CIE GZ 6 01-2007
TER KENNISNAME AAN Onderwerp
:
Klimaatbeleid (energiebeleid)
de commissie grondgebiedzaken
1 Inleiding In 1997 zijn in Kyoto internationale afspraken gemaakt om tot een reductie van uitstoot van broeikasgassen te komen. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij het behalen van de doelstellingen en krijgen hiervoor van het rijk een financiële ondersteuning in het kader van BANS (Bestuursakkoord Nieuwe Stijl). Om nog in de eerste BANS periode (2004-2008) in aanmerking te komen voor de financiële ondersteuning heeft Son en Breugel op 16 juli 2004 een subsidie-aanvraag bij SenterNovem ingediend. Het college heeft bij middel van een mandaatnota op 15 juli 2004 ingestemd met de aanvraag van de subsidie. Op 9 november 2004 heeft SenterNovem de aanvraag gehonoreerd met een subsidiebedrag van € 37.097,-. Hiermee kan de gemeente Son en Breugel in de periode 2005 tot en met 2008 negentien projecten gaan uitvoeren en zo lokaal een bijdrage leveren aan de nationale (klimaat)doelstelling. Deze nota schetst het plan van aanpak en de relatie tot belangrijke speerpunten in de gemeente Son en Breugel, zoals de Sonniusdriehoek. 2 Beleidskaders en Wettelijke aspecten Klimaatbeleid is tot op heden nog geen wettelijke verplichte taak. Door het tekenen van het klimaatconvenant door IPO, VNG en het Rijk kan worden gesteld dat er bij gemeenten een soort morele verplichting rust om zich in te spannen op dit werkveld. In de regio zijn maar liefst zeventien van de eenentwintig gemeenten actief bezig met het klimaatbeleid (inclusief Son en Breugel). Doordat Son en Breugel uitvoering geeft aan het klimaatbeleid loopt de gemeente gelijk op met ruim 80% van de regio. Landelijk ligt dit percentage op 49%. Op 27 oktober 2005 heeft uw gemeenteraad het milieubeleidsplan 2006-2009 vastgesteld. In het milieubeleidsplan staat opgenomen dat met name bij de ontwikkeling van de Sonniusdriehoek energie zal worden meegenomen in de planontwikkeling. Het is hierbij niet de bedoeling om een hightech woonwijk te ontwikkelen, maar wel om een moderne, comfortabele en energiezuinige situatie te creëren, aldus het milieubeleidsplan. De aandacht voor Klimaat- en energiebeleid zoals die eerder door Son en Breugel in de subsidieaanvraag richting het ministerie van VROM komen overeen met deze visie uit het beleidsplan. Kortom, het uitvoeren van het klimaatbeleid volgens hieronder beschreven plan van aanpak is in overeenstemming met de ambities m.b.t de Sonniusdriehoek én met het door de Raad vastgestelde milieubeleidsplan. 3 Plan van aanpak Son en Breugel heeft negentien projecten gekozen, waarmee wordt voldaan aan het actieve ambitieniveau van het klimaatbeleid. Deze projecten moeten in de projectperiode 2005 tot en met 2008 worden uitgevoerd. Van deze negentien projecten worden er volgens planning vijftien door de Milieudienst Regio Eindhoven (SRE) regionaal gecoördineerd / geïnitieerd. De uitvoering van deze projecten ligt hiermee grotendeels ook bij SRE. Regionale projecten
F:\Tijdelijke Internet-bestanden\Content.IE5\09YRSP6J\06%2D0018752%5FRVLH%20[1].doc
De regionaal uit te voeren projecten bestaan voornamelijk uit kennistrajecten (cursussen en workshops) en projecten die een regiobrede uitstraling hebben of aanpak vereisen. (o.a. regionaal windenergiebeleid, biomassa, bestuurlijk netwerk). Daarnaast zijn er ontwikkeltrajecten waarbij de regiogemeenten profiteren van door SRE ontwikkelde materiaal. Lokale projecten De vier projecten die de gemeente zelfstandig zal moeten uitvoeren zijn: - Actief inkoopbeleid (duurzame) energie gemeentelijke gebouwen, - Energiebeheer/energiezorg gemeentelijke gebouwen, - Beleidsnotitie energie-efficiënte nieuwbouw en renovatie vastleggen en: - Energievisie vast onderdeel van planontwikkeling Hierbij moet worden opgemerkt dat de eerste twee projecten reeds worden uitgevoerd. Actief inkoopbeleid wordt gedeeltelijk ingevuld door de regionale inkoop van elektriciteit. De gemeente kan vanaf 1 januari zelf het aandeel groene stroom kiezen. Het project “Energiebeheer” wordt ingevuld door de het project Energiemanagement via Erbis/SRE, waar Son en Breugel samen met vele regiogemeenten aan deelneemt. De twee beleidsmatige projecten (beleidsnotitie energie efficientie en energievisie bij planontwikkeling) moeten nog uitgevoerd worden om te voldoen aan het BANS klimaatbeleid. Deze projecten hebben directe raakvlakken bij de ontwikkeling van de Sonniusdriehoek / Sonniuiswijk. Zie verder paragraaf 5. 4 Personele aspecten De gekozen projecten bevinden zich op beleidsvelden waar de diverse afdelingen nu al aan werken (zie bijlage 1, regulier werk). Voorbeelden hiervan zijn onder andere: (duurzaam) bouwen en duurzame bedrijventerreinen. Ook projecten zoals het opstellen van een verkeersmilieukaart worden al regionaal uitgevoerd. De gekozen projecten zijn daarmee ook veelal een verlengde van het normale beleid. Dit betekent dat de activiteiten én de uren vaak niet nieuw zijn. Om te komen tot de ambities van het klimaatbeleid is vaak slechts een kleine intensivering nodig. De urenbesteding van Son en Breugel binnen de vijftien regioprojecten is beperkt en betreft veelal opleidingsuren en workshops voor ambtenaren. Over het algemeen zijn opleidingsuren opgenomen in de reguliere urenplanningen van de werknemers van Son en Breugel en wordt dus niet gesproken van ‘nieuwe’ uren. In bijlage 1 wordt een specificatie gegeven van de interne input die gevraagd wordt. 5 Sonniusdriehoek en Sonniuswijk De lokale klimaatbeleidprojecten die nog daadwerkelijk opgestart moeten worden zijn direct verbonden aan de Sonniusdriehoek en Sonniuswijk (zie ook bijlage 2). Het Milieubeleidsplan 2006-2009 geeft heel duidelijk aan dat de Sonniusdriehoek geen high-tech wijk moet worden. Om deze reden is een onderzoek naar de mogelijkheden bijzonder doeltreffend. Via het klimaatbeleid (via de subsidie) kan dit onderzoek, een energievisie worden uitgevoerd. Deze energievisie is een onderzoek naar de energiemogelijkheden in de wijk. Het beschrijft diverse alternatieven om zo (bestuurlijk) een beter afgewogen keuze te kunnen maken. De kosten van dit onderzoek zijn begroot binnen de BANS klimaatbeleid subsidie. De begeleiding van dit traject kan tevens worden verzorgd door het SRE in combinatie met SenterNovem. Voor de Sonniusdriehoek en later de Sonniuswijk is een (gesubsidieerde) energievisie een enorme kans om het onderdeel energie goed uit te laten zoeken. Het BANS klimaatbeleid kent de verplichting om bij nieuwbouwlocaties van meer dan 250 woningen een Energieprestatie van 6,8 te scoren (op een schaal van 1-10). De EPL is een maat voor de energetische kwaliteit op wijkniveau. In de praktijk blijkt een EPL van 6,8 goed mogelijk zonder onrealistische en onrendabele investeringen te hoeven doen. Daar komt bij dat de woningen zeer comfortabel en energiezuinig kunnen worden uitgerust.
2
Het BANS klimaatbeleid kent verder een inspanningsverplichting voor energie-efficiënte bouw. Dit kan door de energieprestatie van elke woning te normeren en deze norm 5 tot 10% scherper te stellen dan wettelijk verplicht. Dit blijkt in de praktijk zeer goed mogelijk tegen een zeer geringe kostenstijging en resulteert veelal in comfortabelere woningen (met koeling in de zomer) met duidelijk verbeterde exploitatielasten gedurende de gebruiksperiode (lage energielasten). In de bijlage is een overzicht opgenomen met daarin een vergelijking tussen woningen met een aflopende EPC (energie prestatie per woning) met vergelijking tussen de kosten en besparingen. Door de lagere energielasten blijkt dat de daadwerkelijke woonlasten omlaag gaan, terwijl de woningen comfortabeler worden. 6 Financiën De BANS klimaatbeleid subsidie is een subsidie die uitgaat van 50% cofinanciering door de gemeente. Deze cofinanciering mag (en zal) bestaan uit interne uren. De totale investerings- en coördinatiekosten van alle projecten kunnen gefinancierd worden uit de verkregen subsidie. In de subsidieregeling staan diverse verplichte taakstellingen (zie bijvoorbeeld paragraaf 5). Deze moeten aan het einde van de projectperiode behaald worden. Uitsluitend op gegronde redenen kan hiervan worden afgeweken. In principe is met het aanvragen van de subsidie echter bestuurlijk al overeenstemming bereikt over de haalbaarheid van de verplichtingen en onderstreept de beschikking van het ministerie van VROM deze overeenkomst. Daarnaast is het zo dat in het klimaatbeleid van Son en Breugel geen onhaalbare taakstellingen vermeld staan. 7 Voordelen uitvoering klimaatbeleid Door uitvoering te geven aan het klimaatbeleid levert Son en Breugel een bijdrage aan de nationale doelstellingen op lokaal niveau. Bovendien levert de gemeente samen met de 16 andere (BANS)regiogemeenten een bijdrage aan de voorlopende rol en status die de regio heeft op het gebied van klimaatbeleid. Door het klimaatbeleid op te pakken met de voorgestelde methode wordt maximaal geprofiteerd van de regionale samenwerking en kunnen de doelstellingen op een relatief eenvoudige wijze behaald worden. Het klimaatbeleid creëert kansen voor de Sonniusdriehoek (gesubsidieerde energievisie). Hiermee kan Son en Breugel gefundeerd verder met de uitwerking van het masterplan voor deze nieuwbouwlocatie, dat uitgaat van moderne technieken zonder dat daarbij de realiteitswaarde en het ambitieniveau van het bestuur verloren gaat. Son, 19 december 2006. Burgemeester en wethouders van Son en Breugel, De secretaris, De burgemeester, drs. A.J.M. van Etten
drs. J.F.M. Gaillard
3
Bijlage 1 Projecten klimaatbeleid In onderstaande tabel staan alle projecten weergegeven die door Son en Breugel zijn gekozen. Bovendien geeft de tabel weer hoeveel uren met het project gemoeid gaan. In veel gevallen gaat het hierbij niet om nieuwe uren maar reeds bestaande uren. In sommige projecten kunnen deze uren beter uitbesteed worden aan externe partijen om zo de interne lasten te verlichten. In de laatste kolom staat vermeld waar de interne inzet (indien niet extern uitbesteed) uit bestaat. SON EN BREUGEL Interne inzet begrote uren intern externe kosten Coordinatie 96
Organisatie algemeen € 6.720 klimaatbeleid projectorganisatie
nvt extern
Regionale projecten. Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen 40 € 500 Campagne energiegebruik gebouwgebruikers 24 € 6.000 energiePrestatieadvies - Utiliteitsbouw Woningbouw 36 € 250 Opzet EPC monitoring 24 EPA huursector 32 € 1.000 Promotie EPA op natuurlijke momenten 8 Cursus EPC-berekeningen controleren Bedrijven en utiliteitsbouw 16 € 4.800 Voorlichting over energie in de milieuvergunning aan Agrarische sector 60 Energie in de milieuvergunning Verkeer en vervoer 32 € 2.000 Opstellen verkeersmilieukaart Duurzame Energie 32 € 650 kennistraject zongericht verkavelen/passieve zonne64 € 2.000 Regionaal windbeleid/projectontwikkeling windenergie Regionaal/gemeentelijk ontwikkelingsplan biomassa 64 € 2.000 12 € 4.000 Duurzame energiescan uitvoeren 24 Bestuurlijke regiobijeenkomst duurzame energie Passieve zonne-energie in planontwikkeling 48 woningbouwprojecten
regulier werk nvt extern cursus workshop workshop cursus workshop workshop regulier werk workshop nvt extern nvt extern nvt extern workshop workshop
Lokale projecten 16 120
Gemeentelijke gebouwen en voorzieningen € 1.000 Actief inkoopbeleid (duurzame) energie gemeentelijke € 3.000 Energiebeheer/energiezorg gemeentelijke gebouwen
Woningbouw Beleidsnotitie energie-efficiënte nieuwbouw en € 200 renovatie vastleggen 8 120 € 15.000 Energievisie vast onderdeel van planontwikkeling
4
regulier regulier
collegebesluit nvt extern
Bijlage 2 Relatie Sonniusdriehoek De verplichte taakstellingen van het klimaatbeleid in het thema woningbouw zijn: •
Toepassen van een Energie Prestatie op Locatie (EPL) van minimaal 6,8 in woningbouw-projecten met meer dan 250 woningen
•
De inspanningsverplichting om bij nieuwbouw een verscherping van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) met 5%-10% te bereiken
De EPL is net als de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) een maat voor de energetische kwaliteit, maar dan voor een hele bouwlocatie inclusief de energievoorziening die voor en/of in deze locatie is aangelegd (EPC is voor de individuele woning). De EPL kent een schaal van 0 tot 10, waarbij 10 staat voor een ideaalsituatie waarbij geen fossiele brandstoffen worden gebruikt, kortom een wijk die niet is aangesloten op gas en elektriciteitsnet. De EPL is ook een communicatie-instrument. Het helpt lokale partijen in het besluitvormingsproces bij de keuze van de optimale energie-infrastructuur. Een EPL van 6,8 is goed te behalen zonder financieel onrendabele investeringen door te moeten voeren. Hiervoor zijn er veel voorbeelden in het land en zelfs in de regio. Een EPL van 6,8 is dan ook goed realiseerbaar binnen de filosofie van het Milieubeleidsplan, namelijk: het is de bedoeling om een moderne, comfortabele en energiezuinige situatie te creëren. Start in Sonniusdriehoek Een goede start begint met het uitvoeren van een Energievisie. Deze energievisie is een onderzoek naar de energiemogelijkheden in de wijk. Het beschrijft diverse alternatieven om zo (bestuurlijk) een beter afgewogen keuze te kunnen maken. De kosten van dit onderzoek zijn begroot binnen de BANS klimaatbeleid subsidie. De begeleiding van dit traject kan tevens worden verzorgd door het SRE in combinatie met SenterNovem (tevens begroot). Voor de Sonniusdriehoek en later de Sonniuswijk is een (gesubsidieerde) energievisie een enorme kans om het onderdeel energie goed uit te laten zoeken. Hiermee kan de gemeente uitzoeken hoe het makkelijkst de EPL van 6,8 en misschien nog hoger te realiseren is. Daarna kan het bestuur en of de stuurgroep de besluitvorming afronden over het ambitieniveau. Door zo spoedig mogelijk met de bouwpartijen (projectontwikkelaars) om tafel te gaan en een programma van eisen neer te leggen waarbij nadrukkelijk rekening wordt gehouden met comfort en energie, wordt vrijwel automatisch voldaan aan de EPL normering. Energieprestatie coëfficiënt Het BANS klimaatbeleid kent een inspanningsverplichting voor een energie-efficiënte bouw. Dit wordt gedaan door de energieprestatie van elke woning te normeren en deze norm 5 tot 10% scherper te stellen dan wettelijk verplicht. Vele praktijkvoorbeelden laten zien dat dit zeer goed mogelijk is tegen een zeer geringe kostenstijging. Bovendien resulteert een scherpe EPC veelal in comfortabelere woningen (met koeling in de zomer) en duidelijk verbeterde exploitatielasten gedurende de gebruiksperiode (lage energielasten). Met name comfort en lage exploitatielasten kunnen in de communicatie over de Sonniusdriehoek speerpunten zijn die toekomstige bewoners zeker aan zullen spreken.
5