Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 1 de bek
de muur
dik
hij eet
dun
hij bijt
het hok
het dier
de kip
de koe
de mol
de muis
ik pak
de neus
de boom
de poes
de haas
de uil
laat mee
net-als-woord: poes
Week 2 de bloem
de spin
bruin
de stal
de draak
stil
drie
de troep
de fluit
twee
het gras
ik klap
groen
ik krijg
knap
ik plaag
de slak
hij praat
smal de snuit
net-als-woord: draak
Week 3 als
de mist
het beest
de muts
de buurt
naast
haast
niets
de heks
ons
juist
paars
kort
soms
de laars
hij loopt
de lamp
hij woont
meest de mens
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: muts
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 5 elf
het dorp
de film
erg
de golf
de jurk
half
de kerk
het kalf
het park
de melk
warm
de wolf
ik durf
de wolk
ik merk
ik help
ik werk
de arm de berg
net-als-woord: wolk
Week 6 dwars
twaalf
de grens
hij bromt
de klant
hij brult
de krant
hij gromt
de kwast
ik klets
de plant
hij knikt
de prins
hij krijgt
de slurf
hij snapt
de staart
hij speelt
sterk trots
net-als-woord: krant
Week 7
de schoot
de schaal het schaap
de schurk
de schaar
de schuur
de schat
ik schaats
scheef
hij schiet
de schelp
hij schopt
scherp
het schrift
het schip
hij schrikt
de schoen
hij schrijft
de school schoon
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: schaap
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 9 het feest
vast
de fiets
veel
de fles
vier
de friet
vies
fris
de vis
hij fluit
vlug
hij fopt
hij vliegt
de boef
hij voelt
de brief
hij vraagt
ik beef vaak
net-als-woorden: feest, vier
Week 10 slim
ziek
de smoes
zoet
snel
de zon
de spin
zuur
stom
zwaar
ik slaap
zwart
ik snap
zij zegt
hij snikt
hij ziet
eens
hij zoekt
vals zes
net-als-woorden: smoes, ziek
Week 11 de straat
de worst
strak
zelfs
de strip
hij botst
de struik
hij danst
hij spreekt
hij harkt
de arts
hij helpt
de helft
hij schaatst
de herfst
hij werkt
de kunst
hij zorgt
de markt Turks
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: strip
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 13 bang
streng
het ding
de tang
eng
de tong
de gang
de wang
jong
langs
het kreng
hij brengt
de kring
hij hangt
lang
hij springt
de long
hij zingt
de ring de slang
net-als-woord: slang
Week 14 de bank
links
de dank
hij denkt
flink
hij drinkt
de klank
het klinkt
de pink
het stinkt
de plank
hij schenkt
de stank de vink
net-als-woord: bank
de inkt
Week 15 arm
de elf
de berg
elk
het dorp
de film
de dwerg
de golf
erg
half
de jurk
het kalf
de slurf
de melk
sterk
de twaalf
warm
hij helpt
hij durft hij werkt
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: wolk
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 17 het ei
de kei
de reis
de hei
de trein
de klei
het plein
het zeil
de eik
zij breit
mei
klein
het feit de geit
net-als-woord: ei
de wei
Week 18 bij
vijf
blij
vrij
fijn
wij
hij
wijs
het ijs
zij
jij
zijn
kwijt
hij blijft
mijn
hij krijgt
de pijn
hij kijkt
de rij rijk
net-als-woord: ijs
Week 19 de schaal
hij schept
de schaar
hij schuift
de schaats
hij schijnt
de schat
het schrift
scheef
hij schroeft
de schoen
hij schrijft
de school de schort
net-als-woord: schaap
hij schenkt
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 21 de kraai
ooit
saai
hij gooit
hij aait
hij strooit
hij draait
oei
hij kraait
hij bloeit
het waait
hij groeit
hij zwaait
hij knoeit
het hooi
zij loeit
de kooi
zij roeit
mooi nooit
net-als-woord: mooi
Week 22 ach
de nacht
toch
recht
zich
slecht
de pech
de tocht
ik lach
zacht
acht
hij bracht
de bocht
hij lacht
dicht
hij wacht
echt
hij zucht
het licht de lucht
net-als-woord: pech
Week 23 de angst
de sproet
de borst
de sprong
de helft
de straat
de kunst
de straf
laatst
straks
langs
de streep
links
de strik
rechts
de stroom
hij fietst
hij springt
hij kletst hij verft
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: strip
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 25 de beer
de soort
eerst
het spoor
keer
voor
meer
hij hoort
neer
de beurt
de veer
de deur
het weer
de kleur
hij leert
hij scheurt
door
hij zeurt
de koorts het oor
net-als-woord: beer
Week 26 de duw
de sneeuw
ruw
hij schreeuwt
schuw
het sneeuwt
uw
de kieuw
hij duwt
nieuw
de eeuw
het nieuws
de leeuw de meeuw
net-als-woord: leeuw
de schreeuw
Week 27 de geit
het lijf
het ei
de lijn
mei
mij
ze reist
de prijs
het sein
rijp
de prei
de rijst
hij zei
stijf
de dweil
de wijn
hij dreigt
hij hijgt
kleinst het krijt
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
ei/ij
blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 29 blauw
zij snauwt
hij kauwt
au
de pauw
de snauw
gauw
flauw
nauw de klauw
net-als-woord: blauw
Week 30 de fout
de vouw
het hout
de vrouw
jou
hij bouwt
de kou
hij sjouwt
de kous
hij trouwt
nou
hij vouwt
stout
ik hou
het zout
hij wou
jouw
hij zou
de mouw het touw
net-als-woord: kou
Week 31 het fruit
de stem
lief
hij stopt
straf
hij sist
hij geeft
de zeep
de vacht
zelf
vals
de zus
verf
de zwaan
vlug
hij zegt
vuist
hij zorgt
hij vecht de sjaal
net-als-woord: feest
Week 33 de afspraak
opzij
daarin
piepklein
de driehoek
rechtop
ervoor
het vierkant
de glimlach
vrijdag
hoeveel
zestien
het kunstwerk
zichzelf
maandag
de zijkant
omhoog
zondag
de onzin opnieuw © Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: driehoek blz. van 9
Taaljournaal | Digitale woordpakketten spelling | groep 4 |
Mijn Malmberg
Week 34 het begin
het gezicht
het bezoek
hij gebruikt
hij bedenkt
hij geniet
hij bedoelt
het verdriet
hij begrijpt
het verhaal
hij bekijkt
het verschil
het gedicht
hij versiert
het geluk
hij vertelt
gemeen
hij verzint
genoeg gewoon
net-als-woord: begin
Week 35 alweer
vooraan
het geweer
vooral
de heer
voorbij
de peer
voordat
het onweer
de voorpoot
het verkeer
waarvoor
weer
de voordeur
de ijsbeer
het gebeurt
hij smeert
hij kleurt
daardoor doordat
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
net-als-woord: beer
blz. van 9