Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag
Uw brief
Ons kenmerk
FEZ/BGZ/2003/90747 Onderwerp
Datum
Begrotingsonderzoek
26 november 2003
Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Het betreft de beantwoording van een aantal vragen van mevrouw Noorman Den Uyl bij het beleidsartikel 5 Algemene inkomensgarantie op minimumniveau. De beantwoording treft u aan in bijlage 1. Het betreft voorts integrale overzichten van de inspanningen en resultaten op het gebied van de reïntegratie, zie bijlage 2.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
2
Bijlage 1: Verklaring ontwikkeling gemiddelde uitkering 2004 ten opzichte van 2003 Mevrouw Noorman Den Uyl vraagt naar een verklaring van de daling van de gemiddelde ABW uitkering in 2004 ten opzichte van 2003. Mevrouw Noorman-den Uyl sprak in dit verband in het begrotingsonderzoek over een mogelijke verlaging van het bijstandsbudget van € 100 mln. Hieronder worden verschillen in de gemiddelde uitkering, alsmede de daaraan gerelateerde budgettaire effecten, op basis van de door haar genoemde specifieke effecten toegelicht. De raming van de gemiddelde Abw uitkering voor uitkeringsgerechtigden jonger dan 65 jaar daalt in 2004 ten opzichte van 2003 met circa € 300. Dit is het saldo van enerzijds de indexering van de individuele bijstandsbedragen - waarvan hier uiteraard de mutatie bruto is meegeteld - en anderzijds het effect van de relevante beleidsmaatregelen. Op individueel niveau hoeft deze aanpassing niet altijd door te werken: zie hieronder. De grootste bijdragen in de ontwikkeling van de gemiddelde ABW-uitkering bestaan uit het effect van de decentralisatie van de bijstand (circa € -200), de herziening van het alimentatiebeleid (circa € -100) en een technische correctie van de gemiddelde uitkering (ruim € -100). Het saldo van andere ontwikkelingen (indexering en maatregelen) bedraagt een verhoging van de gemiddelde uitkering met circa € 100. In totaal is dit een daling van de gemiddelde uitkering met € 300. De daling van de gemiddelde uitkering met € 400 als gevolg van de eerste drie genoemde elementen leidt hiermee tot een verlaging van het budget met circa € 160 mln. De effecten van de decentralisatie van de bijstand zijn in overleg met het CPB in de ramingen verwerkt. Doordat in de Wet werk en bijstand de systematiek voor de bepaling van de uitkeringshoogte niet wordt gewijzigd heeft de decentralisatie uit dien hoofde geen negatieve gevolgen voor individuen die aanspraak maken op een bijstandsuitkering. Wel versterkt de decentralisatie de activerende werking van de bijstand, waardoor naar verwachting twee effecten optreden: 1. Voor zover de gemeenten er in slagen meer personen aan het werk te houden of te krijgen, zal er sprake zijn van een volume-effect. Hiermee wordt recht gedaan aan het principe van werk boven inkomen, hetgeen in belang is van betrokkene. 2. De verwachting is voorts dat bijstandsgerechtigden door een actievere opstelling van gemeenten meer aanvullende inkomsten uit werk zullen verwerven waardoor de te verstrekken bijstandsuitkering naar verhouding lager zal zijn. Ook hier geldt dat recht wordt gedaan aan het principe van werk boven inkomen. Voor de bijstandspopulatie daalt dan de gemiddelde uitkering zoals hierboven aangegeven. In de loop van 2004 zal door een herziening van de regelgeving en de uitvoering van de kinderalimentatie, in veel grotere mate dan daarvoor, de verschuldigde kinderalimentatie voor bijstandsgerechtigden ook feitelijk door hen worden ontvangen. Daarmee behoeft hierin niet meer via bijstand(svoorschotten) te worden voorzien en gaat de gemiddelde bijstandsuitkering naar beneden. Voor betrokkene is er slechts sprake van vervanging van bijstand door alimentatie, en deze verlaging van de gemiddelde uitkering heeft dus geen
3
negatieve koopkrachteffecten. In die gevallen waar de bijstandsuitkering door de hogere alimentatie-ontvangsten geheel overbodig wordt, is sprake van een volume-effect. In het IBO-alimentatiebeleid is een onderbouwing gegeven van het bezuinigingsbedrag dat oploopt van € 50 mln in 2004 naar € 190 mln in 2007. Dit bezuinigingsbedrag is reeds ingeboekt. De technische correctie houdt verband met de (gedeeltelijke) budgettering van de bijstand in 2003. In 2003 is - naar nu blijkt - aan de gemeenten budget verstrekt voor een hoger aantal bijstandsgerechtigden dan waarvan nu feitelijk sprake blijkt. Dit overschot in het gebudgetteerde deel van de bijstand (25%) door deze volumemeevaller komt voor 2003 de gemeenten toe, maar wordt uiteraard in 2004 niet meer verstrekt.
4
Bijlage 2: reïntegratie-overzichten De heer Weekers vraagt om een integraal overzicht van de inspanningen op het gebied van de reïntegratie waarbij ook een helder overzicht van de beschikbare middelen voor gemeenten voor inkoop reïntegratietrajecten en ID- en WIW banen wordt gewenst. Hieronder zijn de gevraagde overzichten opgenomen. Het eerste overzicht betreft tabel 2.1 uit de begroting SZW (blz.42). In deze tabel zijn de middelen voor en de (geraamde) resultaten van reïntegratietrajecten voor de wetsdoelgroepen WW, WAO en ABW weergegeven. Over de reïntegratietrajecten ABW (afspraken Agenda voor de Toekomst) wordt de kamer nog dit jaar geïnformeerd. De reïntegratietrajecten WW en WAO van het contractjaar 2002 kunnen starten in de periode april 2002/juli 2003. Tussenresultaten worden per kwartaal in de kwartaalrapportages UWV gepresenteerd. Gezien de maximale trajectduur van 2 jaar zijn de realisatiegegevens van het contractjaar 2002 op zijn vroegst in juli 2005 bekend. De Tweede Kamer zal hierover via de kwartaalrapportages UWV worden geïnformeerd. Middelen voor en resultaten van reïntegratietrajecten
Middelen voor inkoop reïntegratietrajecten
Aantal reïntegratietrajecten (Abw: prestatie-afspraken AvdT)
Aantal plaatsingen (Abw: afspraak AvdT)
Plaatsingsresultaten (Abw: afspraak AvdT)
WAO WW Abw+overig Totaal WAO WW Abw Totaal WAO WW Abw Totaal WAO WW 2 Abw Abw, effectief
2002 geraamd
2003 geraamd
2004 begroot
222 mln 75 mln
238 mln 65 mln
200 mln 80 mln
1
1
389 mln 686 mln 48.000 17.000 95.000 160.000 16.800 6.800 9.800 33.400 35% 40%
393 mln 729 mln 50.000 18.700 95.000 163.700 18.500 7.500 22.900 48.900 37% 40%
1583 mln 1843 mln 33.250 23.000 90.000 146.250 13.300 11.500 35.100 59.900 40% 50%
40% 9%
40% 16%
40% 23%
Bronnen: UWV (WW en WAO) en SZW 1
Exclusief terugontvangsten Een plaatsingsresultaat van 40% is de afspraak die met gemeenten is gemaakt in het kader van de Agenda voor de Toekomst over het aantal plaatsingen in de periode tot en met 2006 van gestarte
2
trajecten in de periode 1 juli 2001 tot en met 2004. Omdat in 2002 en 2003 nog een groot deel van de gestarte trajecten niet beëindigd is, is het effectieve plaatsingspercentage in deze jaren derhalve lager.
5
Ter aanvulling op tabel 2.1 is een tweede overzicht opgenomen waarin over een langere periode, 2000-2007, middelen en trajecten zijn weergegeven voor de afzonderlijke wetsdoelgroepen. In dit overzicht zijn ook de WIW en ID-banen (incl. middelen) opgenomen. Dit overzicht is recent verstrekt als antwoord op een kamervraag 3 (7 november), bijlage 1. Tabel 1: Overzicht reïntegratiemiddelen (x 1 miljoen euro) en reïntegratietrajecten per wet, 2000-2007 2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
124
180
222
238
200
109
109
110
63
60
75
65
80
80
80
80
323
316
389
393
1.583
1.613
1.631
1.631
ID+WIW
1.396
1.652
1.605
1.331
Totaal
1.906
2.208
2.291
2.027
1.863
1.802
1.820
1.821
Trajecten (t/m 2001) en
WAO
48.650
48.750
48.000
50.000
33.250
27.500
27.500
27.500
ID+WIW banen (t/m 2002)
WW 1)
19.000
17.000
17.000
18.700
23.000
23.000
23.000
23.000
gerealiseerd en overige jaren geraamd
ABW 4) ID+WIW 5)
98.000 85.669
61.000 88.360
95.000 87.271
95.000 73.900
min 90.000
PM
PM
PM
251.319
215.110
247.271
237.600
min 146.250
PM
PM
PM
Beschikbare middelen
WAO
voor inkoop
WW 1)
reïntegratietrajecten en
ABW 2)3)4)
ID+WIW banen
Totaal
Bronnen: SZW: begroting2001, begroting 2004, evaluatie REA 2000, UWV kwartaalverslagen, sluitende aanpak onderzoeken 2000 en 2001, afspraken Agenda voor de Toekomst (trajecten ABW 2002-2004).
Opmerkingen 1. Over de invloed van de (verslechterende) conjunctuur op de middelen en trajecten voor WW-ers vanaf 2004 wordt binnenkort met UWV gesproken. Daarnaast hebben ook de (voorgenomen) maatregelen op het terrein van WW invloed op het aantal te reïntegreren WW-ers. Zo heeft het inwerking treden van het wetsvoorstel sollicitatieplicht voor 57,5 jarigen (in het algemeen geen fase 1-ers) invloed op dit aantal. Dit is nog niet verwerkt in de cijfers. 2. Budget voor ABW (2000-2003) exclusief terugontvangsten. 3. Vanaf 2002 is bij ABW het budget voor reïntegratie van niet -uitkeringsgerechtigden en Anw -ers (NUG/Anw) toegevoegd. 4. Bij ABW zijn de cijfers voor 2000-2003 exclusief gesubsidieerde arbeid. Met ingang van de WWB (vanaf 2004) wordt gesubsidieerde arbeid opgevat als een traject (voorziening). Bij de middelen is bij ABW vanaf 2004 het flexibel reïntegratiebudget weergegeven. Het is onbekend hoeveel trajecten (voorzieningen) gemeenten naar verwachting gaan inzetten met dit budget. Voor 2004 gelden in ieder geval nog de afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst. Dit aantal trajecten kan worden opgevat als een minimum (min) van het totaal aantal trajecten dat door gemeenten zal worden ingezet.
In het derde overzicht zijn de reïntegratiemiddelen voor gemeenten voor 2002 t/m 2007 in één tabel weergegeven. Vanaf 2004 worden de budgetten voor WIW (scholing en activering), WIW dienstbetrekkingen en WEP en ID banen omgezet in een flexibel vrij besteedbaar reïntegratiebudget voor gemeenten (W-deel WWB). Het totale bedrag neemt af van circa 2 miljard euro in 2002 naar circa 1,6 miljard in 2007.
6
Reïntegratiemiddelen gemeenten (x € mln) 2002 Reïntegratiebudget gemeenten, 389 trajecten ID en WIW banen 1605
1331
Totaal
1724
1994
2003 393
2004 1583
2005 1613
2006 1631
2007 1631
1583
1613
1631
1631
Het vierde en laatste overzicht betreft tabel 2.2 uit de begroting SZW (blz. 42) waarin naast de beschikbare reïntegratiemiddelen vanuit SZW ook de beschikbare ESF-middelen zijn opgenomen. (periode 2003-2008). In deze tabel zijn ook specifieke SZW budgetten genoemd die niet in bovenstaande tabellen zijn meegenomen. Dit betreft de budgetten voor doelgroepen, kinderopvang in de bijstand, scholing centrum voor vakopleiding en de subsidieregeling van RWI. Ook met deze middelen worden voor betrokkenen beperkingen weggenomen om te participeren in het arbeidsproces. Reïntegratiemiddelen (in miljoenen euro's) 2003
2004
2005
2006
2007
2008
16 1613 11
1631 11
1631 11
1631
22 70 80 13 65 81
74 1583 15 85 65 18 80 105
65 15 80 107
35 8 80 108
80 110
80 87
157 113
95 113
2 113
1 113
113
113
1.946
1.911
Beschikbare reïntegratiemiddelen 1
Sluitende reïntegratie WIW dienstbetrekkingen en WEP ID banen Stimulering regulier maken ID banen 2 Flexibel reïntegratiebudget Doelgroepen Kinderopvang ABW Scholing centrum voor vakopleiding RWI sectorale initiatieven 3 Reïntegratiemiddelen UWV 3,4 REA reïntegratietrajecten 3,5
REA reïntegratietrajecten 6 REA premiekorting 7
ESF cofinanciering
Totaal beschikbare reïntegratiemiddelen
691 131 977 81
253
234
238
243
2.734
2.465
2.260
2.231
Bron: SZW begroting 2004 1
Sluitende reïntegratie is inclusief WIW normbudget en budget WIW scholing en activering (in dit deelbudget is het extra budget sluitende aanpak opgenomen) 2 Vanaf 2004 worden de budgetten Sluitende reïntegratie, WIW dienstbetrekkingen en WEP en ID banen omgezet in een flexibel besteedbaar reïntegratiebudget (voor gemeenten) 3
REA reïntegratietrajecten en reïntegratiemiddelen UWV zijn premie gefinancierd
4
Trajecten na tweede ziektejaar
5
Trajecten eerste twee ziektejaren (inclusief scholing tijdens trajecten)
6
REA premiekorting is een raming van SZW
7
Dit betreft geen middelen van de Rijksbegroting. Inclusief ESF middelen voor OC&W
7