Een terugblik na één jaar exwet Op 1 oktober 2012 werd het nieuwe bv-recht van kracht. Hiermee werden de regels rond de oprichting en inrichting van een bv eenvoudiger en exibeler. Spotlight zet na ruim één jaar praktkervaring de plussen en minnen van de exwetgeving op een rtje. Hugo van den Ende - Vaktechnisch bureau (National Oce), Assurance
54
1. Herziening regime van kapitaal- en crediteurenbescherming
de plussen en minnen van de exwetgeving op een rtje te zetten.
Op 1 oktober 2012 werd het nieuwe bvrecht van kracht. Hiermee werden de regels rond de oprichting en inrichting van een bv eenvoudiger en exibeler. Het primaire doel was de vermindering van de administratieve lasten voor ondernemers en het aantrekkelker maken van Nederland als vestigingsplaats voor bedrven. Om dat te bereiken werd het regime van kapitaal- en crediteurenbescherming herzien. Een aantal formele eisen, zoals een bankverklaring b oprichting van een bv, het wettelk minimumkapitaal van 18.000 euro, en de verplichting om in bepaalde situaties wettelke reserves te vormen, zn vervallen. Daarvoor in de plaats werd wel een nieuwe taak voor het bestuur in het leven geroepen. Om de belangen van de crediteuren te blven beschermen verleent het bestuur van de bv goedkeuring voor dividend- en andere uitkeringen aan aandeelhouders. Daarnaast werd de wet op enkele andere plaatsen aangepast wat soms ook tot ongewenste consequenties heeft geleid voor de praktk. Kortom, het is td om na ruim één jaar praktkervaring
2. Meer bv’s opgericht na invoering exwet
Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1
Het oprichten van een Nederlandse bv door een buitenlandse maatschapp is eenvoudiger geworden. Omdat er geen bankverklaring meer nodig is, is het ook niet nodig om een bankrekening te openen. En dat scheelt td en moeite, en dat was nou juist de bedoeling van de invoering van de exwetgeving. Uit onderzoek is gebleken dat er na invoering van de exwet beduidend meer bv’s zn opgericht – het vervallen van de bankverklaring kan hier mede een rol in hebben gespeeld.
3. Meer exibiliteit voor dochters in internationale concerns De wetgever heeft bepaald dat een algemene vergadering niet meer noodzakelkerws in Nederland plaatsvindt. Dat mag ook in het buitenland. Vooral buitenlandse houdsters met Nederlandse dochtermaatschappen zullen hiervan naar verwachting gebruik maken. Overigens zullen z wel alert
moeten zn op de mogelke scale gevolgen vanwege de noodzakelke substance in Nederland. Verder hoeft aandelenkapitaal niet meer in euro te worden gestort. Elke andere valuta is toegestaan. Dat is vooral handig als een Nederlandse bv een functionele valuta anders dan de euro heeft, bvoorbeeld de Amerikaanse dollar. Het aandelenkapitaal kan dan ook in Amerikaanse dollar worden gestort waardoor de jaarlkse omrekening van euro naar Amerikaanse dollar niet meer hoeft plaats te vinden.
4. Onzekerheid over de uitvoering van de uitkeringstoets Op grond van de wet zn bestuurders van een bv hoofdelk aansprakelk indien die bv na een uitkering van bvoorbeeld dividend niet meer in staat is om aan haar lopende verplichtingen te voldoen. Dat houdt in dat bestuurders voorafgaand aan een voorgenomen uitkering moeten toetsen in hoeverre die uitkering past binnen de liquiditeit van een bv. En daar zit nu juist de moeilkheid. Door het ontbreken van een helder normenkader weten bestuurders niet altd waar ze
aan toe zn. Er moet in feite worden beoordeeld of de bv voor ten minste de komende 12 maanden nog aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Maar hoe toets je dat? Een geschikt hulpmiddel daarvoor kan de liquiditeitsbegroting zn. Veel ondernemingen maken daar dan ook gebruik van. De vraag is echter gerechtvaardigd of elke onderneming daarvoor de deskundigheid in huis heeft, en niet als een soort short-cut gemakshalve uitgaat van het werkkapitaal per balansdatum of, nog gemakkelker, het op 31 december aanwezige banksaldo. Vaak zal dit goed gaan, maar vooral in situaties waarb de bv het wat moeilker heeft kan dit tot ongewenste uitkomsten leiden. Ook kunnen er omstandigheden zn waarb het werkkapitaal weliswaar vandaag in orde is, maar waardoor er op termn (bvoorbeeld binnen één jaar) toch liquiditeitskrapte kan optreden. Denk aan omvangrke investeringen of het moeten aossen van bankleningen. De uitvoering van de uitkeringstoets is daarmee in de praktk het grootste obstakel geworden van de exwetgeving. Overigens wordt soms betoogd dat de aansprakelkheid voor dividenduitkeringen voorheen ook al bestond en dat dit met de invoering van de exwetgeving slechts is gecodiceerd. Het is hoe dan ook nu wel duidelk dat er een rechtstreeks verband kan ontstaan tussen een al te ruimhartige dividenduitkering en de eventuele aansprakelkheidsstelling van bestuurders die dat hebben goedgekeurd.
5. Termn voor vaststellen jaarrekening dga wordt gewzigd “Indien alle aandeelhouders tevens bestuurder van de vennootschap zn, geldt ondertekening van de jaarrekening door alle bestuurders en commissarissen tevens als vaststelling (…). De statuten kunnen de in de eerste zin bedoelde wze van vaststelling van de jaarrekening uitsluiten.” Met deze bepaling hoeft de dga geen aparte algemene vergadering meer te houden om de jaarrekening vast te stellen.
Ondertekening van de jaarrekening is voldoende want daarmee wordt bereikt dat de jaarrekening tegelkertd wordt opgemaakt en ondertekend. Alleen, deze bepaling houdt onvoldoende rekening met de termnen die gelden voor het opmaken en deponeren van de jaarrekening. Een jaarrekening moet worden opgemaakt binnen vf maanden na aoop van het boekjaar (31 mei b een boekjaar dat gelk is aan het kalenderjaar). Verlenging van deze termn met zes maanden is onder voorwaarden toegestaan (en wordt dan dus: 30 november). Dat is de allerlaatste dag waarop de jaarrekening kan worden opgemaakt. Maar door de nieuwe bepaling leidt de handtekening van de dga niet alleen tot het formele opmaken van de jaarrekening maar ook meteen tot vaststelling ervan. En binnen acht dagen na vaststelling moet de jaarrekening worden gedeponeerd b de Kamer van Koophandel, dus uiterlk op 8 december (even los van de vraag of het werkdagen zn of niet). En dat is ruim anderhalve maand korter dan veel dga’s nu in de praktk hanteren, want veel van dergelke jaarrekeningen worden in de laatste week van januari gedeponeerd (dus vlak voor 1 februari van het jaar daarna, voordat de termn van 13 maanden is bereikt). Deze verkorting van de termn lkt niet de bedoeling te zn; de wetgever heeft al aangekondigd dat de wet op dit punt wordt gerepareerd. Wat ons betreft terug naar de oude situatie. Overigens zal de invoering van de nieuwe Europese Accounting Directive tot weer een andere termn leiden, omdat de maximale termn van openbaar maken wordt verkort tot 12 maanden. Zie ook het artikel in Spotlight 4/2013: ‘Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9’.
6. Discussies over verwerking in jaarrekening De wetgever heeft stemrechtloze en winstrechtloze aandelen geïntroduceerd. De naam ervan geeft al aan welke rechten er wel en niet gekoppeld zn aan dit soort aandelen. Voor de verslaggeving kan het onderscheid leiden tot onzekerheid over de verwerking ervan. Hoe ga je om met een belang dat bestaat uit 25% stemrechtloze aandelen en 15% winstrechtloze aandelen? Is dat een deelneming, of juist niet omdat slechts 15% van de aandelen stemrechten heeft? En wat doe je met een 70% belang winstrechtloze aandelen? Dat leidt waarschnlk tot overheersende zeggenschap maar wat is die waard als de houder van die winstrechtloze aandelen geen stemrechtloze aandelen houdt, dus aandelen met winstrecht? Er zullen dan nimmer economische voordelen voortvloeien uit het aandelenbezit. Alhoewel er nog niet massaal gebruik wordt gemaakt van dergelke nieuwe aandelensoorten zn dit toch relevante vragen voor de jaarrekening; de Raad voor de Jaarverslaggeving heeft inmiddels wel enkele bepalingen opgenomen in RJ217 ‘Financiële vaste activa’ die dit soort onderwerpen raken.
7. Conclusie Met de invoering van de exwetgeving werd beoogd om door meer exibilisering administratieve-lastenverlichting te realiseren. Dat is in een aantal gevallen goed gelukt, zeker wat betreft het internationale speelveld. Maar er is ook een hobbel b gekomen in de vorm van de uitkeringstoets; bestuurders komen soms voor lastige afwegingen te staan, waarb er bvoorbeeld ook druk kan worden uitgeoefend door de aandeelhouders. Voor dga’s ten slotte is de verkorte deponeringstermn van de jaarrekening niet altd handig, al lkt reparatie hiervan een kwestie van td te zn.
Jan Backhus: ‘Eén nieuwe Europese Accounting Directive voor Boek 2 Titel 9’ (Spotlight 4/2013)
Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 55
Kort nieuws 1. Verslaggeving Financiële instrumenten In Uiting 2013/15 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving hoofdstuk 290 ‘Financiële instrumenten’ van de Richtlnen voor de jaarverslaggeving gewzigd. De wzigingen hebben betrekking op het bepalen van ineectiviteit b de toepassing van kostprshedge-accounting, het scheiden van embedded derivaten b kostprswaardering en het geven van liquiditeitsinformatie rondom hedgeaccounting. De wzigingen zn van kracht voor boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen en worden aanbevolen voor het boekjaar 2013 vanwege de maatschappelke relevantie van adequate nanciële verslaggeving rondom nanciële instrumenten. Indien de onderneming de wzigingen niet vanaf 1 januari 2013 toepast, is z verplicht toe te lichten dat de wzigingen nog niet zn toegepast. Daarb vermeldt z tevens de mogelke invloed op de eerstvolgende jaarrekening waarin z de wzigingen wel toepast. Zie ook het artikel “Wziging RJ 290: meer inzicht in embedded derivaten” op pagina 26 van deze Spotlight. Pensioenvoorziening directeurgrootaandeelhouder In Uiting 2014/1 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving voorgesteld om hoofdstuk 271 ‘Personeelsbeloningen’ te wzigen voor de waardering van de pensioenvoorziening voor de directeurgrootaandeelhouder die de onderneming in eigen beheer houdt. De onderneming die niet de scale grondslagen b de opstelling van haar jaarrekening toepast, mocht deze voorziening tot nu toe toch waarderen volgens de scale grondslagen. In de huidige td van lage rentestanden
56
Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1
wordt door waardering tegen scale grondslagen het eigen vermogen te hoog weergegeven. Daarom wordt voorgesteld om waardering volgens de scale grondslagen alleen nog toe te staan als dit niet leidt tot belangrke verschillen ten opzichte van het toepassen van een in Nederland algemeen aanvaardbare actuariële waarderingsmethodiek. Consolidatievrstelling tussenhoudstermaatschappen Als gevolg van een wetswziging moet elke tussenhoudstermaatschapp met eecten die tot een gereglementeerde markt toegelaten zn, vanaf het boekjaar 2014 haar eigen geconsolideerde jaarrekening opmaken op basis van IFRS. Ook wanneer haar moedermaatschapp een geconsolideerde jaarrekening opmaakt. Voor deze maatschappen vervalt de consolidatievrstelling van artikel 2:408 BW per 1 januari 2015.
2. Regelgeving Europees compromis bereikt over hervorming accountantsmarkt In december 2013 hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de lidstaten een compromis bereikt over een richtln en verordening die de accountantssector moeten hervormen. De inhoud van het compromis is nog niet in detail beschikbaar en gedeeltelk nog aan veranderingen onderhevig. Daarnaast is de regelgeving waarover overeenstemming is bereikt erg complex en op onderdelen lastig of op meerdere wzen te interpreteren. Belangrke verschillen met Nederlandse regelgeving Het compromis vertoont op de belangrkste elementen gelkenis met de regels voor organisaties van openbaar
belang (OOB’s) die in Nederland al sinds 2013 gelden voor de scheiding van controle- en andere diensten aan de ene kant en voor verplichte kantoorroulatie aan de andere kant. Praktisch zn er wel belangrke verschillen tussen de nieuwe Europese regels en de bestaande Nederlandse regels. Een belangrk kenmerk van het Europese compromis is dat lidstaten van de Europese Unie op een aantal belangrke onderdelen van de Europese regels mogen afwken, ook op het gebied van verplichte kantoorroulatie en scheiding van controleen andere diensten. Juridisch blft er daardoor voor Nederland veel ruimte om vast te houden aan de Nederlandse wetgeving. Verplichte kantoorroulatie Zo kiest Europa (voor OOB’s) voor een termn voor verplichte kantoorroulatie van tien jaar, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens tien of veertien jaar indien de controle tussentds is aanbesteed, respectievelk indien er sprake is van gezamenlke controle over de hele periode. De huidige Nederlandse wetgeving verplicht tot roulatie na maximaal acht jaar, zonder de mogelkheid tot verlenging. Scheiding controle- en andere diensten B de scheiding van controle- en andere diensten b OOB’s kiest Europa voor een limitatieve lst van verboden diensten, terwl de Nederlandse wetgever juist heeft gekozen voor een meer principiële benadering met een omschrving (maar geen opsomming) van toegestane diensten. Onder de Europese wetgeving kan het zn dat bepaalde diensten zn toegestaan die niet onder de Nederlandse wetgeving zn toegestaan en andersom. Zodra de denitieve teksten beschikbaar
komen kan meer in detail in kaart worden gebracht om welke diensten het gaat. Een ook voor Nederland nieuwe Europese regel is een jaarlkse cap op toegestane andere diensten van 70 procent over de gemiddelde audit-fee voor de wettelke controle over de laatste drie jaar. Lidstaten hebben hier de mogelkheid om stringentere eisen te stellen. Overige onderwerpen Verplichte kantoorroulatie en de scheiding van controle- en andere diensten zn niet de enige zaken die worden geregeld in de nieuwe verordening en richtln. Andere elementen die ook worden geregeld zn bvoorbeeld uitbreiding van de tekst van de controleverklaring en het Europese toezicht op accountants. Inwerkingtreding Naar verwachting zullen de afrondende stemmingen over het Europese compromis in april 2014 plaatsvinden. Daarna zou de Nederlandse politiek kunnen besluiten om de Nederlandse wetgeving te evalueren en kunnen overwegen om die meer in ln te brengen met het Europese compromis, zodat de regels voor het Nederlandse bedrfsleven optimaal aansluiten b de nieuwe Europese standaardnormen. Het is niet zeker dat de Nederlandse politiek hier ook toe zal overgaan. Gedurende 2014 zal hier wellicht meer duidelkheid over ontstaan. Verwachte datum van inwerkingtreding van de nieuwe verordening en richtln is medio 2014 of kort daarna. Twee jaar na inwerkingtreding (dus medio of tweede helft 2016) zal de wetgeving van toepassing zn in de lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van de Europese regelgeving over verplichte kantoorroulatie. Hiervoor gaat een overgangstermn gelden.
Spotlight Jaargang 21 - 2014 uitgave 1 57