jammer, want van diep ademhalen, word je rustig. Leg 5 minuten voor je spreekbeurt je handen op je buik en adem langzaam uit. Daarna adem je natuurlijk weer in, dat gaat vanzelf. Doe dit een paar keer, dan kun je al je zenuwen naar buiten blazen.
RAFIKI kaart een actueel probleem aan: mensen die wegtrekken uit hun land, vluchtelingen, asielzoekers, illegalen,… een moeilijk te ontwarren kluwen van begrippen. - De onderstaande tekst (die je kan verspreiden onder de leerlingen) probeert enkele van deze begrippen aan kinderen te verklaren.
P 26
- In de daaropvolgende tekst van de organisatie Vluchtelingenwerk Vlaanderen (www.vluchtelingenwerk.be) vind je correcte informatie over de vluchtelingenprocedure. - Op basis van een krantenartikel uit 2008 gaan we dieper in op een voorbeeld uit eigen land.
P 27
Op de vlucht… Mensen kunnen om veel redenen vluchten uit hun land: oorlog, armoede, ruzie met de mensen die het land besturen,… Ze gaan op zoek naar een betere plek om te leven. Net zoals Naisha en Salome. Een vluchteling trekt weg uit zijn land omdat zijn leven in gevaar is. Hij is bang om gestraft te worden omdat hij een andere huidskleur heeft dan de meeste van zijn landgenoten. Of omdat hij in een andere god gelooft. Of omdat hij het niet eens is met de president (de baas van het land). Of omdat hij bij een volk hoort dat niet welkom is in zijn land. Of omdat er een oorlog aan de gang is. Daarom vlucht hij weg naar een ander land. Daar vraagt hij ‘asiel’ aan: hij vraagt toestemming om in dat nieuwe land te komen wonen. In elk land zijn er mensen die kunnen beslissen of je die toestemming krijgt. We weten niet waar Naisha precies vandaan komt. “Ergens” uit Afrika… Maar we begrijpen dat het leven in haar land gevaarlijk is. Haar vader werd door soldaten meegenomen en is verdwenen. Vermoord? Naisha herinnert zich hoe bang ze was toen er geschoten werd. Naisha en Salome vluchtten naar Noorwegen en vroegen asiel aan. Ze werden ‘asielzoekers’: ze durven niet terugkeren naar hun land en vragen of ze in Noorwegen mogen blijven. Ook in België zijn er asielzoekers. Het kan lang duren voor er wordt beslist of ze in ons land mogen blijven. Intussen moeten ze een plek hebben om te wonen. Daarom krijgen ze eten en onderdak in een ‘asielcentrum’. (Is er bij jou in de buurt een asielcentrum?) Het leven in een asielcentrum bestaat vooral uit wachten. Ze mogen niet gaan werken, maar de kinderen moeten wel naar school.
— 28 —
Na lang vergaderen, komt de beslissing. Soms vindt de regering het goed dat de mensen in België blijven. Dan krijgen ze een verblijfsvergunning. Dat is een papier waarop staat dat ze hier mogen wonen. Daarmee kunnen ze op zoek naar een huis en naar werk. Maar veel asielzoekers mogen niet in België blijven. De politie stuurt hen het land uit. Soms vluchten ze en proberen stiekem in België te blijven. Maar zonder vergunning kunnen ze geen huis en geen werk vinden. Soms leven ze op straat. Sommige gezinnen wonen hier al heel lang wanneer ze terug moeten naar hun land. Vaak gaan de kinderen hier naar school en hebben vriendjes. Soms zijn ze de taal van hun vaderland al vergeten. Het is vreselijk wanneer ze plots uit België worden weggestuurd. Naisha en Salome zijn al jaren in Noorwegen. Ze wonen in een asielcentrum. Naisha spreekt Noors. Ze gaat naar school en heeft vriendinnetjes. Toch moet ze Noorwegen verlaten en alles achterlaten. Dat wil ze niet! Daarom verbergen ze zich in de grote stad. De politie vindt Salome. Ze slaan haar in de boeien. Ze is ‘illegaal’: ze mag niet in Noorwegen blijven en wordt ‘uitgewezen’. Met het vliegtuig zal ze worden teruggebracht naar Afrika. Dan beslist de minister dat Naisha en haar moeder een nieuwe kans krijgen. Voorlopig mogen ze in Noorwegen blijven.
— 29 —
Vragen voor de leerlingen - Naisha en haar mama zijn op de vlucht. In het journaal hoor je vaak over ‘vluchtelingen’. Wat zouden volgende woorden betekenen: asielzoeker, vluchteling, asielcentrum, illegaal,…? - Julie houdt een toespraak in het parlement. Wat is het parlement? Wie ‘zetelt’ er in het parlement? - Hoe lang wonen Naisha en haar mama al in Noorwegen? Naisha spreekt Noors en gaat in Noorwegen naar school. Toch moet ze het land verlaten? Hoe kan dat? Wat vind je daarvan? - Waarom verbergen ze zich voor de politie? - Waarom zouden Naisha en Salome gevlucht zijn uit hun land in Afrika? Kun jij bedenken om welke redenen mensen zoal wegvluchten uit hun land? - Vind je dat alle vluchtelingen welkom zijn in België en hier mogen wonen? Waarom (niet)? - Stel je voor: jij moet wegvluchten uit België en een nieuw leven beginnen in een ander land. Hoe zou je dat vinden? Er werden al mooie films gemaakt over jonge vluchtelingen en asielzoekers in Europa. KIDZ IN DA HOOD (Zweedse speelfilm van Ylva Gustavsson & Catti Edfeldt, 2006) Amina, 6 jaar, woont in Zweden, maar eigenlijk ook niet... Ze heeft
P 30
geen verblijfsvergunning. Wanneer opa sterft, logeert ze bij Johan, een wilde rocker die in een troosteloze buitenwijk woont. Johan kan nauwelijks voor zichzelf zorgen. Op dezelfde verdieping woont ook Mirre, een streetwise kind. Amina en Mirre worden vrienden en samen vechten ze ervoor dat Amina in Zweden én bij Johan kan blijven. HOPPET (Zweedse speelfilm van Petter Naes, 2007) In een bergdorp in Koerdistan oefent Azad, een talentvol hoogspringer tje. Zijn broer Tigris staat hem bij met goede raad. Op een dag vliegen bommenwerpers over de bergen; de jongens ontsnappen ternauwernood aan een bombardement. In het spoor van enkele landgenoten gaan ze op de vlucht en belanden in Zweden. Daar wachten hen veel problemen: ze zijn er niet welkom en Tigris weigert te praten. Azad blijft hardnekkig trainen. Misschien komt dankzij zijn hoogspringtalent alles weer op z’n pootjes terecht...
Achtergrondinfo vluchtelingen en asielzoekers Gebaseerd op teksten van Vluchtelingenwerk Vlaanderen (www. vluchtelingenwerk.be) Mensen kunnen om heel uiteenlopende redenen vluchten uit hun thuisland: vanwege politieke vervolging, oorlog, armoede of omdat ze er geen perspectieven meer hebben,… Ze gaan dan op zoek naar een betere plaats om te leven. Soms is dat een buurland, soms leggen ze een lange reis af. Naisha is samen met haar mama gevlucht, waarschijnlijk voor oorlog of politieke onrusten. Haar vader is verdwenen sinds hij door soldaten werd meegenomen. Vermoedelijk werd hij vermoord. Naisha herinnert zich nog hoe bang ze was toen als er geschoten werd. Naisha en Salome kwamen in Noorwegen terecht en vroegen daar asiel aan. Ze werden ‘asielzoekers’. Dat betekent dat hun leven in gevaar is als ze terugkeren naar hun thuisland en dat ze in Noorwegen bescherming vragen tegen het onrecht dat ze in hun thuisland moesten ondergaan. Wat men verstaat onder ‘vluchteling’ wordt nauwkeurig bepaald in de Conventie van Genève (1951). Volgens dit verdrag geldt als vluch-
teling “elke persoon die zijn land ontvlucht uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn of haar ras, godsdienst, nationaliteit, politieke overtuiging of het behoren tot een bepaalde sociale groep en die zich bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit.” Ook mensen die vluchten voor oorlog kunnen als vluchteling erkend worden. Sommige mensen trekken weg uit hun land omwille van armoede, dus om economische redenen. Zij worden doorgaans niet erkend als vluchteling. Vluchtelingen zijn asielzoekers wiens asielaanvraag wordt goedgekeurd. Asielzoekers worden tijdens hun asielprocedure opgevangen door Fedasil, in een centrum van Fedasil zelf, in een lokaal opvanginitiatief van een OCMW of in centra van het Rode Kruis of een niet-gouvernementele organisatie zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen.
Asiel aanvragen Sinds juni 2007 kent België een nieuwe, vereenvoudigde asielprocedure die maximaal één jaar in beslag mag nemen. Tijdens deze periode mogen de asielzoekers in België blijven. Ze krijgen materiële hulp, maar geen financiële steun en ze mogen niet werken. Hun leven bestaat vooral uit wachten. Kinderen van asielzoekers gaan wel verplicht naar school.
P 31
Ook zij hebben deze omslachtige procedure doorlopen. Tijdens de behandeling van hun asielaanvraag verblijven ze in een opvangcentrum in een Noors dorpje. Daar zijn ze volledig geïntegreerd: Naisha spreekt vlot Noors, gaat naar school en heeft vriendinnen. Dan wordt hun asielaanvraag geweigerd… Naisha en haar moeder worden gedwongen Noorwegen te verlaten en alles achter te laten wat ze hebben opgebouwd. asielcentra van Fedasil http://www.fedasil.be/home/list
De procedure: - De asielaanvraag moet geregistreerd worden bij de Dienst Vreemdelingenzaken. Daar moet een vragenlijst ingevuld worden over de motieven voor de asielaanvraag en de mogelijkheden om terug te keren naar het thuisland. - De asielaanvraag wordt onderzocht door het CommissariaatGeneraal voor Vluchtelingen en Staatlozen. Zij beslissen of de asielzoeker als vluchteling kan worden erkend. In dat geval krijgt hij een permanente verblijfsvergunning. Daarmee kan hij op zoek naar een woning en naar werk. Bij een negatieve beslissing, zijn er nog 2 mogelijkheden: - De asielzoeker gaat in beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. - Uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen in beroep gaan bij de Raad van State. P 32
asielcentra van het Rode Kruis http://www.fedasil.be/home/centres_redcross
De meeste asielzoekers worden niet als vluchteling erkend en moeten dus het Belgisch grondgebied verlaten. Sommigen vertrekken op eigen initiatief, anderen worden gedwongen gerepatrieerd en nog anderen verdwijnen in de illegaliteit. Als een uitgeprocedeerde asielzoeker na vijf dagen nog in België verblijft, kan de politie hem oppakken en in een gesloten centrum opsluiten. Vanuit daaruit kan hij worden gerepatrieerd. Omdat de asielprocedure zoveel tijd in beslag neemt, gebeurt het vaak dat volledig geïntegreerde gezinnen toch moeten terugkeren naar hun land van herkomst. Soms werden de kinderen zelfs hier geboren of spreken ze de taal van hun moederland niet meer. Naisha en Salome zijn asielzoekers.
Illegaliteit Wanneer asielzoekers zijn uitgeprocedeerd, moeten ze naar hun land terugkeren. Soms wil hun vaderland hen evenwel niet meer wil toelaten. Dan blijven ze vaak toch in het land waar ze asiel aanvroegen en leven in onzekerheid over hun status en toekomst. Soms wagen ze hun geluk in een ander land of kiezen voor de illegaliteit. Dat betekent dat ze geen enkel recht hebben, niet kunnen werken en soms zelfs op straat moeten leven. Wanneer Naisha en Salome door de overheid verplicht worden om naar hun vaderland terug te keren, kiezen ze ervoor om te ‘verdwijnen’. Als de politie hen vindt, zullen ze gedwongen gerepatrieerd worden. Ze duiken onder. Wanneer de politie Salome op straat ziet, wordt ze meteen in de boeien geslagen, als een misdadiger. Ze is immers illegaal in Noorwegen.
Een wonder? Uitgeprocedeerd betekent meestal ‘einde verhaal’. Een heel enkele keer wordt de procedure toch herzien, wanneer de asielzoeker zijn vaderland niet binnen mag. Ze kunnen dan tijdelijk blijven om humanitaire redenen of krijgen het subsidiaire beschermingsstatuut toegewezen (voor personen die in hun thuisland bedreigd worden door bvb doodstraf, foltering of onmenselijke behandeling). Maar dat is een zeldzaamheid. En het wachten en de onzekerheid blijven al die tijd ondraaglijk. Uitgeprocedeerde asielzoekers die in de illegaliteit leven, raken daar zelden nog uit. Geen rooskleurig beeld! Er komt veel kritiek op de mensonterende situatie waarin asielzoekers leven. Bovendien zijn er speciale wetten die minderjarige asielzoekers beschermen. In RAFIKI zet de mediastorm de minister onder druk met emotionele én rationele argumenten. Iedereen heeft immers recht op een menswaardig bestaan. Mette en Julie hopen dat Naisha en Salome legaal in Noorwegen kunnen blijven. Niemand weet hoe groot die kans is. Voorlopig zullen ze – net als zo vele (uitgeprocedeerde) asielzoekers – in angst en onzekerheid leven.
P 33
Een Belgisch voorbeeld Christian Lo: “Het scenario van RAFIKI is geïnspireerd op een krantenartikel. Ik wou dat verhaal absoluut vertellen omdat het deel uitmaakt van het leven van hedendaagse kinderen.” En inderdaad, ook in België is dit een reële situatie. Regelmatig kan je soortgelijke verhalen lezen in de pers. We pikten er het verhaal uit van de Armeense familie Simonyan. Misschien hebben jullie zelf op school een gelijkaardig geval meegemaakt. Bespreek, op basis van dit krantenartikel, hoe leerlingen en leerkrachten op zo’n situatie kunnen reageren
Petitie voor uitgewezen gezin (Uit Het Nieuwsblad 11/01/2008)
kel Nederlands kunnen schrijven. In Armenië moeten ze dus een grote achterstand ophalen.’
SCHERPENHEUVEL - Het gezin Simonyan uit Schoonderbuken bij Scherpenheuvel kreeg te horen dat het na 8 jaar België moet verlaten. De school van de 3 kinderen reageert met een petitie. ‘De kinderen spreken en schrijven perfect Nederlands maar geen Armeens.’
Karo Simonyan haspelde zijn volledige lagere school af in Schoonderbuken. Nu zit hij in het zesde leerjaar. ‘Ik heb hier intussen heel wat vriendjes’, vertelt hij. ‘Het feit dat we nu weer terug moeten naar Armenië, vind ik helemaal niet leuk. Ook mijn klasgenootjes vinden het allemaal heel erg. Ik voetbal al enkele jaren bij KVV Scherpenheuvel. Daar zijn ze nog niet van het nieuws op de hoogte. Het is immers winterstop.’
De sfeer in de Vrije Basisschool Sint-Jozefsschool van Schoonderbuken is deze dagen erg bedrukt. ‘Maandagavond belde de papa van Karo, Alina en Garnik Simonyan mij op,’ vertelt de directrice. ‘Hij vertelde mij dat het gezin ons land binnen de maand moet verlaten. Acht jaar geleden zijn de Simonyans hun thuisland Armenië ontvlucht omwille van de onveilige situatie. Momenteel zou de rust er zijn weergekeerd, waardoor er geen reden meer is om in België te blijven. Intussen zijn ze al acht jaar in België en zijn ze volledig ingeburgerd. Ik heb als directrice meteen gereageerd op dat nieuws. Alle kinderen van onze school hebben een brief mee naar huis gekregen waarin het verhaal wordt toegelicht. Bij de brief zit ook een handtekeningenlijst. We hopen op korte termijn zoveel mogelijk steun te vergaren.’ Dat lijkt alvast te lukken. ‘Mijn telefoon staat al een paar dagen roodgloeiend’, gaat directrice Vranken verder. ‘Heel wat ouders bellen me op met ideetjes. Zo wordt intussen heel het dorp erbij betrokken. Ouders en kinderen gaan van deur tot deur met de petitie. De Simonyans zijn dan ook een modelgezin. Ze spreken alle vijf perfect Nederlands en zijn bij activiteiten steevast de eerste om een handje toe te steken. Dat net zij het land worden uitgezet, vind ik heel erg jammer. Bovendien zullen de drie kinderen volgens mij heel wat moeilijkheden ondervinden in Armenië. Ze zijn hier geschoold, wat maakt dat ze en-
P 34
Karo’s zusje Alina zit in het vierde leerjaar. Ook bij haar in de klas staan de leerlingen achter de petitie. ‘Ik was twee jaar toen ik naar België kwam’, vertelt Alina. ‘Eigenlijk wil ik helemaal niet terug naar Armenië. Hier is het veel leuker.’ De jongste telg van het gezin Simonyan, Garnik, is een echte Belg. Hij werd in België geboren en zit nu in het tweede kleuterklasje van de Sint-Jozefsschool.
Vragen voor de leerlingen - Hoe lang woont de familie Simonyan al in België? - Waarom mogen ze niet blijven? - Wat vind jij daarvan? - Waarom willen Alina en Karo niet terug naar Armenië? Waarom wordt Garnik ‘een echte Belg’ genoemd? Wat zijn de overeenkomsten tussen situatie van de familie Simonyan en de gebeurtenissen in RAFIKI? - Vind je dat de film de zaken mooier voorstelt dan ze in werkelijkheid zijn?
Net zoals Naisha en Salome kreeg de familie Simonyan de steun van mensen uit hun omgeving. En net zoals in RAFIKI beloofde de bevoegde commissie dat ze het dossier zou herzien: “Binnenlandse Zaken trekt het bevel tot uitwijzing van de Armeense familie Simonyan uit Schoonderbuken in. De komende dagen wordt een nieuw oordeel geveld. De petitie voor het uitgewezen gezin Simonyan heeft wel degelijk wat uitgehaald. ‘Die petitie is zeker en vast niet voor niks geweest’, vertelt burgemeester Manu Claes. ‘Ik heb de 2.117 handtekeningen, samen met 40 individuele brieven van inwoners, overgemaakt aan Binnenlandse Zaken. Vandaag kreeg ik te horen dat de beslissing tot uitwijzing werd ingetrokken’.” (Uit Het Nieuwsblad, 7 februari 2008)
P 35
Beeldtaal: Focus op het scenario Voor je aan het maken van een film kan beginnen, moet je weten wat je precies wilt vertellen: waarover zal de film gaan en hoe wil je dat verhaal brengen? Dat wordt allemaal op papier gezet. Zo’n “geschreven film” noem je een scenario. Het schrijven van een scenario is echt een ambacht voor specialisten: scenarioschrijvers of scenaristen. Het scenario is het geraamte van de film.
Een scenario bestaat uit…
- Het verhaal Alles begint bij een goed idee. Zo’n idee vind je bvb in een krantenartikel (zoals bij RAFIKI), in een sprookje, in iets dat je zelf hebt meegemaakt,… Op basis daarvan wordt het verhaal uitgewerkt. Verder in de
lesmap vind je ideetjes om met de leerlingen zelf een filmscenario te schrijven.
- Personages Er zijn mensen (of dieren) nodig om je verhaal te vertellen. Zonder hen sta je nergens. Zij brengen het verhaal tot leven door de dingen die ze doen of meemaken. Kan je nog een lijstje maken van alle personages in RAFIKI?
- Gebeurtenissen Zonder gebeurtenissen zou je verhaal maar saai worden. Als Naisha niet voor de politie was gevlucht, waren Mette en Julie nooit met de trein naar Oslo gegaan en hadden ze nooit het parlement op stelten gezet. Zonder conflict, geen film.
P 37
Hoe ziet een scenario eruit? Hieronder staat een scène uit de film in scenariovorm. Wat valt je op? - Een scenario wordt op een speciale manier geschreven. Er moeten geen mooie woorden of poëtische zinnen instaan zoals in een boek. Het belangrijkste is dat het verhaal functioneel en beeldend verteld worden. - Er zijn bepaalde regels voor de schriftuur. Als je scenario op die manier geschreven is, weten we dat één bladzijde ongeveer één minuut film oplevert. - Er worden zelden of nooit camerabewegingen in een scenario aangegeven. Dat is immers het werk van de regisseur. Er staan ook nauwelijks aanwijzingen in voor de acteurs.
SCENE 15. KAMER JULIE. HET IS AVOND. Julie zit in haar pyjama aan haar bureau. Ze maakt de kapotte ‘Lucia’ kroon.
zijn, denk je niet? Ze is dapper en ze durft alles te zeggen.
MAMA (buiten beeld) Julie. Bedtijd.
PAPA Echt waar?
Julie doet haar bureaulamp uit en gaat in bed liggen. Het nachtlampje is aan. Ze kijkt naar de foto op het nachtkastje: zij en papa voor een politiehelikopter. Papa komt de kamer in. Hij gaat op de rand van het bed zitten.
Julie pakt het medaillon van haar nachtkastje en laat het aan papa zien.
PAPA Schat, ik heb met de juf gesproken. Als je niet wil, hoef je het toneelstuk niet te presenteren. Julie knikt instemmend. JULIE Papa, denk je dat ik later politievrouw kan worden? PAPA Misschien. JULIE Zelfs als ik niet dapper ben? PAPA Je bent dapper! JULIE Misschien als ik later groot ben.. PAPA Absoluut. JULIE Naisha zou pas een goede politievrouw
P 38
PAPA Wat is dat? JULIE Een vriendschapsmedaillon. Die heb ik van Naisha gekregen. Dat betekent dat we voor eeuwig vrienden zijn. Denk je dat Naisha en ik weer vrienden worden? PAPA Ga maar lekker slapen. Slaapwel. Papa stopt Julie onder, doet het lampje uit en loopt de kamer uit. EINDE VAN DE SCENE.
Aan de slag: Maak je eigen scenario Nu je weet wat er in een filmscenario moet staan en hoe het er uit ziet, ben je klaar om zelf je eerste scenario te schrijven. Daar heb je enkel pen en papier voor nodig en goede ideeën natuurlijk!
Opwarming: Een ander einde Voor we aan het ‘echte’ werk beginnen, kan je eerst een opwarmingsoefening houden om de geest ‘los’ te maken en ideeënstroom op gang te brengen. Deze oefening kan ook afzonderlijk worden uitgevoerd. Brainstorm met de hele klas over een ander einde voor RAFIKI. Hoe zou jij het verhaal als scenarist laten aflopen? Had de film ook anders kunnen eindigen? Kies je voor een ‘happy end’: Naisha en Salome mogen in Noorwegen blijven. Of verkies je een droevig einde: ze worden het land uitgezet. Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden; je kan bedenken wat je maar wilt. Bijvoorbeeld: - Julie durft niet te praten in het parlement, maar de kerstman keert terug en zegt de politici eens flink de waarheid… - Julie’s papa besluit Naisha en Salome vrij te laten zodat ze kunnen ontsnappen… -…
P 40
Stap 1: Het verhaal
Stap 3: Gebeurtenissen
Kan je bepaalde gebeurtenissen schrappen uit jouw scenario?
Je hebt een goed startidee nodig. Wat dacht je van het artikel over het Armeense gezin dat al dan niet in België mocht blijven, elders in deze lesmap? Het is niet de bedoeling dat je dat artikel gewoon herschrijft! Haal één of meerdere elementen uit de tekst en bouw hier een verhaal rond. Dit kan klassikaal.
In het echte leven vermijden we conflicten zoveel mogelijk, maar in de film zoeken we ze net op. Anders wordt het een saai verhaal. Wat zullen jouw personages allemaal beleven?
Enkele ideetjes: - De twee oudste kinderen lopen weg. Ze belanden in Brussel en verbergen zich voor de politie in een grootwarenhuis. Op de speelgoedafdeling natuurlijk! - Ze keren terug naar Armenië, maar voelen er zich niet thuis. Ze besluiten om per fiets naar België terug te keren. Dat kan spannend worden. - Het wordt een voetbalfilm. Het voetbalteam van Karo Simonyan onderneemt een actie om te voorkomen dat de familie teruggestuurd wordt…
Een goed verhaal is niet genoeg. Je moet het ook goed presenteren. Er zijn ontelbaar veel manieren om dat te doen. Het genre bepaalt wat voor soort film je zal maken. RAFIKI was een heel andere film geworden als de makers hadden besloten er een musical van te maken. Welk genre kiezen jullie: avonturenfilm, documentaire, komedie, sprookje, SFfilm,…?
Je kan een boel gebeurtenissen uit een lange periode toch samenbrengen in een korte film. RAFIKI duurt 79 minuten maar vertelt een verhaal dat gespreid is over 5 dagen: Julie slaapt twee nachtjes thuis, één in de trein en één in de bibliotheek. De duur van de film (de tijd die je nodig hebt om een film te bekijken, meestal ongeveer 1,5 uur) is bijna nooit gelijk aan de duur van de gebeurtenissen in de film.
Stap 2: Personages Wie zal er allemaal meespelen in jullie film? Zijn er voldoende rollen om al je acteurs aan het werk te zetten? Geef al je personages een naam. Wie zijn de hoofdfiguren? Maak een korte persoons- en karakterbeschrijving. Hoe zien ze er uit? Wat zijn hun hobby’s? Hun muzikale voorkeuren?
Stap 4: Kies een genre
Stap 6: Het einde Hoe loopt je verhaal af? Beslis of je een happy end wilt of eerder een open einde. Enkele schrijftips
Stap 5: Wat vertel je niet? Je kunt nooit alles vertellen, dat zou je film veel te lang en saai maken. Een scenarist vraagt zich voortdurend af: is dit wel spannend genoeg? Interessant genoeg? Grappig genoeg? Is dit nodig om het verhaal te kunnen volgen? Bijvoorbeeld: in RAFIKI komen we nooit te weten waar Naisha precies vandaan komt. Of wat het beroep is van Julie’s moeder. Of om hoe laat Mette thuis gaat slapen. Maar dat stoort niet; dat hoef je helemaal niet te weten om het verhaal te begrijpen.
- De 5 W’s (Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom – zie elders in deze lesmap) komen bij het bedenken van een verhaal goed van pas. Zorg dat de leerlingen de 5 W-vragen beantwoorden voor ze beginnen te schrijven. - Teken een tijdslijn voor het verhaal waarop de belangrijkste gebeurtenissen aangeduid worden. Zo word je ‘gedwongen’ gestructureerd na de denken over een begin, midden, einde. Waar begint het verhaal? Hoe loopt het af? - Het lijkt misschien een hele opgave maar na een poosje komen de ideeën vanzelf. Echt waar. Volhouden!
P 41
Wie heeft RAFIKI gemaakt? Over regisseur Christian Lo Christian Lo regisseerde al enkele prachtige kortfilms voor kinderen, o.a. ‘Iver’ (over een jongetje dat uit het zwembad wordt weggestuurd maar ’s nachts terugkeert en een vreemde ontdekking doet), ‘Ramp’ (een gepeste jongen neemt op een originele manier wraak op de pestkoppen) en ‘Baluba Runa’ (een meisje wordt per vergissing bijna eerste minister). Maar RAFIKI is zijn eerste langspeelfilm. “Ik werk graag met kinderen en ik investeer veel tijd en energie in de casting. Het belangrijkste onderdeel van mijn werk als regisseur zijn de repetities met kinderen, lang voor de start van de productie. Ik laat kinderen het script nooit lezen, maar vertel hen over de situaties en de motivaties van de personages die ze moeten vertolken. Op de set introduceer ik altijd minstens één nieuw element in een scène. Op die manier blijft het acteren sprankelend en spontaan.”
Samen met zijn vrouw Trine Aadalen Lo heeft Christian het productiehuis Filmbin opgericht, dat zich uitsluitend wijdt aan kinder- en jeugdfilms. Christian hoopt dat hij kinderen leuke filmervaringen kan bezorgen, net zoals de filmherinneringen uit zijn eigen jeugd. Trine Aadalen Lo: “We ontmoetten elkaar op de filmschool en film maakte sindsdien altijd deel uit van ons leven. Zelfs onze zoon zit in RAFIKI; hij speelt de rol van de baby. Gelukkig draaiden we die scènes één week vóór Gustav leerde lopen. Anders was het nooit gelukt.” RAFIKI werd gemaakt in Noorwegen. Sneeuw, daar kijken de Noren niet van op. Maar filmen in de sneeuw is niet eenvoudig! En koud! Christian Lo: “De crew stond de hele dag kniehoog in de sneeuw en de koude maakte het moeilijk om te bewegen. Maar sneeuw hoort bij onze roots. Elk Noors kind gaat sleetje rijden. Sneeuw maakt dus op een natuurlijke manier deel uit van een verhaal dat zich in Noorwegen afspeelt.”
P 43
Bibliografie - Interview voor Generiek, nr. 104 (december 2010): “In de ogen van kinderen is elke vriendschap voor altijd” (Gert Hermans) - Norwegian Film Institute: http://www.nfi.no - http://zweden.placement.nl (Over Sankta Lucia) - Lesmap Jekino KIDZ IN DA HOOD - Jacqueline Schadee, ‘Asielzoekers, 2005, Wolters- Noordhoff, GroningenHouten - ‘Petitie voor uitgewezen gezin’. Uit Het Nieuwsblad, 11 januari 2008. Auteur: Inge Bosschaerts. http://www.nieuwsblad.be/article/detail. aspx?articleid=LR1MBJHF - ‘Uitgewezen gezin blijft voorlopig’. Uit Het Nieuwsblad, 7 februari 2008. http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=G6C1NM505 - Kerkwerk Multicultureel Samenwerken (KMS) en AMOS Oecumenisch netwerk christenen & migratie. Contactpersoon: Didier Vanderslycke - www.vluchtelingenwerk.be - www.vmc.be - www.fedasil.be - www.kms.be - Spreken voor de klas: http://www.spreekbeurten.info/opbouw.html - ‘Focus op scenario’ via Lessen in het Donker (www.lesseninhetdonker.be) en Jekino
P 44
Bijlage Affiche
Fiche voor de leerlingen Julie, Mette en Naisha zijn beste vriendinnen, voor altijd. Ze amuseren zich samen met sleeën en sneeuwballen gooien. Tot Naisha op een dag verdwijnt zonder een spoor na te laten... behalve een papiertje waarop in onzichtbare inkt een adres in de hoofdstad staat geschreven. Daar zijn Naisha en haar moeder ondergedoken omdat ze geen verblijfsvergunning kregen. Julie’s vader is politieagent. Wanneer hij het adres ontdekt, zit er voor Julie en Mette niets anders op dan hun vriendin op te sporen en te waarschuwen. Stiekem nemen ze de nachttrein naar de stad. Zullen ze op tijd komen om hun beste vriendin te redden?
Halloween, Koninginnedag, het Suikerfeest, Sinterklaas, Heldendag, Chanoeka... Het is (bijna) elke dag feest, ergens op de wereld. In RAFIKI staat Kerstmis staat al voor de deur, maar eerst moet Sankta Lucia nog gevierd worden…
Op wie van de 3 vriendinnen lijk jij het meest? Ben je een flapuit, een durfal of eerder het stilste lid van de club? Denken jouw vriend(inn)en daar ook zo over?
RAFIKI werd gemaakt in Noorwegen. De Noren kijken niet op van een beetje sneeuw. Maar filmen in de sneeuw is niet eenvoudig! En koud! “De crew stond de hele dag kniehoog in de sneeuw en de koude maakte het moeilijk om te bewegen.”
Wat zou ‘rafiki’ volgens jou kunnen betekenen?
Regisseur Christian Lo: “Ik wou een film maken over een vriend hebben, een vriend verliezen en alles doen om die vriend terug te krijgen. Een film over vriendschap en moed en over vechten voor datgene waarin je gelooft. In de ogen van kinderen is elke vriendschap voor altijd.”
In RAFIKI spelen drie meisjes de hoofdrol. Is het daarom een meisjesfilm?
Web-tips: De kinder- en jongerentelefoon (102) heeft een prima website waar je terecht kan met al je vragen over vriendschap, over ruzie maken met je vriend(inn)en en hoe je het weer goed kunt maken: http://www.kjt.org/thema/ vriendschapenruzie/forum. Op http://www.kidsgids.be/ vind je nog meer informatie over vriendschap. Is het vriendschap of liefde? Wat doe je wanneer een vriend iets ernstigs overkomt? Hoe kan je een ruzie weer bijleggen?
Mensen kunnen om veel redenen vluchten uit hun land: oorlog, armoede, ruzie met de mensen die het land besturen,… Ze gaan op zoek naar een betere plek om te leven. Net zoals Naisha en Salome. Heb jij al ooit gehoord over vluchtelingen? Wie weet er wat asielzoekers en illegalen zijn?