Themanota leefbaarheid en ondersteuning 2013-2019
Alphen-Chaam, een vitale gemeenschap met aandacht voor elkaar
1
Inhoudsopgave:
Blz.
Inleiding:
3
Samenvatting:
6
Hoofdstuk: 1 Visie
7
Hoofdstuk 2: Onderzoek
9
Hoofdstuk 3: Het verhaal
12
aandacht en waardering aanknopingspunten voor het actieplan
Hoofdstuk 4: Wat willen we bereiken?
16
speerpunten van beleid
Bijlage 1: Landelijke ontwikkelingen
18
Bijlage 2: Reacties van burgers en organisaties
20
2
Inleiding Deze themanota gaat over (sociale) leefbaarheid en ondersteuning. Over hoe het is om in Alphen-Chaam te wonen, te leven. Leefbaarheid en ondersteuning bestrijkt een breed gebied en hierbij gaat het niet alleen over inwoners die kwetsbaar zijn en minder goed mee kunnen doen. Het gaat juist over de vitaliteit van onze dorpen en buurten en de mogelijkheden van onze gemeenschap voor iedereen en in het bijzonder voor mensen waarbij het (even) niet lukt om mee te doen. De input voor deze nota is geen theoretische. Inwoners en professionele organisaties die in Alphen-Chaam werken, hebben hun bijdrage geleverd. Zij hebben verteld hoe het is om in Alphen-Chaam te wonen en te leven. Wat tijdens de gesprekken met inwoners en professionals vooral is opgevallen is de vitaliteit van de gemeenschap: het enthousiasme en de energie van de mensen voor de gemeenschap Alphen-Chaam. De inwoners staan voor hun eigen dorp voor hun kinderen, hun familie. De professionals staan voor hun werk en doen het met bezieling en voelen zich verbonden met de kernen van Alphen-Chaam. Dank aan allen die input hebben geleverd, met speciale dank aan de deelnemers van de klankbordgroep. Zij hebben de moeite genomen om meerdere keren mee te denken, eigen ervaringen te vertellen en zij hebben feed-back gegeven op het eindresultaat. .
3
Goed en gezond samen leven in Alphen-Chaam Hoe maak je een themanota over leefbaarheid en ondersteuning die 6 jaar meegaat in een periode waar veel op losse schroeven staat? We staan aan het einde van de verzorgingsstaat wordt ons verteld. Dat wil zeggen we zijn niet meer verzekerd van de huidige zorg en ondersteuning door de Staat. Er moet bezuinigd worden en de overheid zal terugtreden. Dat laatste is maar goed ook volgens Nico de Boer en Jos van der Lans in ‘Burgerkracht’. Eindelijk wordt nu recht gedaan aan de burger. "De moderne dynamiek van de samenleving vraagt om andere omgangsvormen tussen burgers, professionals, instituties, fondsen, bedrijven en overheden". Er moet meer plaats ingeruimd worden voor de burger en nieuwe verbindingen met (groepen) burgers moeten worden aangegaan. We gaan van verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij. Wat is dan een Participatiemaatschappij? In een participatiemaatschappij zijn inwoners zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de samenleving en daarbij is soms hulp van een professional nodig. Het betekent dat we burgerinitiatieven omarmen en dat de gemeente een andere rol gaat aannemen: niet meer zorgen voor, maar zorgen dat. Stimuleren dat lokale partijen en inwoners zelf komen tot oplossingen. De komende jaren zal duidelijk worden hoe dit proces zich ontwikkelt, waar we nieuwe mogelijkheden ontdekken maar ook waar de grenzen liggen van de kracht van de gemeenschap ( zie ook bijlage 1: landelijke ontwikkelingen). De gemeente blijft verantwoordelijk voor de toegang tot voorzieningen en voor een sluitende aanpak voor zeer kwetsbare burgers. De Agenda van de Toekomst van Alphen-Chaam De toekomstvisie van Alphen-Chaam, vastgesteld in september 2009, kijkt tot 2020 en is een belangrijke leidraad voor gemeentelijk beleid op allerlei gebieden. Leden van het gemeentebestuur, het maatschappelijk middenveld en inwoners van onze gemeente hebben een bijdrage geleverd aan de ‘Agenda van de Toekomst’. Wat zegt de ‘Agenda van de toekomst’ over leefbaarheid en ondersteuning? -
We hebben respect voor de eigenheid van de verschillende kernen. We ervaren de kracht van natuur en landschap en van de kleine sterke gemeenschappen die zich hierin hebben ontwikkeld. De beleidsinzet voor de komende jaren is primair gericht op de kwaliteit van leven, werken en recreëren in de gemeente door de bevolking en de bezoekers. De verantwoordelijkheid voor kwaliteit van leven ligt primair bij de bevolking zelf, waarbij ondernemers, maatschappelijke organisaties en verenigingsleven een kernrol vervullen.
4
Cittaslow Cittaslow is het internationale keurmerk voor gemeenten die op het gebied van leefomgeving, landschap, streekproducten, gastvrijheid, milieu, infrastructuur, cultuurhistorie en behoud van identiteit tot de top behoren. Cittaslow is een inspiratiebron voor zowel de gemeente als de gemeenschap: het keurmerk maakt bewust, stimuleert, enthousiasmeert en biedt kansen voor de ontwikkeling van de gemeente. Zowel de ‘Agenda van de Toekomst’ als het keurmerk ‘Cittaslow’ geven houvast voor deze nota: we zijn ons bewust van onze kracht, die ligt in onze sterke gemeenschappen en de mooie natuur. Door ons hiervan bewust te zijn, of het nou ‘Cittaslow’ heet of ‘we zijn trots op onszelf en onze omgeving’, zetten we ons in om dit goede te behouden en daardoor goed en gezond samen te kunnen leven.
5
Samenvatting Meedoen staat hoog in het vaandel bij de gemeente Alphen-Chaam. Meedoen en hierbij optimaal gebruik maken van eigen kracht. Niet meer zorgen voor maar zorgen dat mensen weer zelf- of samenredzaam worden. De verantwoordelijkheid voor eigen omgeving niet weghalen maar weer bij de burger laten. Hoe denken daar de inwoners van Alphen-Chaam over? En wat kunnen de professionals die in Alphen-Chaam werken daarmee? De gesprekken leverden het volgende op: Samengevat de reactie van inwoners: Inwoners ondersteunen de visie en zij benadrukken dat er veel burenhulp is in Alphen-Chaam en dat verenigingen veel doen. Zij zien dit als een sterke kracht van Alphen-Chaam, waar ze trots op zijn. De kernwoorden die inwoners gebruikten waren aandacht, contact en waardering. We doen al veel in onze buurt, in onze verenigingen en het zou fijn zijn als daar waardering voor is. Ga in gesprek met ons, betrek ons erbij, beslis niet over onze hoofden heen. Bezuinigen kan maar maatwerk bieden als het echt nodig is. Samengevat de reactie van professionals: Wij zijn het eens met de visie, het is wel heel anders werken, we stoeien nog met onze nieuwe rol. We zien al wel mooie nieuwe mogelijkheden als we de regie meer bij inwoners zelf laten en aansluiten bij wat mensen zelf of samen met hun netwerk kunnen. Contact bleek het centrale thema te zijn zowel bij inwoners als bij professionals. Contact, in gesprek gaan met elkaar, zodat we elkaar kennen, kunnen vertrouwen en samen kunnen werken. Bedoeld wordt het contact tussen gemeente Alphen-Chaam en inwoners, inwoners onderling, tussen professionele organisaties en inwoners en professionele organisaties onderling. Na contact volgt contract: samen afspraken maken over wat, hoe en wie gaan samenwerken om samen het resultaat te boeken. De gemeentelijke organisatie zal hierin het voortouw moeten nemen. Naast contact, elkaar kennen en samenwerken komen de volgende speerpunten (beoogde resultaten) naar voren: • Iedereen moet mee kunnen doen in Alphen-Chaam. • Levendige buurten waar men zich betrokken voelt bij elkaar en waar men voor elkaar en de omgeving zorgt. • Preventieve gezondheid en preventieve zorg omdat gezondheid het belangrijkste is voor mensen. Bij deze nota hoort een actieplan. Het actieplan geeft aan wat de gemeente samen met inwoners en professionele partijen gaat doen.
6
Hoofdstuk 1 Visie In december 2010 heeft het College van Burgemeester en Wethouders van AlphenChaam de visie en de nieuwe werkwijze van het cluster welzijn vastgelegd. We gaan werken met drie overkoepelende themanota’s als vervanging van de talrijke nota’s die er nu zijn. De drie themanota’s zijn: ‘Werk, Inkomen en Integratie’ (reeds gerealiseerd), deze nota: ‘Leefbaarheid en Ondersteuning’ met de ondertitel ‘Goed en Gezond Samen Leven’ en de nog te realiseren nota: ‘Opvoeding, Jeugd en Onderwijs’. Alle themanota’s zijn gebaseerd op de volgende visie: De gemeente Alphen-Chaam streeft naar volwaardige participatie van haar inwoners. Dit doet de gemeente Alphen-Chaam door het versterken van de eigen kracht en identiteit van haar inwoners, het verbinden van partijen en het bieden van voorzieningen. De drie hoofdthema’s zijn: 1. Opvoeding, Jeugd en Onderwijs 2. Leefbaarheid en Ondersteuning 3. Werk, Inkomen en Integratie Onder de nota ‘leefbaarheid en Ondersteuning’ vallen de volgende beleidsvelden/onderwerpen: Accommodatiebeleid Maatschappelijke ondersteuning (WMO) Ouderenbeleid Subsidiebeleid Gezondheidsbeleid Bibliotheek Beheer gymzalen WZSW (woon-zorg-service in de wijk)
Gemeenschapshuizen Buitensportaccommodaties Kunst en cultuur Vrijwilligerswerk Informele zorg (vrijwillige zorg en mantelzorg) Sportbeleid I-DOP Galder
Het is duidelijk waar de gemeente naar toe wil: we willen een vitale gemeente zijn waar het goed leven en wonen is en waar inwoners zelfredzaam en ‘samenredzaam’ zijn op alle terreinen. Daar waar dat niet kan, wordt ondersteuning geboden vanuit de gemeente om inwoners zelf- of ’samenredzaam’ te maken. Dan kan het gaan over zorg en ondersteuning die mensen nodig hebben bij het zelfstandig wonen maar ook over de sociale leefbaarheid in de straten, buurten en de kernen. Inwoners van Alphen-Chaam bekommeren zich om elkaar en om hun omgeving. Als het ze niet lukt zelf oplossingen te vinden denkt de gemeente mee. Samen met inwoners en professionele partijen wil de gemeente deze visie in praktijk brengen. Daarover zijn gesprekken met hen gevoerd. Deze leverden veel informatie
7
op over hoe er gedacht wordt over leefbaarheid en ondersteuning, de rol van gemeente en inwoners en over mogelijkheden en knelpunten.
8
Hoofdstuk 2 Onderzoek De visie van welzijn is getoetst bij inwoners en belanghebbende partijen. • Met inwoners hebben dorpsgesprekken plaatsgevonden met de vraag: “Wat zou ú doen als u plotseling iets zou mankeren?”. • Een klankbordgroep met afgevaardigden van verschillende verenigingen, de Wmo-raad en het seniorenplatform heeft zich verdiept in de thema’s leefbaarheid en ondersteuning. • De Wmo-raad heeft panelgesprekken met Wmo-cliënten (gebruikers van een rolstoel/ scootmobiel) gehouden in het kader van het klanttevredenheidsonderzoek en is zo meer te weten gekomen over hoe cliënten hun ondersteuning geregeld hebben, wat goed gaat en waar knelpunten zitten. • Er zijn gesprekken gevoerd met een tiental professionele organisaties op gebied van wonen, zorg en welzijn. • Er zijn 2 bijeenkomsten geweest met de ketenpartners Wmo. De visie van de gemeente-Alphen-Chaam nogmaals: De gemeente Alphen-Chaam streeft naar volwaardige participatie van haar inwoners. Dit doet de gemeente Alphen-Chaam door het versterken van de eigen kracht en identiteit van haar inwoners, het verbinden van partijen en het bieden van voorzieningen. Samenvatting reactie inwoners: • • • •
Inwoners ondersteunen de visie. Inwoners benadrukken dat er veel burenhulp is in Alphen-Chaam en dat verenigingen veel doen. Zij zien dit als een sterke kracht van Alphen-Chaam, waar ze trots op zijn. De kernwoorden die inwoners gebruikten waren aandacht, contact en waardering. We doen al veel in onze buurt, in onze verenigingen en het zou fijn zijn als daar waardering voor is. Ga in gesprek met ons, betrek ons erbij, beslis niet over onze hoofden heen.
Het klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de sessies met de klankbordgroep waren inspirerend. Inwoners stelden het zeer op prijs om hun inbreng te geven en voelden zich serieus genomen. Over het algemeen zijn cliënten van de Wmo tevreden tot zeer tevreden over de ondersteuning en/of voorziening die is geboden. Bij de dorpsgesprekken viel op dat de meeste (veelal oudere) inwoners vooral waren gekomen om te luisteren wat de gemeente te vertellen had, terwijl de opzet was om juist inwoners aan het woord te laten. Wel begrijpelijk, want het was pas de eerste keer dat de gemeente op deze manier inwoners bij beleid betrekt. Nadat duidelijk gemaakt was dat de gemeente vooral kwam om te luisteren, veranderde de houding van de deelnemers aan de dorpsgesprekken. In de praktijk blijkt overigens dat niet iedereen zijn zegje wil en/of kán doen in een dergelijke setting (zie bijlage 2 voor meer reacties van inwoners). 9
Wat vinden professionals? Reacties van: de wijkagent, coördinator Centrum Jeugd en Gezin, Regiomanager van Amarant, manager van zorgboerderij Chaamdijk, huisartsen van Chaam en Alphen, woningbouwvereniging Laurentius en woonstichting Leijstromen en manager van woonzorgcomplex De Hoogt. Samenvatting reactie professionals • • • • • • • •
Wij zijn het eens met deze visie, onze organisatie werkt ook vanuit deze visie maar er zitten nog tal van haken en ogen aan. Het is heel anders werken en het kost tijd om deze nieuwe werkwijze eigen te maken, het lukt nog niet altijd we stoeien nog met onze nieuwe rol. Een kenmerkende vraag is: “Hoe weet je dat iemand het zelf kan?” We zien al mooie nieuwe mogelijkheden: “Als wij de regie meer bij de inwoners laten, ontdekken we zo maar gratis mogelijkheden”. We ontdekken dat er niemand bij gebaat is om de verantwoordelijkheid (tijdelijk) van cliënten over te nemen. Alle partijen, geen enkele uitgezonderd, benadrukten het belang van het gesprek dat we voerden. Het belang om elkaar te kennen, te weten wat ieder doet en vanuit welke visie. De behoefte om samen te werken en om krachten te bundelen is groot. Deze nieuwsgierigheid naar elkaar en de binding met de Alphen-Chaamse gemeenschap zijn prachtige aanknopingspunten voor samenwerking.
Reacties van ketenpartners Wmo De ketenpartners van de Wmo: de ouderenadviseur van WIJ, mantelzorgondersteuner van HOOM, coördinator WZSW, maatschappelijk werkers van IMW, Wmoconsulent, Case-manager van MEE, ouderenconsulent van GGZ, dementieconsulent van Careyn. •
• •
•
Ketenpartners Wmo werken al intensiever samen met elkaar en met de gemeente bij de uitvoering van de Wmo. Zij hebben er vooral behoefte aan om elkaar nog beter te bereiken in het belang van de cliënt. Dan gaat het erom wie doet wat, laten we de regie bij de cliënt en wanneer dat niet kan, wie heeft dan de regie? Het uitgangspunt: één gezin, één plan, één regisseur, ook wanneer er verschillende ondersteuners in een gezin zijn. Dit is nog niet altijd praktijk. Ketenpartners gaan al steeds meer werken met het eigen sociale netwerk van de cliënt. Het gebruik van een netwerkkaart, met daarop de namen van personen waar de cliënt goed contact mee heeft, wordt als een goed hulpmiddel gezien zowel voor de cliënt als voor de mantelzorgers en andere ondersteuners. De verbinding met de Alphen-Chaamse samenleving, o.a. de verenigingen wordt steeds meer gezocht door professionals. De ervaring is dat het zeker niet altijd professionals hoeven zijn die de beste ondersteuning leveren.
10
•
Er is behoefte om met elkaar de mogelijkheden in Alphen-Chaam verder te ontdekken.
Conclusies: - Alle partijen zijn het eens met de visie. Zowel inwoners als professionals staan positief ten opzichte van de visie. De uitgangspunten van eigen kracht en identiteit werkt activerend en motiverend en maakte veel los over mogelijkheden en kansen benutten. - Wij gaan er ieder op onze eigen manier mee om. “Zie wat we al doen” wordt er gezegd door inwoners maar ook door professionals. We hebben behoefte om meer van elkaar te weten en beter met elkaar samen te kunnen werken, de krachten te bundelen. - We boeken nog niet het gewenste resultaat Als we elkaar weten te vinden kunnen we ook samen werken aan leefbaarheid en zorg voor elkaar. Meer reacties van inwoners en professionals staan in bijlage 2 van deze nota. De reacties zijn de basis voor deze nota en zijn tevens de basis voor het bijbehorende uitvoeringsprogramma voor de komende jaren.
11
Hoofdstuk 3 Het Verhaal Aandacht en Waardering: aanknopingspunten voor het opstellen van het actieplan. “ Heb oog voor onze kracht, heb waardering voor wat we doen, neem ons serieus”. “ Bezuinigen kan maar maatwerk zorgt voor financiële ondersteuning waar dat echt nodig is”. Dit is wat de bewoners aan de gemeente vertellen. Professionals hebben verteld dat er volop nagedacht wordt over een andere werkwijze, over anders en beter, maar dat er nog veel vragen zijn en onduidelijkheden. Het is nog zoeken naar de invulling van de veranderende rollen ten opzichte van elkaar: professionals versus gemeente en professionals versus cliënten. Het meeste is er gepraat over allerlei aspecten van contact: we kennen elkaar niet, we willen meer weten van elkaar, geen papieren nota’s maar persoonlijk contact, aandacht voor wat mensen doen, elkaar weten te vinden, benutten van elkaars kennis, afspraken maken. Het verhaal was vooral het verhaal van ieder. De inwoners die veel burenhulp bieden, die zich bekommeren om de jeugd, die ongerust zijn over bezuinigingen en die mogelijkheden zien door met elkaar in contact te komen en ook echt iets mogen betekenen in samenwerking met de gemeente. In de klankbordgroep werd de volgende wens geuit: we willen dat ondersteuners op mensniveau (van mens tot mens) in contact staan en niet als medewerker van een bepaalde organisatie. De professionals die stoeien met loslaten van het oude en ontdekken van het nieuwe. De professional die zijn plek zoekt, verantwoordelijkheid durft te nemen en als teamplayer durft te vertrouwen op samenwerking met anderen, de krachten bundelt. Kort samengevat is het verhaal van de inwoner: ik wil iets betekenen voor de leefbaarheid en de ondersteuning in mijn dorp. Ik weet als inwoner nog niet goed hoe we samen kunnen werken. Kort samengevat is het verhaal van de professional: ik beteken iets voor de leefbaarheid en de ondersteuning in Alphen-Chaam. Ik weet dat er veel verandert en heb mijn weg daar nog niet helemaal in gevonden. Welke aanknopingspunten voor beleid komen hier naar voren? 1. Contact is het centrale thema. Vanuit het contact, elkaar leren kennen, aandacht en waardering te hebben, kunnen we komen tot samenwerken, krachten bundelen, weten wat goed is om te doen. 2. Contract, hoe doen we het dan? Welke maatschappelijk effect willen we bereiken? Als we krachten willen bundelen dan is het ook nodig dat we elkaar vertrouwen en dat we afspreken wie wat doet en dat we samen verantwoordelijk zijn. 3. Het Resultaat hebben we samen geboekt.
12
1. Contact hét centrale thema Inwoners zijn er duidelijk over, zij willen meer betrokken worden, zij willen weten waar ze terecht kunnen met vragen maar zij willen ook dat er aandacht en waardering is voor wat ze doen. Cittaslow, de Agenda van de toekomst en de visie op welzijn, benadrukken de eigen kracht, de hechte gemeenschappen, de eigen identiteit. Er zijn in Nederland tal van voorbeelden waar burgers initiatieven nemen en niet wachten op de overheid of op maatschappelijke organisaties om maatschappelijke problemen op te lossen. Een voorbeeld is de gemeente Peel en Maas, waar het concept ‘zelfsturing’ is ontwikkeld. Hierbij gaat het niet om een overheid in actie met burgers maar om burgers in actie. In Peel en Maas wordt onderscheid gemaakt tussen het publieke domein en het openbare (sociale) domein. In het publieke domein zijn vooral overheid en maatschappelijke organisaties ‘in the lead’, terwijl in het openbare domein burgers in dorpen en wijken de initiatiefnemers zijn voor het werken aan een leefbare gemeenschap. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid komt met de volgende conclusie: “Mensen doen mee als ze het nut ervan inzien en als ze in staat zijn er iets aan bij te dragen, toe te voegen (de capaciteit er voor hebben) anders laten ze het aan anderen over “ We hebben in Alphen-Chaam voldoende bewijzen gevonden voor deze stelling. In de klankbordgroep verwoordde een inwoner het als volgt: “Ik word blij van positief denken, elkaar helpen, echt luisteren, iets betekenen. Dat duidelijk is wat van mij verwacht wordt, concrete zaken waarmee we verder komen. Vanuit mijn ervaring wil ik meedoen”. Dat burgers van Alphen-Chaam hun eigen kracht willen inzetten blijkt bijvoorbeeld uit de enthousiaste inzet van de Dorpsraad van Galder/Strijbeek. Een ander voorbeeld is de respons op de oproep van de gemeente om gezamenlijk energie in te gaan kopen. Inwoners hebben grote plannen en willen zelf uitzoeken wat mogelijk is op gebied van samen inkopen, zelf aan het stuur zitten. De Wmo-raad adviseert bij het Wmo-beleid en het seniorenplatform zet zich in voor de ouderen. De Wmo-raad is een kennisbron voor maatschappelijke ondersteuning. Er komt veel informatie bij hen binnen en vervolgens geven de leden de informatie weer door aan hun achterban. Daarnaast zijn de meeste leden geworteld in de plaatselijke cultuur en weten ze wat er speelt, ook vanuit de interesse in de medemens. Als inwoners het hebben over waardering voor wat inwoners al voor elkaar en voor hun omgeving doen, dan bedoelen zij, zo blijkt bij de klankbordgroep, dat niet vergeten mag worden dat zij al veel doen wat de gemeente niet of nauwelijks ziet. Span ons niet voor het gemeentelijke karretje maar sluit aan bij wat wij al doen, waar we goed in zijn en waar we plezier in hebben.
13
Het gaat er dus om elkaar te kennen, te erkennen en daardoor samen tot oplossingen te komen. Zo komt eigen kracht tot uitdrukking en ligt het accent niet op consumeren maar op produceren. De Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) schrijft in haar analyse van maatschappelijke organisaties: “Woningbouwverenigingen, scholen, zorginstellingen zijn soms net zo ondoordringbaar als overheidsinstanties. En dat terwijl de maatschappelijke organisaties oorspronkelijk juist zijn opgezet door de mensen zelf, vanuit hun wens hun kinderen naar een christelijke school te sturen, of om gezamenlijk goedkope huurwoningen te kunnen bouwen”. Aanbeveling: Gemeente Alphen-Chaam en inwoners van Alphen-Chaam gaan in gesprek met elkaar en ontdekken welke relatie gewenst is om de eigen kracht van gemeenschappen te laten bloeien. Maak hierbij gebruik van de methode “ Waarderend Vernieuwen”.* Dat betekent in een vroegtijdig stadium eerst bij de inwoners peilen waaraan behoefte is, wat hun idealen zijn. Dat levert een breed draagvlak op en betrokkenheid bij de inwoners *Communiceren volgens deze methode betekent dat een positieve, waarderende toon wordt gehanteerd, met een onderzoekende houding en een actiegerichte blik. De bestaande situatie wordt onderzocht waarna actie wordt ondernomen om de bij de burgers levende ideeën, wensen en dromen (zoveel mogelijk) te realiseren. Deze methode moet idealiter leiden tot gezamenlijke verantwoordelijkheid en het leveren van een actieve bijdrage”.
2. Na contact volgt het contract Hoe gaan we nu samenwerken? Kunnen we samen met inwoners de uitvoeringsprogramma’s van de beleidsvelden voor deze nota opstellen? In de uitvoeringsprogramma’s wordt uitgewerkt wat het maatschappelijk effect moet zijn in de gemeente. Aan de hand daarvan worden concrete resultaten benoemd bijvoorbeeld per gebiedsniveau (per kern, wijk, buurt, straat) en voor welke doelgroepen (in samenhang met andere doelgroepen). De vragen die we ons (inwoners en gemeente) hierbij kunnen stellen zijn: -
Wat willen we bereiken? Wat maakt dat we dit op de agenda willen? Wat zijn de opgaven? Wie zijn er nodig om de opgaven op te pakken? Hoe en wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten? Wanneer willen we het bereikt hebben?
Een recent voorbeeld uit de praktijk van de gemeente Alphen-Chaam op weg naar de nieuwe werkwijze: In 2012 heeft het college van B&W de taakstelling gekregen om € 25.000 te bezuinigen op subsidies. Eerst was de gedachte om dit per brief aan de verenigingen kenbaar te maken. Uiteindelijk is er voor gekozen om het probleem (de taakstelling) persoonlijk aan de verenigingen (stakeholders)
14
voor te leggen in een plenaire bijeenkomst. Samen hebben gemeente en verenigingen in deze bijeenkomst, in goed overleg, besloten dat bij alle verenigingen eenzelfde percentage bezuinigd moet worden en dat de jeugd ontzien wordt. Ook hebben we in deze bijeenkomst afgesproken dat we in 2013 opnieuw in samenspraak met belanghebbenden gaan kijken wat de richting wordt voor de komende jaren. Het gesprek zal in 2013 gaan over het gewenst maatschappelijk effect van subsidiëren. Wat vinden we (gemeente en belanghebbenden) van de huidige situatie, wat willen we bereiken? Er worden vervolgens concrete resultaten benoemd die beoogd worden voor bepaalde doelgroepen of voor bepaalde gebieden (locaties). De gemeente is in deze discussie de regisseur (komen alle aspecten aan bod en is er ruimte voor vernieuwing, nieuwe inzichten.) Afgesproken wordt wat burgers doen en waar de gemeente eventueel moet faciliteren. Als het programma van eisen samen met belanghebbenden is opgesteld, zal het college zich vervolgens uitspreken over de geformuleerde ambitie. 3. Aandacht voor het resultaat. Na een jaar, in het geval van bovenstaand voorbeeld, eind 2014, begin 2015 wordt het behaalde maatschappelijk effect gerapporteerd. Aan de hand van dit rapport is er weer een bijeenkomst om met elkaar vast te stellen of het werkt en of er verbeterpunten zijn. Op deze manier houden gemeente en verenigingen de agenda actueel. Een soortgelijke aanpak kan bij de meeste uitvoeringsprogramma’s en acties van deze nota worden toegepast om van contact naar samen resultaat boeken te komen. Het resultaat dat we met deze nieuwe werkwijze nastreven is dat inwoners zelf meer initiatieven gaan nemen over zaken die zij belangrijk vinden.
15
Hoofdstuk 4 Wat willen we bereiken? In Hoofdstuk 3 gaat het over hoe we anders samen gaan werken en de verantwoordelijkheid gaan delen met inwoners en professionele partijen. Deze omslag naar “De Kanteling” vraagt inspanning van de gehele gemeentelijke organisatie én de gemeenschap Alphen-Chaam. Daar hebben we dan ook wel minimaal 6 jaar voor nodig om dit proces met elkaar vorm te geven. De opdracht voor de gemeente is om nog bewuster dan we nu al doen, de weg van ‘De kanteling’ op te gaan. Bij alle gesprekken, acties, projecten etc. van het actieplan van deze nota gaan we uit van het principe: Contact, Contract, het Resultaat samen boeken. De methode ‘waarderend vernieuwen’ gaan we in praktijk brengen en al doende zullen we ons daar steeds beter in bekwamen. De opdracht voor de professionals is om in tijden van krappe budgetten nieuwe wegen te zoeken naar kwalitatief goede zorg en ondersteuning. Professionals in zorg en welzijn zullen zorgen voor, anders moeten labellen: zorgen voor wordt mensen leren voor zichzelf te zorgen. De vraag/uitdaging die er voor inwoners van Alphen-Chaam ligt is: Wat kunnen we zelf beter doen in plaats van afhankelijk te zijn van de gemeente en hoe doen we dat in goed overleg met elkaar. In dit hoofdstuk gaat het over wat we willen bereiken. Uit de gesprekken met inwoners en professionele partijen komen de volgende speerpunten naar voren: 1 We willen meer weten van elkaar, elkaar kennen. 2. We willen dat iedereen mee kan doen in de samenleving. 3. We willen levendige buurten waar men voor elkaar en de omgeving zorgt. Vanuit gemeentelijk beleid voegen we daar nog een vierde speerpunt aan toe: 4. Preventieve gezondheid en preventieve zorg omdat gezondheid het belangrijkste is voor mensen. Gezondheid is geluksfactor nummer één. Langer gezond betekent ook lagere zorgkosten. Speerpunt 1 is zowel een speerpunt op zich als een voorwaarde van de manier waarop we willen werken, een voorwaarde voor alle speerpunten. In de bijbehorende actieplannen 2013/2014 en 2015/2019 staan de acties genoemd die we komende jaren gaan oppakken. Samenhang met themanota: Werk, Inkom,en en Integratie: Het actieplan bij deze nota sluit aan bij de themanota: “Werk, Inkomen en Integratie”. Dat kan natuurlijk niet anders: iedere themanota vertrekt vanuit dezelfde visie en is aanvullend op elkaar. De belangrijkste raakpunten en overeenkomsten liggen op het vlak van cliëntbenadering.
16
1. We nemen de cliënt als uitgangspunt. We vragen ons af wat past bij deze cliënt, wat vraagt deze cliënt. Daarnaast maken we gebruik van de talenten van de cliënt. Bij alle cliënten of ze nu om een uitkering vragen, om huisvesting (bij vluchtelingen) of om Wmo-ondersteuning, we gaan ervan uit dat de cliënt ook iets te bieden heeft, talenten heeft die hij kan inzetten voor een ander. We vragen aan cliënten eigen verantwoordelijkheid te nemen bij het vinden van oplossingen. We werken vanuit de mensen en niet vanuit de regelingen of processen. Dat anders werken vergt andere competenties. 2. We nemen inwoners als uitgangspunt als het om zaken gaat die groepen inwoners betreft. Daarbij gelden dezelfde uitgangspunten als hierboven genoemd: gebruik maken van talenten en verantwoordelijkheid van inwoners. De mens centraal stellen in plaats van regelingen en processen. 3. Een andere belangrijke overeenkomst is het netwerken. Elkaar kennen en samenwerken. Bij alle twee de themanota’s kwam dit uit de interviews sterk naar voren. Laten we het samen doen, de krachten bundelen. Beleidsmedewerkers zijn voortaan meer buiten te vinden en komen terug met echte verhalen hoe het is om in Alphen-Chaam te wonen, te leven en hoe het is om in Alphen-Chaam te werken. Dat is de basis voor beleid. Status van de huidige beleidsplannen. Op pagina 7 staan de beleidsvelden/onderwerpen genoemd die onder deze themanota vallen. Voor zover beleidsplannen en verordeningen voortkomen uit wetgeving, en daardoor verplicht zijn, behouden ze hun status. Voor zover beleidsplannen niet wettelijk verplicht waren, wordt met de komst van deze themanota, voorgesteld dat die documenten achtergrondinformatie bieden voor deze themanota en als input dienen voor toekomstige uitvoeringsprogramma’s. De in de bestaande documenten opgenomen resultaten komen overeen met de intenties van deze themanota en blijven gehandhaafd totdat een toekomstig uitvoeringsprogramma anders bepaalt. Organisatie Na goedkeuring door college en raad van deze nota, zal er per kalenderjaar een actieplan worden voorgelegd aan het college ter vaststelling. In het Team Welzijn zal bepaald worden wie de acties gaat oppakken. Het actieplan is dynamisch dat wil zeggen het is onmogelijk om 6 jaren vooruit te kijken wat er in dat jaar belangrijk is om te doen. Jaarlijks zal er verslag worden uitgebracht aan de gemeenteraad over de voortgang. Financiën De acties voor 2013 zijn opgenomen in de begroting en staan voor het cluster welzijn op de agenda. Een ander verhaal is de transitie AWBZ en dus het budget voor de Wmo. Hoe we met minder budget deze transitie gaan uitvoeren is nu nog een onderwerp van studie. In het najaar van 2013 wordt u hierover geïnformeerd. Mogelijk kunnen de schotten van de budgetten voor de Participatiewet en de Wmo weggehaald worden en kunnen we zo flexibeler omgaan met vragen van cliënten die echt ondersteuning behoeven.
17
Bijlage 1.
Landelijke ontwikkelingen
‘De Kanteling’ en ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ ontmoeten elkaar in denken en aanpak. De Kanteling De Kanteling is een veranderingsaanpak binnen de Wmo en is ook zeer bruikbaar bij andere beleidsterreinen. Met de invoering van de Wmo in 2007 is de ondersteuning van mensen met een beperking in een ander licht komen te staan. Inwoners hebben geen recht meer op individuele voorzieningen zoals bij de oude Wvg. Inwoners kunnen gebruik maken van het compensatiebeginsel. Het compensatiebeginsel houdt in dat mensen gecompenseerd kunnen worden als zij beperkingen hebben zodat zij weer zo veel als mogelijk zelfredzaam zijn en mee kunnen doen. Dit landelijk veranderingsproces (van recht op naar compenseren van) is de afgelopen jaren, nog niet genoeg van de grond gekomen en de VNG heeft daartoe, samen met koepels van landelijke cliëntorganisaties, ‘De Kanteling’ geïntroduceerd. De Kanteling moet het veranderingsproces tot stand brengen en implementeren. Uitgangspunten bij De Kanteling Inwoners die zich bij het Wmo-loket melden krijgen eerst een gesprek over hun algehele gesteldheid en hun participatie-behoeften. Dit diepte onderzoek ( keukentafelgesprek) naar de situatie van de cliënt moet leiden tot een echte oplossing en kan allerlei uitkomsten hebben, niet per se het al dan niet verstrekken van een voorziening. De Wmo-consulenten en de cliënt dienen samen te bepalen wat het gewenste resultaat is. Er zijn acht resultaatgebieden benoemd: 1. 2 3 4 5 6 7 8
Iedere burger kan wonen in een schoon en leefbaar huis Iedere burger kan wonen in een voor hem/haar geschikt huis Iedere burger kan beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften Iedere burger kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding Iedere burger kan thuis zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren Iedere burger kan zich verplaatsen in, om en nabij het huis Iedere burger kan zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Iedere burger heeft de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten
Als tijdens het gesprek het gewenste resultaat door cliënt en Wmo-consulent geformuleerd is, wordt eerst onderzocht of de cliënt zelf in staat is dit resultaat te bereiken. Als dit niet het geval is wordt onderzocht of er samen met mantelzorg, het eigen sociale netwerk en/of vrijwillige thuishulp een oplossing geboden kan worden. Daarna wordt er gekeken naar voorliggende en/of collectieve voorzieningen en pas als laatste naar individuele voorzieningen. Gekanteld denken Burgers benutten hun mogelijkheden optimaal, dat is ‘gekanteld denken’ en is toepasbaar op alle beleidsterreinen. Burgers zelf maken samen de gemeenschap niet de gemeente. En mensen kunnen zelf werken aan de kwaliteit van hun leven en leefomgeving, daar heeft men niet in eerste instantie de gemeente voor nodig maar 18
slechts als het niet anders kan. Een voorwaarde is hierbij wel dat de gemeente het idee los moet kunnen laten dat zij er zijn om problemen van de burger op te lossen. De burger is volwassen en kan zelf (in de meeste gevallen) om ondersteuning vragen als hij er zelf niet uitkomt. Welzijn Nieuwe Stijl Het programma ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ is door het ministerie van VWS en de VNG gestart om na de evaluatie van vier jaar Wmo, een nieuwe impuls te geven aan de invulling van de potentie die de Wmo heeft om de zelfredzaamheid en participatie van burgers te vergroten. Welzijn Nieuwe Stijl richt zich op: A meer gemeenschappelijkheid tussen gemeenten, instellingen en burgers over de gewenste visie; B meer professionaliteit en effectiviteit in de aansturing door gemeenten (gericht op resultaten en maatschappelijke effecten in plaats van op producten); C meer efficiëntie door meer samenwerking en het ontwikkelen van collectieve arrangementen. De acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl 1. Gericht op de vraag achter de vraag 2. Gebaseerd op de eigen kracht van de inwoner en talenten inzetten 3. Direct er op af 4. Formeel en informeel in optimale verhouding 5. Doordachte balans van collectief en individueel 6. Integraal werken 7. Niet vrijblijvend maar resultaatgericht 8. Ruimte voor de professional Transitie AWBZ (nieuwe ontwikkelingen). Vanuit de AWBZ komen steeds meer taken over naar de Wmo. Er wordt zelfs al gesproken over afschaffen van de AWBZ. De zorg moet dichtbij de burger worden georganiseerd. In de dorpen, de buurten, de wijken. Ideaal zou zijn als medische zorg en maatschappelijke ondersteuning geïntegreerd zou zijn. Dicht bij huis met betere kwaliteit en lagere kosten doordat er beter wordt samengewerkt en door kortere lijnen met zowel het sociale netwerk van de cliënt als met professionals. Naar verwachting zal de functie begeleiding en persoonlijke verzorging vanuit de AWBZ overgaan naar de Wmo. Deze overgang vraagt andere kennis en expertise en samenwerking met weer andere professionals
19
Bijlage 2 Overige reacties van inwoners op de visie: • Niet ordinair bezuinigen maar maatwerk bieden . • Hoe komen we aan informatie over ondersteuning? • Wie doet wat en hoe wordt er samengewerkt? • CPO (collectief particulier opdrachtgeversschap) blijkt een motor voor leefbaarheid te zijn. • Betrek de jeugd erbij. • Sporten in eigen dorp is belangrijk, zeker voor de jeugd. • In buurten nieuw leven oproepen. • Doel, zingeving ontstaat uit persoonlijk contact. • We willen meer weten van elkaar. • Geen nota’s (papier) maar persoonlijk contact. • Geen tijdelijke acties maar structurele aandacht voor de jeugd. • Wat zouden meisjes van 15 willen In Galder/Strijbeek? • Wat de jongens uit de dorpen van 15,16 jaar? • Kinderen met een beperking is daar voldoende aansluiting voor in de dorpen als ze hier niet naar school gaan en niet mee kunnen doen met sporten? • Ouderen die een herseninfarct hebben gehad en nog met activiteiten mee blijven doen maar het niet meer kunnen, KBO loopt hier tegenaan. • Elkaar groeten, elkaar zien, hoe gaat het, elkaar helpen, neem tijd voor elkaar. • Doel, zingeving ontstaat uit contact. • Buurtverenigingen zijn belangrijk. • Voordeel van de Kanteling is luisteren en in gesprek gaan. • Als je er zelf enthousiast van wordt, positief zijn, mogelijkheden delen. • Netwerk is belangrijk. • Laat mensen komen die werken voor een instelling bijv. Heyakker. • Dat er iets voor jezelf in zit, win-win. • Creatief durven zijn , buiten het boekje durven denken. • Attenderen mensen op de mogelijkheden die er zijn. • Kijk verder dan je eigen straat, leg verbanden, denk mee, geef tips/adviezen, je mening. • Bewoner denk mee: wat kan ik zelf doen? • Mensen wijzen op minder denken in recht op. • Locale sociale verbanden gebruiken en verstevigen. • Andere mensen bereiken en proberen meer mensen een actieve rol te laten spelen.
20
Reacties van professionals. • Niet overnemen is moeilijk. • We bereiken onze doelgroep niet. • Mensen eisen steeds meer. • De gemeente is iets abstracts. • Probeer niet een bezuiniging te verpakken in een visie. • De betere cliënt helpt de mindere. • Ontdekken van gratis mogelijkheden. • Een lijntje naar elkaar is nodig. • Nee verkopen kan ook. • Gemeente, laat zien wat je doet. • Elkaar sneller weten te vinden. • Wij willen buurtbewoners verbinden. • Gesprekken belangrijker dan nota’s. • Waardeer wat mensen doen. • Houd vooral de bestaande voorzieningen in stand. • Veel MOE-landers verschuilen zich in onze gemeente. • GHB-verslaving is een groeiend probleem. • Alphen-Chaam is een gesloten cultuur. • Alcoholgebruik is een trend. • We werken met CJG-ouders , vrijwilligers die een korte cursus hebben gevolgd en op het schoolplein tips geven aan ouders. • Jongeren een website laten bouwen zodat we ze beter bereiken. • Het geld is op voor het bewegingsproject. • Mensen laten bewegen is lastig. • CJG werkt niet. • Wij willen graag meer info vanuit de gemeente. • Voor de leefbaarheid in Alphen zou het goed zijn als er meer winkels komen, het heeft in Alphen gevolgen voor de gezondheid (voeding). • Er zou meer voor de jeugd moeten zijn, niet alleen met carnaval. • Overleg met wethouder jaarlijks zou goed zijn. • Talenten gebruiken is ook meer bewegen voor het genezingsproces. • Troittoirs zijn slecht in Alphen. • In het centrumplan de Heuvelstraat verbinden met iets moois. • Lege woningen verkopen. • Jongeren in het dorp houden. • Publiceer in Jip en Janneke taal over de Wmo, mensen weten het niet. • Wmo duurt soms te lang. • Huisartsen willen informatie over Wmo. • Mentaliteitsverandering moeilijk bij oudere mensen, de goede woorden gebruiken bij de uitleg. • Hou er rekening mee dat de groep die niet lezen en schrijven kan, groter is dan je denkt. • Lastig voor allochtonen om er tussen te komen. • Ons kent ons en veel sociale controle. • De kracht zit in de eigen vangnetten, minder anonimiteit dat is positief. 21
• • • • • • • • • • • • • • • •
We werken steeds meer met vrijwilligers bij vrije tijd van de cliënt. Gemeente kan onze cliënten werk verschaffen. Goed om cliënten te stimuleren te doen wat ze zelf wel kunnen. Wij zoeken naar mogelijkheden en hebben ook oog voor wat goed gaat. Herhalen en herhalen van de visie, uitdragen. Sociale samenhang is hier in het buitengebied van Chaam erg groot. Een jaarlijkse bijeenkomst met alle zorgverleners zoals in Baarle-Nassau zou goed zijn. Er wordt veel mantelzorg verleend in Chaam. Er zijn veel verenigingen. Er is veel te doen. Een dorp is minder anoniem. Wij zijn het eens met de visie, dat is ook onze visie. Wij gebruiken een andere methode. Wij gaan samenwerken, zodat we nog groter worden en meer kunnen leveren. Hoe komen we tot concrete afspraken met elkaar? Dat doen we altijd al zo.Hoe kunnen we elkaar vinden in het belang van de cliënt? Wie heeft de regie?
22