Met een RIB de oversteek wagen naar Londen. Randstad Marine maakte het half mei mogelijk voor tweeën twintig RIB-eigenaren met een chronisch tekort aan adrenaline. Een verhaal over twaalf uur lang harde klappen op het lijf, en pijn in je donder. Een verhaal over stoere mannen en snelle boten, over voldoening en teleurstelling. Tekst Marco Barneveld
Fotografie Nick KIdman
'GMF!' lach ik, snakkend
naar adem door de snelheid
,
k wil terug!' schreeuwt
Rik Wittmer
getergd, vermoeid en angstig tegen de gierende wind en brullende motoren in naar de organisatieboot. De RIB, een Joker van zeseneenhalve meter met driehonderd brute paardenkrachten
erachter,
is het
kleinste bootje dat overgebleven is van de oorspronkelijke 22 RIBs sterke vloot die een paar uur geleden vertrok uit Stellendam. Negen hebben het tot nu toe opgegeven. Te zwaar. Te veel wind. Te hoge golven. Te veel klappen op het lijf. Te ellendig. Marco Leemberg, eigenaar van de Palletcenrrale en stuurman van de RIB waar Rik op zit, peinst er niet over. Geen seconde denkt hij erover dit avontuur af te breken, ondanks golven van bijna drie meter hoog en een "briesje" dat met een kracht van ergens russen de zeven en negen recht tegen ons opramt. Geamuseerd schudt hij zijn hoofd. Maar ja, wat nu? Ik besluit de arme Rik te hulp te schieten en stel voor zijn plaats in te nemen. Alleen kan Marco immers niet door. John Biesheuvel, in wiens boot de organisatie zetelt, kijkt me hoofdschuddend aan: 'Groot hart, kleine hersens. Hier krijg je spijt van.' We zijn op weg van Stellendam
via Ramsgate
naar
London. Het is de derde editie van de Offshore Cruising Event, opgezet door het nautisch evenementen bureau Randstadmarine uit Abcoude. Mario Bolle is één van de organisatoren. gesproken:
Vooraf had hij de deelnemers
'Voor het eerst in de geschiedenis
toe-
van het
event hebben we dit jaar de grens letterlijk en figuurlijk verlegd. We gaan de Noordzeeplas over! Hiermee komen we tegemoet aan de roep van veel eigenaren om nu eindelijk eens de oversteek te wagen. Het wordt een uitdaging om de ruwe, weerbarstige monding van de Theems op te stomen tot aan de Tower Bridge in hartje London, 52
met ruim 675 kilometer
zeetijd voor de boeg. En dan
hebben we het nog niet eens over de weersomstandigheden. Het wordt een hele zware trip.' De volgende ochtend om zes uur verzamelen alle deelnemers zich in de marina van Stellendam. Meteoconsult voorspelt golven van zo'n vijfentachtig centimeter en een windkracht van maximaal vier. Rooskleurig voor de grote RIBs met hun massa's pk's, die straks zonder snelheidsbeperking naar Groot-Brittannië zullen knallen. De moed zit er goed in, in de Haringvlietsluis.
André
Hazes schalt uit de speakers van een Boston Whaler, één van de weinige consoles die de oversteek meewagen. Iedereen voelt zich een beetje Pietje Bel. Boefjes zijn we, renpaarden die ongeduldig staan te trappelen aan de start. Maar dan gaan de sluisdeuren open. Nog voor het licht op groen staat, knallen de eerste boten de zee op. Zelf start ik in de boot van John Biesheuvel. De lUB, een Ring van dik tien meter, snijdt zich door het water als een heet, pas geslepen mes door de boter, dankzij twee keer driehonderdvijftig keiharde Yam aha pk's. 'Neem een skibril mee,' was me van tevoren aangeraden. Een goede tip, en niet alleen voor het spatwater; we zijn nog geen tien minuten buitengaats of het begint te regenen. Bij de kust zijn de golven lief en kabbelend, en dus blaast John al snel met meter per uur over de nog ondanks voelt de regen bij Echt genieten is er dus niet
een vaart van negentig kiloniet zo woelige baren. Desdie snelheid aan als spijkers. bij, ondanks de grote partijen
boven: Bijkomen in de Londense
Butfers Wharf Chop House
Ruysdael-wolken, gemystificeerd door een vleugje mist. Ook mijn onderrug maakt overuren. Behalve een skibril was ook een niergordel wel handig geweest. Zo goed en zo kwaad als het gaat, kijk ik Nick, de fotograaf, aan met door G-krachten bollende wangen. 'Gaaaaf,' lach ik, snakkend naar adem door de snelheid.
rechtsonder: Ronaid Oosterman met zijn Team Roughneck
~
en een
ingepakte John Biesheuvel
-
-'~
-
-'~
-
'Groot hart, kleine hersenen.
Hier links: Assistentie voor de boot van Martijn Vos midden: Rallyorganisator Mario Bolle en Biesheuvel plus benodigdheden als niergordels en kniebeschermers linksonder: De race-RIB
van
Team Derksen boven: Sluisje van St-Katharines Dock
knJg je spijt
'Wooow!' lijk ik terug te horen, boven het geraas van het motorisch geweld uit. We zijn echte mannen! In mijn hoofd schrijf ik poëzie over snelheid en mooie wolken, en dat dit nou het echte leven is. Ondertussen probeer ik me krampachtig zittend te houden, terwijl mijn lichaam bij iedere golf klap op klap krijgt. Toen Biesheuvel de opmerking "groot hart, kleine hersenen" maakte, had ik nog bij mezelf gedacht: "kan nooit erg zijn". Marco Leemberg kijkt me aan, observerend. 'Hou je van zoute drop?' vraagt hij, terwijl de Joker de golven ingeduwd wordt. Nog voor ik antwoord kan geven, slaat er een golf zout water tegen mijn bakkes. Stoer zeg ik nog tegen mijn nieuwe stuurman: 'Zo, zo'n RIB is echt topsport, zeg!' De golven zijn inmiddels van de lieftallige tachtig centimeters gewassen naar watermassa's van dik boven de twee meter vijftig. Waar de RIB van Biesheuvel nog over de golftoppen scheerde, zij het klapperig, stuitert dit rubberbootje eerst tegen de golf aan als Eddy the Eagle, de brokkebenerige skischansspringer uit de jaren negentig. Wanneer we los komen, giert de buitenboordmotor van "whieeeep", om vervolgens in duikvlucht vol tegen de volgende waterhelling aan te knallen. Ik probeer een plek te vinden waar ik me goed kan vasthouden, maar die is er niet. Met m'n glibberige neopreen handschoenen knijp ik de plastic console vast en met mijn andere de stalen buis achter me. Bij iedere doodsklap rammen we tegen elkaar aan; ik met mijn negentig kilo zware lijf tegen het net iets zwaardere van Leemberg. Net overgestapt en nog vol levenskracht brul ik het uit. Dit is pas gaaf. Beetje eng, dat wel. Maar gaaf] Twee uur later, en nog drie te gaan, ben ik kapot. Mijn rug, vingers, schouders, nieren, armen, knieën, benen; alles is verkrampt. Stel je voor dat je vijf uur lang iedere
van!'
halve minuut van een twee meter hoge muur af moet springen, met aanloop. Is dat fijn? Nee, dat is niet fijn. Ik probeer "zen" te worden. Eén met de golven, surfen op ieder watertopje. Soms lukt dat, soms niet. Dan ben ik een watermuur of wat van slag en moet ik moeite doen om weer in het ritme te komen. Marco probeert zo snel mogelijk te varen. Dat we in wezen de langzaamste boot zijn, is zijn eer te na. Met doorzettingsvermogen en puur ramwerk kom je er ook wel. Zo is het in het leven en zo is het op zee. 'Mijn vrouw zei nog: "Wat als je de langzaamste bent?" "Dan koop ik volgend jaar een snellere!'" Met dit soort gasten win je iedere oorlog, schiet er door mijn hoofd. Opeens moet ik denken aan mijn opa. In de meidagen van 1940 maakte hij de zelfde oversteek, in een roeiboot weliswaar. Zou het warer van de Noordzee er in die tijd ner zo gifgroen uitgezien hebben als nu? 'Land in zichr!' brult Marco. In de verte doemen vaag de witte rotsen van Ramsgare op. Nog even geven de elementen een laarste toegift. Keiharde striemen waterwind geselen mijn gezicht. Ik kan bijna nier meer. Wanneer de Joker tegen de al eerder aangekomen RIBs langszij aanlegt bij de benzinepomp is her bijna onmogelijk mijn knieën nog re buigen. Iedereen is werkelijk gebroken. Nu pas vair op hoeveel boren er zijn afgevallen. Ook de rubberboor waar mijn rugzak op lag, helaas. Dar brengt mij in de vreemde positie me in Engeland re bevinden met niers dan een doorzweer t-shirt en een lange onderbroek; de kleding die ik onder mijn overlevingspak draag. De geplande lunch in Ramsgate moet meegenomen worden. Geen rijd. Anders komen we her sluisje van St-Karharines Dock nier meer in. De rir naar de Tower Bridge, in hartje Londen, belooft een race regen de klok re worden. Ik laar de RIB van Leemberg even voor wat hij is en monster aan op de Ring van Niek Ruirer, de "dak- ~ 55
Ouerleuin!{SPakken zijn waterdicht. Voor een LfjêJje,dan... kapel koning", zoals iedereen hem noemt. De Ring is uitgerust met twee 300 pk Evinrudes. En ondanks dat het bij Ramsgate - eigenlijk al de monding van de Theems - flink spookt, gaat de RIB in vergelijking met zowel de Joker als de RIB van Biesheuvel bijna dansend over de golven. Dat de Joker meer stuitert, begrijp ik, maar die van Biesheuvel is even lang. Aannemer Kees Rood en boezemvriend van Ruiter legt me dat uit: 'Die van Biesheuvel heeft twee keer 350 Yamaha's. Die zijn in totaal 300 kilo zwaarder dan de Evinrudes achter deze boot. Dat exta gewicht op de kont maakt dat de boot dieper hangt van achteren en dat hij sneller kantelt als hij uit het water komt. Deze boot is beter gebalanceerd.' Wat een oase van rust is de Theems. Met een moddervette negentig kilometer per uur stuurt Ruiter zijn RIB over de rivier. Waar normaliter twee uur voor staat, doen we in net iets meer dan een uur. Het motto van
Butlers WharfChop House, aan de andere kant van de Tower Bridge. De drank vloeit er rijkelijk, net als de stoere verhalen. Om zes uur '5 ochtends vertrekken
we, nog wat wankel in
de benen. Marco Leemberg heeft besloten zijn RIB per trailer terug te brengen. Ook Biesheuvel's snelheidsmonster ligt op een trailer. Vuile benzine Wat een andere zee is de Noordzee water twee dagen geleden gifgroen kende korte golven, is het nu bijna
getankt in Ramsgate. vandaag. Waar het schuimde met hakazuurblauw. De
golven zijn hoger, dat wel: vijf meter, volgens de kenners. Maar ze komen van achteren en de wind van de zijkant. Nog steeds waait het hard. Maar de lange golven in de rug maken van het varen een soort surfen. Klimmen naar de top en dan afglijden op de witte koppen. Buurboten verdwijnen compleet tussen de watermassa's. Het is minder hard werken, maar ook deze omstandig-
de reis was "samen uit, samen thuis". De overgebleven
heden hebben een venijnigheid.
boten komen dan ook bijna tegelijk aan. Een mooi gezicht voor de toeristen op de Tower Bridge: dertien pijlsnelle jongens met een trots wapperende driekleur.
bij iedere landing op het water een paar flinke emmers zoutigheid over me heen. Overlevingspakken zijn waterdicht, voor een tijdje ... Na vier uur, met nog vijf te gaan, ben ik doorweekt en verkleumd tot op het bot.
Hotel The Tower is pure luxe. Maar niemand geniet er echt van, ook niet van het diner een paar uur later. Iedereen is zo moe dat de verlokkende roep van zacht wit linnen en een donzen kussen overweldigend is. Jammer dat zowel ik als Nick kreunend van de spierpijn wakker worden bij iedere beweging die we maken in onze slaap. Maar echte mannen piepen niet. Dus wij ook niet. De zaterdag is vrij, gelukkig. Op die manier hebben de spieren een dagje om bij te komen. Kees Rood heeft me een spijkerbroek en een t-shirt geleend. Soho en Oxford Street blijven bovendien een heerlijk shopgebied, en bijna betaalbaar met de lage koers van de pond. In een compleet nieuwe outht strijk ik neer in het uitstekende The 56
Door de zijwind krijg ik
Eenmaal terug in Stellendam ben ik vooral blij dat ik het weer warm krijg. Maar dan daalt het besef in mijn botten neer dat we hier met zijn allen toch maar een mooi staaltje levenservaring hebben neergezet. Een verhaal om vaak te vertellen. En dat is uiteindelijk waar het in het leven om draait: het verzamelen van verhalen en het kunnen genieten van de schoonheid van de elementen. het even een tikje zwaar is .•
Meer over de activiteiten van Randstadmarine op: www.randstadmarine.nl
Ook als
boven: Het is een curieus gezicht als de RIBs de Theems opvaren