Publiek-private tafel Schoolcontext Advies voor stuurgroep doorbraakproject
Datum: 16 september 2014
1
1. Inleiding Het vuur moet aangewakkerd! De samenleving ontwikkelt zich in razend tempo. De leefwereld van kinderen is in toenemende mate vervlochten met ict en technologie. Het onderwijs kan niet achter blijven. De vraag is niet óf scholen meegaan in de ontwikkeling, maar hóe ze dat doen. De urgentie is groot, de spagaat tussen samenleving en onderwijs groeit. De brede vorming van kinderen vergt uitdagend onderwijs met eigentijdse voorzieningen. De inzet van ict neemt niet alleen veel corveetaken weg (nakijken, administreren, in- en uitschrijven, overdracht, etc..), het maakt ook een ándere vorm en inhoud van leren mogelijk. Bijvoorbeeld op het terrein van samenwerking, creativiteit, ondernemerschap. De relevantie van het onderwijs staat op het spel, we zijn de fase van vrijblijvendheid voorbij. Deze boodschap mag elke betrokkene zich aantrekken, van een ieder wordt inzet verwacht, leidend tot duurzame onderwijsverbetering door professionele scholen. Achtergrond en opdracht Het streven van het doorbraakproject is het onderwijs te verbeteren met ict, zodat elk kind zich maximaal kan ontwikkelen. Uitgangspunt is dat ict scholen kan helpen om onderwijs op maat mogelijk te maken. Maatwerk leveren vergt veel van scholen: de school moet in staat zijn de verandering naar gepersonaliseerd leren vorm te geven. Schoolleiding en leraren moeten een gezamenlijke en gedragen visie hebben op gepersonaliseerd leren in de context van hun eigen school en moeten weten wat zij nodig hebben om dit te realiseren. Zij hebben het vermogen nodig de daarvoor benodigde stappen te zetten en middelen te verkrijgen. Het vergt ook dat leraren in staat zijn om te beoordelen wanneer ict meerwaarde heeft en beschikken over de benodigde ict-vaardigheden. Zij kunnen hun kennis en vaardigheden van de te differentiëren leerinhoud, didactiek, pedagogiek en ict in samenhang toepassen. We hebben een grote verscheidenheid aan scholen in Nederland, met ieder hun eigen niveau van fasering in ontwikkeling. Het past dus om een scala aan interventies en instrumenten aan te bieden waaruit scholen en besturen keuzes kunnen maken. Doorbraken moeten leiden tot een onomkeerbare, duurzame aanpak, gericht op verschillende rollen: de sectorraad, de bestuurder, de directeur, de leraar, de leerling en de ouder. Voor de inrichting van programma’s moet onomkeerbaarheid een zwaarwegend criterium zijn. Breder perspectief De tafel Schoolcontext heeft deze uitgangpunten besproken en onderschreven. Daarbij is, passend bij de naam van onze tafel, nadrukkelijk het bredere perspectief aan de orde geweest. Voor maatwerk is meer nodig dan alleen de invoering van ict. Een systeem waarin kinderen zich maximaal kunnen ontwikkelen moet in ieder geval variatiemogelijkheden bieden in inhoud, resultaat, proces en tijd. Met die mix kan aan het overgrote deel van de kinderen een succesvolle schoolloopbaan geboden worden, waarna ze als jongvolwassenen zelfstandig en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Inhoud: als je kinderen differentiatiemogelijkheden wilt bieden in alle ontwikkeldomeinen (dus alle kerndoelen en daarbuiten) zal een school een breed aanbod
2
moeten creëren en dat aanbod zodanig ordenen dat dit kinderen uitnodigt en aanspoort om leer- en onderzoeksvragen te ontdekken, te stellen en te beantwoorden. Resultaat: hierbij hoort de erkenning dat het gaat om de resultaten in alle ontwikkelingsdomeinen en dat er geen hiërarchisch onderscheid wordt gemaakt tussen de diverse domeinen. Daarnaast gaat het hier om de variatiemogelijkheid in het niveau van het resultaat. In het huidige po-systeem bijvoorbeeld, gaat het slechts om de resultaten van die 10 kerndoelen en om twee niveaus (Fundamenteel en Streefniveau). Nu is er slechts erkenning voor de meetbare delen van taal en rekenen. Leerproces: als we erkennen dat er grote verschillen zijn tussen kinderen op allerlei gebieden, dan zouden er dus variatiemogelijkheden moeten zijn in leerproces, inclusief leermiddelen. Het is riskant daarbij alleen naar digitale leermiddelen te kijken. Voor maatwerk is juist een optimale persoonlijke match nodig tussen kind - leermiddel leerstijl - leerinhoud - enzovoorts en dient een school dus een breed palet aan leermiddelen tot zijn beschikking te hebben én de vaardigheden en kennis om dit op een effectieve manier in te zetten. Leertijd: ervaring van voorlopers op dit gebied is dat differentiatie in tijd, in de meest uitgebreide invulling, een enorm krachtig middel is voor maatwerk. Hierbij kan het gaan om meer leertijd, maar ook om andere tijdstippen (ook in de zomer bijvoorbeeld). Doorbraken voor maatwerk en talentontwikkeling zijn vooral meer en flexibelere tijd, het brede aanbod en de rol van de leerling, leraar en ouder bij het samenstellen van het persoonlijke optimale curriculum. Ict kan hieraan uitstekend bijdragen. Onze aanbevelingen richten zich, zoals ons ook gevraagd is, op de doorbraak in personaliseren van het onderwijs met de inzet van ict, maar wij hechten eraan om deze bredere context te schetsen en in het achterhoofd te houden. Aan het eind van deze notitie wordt een mix geschetst, variërend van korte tot langdurige interventies en variërend van intensieve naar minder ingrijpende mogelijkheden. Wij pleiten ervoor om deze mix in zijn totaliteit te zien, om tegemoet te komen aan de grote verschillen tussen scholen. Iedere school zou met één of meer keuzes uit het programma, een versnelling in de eigen ontwikkeling naar maatwerk moeten kunnen bewerkstelligen. Schoolcontext: implementatie-vraagstuk Binnen het Doorbraakproject Onderwijs en ICT, worden vijf componenten onderscheiden die nodig zijn voor gepersonaliseerd onderwijs, alle tegemoetkomend aan de kernaspecten van onderwijs en onderling verbonden: 1. Schoolcontext 2. Digitaal (adaptief) leermateriaal 3. Inzicht en informatie 4. Roostering en planning 5. Infrastructuur en connectiviteit In voorliggend document wordt op de eerste component ingegaan. Waar het bij de andere thema’s vooral om de vraag draait wát er op de respectievelijke domeinen nodig is om gepersonaliseerd leren mogelijk te maken, is de uitdaging bij Schoolcontext veel meer een implementatievraagstuk: hóé. Voor scholen zijn belangrijke vragen: als we weten wat we willen, hoe moet het proces ernaartoe er dan uitzien? Wat vergt dit van ons als school en op welke ondersteuning willen wij daarvoor een beroep doen?
3
Een uitgangspunt binnen het doorbraakproject is dat scholen die meer gepersonaliseerd onderwijs met ict wíllen bieden, dat ook moeten kunnen. In de praktijk blijkt dat veel scholen in de stap van willen naar doen belemmeringen tegenkomen. Uit de marktconsultatie die eind 2013 is gehouden, komt ook dat beeld naar voren: veel docenten voelen zich handelingsverlegen bij het maken van de stap. Hun vragen worden niet altijd beantwoord. Voor schoolleiders en bestuurders wordt veel gerefereerd aan onvoldoende ervaring met het organiseren en aansturen van ict-implementaties. Er zou meer aandacht moeten zijn voor het faciliteren in brede zin. De tafel heeft zich ten doel gesteld om scholen te ondersteunen en faciliteren én ze te helpen de veranderkracht te ontwikkelen om de gewenste stappen te realiseren. Het moet gaan om een onomkeerbare, duurzame aanpak, zowel binnen scholen als op sectorniveau. Deze moet recht doen aan een enorme verscheidenheid van scholen en verschillende niveaus van fasering en vraagt dus om een gedifferentieerd aanbod. Het advies dat de Tafel Context hieronder uitbrengt bestaat uit drie onderdelen: - Aanbevelingen gericht op een te ontwikkelen analysekader, dat gebruikt kan worden door scholen om zich te positioneren, hun gewenste situatie in kaart te brengen en zichzelf verder te helpen. - Een advies over de implementatie-ondersteuning, met oog voor de verschillende rollen. - Enkele algemene aanbevelingen over de communicatie-strategie van het doorbraakproject
2. Analysekader en ontwikkellijnen -
-
Er is niet één overdraagbare aanpak. Scholen verschillen in ambitie, mogelijkheden en in uitgangssituatie. Het verdient aanbeveling een analysekader te ontwikkelen waarmee de school inzicht krijgt in welke situatie zij zich bevindt en op welke elementen zij zich verder wil ontwikkelen. Het analysekader bestaat uit verschillende ontwikkellijnen: onderwijs, veranderkracht, ict-inzet. Vervolgens bepalen scholen welke ondersteuningsmogelijkheden het beste passen (zie volgende paragraaf). Sluit bij de ontwikkeling van dit analysekader aan bij de voorgenomen vormgeving van learning labs en neem succesvolle elementen van bestaande aanpakken hierin mee (zoals bijvoorbeeld SAZ, Leerkracht, Leren verbeteren).
Uitgangspunten overdraagbare aanpak -
Er bestaan enkele essentiële en algemeen geldende randvoorwaarden, die in scholen ingevuld moeten zijn: o De visie op gepersonaliseerd onderwijs en de rol van ict daarin moet helder zijn en gedeeld worden binnen het team o De leraar staat centraal en is een onmisbare schakel in het vormgeven van gepersonaliseerd leren, los van het gehanteerde instrumentarium. Winst
4
o
o o
o
van de verandering (corveetaken nemen af door ict) zou hij moeten ervaren en er daarom ook (samen en in teams) in investeren. Het vormgeven van gepersonaliseerd leren met ict levert een positieve bijdrage aan de onderwijsresultaten van leerlingen, leraren en teams. Deze bijdrage is niet alleen meetbaar, maar wordt ook zo ervaren door betrokkenen. Faciliteiten moeten beschikbaar zijn en vlekkeloos werken: connectiviteit, toegang, werkende hardware, digitale leermiddelen, etc. Leiderschap is eveneens cruciaal. De schoolleider geeft ruimte aan leraren en teams. De schoolleider stimuleert, bewaakt de koers, en deelt de successen / uitkomsten. MAAR: legt geen stappenplan op. Bestuurders delen visie en aanpak en bewaken dat aan de minimum eisen voldaan wordt.
-
De samenleving ontwikkelt zich snel en ict maakt daar een steeds groter deel van uit. Het thema van schoolcontext betreft dan ook een veranderkundige vraag voor scholen. De uitdaging voor scholen is zichzelf zó in te richten dat zij kunnen (blijven) meeveranderen met de maatschappij.
-
Er bestaat geen universele overdraagbare aanpak. Er kan op verschillende manieren invulling gegeven worden aan gepersonaliseerde leersituaties. Er is geen aanpak voor gepersonaliseerd leren, die in elke context, voor elk leerdoel en voor alle leerlingen geschikt is. Ook voor scholen is verandering maatwerk. Wel kunnen scholen van elkaar leren en good (en bad) practices met elkaar delen.
-
Hét doel is dat alle scholen in 2017 ook in staat zijn om meer gepersonaliseerd onderwijs met behulp van ict te realiseren. Een analysekader helpt bestuurders en schoolleiders onderwijsteams bij het bepalen van de ontwikkelstappen die ze willen zetten.
-
Uitgangspunt van denken is ook hier maatwerk: scholen of zelfs leerjaren of vaksecties hebben hun eigen startpunt, hun eigen eindpunt en doorlopen hun eigen route. Het analysekader biedt een hulpmiddel voor het vinden van het eigen start- en eindpunt. Over de ondersteuning bij de route gaat de volgende paragraaf.
Maak een analysekader en ontwikkellijnen met de volgende contouren In de tafel zijn de mogelijk contouren van een analysekader geschetst. Deze zullen in het vervolg verder moeten worden uitgewerkt, in de praktijk beproefd en doorontwikkeld. Bij het streven naar meer gepersonaliseerd onderwijs is het volgens de tafel behulpzaam om te zien wat de huidige situatie van de instelling (of een onderdeel daarvan) is. Daarbij kan naar verschillende assen gekeken worden: 1. Onderwijs 2. De veranderkracht van de instelling 3. De inzet van ict Om een stap te zetten van de huidige situatie naar de volgende ontwikkelingsfase, zijn er verschillende ontwikkellijnen te benoemen, ook wel migratielijnen. Ad 1 Onderwijs
5
Met meer gepersonaliseerd leren kunnen leraren recht doen aan verschillen tussen leerlingen. Dat kan echter op vele manieren, van het aanbrengen van niveaugroepen tot 1-op-1 onderwijs. Dit kunnen verschillen zijn op het gebied van plaats, tijd, tempo, niveau, leerstijl, interesse en / of begeleidingsbehoefte. Leraren hebben te maken met verschillen tussen leerlingen, o.a. in metacognitieve vaardigheden. Per leerling moet een leraar kunnen bekijken hoe het leren het beste gestuurd kan worden. De as onderwijs betreft de wijze van inspelen op de verschillen tussen leerlingen. Met deze as wordt bedoeld dat de school in én-én denkt bij de vormgeving van het onderwijs en zelfsturend leren mogelijk maakt. Mogelijke indeling is:
Leraargestuurd leren
Zelfstandig leren
Zelfsturend leren
Ad 2 Veranderkracht instelling Veranderkracht van de instelling gaat om de wijze waarop alle betrokkenen in de school de verandering in hun werk te realiseren. Van bestuurder, schoolleider, leraar en leerling (en hun ouders) worden hierbij overigens verschillende zaken verwacht. Een mogelijke indeling is onderstaande, waarbij van links naar rechts de bestaande situatie steeds fundamenteler verandert: van vervangen naar herdefiniëren (of transformeren).
Vervangen
Vermeerderen
Aanpassen
Herdefiniëren
Ad 3 De inzet van ict Er bestaan, zoals gezegd, grote verschillen tussen scholen. Er zijn voorlopers op bepaalde gebieden, maar deze voorlopers kunnen volgers zijn op andere gebieden. De scholen die je voorlopers op ict-vlak kunt noemen, de innovators, willen ontdekken hoe ze moderne leermiddelen kunnen gebruiken. Deze scholen verkennen graag en ontdekken al doende wat werkt. Daarnaast is er een groep scholen, de early adopters, die wil vernieuwen en daarbij gretig leert van de ervaringen van andere scholen. En er is een grote groep scholen, de meerderheid, die wil veranderen, maar daarbij bewijs wil zien dat het werkt: eerst de effecten kennen. De inzet van ICT leidt op meerdere fronten tot winst. Zo neemt het allerlei ‘corvee’-taken weg, zoals nakijken en administreren. Maar de inzet van ict in het leren maakt ook andere vormen van leren makkelijker mogelijk en kan leiden tot andere leeruitkomsten. Bijvoorbeeld op het terrein van samenwerking, creativiteit, ondernemerschap. Een mogelijke indeling op deze ambitie is:
Infrastructuur voor digitaal leermateriaal & connectiviteit
Basisomgeving & verzameling leermateriaal
Geïntegreerde leeromgeving
6
Op elk van deze thema’s zijn verschillende keuzes te maken en verschillende formuleringen en modellen te hanteren. De beschrijving en de weergave hiervan luistert nauw. Het gaat niet om een verplaatsing op een lijn, van het ene uiterste naar een ander uiterste. Het gaat om verbreding, een uitbreiding van de mogelijkheden van de school op deze drie thema’s.
3. Advies mbt implementatie-ondersteuning -
-
-
Na het bepalen van eigen ambities en mogelijkheden, is de hoe-vraag aan de orde, de implementatie. Hierop kan behoefte zijn aan ondersteuning. Deze moet zodanig geformuleerd zijn dat vraag en aanbod elkaar goed kunnen vinden. Elke betrokkene heeft zijn eigen rol, van sectorraden tot de ouders. Het is essentieel dat ieder zijn eigen rol goed invult. Gezien de verscheidenheid aan scholen en hun ambities, heeft de doorbraak de meeste kans bij een breed aanbod aan ondersteuning. We noemen hieronder de ingrediënten die volgens ons de juiste mix kunnen verzorgen, variërend van een zelfscan met behulp van het analysekader (zie punt 3) tot aan het inrichten van voorbeeldscholen in een regelvrijezone Daarbij is het van belang dat het bestuur weliswaar het aangrijpingspunt is, maar er is ook voldoende ondersteuning voor schoolleider en leraar nodig. We brengen nadrukkelijk ook het belang van de lerarenopleidingen onder de aandacht. Deze moeten zoveel mogelijk betrokken worden in dit proces.
Nu de seinen op groen staan voor een doorbraak, maar deze tegelijkertijd nog in een pril stadium verkeert, is het zaak dat de raden komende paar jaar de regie vanuit hun sector op zich nemen. De Sectorraden brengen schoolbesturen in stelling en ondersteunen hen. Voor een doorbraak is de betrokkenheid en ondersteuning van OCW en EZ evenzeer cruciaal om tot afspraken te komen over zaken die een nutsfunctie hebben voor het onderwijs, zoals over de benodigde landelijke ict-infrastructuur. Sectorraden en beide ministeries richten de ondersteunende organisaties hierop. Hierbij gaat het bijv. om ontwikkeling en onderhoud van standaarden, toegang, privacy, prijsmodellen, etc. Standaardisatie op landelijk niveau geeft ruimte voor variatie op bestuurs- en schoolniveau.
Ook formuleren de raden namens de sector de collectieve behoeften en wensen en agenderen deze bij Rijk en marktpartijen. Zoals bijvoorbeeld wetgeving en belemmeringen daarin en het sectoraal leermiddelenbeleid. Raden, OCW en EZ vervullen hun rol in het bijeen brengen van vraag en aanbod en het ontsluiten daarvan. De activiteiten van de sectorraden en van OCW en EZ zullen onderling goed moeten worden gecoördineerd. Hierin dient blijvend te worden voorzien, door een aanjager met een nationale scope (gezaghebbend, aansprekend, onafhankelijk), die duurzaam aandacht genereert. Bestuurders vullen de randvoorwaarden voor gepersonaliseerd leren met ict in. Hierbij gaat het om investeringen / financieringsruimte en om school-overstijgende beslissingen. Belangrijke eigenschap van digitaal leermateriaal is dat het gebruik ervan (naast directe feed back) aanknopingspunten genereert voor analyses van de voortgang
7
van leerlingen én dat het administratieve handelingen vermindert. Daarmee raken primaire en secundaire proces in scholen steeds meer vervlochten. Bestuurders en schoolleiders moeten daarom grote betrokkenheid hebben bij de aanschaf van digitaal leermateriaal. Ook creëren zij ruimte voor scholen om hun visie en ambitie te realiseren. Schoolleiders hebben zowel een rol bij het initiëren van en leiding geven aan de verandering binnen de school, als aan het zorgen voor de randvoorwaarden. Ook bieden schoolleiders ruimte voor een open gesprek over ambities en aanpak. Een veilige cultuur, waarin alle betrokkenen durven uit te proberen en zich uit te spreken is misschien wel het grootste goed in de verandering. Leraren zijn de cruciale schakel. Zij zetten ambitie om in daden. Ze passen toe en proberen uit, ontwikkelen zich, samen met collega’s en schoolleiders. Zij zorgen dat ze in staat zijn recht te doen aan de verschillen tussen leerlingen, en passen daar hun professionele gedrag op aan. Leerlingen geven input en feed back. Zij schetsen vanuit hun positie hun beeld van de situatie en formuleren mogelijke wenselijke veranderingen. Er zijn veel goede voorbeelden van leerlingparticipatie op ict-gebied: leerlingen die in de uitvoering voorop lopen en hun docenten tot steun zijn. Ook ouders geven input en feed back. Zij uiten hun verwachtingen, schetsen de impact op hun kinderen en denken mee over de gewenste verandering en de stappen daarnaartoe. Lerarenopleidingen zijn een belangrijke schakel in het geheel. Zowel in de initiële opleidingen als in de bij- en nascholingsactiviteiten. Ook op dat niveau is een doorbraak nodig. Stel eisen aan opleidingen voor leraren: zij rusten leraren nu onvoldoende toe. Niet alleen de basisvaardigheden, maar juist de didactische vaardigheden op ict-inzet zijn van belang bij gepersonaliseerd leraren. Ook zij kunnen hun voordeel doen met bovenstaande aanbevelingen. Verdere suggesties voor nadere uitwerking: - Bekijk het vanuit Fullans drieslag: pedagogiek, technologie en veranderkunde - Personaliseren moet voor docenten een aparte competentie worden (ook in bij- en nascholing van belang) - Richt MOOC ontwikkelingen op didactisch ict-gebruik - Neem didactisch ict-gebruik op in gesprekscyclus op HRM gebied
8
Concrete adviezen m.b.t. ondersteuning Een doorbraak naar meer gepersonaliseerd leren met ict vergt op alle niveaus actie. Wij kiezen voor een mix aan ondersteuningsvormen die per rol en situatie kan variëren. Uitgangspunten hierbij zijn: - Omarm en steun de bestaande initiatieven en best practices. Organiseer een effectieve disseminatie om tot kennisdeling te komen en het wiel opnieuw uitvinden tegen te gaan. Combineer bottom-up en top-down. - Scholen kiezen zelf of en welke ondersteuning bij hen past, waarbij een mix uit alle vier de kwadranten mogelijk is. Het gaat niet alleen om wat er anders moet, maar ook met wie en hoe daar te komen. - Er wordt een gestructureerde aanpak gehanteerd, van analyse naar aanpak naar verandering. - Sluit aan bij de learning labs. Verbind early adopters aan pragmatische scholen en laat ze met elkaar ontwikkelen, onderzoeken en implementeren en van elkaar leren. Landelijk gefaciliteerd, vormgegeven door de partners in het doorbraakproject. - Bij de intensieve vormen van ondersteuning vormt peer-audit een vast onderdeel. Dit kan niet vrijblijvend zijn, zowel de peer als de veranderende school moet hierin professioneel handelen. We adviseren deze uitgangspunten mee te nemen in de vormgeving van de learning labs, in de volgende fase van het doorbraakproject. Dit zijn geen vrijblijvende experimenten, maar samenwerkingsverbanden van scholen die een duurzame beweging tot stand brengen. Stel daarbij minimumeisen o.g.v. leerling, leraar en schoolleiding betrokkenheid en dito leeropbrengsten én de termijn waarop, maar laat de weg ernaar toe over aan de scholen. Stel maatregelen in voor het niet halen van de minimumeisen.
We onderscheiden kortlopende en langdurige ondersteuning en intensieve en minder intensieve ondersteuningsvormen. Verschillende van de hieronder genoemde interventies kunnen bruikbaar zijn in één of meer andere kwadranten.
9
Kort en intensief: 1. Kennismakelaar a. Iemand die verbindt, koppelt, adviseert. Helpdesk-achtig. b. Doel: om snel een vraag te beantwoorden, probleem te verhelpen of actie mogelijk te maken. 2. A-teams: multidisciplinaire teams die scholen in gaan en hen binnen korte tijd voorzien van werkende infrastructuur, hardware en software, instructies hoe ermee om te gaan en advies over hoe beheer en onderhoud in te richten. (Total make-over) 3. Leningsfonds / garantstelling. Voor de besturen waar financiën een struikelblok vormen, een fonds creëren. NB hierbij goed nadenken over inrichting en criteria. O.a. over eigenaarschap devices – leg dit bij leerlingen en hun ouders Kort en extensief (of minder intensief) 1. Nodig leraren uit kleine wensen te formuleren. Alleen dat al brengt beweging die beklijft. Grassroots–achtig. 2. Beweging in de school creëren voor scholen die dat nog niet gewend zijn: Organiseer inspiratiedagen waaruit iedere deelnemer een next step kan formuleren en die stap ook faciliteren 3. Bekijk 3.0 oplossingen: serendipity-machine, ‘ask-an-owner’. 4. Zie i-scholengroep-aanpak: bootcamps voor leraren (in dit geval voor het maken van leermateriaal, maar kan natuurlijk ook voor andere onderwerpen), waarvan de producten openbaar beschikbaar komen. 5. Verbind docenten aan experts. Kan zowel op tool-gebied als op onderwijskundig gebied zijn. Zij komen met (beleids-) voorstellen voor de school. Richt dit niet op voorlopers, maar voor elke docent. 6. Maatwerk online o Helpdesk o Vraagbaak (ask an owner-achtig) o Hulp van leerlingen kan ook als online helpdesk.
Lang en intensief 1. Voorbeeldscholen in een regelvrije zone – besturen wijzen plekken aan waar, met ondersteuning van de Doorbraakprojecten nieuwe scholen kunnen starten die de uiterste vormen van gepersonaliseerd leren vanaf het begin kunnen invoeren. Voor deze scholen worden sommige regels en beperkingen opgerekt om voor een aantal jaren het succes aan te tonen. 2. Maatwerk online o Lerende netwerken o Inkooporganisatie o Zelfscan
10
o
Prijsmodellen en investeringsmodellen
3. Een aanpak waarbij houding en mindset van professionals in de scholen verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld stichting Leerkracht hanteert deze aanpak: directie en leraren zich committeren aan een gestructureerde aanpak, met als motto: elke dag samen een stukje beter. Kerninterventies zijn dat leraren samen lessen voorbereiden en bij elkaar in de les kijken. 4. Leren verbeteren aanpak (VO-raad) – in zes concrete stappen werkt men aan het verbeteren van leerlingbetrokkenheid, leeropbrengsten en onderwijsprocessen (in de praktijk zal de volgorde soms anders zijn, verbeteren is een continu proces): o situatie in kaart brengen o Bewustwording en erkenning: analyse en draagvlak breed in de school o Doelen en maatregelen formuleren in een samenhangend pakket o Aan de slag in de hele school o Voortgang en resultaten – bijsturen waar nodig. Onderdeel is externe audit o Kwaliteit op peil – de resultaten worden onderdeel van het schoolproces 5. Beproef de ondersteuning onder landelijke regie – sluit aan bij de voorgenomen learning labs, zoals voorgesteld door de tafel digitaal leermateriaal, waarin scholen ontwikkelen, onderzoeken en implementeren.
Lang en extensief 1. Organiseer ontmoeting tussen scholen, faciliteer lerende netwerken. Maar voorkom bevoogding. Leraren nemen hiertoe zelf initiatief, pakken de regie en wisselen met elkaar voorbeelden en ideeën uit. Vergroot zelfbewustzijn. Zie Leerkracht-aanpak. 2. Verbind voorlopers (pioniers) aan de rest, die meer met bewijs overtuigd wordt (pragmatici). Zowel leraren binnen scholen, als tussen scholen. De leerling biedt hulp aan leraren, en vervult tegelijk rol in visievorming. Kijk ook naar instrumenten en bronverzameling die door leerlingen zelf te benaderen zijn (Khan bijv.). Neem hierbij een voorbeeld aan hoe dit in het Hoger Onderwijs gebeurt door SURF. Daar werken vertegenwoordigers van instellingen samen in Special Interest Groups (SIG’s), die ze zelf rond een onderwerp kunnen initiëren. 3. Zorg dat er een inkooporganisatie is, als onderdeel van de ondersteuning. Die kan onderhandelen, en expertise heeft over wat wanneer wel of niet aan te schaffen. 4. Een normering voor basisvoorzieningen infra en connectiviteit, net als er is voor water, of verwarming. 5. Integreer ict in beoordelingskader Inspectie 6. Maak een overzicht van aanbieders op verschillende terreinen, waarin scholen kunnen zoeken naar passende dienstverleners. Met reputatiesysteem (iens-achtig) 7. Zet een bank op van onderzoek en expertise, inclusief FAQ en goede voorbeelden 8. Zet een studiegroep op die successen en leerpunten van nationale en internationale ervaringen en onderzoeksresultaten bundelt en beschikbaar stelt.
11
4. Enkele aanbevelingen t.b.v. communicatie-strategie Het belang van een goede communicatiestrategie onder landelijke regie is groot. Graag maakt de tafel daarom van de gelegenheid gebruik in dit advies ongevraagd enkele overwegingen mee te geven met betrekking tot de te hanteren communicatie-strategie. Geef deze vanuit doorbraakproject zorgvuldig vorm. Laat overall aanpak en communicatie aansluiten bij de ambities van het doorbraakproject. Daarmee bedoelen we op 3.0-achtige wijze, met ruimte voor initiatieven, met een wenkend perspectief. Sleutelwoorden: faciliteren, enthousiasmeren en stimuleren. Gericht op alle doelgroepen. Leidraad is het wenkend perspectief. Duurzaamheid staat voorop bij doorbraken. Deze mogen niet kortstondig zijn. Er is veel te leren van grote nationale of regionale initiatieven die voor de lange termijn bewegen moeten blijven verzorgen. Wij bevelen aan dat met een masterplan voor 4 tot 5 jaar op alle niveaus naar binding en commitment wordt gestreefd, met goed gekozen trekkers. De toon en de woorden zijn belangrijk, in de communicatie naar verschillende doelgroepen over het DBP moet je rekening houden met het woordgebruik. Dat is essentieel voor draagvlak. o De term gepersonaliseerd onderwijs vindt nog niet overal in het onderwijs weerklank. Gepersonaliseerd leren klinkt voor sommigen als geïndividualiseerd onderwijs. Dat is het niet. Wat het wel is, en beter aansluit: maatwerk bieden, recht doen aan verschillen, talenten ontwikkelen. In de sectorakkoorden wordt differentiatie gebruikt. Het advies van de tafel is de termen zorgvuldig te kiezen, passend bij de doelgroepen. We zijn ons er van bewust dat deze definities al in een andere groep gegeven zijn. Termen of labels krijgen nogal eens last van "uitholling" of misinterpretatie en worden dan gretig als excuus gebruikt om het niet te doen. Maak in de communicatie steeds helder dat de inhoud van de definitie belangrijker is dan de term zelf.
o o o o
o
Heb het niet over maturity models. Is betuttelend, alsof elke instelling altijd naar het hoogste punt moet ontwikkelen en anders onvolwassen zou zijn. Heb het niet over een overdraagbare aanpak – dat suggereert blauwdrukdenken. Laat een positieve grondtoon doorklinken. Niet: Nederland blijft achter, maar: we kunnen nog beter worden. Communiceer niet alleen de ict-boodschap, maar vooral de onderwijskundige doelen die er makkelijker mee bereikt kunnen worden. Ieder talent ontwikkelen, minder corvee. Hou rekening met verschillen in taal en terminologie tussen po en vo.
5. Tot slot Scholen lopen bij de stap naar meer gepersonaliseerd leren tegen knelpunten aan. Deze knelpunten zijn verschillend van aard. In de tafel schoolcontext is het gesprek gericht geweest op de implementatie en hoe daar handreikingen voor te doen. We realiseren ons dat we ons slechts met een stukje van de puzzel bezig hielden en dat dit nog
12
onvoldoende is om scholen concreet op weg te helpen. Er blijven nog vragen onbeantwoord. Daarnaast is het gesprek ook vaak gegaan over thema’s die bij andere tafels belegd zijn (toegang, leermateriaal, roostering, hardware, connectiviteit,…). Deze zaken heeft de tafel niet als behorend tot haar opdracht beschouwd, maar wel als zeer essentieel benoemd. We gaan er van uit dat de verschillende elementen uit deze notitie, samen met de opbrengsten van de andere tafels, de bouwstenen bieden waarmee de stuurgroep de volgende fase inhoud en vorm kan geven. Daarbij vragen we aandacht voor duidelijkheid over het vervolgproces en inhoud. Dringende oproep uit de tafel is om een tijdlijn te ontwikkelen waarop concrete acties benoemd staan. Acties die dicht tegen de schoolpraktijk staan en waarin voor alle betrokkenen een duidelijke rolomschrijving opgenomen is. De learning labs, zoals voorgesteld in de tafel digitaal leermateriaal, lijken zich goed te lenen voor de gewenste concrete acties. Er zijn omgevingen nodig waarin we ontwikkelen, onderzoeken en implementeren. Daarbij moet oog zijn voor de massa aan scholen die we willen bereiken om de doorbraak te realiseren. Met de kennis en aanpakken die in de learning labs worden ontwikkeld, moet de grote groep bereikt worden. Wat de tafel schoolcontext betreft wordt er vanuit de learning labs een opschalingsstrategie voor ontwikkeld.
13