Tafel
1
2
Naam
Onderwerp
Erik Opdam NC Advies
Samen versnellen en opschalen van duurzame implementaties in Oost Nederland (RU Nijmegen, NoordZuiden, NC Advies) Innovatie en technologie zijn aanwezig, maar worden niet voldoende toegepast door technische en financiële barrières, maar voornamelijk door institutionele barrières van de marktordening. De verdeling van verantwoordelijkheden (overheid-markt) beïnvloedt de marktordening en de business cases en bepaalt de kansen voor verdienmodellen. Inzet van System Dynamics, Onderhandelingsspelen en Serious Games kunnen dat verduidelijken en helpen oplossen. Met Stadsregio Arnhem Nijmegen, Stedendriehoek, Netwerkstad Twente en Brainport Eindhoven gaan we hieraan werken op terreinen als energie, mobiliteit en stedelijke transformaties. Daarbij bouwen we voor elke regio een digitale Versnellingsruimte. Inzet van buitenpromovendi geven een nieuwe invulling aan praktijkgerichte wetenschap.
Lodewijk Lacroix Zuidvleugel
Agglomeratiekracht, connectiviteit en Intelligent Transport Versterking van de agglomeratiekracht door een betere connectiviteit is een prioriteit van de gezamenlijke overheden in de Zuidelijke Randstad. Doel van het consortium is te onderzoeken in hoeverre en hoe Intelligent Transport, en dan in het bijzonder automatische voertuigtechnieken, kunnen bijdragen aan de verbetering van de connectiviteit die nodig is om de regionale economie te versterken. De aanpak is gebaseerd op een samenhangende benadering van Intelligent Transport, verplaatsingen, netwerken en ruimtelijke ontwikkelingen. Het consortium stelt in het onderzoek concrete ruimtelijk-economische opgaven centraal. Hierbij kan worden gedacht aan de bereikbaarheid van Rotterdam The Hague Airport, de zich versterkende logistieke relatie tussen de greenport en de mainport, de last mile in het OV en de bijdrage van Intelligent Transport aan concrete verkeersknelpunten in de Zuidelijke Randstad. Het consortium wordt geleid door de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de TU Delft.
Bijgaand onze zes zinnen als kern van onze pitch.
3
Jan Korff de Gidts Kracht van Utrecht-initiatief
1. Wij zijn het burgerinitiatief Kracht van Utrecht, een groep Utrechtse bewoners en experts, die voor onze stadsregio ‘out-of-thebox’ willen nadenken over onze leefomgeving, gezondheid, mobiliteit, bereikbaarheid in de 21ste eeuw. 2. Wij hebben concrete en doorgerekende alternatieve plannen voor een meer duurzame mobiliteit in stad en regio voor de korte en lange termijn. 3. Wij streven naar een nieuwe integrale visie van de overheid op stedelijke en ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteit die past bij de 21ste eeuw. 4. In plaats van de geijkte plannen voor meer asfalt, willen we investeren in duurzame innovatie en slimmere mobiliteitssystemen in en rond de stad om alle potentie die Utrecht heeft, ten volle te benutten. 5. We streven dan ook naar een omslag naar blijvend mooie en bereikbare stadsregio, die veel beter met fiets en rail/OV bereikbaar is en aandacht geeft aan het thema nabijheid en volhoudbaarheid. 6. We zoeken mensen, waarmee we over onze Utrechtse grenzen heen, ook internationaal, kunnen bespreken hoe we wissels kunnen omzetten voor een omslag in denken naar blijvend mooie en bereikbare stadsregio's.
Samenwerkingsverband: OKRA landschapsarchitecten, Advier Ontwikkelaars in mobiliteit, NIO architecten. Onderwerp: Smart Gates; de volgende generatie Park & Ride
4
Joan Almekinders NIO architecten
Ons team heeft in het kader van een aantal studies en projecten een visie en strategie ontwikkeld op de rol van P+R bij de bereikbaarheid van steden. Uitgangspunt hierbij is een veel bredere samenwerking tussen private en publieke partijen die mogelijk leidt tot een nieuwe, intelligentere plannings- en ontwikkel methodiek voor transferia en park& ride faciliteiten. De visie vertrekt vanuit een sterke koppeling van ruimtelijke kwaliteit en economische haalbaarheid en is tegelijkertijd kritisch naar de conventionele planningsmethodiek zoals wij die in de praktijk hebben ervaren.
> Het Economisch Instituut voor de Bouw staat voor economisch onderzoek met als doel om de gebouwde omgeving en daarmee samenhangend de bouwsector beter te laten functioneren. Het belang van de woningmarkt is groot en daarom analyseren we vraag en aanbod en de wisselwerking met gevoerd beleid tot op ieder regionaal schaalniveau. Omdat organisaties die belangrijk zijn voor de economie ruimte nodig hebben, brengen we deze in beeld en laten zien hoe daar in het locatiebeleid mee kan worden omgegaan. Omdat leegstand van gebouwen verspilling is van ruimte en kapitaal, helpen we de omvang van het probleem in kaart te brengen en oplossingsrichtingen te geven voor publieke en private partijen. Omdat investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en duurzaamheid de econome helpen, brengen we beleidsopties in beeld met optimale verhoudingen tussen kosten en baten.
5
Matthieu Zuidema Economisch Instituut voor de Bouw
6
Rolf Tjemmes Gemeente Apeldoorn
Aanmelding voor Matchmaking: behoefte aan vervolg op "Geslaagd in de stad."
Robert van Bommel Royal haskoning DHV
Royal Haskoning en One Architecture werken samen aan een toekomstvisie van de leefbare, duurzame en slimme stad. We zijn er van overtuigd dat er een meerwaarde, maar ook noodzaak is voor een integrale aanpak, zodat de diverse grote uitdagingen van de stad, zoals bereikbaarheid, veiligheid en ruimte ook werkelijk effectief en efficiënt worden aangepakt! Gezamenlijk met overheid, wetenschap, ngo's en bedrijfsleven werken we aan toekomstbestendige scenario's met een sterk eindbeeld en goede procesinrichting. We zien logica om de diverse (op handen zijnde) transities van onder meer mobiliteit en voertuigen, infrastructuur, energie, ruimtelijke ontwikkeling en ICT daarbij te betrekken. Transities die bij kunnen dragen aan een slimme stad die tevens zorgt voor leefruimte en een schone omgeving voor haar bewoners.
Reinder Ronda Wageningen University
Since a couple of years, we study at the Meteorology and Air Quality Group of Wageningen University the physical environment of urban areas. Our focus is on observing and detailed forecasting of urban temperature, humidity and thermal comfort, trying to unravel the mechanisms that govern urban climate and meteorology. The societal issues that we seek to address is to contribute to urban regions that have a good a thermal comfort, have a good air quality, while consuming as little energy as possible. We seek therefore scientific and societal partners with expertise in urban landscape planning, the social dynamics of urban areas, the dynamics of energy consumption within urban regions, in the governance of cities, and any other discipline that may help us to create urban regions that are as liveable as possible.
7
8
Maurice Heijnen Stapping Stone
I am managing partner of Stapping Stone an innovative mobile live communication platform that can bring locations to live on mobile devices. All local partners can get access to the system and publish their news, information and/or business deals directly on the screen of smartphones. In short we provide the missing link in local mobile communication, giving businesses and institutions new, smart ways to indivudally promote themselves and collectively their location to the public that is increasingly using smart phones for information search and buying products and services. We would like to connect with cities and/or regions that might be interested in this platform that is already supported bij Stadsregio Rotterdam that has called this system 'possibly a new world standard' The system is already live in the City of Schiedam and is on the short list of pilots for a soon to be launched Smart Shopping Project in the city of The Hague Knooppuntontwikkeling, vitaliteit en SMART transport ‘Real time transport data and participatory decision making’
9
Edwin van Uum Noordzuiden
The Next Step in de relatie tussen bereikbaarheid, economie en sociaal-ruimtelijke patronen. GO-Spoor wil verkennen hoe mobiliteitsgedrag via ‘smart incentives’ kan worden gestuurd in relatie tot lifestyle, wonen en well-being. De vraag is welke fysieke condities hiervoor nodig zijn in infrastructuur en ruimte, zoals de combinatie fiets-trein, en welke vestigingsfactoren voor goed bereikbare plekken werkelijk de agglomeratiekracht van de regio versterken. En dat kan niet zonder een passend perspectief op samenwerking (governance), marktordening en incentives om initiatieven van de grond te krijgen.
Smart Match: naar een betere afstemming van woon- en werkmilieus in de stadsregio Sako Musterd (UvA - Urban Geographies), Marco Bontje (UvA - Urban Geographies), Jan Rouwendal (VU - Ruimtelijke Economie)
10
Marco Bontje Universiteit van Amsterdam
De afgelopen decennia zijn zowel woningmarkten als arbeidsmarkten steeds meer regionaal in plaats van lokaal geworden en heeft een toenemende uitsortering en differentiatie van woon- en werkmilieus plaatsgevonden. Hiermee samenhangend is de ‘match’ tussen woon- en werklocatie voor een groot deel van de regionale beroepsbevolking niet (meer) ideaal. In de planning van woon- en werkmilieus is niet altijd rekening gehouden met de uiteenlopende en veranderende woonvoorkeuren van verschillende beroepsgroepen, leefstijlgroepen en inkomensgroepen, en hoe die voorkeuren zich verhouden tot waar in (of buiten) de stadsregio die groepen werken. In ons onderzoek willen we meer inzicht krijgen in: De recente ontwikkeling van woon- en werkmilieus: stabiliteit of dynamiek? Bereikbaarheid en mobiliteit als link tussen woon- en werkmilieus De ‘match’ tussen woonmilieus en woonvoorkeuren van beroepsgroepen Hoe compleet is het aanbod van woonmilieus en werkmilieus in de stadsregio?
Smart governance voor mobiliteit en energie Het belang van kleine, lokale interacties tussen zaken als energie, gezondheid, voedsel, water, en mobiliteit is groot voor onze steden. Deze interacties bepalen hun veerkracht. Het probleem is dat ze qua aansturing en coordinatie (governance) zijn gefragmenteerd. De afdeling planologie, Rijksuniversiteit Groningen, wil op basis van bestaande onderzoeksprojecten samen met partners in Nederland smart governance-innovaties verder ontwikkelen. De nadruk ligt op zelforganisatie, integratie en keuzevrijheid.
11
12
Wendy Tan Rijksuniversiteit Groningen
Martijn Smit Universiteit van Utrecht
Rijksuniversiteit Groningen, Planologie; Prof Johan Woltjer, Dr. Wendy Tan, Dr. Christian Zuidema.
Martijn Smit is onderzoeker (en docent) bij de afdeling Economische Geografie van de Universiteit Utrecht. De afdeling doet toonaangevend nationaal en internationaal onderzoek naar agglomeratie-effecten, topsectoren, specialisatie en diversiteit, innovatie, en een heel scala aan verwante thema's. De lange-termijnontwikkeling van regio's heeft bijzondere aandacht in de zgn. evolutionaire economische geografie, die een specialisme van de afdeling is.
13
Arjan Edzes Rijksuniversiteit Groningen
THEMA 1: BANEN VOOR DE TOEKOMST: ER VERDWIJNEN VEEL MBO2-3 BANEN IN UW REGIO DE KOMENDE TIEN JAREN. HOE LOST U DIT PROBLEEM OP? Onder invloed van technologie en globalisering verdwijnen er 1,5 miljoen banen de komende jaren, vooral op MBO2-3 niveau. Welke banen daarvoor terug komen is onbekend. Wel is zeker dat de werkgelegenheids- en beroepenstructuur veranderd met grote gevolgen voor de noodzakelijke vaardigheden van de beroepsbevolking (21st Century Skills), de kansen op werk, de flexibiliteit van arbeidsrelaties en ondernemerschap. Naast dat we de regionale veranderingen in werkgelegenheids- en beroepenstructuur in beeld brengen, willen we vooral zoeken naar oplossingen. Wat is bijvoorbeeld de specifieke bijdrage van hoger opgeleiden en de rol van ondernemerschap voor het creëren van nieuwe banen en hoe hangt dat samen met de lokale ontwikkeling van skills en industriestructuur? Lost vergrijzing het probleem op termijn op? Wat valt te verwachten van scholing en job carving? En welke governance structuur past hierbij en op welk ruimtelijk schaalniveau? Komen de oplossing van steden of regio’s of via stedelijke netwerken, nieuwe coalities en publiek-private partnerschappen? Hoe verhoudt dit zich tot de gemeentelijke verantwoordelijkheden door de invoering van de participatiewet? Wordt volledige werkgelegenheid een illusie en moeten we toe naar nieuwe arbeidsconcepten? THEMA 2: HOE VERBETERT U DE KWALITEIT VAN LEVEN IN UW REGIO? Meer nog dan economische groei wordt de vooruitgang van lokale samenlevingen afgemeten aan het niveau van well-being. Daarvoor zijn verschillende concepten leefbaarheid, duurzaamheid - en meetinstrumenten in omloop, die ieder voor zich een beeld schetsen van de kwaliteit van leven in gemeenschappen. Een goed voorbeeld is het OECD-project: How’s Life in your region? Onlangs hebben wij meegewerkt aan de OECDcasestudy voor Noord-Nederland. Het rapport bevat interessante uitkomsten, maar wat zeggen deze eigenlijk? En hoe vertalen we dat in concrete beleidsmaatregelen en maken we de resultaten van dat beleid zichtbaar? Hoe complementair zijn economisch, welzijns- en onderwijsbeleid? Allemaal relevante vragen in het kader van de Agenda Stad met een verbinding naar de Europese Urban Agenda. Het gaat niet alleen om de opgaven en uitdagingen voor de stad en regio, maar ook om de kansen, de ruimtelijke kwaliteit, en sociale diversiteit in grote en kleine steden en in krimpgebieden. En welke governance structuur past hierbij en op welk ruimtelijk schaalniveau?
14
Erik Verhoef VU Amsterdam
15
Zsussanna Tomor Universiteit Tilburg
Dit project beoogt ‘smart’ manieren van gedragsbeïnvloeding te ontwikkelen, testen, en evalueren, met kennis van verschillende disciplines (economie, psychologie, verkeerskunde, beleidswetenschappen). Evaluatie richt zich op milieu, economie en sociale aspecten, maar ook op acceptatie, draagvlak, en budgetconsequenties. We richten ons op innovatieve prijsinstrumenten, te selecteren in overleg met de partners. Bij voorkeur zijn ze budgetneutraal. Voorbeelden zijn verhandelbare rechten en “feebates”: budget-neutrale combinaties van prijzen en beloningen. Een concrete toepassing is verhandelbare spitsrechten als nieuwe vorm van spitsmijden, maar we voorzien ook toepassingen rond milieumaatregelen en parkeren. Er is sterke interesse vanuit onder meer Rotterdam, Groningen en Utrecht. Mijn naam is Zsuzsanna Tomor, werkzaam bij Telos/Universiteit van Tilburg, kenniscentrum voor regionale duurzame ontwikkeling. Door de veranderende politieke, ecologische en economische uitdagingen is er een groeiende aandacht aan de (verwachtte) maatschappelijke rol van bedrijven. Mijn onderzoeksvoorstel richt zich op dit onderwerp: de gebiedsbetrokkenheid van bedrijven. Welke typen economische/strategische positionering en welke typen regionale (maatschappelijke) betrokkenheid van ondernemingen kunnen ontdekt worden en hoe verhouden deze twee aspecten tot elkaar? De nadruk ligt op de ‘mapping’ van typen van regionale binding, in relatie tot typen van ondernemingen. De regionale dimensie wordt meegenomen door aandacht te besteden aan variaties binnen Brabant, zowel wat betreft de achtergronden van de ondernemingen/ondernemers als wat betreft hun regionale positie. Noord-Brabant met haar gevarieerd economisch landschap biedt een interessante case: de lange traditie van de maakindustrie; de opkomende, snelgroeiende innovatieve sectoren; het groot aantal multinationals alsook de talloze florerende lokale en familiebedrijven, het high-tech cluster, de ambachtelijke industrie en agrarische ondernemingen. Eindelijk doel is te komen tot een scherper beeld van motieven/waarden waarop verschillende soorten bedrijven aanspreekbaar zijn voor vormen van regionale betrokkenheid. Anders dan de bestaande praktijk, combineert deze analyse verschillende geografische schalen en de de volle breedte van duurzaamheid door ondernemingen enerzijds binnen hun globale/regionale zakelijke context te plaatsen en anderzijds deze typologieën van economische inbedding aan hun maatschappelijke betrokkenheid op het lokale/regionale niveau te koppelen.
16
17
18
Direct Governance is een online onderzoeks- en stemmethode, ontwikkeld door dr. Luc Taal en dr. Carlinde Adriaanse. De wetenschappelijk onderbouwde online tool met consensusmaten is speciaal ontworpen voor de ondersteuning van burgerparticipatieprocessen en het meten van draagvlak voor beleid. Ook wordt de tool door diverse opdrachtgevers benut voor het transparanter en sneller doorlopen van besluitvormingsprocessen bij de samenwerking met verschillende stakeholders. Inzet van Direct Governance bij co-creatie en besluitvorming betekent: 1) Minder vaak ‘fysiek’ vergaderen met alle betrokken stakeholders, waardoor het proces sneller en dus goedkoper kan. 2. Door dat meningen van alle stakeholders objectief en op transparante wijze worden gepeild, vergroot dit het draagvlak voor het te nemen besluit. 3. Online stemmen door meningen over voorstellen of kwesties bij álle betrokkenen te peilen: ‘psychologische ‘ruis’ blijft buiten de besluitvorming. 4. Monitoring van de voortgang van het proces door herhaald meten van de mate van consensus. Met één druk op de knop in beeld: ‘Welke onderdelen leveren (nog) dissensus op?’ Neemt de consensus toe?’ Carlinde AdriaanseLuuk Taal
Ron van Duin Universiteit Delft
Thomas Hartmann Universiteit Utrecht
The objective of this project is to develop new app-supported personal information concepts for intelligent city logistics that contribute to the quality of life in inner cities in terms of accessibility, safety, noise nuisance and emissions, and to improve the current delivery capacity and efficiency with new services. On the one hand, information supplied by personal information devices will help to gain access to free transportation capacity and match this with demand. On the other hand, the apps will allow a dynamic monitoring and management of the environmental footprint of city logistics. A broad range of stakeholders in cities (shopkeepers, citizens, retailers, municipalities, logistics service providers) will be supported by developing dedicated apps.
This project aims to develop responsive participation methods to mobilize citizens and gain their collaboration in order to make cities more flood-resilient. Quite often, measures for improving resilience happen on private land or influence the lives of vested interests indirectly. This asks for participation of stakeholders and other interests in policy processes for resilient cities. Therein, different measures ask for different participation methods. Finding the right method for the right purpose is the main goal of responsive participation and a central challenge for resilient cities. An adapted Planning Support System will be developed and tested in case studies to elaborate on the theoretical concept of responsive participation.
Samen zoeken naar nieuwe (financierings)vormen van betaalbaar wonen in steden
19
20
Gerard van Bortel Tu Delft
Han Meyer Tu Delft
Wonen in steden wordt voor steeds meer groepen onbereikbaar. Veel huishoudens vallen tussen wal en schip: zij verdienen te veel voor een sociale huurwoning maar zijn ook niet in staat, of er nog niet aan toe, om een woning te kopen. De TU Delft vindt dat we binnen- en buitenlandse ervaringen op dit terrein nog beter kunnen delen en vertalen naar praktische oplossingen en wil daar met een netwerk aan Urban Living Labs aan bijdragen.
Voortbouwend op het URD-project IPDD (‘Integrated Planning and Design in the Delta’) willen we een 'Community of Research and Practice Rijn-Maas Delta' starten. Deze CoRP Rijn-Maas Delta beoogt de uitwerking van de IPDD-methode in de vorm van een nieuwe wijze van gebiedsontwikkeling van een aantal locaties in de Rijn-Maas delta, in nauwe samenwerking met betrokken stakeholders. Deze uitwerking beoogt: - een afstemming van economische ontwikkeling op natuurontwikkeling, ruimtelijke ontwikkeling en veiligheid; - een afstemming van korte termijn initiatieven op lange termijn scenario's; - een afstemming van kleinschalige projecten op grootschalige samenhang.
Thema’s waar wij aan denken: 1: (Wonen) Wonen in een te goedkope woning; de oorzaak van scheefheid Vanwege de afname van het betaalbare aanbod wordt een doelmatige benutting van de sociale huurvoorraad steeds belangrijker gevonden. Het terugdringen van goedkope scheefheid is daarom voor veel gemeenten een beleidsdoel. Om hierop te kunnen sturen is het van belang meer inzicht te krijgen in de oorzaken voor het ontstaan van scheefheid en de processen die daaraan bijdragen, zoals gebrek aan doorstroming. Door de CBS-microdata uit het Sociaal Statistisch Bestand te combineren met voorraadgegevens van woningcorporaties kan longitudinaal onderzoek worden gedaan naar de dynamiek in de sociale huursector, zodat een beter beeld ontstaat van de oorzaken van goedkope scheefheid en de kansen voor beleidsmatige sturing.
21
Hans van der Reijden RIGO
2: (Ruimtelijke Ordening) Transformatie en herbestemming en het nieuwe wonen. Het transformeren en herbestemmen van het overschot aan kantoren en detailhandel naar woningen wordt gezien als een oplossing met vele voordelen. In hoeverre is dit altijd ook mogelijk en wat is de bijdrage aan de veranderende woningbehoefte? RIGO heeft eerder al een model ontwikkeld (in samenwerking met twee andere partijen). Er is gebruik gemaakt van Geografische data op locatieniveau. Dit eerste model zou doorontwikkeld moeten worden en aangevuld met data van andere partijen. Dit om uiteindelijk voor gemeenten en regio’s een beeld te krijgen van potentiele toekomstige transformatielocaties en de geschiktheid daarvan voor woningbouw. Hiermee zou ook de toets op de ladder van duurzame verstedelijking vergemakkelijkt kunnen worden.