Taal actief 3 taal groep 4-8 Met het digitaal registratiesysteem taal van Taal actief 3 kunt u de methodegebonden toetsgegevens van de kinderen vastleggen. Vervolgens kunt u in één oogopslag zien wie welke remediëringslessen en wie welke verrijkingslessen gaan doen. Daarnaast kan er per kind een cijfer per thema en een rapportcijfer worden berekend. Het cijfer kan omgezet worden in woordwaarderingen. Het systeem bestaat uit een serie Microsoft Excel-werkmappen. Per groep is er een werkmap. Elke werkmap is opgedeeld in 16 werkbladen (tabbladen). Er zijn 15 werkbladen voor het registreren van de scores op de thema- en parkeerweektoetsen en 1 blad voor het berekenen van eindresultaten en rapportcijfers. Om met het systeem te kunnen werken, moet u de beschikking hebben over Microsoft Excel 2000 of een nieuwere versie van dit programma.
INHOUDSOPGAVE 1.
OPSTARTEN DIGITALE REGISTRATIE
a. b.
Het registratiebestand van uw groep openen Invoer van de namen
2.
REGISTRATIE AFGENOMEN TAALTOETSEN
a. b. c.
Naar de juiste toets Thematoets Parkeerweektoets
3.
AFLEZEN INGEVULD REGISTRATIEBLAD
a. b. c. d
Betekenis van de kleuren Remediëring of verrijking Groepsgemiddelden Puntentoekenning
4.
WEGING TOETSEN
a. b. c.
Minimumcijfer Foutgrens Gewicht
5.
RAPPORTAGE
6.
3 3 3 4 4 4 4 6 6 6 7 7 7 7 7 7
Betekenis van de kleuren in het rapportblad
8 8
WOORDWAARDERING
9
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
2
1. OPSTARTEN DIGITALE REGISTRATIE a. Het registratiebestand van uw groep openen Open op de cd-rom de map ‘digitale registratie’. Open vervolgens het registratiebestand van uw groep. Automatisch start dan het programma Microsoft Excel. Vanuit Excel slaat u het geopende bestand op in de map ‘Mijn documenten’ of elders op de harde schijf.
b. Invoer van de namen Op het blad van toets 1 vult u in de kolom `naam leerling’ de namen van de kinderen in. Dit doet u ook als u deze toets niet afneemt. De namen worden automatisch en alleen vanuit deze lijst op de andere registratiebladen overgenomen. Tip: Als u later namen van kinderen wilt toevoegen, wijzigen of weghalen, dan doet u dit steeds op het werkblad van toets 1. LET OP: Alle velden waarin u toetsgegevens kunt invoeren, hebben een lichtgele kleur. Alle overige velden worden automatisch berekend en ingevuld. U kunt maximaal 35 kinderen in het overzicht opnemen. Heeft u meer dan 35 kinderen, dan moet u een tweede registratiesysteem openen, invullen en opslaan. Tip: U kunt de namenlijst van het vorig leerjaar naar het werkblad van toets 1 kopiëren, plakken en eventueel aanvullen / wijzigen in de witte kolom. Gebruik daarbij wel de functie ‘Plakken speciaal...’ en kies voor ‘Waarden’, anders worden mogelijk de oude opmaak en koppelingen meegenomen. Met de toets [scroll vast] kunt u gegevens die bij scrollen buiten het scherm zouden vallen, in beeld houden. De eerste drie kolommen blijven dan staan; de vierde en volgende kolommen schuiven dan tijdelijk onder de eerste drie kolommen. U maakt dan gebruik van de pijltjestoetsen rechts en links op uw toetsenbord of van de scroll bar onder op uw scherm. Met de scrolltoets op uw muis, met de pijltjestoetsen naar boven en naar beneden of met de pijltjes op uw scherm rechts van het schema kunt u gegevens onder het scherm in beeld brengen tot aan de kop van het schema (rij 6). Hiermee verdwijnen regel 7 en volgende als ware onder de rijen 1 t/m 6. Met de toets ‘scroll los’ heft u deze functie weer op. Als uw computer de macro’s van dit programma heeft uitgeschakeld, dient u deze in te schakelen om gebruik te kunnen maken van deze scroll-functie.
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
3
2. REGISTRATIE AFGENOMEN TAALTOETSEN a. Naar de juiste toets Via de tabbladen onder aan de pagina kunt u bij de groepen 4 t/m 8 naar de gewenste thematoets of parkeerweektoets (PW) gaan.
b. Thematoets 1.
Achter ‘datum’, in het gele veld bovenin, vult u de datum van afname in.
2.
De namen van de kinderen zijn al ingevuld.
3.
In de kolommen rechts van ‘totaal fouten’ noteert u per onderdeel het aantal fouten.
4.
De kolom ‘totaal fouten’ kunt u niet invullen; deze kolom wordt automatisch ingevuld als u de fouten per onderdeel invult.
5.
Het eindcijfer wordt berekend op basis van het aantal totaal fouten.
Tip: Door met de cursor in het rood omlijnde vak te staan, leest u de volledige omschrijving van het getoetste taalonderdeel. 6.
In de kolom ‘vervolglessen’ verschijnen automatisch de R- en de V-lessen in aansluiting op de foutscores per onderdeel. De vervolglessen staan in de volgorde van de onderdelen.
7.
In de kolom ‘cijfer’ verschijnt het waarderingscijfer voor de toets.
8.
De 'scores per onderdeel' in de blauwe kolommen worden automatisch ingevuld op grond van het aantal fouten in de foutenanalyse in de linker kolommen met onderdelen.
c.
Parkeerweektoets
1.
Achter ‘datum’ vult u de datum van afname in.
2.
U kunt de kolom ‘totaal fouten’ niet invullen. Deze kolom wordt automatisch ingevuld als u de fouten per onderdeel invult.
3.
In de kolommen met de omschrijving van de onderdelen vult u in de rijen van de kinderen het aantal fouten in dat zij in elk onderdeel gemaakt hebben. Dit is nodig om vast te stellen wie er na de toets in aanmerking komen voor remediëring.
4.
In de kolom ‘vervolglessen’ verschijnt automatisch de verwijzing naar de remediëringsles in Taalboek Extra, als er in het overeenkomstige taalonderdeel teveel fouten zijn gemaakt.
5.
In de kolom ‘cijfer’ verschijnt het waarderingscijfer voor de toets op grond van het totaal aantal fouten.
6.
De waarderingsscores per onderdeel worden in de blauwe kolommen automatisch ingevuld.
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
4
Afbeelding 1: groep 6, parkeerweektoets 1 Voorbeeld (zie afbeelding 1): het totaal aantal gemaakte fouten door Loes is 10, verspreid over drie van de vijf onderdelen. Tip Tel voor de berekening van het totaal aantal fouten elk verkeerd woord maar als één fout, ongeacht het aantal fouten per woord. Alleen dan correspondeert de gegevens met de foutgrens en de waarderingscijfers altijd op dezelfde manie. Een fout gespeld woord telt in principe niet mee, omdat het om taalproblemen gaat.
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
5
3. AFLEZEN INGEVULD REGISTRATIEBLAD Als u de gegevens van een dictee heeft ingevuld, kunt in één oogopslag zien: - welke kinderen de onderdelen wel of niet beheersen; - wie de normen wel gehaald hebben en wie niet; - wat het groepsgemiddelde is; - wie remediëring nodig heeft; - wat het eindresultaat in cijfer is.
a.
Betekenis van de kleuren
Er is verschil in de betekenis van gebruikte kleuren in de kolommen ‘onderdelen’ tussen de thematoetsen en parkeerweektoetsen taal. Thematoetsen taal Aan de hand van de thematoetsen taal gaat u na in hoeverre de leerlingen de themastof wat betreft taalbeschouwingsdoelen beheersen. Door de invoer van toetsgegevens in het digitale registratiesysteem wordt direct zichtbaar wie welke remediëringslessen en wie welke verrijkingslessen gaat doen. geel: oranje:
goede beheersing voldoende/onvoldoende
(aantal fouten gelijk of lager dan de foutgrens) (aantal fouten hoger dan de foutgrens)
De leerlingen die voldoende beheersing op een toetsonderdeel hebben behaald, krijgen remediëring. Dit zijn de leerlingen die wel een voldoende cijfer hebben behaald voor het toetsonderdeel, maar de foutgrens van 10% overschrijden. Dit houdt in dat zij in principe het leerdoel begrijpen en dat alleen herhaling van de oefenstof nodig is om minimaal voldoende beheersniveau te behouden. Zij krijgen toelichting op de R-opdracht in het taalboek extra zonder instructie van het leerdoel. De kinderen die een toetsonderdeel onvoldoende beheersen en dus de foutgrens van 20% overschrijden, krijgen remediëring in de vorm van instructie uit de handleiding en oefening in het taalboek extra. Parkeerweektoetsen Taal Aan de hand van de parkeerweektoetsen taal gaat u na in hoeverre de leerlingen de themastof wat betreft aangeboden taalbeschouwingsdoelen van twee thema’s beheersen. Door de invoer van toetsgegevens in het digitale registratiesysteem wordt voor u direct zichtbaar wie welke R-les gaat herhalen en welke leerlingen in aanmerking komen voor andere opdrachten. Bij de parkeerweektoetsen onderscheiden we dus maar twee groepen. geel: oranje:
goede/ voldoende beheersing onvoldoende beheersing
(80-100% goed) (minder dan 80% goed) Herhaling R-les
De leerlingen die een toetsonderdeel onvoldoende beheersen, krijgen remediëring in de vorm van instructie uit de handleiding (behorend bij de R-les) en maken (herhalen) onder begeleiding van de leerkracht de R-les uit het taalboek extra (mondeling dan wel schriftelijk). De leerlingen die voldoende tot goede beheersing op een toetsonderdeel hebben behaald, kunnen aan de slag met bijvoorbeeld de toepassingsopdrachten uit het werkboek taal.
b. Remediëring of Verrijking Om te weten welke remediëring of verrijking u moet aanbieden, kijkt u naar de afkortingen in de kolommen ‘onderdelen’ en naar de kleuren van de berekende waarderingen in de kolom ‘cijfer’. Als u het aantal fouten per onderdeel heeft ingevuld, worden in de kolom ‘vervolglessen’ automatisch de codes weergegeven van de bijbehorende R- of V-lessen.
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
6
c.
Groepsgemiddelden
Onder aan het overzicht staat het gemiddelde van de cijfers die behaald zijn voor de toets als geheel en voor elk taalonderdeel. Het gaat van links naar rechts om de volgende gemiddelden van de ingevulde rijen en kolommen: - aantal fouten op de toets - aantal fouten per toetsonderdeel - cijferwaardering voor de toets - cijferwaarderingen per toetsonderdeel U kunt met deze gegevens globaal beoordelen hoe goed de groep de toets in zijn geheel en op de onderscheiden taalonderdelen heeft gemaakt. Per kolom kunt u zien of een taalonderdeel onvoldoende beheerst wordt. Op grond hiervan kunt u beslissen of u klassikaal of aan een bepaalde groep kinderen dit onderdeel aanbiedt. De cijfers in de kolommen van de taalonderdelen geven het gemiddelde aantal fouten per onderdeel aan. Streven is dat minimaal 80% van de kinderen voldoende scoort op elk taalonderdeel. Wanneer de groep op of boven deze norm zit, wordt dit bij de parallelweektoets onder de gemiddelde cijfers aangegeven met de letters ‘OK’. Als de groep onder deze norm zit, wordt de afkorting van het taalonderdeel in oranje vermeld die extra aandacht behoeft.
d. Puntentoekenning Berekening Het eindcijfer voor de taaltoets wordt bepaald op basis van de gemiddelde scores per taalonderdeel. De waarderingen per taalonderdeel zijn gelijk aan normen zoals die in de handleiding bij elke toets zijn beschreven. Het eindcijfer wordt tot 1 cijfer achter de komma berekend.
4. WEGING TOETSEN a. Minimumcijfer Als minimum wordt in de registratie het cijfer 1 voorgesteld, in verband met een goede weergave van de vorderingen in het leerproces. Dit cijfer wordt niet gecommuniceerd naar het kind. Het uiteindelijke rapportcijfer wordt berekend op basis van de eindcijfers per toets. Bij dit cijfer wordt standaard een minimum van 4 aangegeven (zie hoofdstuk 5 over rapportage).
b. Foutgrens In deze tabel is standaard 80% ingevoerd, omdat deze norm in de hele methode gehanteerd wordt als grens tussen voldoende en onvoldoende. Deze norm geeft een betrouwbare voorspelling van de taalvaardigheid van de getoetste leerstof. Soms wordt van deze norm afgeweken als een hogere vaardigheid is vereist, bijvoorbeeld bij alfabetiseren.
c.
Gewicht
De onderscheiden taalonderdelen in de toetsen tellen even zwaar mee in het bepalen van het eindcijfer per toets.
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
7
5. RAPPORTAGE Er is een rapportblad waarop vijf blokken per leerjaar staan weergegeven. Een blok omvat twee thematoetsen en een parkeerweektoets. Elk blok heeft betrekking op een onderwijsperiode van negen weken. Op dit blad is een keuze uit alle thema- en parkeerweektoetsen mogelijk. De thematoetsen staan in geel en de parkeerweektoetsen zijn groen gekleurd. In de bovenste rij staan de thematoetsen met de nummers 1 t/m 10 aangegeven en de parkeerweektoetsen met PW1 t/m PW5. In de rij ‘rapportage’ geeft u met Romeinse cijfers aan met welke toetsen u het rapportcijfer wilt samenstellen. Als u bijvoorbeeld voor rapport I de toetsen 1, 2 en PW1 mee wil tellen, zet u in de cellen onder de drie betreffende toetsnummers het Romeinse cijfer I. Als u de uitslag van een toets niet wilt meetellen in het rapportcijfer, vult u geen Romeins cijfer in bij de toets (of verwijdert u het als het al ingevuld was). In het blauwe gedeelte rechts in het schema staan vijf kommen met rapportages. Elke kolom wordt aangeduid met een Romeinse cijfer. Er kunnen vijf rapportcijfers per leerjaar gegenereerd worden, maar u kunt ook volstaan met bijvoorbeeld twee of drie rapportcijfers per jaar. Boven de vijf kolommen kunt noteren op welke datum u de rapportcijfers overneemt voor uw rapportbeoordeling. De rapportcijfers zijn het gemiddelde van de door u geselecteerde toetsen met Romeinse cijfers in de tweede rij. De rapportcijfers worden afgerond tot een cijfer achter de komma. Voor elk rapport begint de telling over de door u aangegeven onderwijsperiode opnieuw. De cijfers worden automatisch overgenomen na invulling van de thema- en parkeerweektoetsen. U kunt zelfs een toets die u eerder mee heeft laten tellen, opnieuw mee laten tellen voor een ander rapport. Een voorbeeld: als u toets 3 mee laat tellen voor rapport I, zet u een I in de betreffende cel. Als u later toets 3 ook weer mee wil laten tellen voor rapport II, dan verandert u de I in de betreffende cel in een II. LET OP: als u de I overschrijft met de II, veranderen meteen de oorspronkelijke cijfers van rapport I. Daarom moet u in die gevallen altijd voordat u overschrijft de oorspronkelijke rapportcijfers veilig stellen (opslaan, printen).
Betekenis van de kleuren in het rapportblad In de rapportcijfers worden de resultaten met kleuren onderscheiden:
Donkergroen: goede beheersing, Blauw: voldoende beheersing, Oranje: onvoldoende beheersing,
rapportcijfer is 8 of hoger rapportcijfer is 6 of hoger rapportcijfer is lager dan 6
LET OP: De berekende rapportcijfers met onvoldoende beheersing in dit schema zijn niet automatisch de waarderingen op het rapport. Doorgaans wordt geen cijfer gegeven lager dan 4.
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
8
6 WOORDWAARDERING Als u geen rapportcijfers geeft, maar waarderingen in woord, kunt u onderstaande normentabel gebruiken om cijfers om te zetten naar waarderingen in woord. Naargelang de afspraken binnen het team, kan er worden gewerkt met diverse schalen. Cijfer Schaal 3: g v o
Taal actief leerkracht cd-rom – Gebruikersinstructie digitale registratiesysteem © Malmberg – ’s-Hertogenbosch
9