Actief met Taal Ontmoeten Oefenen Durven
Actief met Taal
Augustus 2012
Een taalproject dat aanspreekt… Februari 2010 startten we met het project Actief met Taal. Het project was mogelijk dankzij een financiële bijdrage van het Oranje Fonds in het kader van haar Stimuleringsprogramma Taalontmoetingen. We startten vanuit het niets. In het projectplan beloofden we om 150 allochtonen een taalaanbod te doen en hen verder te helpen bij hun participatie in de samenleving. Nu, twee en een half jaar later, hebben we meer dan 302 mensen bediend met ons taalaanbod. Op de wachtlijst staan nog 66 mensen. In augustus/ september doen we 56 een aanbod. Zo zullen we de projectperiode afronden met 358 deelnemers. In deze notitie maken we de stand van zaken op. Wat hebben we bereikt? Wat is onze werkwijze? Wie is onze doelgroep? Eind van het jaar stopt de financiering door het Oranjefonds. De gemeente Eindhoven ondertekende met het Oranje Fonds een verklaring waarin het beloofde om “afhankelijk van de mate van succes en de gebleken noodzaak tot voortzetting (..) ons in te spannen om voortzetting van het project mogelijk te maken” i Wij denken dat wij voor de stad iets moois, zinvols en succesvols hebben ontwikkeld. In het najaar zullen hierover nadere beslissingen worden genomen. Het zou zonde zijn om hetgeen nu, met veel moeite en inzet, is opgebouwd, geen voortgang zou krijgen. Samen met partners in de stad, met onze vrijwilligers en met de gemeente zoeken we naar wegen om voortzetting van het werk mogelijk te maken. Immers, als zoveel mensen een vraag, een behoefte, hebben om (Nederlands) te leren en om vooruit te komen, willen we proberen om daar een meer duurzaam aanbod van te maken. Aan de gemeente vragen we een financiële bijdrage voor de komende jaren. In ieder geval zijn we het Oranje Fonds heel erkentelijk dat ze dit project financieel hebben mogelijk gemaakt. Samen met onze vrijwilligers en de samenwerkingspartners in de stad, hebben we het project gemaakt tot wat het is, met een werkwijze die werkt. Marianne van Wezel & Sushma van Dalfsen
1
“Eindhoven wil een gastvrije stad zijn (…). Zij verwacht een open en actieve opstelling van nieuwe en huidige bewoners en ziet het als belangrijke opgave om de komende jaren op alle beleidsterreinen verder te werken aan de bevordering van integratie en participatie (…) Daarnaast stimuleert de gemeente actief het vrijwilligerswerk in de stad om zo de betrokkenheid van allochtone en autochtone burgers bij elkaar en bij hun stad te vergroten. Tenslotte vinden wij het van belang dat met het project taalontmoetingen nauw wordt aangesloten bij activiteiten die al op wijk- en buurtniveau plaatsvinden. De gemeente spreekt derhalve de intentie uit om afhankelijk van de mate van succes en de gebleken noodzaak tot voortzetting (…) ons in te spannen om voortzetting van het project mogelijk te maken (Gemeente Eindhoven, brief dd. 16 december 2009).
ACTIEF MET TAAL Actief met Taal biedt een taalaanbod aan “Eindhovenaren van buitenlandse afkomst die hun Nederlands willen verbeteren, die in een relatief isolement verkeren en die niet in een inburgeringstraject zitten”. Onze ambitie was om de doelgroep te bedienen met een adequaat aanbod en om een werkwijze op te bouwen waardoor het aanbod gemakkelijk zou kunnen worden ingebed in de sociale- en educatieve infrastructuur in de stad en in de wijken zou kunnen worden voortgezet. Hieronder maken we de stand van zaken op. Wij doen dit om onze samenwerkingspartners te informeren en om inzicht te geven in ons project. We gaan in op onze methode, de deelnemers/ cursisten, de wijken waarin we actief zijn, de verwijzingen, de doorstroom en de potentie van de doelgroep.
De Actief met Taal - methode De meest projecten in het kader van de Taalontmoetingen van het Oranjefonds hebben als werkwijze de ‘taalmaatjes’. Hierbij vinden één op één ontmoetingen en gesprekken plaats bij mensen thuis. Uitgangspunten Wij kozen voor een eigen werkwijze. Wij zochten naar een werkwijze:
waarbij het doel van het project, te weten ‘het bevorderen van participatie’ ook in de werkwijze tot uitdrukking zou kunnen komen waarbij het actief ontmoeten, naar buiten gaan en het zetten van stappen vanzelfsprekend onderdeel is van de werkwijze waarbij we uitgaan van de behoefte, wensen en interesse van de cursisten waarbij mensen met verschillend niveau (wat betreft het niveau van Nederlands als van ontwikkelingsniveau) en verschillende interesses, terecht zouden kunnen waarbij we een programmatisch aanbod zouden hebben waarbij we wijkgericht zouden werken waarbij we zouden streven en zoeken naar vervolgstappen waarbij we gebruik zouden maken van de betrokkenheid en expertise van vrijwilligers waarbij we zouden samenwerken met de relevante instellingen in de wijk en stad.
Kenmerken Zo kwamen we tot de volgende kenmerken van onze werkwijze:
groepsgewijs aanbod: laagdrempelig en kleinschalig (tussen de 3 en 8 deelnemers) aanbod op niveau aanbod op maat : iedere groep is anders cursussen van twintig tot veertig bijeenkomsten, met mogelijkheid tot doorstroom naar vervolgcursus aanbod in locaties in de wijken: woningcorporaties, van welzijn, basisscholen, gemeente, particuliere instellingen
adequate begeleiding en ondersteuning van de vrijwilligers expertise beschikbaar met betrekking tot materialen, leermethodes en educatieve werkvormen toewerken naar een aanbod dat een onderdeel kan zijn van de sociale en educatieve infrastructuur in de wijken en stad.
Rode draden De rode draden van onze methodiek zijn:
ontmoeten oefenen durven
Door de groepsgewijze aanpak ontmoeten deelnemers niet alleen een vrijwillige taalcoach. Door de ontmoeting met andere deelnemers, binnen een cursorische aanpak, ontstaat extra energie, motivatie en zelfdiscipline. Binnen de groep is er volop gelegenheid tot oefenen. En, een taal leren en eigen maken is vooral oefenen, oefenen en oefenen. Soms kennen mensen al enig, of zelfs redelijk, Nederlands. Maar, omdat ze verlegen zijn, of niet durven, komen ze niet verder. In onze werkwijze is veel aandacht voor het durven: gewoon dóen.
Onderscheid van ander taalaanbod We onderscheiden ons daarmee van ander taalaanbod door:
aanbod op niveau en op maat: verschillende niveau’s zijn mogelijk en gaat uit van interesses en leerbehoefte rode draden: ontmoeten, oefenen, durven groepsgewijs aanbod: dit maakt ontmoeten en oefenen mogelijk en is effectief programmatisch aanbod: iedere groep heeft een eigen programma, met eigen leerdoelen vrijwilligers hebben voorkeur voor kleine groepen boven individueel contact taal is niet het doel, maar de sleutel: aanbod is gericht op participatie en doorstroom inzet deelnemers als vrijwilliger: deelnemers worden uitgenodigd zich in te zetten als taalcoach (voor groepen op lager niveau) én vrijwilligers/ allochtone taalcoaches worden uitgenodigd deel te nemen aan taalcursus.
De dagelijkse gang van zaken Hoe gaat dat dan in zijn werk? Mensen melden zich bij ons aan. In de praktijk komt de helft van de deelnemers op eigen initiatief en de helft komt na verwijzing door een instelling (zie ook hieronder). Als de wachtlijst weer oploopt, maken we groepen op niveau en in de wijk. We matchen zo’n groep met een taalcoach waarvan wij denken dat hij of zij goed past. Wij regelen en organiseren de bijeenkomsten in een locatie in de wijk. De eerste bijeenkomst zijn wij vanuit de projectleiding aanwezig. Deze bijeenkomst dient om kennis te maken, het niveau nader in te schatten, de wensen en interesses op te nemen en om een globaal programma vast te stellen. Vervolgens stellen we samen met de taalcoach het programma vast. De taalcoach heeft daarbij een heel eigen inbreng. Het geheel moet passen. De groep gaat dan aan het werk. De taalcoach kan altijd terugvallen op de projectleiding voor ondersteuning, materialen of wat dan ook. Op het eind van de cursus evalueren de deelnemers, de taalcoach en de projectleiding de cursus, worden nieuwe wensen opgenomen en worden vervolgstappen verkend. Bij het zetten van vervolgstappen is ondersteuning aanwezig. De taalcoaches komen maandelijks bij elkaar. Inmiddels is een hecht en trouw team ontstaan. De maandelijkse bijeenkomsten zijn een combinatie van deskundigheidsbevordering en onderlinge uitwisseling. De vrijwilligers/ taalcoaches hebben een eigen inbreng. Het project is uitgegroeid tot een geheel van vrijwilligers en projectleiding.
Terugblik op de methode
De methode is inmiddels goed uitgewerkt en verfijnd. Het vereist steeds enig geregel en puzzelwerk. We zijn goed in staat om groepen samen te stellen, matches te maken, programma’s vast te stellen, de voortgang te bewaken en deelnemers zo optimaal mogelijk toe te rusten, (zelf)vertrouwen te geven en vooruit te gaan. Het is voor ons als projectleiding erg inspirerend en motiverend om te zien hoe tevreden mensen zijn met de mogelijkheid hun Nederlands te verbeteren, in contact te zijn met anderen en de gelegenheid hebben zich verder te ontwikkelen. Het geheel biedt veel positieve energie: vrijwilligers die bereid zijn allochtone medestadsbewoners bij te staan, deelnemers, die gemotiveerd en dankbaar zijn dat er mensen zijn die hen mee vooruit willen helpen, deelnemers die heel praktisch en dagelijks bezig zijn om zichzelf te verbeteren. Ook instellingen zijn blij als zij mensen kunnen doorverwijzen. Veel instellingen lopen ertegenaan dat hun cliënten of klanten niet verder komen vanwege hun gebrekkige Nederlands. Voor hen is het een uitkomst als zij kunnen verwijzen naar zo’n kleinschalig en laagdrempelig aanbod. Tot slot, als wij op
onze beurt weer kunnen verwijzen naar vervolgopleidingen, vrijwilligerswerk of zelf met behulp van ex-deelnemers in de wijk kleine activiteiten opzetten, biedt ook dat weer tevredenheid.
De cursisten Onze doelgroep is “Eindhovenaren van buitenlandse afkomst die hun Nederlands willen verbeteren en die in een relatief isolement zitten, en die niet in een inburgeringstraject zitten”. Dit is een brede doelgroep. Aanvankelijk wisten wij niet wie op ons project zou afkomen. Immers, het aanbod is op basis van vrijwilligheid. Cursisten doen mee op basis van hun eigen motivatie en zelfdiscipline. Om te voorkomen dat we in een beperkte en relatief gemakkelijke vijver zouden vissen, zetten we onze werving breed op: via de media en via alle mogelijke vindplaatsen, zoals de buurthuizen/ welzijn, de woningcorporaties, gemeentelijke organisaties, migrantenorganisaties, maatschappelijk werk, bibliotheek, basisscholen.
Wie is de doelgroep nu in de praktijk? Wie zijn geïnteresseerd in ons aanbod? Wie zijn deze “Eindhovenaren van buitenlandse afkomst”, die in zichzelf willen investeren en willen leren? In de praktijk zijn dat mensen van verschillende afkomst, meest vrouwen maar ook mannen, verschillende niveaus, wat betreft Nederlands en denk- en leerniveau, van analfabeet tot universitair opgeleid. Van cursisten namen we een intakevragenlijst af. Van de 302 cursisten zijn 275 vragenlijsten verwerkt. Op basis van deze lijsten kunnen wij onderstaand beeld scheppen.
Afkomst Cursisten komen uit 45 landen. Turkije en Marokko zijn beide met 28 % van de deelnemers de grootste herkomstlanden. Daarnaast komen de cursisten uit: Afghanistan, Angola, Bangladesh, Brazilië, Bulgarije, China, Colombia, Congo, Curacao, Dominicaanse Republiek, Egypte, Engeland, Eritrea, Ethiopië, Filippijnen, Frankrijk, Griekenland, Hong Kong, India, Indonesië, Irak, Iran, Ivoorkust, Japan, Jordanië, Kosovo, Kuweit, Liberia, Libië, Nederland, Nepal, Nieuw-Zeeland, Oekraine, Oezbekistan, Polen, Rwanda, Sierra Leone, Soedan, Somalië, Sri Lanka, Suriname, Thailand, Venezuela.
Geslacht De meeste deelnemers zijn vrouwen. Vrouwen zijn gemakkelijker te bereiken en hebben vaker tijd overdag om taalles te volgen. Het was onze uitdrukkelijke bedoeling om ook mannen te bereiken. Eenvijfde van de deelnemers was een man.
Geslacht
19%
Man Vrouw
81%
Onderwijsniveau Onze criteria waren de motivatie het Nederlands te willen verbeteren en een relatief isolement. We wilden dat niet beperken dat mensen met een lage opleiding. Juist ook mensen met een hoger opleidings- en ontwikkelingsniveau zitten in een isolement en willen graag vooruitkomen. Het doet ons deugd dat we mensen met alle onderwijsniveaus hebben weten te bereiken.
Opleiding
3%
Geen enkele Lager onderwijs
11% 34%
Voortgezet onderwijs Middelbare of hoger (beroeps) onderwijs Universiteit
25%
8%
19%
Andere opleiding
Reden migratie De belangrijkste reden tot migratie was een huwelijk. Met name veel vrouwen (alsook mannen) kwamen hier vanwege hun huwelijk, volgden, al dan niet, een inburgeringsprogramma, en raakten vervolgens in een ‘relatief isolement’. Een tweede belangrijke reden was de vlucht. Veel vluchtelingen hebben (nog) niet een weg gevonden in de samenleving en verkeren in een isolement. Overige reden betreffen met name arbeid.
Reden aankomst Nederland 16%
1%
Trouwen Veiligheid niet opgegeven
21% 62%
Anders
Eerder cursus Nederlands gevolgd De meeste deelnemers hadden eerder al eens een taalcursus gevolgd. Voor de meesten ws dat bij het ROC. Anderen hadden ooit bij een buurthuis taalles gevolgd. Een kleine eenderde had nooit eerder taalles.
Eerder taalles gevolgd 29% Ja Nee 71%
Wat opvalt: -
De meeste deelnemers zijn vrouw. Dit heeft er mee te maken dat mannen vaker werken en – overdag – geen tijd hebben. Toch is er ook onder mannen behoefte aan taal ondersteuning,
-
-
-
-
om op hun werk beter te kunnen functioneren en om in hun dagelijks functioneren zelfstandig te kunnen zijn. Deelnemers komen vanuit de hele wereld. Nog steeds zijn er ‘oudkomers’ die nooit onderwijs hadden. Zij zijn heel trouw en hebben behoefte aan laagdrempelig en vertrouwde omgeving en eenvoudige activiteiten op wijkniveau. Er zijn veel mensen die ergens in het verleden een cursus deden, maar sindsdien niet of nauwelijks meer oefenden. Bij hen is veel behoefte aan contact en behoefte ergens aan mee te doen. Maar, voor een groot deel zijn zij ook beperkt in het nemen van eigen initiatief. Het actief deelnemen Is daarmee afhankelijk van een laagdrempelige en vertrouwde omgeving. Onder deze groep is een grote potentie voor deelname aan allerlei activiteiten en voor een deel is er potentie voor eenvoudig vrijwilligerswerk. Een aanzienlijk deel van de deelnemers heeft veel meer in de mars dan er uit komt. Vanwege onvoldoende Nederlands en nauwelijks contact zitten ze isolement. Hier zit potentie voor verdere beroepsopleiding, werk en meer hoogwaardig vrijwilligerswerk. Veel mannen zitten in een isolement. Hier is potentie voor taalaanbod én vrijwillige inzet. Soieso is het opvallend dat veel mensen geen of nauwelijks contact hebben met Nederlandssprekende mensen.
De vrijwilligers en stagiaires Actief met Taal zou niet mogelijk zijn zonder de vrijwilligers. De taalgroepen worden gegeven door zo’n 45 vrijwilligers uit de stad. Een deel van de vrijwilligers waren ook deelnemers. Deelnemers op een hoog niveau nodigden we uit om vrijwillige taalcoach te zijn voor deelnemers op een laag niveau. Daarnaast werkten er stagiaires bij ons (MBO en HBO).
In de Wijken Zoals hierboven aangegeven, wilden wij ons aanbod laagdrempelig, kleinschalig en dicht bij de doelgroep aanbieden. Vandaar dat we in de wijken een netwerk van locaties opbouwden . In het overzicht hieronder geven we aan in welke wijken en locaties er taalgroepen waren/ zijn , welke niveaus deze groepen hebben en met wie we daarbij samenwerken.
Overzicht februari 2010 - juni 2012 Wijken
1
Aantal deelnemers 22
2
25
Woensel West-Erp- 4 Groenewoud
1,2
3
17
1,2
4
25
Strijp-Oud Strijp- 3 Schouwbroek Tongelre Oude 4 Tongelre-‘t Hofke
5
26
0,2,3
6
38
Tongelre- De Laak- 5 Lakerlopen Gestel-Oud Gestel- 6 Bennekel
7
11
1
8
28
9
28
Stratum-Putten1 Kruidenbuurt Tongelre –Oud 5 Tongelre-Doornakkers Oost Woensel Noord- 4 Ontginning-Jagershoef
Woensel Zuid- Erp- 6 Mensfort Stratum - Putten- Tivoli 1 Strijp-Oud-Strip-Glaslaan 1
0, 1,2,3
10 51 11 14 12 13 4
14 6 15 8 Totaal cursisten
Woensel ZuidRapenland
Aantal groepen Erp- 3
Woensel NoordDommelbeemdVaartbroek Woensel Zuid- Oud Woensel-Hemelrijken Gestel-Oud-GestelBlaarthem 303 Totaal 15 wijken
Niveau
In samenwerking met
0,2,3
Steunpunt De Raap, Welzijn Eindhoven, wijk coördinator, wijk overleg team De Tulp, GGZE, wijkcentrum WoenselWest, Welzijn Eindhoven St. Eenheid Jeugdcentrum
0,1,2
1,2,3
0,1,2
1,2
Stadsdeel coördinator, ’t Oude Raadhuis,Welzijn Eindhoven St. Broeinest, Buurthuis De Ronde, SNV Wijkgebouw De Dommel, Welzijn Eindhoven, Ster College ROC, Bennekel Actief Wijkgebouw ’t Akkertje, Welzijn Eindhoven De Toeloop, Doornakkers Actief, ONO’ers
1
1-2
Basisschool De Korenaar, Ster College ROC, VTA Jagershoef, St. KVE, Welzijn Eindhoven Wijkcentrum De Werff, Ster College ROC, St. El Islaah Woonbedrijf Vervolgcursus Actief met Taal naar werk Basisschool Louis Beulens
1
2
Domein, Welzijn Eindhoven
2
1,2
Domein
1-2 3+
Totaal 47 Van Totaal 35 vrijwilligers groepen niv. 0-3
Augustus/ september bieden we 56 cursisten in 9 groepen een aanbod. Van 6 staan de wijken en locaties al vast. Dat zijn: 2 groepen in Hemelrijken, 2 in Doornakkers, 1 in Rapenland, 1 in Vaartbroek. Drie groepen zullen ’s avonds en in het weekend plaatsvinden. Hier gaat het om werkende mensen.
Instroom en verwijzing Ruim de helft van de cursisten komen binnen door verwijzing en samenwerking. Een kleine helft komt op eigen initiatief (of hun sociale omgeving). Hieronder vindt u verwijsinstanties. Verwijzingen t/m juli 2012 (inclusief de nieuwe groepen in augustus/ september)
1
Door Re-integratiebureaus (Job Creator, Fontys Actief)
Aantal 15
2
Gemeente (Sociale Zaken, wijkcoördinatoren)
9
3
Welzijn Eindhoven
99
4
GGD+GGZE
20
5
Neos/Labre-huis/Novadic
9
6
Vluchtelingenwerk / Humanitas/Voorlees Express
12
7
Woonbedrijf / Trudo/Domein
26
8
Basisscholen(De Korenaar en Louis Beulens)
12
9
Diverse organisaties
8
Totaal
210
GROEI EN VOORUITGANG Cursisten die hun cursus in 2011 afsloten hebben we geëvalueerd. Het ging hier om een steekproef van 100 cursisten. Wij waren benieuwd naar hun groei, hun vooruitgang gedurende de cursus. De vooruitgang die we hier vaststelden hebben we geplaatst op de participatieladder. We hebben hier de participatieladder gebruikt zoals de gemeente deze hanteert. Daarbinnen hebben we enige verfijning aangebracht. Deze verfijning is gebaseerd op hetgeen de cursisten zelf aangaven. Trede Participatieladder 1 Geïsoleerd
Trede 1
Actief met Taal ladder Sociaal isolement
2
2a 2b 2c
-Contacten buiten deur -Zelfvertrouwen en initiatief -Zelfredzaam binnen sociale en zakelijke instellingen
Sociale contacten buiten de deur
3
Deelname activiteiten
aan
georganiseerde 3
Deelname activiteiten
4
Onbetaalde werk
4
Begeleiding bij vinden van vrijwilligerswerk, opleiding, baan
5
Betaalde werk met ondersteuning
5
Vrijwilligerswerk of werkervaringstages
6
Betaalde werk
6
Betaalde baan
De trend die we daar vaststelden, gold ook voor de latere cursisten. Met behulp van deze ‘participatieladder’ stellen we vast dat: Vanuit isolement (trede 1) is 31% meer actief buiten de deur, neemt 6% deel aan activiteiten en 4% wil begeleiding naar opleiding of werk Vanuit ‘contacten buiten de deur’ (trede 2) toont 14 % meer initiatief en zelfredzaamheid, 14% neemt deel aan activiteiten, 14% gaat naar trede 5 of 6 en 2% vindt een baan. Alles bij elkaar vindt 5% een baan, 12 % gaat naar vrijwilligerswerk en 13% wil begeleiding naar werk of opleiding. In termen van potentie concluderen we: De helft van cursisten heeft vanuit de situatie van isolement de potentie tot meer
Als algemeen resultaat is:
47% naar een vorm van initiatief of zelfredzaamheid 20% naar een vorm van maatschappelijke deelname 30% is gericht op een vorm van opleiding of (vrijwilligers)werk
initiatief en zelfredzaamheid en werkt daaraan. Eenvijfde van de cursisten heeft de potentie tot participatie aan activiteiten Eenderde van cursisten heeft de potentie tot participatie in termen van opleiding, vrijwilligerswerk en betaald werk.
Vanuit de participatieladder concluderen we: →NAAR Trede
Actief met Taal 1 ladder Sociaal isolement
2a
2b
2c
Contacten buiten deur
Zelfvertrouwen en initiatief
Begeleiding bij Vrijwilligerswerk / Betaalde vinden van werkervaringstages baan vrijwilligerswerk, opleiding, baan
1
Sociaal isolement
20
7
Zelfredzaam Deelname binnen activiteiten sociale en zakelijke instellingen 4 6
2a
Contacten buiten deur Zelfvertrouwen en initiatief Zelfredzaam binnen sociale en zakelijke instellingen Deelname activiteiten Begeleiding bij vinden van vrijwilligerswerk opleiding, baan Vrijwilligerswerk/ werkervaringstag es Betaalde baan
2
9
5
5
2b 2c
3 4
5
6
14
4
5
6 Onbekend
4 7
2
3
1 1
4
1
1
2
1
1 22
Totaal (100) →VAN
3
16
9
20
13
12
5
3
Doorstroom Actief met Taal biedt een taalaanbod. Het doel van de taallessen is de participatie. Het actief participeren en het zetten van vervolgstappen, moeten mensen uiteraard zelf doen. We stimuleren en rusten toe. Zo gingen mensen na de cursus een opleiding doen, vonden werk, begonnen een eigen zaak, gingen vrijwilligerswerk doen of werden anderszins actief. Dit is een kleine minderheid. Voor de meesten zijn die stappen nog te groot. Daarom zochten wij, binnen onze eigen mogelijkheden, naar vervolgstappen.
Overdracht naar ROC Met het ROC maakten we afspraken in het kader van de laaggeletterdheid over een warme overdracht naar professionele taallessen. Zo konden we 37 mensen een vervolg aanbieden. Hier ging het om mensen die gealfabetiseerd moesten worden tot mensen die op het ROC hun instapniveau voor een MBO-opleiding konden halen.
Actief met Taal naar Werk In oktober 2011 startten we met Actief met Taal naar Werk met een groep van 8 personen. Dit waren mensen die na de taallessen zich gericht wilden oriënteren op opleiding of werk. Het werd een vorm van loopbaanbegeleiding met aandacht voor de persoonlijke en praktische kanten daarvan. Na afloop van de cursus had 1 persoon werk, 1 begon een eigen zaak, 1 was zover dat ze gericht kon solliciteren, 2 wisten welke opleiding ze wilden volgen en 2 hadden, vanwege zeer nare ervaringen uit het verleden, nog professionele hulp nodig.
Actief met Taal in de Wijk We constateerden dat er zeker potentie bestond voor kleine activiteiten in de wijken. Waar mogelijk verwezen of begeleidden we mensen naar activiteiten in wijken en buurten. We stelden echter vast dat er in veel wijken en buurten geen passende activiteiten zijn voor deze doelgroep of geen activiteiten waar zij zich thuis voelen. Vandaar dat we zochten naar manieren om dat zelf (mee) op te zetten. Dit konden we onvoldoende waarmaken. Dat vergt namelijk wel enige professionele aansturing en inzet van vrijwilligers.
Combinatie met ‘gebiedsgericht werken’ In het werkplan 2012 van OVAA waren enig middelen voor het ‘wijkgericht werken’ opgenomen. Deze opdracht combineerden we met de ervaring en potentie vanuit Actief met Taal. Op de eerste plaats waren daar de ex-cursisten met potentie tot vrijwilligerswerk. Op de tweede plaats waren daar de ex-cursisten die graag vervolgactiviteiten wilden. Aanvankelijk wilden we dat in twee buurten, op
deze wijze activiteiten opzetten. Opzetten: in Woensel/ Rapenland en in Tongelre/Doornakkers .Op verzoek van de ex-cursisten voegen we daar Stratum/ Tivoli aan toe. In Rapenland startten we met de activiteiten in april. Hieraan nemen wekelijks 10 vrouwen aan deel. Uit deze activiteit is weer een nieuwe taalgroep ontstaan. Hieruit komen mogelijk weer deelnemers aan nieuwe activiteiten of zelfs vrijwilligers. Zo ontstaat een werkwijze die continue beweging creëert. In Tongelre zijn de activiteiten in mei en juni voorbereid. Hier gaan we in september van start. In Tivoli, tot slot, starten we eind augustus met de activiteiten. De activiteiten zijn overigens uitdrukkelijk voor zowel allochtone als autochtonen bedoeld. Immers ‘actief met taal’ zal vooral moeten plaatsvinden door dagelijks contact en door samen ergens aan te werken. De middelen voor deze activiteiten lopen nog door tot eind 2012. Aan de activiteiten in deze drie wijken nemen 10 vrijwilligers vanuit Actief met Taal deel. Hiervan waren 7 eerder cursist in een taalgroep.
Knelpunten rondom doorstroom naar opleiding of werk: gesprek met wethouder Mary Fiers Zoals gezegd, is ons streven niet alleen het verbeteren van de Nederlandse taal, maar vooral ook het bevorderen van de participatie. De taal als sleutel naar participatie. Als Actief met Taal kunnen wij mensen toerusten en stimuleren. De mate waarin de participatie wordt gerealiseerd is altijd een combinatie van eigen inzet en reële mogelijkheden. Actief met Taal heeft zijn meerwaarde, maar wij zijn ook beperkt in onze mogelijkheden. In de zomer van 2011 organiseerden wij, na ‘één jaar Actief met Taal’, ons zomerfeest. Hier kwamen frustraties aan de orde van sommige cursisten over hun weg naar opleiding of werk. Volgens cursisten suggereerde de gemeente hulp en ondersteuning, maar gaf ze vervolgens niet thuis. We vroegen om duidelijkheid en maakten een afspraak met wethouder Mary Fiers om de mogelijkheden nader te verkennen. We bereidden het goed voor en maakten de notitie ‘geachte mevrouw de wethouder’. Deelnemers aan de cursus Actief met taal naar werk schreven hun verhaal en verwoordden wat ze nodig hadden in briefvorm aan de wethouder. Mevrouw Fiers sprak haar waardering uit voor ons taalaanbod en voor de ‘gemeenschapsvorming’ die onze werkwijze met zich brengt. Uit de gesprekken met de gemeente bleek evenwel dat er vanuit de gemeente nog nauwelijks mogelijkheden meer zijn voor opleiding of (begeleiding naar) werk. Niet alleen zijn er nauwelijks nog middelen voor opleidingen, mensen met een WWB-uitkering krijgen geen toestemming om een opleiding te volgen. Voor mensen die een (MBO)opleiding willen volgen (en die dus niet een bijstandsuitkering hebben) en die niet het vereiste Nederlandse taalniveau hebben, is geen taalondersteuning, Vanuit de gemeente zijn de mogelijkheden beperkt. Werk vinden, opleidingen volgen, het vereiste taalniveau verkrijgen voor een toelating tot opleidingen, het is de eigen verantwoordelijkheid. Voor sommigen lukt het dat te realiseren. Voor anderen lukt dat niet zo.
Relatie met emancipatie, integratie, diversiteit en participatie Voor de ‘inbedding’ van Actief met Taal is het beleid rondom emancipatie, integratie en diversiteit relevant. Emancipatie betreft de vrijwording en ontwikkeling van een individu. Uiteindelijk gaat emancipatie om een volwaardig mens-worden. Integratie betreft de relatie tussen (groepen) mensen, de mate waarin het ‘mengen’ mogelijk is. Hier gaat het om (wederzijdse) acceptatie, om ruimte krijgen en ruimte nemen. Integratie heeft altijd twee kanten. Bij diversiteit gaat het er om of mensen met verschillende kenmerken gelijkwaardig behandeld worden en ‘zichzelf’ mogen zijn. Deze diversiteit kan verschillende kenmerken betreffen: geslacht, afkomst, seksuele voorkeur, fysieke beperkingen, leeftijd. Wat heeft ons taalaanbod daar mee te maken? Emancipatie als een proces van persoonlijke ontwikkeling en groei vereist vormen van uitdrukking en communicatie. Integratie veronderstelt vormen van actief ‘meedoen’ en ook hier weer communiceren. Ook diversiteit kan pas echt bestaan als mensen voldoende zelfbewust en vaardig deelnemen. Sleutelbegrippen zijn dan niet zozeer de emancipatie en integratie , als wel: participeren en communiceren
Toekomst Combinatie met ander taalaanbod in de stad Zoals hierboven aangegeven stopt de financiële ondersteuning van het Oranje Fonds na oktober dit jaar. Van de gemeente vragen we een vervolgsubsidie voor de jaren 2012 t/m 2015. Hierbij zijn we bereid nader samen te werken en af te samen met ander taalaanbod in de stad. Verdere inbedding binnen sociale en educatieve infrastructuur in wijken en in de stad Voor de komende jaren willen we wat we de afgelopen jaren hebben opgebouwd, verder uitwerken. We hebben een basis gelegd. We willen dit verder uitwerken aan de hand van de behoeften en interesses van de doelgroep. Om de impact van ons aanbod te optimaliseren willen wij er verder aan werken om een onderdeel te zijn van de bestaande sociale en educatieve infrastructuur in wijken en in de stad.. Want.. Er zijn in Eindhoven veel mensen die in een isolement verkeren, onvoldoende in staat zijn volwaardig te participeren door een gebrekkig Nederlands en onvoldoende contacten en sociale netwerken. Een adequaat aanbod nodigt mensen uit op praktische wijze aan hun Nederlands te werken en vooral, nodigt mensen uit actief te zijn, zichzelf te ontwikkelen en een bijdrage te leveren.
Dus.. Willen wij aansluiten bij de wil en energie van mensen om vooruit te komen, met een aanbod dat past , en wel wat betreft inhoud, vorm, interesses, leerdoelen en potentie.
Sedat: “Mijn vrouw is zwanger en ik kan nu zelf afspraken maken met de dokter”.
Emine:“Als ik vroeger bij de huisarts kwam, plofte ik op een stoel in de wachtkamer en zei niets. Als ik nu in de wachtkamer kom, zeg ik ‘goededag’ en anderen groeten mij terug.”
Izel: “ik heb geleerd over de opvoeding van mijn kinderen”.
Mustafa: “Op mijn werk zeggen ze ‘hé, dat is een heel andere Mustafa’. Eerst zei ik bijna nooit iets, en nu praat ik volop mee. Ik durf dat nu.”
Rabiaa: “Door de cursus zijn mijn hersenen weer gaan werken. Ik was helemaal geblokkeerd.”
Zahra: “Sinds ik bij Actief met Taal ben, heb ik mijn zelfvertrouwen gevonden. Van hen hoor ik dat ik meer kan. Die steun geeft mij heel veel kracht en ik ben daar heel dankbaar voor.”
Ton (vrijwilliger): “In het verleden zijn er fouten gemaakt door mensen niet de Nederlandse taal te laten leren. Integratie begint met taal.”
Lidy (vrijwilligster): “Ik vind het heerlijk om met deze dames te werken en te zien hoe ze vooruit gaan. En ik leer zelf ook veel van hen”.
Actief met Taal Klokgebouw 196 5617 AB Eindhoven Telefoon 06 - 47 29 77 85
[email protected]