GEMEENTEBESTUUR UITGEEST
NR.
Nota / advies van: P.J. Dubelaar Behandelende afdeling: Publiekszaken Datum: 23-11-2010 TITEL: Kadernota Dierenwelzijn. KORTE PROBLEEMSTELLING/ONDERWERP: Ter kennisname wordt aangeboden de Kadernota Dierenwelzijn.
(i.v.m. B en W notulering zeer beknopt advies, voor uitgebreid advies z.o.z.)
SAMENVATTEND ADVIES: Kennisnemen van de Kadernota Dierenwelzijn Gemeente Uitgeest 2010 en voorleggen aan de Commissie Samenlevingszaken.
Behandeling in de gemeenteraad: nee
Datum:
Bespreken in Commissie: Samenlevingszaken
Paraaf afd.hoofd:
Voorlichting: nee
Bespreken GO/OR: nee
J-^
Openbaar: ja
Advies secretaris: In deze nota staat niet vermeld hoe het beleid dierenwelzijn gehandhaafd wordt. Hiervoor zijn geen prioriteiten in de handhavingnota opgenomen, noch zijn daar middelen voor ter beschikking gesteld.
Vragen/opmerkingen portefeuillehouder:
Conceptbrief samenstellen i.o.v. portefeuillehouder: nee Akkoord
Bespreken
Burgemeester Secretaris Wethouder Boer Wethouder Linnartz Wethouder Selij Besluit van B&W d.d.: 14-12-10 Conform advies akkoord
*i Nummer: B2010.1657
Persbericht:
ADVIES BEHANDELENDE AFDELING: Probleemstelling: (wie, wat, waar, wanneer, waarom) Ter kennisname ligt aan uw college voor de Kadernota Dierenwelzijn Gemeente Uitgeest 2010. Oplossing: (hoe kunnen we de doelstelling bereiken) Na bespreking door uw college kan de Nota aan de commissie SLZ ter bespreking worden voorgelegd. De signalen/resultaten vanuit de commissie SLZ kunnen worden meegenomen bij het formuleren van toekomstig dierenwelzijnsbeleid. Kadernota besproken met wethouder Boer. Wethouder akkoord. Financiële aspecten/risico's: De inhoud van deze Kadernota Dierenwelzijn geeft geen aanleiding er van uit te gaan dat het budget voor dierenwelzijn op korte termijn zal moeten stijgen. Samengevat advies: (zoals voorzijde) Kennisnemen van de Kadernota Dierenwelzijn Gemeente Uitgeest 2010 en voorleggen aan de Commissie Samenlevingszaken.
PARAAF OF
PUBLIEKSZAKEN/ AKKOORD
FINANCIËN/ AKKOORD
STAFAFDELING / AKKOORD
VERZEKERINGEN / AKKOORD
RUIMTELIJK BEHEER/AKKOORD
RUIMTELIJKE ORDENING/AKKOORD
ADVIES MEDE-ADVISEUR INKOOP/ AKKOORD
ADVIES:
2
NOTA DIERENWELZIJN
nHnf jgÊÊÊBÊÊÊm
3
•RHKfiaHKttnl
GEMEENTE UITGEEST 2010
Gemeente Uitgeest Postbus 7 1910 AA Uitgeest Middelweg 28 1911 EG Uitgeest tel.0251 -36 11 11 fax 0251 -31 03 52 e-mail: gemeentebestuurfgjuitgeest.nl
Inhoudsopgave 1. Inleiding
p. 4
2. Gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid
p. 6
3. Instellingen die werkzaam zijn in de gemeente Uitgeest
p. 8
4. Andere zaken en kwesties het dierenwelzijn betreffende
p. 10
5. Discussie-en keuzepunten
p. 14
6. Slotwoord
p. 15
Bijlage 1 Voor Uitgeest belangrijke instituten etc. voor dieren Bijlage 2 Verslaglegging inspraakavond dierenwelzijnsbeleid gehouden op 14 december 2009.
p. 16 p. 17
3
1. Inleiding Van alle levensvormen op aarde spreken, vanuit de mens gezien, de dieren wel het meest aan. Door middel van de jacht maakte onze voorouders gebruik van de aanwezige dieren om zich onder meer te voeden. Ook heeft de mens altijd al te maken gehad met confrontaties vanuit de dierenwereld, de ene keer was het een roofdier date zijn tol eiste en de andere keer was het een besmettelijke ziekte die, al dan niet geholpen door gastheren (bijv. ratten) een aanslag op hem deed. Door de toename van de activiteiten van de mens veranderden de levensomstandigheden van de dierenwereld. Geleidelijk werden verschillende dieren door de mens gedomesticeerd. De dieren werkten voor hem, kleedden hem en dienden hem als voedsel. Wanneer en in welke mate in het verleden bij de mens interesse, zeg maar affectie, ontstond voor dieren kan moeilijk worden beantwoord. Zeker is het dat het domesticeren van diersoorten gepaard moet zijn gegaan met enige vorm van respect voor het dier. Afhankelijk van (culturele) ontwikkelingen bij de mens ontstonden vormen van 'rechten' voor dieren. Sommige dieren werden 'heilig verklaard of een dier kreeg zelfs een goddelijke status. Daarnaast hebben mensen al duizenden jaren huisdieren als kat en hond, dieren die niet alleen worden gehouden vanwege het nut maar ook als gezelschap. 5
Gesteld kan worden dat naast de mens de dieren erbij horen. Een wereld zonder dieren is niet voor te stellen. Tegenover de dierenwereld in het algemeen heeft de mens een verantwoordelijkheid en met name in die gevallen waarin dieren afhankelijk van hem zijn. Daarnaast hebben dieren ook een eigen (intrinsieke) waarde los van hun nut of schade voor de mens. Naast een morele verantwoordelijkheid voor dieren hebben gemeenten een juridische verantwoordelijkheid. Het Burgerlijk Wetboek, boek 5 art.8 lid 3 zegt: dat, indien een gevonden dier aan de gemeente in bewaring is gegeven, de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd is het dier zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen etc. Een aan de gemeente aangeboden gevonden dier dient derhalve, indien de eigenaar het dier niet ophaalt, minimaal twee weken door de gemeente te worden bewaard/verzorgd. Deze wettelijke verplichting heeft in verleden geleid tot het beleid om verschillende dieren welzijnsorganisaties, die de 'bewaaractiviteit' van de gemeente verzorgden, via subsidiëring te ondersteunen. De activiteiten van deze organisaties behelzen onder andere: het ophalen van, al dan niet gewonde, gevonden dieren; het ophalen van kadavers van huisdieren en wild die door het verkeer of anderszins zijn omgekomen; het opvangen en verzorgen van dieren waarvan de eigenaar niet direct is te achterhalen. Vanuit de dierenwelzijnsorganisaties wordt ervoor gepleit om, ter zake van de financiering van de organisaties, van subsidiëring over te gaan naar een financiering op basis van geleverde prestaties. Van het rijk mag worden verwacht dat zij een duidelijk wetgeving maakt. De Kaderwet Dieren, die op dit moment ter behandeling bij de Eerste Kamer ligt (aangenomen door de Tweede kamer op 15 december 2009), zal verschillende losse wetjes moeten vervangen en de ethiek van dit moment moeten bevatten. In genoemde wet wordt de intrinsieke waarde van het dier erkend.
4
Voor wat betreft het dierenwelzijn kunnen daarnaast als belangrijkste wetgeving worden genoemd: de Flora- en Faunawet en de Wet Dieren, de Wet op de Dierproeven en de Natuurbeschermingswet 1998. Voor elk geconstateerd probleem zal niet altijd een regeling worden opgesteld. Soms is het wel zinvol regels op te stellen, bijvoorbeeld in het geval van circusdieren. Circussen opereren nationaal, dus is een landelijke aanpak op zijn plaats. Een onderzoek naar de werkelijke situatie van circusdieren heeft inmiddels plaatsgevonden. De minister heeft de conclusies en aanbevelingen uit het 'Wageningse' rapport overgenomen. Dat betekent onder meer dat er geen verbod komt op circusdieren. Dat een landelijke aanpak niet altijd werkt laat de onlangs ingetrokken Regeling Agressieve Dieren (RAD) zien. De regeling had niet het beoogde resultaat. De vraag kan worden gesteld wie voor wat verantwoordelijk is. De gemeente en het rijk kunnen niet op elke gebeurtenis worden aangesproken. Het ministerie van EL&I heeft aandacht voor het welzijn van huisdieren. Het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) van het ministerie geeft informatie over de omgang met dieren (website: www.licg.nl). Landelijk ziet men dat de lokale politiek zich steeds meer gaat bemoeien met het dierenwelzijn. Ook in Uitgeest wordt de behoefte gevoeld meer structuur te brengen in het gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid. Een en ander krijgt gestalte in de nu voorliggende dierenwelzijnsnota, die een basis zal vormen voor het nader ontwikkelen van een samenhangend dierenwelzijnsbeleid. In de voorliggende nota wordt, naast het benoemen van de door de gemeente gefinancierde dierenwelzijnsorganisaties, aandacht besteed aan zaken als dierenbescherming, hoe om te gaan met circussen die werken met dieren, hengelsport en overige dieren (niet zijnde huisdieren).
5
2. Gemeentelijk dierenwelzijnsbeleid De vraag kan worden gesteld: waar begint en waar eindigt de verantwoordelijkheid van de gemeente voor het dierenwelzijnsbeleid? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Deze nota is een eerste aanzet tot beleid, die zich in de loop van de tijd eventueel kan doorontwikkelen en uitbreiden. De gemeente heeft wettelijke taken, die de ondergrens vormen van wat een gemeente aan dierenwelzijn dient te doen. Daarnaast komt het welzijn van dieren op allerlei beleidsterreinen om de hoek kijken. Dit maakt een bredere visie op dierenwelzijn wenselijk. Als voorbereiding op deze nota is een inspraakavond gehouden voor het Uitgeester publiek en de belanghebbenden. Mensen houden allerlei soorten huisdieren met als reden dat dieren het leven verrijken, de mensen afleiding geven, uitnodigen tot zorg etc. In de omringende weilanden worden landbouwhuisdieren met een economische, educatieve recreatieve en sociale waarde gehouden. De grootste groep dieren in de gemeente wordt gevormd door in het wild levende dieren. Tegenover al deze dieren hebben wij als mens een verplichting. Soms heeft de mens een extra zorgplicht omdat dieren in bepaalde mate afhankelijk van ons zijn. De gemeente dient uit te gaan van de eigen waarde van dieren en de intrinsieke waarde, die onafhankelijk is van hun nut, noodzaak of schade voor de mens. Dieren vormen een belangrijk deel van de samenleving. Het welzijn van dieren is een kwestie van beschaving. Dit welzijn dient in harmonie met het welbevinden van de mens geborgd te worden. Waar grenzen zijn bereikt en sprake is van overlast moet dit op creatieve wijze en met respect voor beider belang worden opgelost. De wettelijke taak voor de gemeente op het gebied van dierenwelzijn is dat gevonden dieren worden vervoerd en veertien dagen in bewaring worden gehouden en dat kadavers moeten worden opgeruimd. Kosten wettelijke taken Het uitvoeren van de wettelijke taken is uitbesteed aan organisaties met wie direct of indirect een subsidierelatie bestaat. In dit kader kunnen worden genoemd de Stichting Dierenambulance Kennemerland, Knaagdierencentrum Heiloo, Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek en Stichting Kerbert Dierentehuis (via centrumgemeente Velsen). De bekostiging van het werk van de dierenambulance vindt plaats op basis van het aantal ritten dat voor Uitgeest wordt uitgevoerd. Bezien zal worden of met de overige organisaties als hiervoor genoemd ook afspraken worden gemaakt over bekostiging op basis van geleverde prestaties (aantal opgevangen dieren). De kosten van opvang per soort dier (gedurende veertien dagen) en het aantal zijn bepalend voor de hoogte van de bijdrage. De verwachting is dat, indien voor alle opvangcentra wordt overgegaan tot bekostiging van opvang op basis van een bedrag per dier, het huidig budget niet toereikend zal zijn. Kosten niet-wettelijke taken. Een voorbeeld van niet-wettelijke taken is bijvoorbeeld de opvang van dieren na de wettelijke bewaartermijn van veertien dagen. Nieuw beleid kan slechts gestalte krijgen indien hiervoor middelen door de gemeenteraad beschikbaar worden gesteld. In de begroting 2011 en de meerjarenbegroting zijn alleen middelen opgenomen voor wettelijke taken.
6
Resumé financiële lasten. Zonder nieuw dierenwelzijnsbeleid voor wat betreft wettelijke en niet-wettelijke taken, echter wel met een voorgenomen wijziging van wijze van bekostiging van het Kertbertasyl, wat naar verwachting geen extra bijdrage van de gemeente zal betekenen, behoeft de huidige financiële bijdrage van de gemeente niet te stijgen. Indien de opvangcentra anders dan het Kerbertasyl, het betreffen hier het Knaagdierencentrum en het Vogelopvangcentrum, ook een bekostiging zouden ontvangen op basis van een bedrag per opgevangen dier dan is het huidig budget voor dierenwelzijn vrijwel zeker, gelet op de bescheiden subsidie die deze opvangcentra krijgen, niet toereikend.
7
3. Instellingen die werkzaam zijn in de gemeente Uitgeest Dierenbescherming Noord-Holland Noord Deze instantie kan gebeld worden bij dierenoverlast. Instellingen als de stichting Kerbert Dierentehuis zijn aangesloten bij de Dierenbescherming. De Dierenbescherming pleit voor een betere voorlichting (via de gemeentelijke website) over bijvoorbeeld hoe te handelen bij de vermissing van een huisdier. De Dierenbescherming is een warm voorstander van het chippen van huisdieren. Door de dierenopvang kan hierdoor direct worden achterhaald waar het huisdier thuishoort. Overwogen kan worden eenmalig of periodiek van gemeentewege een actie om dieren te chippen financieel te ondersteunen. Een ander aandachtspunt bij de Dierenbescherming is de overlast voor dieren door het afsteken van vuurwerk rond oud en nieuw. Het voorlichten van schooljeugd kan worden overwogen. Stichting Dierenambulance Kennemerland Met de Stichting Dierenambulance Kennemerland, gevestigd te Heemskerk, is de gemeente overeengekomen dat de dierenambulance met ingang van 1 januari 2010 de navolgende werkzaamheden zal uitvoeren : het ophalen en eventueel, indien naar objectieve maatstaven verantwoord, bij een dierenarts doen verzorgen en bij een asiel onderbrengen van binnen de gemeente Uitgeest zwervende, zieke of gewonde dieren, waarvan de eigenaar niet bekend is; het functioneren als meldpunt van gevonden en vermiste dieren; het registreren van vermiste en gevonden dieren; het assisteren van politie en brandweer met betrekking tot dieren; verlenen van deskundige hulpverlening bij epidemieën en de hulpverlening bij rampen op basis van een met de gemeente gesloten convenant; ophalen en afvoeren van kadavers op straat en in openbare ruimten (met uitzondering van kadavers van aan agrariërs toebehorende dieren). Voor deze werkzaamheden betaalt de gemeente een vaste vergoeding per uitgevoerde rit. Bij de volgende asielen worden dieren door de dierenambulance ondergebracht: Knaagdierencentrum Heiloo (konijnen, hamsters etc), Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek (voornamelijk wilde vogels) en het Kerbert Dierentehuis (honden en katten). Knaagdierencentrum Heiloo Door het Knaagdierencentrum worden de navolgende activiteiten uitgevoerd in het kader van de opvang. De gegevens van de opgevangen dieren worden geregistreerd in een daarvoor ontwikkeld computerprogramma. De dieren krijgen de nodige zorg, ook op medisch gebied en worden indien nodig ingeënt. Men draagt zorg voor het herplaatsen van dieren. In november 2009 is door het gemeentebestuur besloten het Knaagdierencentrum, voor het opvangen en verzorgen van knaagdieren, tot en met 2014 te ondersteunen met een vaste jaarlijkse bijdrage van € 275,— (zonder indexering). Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek Als bijdrage in de kosten van de opvang van met name vogels door het Vogelopvangcentrum heeft de gemeente Uitgeest in de begroting € 275,-- opgenomen. Gelet op het besluit ter zake van de financiering van het Knaagdierencentrum is de verwachting dat de bijdrage aan het Vogelopvangcentrum de komende jaren gelijk zal blijven. Stichting Kerbert Dierentehuis De Stichting stelt zich ten doel het verzorgen van zwerfhonden en zwerfkatten uit Velsen, Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest, alsmede het verzorgen van pensionhonden en pensionkatten voor rekening van derden.
8
Tezamen met de gemeenten Beverwijk, Heemskerk en Velsen subsidieerde de gemeente Uitgeest 50% van de personeelskosten. Uitgeest heeft € 3.713,-- opgenomen in de begroting voor 2011. Regionaal vindt overleg plaats over een andere wijze van subsidiëren in de toekomst, aangezien de gemeente Heemskerk ervoor heeft gekozen bilateraal een financiële relatie aan te gaan met het dierentehuis. Op dit moment wordt in de regio ingezet op een vast bedrag per opgevangen dier. Daarbij wordt uitgegaan van een bedrag per dag voor opvangkosten, berekend over veertien dagen. Een en ander dient te worden geregeld in een inkoopovereenkomst. Een nieuwe wijze van ondersteuning zal waarschijnlijk geen verhoging 'van de subsidie voor Uitgeest zal betekenen.
9
4. Andere zaken en kwesties het dierenwelzijn betreffende Circus Bij het publiek en in de media vindt discussie plaats over het feit of het acceptabel is dat in een circus dieren optreden. Het primaat voor wat betreft regelgeving op dit gebied ligt bij de rijksoverheid. De Wet Dieren verbiedt mishandeling van dieren en het schaden van dierenwelzijn. Dit geldt uiteraard ook voor circusdieren. Het ministerie bereidt op dit moment nieuwe regelgeving voor. Er zullen strengere eisen komen op het gebied van verzorging, huisvesting en opleiding voor personeel van circussen die wilde dieren laten optreden. Gelet op het grensoverschrijdend karakter komt ook de Europese Commissie met regelgeving voor het houden en laten optreden van dieren in circussen. Ook heeft de branche zelf voor haar leden regels voor het houden van dieren opgesteld (Richtlijnen Welzijn Circusdieren). De gemeente dient, bij het onderbrengen van een circus met dieren, een zodanig evenemententerrein beschikbaar te stellen dat circussen kunnen voldoen aan de Richtlijnen Welzijn Circusdieren. Zo moeten dieren kunnen beschikken over een afgebakend stuk grond dat bij voorkeur is begroeid met gras en aanbevolen wordt dat het circus bij aankomst kan beschikken over ruimte en water voor de dieren. Het beschikbare terrein voldoet aan voorgaande. De veiligheid voor het publiek en de openbare orde zijn de verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente kan geen extra eisen (bovenop het gestelde in de Wet Dieren) stellen aan het dierenwelzijn. Gemeenten zijn dus niet bevoegd om vanuit het oogpunt van dierenwelzijn autonome regels over dieren te stellen. Wel hebben gemeenten de bevoegdheid om met andere oogmerken regels te stellen inzake dieren mits deze regels niet in strijd zijn met de normen in de Wet Dieren (regels voor circussen in het belang van openbare orde of veiligheid). De APV in Uitgeest heeft geen nadere regels ter zake van het houden van een circus. Overlast door honden Overlast door honden kan onder meer ontstaan indien men de honden ongelijnd Iaat lopen of indien men de honden bij het uitlaten onvoldoende onder controle heeft. Bekende overlast in die gevallen zijn bijtincidenten en honden die achter vee (schapen) in de wei aangaan, hun rust verstoren of de dieren zelfs (dood)bijten. Het aanwijzen van een hondenlosloopplaats aan de buitenzijde van het dorp kan derhalve in strijd zijn met de belangen van de veehouders ter plaatse. In Uitgeest bestaat een aanlijngebod behalve op door borden aangegeven 'losloopplaatsen'. De burgemeester heeft de mogelijkheid om in bepaalde gevallen op grond van de APV in te grijpen en justitie in te schakelen. Losloopplaatsen komen verspreid over de gemeente voor, te weten: 1. Een route vanaf het bruggetje aan de Geesterweg nabij het zwembad, rond De Kuil en vervolgens de groenstrook langs de Zienervaart en daarop aansluitend het evenemententerrein aan de Binnenkruierstraat. 2. Het bedrijventerrein. 3. Groenstrook vanaf De Terp richting Westergeestervaart en vervolgens het pad langs de Westergeestervaart in noorderlijke richting. 4. Groenstrook achter Deen langs de spoorsloot richting TCU daarna de oude Waldijk tot aan De Darse. Via opvoedcursussen kan het gedrag van honden worden veranderd en kan veel ongemak worden voorkomen. Hier ligt een taak voor de eigenaren van honden. Voor de bebouwde kom geldt een opruimplicht voor de uitwerpselen, ook in de losloopgebieden. De gemeente draagt zorg dragen voor voldoende afvalemmers voor hondenuitwerpselen. Verspreid door heel het dorp zijn emmers geplaatst, soms op verzoek(bijvoorbeeld tijdens het wijkoverleg) soms naar aanleiding van klachten. Binnenvisserij (beroepsmatig)
10
Op het Uitgeestermeer en in verschillende polders rondom Uitgeest vindt beroepsmatige visserij plaats. Bij vergunningverlening worden de vangstmethoden op dierenwelzijn beoordeeld (bron: Dierenbescherming). Hengelsport Om te kunnen vissen heeft men altijd schriftelijke toestemming nodig van de visrechthebbende, hetzij via een zogeheten 'KleineVispas' voor o.a. beperkt openbaar vaarwater of een 'Vispas', zijnde het bewijs van lidmaatschap van een vereniging, in combinatie met een lijst van viswateren waarin gevist mag worden. De Algemene Hengelaarsbond Uitgeest (300 leden) is visrechthebbende van het water in Uitgeest en zet zich in om sportvissers van alle leeftijden voor te lichten over 'verantwoord vissen en respect voor de natuur'. Om het zwartvissen te bestrijden zet de AHB verenigingscontroleurs in. Daarnaast controleren de federatie Sportvisserij Noord-West Nederland en de politie de hengelaars. Visie van de Dierenbescherming op de hengelsport Vissen zijn volgens de Dierenbescherming intelligente dieren die pijn kunnen ervaren, stress en angst. De Dierenbescherming is van mening dat vissen zo veel mogelijk met rust gelaten moeten worden. Men is dan ook geen voorstander van hengelen en viswedstrijden, waarbij de vis alleen wordt gebruikt voor ontspanning en vermaak. De gemeente zou nadere eisen kunnen stellen aan de hengelsport. Bij het verlenen van een pachtvergunning voor viswater kan als voorwaarde bijvoorbeeld worden opgenomen dat: - aan de haak geen weerhaak mag zitten; - geen leefnet mag worden gebruikt; - geen levend aas mag worden gebruikt; - dat met slechts een hengel tegelijk mag worden gevist. Voor verschillende wateren die bij de gemeente in eigendom zijn visrechten verleend aan derden. In de huidige overeenkomsten zijn geen voorwaarden opgenomen zoals hierboven genoemd zijn. Er is wel de voorwaarde gesteld dat men zorg moet dragen voor handhaving van een goede visstand. Beheersmaatregelen oppervlaktewater Van belang voor het welzijn van het dierlijk leven in het water is het hebben van een gezonde leefomgeving. Het is met het oog op het zuurstofgehalte van het water van groot belang om waterpartijen regelmatig te baggeren en te laten doorstromen. Het baggeren dient op een diervriendelijke wijze te geschieden. Dit houdt in dat: het liefst in de periode van september tot en met november wordt gebaggerd, maar zeker niet in het voorjaar (paaitijd); het baggeren niet geschiedt bij watertemperatuur boven de 20 graden, omdat het baggeren leidt tot een dusdanige zuurstofonttrekking (door opwerveling) dat vissen het bij een hogere watertemperatuur niet zullen overleven; het baggeren geschiedt op een zodanige wijze dat vissen niet worden ingesloten maar de mogelijkheid hebben om te vluchten. In dit kader is het raadzaam duikers en rioleringen, die in directe verbinding staan met het open water, regelmatig schoon te maken. Waterplanten zijn functioneel in buitenwater, denk aan zuurstofvoorziening en dekking voor het dierenleven. Een teveel aan waterplanten is niet goed en kan betekenen dat gemaaid en/of geheind moet worden. De voorwaarden voor het maaien/heinen zijn vrijwel gelijk aan die van het baggeren. Extra kan worden genoemd dat het maaisel moet worden afgevoerd en dat niet ieder jaar op dezelfde plek wordt gemaaid. Tevens is van belang voor een goed beheer het inrichten en onderhouden van een goed functionerende oeverzone en aandacht voor de drijfbladzone (denk aan Krabbescheer).
11
Bij het aanleggen, maar ook bij het (groot) onderhoud van waterpartijen is het belangrijk dat het waterleven kan beschikken over water met verschillende diepten. Ook is voldoende zonlicht voor een goed ontwikkeld waterleven van belang. Wilde fauna (dierenleven) Om de fauna in Nederland op gewenste wijze te beschermen is de Flora- en faunawet in het leven geroepen. In deze wet zijn regelen gesteld hoe bij werkzaamheden moet worden omgegaan met de aanwezige fauna. In dit kader is het van belang een beleid te formuleren met betrekking tot het onderhoud van de tot de gemeente behorende watergangen. Met name het periodiek baggeren en het jaarlijks onderhoud in verband met het schouwen dienen diergericht plaats te vinden. Naast beschermende maatregelen voor de wilde fauna kan gedacht worden aan nieuw beleid gericht op het helpen van de dieren bij het vinden van geschikte leefomstandigheden. Een voorbeeld is, om bij nieuwbouw aan de bouweisen toe te voegen dat nestgelegenheid wordt gerealiseerd voor de mus en de gierzwaluw. Ook kan de gemeente bij de inrichting van het groen meer rekening houden met trekroutes van padden, vleermuizen, vlinders etc. (ecologische structuur). Binnen de bebouwde kom kan sprake zijn van overpopulatie van een diersoort waardoor overlast kan ontstaan; te denken valt aan bijvoorbeeld ganzen. Maatregelen kunnen in dat geval worden worden overwogen, te denken valt bijvoorbeeld aan een verbod om dieren ter plekke te voeren. Op dit moment is er in Uitgeest geen sprake van overpopulatie van enige diersoort; er zijn dan ook geen maatregelen nodig. Door de terugkeer van de vos in de regio is de jacht op onder andere weidevogels toegenomen. Als het gaat om het reguleren van de vos rond het Uitgeester- en Alkmaardermeer dan kan de gemeente als participant van het RAUM dit inbrengen bij het bestuur van het RAUM. Schuilstallenbeleid Het overgrote deel van meldingen bij de Dierenbescherming van wantoestanden gaat over (het gebrek aan) schuilstallen voor vee en met name voor pony's en paarden. Het neerzetten van bouwsels (schuilstallen), zeker op korte termijn, is veelal op grond van de wet op de ruimtelijke ordening onmogelijk. Het verdient aanbeveling bij het aanpassen van bestemmingsplannen rekening te houden met wensen ter zake van het (tijdelijk) plaatsen van bouwwerken om vee in de wei te beschermen tegen de elementen. In de gemeente Wijchen heeft men in het bestemmingsplan de mogelijkheid opgenomen om via ontheffingen schuilgelegenheden te bouwen. Landelijk wordt wel gepropageerd om bomen te planten in de wei, dit om vee beschutting te bieden tegen de hitte van de zon, de harde wind of de regen. Vanuit de agrarische stand is recent gepleit geen bomen in de wei te planten, daar roofvogels gebruikmaken van de bomen om hun prooi (weidevogels) te observeren en aan te vallen. Zorg voor dieren in de winter Bij koud winterweer hebben sommige dieren extra zorg nodig. Sloten en plassen zijn dichtgevroren en de grond is zo hard dat vogels er geen voedsel uit kunnen halen. De Dierenbescherming zorgt tijdens langdurige perioden van vorst voor het bijvoederen van vogels. Ook de gemeente kan maatregelen treffen om de dieren de winter door te helpen. Dit kan bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat in waterpartijen, die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen, open plekken in het ijs aanwezig blijven. Deze wakken zijn belangrijk voor watervogels. Op de randen dient een laag stro te worden aangebracht, dit als signaal naar het publiek dat er een wak is. Jacht De jacht op wild is geregeld in wetten. Voor gronden in eigendom van de gemeente, waarop volgens de wet gejaagd mag worden, kan het gemeentebestuur besluiten al dan niet jacht toe te staan. De gemeente heeft geen gronden in eigendom die bejaagbaar zijn. Dierenwelzijn in het weidegebied
12
Als het gaat om het welzijn van dieren die zowel hobbymatig als beroepsmatig worden gehouden (in de weidegebieden van Uitgeest) dan is in eerste instantie de eigenaar van de dieren verantwoordelijk voor dit welzijn. Voor wat betreft de controle en handhaving ter zake van dit welzijn is de Algemene Inspectie Dienst verantwoordelijk. Los van de wettelijke verantwoordelijkheid als hiervoor genoemd is het niet ondenkbeeldig dat de gemeente door inwoners wordt betrokken bij het wel en wee van levende have in de wei. Omzichtigheid is dan geboden. Afhankelijk van de situatie kan de gemeente als 'luisterend oor' of als intermediair optreden. Dit in het kader van 'hoor en wederhoor'. Overlastgevende dieren Verschillende dieren kunnen in de woonomgeving overlast geven; gedacht kan worden aan meeuwen, duiven etc. De betreffende dieren kunnen zich veelal goed handhaven omdat er voldoende voedsel en schuilgelegenheid is en vaak worden ze bijgevoerd. De aanwezigheid van deze dieren kan overlast geven in de vorm van geluidsoverlast en uitwerpselen. De gemeente wordt als eerste geconfronteerd met klachten over overlast. Het bestrijden van de dieren dient de allerlaatste optie te zijn. Alvorens over te gaan tot maatregelen als het vangen en/of doden van dieren zou eerst moeten worden gekeken of geen alternatieve opties mogelijk zijn. Voor de bestrijding van overlast door dieren is het voorkomen van het probleem (preventie) de beste oplossing. Maatregelen in de preventieve sfeer zijn beperking van de voedselbeschikbaarheid en diervriendelijke geboortebeperking (bijv. eieren schudden). Plaagdierenbestrijding (ook wel ongediertebestrijding genoemd) Een groot aantal kleine zoogdieren wordt bestreden omdat ze als schadelijk of hinderlijk worden aangemerkt. Hier kunnen worden genoemd verschillende soorten muizen en ratten, de mol en andere kleine zoogdieren die wel eens als schadelijk worden aangemerkt. Elk dier heeft een functie in het ecosysteem. Indien er, na zorgvuldige en deskundige afweging, sprake is van ernstige, reële en aanzienlijke schade en/of gevaar voor mens of dier én er zijn geen alternatieven, dan mogen als 'schadelijk' aangemerkte dieren effectief en zo humaan mogelijk worden bestreden en/of gedood. Bestrijding dient eigenlijk, zoals reeds hiervoor beschreven, te zijn gericht op preventie. Een preventieve bestrijdingsmethode is bij voorbeeld de afscherming van een gebied of woning door onder andere afrastering, schrikdraad, omheining, horren, of het dichtstoppen van kieren en gaten. Ook het in stand houden van een goede balans tussen prooi- en roofdieren is van belang.
13
5. Overzicht Discussie- en keuzepunten Ten behoeve van het voeren van een discussie en het maken van keuzes over verschillende aspecten van het dierenwelzijn dienen onderstaande bespreekpunten : ondersteunen acties van de Dierenbescherming Noord-Holland Noord, zoals het chippen van huisdieren; overwegen of voor het Knaagdierencentrum en de Vogelopvang moet worden gewerkt met betaling per opgevangen dier; is het wenselijk nadere regels te stellen in het belang van openbare orde of veiligheid voor het circus, regels; dient het huidig beleid met betrekking tot honden-losloopplaatsen aangepast te worden; dient het beleid over afvalemmers voor hondenuitwerpselen aangepast te worden; dient de gemeente bij het verlenen van een pachtvergunning voor viswater extra voorwaarden te stellen aan het vissen; is het wenselijk extra bouweisen te stellen voor nestgelegenheid voor bijvoorbeeld de mus en de gierzwaluw; beleid van de inrichting van het groen in relatie met trekroutes(ecologische structuren); hoe moeten we om gaan met de vos in relatie tot de weidevogels in die gebieden waarover de gemeente (mede)zeggenschap heeft; is het wenselijk om in bestemmingsplannen voor weidegebieden schuilstallen (tijdelijk) toe te staan; is het wenselijk bomen te planten van bomen in de wei (als bescherming voor het vee) of juist het buitensluiten van beplanting in en nabij de wei in verband met predatie door roofvogels; dient de gemeente actief beleid te voeren m.b.t. het welzijn van watervogels bij vriezend weer; hoe dient de gemeente om te gaan met overlast gevende dieren; uitspraak doen over de wijze van beheer(onderhoud) van eigen water, gericht op dierenwelzijn, hierbij rekening houdend met de eisen van het onderhoud van het waterschap; Zijn we bereid extra financiële middelen beschikbaar te stellen voor het dierenwelzijnsbeleid.
14
6. Slotwoord. De gemeente Uitgeest erkent het dierenwelzijn als een van de taken van de gemeente. Deze erkenning blijkt in de eerste plaats uit het goed doen uitvoeren van de wettelijke taken, te weten het vervoer en de opvang van zwerfdieren en het ophalen en afvoeren van kadavers. Daarnaast kan Uitgeest aandacht besteden aan dierenwelzijn bij het nemen van besluiten en het maken van keuzes. Op handhaving van regels op het gebied van dieren, zoals het opruimen van uitwerpselen en het aanlijngebod voor honden wordt toegezien. De uitvoering van de wettelijke taken zal in sommige gevallen in plaats van subsidiëring gestalte krijgen door het inkopen van diensten. Een verhoging van de gemeentelijke bijdrage voor dierenwelzijn lijkt, gelet op de financieel onzekere toekomst, op voorhand niet vanzelfsprekend. De nota Dierenwelzijn gemeente Uitgeest is allereerst een opsomming van zaken het dierenwelzijn in Uitgeest betreffende, daarnaast is het een stuk dat kan worden gebruikt voor het vormen van een mening hoe verder moet worden omgegaan met dierenwelzijn; dit zal een eerste stap zijn in de richting van een volwassen dierenwelzijnsbeleid. In deze nota worden geen keuzes gemaakt. Dit is aan de politiek. Daar wordt bepaald wat het beleid zal zijn.
15
Bijlage 1 Voor Uitgeest belangrijke instituten etc. voor dieren Dierenbescherming Noord-Holland Noord De Loet 5, 1851 CR Heiloo Tel. 072 - 515 0071, e-mail:
[email protected] Stichting Dierenambulance Kennemerland Correspondentieadres: Postbus 79,1960 AB Heemskerk Tel. 0251 -215 454, e-mail:
[email protected] Knaagdierencentrum Heiloo De Loet 3, 1851 CR Heiloo Tel. 072 - 509 0234, e-mail:
[email protected] Stichting Vogelopvangcentrum Zaanstreek p.a. J. en A. van Brienen Busch 2, 1562 HH Krommenie Stichting Kerbert Dierentehuis p.a. Waterloolaan 8, 1985 ER Driehuis Tel. 0255 - 525 202 Dierenarts in Uitgeest Kliniek voor Gezelschapsdieren Uitgeest Prinses Beatrixlaan 12, 1911 HR Uitgeest Tel. 0251 -312 227, e-mail:
[email protected] Kynologenclub Zaanstreek IJmond De KCZIJ is een vereniging die zich ten doel stelt om hondenliefhebbers een zo breed mogelijk aanbod van cursussen, evenementen etc. aan te bieden. In de cursussen wordt gewerkt aan het gedrag van de hond en worden de eigenaren van de honden geleerd hoe maatschappelijk verantwoord met honden moet worden omgegaan. Voor meer informatie: www.kczy.nl Stichting Hertenpark Uitgeest Inlichtingen: P. de Haan Tel. 06-44 02 25 82 of 0251 -315 594 (mw. J. van Braam). Het Hertenpark heeft een aangename en nuttige functie voor zowel kinderen als ouderen. Het beleid van het Hertenpark richt zich in eerste instantie op het welzijn van de dieren en het desgewenst geven van educatie aan het publiek. De dieren die in het Hertenpark rondlopen hebben recht op een leven met voldoende kwaliteit in een duurzame en veilige leefomgeving. Dit alles wordt door vrijwilligers gedaan en de financiën worden verkregen uit donaties. De stichting is steeds bezig het park te verfraaien omdat het een Uitgeester belang is dat er een mooi park is, met gezonde dieren. Stichting Amivedi Nederland Amivedi registreert vermiste en gevonden dieren met als doel vermiste dieren terug te vinden of de eigenaar van een gevonden dier op te sporen. Via de website www.amivedi.nl kunnen bezoekers: zelf meldingen op de site van Amivedi plaatsen; direct zoeken naar gevonden en verloren huisdieren in heel Nederland. Lokale hulppost Uitgeest: tel 0229 - 579 711.
16
Bijlage 2 Verslaglegging inspraakavond dierenwelzijnbeleid van 14 december 2009. Aantekeningen van de inspraakavond dierenwelzijnbeleid, gehouden in de raadszaal van het gemeentehuis op maandag 14 december 2009. Aanwezig zijn: een aantal burgers (geschat een tiental) de meeste van de boerenstand, een aantal raadsleden, vertegenwoordigers van dieren beschermingsorganisaties, dierenopvangcentra, dierenambulance, circuswereld ca. en de Int. Provinciale Organisatie Sportvisserij. Wethouder van der Hoek heet allen welkom en deelt mee dat het college wil komen met een dierenwelzij nsnota. Het produceren van een nota, als bedoeld, kan op twee manieren. 1 het college maakt een nota en laat er vervolgens op schieten, waarna de nota aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. 2 via inspraak, door burgers( en belangen organisaties), worden ingrediënten verzameld voor het schrijven van een nota, Na het schrijven van de nota zal het college hierover een besluit moeten nemen, waarna het via de commissie samenlevingszaken naar de Gemeenteraad zal gaan. In de nota kunnen zaken als: problematiek rondom loslopende honden, de hengelsport, jacht, bijvoeren van beesten in de winter worden opgenomen. Bij het bepalen van het beleid speelt uiteraard mee de financiële mogelijkheden van de gemeente. In de nota dient in ieder geval te worden opgenomen de wettelijk taak van de gemeente op het gebied van dierenwelzijn. Wat verder in de nota komt wordt mede bepaald door de inbreng op de inspraakavond. Mevr. van Driel van de Dierenambulance zet uiteen wat de Dierenambulance voor de gemeente Uitgeest doet en vraagt aandacht voor de nadere uitwerking van een convenant hoe om te gaan met de (huis)dieren bij een ramp. Mevr. Dekker van de dieren bescherming zegt positief te staan t.o.v. de insteek van de gemeente om via inspraak informatie voor een te schrijven nota te verzamelen. De volgende items kunnen in de nota worden opgenomen: kinderboerderij; hoe om te gaan met wilde dieren bij over-populatie; het geven van voorlichting en educatie over het item hoe om te gaan met huisdieren(voorbeeld in Heerhugowaard). Mevr. van Driel vraagt aandacht voor het chippen van dieren; hierdoor kan tijd worden bespaard om de eigenaar van het dier terug te vinden en kan geld (ook van de gemeente) worden bespaard. De gemeente kan overwegen een actie om te chippen financieel te ondersteunen. De heer Bijman(landbouworganisatie) vraagt aandacht voor het probleem met loslopende honden en schapen in de wei. Een verzoek aan de gemeente: plan geen hondenuitlaatplaats nabij een weide. Spreker merkt op dat boeren over het algemeen op een nuchtere wijze omgaan met dieren en daarbij altijd het economisch aspect in de gaten houden.
17
Het planten van bomen in de weide om dieren te bescherming tegen de warmte is nadelig voor de weidevogels, daar roofvogels graag gebruik maken van hogere plaatsen in het landschap , zoals bomen, om hun prooi te observeren/aan te vallen. Ook vossen die opereren vanuit randgebieden zijn een bedreiging voor de weidevogels. De heer van Brienen van de Vogelopvang Zaanstreek deelt mee dat de Vogelopvang actief is van Oostzaan tot en met Castricum. Jaarlijks vangt de Vogelopvang drie a vierduizend vogels op. De Vogelopvang heeft het financieel moeilijk; gepleit wordt voor een vergoeding van de gemeente op basis van het aantal opgevangen vogels zoals, dit geschiedt in Heemskerk en Zaanstad. De heer Bergema van circus Herman Renz merkt op dat er fervente voor- en tegenstanders zijn van dieren in het circus. Naar aanleiding van kamervragen heeft de minister recent onderzoek naar dierenwelzijn bij circussen laten doen. De uitslag van het onderzoek was voor vier van de zes circussen goed. Het ministerie gaat een eigen richtlijn opstellen. Mevr. Dekker van de Dierenbescherming zegt het resultaat van het onderzoek te kennen en wijst erop dat ook gesproken wordt over welzijnsaantasting van dieren. Let op de ethische kant van het verhaal. De heer Bergema zegt dat hij ook voor een hoger deskundigheidsniveau voor wat betreft de behandeling van dieren is. Er is discussie gaande over de dressuur van dieren. Een ieder dient met respect om te gaan met dieren. Circussen laten zien hoe mooi dieren zijn en waar dieren toe in staat zijn. Door een burger wordt aangegeven dat het bijvoeren van dieren in de winter niet dient te geschieden. De Vogelopvang is van mening dat niet moet worden bijgevoerd, echter in specifieke gevallen moet het wel gebeuren. Mevr. Dekker zegt dat alleen gevoerd dient te worden om onnodig dierenleed te voorkomen. Het is te overwegen van gemeentewege locaties, waar voer gestrooid kan worden, aan te wijzen. De Dierenbescherming komt, indien nodig, in de winter in actie met het voeren van dieren. Geadviseerd wordt niet te voeren op plaatsen waar ook gejaagd mag worden. De heer Richard van den Bos van de interprovinciale Organisatie Sportvisserij zegt, t.z.v. het item sportvissen, de gemeente te willen voorzien van de nodige stukken t.b.v. het schrijven van de dierenwelzijnsnota. Mevr. Dekker merkt op aangaande overlast van dieren dat ook kan worden ingezet op het niet voeren van dieren, zij noemt de overlast die in de bebouwde kom ontstaat door b.v. het voeren van ganzen. Indien er toch sprake is van overlast dan kan worden besloten tot het wegvangen van dieren. De heer van Brienen merkt op dat Castricum als middel tegen ganzenoverlast de nesten leeg haalt. De Dierenbescherming wijst op de overlast aan dieren door vuurwerk met Oud en nieuw. Het voorlichten van de (schooljeugd kan worden overwogen.
18
}
Een van de insprekers is van mening dat het dier niet boven de mens gesteld moet worden. De gemeente dient zich niet te bemoeien met aspecten van het dierenwelzijn die al goed geregeld zijn via wet of regelgeving, of waarvan kan worden gezegd dat het teveel van het goede is. De Dierenbescherming geeft aan dat de burgers in het dorp niet altijd het zelfde aankijken tegen dierenwelzijn als bewoners van het buitengebied. De heer B. Admiraal pleit ervoor behuizing van vogels in het dorp te stimuleren door het ophangen van nestkastjes en het aanbrengen van speciale dakpannen voor de gierzwaluw. De heer H. Terra merkt t.a.v. het planten van bomen in de wei op dat, indien voor elke drie koeien een boom wordt geplant, de weide op een bos gaat lijken. Indien mogelijk worden de koeien in de gelegenheid gesteld zelf een keuze te maken of ze binnen of buiten willen verblijven. De Dierenbescherming zou graag zien de dieren in de wei de mogelijkheid zouden hebben om te kunnen schuilen tegen de hitte, de wind, de regen en de kou. Verschillende boeren geven aan dat de beesten goed tegen het Hollandse klimaat kunnen en geen extra bescherming nodig hebben. Aangaande een opmerking van de heer Bijman over de vos deelt de heer van der Hoek mee dat het Raum de zeggenschap heeft over de grond rond het Uitgeestermeer. Indien Uitgeest een mening heeft over de vos en hoe ermee om te gaan dan kan zij hier het Raum over aanspreken. Mevr. Dekker merkt op dat de zij het opnemen in de nota van zaken als oeverbeheer kan ondersteunen. Wethouder van der Hoek sluit af met het bekendmaken van de procedure rondom de te schrijven dierenwelzijnsnota. Het besprokene zal worden beschouwd en vervolgens zal een keuze worden gemaakt of een item in de nota zal worden opgenomen. Vervolgens zal de concept-nota door het college worden besproken. Na eventuele aanpassingen zal de nota worden aangeboden aan de commissie Samenlevingszaken, alsdan heeft een ieder de gelegenheid in te spreken. Daarna zal de nota aan de Gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden, alsdan kan een ieder gebruik maken van het spreekrecht van de burgers. Voor deze aantekeningen. Piet Dubelaar
Int09.4374
19