Woordpakketten Zin in Taal Groep 4 Eenheid 1 1 Eenheid 1 Les 1
2 Eenheid 1 Les 2
3 Eenheid 1 Les 5
boot haan duif been rug jas dak wiel zon wip juf pet voet sap neus
beer hoor peer deur veer boor zak dief lip doos weg rok huis maan voet
trap traan trui trommel slok stap stoep spuit klok melk rode licht water acht uur
Eenheid 1 (vervolg) 4 Eenheid 1 Les 6 tros stam slee spook stoel ster tulp steel slak traag speelgoed web stok slot lang
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 1
Eenheid 2 5 Eenheid 2 Les 1
6 Eenheid 2 Les 2
geit wei ei kei meisje zeil plein trein klein klei hei reis mier vaas glas grazen schapen lopen spelen groot
gauw pauw blauw rauw flauw saus nauw mooie staart zonder kleur vogel vlug weinig smaak breed smal vlees vis streep
7 Eenheid 2 Les 3
Eenheid 2 (vervolg) 8 Eenheid 2 Les 5
9 Eenheid 2 Les 6
vlam vlag vlieg vlek koe vandaag gras graan knol groep snoep poes snor varken boer kijken blaadjes plein dieren ineens
vis uil tak slaap rups blad vlinder hond duif kat boom kast fiets gesp lamp kaars staart heks pols terug
zitten trein reis fijn plaats koeien wei blauw lucht plein koffer zwaar erg flink graag oma vinden woorden letters verhaal
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 2
Eenheid 3 10 Eenheid 3 Les 1
11 Eenheid 3 Les 2
12 Eenheid 3 Les 3
dolk golf elf schelp verf kurk storm dwerg feest paars kaart beest kaars taart leest laars staart wolk park berg
wolken golven wolf verf warm klein melk park durf zelfs pauw twaalf dorp werk sterk kalm korf film werk wild
schaats school voet kast boek dier vlieg klein oorbel voetbal leesboek koelkast driehoek bloempot knaagdier viltstift vliegtuig schoolplein rolschaats piepklein
13 Eenheid 3 Les 5
Eenheid 3 (vervolg) 14 Eenheid 3 Les 6
ton tong kring kin ring pan zon slang zin zing zong vang radio reis vals dieren kikkers bang eng zinnen
prins slang korf twaalf meter spaarpot kroon blauwe verfdoos nieuwe tong erg bang arm gauw bed hangslot hangplant tuinslang sproeien
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 3
Eenheid 4 15 Eenheid 4 Les 1
16 Eenheid 4 Les 2
17 Eenheid 4 Les 3
zang bank plank slang denk pink kring vonk bang slank zink drank flink ring klank
bank drink schenk plank bonk pink flink oorbel rugzak bloempot glijbaan fruitschaal park hand melk
behang gebouw geweer verkeer bezoek gebak gezicht begrijp vergif gefopt verhaal vertel beloof gemeen geheim
18 Eenheid 4 Les 5
Eenheid 4 (vervolg) 19 Eenheid 4 Les 6
strik sproet schrift worst streep korst schroef helft struik schrok sproeier kletsnat spreek stroef schrik
bloempot bang bank worst schrift verhaal verstopt struik sport straat gevallen schram viltstift sluipt arm
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 4
Eenheid 5 20 Eenheid 5 Les 1
21 Eenheid 5 Les 2
22 Eenheid 5 Les 3
blauwe bloemen kleine wolken bruine schoenen zieke mensen zakje kopje nootje takje haakje bootje aapje
boekje potje hapje koekje plaatje zakje pootje schepje blauw sterk flauw nauw liefst schoenen verkeer
zitten kijken broodjes pad lucht halssnoer feestdag stripboek schoonmaak neushoorn muisstil leeszaal hoorn lopen komen
23 Eenheid 5 Les 4
Eenheid 5 (vervolg) 24 Eenheid 5 Les 5
25 Eenheid 5 Les 6
klokhuis broekzak pestkop zeilboot frisdrank zakdoek fietsbel kaars vlam kaarsvlam verfpot appel taart appeltaart rugzak
grijs blij blijf pijl bij rij fijn kijken vijf trein eikel ei zout hout koud
huis gang park koud blauwe gewoon kerstfeest voorbij lampjes neus pijn straks bezoek pakjes takken
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 5
Eenheid 6 26 Eenheid 6 Les 1
27 Eenheid 6 Les 2
28 Eenheid 6 Les 3
taai vlaai snoeien gooien lawaai groeien fraai nooit kooi plooi bloeien mooi draai prooi knoeien
aaien loeien zwaaien kraai kooi kraaien gooien hooi bloei groeien strooien sproeier naaien roeien koe
nacht licht donker dicht pech lucht vechten gracht bocht plank honden liggen lachen lichten grachten
29 Eenheid 6 Les 4
Eenheid 6 (vervolg) 30 Eenheid 6 Les 5
31 Eenheid 6 Les 6
rechterhand lach vlucht rechts nacht achttien licht dicht nicht zacht vacht acht echt zucht lachen
egel spiegel hengel snavel schelp vogels duivel heuvel wortel oorbel ezel vertellen kegels vleugels tafel
blaadjes spiegel snoeien lucht wolk regen maaien kleiner berg heuvel vogel kooi kraai strooien herfst
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 6
Eenheid 7 32 Eenheid 7 Les 1
33 Eenheid 7 Les 2
34 Eenheid 7 Les 3
donker bloesem bliksem moeder zolder dokter splinter vinger stiekem zuiver minder poeder pleister beter water
haai kooi sproeien schouder fietser borstel dansen plonzen armen varken wortel peuter jongen winkel adem
vlo stro sla vla zo zee mee na nu paraplu twee oma opa mamma pappa
35 Eenheid 7 Les 4
Eenheid 7 (vervolg) 36 Eenheid 7 Les 5
37 Eenheid 7 Les 6
flauw kaart geit hoek hert vleugel bloem bloemen bloes bloesje sterven stevig blond geiten vleugels
winter lang kapper flink jongens moeder hond jong rups kever vader melk koffie broek bijten
keuken moeder kleuter beschuit suiker warm groeien lepel saus stiekem vork tafel kruimels poeder rimpel
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 7
Eenheid 8 38 Eenheid 8 Les 1
39 Eenheid 8 Les 2
40 Eenheid 8 Les 3
sneeuw schuw nieuw geeuw leeuw ruw duw nieuws sommige ijsbeer plotseling lui tong verzorger dierentuin
fee twee vlo sla kieuw meeuw klauw touw leeuw nieuw vrouw duw uw gauw blauw
huisje feestje versje kastje flesjes kaarsjes muisjes restjes korstjes nestjes beestje tasje jasje huisje snoepje
41 Eenheid 8 Les 4
Eenheid 8 (vervolg) 42 Eenheid 8 Les 5
43 Eenheid 8 Les 6
plek plekje poos poosje doos doosje zus zusje feest feestje fles flesje kaars kaarsje beestje
markt worst kraam worsten waarom potje jullie echt deksel open dicht duur twee vogel venster
tandarts benieuwd vrouw vouwen kijken gauw spiegeltje poosje nieuw flink poetsen markt worst trouwen ruw
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 8
Eenheid 9 44 Eenheid 9 Les 1
45 Eenheid 9 Les 2
46 Eenheid 9 Les 3
hoeden hoed wespen wesp manden mand held hemd zwaard eend nest plant bult web want
nacht hoofd iemand iets niemand vreemd grond steeds rond speelgoed echt hebben krabben krab schep
haak haken deel delen veer veren boom bomen boot boten muur muren daken jaren beren
47 Eenheid 9 Les 4
Eenheid 9 (vervolg) 48 Eenheid 9 Les 5
49 Eenheid 9 Les 6
beer beren knoop knopen naam namen paal palen traan tranen peren heren benen eten nemen
schaap schapen raam ramen steen stenen poot poten muur muren oren ogen benen veren peren
web poten uren minuten kwaken veren rond lang jaar benen hoofd drankje brood dokter zaterdag
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 9
Eenheid 10 Eenheid 10 Les 1
Eenheid 10 Les 2
Eenheid 10 Les 3
hebben poppen lappen stappen bakken hollen bellen lukken kloppen schillen plukken klimmen smullen pitten tellen
volle flessen gekke poppen dunne stokken witte kippen smalle bedden dikke schubben losse letters ratten
soepbord sportdag grasveld hoofdpijn oorring handdoek muisstil wrijven sjaal helemaal koorts thuis thee vriezen hond
Eenheid 10 (vervolg) Eenheid 10 Les 4
Eenheid 10 Les 5
Eenheid 10 Les 6
armband handdoek hoofdletter zwembad werkblad vliegveld vijftien zestien zeventien achttien negentien twintig genoeg woorden daden
draai leeuw sleutel geit acht kieuw pauw hond groei pijl boekje boeken kastje mooi fout
fiets neus tien aap appel licht pet leeuw ijsje springtouw twaalf eikel rups bomen ijsbeer
Woordpakketten Groep 4 Bladzijde 10