synchroon Synchroon is het blad van Syndion over mensen met een handicap, hun plaats in onze samenleving, hun dagelijks leven en de begeleiding die daarbij gegeven wordt.
WINTER
2012 4e jaargang
nummer 3
2 COLOFON Synchroon is een uitgave van Syndion, stichting voor dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap. Het wordt verspreid onder externe relaties en medewerkers van Syndion. Voor cliënten wordt SynVol gemaakt, een uitgave in eenvoudige taal. Synchroon verschijnt drie keer per jaar. Het blad bevat informatie over de ontwikkeling in de sector dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap in het algemeen en binnen Syndion in het bijzonder. Synchroon wil bijdragen aan binding, betrokkenheid en draagvlak. Het blad geeft informatie en draagt bij aan opinievorming rondom de onderwerpen die relevant zijn voor de (professionalisering van de) gehandicaptenzorg of de plaats van gehandicapten in de samenleving. De artikelen bevatten niet altijd de mening van Syndion. De artikelen bevatten niet altijd de mening van Syndion. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten of te weigeren.
Dienstverlening en ondersteuning aan mensen met een handicap
Syndion Postbus 3012, 4200 EA Gorinchem Tel. (0183) 651150 www.syndion.nl
[email protected] Redactie Ina Florusse Heleen Klop (hoofdredactie) Jos Huibers Yet Langerak Arianne Lievaart Mirjam Rinzema (eindredactie) Jaccolien Stein Cees Taal
AAN DE LEZER Maak het verhaaltje af… en kleur de plaatjes Bij het samenstellen van de vorige Synchroon stonden de verkiezingen nog voor de deur. Inmiddels weten we wat de uitslag is, is er een nieuw kabinet gevormd en ligt er een regeerakkoord. Na de commotie van het Lente-akkoord dat al drastische maatregelen in de zorg beschreef, weten we nu dat het huidige regeerakkoord “Bruggen slaan” nog veel verder gaat. Het zijn tijden van grote onzekerheid. We kunnen lezen wat erin staat, maar veel is nog onduidelijk: wat betekent het dat de aanspraak op dagbesteding vervalt? Wat zijn de gevolgen van de overheveling van de Zorgzwaartepakketten 1 t/m 4 naar de gemeenten? In de taalles vroeger op school luidde de opdracht vaak “maak het verhaaltje af en kleur de plaatjes.” Daardoor kon je zelf regie voeren over hoe het verhaal verder ging en de plaatjes vrolijk inkleuren. Hoe gemeenten omgaan met het verhaal van de transitie is nog verre van duidelijk. Zelf regie voeren lijkt minder makkelijk wanneer verzekerd recht is vervallen en afhankelijkheid ontstaat van compensatierecht. Zeker wanneer er veel minder geld beschikbaar is. Over continuïteit van ondersteuning is dan ook grote onzekerheid. Gelukkig zijn er ook plezierige gebeurtenissen. Zo werd onlangs het Droomhuis in Wijk bij Duurstede geopend, is er een nieuw project gestart in Appeltern en werd Syndion bij de verkiezing van Beste Werkgever 2012 de derde van zorgorganisaties met meer dan 1000 medewerkers. In de afgelopen periode kreeg de Raad van Toezicht een andere voorzitter, de heer Klaas Tammes. In deze Synchroon leest u een interview met hem. Verder vertelt René Dekker, een van de cliënten van Syndion, over zijn leven. U vindt de vaste rubriek van de Centrale Cliëntenraad, u leest over het wel en wee van een gezin dat dnkzij een logeergezin af en toe tot rust kan komen en nog veel meer. Ook al is veel onzeker, ik wens u fijne feestdagen en een gelukkig, vooral kleurrijk en bovenal gezond, 2013 toe!
Vormgeving/drukwerkverzorging Fitting Image, Giessenburg
Ik wens u veel leesplezier!
Oplage 3000
Heleen Klop Bestuurssecretaris Syndion
Foto’s De foto’s komen uit het Syndion-fotoarchief, tenzij anders vermeld
Inhoud
3
“Ik ben het mannetje met de oliespuit” Klaas Tammes, voorzitter Raad van Toezicht Syndion
4
Ik geef de pen door aan… Wat een heerlijke dag!
6
Op de hoogte Nieuwtjes uit de zorg
7
Cliënt aan het woord René Dekker: “Dat doet me best wel goed”
9
In beeld Harry Vogelaar maakt kennis met Syndion
12
Opvang op de zaterdag Syndion breidt opvang uit met het oog op de toekomst
14
Column Twee soorten mensen
15
Meer dan welkom Pilot ‘Hostmanship’ binnen Syndion
16
Column Centrale Cliëntenraad Ogen en Oren
18
Een gewoon gezin met een ongewoon verhaal Robin (5) heeft PDD-nos en gaat elke maand een weekend logeren
18
Transparantie, onafhankelijkheid en zorgvuldigheid Commissie seksuele intimidatie van Syndion behandelt lastig bespreekbare onderwerpen
22
Questions? 4 Het interview Ieder nummer van Synchroon bevat een interview met één of meerdere interessante mensen. Deze keer:
Klaas Tammes
“ Ik ben het mannetje met de oliespuit”
Klaas Tammes, voorzitter Raad van Toezicht Syndion Door Mirjam Rinzema
“Als voorzitter van de Raad van Toezicht van Syndion ben ik er niet op uit om op de voorgrond te treden, de publiciteit te zoeken. Want als alles goed marcheert, lopen we de bestuurder niet voor de voeten.” Klaas Tammes, sinds 2008 als lid van de Raad van Toezicht van Syndion actief, volgde in september 2012 de heer Canisius op als voorzitter. De redactie van Synchroon vond het een goed moment om naar voren te blikken en de lezers kennis te laten maken met deze nieuwe voorzitter. De afspraak is snel gemaakt. Op een
zonnige oktobermiddag ontmoeten we elkaar in het lichte en ruime gemeentehuis van Lienden, Maurik en Buren. Deze drie gemeenten zijn samengevoegd tijdens de laatste gemeentelijke herindeling, in 1999. De heer Tammes is er burgemeester. Nog wel, want hij heeft inmiddels aangekondigd dat hij vanaf mei 2013 met pensioen gaat. “Ik ben dan 25 jaar burgemeester geweest. Ik heb het altijd een prachtig vak gevonden. Het is heel afwisselend en je bent dichtbij de mensen. Dat vind ik belangrijk. Ik wil een burger’vader’ zijn. Het is prachtig om op een bijzonder moment bij mensen op bezoek te komen, zoals een huwelijks-
jubileum. Tegelijk kun je, samen met de wethouders en de gemeenteraad, iets tot stand brengen in je gemeente. Mijn rol als burgemeester zie ik dan vooral als het ‘mannetje met de oliespuit’. Ik breng de machine op gang en als het even wat stroever gaat spuit ik wat olie in de raderen om de boel op gang te houden.” Die rol kan misschien soms ook van pas komen bij een organisatie als Syndion. Vertrouwd met de zorg Klaas Tammes, geboren in 1948 in Abbenes, ging na zijn middelbare schooltijd sociale geografie studeren en werd leraar aardrijkskunde. “Eerst op een
Answers! middelbare school, maar na een tijdje stapte ik over naar een functie op een hogeschool. Ik was gespecialiseerd in de geografie van Oost-Europa. Dat was in de tijd dat de Sovjet Unie nog bestond en de groepsreizen die de school toen voor de studenten organiseerde hadden bepaald een spannend karakter. Soldaten met geweren in de aanslag, studenten die roebels smokkelden… een interessante tijd.” Vanuit het onderwijs rolde Tammes in de gemeentepolitiek. Na een aantal jaren te hebben gewerkt als wethouder in Beuningen, werd hij burgemeester van Lienden. Als bestuurder is hij breed geïnteresseerd in zaken die in de samenleving spelen. “Zorg is een onderwerp dat me altijd geboeid heeft. Ik ben al bijna twintig jaar voorzitter van de Raad van Toezicht van de Stichting Zorgcentra Rivierenland, een instelling voor ouderenzorg. Binnenkort is mijn zittingstermijn verstreken en treed ik terug. Zorg zit ook verweven in mijn gezin: mijn vrouw heeft altijd als verpleegkundige gewerkt en ook mijn zoon en schoonzoon werken in de zorg. Zorg is een relevant onderwerp in de samenleving. Om mij nu, na lange tijd in de ouderenzorg, ook vanuit bestuurlijk oogpunt bezig te houden met de zorg voor mensen met een handicap, vind ik een mooie taak.” Op de achtergrond “Als het even kan blijven wij als Raad van Toezicht op de achtergrond. De bestuurder bepaalt het beleid en leidt de organisatie. Onze rol is die van klankbord en controleur. Formeel controleert de Raad van Toezicht de bestuurder, voert functioneringsgesprekken met hem en toetst de jaarrekening en begroting”, zo start Tammes zijn betoog over de rol van het toezicht bij Syndion. Er komt echter meteen een ‘maar’ achteraan, want er is meer dan alleen de formele rol. “Maar: we willen als Raad van Toezicht wel voldoende feeling hebben met de organisatie. Daarom bezoeken de leden van de Raad van Toezicht ieder jaar een aantal locaties. Dat doen we al veel langer, maar vanaf nu willen we dat nog wat
beter coördineren. Syndion is zo groot, er zijn zoveel locaties. Die willen we toch eigenlijk allemaal wel eens gezien hebben.” Door medewerkers en cliënten te ontmoeten, ontstaat er soms een andere kijk op dingen. Tammes: “Die betrokkenheid bij de inhoud vind ik belangrijk. Daarom gaan we vanaf nu ook iedere vergadering beginnen met een inhoudelijk onderwerp. Iemand uit de organisatie geeft ons dan een impressie van het werk in de gehandicaptenzorg. Zo willen we nadrukkelijker proberen om kennis op te doen en op de hoogte te blijven.”
5
Syndion ook mee te maken krijgen.” De toekomst van Syndion is een onderwerp waar de Raad van Toezicht zich zeker mee bezig zal houden. Tammes hierover: “De overheveling naar de Wmo zal grote gevolgen hebben voor de zorg voor cliënten. Syndion is gelukkig volop bezig om de organisatie daarop voor te bereiden. Zorg zal altijd blijven, mensen met een handicap kunnen niet zonder zorg, maar Syndion moet wel verder in de nieuwe werkelijkheid dat de zorg goedkoper en efficiënter moet worden. Net als bij de gemeente zal dat veel impact hebben.”
“ Zorg is een onderwerp dat me altijd geboeid heeft.” Verantwoordelijk De Raad van Toezicht doet dat met minder mensen dan voorheen. Lange tijd telde de Raad negen leden; dit is inmiddels teruggebracht naar vijf. Twee leden zijn benoemd op voordracht van Syndionorganen: één vanuit de Centrale Cliëntenraad en één vanuit de Ondernemingsraad. “Een kleinere club werkt soms beter dan een grote”, vindt Tammes. “Dat is een bewuste keuze geweest. Ieder lid heeft een eigen aandachtsgebied en kan vanuit de eigen deskundigheid als klankbord voor de bestuurder functioneren.” Het zijn geen grote veranderingen die in gang zijn gezet, maar ook kleine stappen kunnen leiden tot een beter overzicht en beter functioneren. “Dat is belangrijk, want áls er iets gebeurt, ben je als Raad van Toezicht wel verantwoordelijk.” De toekomst van Syndion Als we het over de toekomst van de zorg hebben, merkt Klaas Tammes op dat hij als lokaal bestuurder weet heeft van het terugschroeven van rijksmiddelen. “We hebben in de gemeente onze uitgaven drastisch omlaag gebracht. Subsidies van diverse verenigingen zijn geschrapt en we hebben de gemeentelijke organisatie afgeslankt. Die bezuinigingen hebben veel impact op een organisatie. En daar zal
Een bijzondere hobby Met Klaas Tammes heeft de Raad van Toezicht van Syndion een voorzitter in huis gehaald met een rijke fantasie. Naast zijn betaalde werk is de heer Tammes namelijk ook schrijver. Hij schreef vier politieke thrillers, onder het pseudoniem Nico van Abbenes. In zijn romans figureert Burgemeester Coninck als hoofdpersoon. Verder schreef hij veel op zijn vakgebied sociale geografie, diverse artikelen en onderwijsmateriaal. Momenteel is hij bezig met de afronding van een boek over 200 jaar burgemeesters in Buren, portretten van zijn voorgangers. “Ik heb de afgelopen maanden in mijn vrije uren heel wat in archieven zitten spitten, een hele klus!”, vertelt Tammes. Het boek, dat zal worden uitgegeven door het archief, zal uitkomen rond zijn afscheid als burgemeester van Buren. “Schrijven zal altijd wel een hobby blijven; ik heb er straks hopelijk meer tijd voor. Er zijn onderwerpen genoeg te verzinnen, dus dat biedt perspectief.”
ik geef de pen door aan… 6
Wat een heerlijke dag… Jarenlang werkte ik als coördinator op de financiële administratie van Syndion. Vooral het coachen en begeleiden van medewerkers vond ik leuk. Ik daagde mijn collega’s uit om met eigen ideeën te komen. Als dat lukte, gaf me dat meer voldoening dan het afstemmen van een grootboekrekening. Ik zocht naar andere mogelijkheden in mijn werk. Gelukkig kreeg ik de kans om mij binnen Syndion te oriënteren. Nu werk ik op dagbestedingsprojecten De Saak en het Lingebos. Een heel goede keuze. Hier ligt mijn hart! Ondanks een wespensteek op mijn hoofd en een jaap in mijn vinger, wil ik graag verder als persoonlijk begeleider. Ik ben echt opgebloeid de afgelopen maanden. Ik hoor dat ook van mensen om me heen. Geweldig dat ik deze kans kreeg. We repareren fietsen en auto’s, demonteren computers en regelen verhuizingen. In het Lingebos kappen we bomen, zagen en kloven hout. Lekker in de buitenlucht en fantastisch om met de jongens te klussen. Natuurlijk gebeurt er soms iets en moet je als begeleider reageren of inspelen op de situatie en deze adequaat oplossen. Maar ik merk dat een open en rustige houding, consequent zijn en een duidelijke structuur goed werken. Ik volg nu een opleiding tot persoonlijk begeleider. Iedere vrijdag zit ik in de schoolbanken. Pakje drinken mee in de oude rugtas van mijn zoon (ik was wel de enige met een rugtas, want een rugzak is zó 2010). Lessen volgen, toetsen doen, portfolio maken, via ‘its learning’ jezelf overhoren, een digitaal schoolbord (geen piepende krijtjes meer). Er is veel veranderd, maar het saamhorigheidsgevoel van een klas is nog precies hetzelfde. En wat betreft de digitale leermiddelen: ik leer gelukkig veel van mijn klasgenoten. Ik ben blij met mijn switch. Ik lees dat ook in mijn dagboek. In 2010 (nog werkzaam op de administratie) schreef ik: Vanochtend lekker gedoucht, geschoren, tanden gepoetst. 10 minuten voor de kast: wat zal ik aantrekken? Een blouse met lange mouwen, spijkerbroek? Daarna snel de schoenen gepoetst en de auto in. Op het Centraal Bureau eerst een bakje koffie halen, computer aan, planning van de dag doorkijken. De collega’s druppelden langzaam binnen. De planning doorgesproken. De post uitzoeken, de ontvangen facturen coderen, inboeken en controleren. De kasstaten uitzoeken en inboeken, tussenrekeningen afstemmen en de betaalbatch klaarzetten. Het werd snel 5 uur. Verschillende collega’s gingen naar huis. ‘Prettige avond’ werd er van verschillende kanten geroepen. Ik keek naar mijn buro en dacht… En dit schreef ik deze maand: Vanochtend lekker gedoucht, geschoren, tanden gepoetst, snel mijn werkkleren aan. De fiets uit de schuur gehaald en fluitend naar De Saak gefietst. Verschillende medewerkers stonden al buiten. Een hand, een boks en in de kantine even bijpraten en de indeling van de begeleiding op het bord bekijken. Vandaag ging ik met twee medewerkers naar de schuur in Almkerk. Daar zagen, kloven en drogen we hout. Cees vroeg of wij openhaardhout wilden wegbrengen naar een particulier. Nadat we twee kuub hout op de bus laadden, reden we naar ons bezorgadres. Dit was op een dijk. Het openhaardhout moest beneden onder een afdak worden gelegd. Het regende verschrikkelijk en het was een heel steil paadje naar beneden. Glibberend en flink nat waren we met z’n drieën bezig. Eén voor de kruiwagen, de anderen erachter. Uiteindelijk was de bus leeg en gingen we lekker terug naar de schuur. Nog wat hout gekloofd en de schuur opgeruimd. Wat een samenwerking, ondanks het natte, koude weer. Wat een verschil met mijn vorige baan. Aan het eind van de dag terug naar De Saak, samen wat gedronken en de dag geëvalueerd. Rond vier uur ging iedereen naar huis. Ik sprong in de regen op m’n fiets en dacht: Wat een heerlijke dag. In de rubriek ‘Ik geef de pen door aan…‘ schrijft iedere keer een andere medewerker van Syndion over iets wat hem of haar bezighoudt. Dit keer: Bob Meijer, die eerst op de administratie van Syndion werkte, maar nu in opleiding is om begeleider te worden.
Bob geeft de pen door aan Marga Lodder, begeleider Persoonlijk Ondersteund Wonen bij Syndion. Daarnaast heeft zij een hondenverzorgingssalon.
op de
hoogte
HKZ In 2006 was Syndion één van de eerste gehandicaptenorganisaties die het volledige HKZ-certificaat kreeg. Sindsdien hebben geregeld evaluaties plaatsgevonden. Eens per drie jaar wordt bekeken of het certificaat behouden mag worden. In november heeft de driejaarlijkse herbeoordeling weer plaats gevonden. De conclusie van de controlerende instantie (Lloyds) was positief, ook de komende drie jaar mag Syndion zich weer ‘HKZ-gecertificeerd’ noemen.
7 Droomhuis geopend Twee jaar geleden, in het winternummer van 2010, interviewde een redactielid van Synchroon mevrouw Marianne Hamstra, één van de ouders en drijvende krachten achter het ouderinitiatief ‘Het Droomhuis’ in Wijk bij Duurstede. Zij was toen al vijf jaar bezig met het maken van plannen en het zoeken van mogelijkheden om die plannen te realiseren. Nu is het twee jaar verder. Het Droomhuis staat er én het biedt ruimt aan twaalf jonge bewoners met een verstandelijke handicap. Het huis is geen locatie van Syndion, maar een eigen stichting waarvoor de ouders gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen. Syndion levert de zorg aan de bewoners. Begin oktober werd het huis feestelijk geopend: een bijzondere gebeurtenis na al die jaren voorbereiding. Twee jaar geleden zei moeder Marianne: ‘Het Droomhuis is geen luchtkasteel’. Gelukkig heeft ze gelijk gekregen. Het Droomhuis staat er en de bewoners zijn heel blij met deze mooie woonplek.
Wintermarkt bij DAC Vianen Ook dit jaar vond eind november in Vianen de traditionele wintermarkt plaats: een oergezellige bijeenkomst waar altijd veel vaste bezoekers op af komen. Natuurlijk waren er veel Syndion-kraampjes aanwezig met de producten die op dagbestedingslocaties van Syndion gemaakt zijn. Er werd weer heel wat verkocht. Ook de heerlijke snert vond gretig aftrek. Het was opnieuw een geslaagde activiteit.
Nieuwe regering en de gehandicaptenzorg Heel Nederland zal de gevolgen ondervinden van de bezuinigingen die de overheid doorvoert om de economische crisis het hoofd te bieden. In de kranten en op de tv wordt daar volop over gesproken. Ook de zorg voor mensen met een handicap blijft niet gespaard. Los van de veranderingen in de financiering van de zorg (niet meer vanuit de landelijk overheid betaald, maar vanuit de gemeentelijke Wmo) staan er ook bezuinigingen op stapel. In ieder geval zal er fors bezuinigd worden op het vervoer van mensen met een handicap. Verder zal er bij het over-
hevelen van de budgetten van rijk naar gemeenten worden gekort: de gemeenten hebben straks minder te besteden dan de rijksoverheid nu uitgeeft aan zorg. In de debatten over de regeringverklaring was veel aandacht voor de dagbesteding. Mensen met een handicap die dagbesteding krijgen, krijgen die in 2013 nog gewoon vergoed vanuit de AWBZ. Vanaf 2015 gaat dit over naar de gemeenten. Maar hoe het in het tussenliggende jaar 2014 gaat voor nieuwe cliënten, dat is nog geheel onduidelijk. Het kabinet beraadt zich hier nog op. Wel is toegezegd dat dagbesteding mogelijk zal blijven.
8 Eerste paal nieuwe woonlocatie in Sleeuwijk Eind oktober werd een start gemaakt met de bouw van het winkel- en wooncomplex ‘De nieuwe S’ in Sleeuwijk. Na een periode van plannen maken, is de bouw nu gestart! 15 appartementen worden geschikt gemaakt voor bewoning door mensen met een lichamelijke handicap. Syndion gaat hier de benodigde zorg en ondersteuning bieden. De bouw zal nog ruim een jaar duren. We hopen dat begin 2014 de appartementen klaar zijn en onze cliënten in hun nieuwe huis kunnen trekken. Andere werkwijze Cliëntservicebureau Syndion Vorig jaar startte Syndion met het Cliëntservicebureau: één loket voor alle informatie over dienstverlening en ondersteuning door Syndion voor huidige en nieuwe cliënten (en hun ouders/vertegenwoordigers). Nu Syndion het werk heeft onderverdeeld in regio’s, heeft het Cliëntservicebureau de werkwijze hieraan aangepast. De teams van cliëntconsulenten zijn samen verantwoordelijk voor de contacten met cliënten in de regio’s Alblasserwaard, Drechtsteden of Rivierengebied. Binnen de regioteams is kennis en ervaring aanwezig op alle doelgroepen en vormen van ondersteuning. Tegelijkertijd is het Cliëntservicebureau vanaf nu bereikbaar via een direct telefoonnummer en emailadres : 0183 – 651155 /
[email protected].
OutsiderArt Syndion Syndion heeft een dagbestedingslocatie waar kunst wordt gemaakt door onze cliënten. Schilderijen, tekeningen, lampen, vazen en noem maar op. Geregeld worden de werken geëxposeerd en sinds kort worden er ook werken uitgeleend aan een beperkt aantal bedrijven. Tot nu toe stond deze locatie bekend onder de naam Atelier, maar onlangs is besloten om deze naam te wijzigen in OutsiderArt Syndion. Dit uit het Engels afkomstige begrip wordt gebruikt voor alles dat niet binnen ‘de gevestigde kunstwereld’ valt. Dit brede begrip dekt beter de lading van de werken die door de kunstenaars gemaakt worden. OutsiderArt Syndion heeft een eigen facebookpagina! Kijk eens op www.facebook. com/outsiderart.syndion en word fan! Nieuwe naam en logo Pand 35/18 Pand 35 in Leerdam is één van Syndions oudere locaties waar cliënten terecht kunnen voor dagbesteding. In het atelier worden diverse textiele producten gemaakt: knuffellapjes, knisperdoekjes, badjasjes, kussens, tasjes, slabben en nog veel meer. In de winkel worden deze producten én andere producten van dagbestedingslocaties van Syndion goed verkocht, want deze locatie staat goed bekend in Leerdam. Ondanks de goede (naams)bekendheid hebben medewerkers en cliënten een spannende stap gezet: ze hebben er na hun verhuizing voor
Nieuwe websites dagbestedingslocaties Op de website van Syndion zit aan de ook de nieuwe voorstelling weer aanrechterkant een grijze knop ‘winkels & gekondigd) en de site van onze locatie restaurants van Syndion’. Achter die Copydrecht in Dordrecht. knop treft u maar liefst twaalf locaties van Syndion aan, ieder met een eigen website. Op de sites staat waar de locaties gehuisvest zijn, wanneer ze open zijn en welke producten ze te bieden hebben. Onlangs zijn er twee nieuwe websites bijgekomen: de website van het Toltheater (met onder andere een portretje van alle spelers en natuurlijk wordt hier straks
gekozen om onder een nieuwe naam verder te gaan. Pand 35 heet vanaf nu Pand 18. En omdat het oude logo nu natuurlijk ook niet meer geschikt is, is er een nieuw logo ontworpen.
Het nieuwe adres is: Kerkstraat 18, Leerdam. Kijk op de www.syndion.nl/winkels voor meer informatie.
Neem af en toe een kijkje om op de hoogte te blijven van de activiteiten en producten van onze locaties!
C
“ Dat doet me best liënt aan het woord............. wel goed” Door Jos Huibers
9
“Hoe oud denk je dat ik ben”, vraagt hij met licht uitdagende blik. Zoiets vraag je alleen als je
doorgaans
jonger geschat wordt dan je bent, denk ik nog, maar dan geef ik hem 35.
René Dekker is in 1969 geboren in Opheusden, in de Betuwe, dus hij is 43 jaar. “Ik word meestal jonger geschat”, grijnst hij, “ondanks alles wat ik heb meegemaakt, zie ik er dus toch nog goed uit.” Een grote vriendelijke reus, zo oogt hij, als hij mij binnenlaat in zijn Leerdamse woning. Zijn forse gestalte met stevige schouderpartij, waarop een imposant hoofd met zevendagen-baard. Zwarte schoenen, zwarte broek, zwart T-shirt. “Sorry, ik had geen tijd meer om me om te kleden”, zegt hij
Ik blijk er naast te zitten.
verontschuldigend. De vriendelijke toon en zijn Betuwse tongval maken veel goed, evenals de blij keffende Jack Russel, die hij op de arm heeft genomen. “Je moet de groeten hebben van de jongens van De Saak”, zegt hij en “ik heb even navraag gedaan, naar jou, of het wel goed zat.” Hij lacht en vraagt: “wil je wat drinken, Jos” en “waar wil je zitten?” Zijn woning op de tweede verdieping van een appartementencomplex ziet er netjes uit. Na een lekkage van de verwarmingsketel is het zeil verwijderd in de gang. Ook zijn er wat vochtvlekken. Desondanks is het schoon en klaar om te worden gerepareerd. In de woonkamer vallen twee grote caviahokken op, een op het dressoir en een op de aanrecht. In beide hokken een grote, goedverzorgde cavia. De beesten kunnen kennelijk niet bij elkaar, ik vergeet te vragen waarom niet. Vader was mijn vriend “Ik heb eigenlijk een goede jeugd gehad”, zegt hij “met vader en moeder, twee broers en een zus, ik was de jongste. Mijn oudste broer is eigenlijk een halfbroer - zo heet dat toch - die had een andere vader. Het enige was dat ik niet zo goed kon leren. Ik heb altijd moeite gehad met rekenen en schrijven - lezen kan ik wel.” Na een aantal jaren op
10 de lagere school in Opheusden gaat hij naar het speciaal onderwijs, eerst in Veenendaal, later in Tiel. “Of het BLO was, of MLK, dat weet ik niet meer. Het was in ieder geval speciaal.” Toen René 12 of 13 jaar was gingen zijn ouders uit elkaar. René en zijn oudere zus bleven in de ouderlijke woning bij vader wonen. “Mijn zus zorgde voor mij en mijn vader, dat ging eigenlijk heel goed. Mijn vader was echt mijn vriend.” Toen René 15 was ging hij werken. Hij werd leerling bij een schildersbedrijf en leerde het vak van een oudere collega. “Dat kon toen nog”, zegt hij, “je had nog niet dat gedoe met die leerplicht. Ik had echt geen zin meer in school, ik leerde niks meer.” Hij betaalde vader een bescheiden kostgeld en kon een flinke spaarrekening opbouwen. “Op een gegeven moment had ik een halve ton op de bank.” In 1999 overleed vader. “Aan een nierziekte. Hij had eerst dialyse gehad en toen een nieuwe nier en toen ging het mis.” René bleef bij zijn zus en haar vriend die inmiddels was ingetrokken, wonen.
Henny In 1999, dertig jaar oud, ontmoet hij Henny. “Ik heb haar via een kameraad leren kennen. Die had haar ontmoet en hij dacht dat ze wel wat voor mij was. We hebben eerst ge-SMS-t en toen afgesproken. In Wageningen bij het busstation. Ze kwam samen met haar vader, zij durfde zelf niet te rijden. We zijn een stuk gaan rijden, we zijn bij mijn zus en zwager langs gegaan en ook bij mijn kameraad. En daarna was het aan. Ja, ik wist het zelf niet, maar dat bleek zo te zijn, dus dat zat helemaal goed.” Zes weken later kreeg Henny een huis toegewezen in Arnhem en ze besluiten er samen in te trekken. “Met bloed, zweet en tranen”, zegt hij, “wat een rare mensen, die Arnhemmers. Ik kon er echt niet aarden. Met Henny ging het goed, hoor, alleen schoonmoeder was een lastpost. Zij bemoeide zich overal mee. Ik weet echt niet waarom.”
“ Ik weet het”, zegt hij, “een ezel stoot zich geen tweede keer aan dezelfde steen, maar liefde is een soort ziekte, hè.” Conflicten “Na het overlijden van mijn vader veranderde alles”, zegt hij “mijn zus en zwager gingen zich anders gedragen. Ik moest opeens veel meer kostgeld gaan betalen en er kwamen allemaal regels in huis. Ze behandelden mij als een kind.” De spanningen liepen af en toe hoog op. Een keer kwam het zelfs tot een vechtpartij, waarbij de buurman tussenbeide moest komen. Toch blijft hij bij hen wonen, bijna tien jaar. “Ach”, zegt hij, “ik was veel weg, kwam alleen thuis om te slapen. Ik had mijn rijbewijs gehaald, dus ik kon overal naar toe, ik had mijn werk en mijn vrienden, met wie ik vaak uit ging.” Hij blijft als schilder werken, lang in Opheusden, later in Lienden en tenslotte in Wageningen. “Ik werkte alleen op het terrein van de universiteit aan het onderhoud van alle gebouwen. Hier had ik de tijd van mijn leven, ik ging fluitend naar mijn werk. Ik was eigenlijk een soort voorman: er werkten een paar Oost-Duitsers onder me. Dat vond ik mooi, ik voelde me best wel groot.”
Geldzorgen Omdat het samenwonen wel goed beviel, werd na een jaar een huis gekocht in Dodewaard - “Terug naar de Betuwe” - René startte uit zijn spaargeld een eigen sloopbedrijf en specialiseerde zich in asbestverwijdering. Henny ging een tankstation met winkeltje beheren. Het ging maar even goed. “Na een tijdje bleek Henny vreemd te gaan met mijn beste vriend. Ook bleek dat wij grote schulden hadden. Henny had tijdenlang de rekeningen niet betaald. Eerst werd de energie, toen het water afgesloten en tenslotte werd het huis geveild. Henny had al het geld uitgegeven. Ik had het niet gezien”, verzucht hij, “liefde maakt blind, hè.” Henny gaat terug naar haar ouders en René woont twee maanden met zijn twee honden in de auto. “Het was winter en het was vreselijk koud, maar ik had niks anders. Ik kon niks meer, werkte niet meer en had ook geen inkomsten.” Uiteindelijk gaat hij bij zijn moeder in Wageningen wonen en gaat weer aan het werk als schilder. Korte tijd later wordt moeder
11 getroffen door een hersenbloeding. “Ik kwam thuis van mijn werk en moeder was totaal in de war. Ze wreef spaghetti in haar haar en was heel boos, zij schold en ze vloekte, ze was zichzelf niet meer. Hierna was ze totaal veranderd.” Moeder gaat naar een verpleeghuis en René blijft in Wageningen wonen. Het lukt hem de huurwoning van moeder op zijn naam te krijgen. Klinkt stom Een jaar of vier gaat het “best goed”, tot Henny weer ten tonele verschijnt. “Je zult het niet geloven, Jos, het klinkt stom, maar ik trapte er weer in. Ze stuurde een SMS-je, we kregen weer contact en snel gingen we weer samenwonen. Binnen een jaar was het weer mis.” De geschiedenis herhaalt zich, gas en water worden afgesloten, de televisie ook en ze moeten het huis uit. Henny gaat weer terug naar Arnhem en René woont weer twee maanden in de auto. “Maar deze keer was het in de zomer, dus dat was minder erg.” De schulden waren nu opgelopen tot 50.000 euro. Deze keer grijpt de (inmiddels ex-) zwager in. Deze biedt zijn niet gebruikte woning in Maurik aan. Ten derde male komt Henny erbij en opnieuw gaat het mis. “Ik weet het”, zegt hij, “een ezel stoot zich geen tweede keer aan dezelfde steen, maar liefde is een soort ziekte, he.” René blijft in het huisje wonen, maar er is geen geld voor huur en de zwager wil hem uitzetten. Hij raakt aan de drank. “Ik dronk een hele tree Schultenbrau per dag, dat zijn 24 halve liters. Het klinkt stom, maar het is niet anders. Ik raakte helemaal van het padje, ik at niks meer, ik dronk alleen maar.” Deze keer grijpt zijn broer John in. Hij neemt hem mee naar MEE. Begeleiding René krijgt begeleiding bij het wonen, eerst van MEE, later van Syndion, eerst in zijn huis in Maurik, later in Leerdam, waar hij een appartement van Syndion huurt. Hij noemt de namen van de begeleiders, Yet en Nicolette. “Goede wijven zijn dat. Ik heb het idee dat ze me wel mogen. Yet heeft altijd een zwak voor me gehad.” Het gaat nu goed met hem. “Het gaat perfect. Mijn schulden zijn gesaneerd, ik heb een leuk huisje, ik heb mijn dieren en ik werk, bij De Saak. En er is geen Henny meer, nooit meer, ik heb haar gewist uit mijn telefoon, uit mijn computer en uit mijn leven. Ik voelde zelf dat ik naar de kloten ging. Nee echt, ik ben 200% veranderd.” En, “de liefde staat op een lager pitje, ik heb nog een vriendin gehad, via internet. Zij heeft twee maanden bij me gewoond, in Maurik nog, toen is ze weer vertrokken. Ze bleek zwanger te zijn, het kind heb ik alleen op een foto gezien. Verder is er geen contact meer. En nu heb ik weer een beetje een vriendin, een vrouw van 52, maar ik doe niks
overhaast meer, ik kijk de kat uit de boom. Trouwens, bijna alle contacten met vroeger zijn verbroken. Ik heb alleen nog contact met mijn broer John en met die ene kameraad, je weet wel, die laat me nooit in de steek.” Op tilt “Bij De Saak werk ik vooral in de buitenploeg: tuinonderhoud, werken in het bos, een verhuizing, dat soort dingen. Ik rij ook in de bus. Ik heb bij een rijinstructeur een proef moeten doen en alles was in orde. De Saak is wel een Syndion-project, ik verdien er geen salaris, maar ze willen me niet kwijt, he, ze kunnen me niet missen. Dat geldt ook voor de begeleiding bij het wonen. Als je aan de begeleiders zou vragen, wat ze van me vinden, dan zouden ze zeggen, dat ze me in ieder geval niet kwijt willen. Ik denk dat ze me toch wel een goeie vent vinden. Ik heb niet zo veel begeleiding nodig, hoor, alleen, ik kan niet rekenen en schrijven, dus bij het betalen van rekeningen heb ik wel wat hulp nodig. En ik kan behoorlijk op tilt slaan als ik onder spanning sta. Dan doe ik gekke dingen. Een tijd geleden ergerde ik me zo aan de overbuurvrouw dat ik helemaal gek werd. Ik ging met dakpannen gooien. De politie is er zelfs bij geweest. Toen heb ik een laatste waarschuwing gehad. Maar nu gaat het beter, zeker sinds ik medicijnen heb en dat doet me best wel goed.” “Ooit zal ik wel weer een eigen huis hebben en een betaalde baan, maar voorlopig is het goed zo. Ik moet nog wat stabieler worden.” We maken wat foto’s, hij gaat er netjes voor staan en zitten. En hij laat me uit, het hondje op de arm. “Ik vond het heel gezellig”, zegt hij, “echt waar, Jos.” En zo had ik hem op de foto moeten zetten, denk ik later - te laat - met het hondje op de grote, gespierde arm: een reus met een klein hondje en een klein hartje, een goeie gozer.
Op de middenpagina’s van Synchroon brengen we steeds een deel van Syndion in beeld. Dit keer: Harry Vogelaar maakt kennis met Syndion
12
IN BEELD
Harry Vogelaar maakt kennis met Syndion
13
Eerst kennismaken! “Het eerste dat ik bij Syndion wil doen is kennismaken met de cliënten en medewerkers van Syndion”, zei Harry Vogelaar bij zijn start als bestuurder van Syndion. En dat deed hij: locaties bezoeken, handen schudden, praatje maken, kopje koffie drinken. Op De Hoeff in Giessenburg, de dagopvang voor ouderen in Gorinchem, woonlocatie De Notarisappel in Hardinxveld-Giessendam, de buitenschoolse opvang in Dalem, kinderdagcentrum Rollebol in Gorinchem… toch best groot, Syndion.
Opvang op de zaterdag
Syndion breidt opvang uit met het oog op de toekomst
14
Door Mirjam Rinzema
Syndion biedt al jarenlang de
mogelijkheid van
zaterdagopvang:
een of meerdere keren per maand kunnen kinderen met een handicap op zaterdag meedoen met activiteiten
die aansluiten bij hun belangstelling en behoeften. “Sterker nog, we zijn die opvangmogelijkheden op zaterdag zelfs aan het uitbreiden”, vertelt Arianne Lievaart, clustermanager Buitenschoolse Activiteiten bij Syndion. Tot voor kort was er alleen opvang op zaterdagen in Gorinchem, in het gebouw van het kinderdagcentrum Rollebol. “Die mogelijkheid biedt Syndion al jaren. En na verloop van tijd is de groep kinderen die hier naartoe kwam gesplitst. Er is een aparte groep gekomen voor de kinderen met een hoog niveau. Die voelden zich namelijk toch wat minder thuis bij de kinderen met een verstandelijke handicap. Voor deze groep is er nu twee zaterdagen per maand opvang gerealiseerd in Dalem, in het gebouw van de buitenschoolse opvang.” Duidelijke behoefte “We hebben gemerkt dat het voor ouders van een kind met een handicap heel plezierig is dat hun kind af en toe een zaterdag niet thuis is, maar naar een locatie gaat waar hun kind plezier kan maken, dingen kan doen die hij of zij leuk vindt en waar goede begeleiding aanwezig is. Het geeft rust in het gezin, zo’n ‘vrije’zaterdag. En de kinderen die de zaterdagopvang bezoeken, zijn meestal heel enthousiast. Ze genieten ervan om samen met andere kinderen te spelen, aan de slag te zijn met activiteiten, of op stap te gaan”, vertelt Arianne. Daarmee voorziet de zaterdagopvang in een duidelijke behoefte. Syndion organiseert ook logeerweekenden voor kinderen met een handicap, maar lang niet alle kinderen met een handicap krijgen een indicatie voor logeren. “De indicatieregels zijn de laatste jaren steeds ‘strenger’ geworden”, aldus Arianne. “Maar voor dagopvang worden nog wel veel indicaties afgegeven. Door op zaterdag dagopvang aan te bieden, ontlasten we de ouders en de gezinnen.” Nadenken over de toekomst Er zijn grote veranderingen op komst in de zorg en de financiering van zorg. De inperking van de AWBZ zal veel gevolgen hebben voor onze cliënten. Dat geldt zeker ook voor de kinderen. Arianne: “Dat is één van de redenen dat wij zijn gaan naden-
ken over het uitbreiden van de zaterdagopvang. Om toch iets aan ouders en hun kinderen te kunnen bieden in het weekend. Al is het bijvoorbeeld maar één zaterdag per maand.” Eerste start In het logeerhuis van Syndion in Hendrik Ido Ambacht is vervolgens een start gemaakt met opvang op zaterdag. “Het is nu nog één zaterdag per maand, maar als er meer aanmeldingen komen kunnen we dat gemakkelijk uitbreiden naar twee zaterdagen. We hebben alle thuiswonende cliënten, of eigenlijk hun ouders, in en rondom Hendrik Ido Ambacht aangeschreven en we zijn met vijf kinderen van start gegaan. Er is nog ruimte voor drie of vier kinderen, dus aanmeldingen zijn nog steeds welkom. Als blijkt dat dit goed loopt, kunnen we in de toekomst ook in andere plaatsen en regio’s beginnen met opvang op zaterdag. In mijn ogen is dit iets dat in de toekomst kan groeien, ook bij een versoberde AWBZ. In de zaterdagopvang werken we met professionele begeleiding en heel veel vrijwilligers. De locaties zijn beschikbaar, dus waarom zouden we ze niet gebruiken. Dit kan heel interessant zijn voor gemeenten in ons werkgebied die ondersteuning willen bieden aan kinderen met een beperking”, aldus deze enthousiaste clustermanager. Belangstelling voor zaterdagopvang, in Hendrik Ido Ambacht of in andere plaatsen in ons werkgebied? Neem contact op met Arianne Lievaart,
[email protected] of 0183-669657 of met het cliëntservicebureau van Syndion:
[email protected] of 0183-651155.
Column Twee soorten mensen
Grofweg zijn er twee soorten mensen. Vroeger dacht ik:
We klagen en mopperen wat af in ons kikkerlandje en soms is
kinderen en volwassenen. Later ontdekte ik dat er veel meer
daar ook alle reden toe. Soms zijn er gebeurtenissen waarop
onderscheid is aan te brengen: vrouwen en mannen, studenten
je zelf niet of nauwelijks invloed hebt: die overkomen je en je
en docenten, mensen mét en mensen zonder kinderen, men-
hebt er je weg in te vinden en dat kan soms heel zwaar zijn.
sen met en mensen zonder een baan, koplopers en volgers,
Voor andere gebeurtenissen levert klagen echter meestal
optimisten en pessimisten, mensen met veel en mensen met
niet zo heel veel op, behalve misschien dat klagen soms wel
weinig geld, actieve mensen en passieve mensen, mensen
prettig kan zijn: lekker mopperen en zeggen wat je ergens van
die geluk hebben en mensen die pech hebben… En zo kan ik
vindt! Het is ook makkelijker: door te klagen hoef je je niet af
doorgaan.
te vragen wat je zelf kunt doen om je situatie te veranderen.
Al deze mensen, in hoeveel categorieën je ze ook zou willen
Om tot een oplossing te komen helpt het echter niet zoveel.
indelen, hebben hun eigen opvattingen over de wereld, bekijken hun omgeving door hun eigen bril, vanuit hun eigen
Ik weet niet hoe het met u is, maar ik vind het soms lastig.
perspectief. En dat maakt vaak weer hoe er gereageerd wordt
Want verder nadenken over datgene wat me dwars zit
op die omgeving, op wat zich voordoet en dus op hoe zij
betekent dat ik me heel bewust moet zijn van wat mijn eigen
reageren.
aandeel is en wat ik daarin anders had kunnen doen of wat ik kan doen om het in de toekomst te veranderen, te verbeteren,
Zo intrigeert mij de groep mensen met een klacht tegenover
ermee om kan gaan. Het betekent dat ik zelf kan kiezen. Het
de groep mensen met een probleem. Dit lijkt een “taalding”,
betekent ook dat ik zelf regie kan nemen. Dat ik zelf verant-
want mensen met klachten hebben kennelijk ergens proble-
woordelijk ben voor de keuzes die ik maak. En dat vind ik soms
men mee en mensen met een probleem lijken aanleiding tot
best moeilijk.
klagen te hebben. Maar zo eenvoudig is het niet. Zo hoorde ik laatst een collega zeggen dat hij de dag ervoor problemen
Geeft dat een nieuwe indeling in de twee categorieën
had gehad om op tijd op de bespreking aanwezig te zijn. Want
mensen? Mensen die leren van hun geschiedenis en mensen
dat op de drukke A15 alles tegen zat, er nergens meer een
die bepaald worden door hun geschiedenis? Ik mag het niet
parkeerplek was, hij daarna lang moest zoeken tot hij zijn auto
hopen.
kwijt kon, zich ergerde aan auto’s die op twee parkeerplekken tegelijkertijd stonden, daardoor zes keer moest steken om
Twee soorten mensen, dacht ik. Mijn collega zegt echter dat
te parkeren, vervolgens ver moest lopen naar kantoor en bij
er drie soorten mensen zijn: mensen die kunnen tellen en
terugkomst een bon onder zijn ruitenwisser vond.
mensen die niet kunnen tellen!
Zeven klachten, maar wat is precies het probleem? Geldnood omdat hij de bon niet kan betalen? Timemanagement of het
Heleen Klop,
ontbreken daarvan?
bestuurssecretaris Syndion
15
Meer dan 16
Pilot ‘hostmanship’ binnen Syndion
Door Mirjam Rinzema
“Alle medewerkers van Syndion vinden de visie in hun werk belangrijk. Niet de woorden, maar de uitvoering ervan. Toch heeft iedereen zijn eigen werkwijze. In de pilot ‘hostmanship’ worden ze zich daarvan bewust.” Aan het woord is Tamara Hoogesteger, clustermanager en projectleider Wmo bij Syndion. Zij kwam in contact met ‘hostmanship’ door een presentatie van een verpleeghuis dat met dit concept aan de slag was gegaan. “Die presentatie raakte me. De ‘Hostmanship Group’ is een organisatie die adviseert op het gebied van ‘gastheerschap’, als je het woord hostmanship letterlijk vertaalt. In hun visie is het succes van een organisatie afhankelijk van verbinding tussen mensen, goede samenwerking, betrokkenheid, trots en resultaten. Voor mijn gevoel past dit zo goed bij onze eigen organisatie. In de presentatie van het verpleeghuis herkende ik situaties. Ook daar gaat het om mensen, om de band tussen begeleider en cliënt en de manier waarop je die vorm geeft. Mensen maken een keuze in hoe zij dingen doen. Dit is bepalend is voor de relatie tussen cliënt en medewerker. Voelen zij zich ‘welkom’ bij elkaar? Dan stralen zij dat ook uit in hun gedrag naar elkaar toe.” Workshops voor begeleiders Tamara’s enthousiasme mondde uit in een pilot Hostmanship. 75 begeleiders uit twee clusters kwamen naar de workshops om zich in het onderwerp te verdiepen. “Eerlijk gezegd was niet iedereen vooraf er net zo enthousiast over als ik”, lacht Tamara, “maar dat had ik wel verwacht. Desondanks is er in de workshops veel gebeurd en hebben de deelnemers deze als zinvol ervaren. Dat hoorde ik terug van medewerkers, van de leider van de workshop en ik las het terug in de verslagen van de opdrachten die mensen mee hadden gekregen.” (zie ook de kadertjes bij dit artikel). “Zelf heb ik er ook van geleerd”, aldus Tamara. “Als leidinggevende ben ik immers ook dienstverlenend naar de begeleiders. In de workshop hoorde ik verschillende verbeterpunten voor mijn eigen keuzes en handelen. Het zijn vaak maar kleine dingen, die toch van groot belang kunnen zijn. Hoe
zorg ik ervoor dat de medewerkers zich gehoord voelen, zich welkom weten, zich gewaardeerd voelen? Een heel simpel voorbeeld: als leidinggevende ben je geneigd om de mensen waar ‘iets mee is’ (overwerkt, altijd te laat, vaak ziek, …) veel meer aandacht te geven dan de mensen bij wie het allemaal goed loopt. Dat gaat onbewust. Zodra je je daarvan bewust bent – en dat is het centrale punt van je werk doen vanuit de visie van hostmanship – maak je zelf een andere keuze. Ik kies er nu bewust voor om ook aandacht te geven aan collega’s bij wie het allemaal goed loopt.” Ook voor de begeleiders was de workshop vaak een eyeopener, of zelfs een openbaring. Tamara geeft een voorbeeld: “De deelnemers kregen een opdracht om in groepjes de stad in te gaan en bij een winkel om informatie te vragen over een product. Ik was van tevoren nogal sceptisch over die opdracht. De tijd was al zo kort, en nu moesten ze ook nog een heel uur op stap. Maar het resultaat was opzienbarend. Want ze ondervonden nu zelf hoe het is om een vragende partij te zijn. Hoe het is als een winkelier je niet gastvrij ontvangt, maar je bijvoorbeeld niet serieus neemt of totaal geen service biedt. En welke invloed dat op je heeft. Het omgekeerde gebeurde natuurlijk ook: dat er juist wel heel gastvrij gehandeld werd door het winkelpersoneel. Dat kan je hele dag goed maken. En niet alleen jouw dag, ook de winkelier ervaart door zijn eigen houding hoe plezierig het is om een klant goed te helpen. Het mes snijdt aan twee kanten.” Hostmanship in de praktijk Na de workshop gingen de begeleiders met deze extra bagage weer aan het werk. De praktijk is soms weerbarstig. Een cliënt is vaak afhankelijk van de dingen die een begeleider doet. En ook al zal een begeleider proberen om het te doen zoals hij denkt dat de cliënt het graag wil, je kunt ook voor dilemma’s komen te staan. Wat als de cliënt een andere
17
keuze maakt dan je zelf zou doen? Of die jij zelfs beoordeelt als ‘schadelijk’ voor de cliënt? Doe je het dan toch? Tamara: “Natuurlijk zijn er soms dilemma’s, maar ik geloof in wederkerigheid en verbinding leggen. Ook als je er niet uit komt, moet je toch blijven zoeken naar andere oplossingen. Vanuit twee kanten: de cliënt én de medewerker. Als je zelf ergens te gast bent, afhankelijk bent van iemand anders – denk aan de informatie die je van winkelpersoneel wilt hebben over een bepaald product – dan wil je ook gelijkwaardig behandeld worden. Het gaat vooral om bewustwording: als je je ervan bewust bent dat jouw keuzes en handelen bepalen hoe gerespecteerd de cliënt zich voelt, pas je die keuze en je handelwijze al aan. Dat is voor mij de waarde van hostmanship.” Over Hostmanship Hostmanship betekent de kunst om mensen het gevoel te geven dat ze welkom zijn. Het kan ten opzichte van iedereen in de praktijk worden gebracht. Of het nou om een bezoeker, een klant of een patiënt gaat: in de wereld van Hostmanship wordt iedereen beschouwd als een gast. Diensten die je verleent, verleen je vanuit het perspectief van de ander. Hierdoor krijgen de diensten een extra waarde, omdat de ontvanger zich hierdoor ‘welkom’ voelt, dat als prettig ervaart en dat ook weer uitstraalt naar de dienstverlener toe. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Hostmanship gaat uit van zes waarden, die met elkaar in verband staan: dienen, verantwoordelijkheid nemen, dialoog voeren, kennis hebben, zorgvuldigheid en het geheel zien. Hostmanship komt oorspronkelijk uit Zweden. Het is opgezet voor de toeristenbranche, maar langzamerhand is duidelijk geworden dat het concept past op vele, zo niet alle vormen van dienstverlening.
Uit de praktijk Na de workshop werd aan medewerkers gevraagd op te schrijven hoe het concept hostmanship invloed heeft op hun werk. Een paar citaten: “Ik besef elke keer weer dat ik iemands huis en privéruimte in stap en heb hier respect voor. Ik zal bijvoorbeeld altijd vragen of ik iets wel mag lezen of mag weten. Ik zal nooit in privé-spullen kijken of zoeken zonder toestemming, ook al zegt de cliënt dat je alles mag weten.” “De stelling: behandel de ander zoals de ander behandeld wil worden”, daar ben ik het voor een groot deel mee eens. Zolang het in het redelijke ligt, is dat het uitgangspunt. Maar het blijft ook een spanningsveld. Is de cliënt in staat om een goede (gezonde, veilige) keuze te kunnen maken?” “Voor mij is respect voor de cliënt de basis. Eén van mijn cliënten heeft afasie (is veel woorden vergeten of haalt woorden door elkaar). Ik zal altijd zoveel mogelijk proberen om te begrijpen wat hij vertelt. Ik neem er de tijd voor en wacht tot hij is uitgesproken. Ik vul het niet voor hem in. Soms neem ik contact op met werk, familie of netwerk om een verhaal te checken en te controleren of ik het begrepen heb. Het is erg belangrijk begrepen te worden en te weten dat de ander daar de tijd voor neemt.” “Na het ramenzemen ontdekte ik dat een ringetje van de vitrage bijna kapot was. Ik zei dat tegen de cliënt, maar die wist er niet goed raad mee. Ik bood aan om, als ik toch bij de bouwmarkt was, een nieuw ringetje voor haar mee te nemen. Dat lukte. De cliënt was hier helemaal blij mee.”
Een gewoon gezin 18 Ogen&Oren
Robin (5) heeft PDD-nos en
column van de Centrale Clientenraad Terug- en vooruitblik Een druk en bewogen jaar met veel veranderingen en gebeur-
Marc en Annemieke Schipper
uit Hendrik-Ido-Ambacht
tenissen… dat was 2012. Zo namen we afscheid van Aart Bogerd, die met pensioen ging. Omdat er nog geen nieuwe kandidaat was, werd een interim bestuurder aangetrokken, Hans de Graaf. Hij droeg per 1 september 2012 zijn functie over aan Harry Vogelaar. Als Centrale Cliëntenraad zijn wij nauw betrokken geweest bij de procedure, overigens evenals de Ondernemingsraad. Onze nieuwe bestuurder Harry Vogelaar kan zich goed vinden in de visie van Syndion. Als CCR zijn we daar erg blij mee. Ondanks de crisis moeten we - met de beschikbare middelen - blijven inzetten op het bieden van optimale zorg en dienstverlening. Alleen op die manier doen we recht aan onze visie. De Centrale Cliëntenraad (CCR) is de spreekbuis en het adviesorgaan van cliënten naar de bestuurder. We zijn als het ware de 'oren en ogen' van de cliënt en zien toe op de uitvoering van het beleid conform de visie van Syndion. De CCR vergadert regelmatig over zaken die van belang zijn voor cliënten en hun
vertellen hoe een logeergezin hen helpt. Hun thuissituatie is door
hun drie
kinderen met een beperking behoorlijk hectisch te noemen.
Toch moeten ze af en toe even op adem kunnen komen.
omgeving. We hebben overleg met de bestuurder en als dat nodig is met de Raad van Toezicht. We spreken dan over het beleid van Syndion. De CCR neemt ook deel aan andere overleggen waarin de belangen van cliënten aan de orde komen. In cliëntenraden wordt onder andere gesproken over onderwerpen als brandveiligheid, voeding, ondersteuningsplannen, huisregels (basisregels) en ARBO. Medezeggenschap staat bij Syndion hoog in het vaandel. In de nieuwe organisatiestructuur nemen de cliëntenraden dan ook weer een belangrijke plek in. Het plan voor die nieuwe medezeggenschapsstructuur is in de zomer van 2012 afgerond. Er zullen meer cliënten worden afgevaardigd naar de CCR, waardoor de ‘niet-officiële’ Raad zonder Naam aan het eind van dit jaar wordt opgeheven. In het eerste kwartaal van 2013 zal de nieuwe CCR dan zijn beslag krijgen. Eerst zullen er nog verkiezingen worden gehouden. En zo kunnen we ook weer uitkijken naar een boeiend nieuw medezeggenschapsjaar. Gerrit Dubbeldam, voorzitter Centrale Cliëntenraad
Iedere ouder kent het moment waarop het kookpunt bereikt wordt en je je kind graag even achter het spreekwoordelijke behang wilt plakken. Vaak is streng optreden genoeg of helpt het om de kleine een paar uurtjes elders onder te brengen. Als je kind door een beperking veel aandacht vraagt en voortdurend in de gaten gehouden moet worden, is dat een ander verhaal. En als er nog andere kinderen zijn die ook zorg en aandacht nodig hebben, moet er creatief naar oplossingen gezocht worden. Het gezin Schipper bestaat uit vader Marc, moeder Annemieke, Ivanka (9), Robin (5) en Thijn (3). Een hond en een poes maken het plaatje compleet. Het is een gewoon gezin met een ongewoon verhaal. De kinderen zijn alle drie te vroeg geboren en hebben een moeilijke start gehad. Dat zie je niet en voor een buitenstaander is ook niet direct te
met een ongewoon verhaal gaat elke maand een weekend logeren
merken dat bij de drie kinderen PDD-nos [zie kader] is vastgesteld. Ze krijgen snel te veel prikkels en reageren daardoor ook heftig op elkaar. Dat geeft spanning in het gezin. Om uit te leggen waarom ze onlangs voor een logeergezin kozen, gaan Marc en Annemieke terug naar de geboorte van hun tweede kind, zoon Robin. Er klopt iets niet, maar wat? Robin werd na een zwangerschap van 27 weken en een dag geboren in het Sofia Kinderziekenhuis, net geen kilo zwaar en 25 centimeter lang. Na zes dagen kreeg hij een longbloeding die hij ternauwernood overleefde. Hij werd geopereerd en daarna ging het bergopwaarts. Vier maanden na zijn geboorte mocht Robin naar huis. “Het was een rustig kindje, maar er vielen direct dingen op”, vertelt Annemieke.
Door Suzanne Doeleman
“Zo bonkte hij met zijn hoofd tegen zijn bedje, tegen de muur, tegen de vloer. Toen hij ouder werd, merkten we dat we hem niet konden sturen of iets aan konden leren. In fases waar andere kinderen overheen groeien, bleef hij steken. We konden hem niet alleen laten, dan deed hij de poes pijn of ging er iets stuk. Zijn spraak ontwikkelde zich traag en dat maakte communiceren heel moeilijk. En het leek alsof hij geen emoties voelde, geen diepgang had. We wilden hem zo graag helpen maar waren machteloos. Het was frustrerend voor hem en voor ons.” Dagbehandeling Medisch Kinderdagverblijf Dreumes Robin werd een peuter en het bonken met het hoofd werd erger. “We wilden weten wat er aan de hand was en kwamen via het Sofia Kinderziekenhuis terecht
19
20
Robin met zijn ‘logeerbroertje’
bij het Medisch Kinderdagverblijf in Dordrecht”, vertelt Annemieke. Daar ging Robin een jaar lang vier dagen per week naar de dagbehandeling. In een rustige omgeving werd aandacht besteed aan samenspelen, structuur, spraak en taal. Er werd met Robin geoefend op luisteren en ‘blijven’, dat wil zeggen: niet weglopen. De behandeling sloeg aan en het bonken met het hoofd stopte. Robin werd vier en moest naar school. “Maar Robin is Robin”, zegt Annemieke, “en hij kan niet op elke school terecht. Hij luistert niet en ziet in alles een uitdaging. Je moet heel duidelijk tegen hem zijn, één ding tegelijk vragen of zeggen en in steekwoorden praten.” Het werd een Cluster 2-school. Steeds hectischer Inmiddels was het gezin Schipper uitgebreid met zoon Thijn. Al snel maakten Marc en Annemieke zich zorgen over het effect van Robin op de ontwikkeling van zijn jongere broer. Annemieke aarzelt voordat ze het zegt: “Ik vind dit niet leuk om te zeggen, maar onze kinderen reageren sterk op elkaar,
op een negatieve manier. We komen vaak ogen en oren tekort en we kunnen ze niet met elkaar alleen laten. Je kunt je voorstellen dat het in huis na de geboorte van Thijn steeds hectischer werd. We hadden geen moment rust, geen tijd meer om op te laden. Vooral het gedrag van Robin belemmerde een normaal gezinsleven.” Marc vult aan: “Het emmertje werd steeds voller en stroomde regelmatig over. We zaten in een neerwaartse spiraal. Begin van dit jaar besloten we om Bureau Jeugdzorg om ondersteuning te vragen.” Sceptisch over een logeergezin Met de indicatie van Jeugdzorg die het gezin voor Robin kreeg, hebben ze meerdere soorten ondersteuning kunnen regelen. Twee keer per maand gaat Robin naar de zaterdagopvang van GGZ-instelling Yulius. Via Support op Maat hebben ze hulp van een mevrouw die wekelijks een paar uur met Robin komt spelen of hem even meeneemt. Toen Jeugdzorg tot slot opperde om Robin maandelijks een weekend te laten logeren, zetten Annemieke en Marc direct de
21
hakken in het zand. Hun lieve, drukke Robin? Uit logeren? Bij vreemden? “Dat zagen we helemaal niet zitten”, zegt Marc. “Het idee was om hem in een groep te laten logeren, op een zorgboerderij. Maar Robin is niet zo voorzichtig met dieren dus dat vonden we geen goed plan. Daarnaast bleek hij te jong voor een groep.” Annemieke zocht verder en vond via internet Syndion. Ze maakte een afspraak met Ellen, van het cluster Logeren van Syndion. “Toen Ellen langs kwam, waren we sceptisch”, zegt Marc. “Ik misschien nog wel meer dan Annemieke. Ik was bang dat een ander gezin Robin niet zou begrijpen, dat ze mee zouden kijken met onze opvoeding en er kritiek op zouden hebben.” ‘Gezocht: ouder echtpaar zonder kinderen’ Na het gesprek was er ruimte voor overdenking en na een week besloten Marc en Annemieke ondanks hun twijfel aan Ellen te vragen om een logeergezin te zoeken. “We mochten precies aangeven wat we wilden”, zegt Marc. “Ik dacht dat Syndion misschien tien gezinnen op een lijst had staan en dat de kinderen in volgorde toegewezen werden. Maar zo werkt het dus niet: men zoekt echt naar de beste match.” Marc en Annemieke vroegen om een ouder echtpaar zonder kinderen en huisdieren: hoe minder prikkels, hoe beter. Ze werden niet bepaald op hun wenken bediend, want na een paar weken belde Ellen op met de mededeling dat ze een goede match had gevonden: een stel met drie jonge jongens. Logeerouders winnen het vertrouwen Marc en Annemieke besloten op Ellens ingeving te vertrouwen. De beoogde logeerouders, Erik en Monique Kraaijeveld, kwamen op bezoek. Ellen kwam ook. Ze praatten over hun werk, gezin, opvoeding, normen en waarden, en over de vraag waarom het ene gezin een logeergezin zocht en het andere dat wilde worden. “Het was een prettig gesprek, maar een beetje oppervlakkig”, zegt Annemieke. “Dat was ook de bedoeling. Toen we na de wederzijdse bedenktijd aangaven door te willen met Erik en Monique, zijn we bij hen thuis geweest en dat was echt heel leuk.” Ze kregen een uitgebreide rondleiding en gingen mee naar boven toen de zoons (9, 7 en 4 jaar oud) naar bed moesten. Zo konden ze ook de kamer zien waar Robin zou gaan slapen. Hun vertrouwen werd gewonnen en er werden diezelfde avond data geprikt om Robin te laten wennen. Eerste keer uit logeren In korte tijd is Robin eerst een middag, toen een dag, daarna een nacht en toen een heel weekend bij de familie
Kraaijeveld geweest. Vooral die eerste nacht was spannend, voor zijn ouders althans. “Ivanka en Thijn waren bij mijn schoonouders dus wij waren voor het eerst in jaren een keer samen”, vertelt Marc. “Toen merkten we pas hoe zeer we dat nodig hadden. ’s Avonds hebben we na enig aarzelen toch even een sms’je naar Erik en Monique gestuurd om te vragen hoe het ging met Robin. Hij had het er heerlijk, met z’n logeerbroers en al hun speelgoed. Al met al hebben we het goed los kunnen laten.” Tegenwoordig blijven Ivanka en Thijn thuis als Robin gaat logeren. Logeergezin succes voor iedereen Robin is met open armen ontvangen door de familie Kraaijeveld en heeft er zijn draai gevonden. Er is begrip voor zijn stoornis maar hij wordt zo gewoon mogelijk behandeld. Zijn ouders vinden het belangrijk dat hij zich probeert te houden aan de regels die bij Erik en Monique gelden. Hij voelt zich er zo thuis dat hij de laatste keer zelfs zijn bord niet leeg wilde eten. Marc brengt Robin één keer in de maand op vrijdagavond voor het eten naar de familie Kraaijeveld en zij brengen hem zondag voor het eten weer terug. In de schoolvakanties logeert Robin er een paar dagen. Marc en Annemieke zijn tevreden over de begeleiding door Syndion. Ellen belt of mailt regelmatig om te vragen hoe het logeren gaat en of alles naar wens is. Aan ouders die zich afvragen of een logeergezin hen kan bieden wat ze zoeken, willen Marc en Annemieke iets meegeven. Annemieke: “Ga het aan, laat het op je afkomen. Ons is het honderd procent meegevallen en we zijn er erg blij mee. Het heeft duidelijk een positieve verandering gebracht voor Robin en voor ons gezin.” Marc knikt instemmend. “Het is lang niet zo eng als het lijkt. Tegen ouders die twijfelen zeggen we vol overtuiging: probeer het. Wij voelen ons er echt door gesteund.” PDD-nos staat voor Pervasive Developmental Disorder - Not Otherwise Specified, ofwel Pervasieve Ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven. Het is een groepsnaam voor symptomen die niet onder andere stoornissen te plaatsen zijn. PDD-NOS maakt deel uit van het autismespectrum. Juist omdat PDD-NOS een restgroep is kunnen verschillende kenmerken op de voorgrond staan, bijvoorbeeld die van autisme of ADHD.
Transparantie, onafhankelijkheid en zorgvuldigheid 22
Commissie seksuele intimidatie van Syndion behandelt lastig bespreekbare onderwerpen Door Inge van der Riet
Zo’n drie tot vier keer per jaar komen ze bij elkaar en als het moet vaker.
Dan acteren ze snel en adequaat om met elkaar de juiste acties te nemen. De commissie seksuele intimidatie behandelt onderwerpen die ons allemaal raken, maar die lastig zijn om gewoon over te praten. Tijd dus om in Synchroon wat meer te vertellen over de onderwerpen die zij bespreken, hoe ze werken en wie ze zijn. Seksuele intimidatie is altijd een thema geweest waar Syndion aandacht voor heeft. Sinds 2007 kennen we de eerste aandachtsfunctionaris. Sinds een paar jaar is de huidige commissie ingericht. “We hebben een prettige samenstelling in de commissie”, vertelt de voorzitter Trudy van Asch. “We werken samen met twee commissieleden die buiten Syndion werkzaam zijn. Piet Heikoop werkt bij de zedenpolitie Zuid-Holland Zuid. Vanuit zijn vakdiscipline adviseert hij ons en houdt hij ons ook scherp. Ook helpt hij bij vragen als: wanneer moeten we aangifte doen? Het kan voorkomen dat zijn advies gevraagd wordt in een zaak waar hij ook professioneel bij betrokken is. Uiteraard neemt een collega dan zijn zaak over, om te voorkomen dat er conflicterende belangen spelen.” Ook Diana van der Hoeven is lid van de commissie. Zij werkt als schoolmaatschappelijke werker op De Cirkel, een school voor zeer moeilijk lerende kinderen in Gorinchem. “Haar inbreng in de commissie is een mooie aanvulling op haar werk. Ze haalt haar deskundigheid direct uit de praktijk.” Trudy vervolgt: “We vinden het belangrijk om met mensen van buiten Syndion te werken. Het houdt ons scherp en we voorkomen struisvogelpolitiek. We staan voor transparantie, onafhankelijkheid en zorgvuldigheid. Onze samenstelling draagt daar aan bij.” Coby de Kroon, gedragskundige bij Syndion, vult aan: “Ik vind het persoonlijk erg belangrijk de transparantie te waarborgen.” “De gedragskundigen geven trainingen aan
medewerkers van Syndion rondom het herkennen van seksueel misbruik. Ook scholen we begeleiders op het gebied van seksuele ontwikkeling. Cliënten kunnen lichamelijk volwassen zijn, maar het verstandelijk niveau van een jong kind hebben. LVG-jongeren zijn een doelgroep met verregaande autonomie. Hun beperking maakt ze extra kwetsbaar. Dit vraagt om veel deskundigheid van de begeleiding en daar helpen we ze bij.” Bejegening De commissie heeft vooral te maken met onderwerpen als misbruik, bejegening en ongewenste intimiteiten. Veel vragen gaan over bejegening. Een paar voorbeelden: een cliënt heeft een voorbijganger op straat aangeraakt. Wat doe je? Of op een woonlocatie komt die buurman net iets te vaak binnen bij een cliënt. Of als begeleider kom je binnen op de kamer van een cliënt die net naar porno zit te kijken. Allemaal lastige vragen, waarop een goed antwoord niet zomaar te geven is. Coby zegt: “We proberen hier zoveel mogelijk informatie voor te geven en in te adviseren richting clustermanagers. Anderzijds bespreken we vooral de grensgebieden, waarbij vaak sprake is van bijzonder gedrag. Ontvangen we een vraag of signaal dan willen we altijd dat mensen het gevoel krijgen dat ze gehoord zijn en dat er recht aan gedaan wordt.”
23 Werken als gids Ze vervolgt: “Bij het doen van een melding moet je sowieso niet het gevoel krijgen dat je beschuldigd wordt. De commissie bepaalt de waarheid niet, maar wij adviseren en ondernemen actie om het juiste proces te bewandelen. Eigenlijk zijn we een soort gids. Justitie bepaalt wat wel en niet mag en wat de meest zuivere weg is. Daar gaan wij niet over. Wij kijken samen met een clustermanager of begeleider naar vragen als: hoe loopt de communicatie, welke kennis heb je en welke kennis heb je nodig? Wie moeten er geïnformeerd worden? Met elkaar maken we een plan van aanpak. Een situatie zelf kan vaak al complex zijn. De communicatie daar omheen is daarbij van cruciaal belang en dan helpt het om wat afstandelijker, zonder teveel emotie, naar het voorval te kunnen kijken. Dat is een belangrijke rol die de commissie vervult.” De regie en de verantwoordelijkheid voor het aanpakken van ongewenste situaties liggen zoveel mogelijk bij de locatie. De begeleiders hebben daarin een behoorlijk belangrijke taak; van hen wordt verwacht dat ze de signalen herkennen. Daarvoor hebben ze vaardigheden nodig, die zo breed mogelijk ontwikkeld zijn. De Commissie Seksuele Intimidatie draagt hieraan bij, bijvoorbeeld door het uitreiken van de ‘signalenkaart’ aan alle locaties. Hierop staan signalen die kunnen wijzen op seksuele intimidatie. De commissie heeft niet alleen een adviserende, maar ook een signalerende rol naar de organisatie. Syndion moet goed toegerust zijn om in een open dialoog het onderwerp te kunnen bespreken en de juiste stappen te nemen als dat nodig is. Daarbij wil de commissie laagdrempelig zijn. Trudy: “We willen de taboesfeer rondom dit onderwerp doorbreken. Zo kunnen we de weerbaarheid van onze cliënten versterken en expertise op de werkvloer
brengen maar ook het onderwerp met elkaar bespreekbaar maken.” Meerwaarde De commissie schakelt wanneer dit nodig is ook externe deskundigheid in. Er zijn contacten met verschillende deskundigen, maar er wordt ook regelmatig overlegd met collega organisaties. “Je kunt veel van elkaar leren en voor elkaar betekenen. Mensen van justitie geven ons bijvoorbeeld meer uitleg over rechten en de wetgeving, terwijl wij hen kunnen adviseren over manieren hoe je omgaat met mensen met bijvoorbeeld bijzonder gedrag. Deze externe deskundigheid is voor ons een echte meerwaarde!”, aldus Coby.
Trots “We acteren snel en dat is iets waar we trots op zijn. We hebben bijvoorbeeld een gebeurtenis meegemaakt waarbij we op vrijdagmiddag werden gebeld. De beschrijving van de case hebben we in de commissie snel gedeeld en direct hebben we elkaar
gesproken. Vervolgens hebben we de korte termijn acties ingezet. En wat later zijn we samen met de clustermanager gaan zitten om te kijken welke beslissingen we op lange termijn moesten nemen. Samen hebben we gekeken naar het proces en naar de te stellen prioriteiten. En uiteraard adviseerden we over het communicatieproces. Terug kijkend op dit verhaal hebben we allemaal in de commissie samen met de clustermanager heel snel gehandeld. En dit is ten goede gekomen van alle betrokkenen. Dan kijk je achterom en zijn we toch best een beetje trots. Voor 2013 hebben we geen specifieke acties benoemd. Maar we willen elkaar
Commissie seksuele intimidatie van Syndion
scherp houden en ervoor zorgen dat de drempel vervaagt. Iedereen moet eigenlijk weten dat we altijd bereid zijn om mee te denken!”, zo beëindigen we dit gesprek met de mensen van deze commissie.
DiSyn is een cadeauwinkel met een hout- en keramiek-atelier. In de winkel verkopen wij producten die door Syndion-medewerkers gemaakt zijn. Alle producten worden door mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking gemaakt.
Ben je toevallig een keertje in de buurt, kom dan gerust even binnen kijken. Wij zijn gevestigd in het hart van Culemborg. Kom je met de auto en heb je navigatie, toets dan Lange Meent in, dan kom je op het parkeerterrein vlakbij de Ridderstraat.
DiSyn • Ridderstraat 4 • 4101 BK Culemborg • 0345-524203 Openingstijden maandag t/m vrijdag 9.00-16.00 uur
Wij hebben voor u een breed assortiment van smakelijke producten, op ambachtelijke wijze bereid, variërend van een “koekje bij de koffie”tot een heerlijke feesttaart.
Probeer nu onze overheerlijke Hazelnootschuimvlaai Tegen inlevering van deze advertentie van ¤ 12,-voor maar
¤ 9,95
In deze professionele bakkerij worden allerlei soorten banket gemaakt. Bij de bakkerij is een bakkerswinkel voor particuliere verkoop. De producten worden ook verkocht aan bedrijven en instellingen, op markten en braderieën. Ook wordt er geleverd op bestelling. Openingstijden woensdag t/m vrijdag van 11.00-16.00 uur (overige werkdagen wel telefonisch bereikbaar om b.v. bestellingen door te geven).
Bakkerij Syn in Zoet • Marinus Spronklaan 65a 4205 CG Gorinchem • 0183-353108