Tien jaar Koers VO een terugblik
Tien jaar Koers VO Een terugblik
Samenwerkingsverband Koers VO Rotterdam en omstreken
Inhoudsopgave
De foto’s in deze publicatie laten kinderen en jongeren zien
Voorwoord 7 | Inleiding 9
die zichzelf durven zijn. Ze doen niet mee aan de traditionele verwachting over hoe een meisje of een jongen eruit ‘hoort’ te zien. De foto’s zijn gemaakt door Annie van Gemert. Zij fotografeerde tussen
De prehistorie 11 | Revitalisering vbo 11 | De naamgeving 12
2003 en 2009 dertig meisjesachtige jongens en jongensachtige meisjes. Ze volgde hun ontwikkeling gedurende vijf jaar. De portretten laten zien hoe een natuurlijk veranderingsproces in vijf jaar verloopt.
De wetgeving 13 | De beginjaren 15 | Verschuivingen 16
De jongensachtige meisjes worden zachter en minder stoer en de meisjesachtige jongens vertonen meer mannelijke kenmerken.
Verantwoordelijkheden 17 | De visie 19 | Hart van de zaak 21 Wij waren getroffen door de schoonheid van deze foto’s en we zien een parallel met de ontwikkeling van Koers VO, dat de afgelopen tien jaar ook hoe langer hoe meer zichzelf is geworden.
Kennisverdieping 23 | Zorgleerling in beeld 24 | Eerder toetsen 25
Bovendien demonstreren de foto’s dat een eerste indruk niet altijd per se klopt. Dat geldt ook voor de leerlingen in onze regio. Koers VO heeft de afgelopen tien jaar geleerd om steeds beter te kijken
Betere overdracht 27 | Feestelijk uitstapje 28 | Zorgloket VO 29
naar wat een individuele leerling nodig heeft. Met als doel die op de best mogelijke plek te krijgen.
Andere impulsen 31 | Op straat? 32 | Expertise behouden 35 Deze foto’s van Annie van Gemert zijn gebundeld in het fotoboek ‘Jongens en meisjes’, verkrijgbaar in de boekhandel.
Spannende tijden 35
5
Voorwoord
Een gevoel van trots wil ik mijzelf niet ontzeggen bij het lezen van de publicatie die nu voor u ligt. Trots ben ik op wat het Samenwerkingsverband Koers VO de afgelopen tien jaar heeft bereikt. Van een ‘participatieve aanpak’ zijn we gegroeid naar het werkelijk gezamenlijk uitzetten van de koers. Schooldirecties en zorgcoördinatoren bepalen als leden van het Samenwerkingsverband zelf die koers, die de schoolbesturen daarna over het algemeen graag bevestigen. Dat was zo en dat blijft zo. Maar was het in het begin een uitzoekerij hoe je dit gegeven efficiënt vormgeeft, tien jaar later kunnen we met elkaar constateren dat het een way of life geworden is. We willen het, we kunnen het en we doen het: samen vormgeven aan het streven om élke leerling, maar dan ook echt élke leerling op de beste plek te krijgen en te houden. De agenda is in de afgelopen tien jaar van breed naar smal gegaan. Waren we tien jaar geleden nog een beweging met themagroepen als ‘Krachtige leeromgeving’ en ‘School in samenleving’, nu zijn we vooral bezig om passend onderwijs te realiseren. Ik merk dat ik probeer de voor u liggende publicatie in een notendop samen te vatten, maar ik zou zeggen: lees zelf en laat u overtuigen van de krachtige koers die we met elkaar de afgelopen tien jaar hebben gevaren. De golven die ons omspoeld hebben staan fijntjes genoteerd. Die golven zijn niet over, Koers VO zal altijd blijven meevaren op de deining. De actuele golfbeweging is dat we nu, in 2009, opnieuw met elkaar tot een nieuwe visie willen komen. Net zoals tien jaar geleden doen we dat van onderaf: de scholen bepalen die visie. Ik hoop dat het lezen van dit boekje u net zo trots laat zijn als ik. Het is goed om af en toe stil te staan bij de weg die je met elkaar hebt afgelegd. Ook hoop ik dat deze publicatie u inspireert om bijdragen te blijven leveren aan de nieuwe visie. Er valt veel te doen met de komst van passend onderwijs. Wij hebben daar als Samenwerkingsverband al tien jaar ervaring mee, dus in de valkuilen van beginners hoeven wij niet meer te trappen. Ik wens iedereen veel succes en veel leesplezier. Jaap van der Have, verenigingsdirecteur Samenwerkingsverband Koers VO
augustus 1998–juli 2002 Projecten Krachtige Leeromgeving Projecten School in Samenleving
1998
< 1 augustus 1996 regeling samenwerkingsverband vo-svo
7
Tien nieuwjaarskaarten
Inleiding
Het Samenwerkingsverband Koers VO is ontstaan in een turbulente periode vol
1999/2000
ontwikkelingen in het onderwijsveld. Dat is natuurlijk geen toeval. Die ontwikkelingen zijn de afgelopen tien jaar steeds duidelijker geworden en gaan uiteindelijk leiden tot het actuele thema van passend onderwijs. Dit boekje beschrijft de oorsprong van Koers VO en de wapenfeiten van de afgelopen tien jaar. Er is geput uit een vracht aan notities en rapporten en er is gesproken met vijftien mensen die Koers VO van nabij kennen. In die gesprekken blijkt een ieder zijn of haar eigen perspectief op het afgelopen decennium te hebben. Maar ze zijn het erover eens dat Koers VO als gloednieuw wettelijk verplicht samenwerkingsverband in 1999 een lastige start had.
2000/2001
Koers VO kwam traag op stoom maar heeft dat de afgelopen vijf jaar ruimschoots goedgemaakt door veel doelgerichter te opereren. Of, zoals Koers VO voorzitter Wim Littooij zegt: ‘Tien jaar geleden was het een samenwerkingsverband zonder koers, nu is
2001/2002 2002/2003
Koers een staande organisatie met draagvlak van de scholen én een duidelijke koers. We zijn goed op weg en we boeken resultaat, dat vind ik belangrijk.’ De citaten in dit boekje komen van de geïnterviewde personen (pagina 39). Een tijdbalk onderaan de pagina houdt de chronologische lijn vast. Dat doet de tekst ook min of meer, al maken we regelmatig sprongen heen en weer in de tijd. Ook maken we nu en dan uitstapjes naar het basisonderwijs, omdat dit onlosmakelijk met de schoolloopbaan van (zorg)leerlingen in het voortgezet onderwijs verbonden is. De taartdiagrammen in deze publicatie zijn antwoorden die uit de enquête komen die
2004/2005
Koers VO na de zomer van 2009 op scholen verspreidde. De uitkomst van deze enquête is
2003/2004
dat we met een ruim voldoende rapportcijfer door kunnen gaan naar de volgende ronde. De antwoorden laten zien dat we voor tachtig procent door moeten gaan met de activiteiten die we al doen. 2007/2008
Wij wensen u veel leesplezier en een behouden vaart tijdens deze speurtocht naar de geschiedenis van Koers VO.
1 maart 1999 Oprichting Vereniging Federatie Regionaal SWV VO-SVO Rotterdam e.o.
2006/2007 2005/2006
1999 PCL-wetgeving
8
2008/2009
26 januari 1999 Start RVC (regionale verwijzingscommissie)
9
De prehistorie Beschrijf je de geschiedenis van tien jaar Koers VO dan doemt de vraag op: waar begint die eigenlijk? Bij de formele oprichtingsdatum van het Samenwerkingsverband op 1 maart 1999? Of is het november 1995 met de aanzet in het Feyenoordstadion van vbo directies om de problemen in het voortgezet onderwijs intensiever aan te pakken, waarmee de beweging Koers 2002 werd geboren? Is het toen de naam veranderde van Koers 2002 naar Koers VO? Of nemen we de datum van 1 augustus 1996 toen het ministerie verplicht stelde dat scholen voor vo en vso elkaar moesten zien te vinden binnen een samenwerkingsverband? Of: gaat het om de wortels waar Koers VO uit voortkomt, de onderwijsachterstandsbestrijding in de stad Rotterdam? Als formele datum kiezen we voor maart 1999. Dit was het moment dat het bestuur de oprichtingsakte ondertekende en de ‘Vereniging Federatie Regionaal Samenwerkingsverband VO-VSO Rotterdam en omstreken’ in juridische zin een gegeven werd. Maar om te begrijpen dat Koers VO nu is wat het is, kunnen we er niet omheen een korte blik op die wortels te werpen. Dus we beginnen met ‘de prehistorie’. Het bestuur bij de oprichting
Het is een bekend gegeven dat de stad Rotterdam van oudsher een soms rauwe
van het Samenwerkingsverband,
arbeidersachtergrond heeft. Het opleidingspeil van de bevolking is lager dan in de andere
de mensen van het eerste uur:
grote steden van Nederland. Decennialang al wil de stad dit veranderen. In de jaren
Ron Davids (voorzitter)
zeventig van de vorige eeuw wilde het grootschalige project Onderwijs en Sociaal Milieu
Jaap Eikelboom
(OSM) via het onderwijs de arbeidersklasse verheffen. De beste leerkrachten en de beste
Jan van Lier
methodieken moesten achterstanden in het onderwijs opheffen, opdat ieder kind zijn
Louis Vermeulen
talenten ten volle kon ontplooien. In de praktijk bracht OSM veel verworvenheden en was
Theo Smit
het een bakermat voor nieuw beleid rond onderwijsachterstanden. Rotterdam was toonaangevend in de jaren zeventig, tachtig en negentig in het bestrijden daarvan. Het Onderwijsvoorrangsbeleid uit die periode is daar een voorbeeld van. Later werd dat het Onderwijsachterstandenbeleid met in de jaren daarna vanaf 1997 een jaarlijks ROAP: Rotterdams onderwijsachterstandsplan. Hierin moesten de gemeente Rotterdam en schoolbesturen het met elkaar eens zien te worden over de aanpak van achterstanden en de verdeling van middelen daarvoor.
Revitalisering vbo De dienst stedelijk onderwijs (tegenwoordig JOS) investeerde intussen vanaf begin jaren negentig een tijdlang in het periodieke Fonds Achterstandsbestrijding Onderwijs (FAO). Hier werd geëxperimenteerd en kennis gebundeld die als een impuls voor het onderwijs terugkwam naar de scholen. De ontwikkeling van de Brede School kreeg veel aandacht. En ook de vernieuwingsoperatie voor het toenmalige vbo (voorbereidend beroepsonderwijs)
1 augustus 1999 Vmbo-wetgeving
11
stond volop in de belangstelling. Dat had te maken met het slechte imago van deze
duidelijke aanbevelingen. Koers 2002 leverde ook belangrijke bouwstenen voor het eerder-
onderwijssoort, maar ook met de landelijke ontwikkelingen om vbo en mavo inéén te
genoemde Rotterdamse onderwijsachterstandsplan.
schuiven tot vmbo. Rotterdam nam de revitalisering van het vbo terstond ter hand, met als trekker Stichting de
De wetgeving
Meeuw. Rien van Genderen van De Meeuw herinnert zich dat nog goed. Samen met
Maken we een situatieschets van het voortgezet onderwijs in de jaren tachtig en negentig
anderen maakte hij een terreinverkenning naar ideeën en mogelijke bondgenoten om het
dan valt op dat er veel diverse soorten – vijftien namelijk – speciaal onderwijs bestaan.
vbo nieuw leven in te blazen. Zijn ervaringen beschreef hij in de publicatie ‘Speurtocht
Vergeleken met de landen om ons heen heeft Nederland de meeste variëteit. Duidelijk is
door een landschap’ (1994). Hierin stelde hij de vraag of koersverlegging nodig was van
dat er verschillen zijn tussen leerlingen, maar zijn daar vijftien verschillende soorten
specifieke trajecten voor specifieke doelgroepen naar het hart van het onderwijs. Een vraag
scholen voor nodig? Dat is de vraag. Bovendien is er een blijkbaar niet te stuiten groei van
die in deze tijd opnieuw actueel is. Andere vragen gingen over de verbinding tussen theorie
het speciaal onderwijs gaande.
en praktijk en de inbreng van het welzijnswerk op vbo-scholen – de kiem voor een Brede
Het ministerie wil hier vanaf, ook omdat het stigmatiserend zou zijn om onderscheid tussen
School.
leerlingen te maken. Er moet meer lijn komen in die grote variëteit aan verschillende typen
Van Genderen: ‘Het vbo liet een zorgwekkende ontwikkeling zien. Een afkalvende populatie,
speciaal onderwijs. Bovendien moeten sommige van die typen terechtkomen in het
een daling van het niveau dat steeds dichter het speciaal onderwijs naderde, iedereen vond
reguliere onderwijs. Eerst komt er een interimwet en daarna een nieuwe wet.
dat er iets moest gebeuren. We hebben directeuren van vbo-scholen bij elkaar gevraagd.
Een beetje kort door de bocht gezegd, ging het landschap er in de nabije toekomst als volgt
Van daaruit is de revitaliseringsoperatie vbo ontstaan.’
uitzien. Wat tot dan toe vso-lom (leer en opvoedingsmoeilijkheden) en ivbo (individueel
Onderwerpen op de agenda waren de reorganisatie van de diverse opvangprojecten voor
voorbereidend beroepsonderwijs) zijn, wordt vmbo met leerweg ondersteunend onderwijs.
‘randgroepjongeren’, een betere aansluiting met het mbo, de Brede School ontwikkeling en
Binnen Koers VO is vervolgens besloten om de oude vso-lom scholen om te vormen tot
didactische vernieuwing. Het blad ‘De VoorBOde’ beschreef jarenlang de plannen,
nevenvestigingen zorg. Ze bieden vmbo met de nadruk op leerweg ondersteunend
nieuwtjes en stappen die gezet werden. De revitaliseringsclub vbo was na twee jaar zo
onderwijs. In de regio Rotterdam zullen vier van deze nevenvestigingen zorg komen, in
omvangrijk dat er werkgroepen kwamen om programma’s te maken rond de thema’s
stand gehouden door de drie grote schoolbesturen: één op Zuid en drie in Noord. En wat
doorlopende leerlijnen, school in samenleving, krachtige leeromgeving en zorg(structuur).
vso-mlk (moeilijk lerende kinderen) was, heet voortaan Praktijkonderwijs.
Het woordje ‘structuur’ staat hier overigens nog fijntjes tussen haakjes. We schrijven 1995.
Overige scholen voor speciaal onderwijs gaan uiteindelijk samenwerken in vier clusters, de zogenaamde REC’s (Regionale Expertise Centra). Zij geven onderwijs aan kinderen met
De naamgeving
ziekten, handicaps of andere stoornissen. De wet hierop wordt in 2003 van kracht. Deze
In 1996 ging deze beweging Koers 2002 heten met in het logo als ondertitel:
scholen kennen een andere leeftijdscategorie, leerlingen kunnen hier verblijven vanaf de
‘vernieuwingsoperatie mavo/vbo/vso’. Van Genderen: ‘Ik weet nog dat we met een aantal
basisschoolleeftijd tot en met de middelbare schoolleeftijd.
schooldirecteuren zaten te brainstormen over een goede naam, ook met Jaap van der Have
Ook vanaf 2003 bestaat de leerlinggebonden financiering met het ‘rugzakje’, geld van het
(de huidige Koers VO-directeur – red.) Denk je in beelden dan kom je al gauw op een schip
rijk om leerlingen met een indicatie extra te begeleiden.
dat ergens op af koerst, ook omdat het ministerie vastlegde dat het vmbo in 2002 een feit moest zijn.’
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen stelt samenwerking tussen
Vandaar dus de naam Koers 2002, dat in 1999 verder ging onder de naam Koers VO met de
voortgezet onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs verplicht en besluit op 1 augustus
toevoeging ‘kwaliteitsnetwerk voortgezet onderwijs’. Overigens staat Koers ook voor
1996 dat er samenwerkingsverbanden vo-vso moeten komen. Overigens is dat in het
Jaap van der Have overhandigt het
Krachtig Onderwijs en Educatie in de Rijnmondse Samenleving. ‘Het is een hele leuke,
basisonderwijs al eerder gebeurd met de vorming van Weer Samen Naar School
manifest ‘De Rotterdamse VMBO
creatieve en bevlogen tijd geweest’, vindt Van Genderen, terugblikkend. ‘We hadden veel
samenwerkingsverbanden (WSNS) in 1992.
docent’ aan staatssercretaris
sessies met het veld en discussieerden over wat een goede vmbo-docent zou moeten zijn.
In de regio Rotterdam kwamen aanvankelijk vier van deze samenwerkingsverbanden vo-
Karin Adelmund, 1999
Het manifest ‘De Rotterdamse VMBO docent’ uit 1999 is daarvan een weerslag vol
vso, grotendeels ingericht per denominatie. Doel: zorgen voor samenhang tussen regulier
2000
12
13
en speciaal onderwijs. Ze kregen drie jaar de tijd om zich voor te bereiden op de vorming van het vmbo (leerweg ondersteunend onderwijs) en het Praktijkonderwijs.
De coördinatoren van de
‘Ik zat aanvankelijk in een protestants-christelijk samenwerkingsverband’, zegt Arie
aparte samenwerkings-
Kooyman, toen schooldirecteur van vso-mlk De Vijverpoort, nu directeur van Accent
verbanden destijds:
(onderwijsondersteuning, praktijk- en avondonderwijs). ‘We ontdekten dat we met vier
Bertil Boshuizen
samenwerkingsverbanden veel dingen dubbel deden en dat we bovendien veel met elkaar
Peter Klop
te maken hadden. Het zou goed zijn als er één krachtig samenwerkingsverband ging
Aad van der Wilt
ontstaan. In mijn herinnering verliep dat voor de schooldirecteuren en het uitvoerend niveau vrij soepel.’ De integratie van vbo, mavo en vso gaat wettelijk in vanaf 1 augustus 1999. Het vso is dan gestoken in een geheel nieuw jasje en – door een betere samenwerking binnen Koers – eerlijker en beter bereikbaar voor kinderen die dit nodig hebben. Koers 2002 heeft dan de naam al veranderd in Koers VO, waar de vier aparte samenwerkingsverbanden in opgegaan zijn. Was Koers 2002 vooral een Rotterdamse aangelegenheid, hoewel er toen ook al scholen uit de regio aangesloten waren, Koers VO verbreedt zich veel meer tot een regionaal Samenwerkingsverband. Ook de inhoudelijke agenda gaat langzamerhand van breed naar smal: van veel diverse onderwerpen naar de kerntaak zorg.
De beginjaren Koers begint zijn bestaan op 1 maart 19999 met Jaap van der Have als directeur, Bertil Boshuizen als zijn plaatsvervanger annex beleidsmedewerker en Carla Nab als ondersteuning. De nauwe samenwerking eind jaren negentig met Stichting de Meeuw, onder andere in de themagroepen, maakt het min of meer vanzelfsprekend dat het drietal optimistisch de leegstaande zolder huurt bij De Meeuw op de Katendrechtse Lagedijk in Rotterdam Zuid. ‘Daar bleek het in de zomer snik en snikheet te zijn’, zegt Van der Have. Misschien is dat wel tekenend voor de broeierige en gedreven sfeer waarin iedereen werkte aan de vernieuwingen in het onderwijs. Ook Van der Have noemt het een gedenkwaardige periode. ‘We waren in die eerste jaren behoorlijk breed bezig en het leuke eraan was dat vooral de scholen zelf heel actief waren. Van themawerkgroepen als ‘School in samenleving’ en ‘Krachtige leeromgeving’ waren schooldirecteuren de voortrekkers. Daardoor kon je gebruik maken van elkaars expertise en kon je een ijzersterk netwerk opbouwen.’ De toenmalige coördinatiegroep stond onder inspirerende leiding van Peter de Visser, destijds directeur van het christelijk college Riederwaard. De middelen voor het bestrijden van onderwijsachterstanden werden in die tijd verdeeld via Koers vanuit het eerder genoemde gemeentelijke FAO, het fonds achterstandsbestrijding onderwijs. ‘Je kon veel op elkaar afstemmen toen,’ zegt Van der Have. ‘Er was een grootschalige stedelijke daadkracht.’
februari 2001–juli 2002 Projecten Voortijdig Schoolverlaten
2001
15
Wel ging in de loop van de tijd steeds meer energie zitten in het aanvragen en
effecten hiervan waren met de rapportage Zorg in beeld. Die cijfers maakten transparant
verantwoorden van middelen. Bertil Boshuizen van Koers VO daarover: ‘Het was de tijd van
dat met de vastgestelde criteria in de regio Rotterdam veel méér leerlingen tot de categorie
veel project-plannen schrijven, dat was de cultuur in heel Nederland. Op een gegeven
zorgleerling gingen behoren dan tot dan toe. Terwijl, als je een goede, betrokken school in
moment was je alleen nog maar met papierwerk bezig, er waren veel verschillende potjes.
een achterstandwijk zou vragen wie hun zorgleerlingen waren, ze er maar enkele zouden
De kracht van Koers in die tijd was dat we samen met directeuren van vmbo-scholen
noemen. Onze rapportage maakte duidelijk dat met deze criteria grote groepen leerlingen
antwoorden zochten op de vraag wat goed is voor het Rotterdamse onderwijs. Je kreeg een
naar het regulier onderwijs gingen, terwijl ze daar dus eigenlijk extra ondersteuning nodig
beweging van mensen die moreel aan elkaar gebonden waren. Later hebben we het
hadden. Die leerlingen kregen te maken met een niet meer in te halen achterstand.’
Rotterdams Onderwijsmanifest geschreven, met het voorstel om al die verschillende potjes
Jaap van der Have herinnert zich dat zowel het ministerie als de gemeente Rotterdam niet
af te schaffen en de middelen in handen van de schoolbesturen te leggen.’
bepaald blij waren met de Rotterdamse cijfers. ‘ We werden op onze vingers getikt. Het
In 2001 verhuist bureau Koers VO van Rotterdam Zuid naar de Marshallweg in Rotterdam
werd ervaren alsof de nieuwe criteria van het ministerie niet klopten. En de gemeente vond
Ommoord omdat de ruimte bij Stichting de Meeuw te klein wordt. Er komt een nieuwe
dat we niet moesten benadrukken dat Rotterdam steeds de foute lijstjes aanvoert. Terwijl,
beleidsmedewerker bij, Annemarie Rodenburg, die vooral veel onderzoek doet. Dat is hard
zo zát het gewoon hier, met die lwoo-criteria.’
nodig, omdat je hoe langer hoe meer moet kunnen aantonen wat er precies aan de hand is en wat het resultaat is van inspanningen. Bovendien is Koers VO een organisatie die zich
Hoe dan ook, Koers VO kreeg van het rijk een regionaal budget om over de scholen te
voortdurend afvraagt of ze de goede dingen doet, of ze die op de juiste manier doet en of
verdelen, zodat scholen hun zorg kunnen perfectioneren en laten uitstrekken tot leerlingen
de resultaten sporen met de verwachtingen. Want ook al zijn de stappen nog zo klein,
die geen formele indicatie hebben. Een van de eerste activiteiten binnen Koers VO was het
resultaten tellen. Onderzoek is daarbij een belangrijke steunpilaar.
instellen van een permanente commissie leerlingenzorg (PCL) waarvan het reglement in oktober 2002 werd vastgesteld. De PCL van Koers VO geeft advies aan scholen rond de
‘Het is in het begin jarenlang zo geweest dat niemand goed zicht had op bijvoorbeeld leerlingen die thuis zaten, ook de gemeente niet. Nu wordt dat beter bijgehouden, vanuit verschillende perspectieven. Je kunt dan gezamenlijk kijken waar het om gaat en als Samenwerkingsverband je verantwoordelijkheid nemen.’
overstap Praktijkonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, nevenvestiging zorg en regionaal expertisecentrum (REC). Ook adviseert de PCL over leerlingen die geen officiële indicatie krijgen, maar wel een specifieke hulpvraag hebben. Koers VO heeft de verplichte PCL tegenwoordig dusdanig ingericht dat het voor de scholen zo min mogelijk bureaucratie
Jaap van der Have, Koers VO
met zich meebrengt. Aanvragen verlopen eenvoudig en snel via de website van Koers VO en toetsing vindt achteraf plaats.
Verschuivingen De ontwikkelingen met de wetgeving rond Praktijkonderwijs en leerwegondersteunend
Verantwoordelijkheden
onderwijs, de andere financieringswijze voor onderwijsachterstandsbeleid, de grotere – ook
Bij de start van Koers VO was veel nog onduidelijk. Wie is er precies verantwoordelijk voor
financiële - zelfstandigheid van schoolbesturen zorgden voor flinke verschuivingen.
wat? Wie neemt welk initiatief? Het was zoeken geblazen, want het ministerie schreef voor
‘Het achterstandsbeleid moet afgeschaft worden. Er moet uitgegaan worden van de
dat het samenwerkingsverband er moest zijn, maar elk samenwerkingsverband zelf was en
zorgstructuur’ lezen we in het document ‘richtinggevende uitspraken van de visiegroep
is grotendeels verantwoordelijk voor invulling en functioneren.
Koers 2002’ uit augustus 1997.
op is gegeven. Om in aanmerking te komen voor leerwegondersteunend onderwijs stelde
‘Het ministerie wilde dat vo-scholen gingen samenwerken om problemen op te lossen. Het is lange tijd vaag gebleven waar die samenwerking uit moest bestaan. Pas al werkend wordt langzaam maar zeker duidelijk of zo’n samenwerking een blijvertje is. Omdat Koers zo’n groot gebied bestrijkt wilden we de samenwerking vormgeven in drie regio’s, drie werkverbanden. Het overleg per regio is goed gelukt, scholen komen elkaar tegen. Maar de zorg regelen per werkverband, dat is er nog niet van gekomen. Het is ook de vraag of dat moet.’
het ministerie criteria vast. Bertil Boshuizen: ‘Wij hebben als Koers VO onderzocht wat de
Bertil Boshuizen, Koers VO
Op verzoek van de scholen ging Koers VO zich steeds meer toeleggen op zorgleerlingen in het vmbo. Want hoe verdeel je zo rechtvaardig mogelijk de middelen die er zijn voor leerlingen die extra zorg nodig hebben? Maar, wat is precies een zorgleerling? Een vraag waar nog altijd geen definitief antwoord
30 oktober 2001–nu Traject ‘De zorgleerling in beeld’
2002
16
17
De afgelopen tien jaar laten een duidelijke ontwikkeling zien bij Koers VO. De beweging is dat scholen steeds meer zelf verantwoordelijk zijn geworden voor de zorg om elke leerling op de juiste plek te hebben en te houden. ‘Koers VO heeft twee taken’, aldus Koers VO bestuursvoorzitter Wim Littooij. ‘We zijn
Tien publicaties
verantwoordelijk voor het verbreiden, uitbreiden en verbeteren van de zorg in het regulier
oude vormgeving
onderwijs. Daarnaast beheren we het budget van het rijk en zorgen we dat het geld bij scholen komt die veel zorgleerlingen hebben waar ze formeel geen geld voor krijgen.’ Littooij trad als bestuursvoorzitter aan in oktober 2002. Precies het moment waarop allerlei ontwikkelingen steeds duidelijker werden. Littooij: ‘Vergeleken met andere samenwerkingsverbanden in Nederland bedient Koers VO de grootste populatie leerlingen en dat begon in een periode dat het speciaal onderwijs opgeheven werd. Je moet dan goed weten wat je kerntaak is, anders blijf je bezig met allerlei zaken waarvan de gemeente vraagt of je die als samenwerkingsverband kunt oplossen.’ Kortom: tijd voor een visie.
De visie Oudgedienden die al langer met Koers VO meelopen herinneren zich ongetwijfeld de grote werkconferentie in De Kuip in november 2004 waar zowel letterlijk als figuurlijk aan netwerken werd gebouwd. Letterlijk, met kleurige bolletjes wol en figuurlijk met vele onderlinge en gezamenlijke gesprekken en discussies. Marjo Klaassen, nu directeur van Calvijn in Barendrecht en voorzitter van het werkverband Zuid van Koers VO, herinnert zich deze bijeenkomst nog goed. ‘Dat gooien met die bolletjes wol, de symboliek van het letterlijk bouwen van een netwerk, het dééd ons echt wat’, zegt ze. Er was een lange voorbereiding aan vooraf gegaan onder leiding van Jaap van den Berg. Een jaar eerder, in november 2003, stelde de algemene ledenvergadering van Koers VO de visienotitie 2010 vast onder het motto ‘Geen leerling tussen wal en schip’. En voorafgaande hier weer aan bogen ruim veertig vertegenwoordigers van scholen zich over de bouwstenen voor de visie 2010. ‘Dat was een grote operatie’, herinnert Corry Buijk zich, toen locatiedirecteur van Nieuw Rotterdam, nu beleidsmedewerker onderwijs en zorg van LMC en voorzitter van het Koers VO werkverband Noord. ‘Het was iets gezamenlijks en het gaf duidelijk aan dat iedereen eraan mee wilde doen. Er werd in groepen gewerkt, er waren stellingen, er was een grote betrokkenheid om aan de slag te gaan met de gekozen onderwerpen.’ Het is duidelijk waar het heen moet. Om leerlingen niet tussen wal en schip te laten vallen is het belangrijk dat vo-scholen met elkaar afspreken welke zorg ze precies aan leerlingen kunnen bieden (speerpunt zorgbreedte).
29 oktober 2002 PCL-reglement
19
Bovendien moeten er duidelijke afspraken komen rond verwijzing en criteria naar boven-
‘zorgstructuur’ het laatste van vier thema’s is. De bovengenoemde speerpunten, uitvloeisels
schoolse lesplaatsen. De expertisecentra bundelen hun krachten en gaan meer in op vragen
van de vastgestelde visie, zijn hier als onderdeel van een groter geheel aan de orde. Wel
van scholen (speerpunt bovenschoolse zorg).
zijn de ingrediënten waar Koers nog steeds mee bezig is ook dan al vervat in werkgroepen
Eveneens van belang is een goed inzicht in capaciteiten en behoeften aan hulp van
die zich bijvoorbeeld bezig houden met een pilot interne zorgstructuur of met de
leerlingen en de mogelijkheden in het vervolgonderwijs. Dit geldt vooral bij overstap-
aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs. En ook dan al speelt het onderwijs-
momenten, van basis- naar voortgezet onderwijs en daar vandaan naar mbo of bij
kundig rapport, waarover veel mensen praten tijdens de interviews voor dit boekje.
tussentijds switchen (speerpunt determinatie en plaatsing).
‘In de loop der jaren is er meer systeem in het zorgplan gekomen, het is meer een cyclus geworden met logische stappen van problemen benoemen, oplossingen bedenken, uitvoeren en terugblikken wat ervan terechtgekomen is. Het is ook een verantwoordingsdocument geworden.’
En tot slot moet Koers VO met regelmaat onderzoeken of de kwaliteit van deze speerpunten voldoende is en of onderwijs en zorg voldoende effectief zijn (speerpunt kwaliteitszorg). In een notendop is dit wat Koers VO voor ogen stond in 2004 om de komende jaren aan te werken.
Annemarie Rodenburg, Koers VO
‘Als je terugkijkt naar het begin dan zie ik dat de gezamenlijke verantwoordelijkheid van scholen om leerlingen te plaatsen groeiend is. Absoluut.’ Jaap van der Have, Koers VO
Hart van de zaak Koers VO bestond en bestaat uit drie werkverbanden, ingedeeld naar de gebieden Noord, Noordoost en Zuid. Elk werkverband heeft twee voorzitters die samen de bijeenkomsten voorbereiden. Zo’n vijftien tot twintig deelnemers per werkverband. Schooldirecteur, rector
Bestuursvoorzitter van Koers VO Wim Littooij – en hij is bepaald niet de enige die dit
of conrector, zorgcoördinator – al of niet bovenschools – ze zitten allemaal door elkaar.
herhaaldelijk zegt – noemt het werken aan de speerpunten een zaak van lange adem. ‘De
Scholen bepalen zelf wie ze afvaardigen naar de werkverbanden. Wel heeft de erfenis van
dingen die we als Koers VO willen, kunnen nu eenmaal niet snel, dat gaat stap voor stap.
de beginjaren, toen vooral directeuren met elkaar overlegden, plaats gemaakt voor een
Scholen hebben hun handen vol aan eigen problemen, en dan komt er een organisatie als
grotere deelname van zorgcoördinatoren.
Koers VO langs die lastige vragen stelt en lastige opdrachten geeft. Als je te veel ineens
Marjo Klaassen is al lange tijd actief in het werkverband Zuid en sinds 2008 voorzitter
wilt, word je niet serieus genomen, dus je moet je plek veroveren en laten zien wat je
daarvan. ‘Je kunt echt wat voor elkaar betekenen, vind ik. En er is veel veranderd de
meerwaarde is. Ik denk wel dat dit de afgelopen jaren gebeurd is. We hebben nog steeds
afgelopen jaren. In het begin was het voor iedereen toch wel een beetje op eieren lopen,
niet de basisafspraak over hoe breed zorg op een school moet zijn en dat je probleem-
maar nu zijn die scheidslijnen weggevallen. We zijn veel meer een eenheid en er is nauw
leerlingen niet moet doorschuiven naar de buurman, maar we komen wel in de buurt.’
overleg. Je komt daar halen en brengen. Het werkverband voorziet in een behoefte.’ De vergaderingen gaan over concrete zaken. ‘Je praat hier echt over het werk’, vindt Jaap
‘Koers VO heeft een lastige positie. Je kunt niets ‘afdwingen’. Spreek je bijvoorbeeld met elkaar af om een traject in te gaan of bepaalde formulieren te gebruiken, dan moet je daar in de praktijk wel zo’n jaar of drie voor uit trekken. Binnen je eigen organisatie krijg je iets wel sneller voor elkaar, maar voordat het in het hele Samenwerkingsverband echt werkt… Ik vind wel dat we een consequente koers varen, niet dat Koers VO het ene jaar dit promoot, en het andere jaar weer iets anders. Nee, we houden de lijn vast.’ Corry Buijk
van de Griend, locatiedirecteur van Willem van Oranje in Oud-Beijerland. ‘Hoewel je moet oppassen dat werkverband Zuid niet te groot wordt.’ Zijn school, in de Hoeksche Waard, koos eind jaren negentig voor Samenwerkingsverband Koers VO vanwege de contacten die er met Rotterdam waren. ‘Bovendien werken de verschillende zuilen in Koers VO samen, dat is een kracht.’ Van de Griend voelde zich van begin af aan op zijn plek in het werkverband Zuid. Dat was niet voor iedereen zo. ‘Ik vond het in het begin allemaal heel ingewikkeld en ook van een hoog stropdassengehalte. Zo’n werkverband, het zei me eigenlijk weinig’, bekent Bianca Toebosch, die zes
Vanaf het begin heeft Koers jaarlijks een zorgplan het licht doen zien. Dit zorgplan is als het
jaar lang zorgcoördinator was op de Wolfert Dalton en deelnam aan werkverband Noord.
ware de kern waar alle inzet en inspanningen om draaien. Het eerste zorgplan omspant
‘Bovendien werd er vooral over vmbo gesproken, terwijl ik op een havo/vwo school zat.
meer jaren en bestrijkt de periode 1999–2002. Sla je dit boekje open dan valt meteen op dat
schooljaar 2003–2004 Zorgbreedtebudget Strippenkaart
2003 Leerlinggebonden financiering
20
november 2003 Visienotitie 2010 vastgesteld
3 augustus 2003 Start REC
21
Nee, ik vond het niet mijn plek. Ik was ook nog druk bezig om mijn eigen koers als zorgcoördinator te bepalen binnen mijn school, ik had helemaal geen tijd voor die vergaderingen! Ik liet dat weten aan Koers VO en toen wilde Bertil Boshuizen daarover met me in gesprek. Dat ben ik aangegaan. Het werd me duidelijk dat ik zelf ook agendapunten kon indienen. Daardoor werd het boeiend.’ Ze had wel wat puntjes… Zette consequent zaken op de agenda die voor havo en vwo zorgleerlingen van belang zijn. Sinds augustus 2007 kunnen ook scholen voor havo en vwo gebruik maken van bepaalde faciliteiten van Koers VO zoals de expertisebijeenkomsten en het Consultatieteam.
‘In het werkverband kan je met de andere leden van Koers VO van gedachten wisselen. Je wordt bevestigd in je idee dat je niet gek bent, je hoort hoe andere scholen ergens over denken. Dat spiegelen, dat is het belang van Koers VO, dat je contacten hebt buiten je school. Want als je alleen in je eigen school zit hoor je niks meer, zie je niks meer…’ Jan Compeer, coördinator zorgbeleid Zuiderpark
Kennisverdieping Van begin af aan heeft Koers VO ervoor gezorgd dat kennis voor de leden van het Samenwerkingsverband zo goed mogelijk toegankelijk is. Er zijn expertisebijeenkomsten – in de afgelopen tien jaar zijn er naar schatting zo’n dertig geweest, er is uitwisseling en er zijn informatiebijeenkomsten. Iedereen waarmee is gesproken voor dit boek is daarover enthousiast. Jaap van de Griend, schooldirecteur in Oud-Beijerland deed bijvoorbeeld mee aan het traject kwaliteitsstandaarden zorg, om de zorg op scholen op een hoger plan te krijgen. Hij vindt: ‘Dat heeft Koers VO op een goede manier in elkaar gesleuteld. Want echt, het is tobben hoor, als je de kwaliteit van je school of van andermans school wilt beschrijven. Wat versta je onder de kwaliteit van je zorg? Er zijn formuleringen gemaakt en doelen bepaald. We keken bij elkaar op school rond, dat is heel zinvol. Daardoor word je je bewust van een andere wereld en ook van de zorg op je eigen school, waar je die kan verbeteren.’ Van de Griend heeft in het algemeen de deskundigheid binnen Koers VO zien toenemen. ‘Het begon met een eenvoudig aanmeldingsformulier – hij doelt op het onderwijskundig rapport dat straks nog uitgebreid aan de orde komt – dat steeds verbeterde, er zit nu ook een addendum voor zorgleerlingen bij. En de hele reeks van testen en toetsen er omheen is steeds beter geworden, dat is door Koers VO op touw gezet. Dat hadden wij als vo-scholen in de Hoeksche Waard alleen nooit gekund. We profiteren dus duidelijk van de kennis die er is. Het leuke is dat je met elkaar mee ontwikkelt, we houden elkaar scherp op de leerlingzorg, dat is de grote winst van het Samenwerkingsverband.’
2004
23
Spreek je over kennisverdieping, dan mag de kwaliteitsimpuls zorg- en adviesteam (ZAT) in
Kiek Broekman, directeur van het Weer Samen Naar Schoolverband IJssel en Lek zegt
een historisch overzicht niet ontbreken. Begon een dergelijk team vroeger mondjesmaat op
daarover: ‘Voorheen waren de structuren onduidelijk, de basisscholen moesten zelf maar
vo-scholen, toen vaak nog social team geheten, nu hebben vrijwel alle scholen zo’n zorg-
uitzoeken op welke vorm van voortgezet onderwijs hun leerlingen na groep 8 waren
en adviesteam waar met diverse disciplines zorgleerlingen besproken worden. Ook hier
aangewezen. Toetsen moest soms op het laatste moment. Het was nogal ad hoc. Koers VO
heeft Van de Griend ervaring mee. ‘Zo’n zorg- en adviesteam wordt vanzelfsprekender op je
heeft weten te bewerkstelligen dat de zaken nu een goede en logische lijn hebben. Er is een
school maar je wordt ook kritischer. In het begin kwam van alles rijp en groen aan de orde
draaiboek, waarin staat wanneer je kinderen onderzoekt waarvan de leerkracht vermoedt
en dat kwam ook keer op keer weer terug. Je wordt dus wijzer, en zo’n kwaliteitsimpuls…
dat die in aanmerking komen voor speciale zorg. Dat begint nu al in groep 7 en dat is een
Je merkt gewoon dat je dit alleen maar in een groter verband kan doen. Koers VO heeft de
enorme verbetering. De basisscholen worden meegenomen in dat zorgtraject van Praktijk-
juiste contacten, is in staat om de goede mensen binnen te halen. Je ontwikkelt met elkaar
onderwijs en leerwegondersteunend onderwijs.’
een bredere visie op het geheel.’
Broekman spreekt over een mooie brug tussen basis- en voortgezet onderwijs.
‘Terugkijkend vind ik: wat gedaan is, is ook goed gedaan en doorontwikkeld. Niet uitontwikkeld, want klaar ben je nooit, maar er zit een lijn in, je kunt verder. Koers zit heel dicht tegen het veld aan, bestaat voor een groot deel uit het veld. Daardoor ben je realistischer dan de wetgevers in Zoetermeer, eh… pardon, Den Haag.’
‘Ik heb het niet over een smal touwbruggetje maar een hele stevige ijzeren brug die leerlingen helpt oversteken van po naar vo. Die brug is van beide kanten gebouwd, hoewel Koers VO het hardst heeft gebouwd. En het is goed als dit bij één partner ligt, anders krijg je nog meer administratieve rompslomp.’
Jaap van de Griend
Kiek Broekman, directeur WSNS IJssel en Lek
Ervaringen Zorgloket po-vo neutraal
positief
De zorgleerling in beeld
Eerder toetsen
Een van de grote zorgen vanuit scholen was en is de overstap van de ene onderwijssoort
Jan van de Wiel, voorzitter van de Regionale Verwijzingscommissie (RVC), constateert
naar de andere, waarbij veel mis kan gaan als het gaat om leerlingen met meer behoefte
eveneens dat met De zorgleerling in beeld de plaatsing van leerlingen in het Praktijk-
aan zorg. Dat geldt voor de stap van primair naar voortgezet onderwijs maar ook voor de
onderwijs of leerwegondersteunend onderwijs in het vmbo veel sneller kan dan vroeger.
overgang van de ene vo-school naar de andere of naar een onderwijsopvangvoorziening.
Dat wil zeggen, als leerlingen daarvoor in aanmerking komen. De RVC is de instantie die
Onbekendheid met elkaars schoolsoort en het type onderwijs, het ontbreken van een goede
dit bepaalt.
overdracht, onjuiste plaatsingen, geen inzicht en overzicht van de verschillende zorg-
Even een klein uitstapje naar dit fenomeen: er zijn in Nederland zestien RVC’s die tien jaar
structuren en -culturen, alles bij elkaar moest hier nodig iets gebeuren.
geleden wettelijk ingesteld zijn toen vbo en mavo met elkaar opgingen in het vmbo en het
Acht jaar geleden moest je als leerplichtambtenaar soms ‘leuren’ met leerlingen langs
vso anders werd ingericht. De RVC’s beoordelen volgens landelijke criteria of een leerling
scholen voor voortgezet onderwijs, omdat die na de zomervakantie vanuit groep 8 van de
na groep 8 van de basisschool in aanmerking komt voor Praktijkonderwijs of leerweg-
basisschool nog geen plek hadden.
ondersteunend onderwijs in het vmbo. De RVC Rijnmond bedient een gebied dat de
‘Ik vond dat verschrikkelijk’, zegt Nanna Driessen, destijds leerplichtambtenaar, nu poort-
grenzen van het Koers VO gebied overstijgt.
wachter leerplicht. ‘Je moest dan deals met scholen maken, aandringen om een kind als
Terug naar Jan van de Wiel. Hij zegt: ‘Koers VO heeft strak ingezet op het tijdig aanvragen
tijdelijke gastleerling toe te laten en dan te bekijken hoe het ging. We hebben in tien jaar
van beschikkingen door scholen. Het beleid is steeds verder verfijnd en dat is altijd in
tijd hierin een enorme ontwikkeling doorgemaakt, er is veel verbeterd.’
goede samenwerking met de RVC gegaan. Koers VO is landelijk een voorbeeld geweest in
Dat is gebeurd door het traject De zorgleerling in beeld dat begon in oktober 2001. Het
deze aanpak. We kregen ook samen toestemming van het ministerie om af te wijken van de
bestaat uit een aantal afspraken tussen betrokken partijen waarin duidelijk is vastgelegd
regels, bijvoorbeeld om kinderen op de basisschool eerder te toetsen terwijl die toetsen
wie welke actie onderneemt op welk moment, met als resultaat: een goed advies vanuit de
dan toch geldig bleven voor de RVC criteria. Als je samen goede argumenten hebt, krijg je
basisschool en minder kans op verkeerde plaatsingen.
het ministerie wel mee, en de andere RVC’s in het land ook.’
3 februari 2005 Prijs voor project ‘Van Eindstation naar Tankstation’ (Praktijkonderwijs)
november 2004 Werkconferentie in De Kuip (uitwerking speerpunten)
2005
24
25
‘Koers VO investeert via De Zorgleerling in beeld in de vooronderzoeken op basisscholen. Daardoor kunnen aanvragen sneller bij ons komen, kunnen wij sneller beoordelen en weten – idealiter – de vmbo-scholen al voor de zomervakantie of leerlingen een beschikking hebben voor praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs. Dat gaat stukken beter dan vroeger.’ Jan van de Wiel, voorzitter RVC Kortom: dit alles draagt ertoe bij om leerlingen sneller en beter te plaatsen in het voortgezet onderwijs. Elk jaar maken in de regio Rotterdam zo’n achtduizend achtstegroepers deze overstap. Even een sprong naar het heden: in het schooljaar 2008–2009 is er in juni bij wijze van proef het ‘witte rook overleg’ geweest om kinderen die voor de zomervakantie nog geen plek in het voortgezet onderwijs hadden die plek wel te geven. Uiteindelijk waren er van de achtduizend kinderen twee nog niet geplaatst voor de zomervakantie.
‘Ik vind het echt hartstikke goed dat daar niet alleen vo-scholen om de tafel zitten, maar ook vso-scholen, die met elkaar zeggen: wij gaan deze kamer niet uit voor alle ingebrachte leerlingen geplaatst zijn!’ Jaap van der Have van Koers VO over het ‘witte rook overleg’
Betere overdracht Steeds weer blijken in de historie van Koers VO de overstapmomenten van leerlingen nog
Deelnemers aan het
onvoldoende effectief en efficiënt te verlopen. Koers VO drong jarenlang aan op een goede
‘witte rook overleg’:
ontwikkeling en een goed gebruik van het wettelijk verplichte onderwijskundig rapport
· Ambulant begeleider vanuit REC
(OKR). Hierin gaan leerlinggegevens van de basisschool mee naar de school voor vervolg-
· Bureau Jeugdzorg
onderwijs. Was het gebruik van dit rapport door de basisschool in het begin nog aarzelend
· Consultatieteam Koers VO
en mondjesmaat, tien jaar later is het rapport een niet meer weg te denken factor. Vrijwel
· Leerplicht gemeente Rotterdam
alle basisscholen werken ermee. In elk geval die in Rotterdam.
· Nevenvestiging zorg
De introductie van dit onderwijskundig rapport was voor Koers VO overigens wel een
· Onderwijsopvangvoorziening
leermoment, zo lezen we in het eerste nummer van Koers Actueel van januari 2000: ‘Het
Rotterdam
eerste onderwijskundig rapport was onvoldoende doorgesproken met de basisscholen.
· Praktijkonderwijs
Dat viel niet goed. Hieruit is lering getrokken.’ Er kwam een werkgroep po-vo die
· Voortgezet speciaal onderwijs
uiteindelijk een bijgesteld onderwijskundig rapport levert waarmee alle partijen uit de voeten kunnen. Voor Koers VO was het een jaar na oprichting een signaal om het hele scholenveld steeds opnieuw zo goed mogelijk te betrekken bij verandervoorstellen.
augustus 2005–nu Consultatieteam
november 2005 1e rapport monitor uitstroom Praktijkonderwijs
27
Zorgloket VO ‘Het is leuk en aardig om met elkaar te brainstormen over oplossingen, maar de resultaten daarvan moet je wel verwerken, en dat gaat steeds beter. De participanten van Koers VO zien het nut ervan, zien dat de kwaliteit omhoog gaat. Koers VO pakt het professioneel aan, met een duidelijke cyclus van voorstellen inventariseren, notities opstellen, plannen, uitvoeren, evalueren, bijstellen en een nieuwe ronde ingaan.’ Marjo Klaassen, directeur Calvijn in Barendrecht en voorzitter werkverband Zuid
Rapportcijfers Educatieve kaart 9
Terug naar de harde praktijk. Overstapmomenten zijn er natuurlijk ook als een leerling een
1 5
switch maakt tussen scholen voor voortgezet onderwijs of als een leerling naar een onderwijsopvangvoorziening gaat. Ook die overgangsmomenten hebben altijd de aandacht
8
6
van Koers VO gehad en ook hier zijn duidelijke stappen gezet. Koers VO voert bijvoorbeeld inmiddels de regie over de centrale indicatiecommissie (CIC) die beoordeelt of leerlingen naar een onderwijsopvangvoorziening kunnen. En in januari 2007 lanceerde Koers VO de zogenaamde Educatieve kaart. Aanvankelijk op papier, later
Over het onderwijskundig rapport zegt Jan Compeer, zorgcoördinator op het Zuiderpark:
ook digitaal, biedt deze een overzicht van het onderwijs en de zorg die een vo-school in
‘Het grote voordeel van een organisatie als Koers VO is dat je zo’n onderwijskundig rapport
huis heeft. Vrijwel alle vo-scholen in de regio van Koers VO staan vermeld. Er is te vinden
goed en eenduidig op de rails kunt krijgen, met bijbehorende afspraken. Wij kunnen als
welke problematieken de verschillende scholen en voorzieningen het hoofd kunnen bieden.
7
individuele vo-scholen de basisscholen wel benaderen, maar je hebt met minstens vijftig basisscholen te maken. Het zou heel slordig zijn als wij de ene afspraak maken met basisscholen en een andere school maakt andere afspraken. Het is een grote verdienste van Koers VO dat er één lijn is en dat ze het voor elkaar krijgen om al die partijen op die lijn te krijgen.’
‘We vragen steeds nadrukkelijker aan scholen om hun zorgbreedte te beschrijven in die Educatieve kaart. We komen nu langzamerhand op het punt dat we vinden dat scholen dat moeten doen en we moeten ook bekijken: staat het er goed, is de beschrijving juist, is de kwaliteit juist, klopt het, die omslag zijn we nu aan het maken.’ Jaap van der Have
Feestelijk uitstapje We gaan even een uitstapje maken. Even weg uit de sfeer van zorg, indicaties, rapporten en
Eerder al, in september 2005, deed het Consultatieteam zijn intrede. Dit C-team bestaat uit
hard, hard werken. In juni 2005 werden de medewerkers van bureau Koers VO – naar later
drie deskundigen vanuit de drie expertisecentra. Namens Koers VO staan zij scholen met
bleek onder valse voorwendselen – naar een zogenaamde bestuursvergadering gelokt. De
raad en daad bij als zij echt niet meer weten wat zij met een individuele leerling moeten
voorzitters van de werkverbanden hadden hun bezworen dat het belangrijk was en dat ze
aanvangen. Het ontstaan van het C-team heeft z’n oorsprong in het gegeven dat scholen in
tijd vrij moesten houden. Ietwat mopperend omdat ze niet wisten waar het over ging - en
2004 via een zogenaamde ‘kruisjeslijst’ lieten weten dat zij veel leerlingen hebben die zij
wat zou hen in vredesnaam nu weer boven ’t hoofd hangen – werden Jaap van der Have,
niet de juiste hulp kunnen bieden. Het gaat hier om leerlingen die geen indicatie voor zorg
Bertil Boshuizen, Annemarie Rodenburg, Carla Nab en Vera Slingerland (nu: van Dam) met
hebben, maar waarover wel gerede angst bestaat dat zij zonder diploma van school gaan.
een busje min of meer ontvoerd naar een gelegenheid. Hier werden ze verrast door enkele
Met de kruisjeslijst hoefden scholen geen ingewikkelde inventarisaties of analyses te
leden uit de werkverbanden die het bureau fêteerden op een glas, een hapje en een heuse
maken, dat was tenslotte al vaker gebeurd, maar konden zij eenvoudig ‘aankruisen’. Deze
oorkonde ‘voor het beste Samenwerkingsverband van Nederland’. Het werd bijzonder
lijst liet zien dat het in twee achtereenvolgende schooljaren ging om zo’n veertien procent
gewaardeerd door het bureau.
leerlingen in onze regio waarover scholen met de handen in ’t haar zaten.
vlnr Bertil Boshuizen,
Corry Buijk hierover: ‘Voor ons organiseerden zij altijd interessante, leerzame en leuke
Het C-team kan hierin de weg wijzen, is in staat om snel te reageren op vragen. De scholen
Carla Nab, Jaap van der Have,
bijeenkomsten. Alles was altijd prima geregeld, maar het bureau zelf werd nooit in het
maakten door de jaren heen veel gebruik van deze gratis expertise. Inmiddels werpt het
Annemarie Rodenburg,
zonnetje gezet. Wij vonden het hoog tijd om dat te doen.’ En Marjo Klaassen: ‘Het was echt
C-team zich ook op allerhande zaken die anders blijven liggen, zoals het actief benaderen
Vera van Dam
zó gemeend van ons, die oorkonde. Bureau Koers VO straalt een grote betrokkenheid uit,
van scholen om te voorkomen dat leerlingen uitvallen.
denkt altijd mee over de dagelijkse praktijk, ze zien dat jij er bent. Dat verdient een
‘Het komt steeds vaker voor dat we leerlingen binnen krijgen waarvan we niet weten hoe we hiermee om moeten gaan. Dan is het onmisbaar om op de deskundigheid van het Consultatieteam te kunnen terugvallen. Belangrijk is ook dat zij een helikopterview hebben.’
compliment.’
Uit de enquête van Koers VO, zomer 2009
januari 2006–nu Zorgloket po-vo
augustus 2006–nu Smal Regionaal Arrangement
2006 maart 2006 Rebound-wetgeving
28
september 2006 Passend Onderwijs (herziene nota)
29
Goed ingevulde formulieren en zelfs ‘warme overdrachten’ kunnen niet voorkomen dat er
Rapportcijfer behalen doelstelling ‘Geen leerling tussen wal en schip’
toch nog steeds leerlingen moeilijk te plaatsen zijn na groep 8. Daarom begon in 2006 in werkverband Noordoost een proef onder de titel ‘Drenkeling voor de deur’. Een van de afspraken daarin is dat er voor de Koers VO scholen elk jaar op 1 juni een balansdag is om
Tien publicaties
te bezien welke leerlingen nog niet geplaatst zijn. Het C-team gaat hier vervolgens mee aan
huidige vormgeving
de slag door concrete adviezen aan scholen te geven en ook door te registreren, om
9
10
1
3
8
4 5
overzicht te houden op de problematiek. Het ‘drenkelingenverhaal’ is na de proef gangbaar beleid geworden binnen Koers VO. 6
Al deze activiteiten bij elkaar zijn de opmaat tot het realiseren van een zogenaamd zorgloket VO, één plek, waar scholen terechtkunnen met alle gevarieerde hulpvragen. Het
7
zorgloket – nog altijd in ontwikkeling – werkt samen met de REC’s, met Leerplicht van de gemeente Rotterdam en met Bureau Jeugdzorg.
‘Voor het reguliere onderwijs is het prettig om het gecombineerde clusteronderwijs te kunnen ontmoeten in het zorgloket. Al pratend kom je tot de juiste aanpak van een leerling. Het kost wel veel tijd, maar als dat leerlingen verder helpt, is het de inzet waard.’ Marieke Dekkers, manager REC-Rijndrecht
Andere impulsen Koers VO heeft zich in de afgelopen tien jaar steeds duidelijker ontwikkeld met als leidraad de continue vraag: hoe kunnen wij met elkaar realiseren dat zorgleerlingen zo snel mogelijk op de best mogelijk plek komen in het onderwijs? Bovendien laat Koers VO zich leiden door te zoeken naar de meerwaarde die zij kan hebben voor de aangesloten scholen. Koers heeft dat hoe langer hoe meer gedaan door in te gaan op vragen van scholen. Natuurlijk is het ook zo dat het Samenwerkingsverband gehouden is aan de wettelijke opdracht. Soms is het
Als ik op school vragen heb die te maken hebben met zorgleerlingen, denk ik aan Koers VO.
2007 nee
laveren tussen die twee grootheden.
nee
Al vanaf het begin van haar bestaan heeft Koers VO de beschikbare middelen van het rijk
ja
transparant en op basis van analyses en feiten verdeeld, zoals het zorgbreedtebudget per school en de strippenkaart, waarmee scholen diensten kunnen betalen. Ook heeft Koers
2009
altijd gezocht naar mogelijkheden om zoveel mogelijk leerlingen binnenboord te houden,
nee
desnoods tegen de heersende regelgeving in. Nanna Driessen, poortwachter Leerplicht bij JOS, kan daar smakelijk over vertellen. Zij was destijds van mening dat je tegemoet moest komen aan leerlingen die in het tweede jaar van het voortgezet onderwijs alsnog problemen bleken te hebben. Leerlingen dus die eerst, bij de overstap van po naar vo, geen beschikking kregen voor leerwegondersteunend onderwijs. Driessen: ‘Ik weet nog dat ik een afspraak had met Bertil Boshuizen van Koers
januari 2007–nu Educatieve kaart
2007
31
ja
Waardering Consultatieteam Koers VO 1 8
3
4
5 6
VO om hierover te praten. Ik had hem nog nooit ontmoet, zag hem voor het eerst. We leken
Door de jaren heen heeft het onderwijs altijd gevraagd om opvangvoorzieningen en die zijn
van mening te verschillen en zaten allebei met verhitte hoofden koppig aan tafel, mijn ja
in de loop der tijd ook ontstaan, in steeds weer andere vormen en op andere manieren.
tegenover zijn nee. Op een gegeven moment zei hij tegen me: ‘jij bent ook een standvastig
Goed bedoeld maar versnipperd en weinig effectief. Om dit te stroomlijnen sloten de drie
persoon zeg!’ Waarop ik repliceerde: ‘jij zeker niet dan…’. Toen keken we elkaar aan en
grote schoolbesturen en gemeente Rotterdam in 2003 een convenant om in onderlinge
barstten allebei in lachen uit. Het ijs was gebroken. We maken ons tenslotte beiden sterk
samenwerking die voorzieningen met elkaar beter op poten te zetten. Deze onderwijs-
voor leerlingen die tussen wal en schip vallen. Dat moet je niet vergeten als je met elkaar
opvangvoorzieningen moesten onderdeel zijn van de bovenschoolse zorgstructuur die
in gesprek bent. Daar is toen de kiem gelegd voor het Smal Regionaal Arrangement.’ Dit
Koers VO zo nastreeft. Aanvankelijk gingen de schoolbesturen samen met de gemeente op
arrangement houdt in dat er geld beschikbaar is zodat leerlingen in bepaalde gevallen toch
weg om deze voorzieningen te realiseren. In 2006 kwamen er landelijk zogenaamde
naar een nevenvestiging zorg kunnen, ook als ze geen beschikking hebben.
reboundmiddelen vrij om bij te dragen aan de onderwijsopvangvoorzieningen. Koers VO
Een belangrijke impuls is ook de driejarige aanstelling van de ambassadeur Praktijk-
platform voor schoolbesturen om die onderwijsopvangvoorzieningen te starten en te
beheert deze middelen. Driessen over de rol van Koers VO hierin: ‘Koers was en is het 7
onderwijs in 2007. Hier gaat een lange historie aan vooraf. De scholen voor Praktijk-
onderhouden en informatie hierover te geven aan de scholen.’
onderwijs, gevormd in 1999, hadden met elkaar een uitwisseling op directieniveau. ‘Je kunt
Ze kijkt met veel genoegen terug op de bijeenkomsten die Koers organiseerde. ‘Daar werd
veel van elkaar leren’, zegt Arie Kooyman, van Accent, ‘Koers VO heeft dit directienetwerk
prima uit de doeken gedaan aan scholen hoe en wanneer een onderwijsopvangvoorziening
Praktijkonderwijs gefaciliteerd door het op te nemen in het jaarlijkse zorgplan. Het
in beeld komt en hoe het werkt. Ik kon daar ook mijn eigen rol als poortwachter toelichten.
directienetwerk werkt op hun beurt mee aan de monitor van uitstroomgegevens uit het
Dat was leuk en zinvol. Koers was daar altijd heel sterk in.’
Praktijkonderwijs. Daardoor kun je voor een hele grote regio aangeven wat de tendensen
‘Een van de hoogtepunten van de afgelopen tien jaar vind ik toch wel dat het vanaf 2003 met heel veel partijen gelukt is om de onderwijsopvangvoorzieningen vlot te trekken. Tot op dat moment stond er veel op papier, maar er gebeurde weinig. Met elkaar hebben we de schouders eronder gezet en het is Koers VO gelukt om daarbij de schoolbesturen het werk te laten doen. Naarmate de tijd voortschrijdt krijgt Koers een steeds belangrijker rol. Zo is de centrale intakecommissie (CIC) een instrument van het Samenwerkingsverband geworden, opdat er geen leerling uit de boot valt.’
zijn, hoe leerlingen terechtkomen. Inmiddels heeft dit landelijk navolging gekregen. En uiteindelijk is daar uitgekomen dat we iemand nodig hebben die voor ouders en voor het bedrijfsleven het imago van het Praktijkonderwijs weet te verbeteren: de ambassadeur.’
Op straat? Het ontstaan van de onderwijsopvangvoorzieningen Rotterdam (OOVR) is een verhaal met verschillende werkelijkheden. Tien jaar geleden was het nogal een chaotische situatie,
Arie Kooyman
zoveel is zeker. Leerlingen werden ad hoc geplaatst in de opvangvoorzieningen en wie het hardst riep kreeg het makkelijkste toegang; kort door de bocht gezegd zou je het zo kunnen typeren.
Inmiddels zijn ook Bureau Jeugdzorg en REC Rijndrecht partners binnen de onderwijs-
Een jaar of zes geleden luidde een aantal schooldirecteuren een hevig rinkelende alarmbel
opvangvoorzieningen. Marieke Dekkers, manager REC-Rijndrecht zegt hierover: ‘Sinds
over leerlingen die niet op school zaten maar gewoon ‘buiten liepen’, op straat. Het zou
enkele jaren krijgt het REC middelen voor cluster 4 opvangprojecten, zoals Op de rails en
jaarlijks om vijfhonderd kinderen gaan, alleen al in Rotterdam. Wie zorgt er voor deze
Herstart. Dit is een aanvulling op de voorzieningen die er al in Rotterdam waren. Het is
kinderen? Hoe kunnen zij een onderwijsplek krijgen?
goed dat we die opvang nu gezamenlijk aanbieden, want je kunt dat niet gefragmenteerd
Nanna Driessen, poortwachter Leerplicht bij toen de dienst stedelijk onderwijs, nu JOS,
doen, zeker omdat de doelgroep voornamelijk uit het regulier onderwijs komt. Wij hebben
ging enigszins verontrust op onderzoek uit. ‘Het bleken er geen vijfhonderd te zijn maar
expertise vanuit het speciaal onderwijs en je kunt nu beter differentiëren voor lichte en
toch wel een dusdanig aantal dat iedereen ervan schrok. Dat is eigenlijk de start geweest
zwaardere groepen.’
om de onderwijsopvangvoorziening Rotterdam (OOVR) op te tuigen.’ Sinds 2009 is op de website van Koers VO een actueel overzicht te vinden van de bezetting van deze faciliteiten. augustus 2007 Havo/vwo kunnen gebruik maken van consultatieteam en expertisebijeenkomsten augustus 2007–nu Ambassadeur Praktijkonderwijs
november 2007 Eerste uitwisselingsbijeenkomst Passend Onderwijs - regionaal netwerk Rotterdam e.o.
mei 2008 Start kwaliteitspuls zorgen adviesteam (ZAT)
2008
32
33
Expertise behouden Tien jaar geleden zette het ministerie dus in gang dat het speciaal onderwijs zou verdwijnen en regulier en speciaal onderwijs meer met elkaar integreerden. Hoe kijkt een voormalige vso-lomschool, nu nevenvestiging zorg, aan tegen de samenwerking binnen Koers VO? ‘Ik denk wel dat het beeld van onze scholen in het reguliere onderwijsveld veranderd is,’ zegt Kees Blaauw, locatiedirecteur Thorbecke nevenvestiging zorg (tot voor kort: De Rotonde). ‘Als onze kinderen naar een andere school gaan, omdat ze bij ons geen examen kunnen doen, dan zijn die scholen toch wel blij met onze leerlingen. Ze zijn gewend aan structuur, wij investeren daar veel in en ook in het bijbrengen van sociaal gewenst gedrag.’ Blaauw verspreekt zich regelmatig en heeft het dan over vso-lom. ‘O nee, dat mag je niet meer zeggen’, herpakt hij zich dan. ‘Nevenvestiging zorg dus, ja, het is een mond vol maar ik vind dat de term wel recht doet aan ons verhaal, aan het bijzondere van ons. De expertise die we vroeger hadden, hebben we kunnen behouden. Wij kunnen met de nevenvestigingen zorg alle kinderen in onze regio die ons nodig hebben opvangen.’ Over de samenwerking tussen de nevenvestigingen zorg onderling zegt Blaauw: ‘Wij kennen elkaars profielen veel beter. We hebben meer begrip voor elkaars situatie en trekken meer samen op, zoeken samen naar oplossingen. Koers VO is daarin een verbindende factor, we werken aan gezamenlijk beleid, werken gezamenlijk stukken uit, bijvoorbeeld over bepaalde doelgroepen die we willen bedienen of die al bediend worden en waar we extra hulp voor nodig hebben. Elke vestiging heeft z’n eigen sterke kanten.’ Blaauw ervaart dat hij een beleidsbepalende rol kan spelen binnen Koers VO. ‘We kunnen dingen aandragen, problematieken signaleren. Want wij hebben het over een tere groep, onze kinderen zitten dicht aan tegen de groepen van voortijdig schoolverlaters, onderwijsopvangvoorzieningen.’ Ook Blaauw vindt overigens dat Koers VO de wens om goede onderwijsopvangvoorzieningen te realiseren op een goede manier heeft weten te vertalen.
Spannende tijden Er zijn tijdens de gesprekken die gevoerd zijn om tot dit boekje te komen vele loftuitingen gedaan aan bureau Koers VO en aan de ontwikkeling van het Samenwerkingsverband. ‘Een stabiele factor’, noemen diverse geïnterviewden het bureau. ‘Deskundige mensen die weten waar ze over praten en de uitgezette koers bewaken. Nauwelijks personeelswisselingen, je kunt een goede band opbouwen.’ En: ‘De organisatie is professioneler geworden, er is een duidelijke cyclus van reageren op vragen, een plan maken, doelen bepalen en resultaten meten. Tussentijdse evaluaties zijn te vinden op de website.’ Die professionaliteit is belangrijk en volgens velen ook nodig om het hoofd te bieden aan nieuwe ontwikkelingen. Najaar 2007 was de eerste regionale bijeenkomst over passend
december 2008 Ondertekening Intentieverklaring regionaal netwerk Passend Onderwijs
35
onderwijs en een jaar later ondertekende Koers VO de intentieverklaring hierover, samen met de acht Weer Samen Naar School verbanden en de vier REC’s in onze regio. Jaap van der Have: ‘Je merkt dat scholen in een werkverband steeds meer hun eigen verantwoordelijkheden gaan nemen, dat is een opmaat naar passend onderwijs. We hebben in de werkverbanden uiterst betrokken zorgcoördinatoren, maar we missen de laatste jaren wel de participatie van sommige schooldirecties. Want zij nemen toch de besluiten en moeten de inspiratoren zijn om het in de school werkelijk te laten gebeuren. Ik vind dat het spannende van de komende jaren, om die twee zaken weer bij elkaar te brengen. Misschien moeten we met directies en met schoolbesturen vaker bijeenkomen om de lijnen uit te zetten. Of misschien moeten we in het kader van passend onderwijs weer een grote visiebijeenkomst organiseren.’ Bertil Boshuizen vult aan: ‘Vroeger was er een grote mate van vrijheid blijheid. Mensen namen hun verantwoordelijkheid vanuit inspiratie, dat was prima. Maar we komen steeds meer op een punt dat je verantwoordelijk gehouden wordt voor resultaten, dat wij er bijvoorbeeld als Samenwerkingsverband op aangesproken worden als een leerling thuis zit. En terecht! Dat zou betekenen dat we als Koers VO meer op de uitvoering moeten kunnen sturen. Ik kijk wel uit naar flinke discussies, zoals in de beginperiode, om ons er rekenschap van te geven waar we mee bezig zijn en tot welke resultaten dat leidt.’ Met die flinke discussies werd al een begin gemaakt op 8 oktober 2009: de start van het nieuwe visietraject. De uitgenodigde spreker, wetenschapper Kees van der Wolf, liet de deelnemers onrustig op hun stoelen schuiven. Zijn bewering dat leerlingen op school zitten om nuttig onderwijs te krijgen, niet om ‘behandeld’ of ‘verzorgd’ te worden gaf veel stof tot nadenken. En dat is wat er voortdurend gebeurt binnen Koers VO, tien jaar geleden al en nu nog steeds. Zorgvuldig nadenken om effectief met elkaar te kunnen handelen en leerlingen daarmee op de beste plek te krijgen en te houden. Op 8 oktober zinderde het opnieuw van de inspiratie en daarmee hoopt Koers VO een boeiende en nuttige weg af te leggen om te komen tot een nieuwe visie op passend onderwijs voor elke leerling. Een visie die aanzet tot actie!
15 juni 2009 Eerste witte rook overleg
8 oktober 2009 Startbijeenkomst visietraject 2017
2009
36
37
Werkgebied Koers VO
Met veel dank aan de volgende personen die inspiratie leverden
december 2009
om deze publicatie te schrijven: Kees Blaauw, locatiedirecteur Thorbecke, nevenvestiging zorg Bertil Boshuizen, Koers VO Lansingerland
Kiek Broekman, directeur WSNS IJssel en Lek Corry Buijk, beleidsmedewerker Onderwijs/Zorg LMC
Nieuwerkerk a/d IJssel
Jan Compeer, coördinator zorgbeleid Zuiderpark Nanna Driessen-Boer, beleidsmedewerker Jeugd, Onderwijs en Samenleving Rien van Genderen, stafmedewerker Stichting de Meeuw Jaap van de Griend, locatiedirecteur Willem van Oranje (Oud-Beijerland)
Capelle a/d IJssel
Rotterdam
Marjo Klaassen, vestigingsdirecteur Calvijn Buitenoord (Barendrecht) Jaap van der Have, directeur Koers VO
Krimpen a/d IJssel
Arie Kooyman, directeur Accent, Onderwijsondersteuning, Praktijkonderwijs, Avondonderwijs Lekkerkerk
Wim Littooij, voorzitter Raad van Bestuur CVO Annemarie Rodenburg, Koers VO Bianca Toebosch, zorgcoördinator Wolfert Dalton Jan van de Wiel, voorzitter RVC-VO Rijnmond
Ridderkerk
Hoogvliet Barendrecht Albrandswaard
Oud-Beijerland
Samenwerkingsverband Koers VO bestrijkt de regio Rotterdam en omgeving met scholen
Klaaswaal
uit Rotterdam (inclusief Hoogvliet), Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, de Hoeksche Waard, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Lekkerkerk (gemeente Nederlek), Nieuwerkerk aan den IJssel (gemeente Zuidplas) en Ridderkerk.
2010
38
39
40