SWS De Lispeltuut Alkmaar
SCHOOLGIDS 2013-2014
SWS de Lispeltuut Alkmaar
SCHOOLGIDS 2013-2014 Voorwoord Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenspraak met alle leerkrachten en het bestuurssecretariaat en is goedgekeurd door de medezeggenschapsraad van onze school. De schoolgids is o.a. gebaseerd op het schoolplan, waarin is vastgelegd hoe het onderwijs is vormgegeven, welke beleidsaspecten de komende jaren speerpunt zijn en op welke wijze het gevoerde beleid wordt geëvalueerd. Het schoolplan en de daaraan gerelateerde protocollen liggen op de school ter inzage. Met deze schoolgids, bedoeld voor ouders, die nu kinderen hebben op onze school en voor ouders van toekomstige leerlingen, willen wij: u zo goed en uitgebreid mogelijk informeren, waardoor een verantwoorde schoolkeuze kan worden gemaakt. onze manier van werken verantwoorden en de behaalde resultaten kenbaar maken. De schoolgids bestaat uit twee delen: een schoolspecifiek gedeelte een gedeelte SAKS-SKB Het schoolspecifieke deel geeft informatie over onze school en het gedeelte SAKSSKB informeert u over de Stichting Alkmaarse Katholieke Scholen en de Stichting Katholiek Basisonderwijs (SAKS-SKB), waarvan onze school onderdeel is. In dit gedeelte vindt u informatie over en regelingen geldend voor alle scholen ressorterend onder het bestuur SAKS-SKB. In de kalender, die jaarlijks aan de kinderen wordt meegegeven, zijn die onderdelen opgenomen, die veelal gelden voor één schooljaar. De Lispeltuut is een samenwerkingsschool van het Alkmaarse katholieke en openbare basisonderwijs. Dit wil zeggen dat beide schoolbesturen (SAKS en Ronduit) verantwoordelijk zijn voor de Lispeltuut. Wij hopen dat de schoolgids u adequaat informeert en een positieve bijdrage levert aan het maken van de juiste schoolkeuze van toekomstige leerlingen. Natuurlijk bent u altijd van harte welkom op onze school en zijn wij graag bereid u nader te informeren.
2
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord 1.
Inleiding
2.
Onze school 2.1 Geschiedenis 2.2 Missie en visie 2.3 Doelen van het onderwijs 2.4 De onderwijsvorm 2.5 Onderwijstijd
3.
Het onderwijs 3.1 Vakken en methodieken 3.2 Actief burgerschap, sociale integratie en veiligheid 3.3 Informatie en communicatietechnologie 3.4 Onderwijs op maat 3.4.1 Aanname beleid 3.4.2 Onderwijs aan het jonge kind 3.4.3 Verlengen en versnellen 3.4.4 Kinderen met extra zorg Het stellen van een diagnose Het hulptraject Dyslexie Kinderen met leerling gebonden financiering Informatie uitwisseling tussen ouders en school 3.4.5 Het zorgteam 3.4.6 Verwijzingen 3.4.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs Uitstroomgegevens schooljaar 2012 - 2013 Het onderwijskundig eindrapport
4.
School en veiligheid 4.1 Incidentenregistratie
5.
De opbrengsten van het onderwijs 5.1 Opbrengstgericht onderwijs 5.2 Het leerlingvolgsysteem 5.3 Resultaten in een meerjarig perspectief 5.4 Benchmarking 5.5 Tussenopbrengsten groepen 3-6 en eindopbrengsten groep 8 schooljaar 2012 - 2013 5.6 Evaluatie schooljaar 2012-2013 5.7 Plannen voor het schooljaar 2013-2014 3
6.
De ouders 6.1
6.2 6.3
Informatie naar de ouders 6.1.1 Ouderavonden 6.1.2 Rapportage Leerling-dossier Toetsresultaten leerlingvolgsysteem 6.1.3 Ouderbijdrage De activiteitencommissie De medezeggenschapsraad
7.
Afwezigheid door omstandigheden 7.1 Leerkracht 7.2 Leerling
8.
De zorg voor de kwaliteit 8.1 Planning en beleid 8.2 Trendanalyse 8.3 Professionalisering
9.
Overblijfregeling en opvang
10.
De organisatie SAKS-SKB 10.1 Buitengewoon verlof 10.2 Sponsoring 10.3 Klachtenregeling 10.4 Schorsen en verwijderen 10.5 Verzekeringen
Formulier vaststelling en instemming medezeggenschapsraad
4
1
Inleiding De Lispeltuut is een samenwerkingschool met een veelvormigheid aan levensbeschouwingen. Dit betekent, dat wij op onze school niet alleen bezig zijn met louter cognitief leren. Wij bieden kinderen de kans ervaringen uit hun leefwereld aan de orde te stellen. De kinderen worden uitgenodigd deze ervaringen te beschrijven, te verhelderen en met elkaar te bespreken. Dan worden ervaringen waardevol en kunnen er nieuw relevante vaardigheden en inzichten ontstaan. Op de Lispeltuut vinden we waarden als zelfontplooiing, verantwoordelijkheid, openstaan voor ieders mogelijkheden, onderlinge ondersteuning en het bespreekbaar maken en oplossen van conflicten, belangrijk. Onze school wordt tevens gekenmerkt door een professionele schoolcultuur. Een schoolcultuur, mede gebaseerd op waarden en normen vanuit een katholieke traditie, waarin naast het opdoen van kennis en het leren van vaardigheden een attitude herkenbaar is, waarbij respect, luisteren en zich kunnen verplaatsen in anderen belangrijke elementen zijn.
2
Onze school 2.1 Geschiedenis De Lispeltuut is opgericht in 2001 in de wijk Vroonermeer-Zuid, als een samenwerkingsschool van het Alkmaarse katholieke en openbare basisonderwijs. Dit wil zeggen dat beide schoolbesturen (SAKS en Ronduit) verantwoordelijk zijn voor de Lispeltuut. De eventuele ontwikkeling van de wijk Vroonermeer-Noord kan ertoe leiden dat er een tweede school gebouwd gaat worden in de wijk Vroonermeer. In dat geval kan besloten worden dat De Lispeltuut een katholieke school wordt en de te stichten school in Vroonermeer-Noord een openbare school. 2.2 Missie en visie en identiteit “De Lispeltuut is een school die haar leerlingen uitdaagt tot leren” De school wil bereiken dat elk kind de kennis en vaardigheden verwerft en ontwikkelt die een voorwaarde zijn om een sociaal, creatief en weldenkend mens te worden in een hedendaagse wereld. Wij streven dit na door een veilige, kindvriendelijke sfeer in school en binnen de groepen te creëren. Goed klassenmanagement en bevordering van de professionalisering van de leerkracht zijn daarbij van belang. Wij hebben hoge verwachtingen van kinderen en vertrouwen dat kinderen en ouders dat van ons hebben. Wij willen onderwijs geven waarbij kinderen geprikkeld worden om actief te zijn als ze bij ons op school zitten, maar ook in hun verdere leven. 5
“Wij streven een brede ontwikkeling na voor de leerlingen op sociaal, emotioneel, cognitief, creatief, cultureel, levensbeschouwelijk en motorisch gebied”. De sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling krijgen op onze school de meeste aandacht omdat we het zien als basis voor verdere ontwikkeling. De belangrijkste voorwaarden om tot ontwikkeling te komen zijn ons inziens dat de kinderen voelen dat ze welkom zijn en dat de school een veilige plek is om zich te kunnen ontwikkelen. Wij gaan ervan uit dat een kind zich veilig voelt wanneer het weet dat het gewaardeerd wordt door de mensen om hem heen (relatie), wanneer het vertrouwen heeft in het eigen kunnen (competentie) en wanneer het weet dat het dingen zelfstandig kan doen (autonomie). Wij zijn van mening dat een kind competent is wanneer het kind vanuit het vertrouwen in het eigen kunnen, nieuwe dingen wil leren en wanneer het optimaal presteert in relatie tot de eigen kwaliteiten en capaciteiten. We spreken hoge verwachtingen uit naar kinderen opdat zij zich gestimuleerd voelen zich blijvend te ontwikkelen. We versterken deze ontwikkeling door overdracht van kennis, door het aanleren van leerstrategieën en door hen te leren reflecteren. Op die wijze willen we dat kinderen zich ontwikkelen tot ondernemende, nieuwsgierige, creatieve en verantwoordelijke personen. Wij willen kinderen leren dat ieder mens uniek is en dat ieder mens kwaliteiten heeft. Dat zij oog krijgen voor de eigen kwaliteiten en die van anderen, opdat ze durven zijn wie ze zijn en constructieve relaties kunnen aangaan met de mensen om hen heen. Wij zijn van mening dat een kind actief is, wanneer het kind gepaste initiatieven neemt binnen individuele en groepsactiviteiten. Wij zien dat kinderen actief worden en blijven wanneer zij zich betrokken voelen bij het aanbod en wanneer zij successen ervaren. Wij bieden hen zoveel mogelijk uitdagende levensechte onderwijsactiviteiten. Wat betekent dat voor de leerkrachten? De ontwikkeling van leerlingen voltrekt zich niet autonoom: De leerkrachten van de Lispeltuut willen de kinderen uitdagen tot leren. Zij zijn betrokken bij de leerlingen en zijn gemotiveerd in hun werk. De leerkrachten kijken en luisteren naar leerlingen en nemen hen serieus. De begrippen relatie, competentie en autonomie gelden ook voor de leerkrachten. De leerkracht wil zijn talenten gebruiken en streeft naar ‘Meesterschap’
6
Wat betekent dit voor de ouders? Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de ontwikkeling voor de kinderen. Samenwerking met de ouders vinden wij belangrijk. We hebben immers een gemeenschappelijk doel: de ontwikkeling van het kind. De school wil vanuit de katholieke traditie kinderen in aanraking brengen met levensbeschouwelijke verdieping, uitgaande van hun eigen levensvragen en ervaringen. Kinderen komen in aanraking met Bijbelse verhalen. Op school wordt er jaarlijks een kerst- en paasviering gehouden. De Lispeltuut wil graag een bijdrage leveren aan de dialoog met mensen uit andere godsdienstige en levensbeschouwelijke oriëntaties. De school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun culturele, godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond. 2.3 Doelen van het onderwijs Op de Lispeltuut willen we aansluiten bij de verschillende mogelijkheden van ieder kind. Het kind staat centraal en we willen voortbouwen op de aanwezige talenten. Het geven van kwalitatief goed onderwijs is daarbij een voorwaarde waarbij we rekening houden met een balans tussen kennis, sociaalemotionele ontwikkeling, bewegen en creativiteit. De Lispeltuut is een afspiegeling van de maatschappij. De maatschappij is voortdurend in beweging en als school willen we hierop inspelen. Samen met de ouders willen we er voor zorgen dat onze leerlingen opgroeien tot mondige, zelfbewuste en zelfstandige volwassenen. De kerndoelen, zoals geformuleerd door het ministerie van onderwijs, zijn daarbij onze leidraad. 2.4 De onderwijsvorm De leerkrachten werken in groep 1 en 2 in heterogene groepen en proberen aan te sluiten bij het niveau van het kind. Er wordt thematisch gewerkt. Het is van groot belang dat kinderen vrij zijn van emotionele belemmeringen, zelfvertrouwen hebben en nieuwsgierig zijn. Kinderen hebben een brede ontwikkeling nodig. Onder brede ontwikkeling verstaan wij dat kinderen: actief zijn, initiatieven kunnen nemen, communiceren, samen maar ook zelfstandig kunnen spelen en werken, creatief zijn, de wereld verkennen, reflecteren op eigen gedrag, redeneren en problemen oplossen. Van deze eigenschappen maken de leerkrachten gebruik. Zij zorgen voor een rijke, uitdagende leeromgeving en bieden zoveel mogelijk activiteiten aan die dicht bij de mogelijkheden van het kind liggen, met inhouden die aansluiten op hun dagelijkse werkelijkheid. De activiteiten zijn verbonden aan thema’s die zoveel mogelijk aangeboden worden door middel van: spelactiviteiten, onderzoeksactiviteiten, reken-/wiskundige activiteiten, lees-/schrijfactiviteiten en gespreksactiviteiten. In de dagelijkse praktijk ziet u dit ondermeer door steeds wisselende spel- en speelhoeken. De leerkrachten werken bewust aan ontwikkeling van spel. Het rollenspel neemt een belangrijke plaats in. De kinderen kunnen de activiteiten zelf kiezen of zij worden hiervoor uitgenodigd, afhankelijk van de bedoeling van de leerkracht. De individuele instructie of de instructie met een klein groepje vindt in de groepen 1 / 2 plaats in de kleine kring. In de kleutergroepen wordt gewerkt met de methode ‘Kleuterplein’.
7
De uitgangspunten van het ontwikkelingsgericht onderwijs zoals het beschreven staat bij groep 1 en 2 worden ook regelmatig toegepast in de overige groepen, zoals tijdens de Gave-middag. Er wordt dan door verschillende groepen gebruik gemaakt van een talent van een leerkracht. In de groepen wordt klassikaal-, groeps- en individueel onderwijs aangeboden. De verwerking gebeurt individueel of in samenwerking met andere leerlingen, afhankelijk van inhoud, werkwijze en methode van het vak- of vormingsgebied. Tijdens het zelfstandig werken leren de kinderen om aan de opdrachten van de weektaak te werken die meerdere opdrachten omvat. Er wordt in het leerstofaanbod rekening gehouden met de verschillen tussen de leerlingen en gestreefd om zoveel mogelijk onderwijs op maat aan te bieden. In de groepen 6 t/m 8 houden alle leerlingen een boekbespreking, een nieuwskring en een spreekbeurt. De lessen worden waar mogelijk ondersteund door computerprogramma’s. De individuele instructie of de instructie met een klein groepje vindt in de groepen 3 t/m 8 plaats tijdens de herhaalde instructie aan de instructietafel of indien mogelijk door een leerkracht of een student die de leerling extra ondersteuning geeft. De onderwijsassistent biedt hulp binnen de klas. Ook voor de beter presteerders is er extra uitdagend lesmateriaal. De school is verdeeld in 3 units: Unit 1 bestaat uit de groepen 1 en 2 Unit 2 bestaat uit de groepen 3,4 en 5 Unit 3 bestaat uit de groepen 6,7 en 8
2.5 Aantal leerlingen, de groepen en de gemiddelde groepsgrootte We verwachten op 1 oktober 2013 rond de 390 leerlingen te tellen. Bij aanvang van het schooljaar is de gemiddelde groepsgrootte ruim 24. De kinderen zijn verdeeld over 16 groepen: Hoofdgebouw: 4 groepen 1/2 2 groepen 3 2 groepen 4 1 groep 4/5
Dependance: 1 groep 5 2 groepen 6 2 groepen 7 2 groepen 8
2.6 Onderwijstijd Binnen de Lispeltuut gelden de volgende lestijden: 08.45 uur tot 12.15 uur en van 13.30 uur tot 15.30 uur (maandag, dinsdag,donderdag en vrijdag). Op woensdag is dit van 08.45 uur tot 12.30 uur. Dit levert een week op van 25,75 uur. De totale lestijd over een schooljaar bedraagt voor alle groepen 940 uur. Hiermee wordt aan het einde van de basisschool een totaal van 7520 uur bereikt.
8
Vakgebied
Groep 1 - 2
Lezen
Groep 3 - 4
Groep 5 - 6
Groep 7 - 8
11¼ uur (3)
6 uur (5)
2 ¾ uur
5 ¼ (4)
2¾ uur (6)
Taalactiviteiten
5 ½ uur (5) 4½ uur
Schrijven
6 ½ uur (4)
6 uur (6)
1 ¼ uur (3)
½ uur
6 uur
½ uur
1 uur (4) Engels
1 uur
Rekenen en wiskunde
1 uur
5 uur
5 uur
5 uur
Bewegingsonderwijs/pauze
3 ¼ uur
3 ¼ uur
3 ¼ uur
3 ¼ uur
Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling
5 uur
Oriëntatie op jezelf en de wereld
1 ½ uur
1 uur
2 uur (5)
3 uur
Catechese & Vreedzame school
1 uur
3 uur 1 ½ uur
½ uur
½ uur
½ uur
¾ uur (6)
¾ uur
2 uur (3)
1 ½ uur (5)
3 uur
1 ¾ uur (4)
3 uur (6)
25 ¾ uur
25 ¾ uur
Topografie 9
½ uur
ontwikkelingsmateriaal Totaal
1 uur
1 uur
Verkeer
Expressievakken/
1 ½ uur (5)
25 ¾ uur
25 ¾ uur
3 Het onderwijs 3.1 Vakken en methodieken U vindt in dit hoofdstuk een beknopte beschrijving over de leergebieden, de verschillende activiteiten en de methodes die we hanteren. Voor een meer uitgebreide beschrijving verwijzen we naar het schoolplan. Voor onze school geldt dat de toetsing, behalve de methodegebonden toetsing ook de methodeonafhankelijke CITO toetsing omvat. In een vooraf vastgestelde periode (meestal januari en juni) vindt deze toetsing door de hele school plaats. Taal/ lezen Vanaf het begin van de kleuterperiode besteden wij veel aandacht aan geletterdheid, mondelinge taalvaardigheid en woordenschat door veel interactief voor te lezen in kleine groepen, door samen prentenboeken te lezen en te bekijken en door gesprekken in de kleine kring te houden. We maken gebruik van boekenhoeken, thematafels en lettermuren/kasten. Daarnaast
9
wordt gericht gewerkt aan het fonemisch bewustzijn (letterkennis, hakken en plakken). We maken hierbij gebruik van de methode ‘Kleuterplein’. In groep 3 werken we met de methode voor aanvankelijk lezen ‘Veilig leren lezen’. In groep 4 en 5 wordt structureel aan voortgezet technisch lezen gewerkt met gebruikmaking van de methode Estafette. Voor het begrijpend- en studerend lezen wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Goed Gelezen’ en van actuele teksten van ‘Nieuwsbegrip’. De school beschikt over een uitdagende collectie kinderboeken die de leesattitude bevordert. Voor de overige talige activiteiten zoals stellen en spellen wordt met ‘Taaljournaal’ gewerkt. Rekenen In de groepen 1 en 2 wordt het voorbereidend rekenen verwerkt in de grote en kleine kringactiviteiten, spelactiviteiten en tijdens het werken met ontwikkelingsmaterialen en zo nu en dan werkbladen. Dit wordt concreet ondersteund door materialen van ‘Kleuterplein’. De groepen 3 t/m 8 werken met de realistische reken- en wiskundemethode ‘Pluspunt’. We werken in drie groepen; een basisgroep, een instructiegevoelige groep (verlengde instructie van de basisstof) en een groep die weinig instructie op het basisaanbod nodig heeft. De laatste groep werkt met een routeboekje (aan de hand waarvan de basisstof compact aangeboden wordt) en extra uitdagend rekenmateriaal. Bij rekenen gaat het niet alleen om het goede antwoord maar vooral om de strategieën. Sterke rekenaars doorlopen de stof versneld en hebben zo meer tijd over voor verrijking. Engels In de groepen 7 en 8 wordt het vak Engels gegeven. Er wordt daarbij gebruik gemaakt van de methode ‘Hello World’. Deze methode geeft de mogelijkheid om met zowel groep 7 als groep 8 op verschillend niveau met dezelfde basisstof bezig te zijn. Wereldoriënterende vakken In de groepen 1 en 2 wordt thematisch gewerkt. Uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen. Dit betekent bij voorkeur niet uitsluitend kijken, maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, betasten en luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundige gebeuren. Het kind leert het zien van oorzaak en gevolg en het verovert de taal als communicatiemiddel. Er wordt veel levensecht materiaal gebruikt en er worden themacollecties van de bibliotheek geleend. De leerkrachten van deze groepen bepalen gezamenlijk hun rooster met betrekking tot de thema’s.
10
De groepen 3 t/m 8 werken met de methoden “Wereld van Verschil”, “Bij de Tijd” en “Natuniek”, aangevuld met o.a. lesbrieven en het aanbod van de schooltelevisie. Catechese De school werkt met de projecten uit ‘Hemel en Aarde’, kinderbijbels en kinderboeken. In de wereldoriënterende methode wordt ook uitgebreid aandacht geschonken aan de wereldreligies. Bewegingsonderwijs Hier valt onder het onderwijs in bewegen, de zintuiglijke en lichamelijke oefening. De groepen 1 en 2 krijgen dagelijks 2x bewegingsonderwijs. Dat gebeurt in de speelzaal, buiten of in de gymzaal. Een bewegingsles bestaat uit een spelles, circuitles met groot materiaal of uit een dansles. Voor de groepen 3 t/m 8 wordt de methode ‘Basislessen Bewegingsonderwijs’. Tekenen en Handvaardigheid Het onderwijs is er op gericht dat kinderen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens en waarnemingen op een persoonlijke manier kunnen weergeven in werkstukken. Het streven is erop gericht dat de kinderen oog krijgen voor kunst, gebouwen, interieurs e.d. Er worden gevarieerde opdrachten aangeboden vanuit de werkelijkheid en de fantasie. De kinderen leren te werken met verschillende materialen en technieken. Er wordt gebruik gemaakt van de methodes ‘Handvaardig/ Textielvaardig/Beeldvaardig’, ‘Tekenen moet je doen’ en ‘Handvaardig moet je doen’. De Lispeltuut kent verder de zogenaamde ‘Gave Middag’. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 tekenen hierbij in op een cursus die gedurende een aantal middagen wordt gegeven door een van de leerkrachten. De afronding vormt een presentatie aan de ouders. Muziek en drama Bij het muziekonderwijs onderscheiden we een vijftal gebieden: muziek maken (zingen en het gebruik maken van instrumenten), het luisteren naar muziek, het bewegen op muziek, het vastleggen van muziek en het praten over muziek. Voor ons muziekonderwijs maken wij gebruik van de methodes ‘Muziek moet je doen’ en ‘Eigen-wijs’. Naast drama activiteiten in de klas, wordt er regelmatig voor publiek opgetreden in de Arena van de school, o.a. bij ‘Breek de week’. Cultuureducatie Onze school is aangesloten bij Cultuur Primair. Artiance, het centrum voor Kunsten in de gemeente Alkmaar, zorgt ervoor dat de kinderen tijdens hun basisschoolperiode een ontdekkingsreis maken door de wereld van de kunst en cultuur. De kinderen komen in aanraking met muziek, beelden, dans, theater, film, boeken en gedichten. Ook wordt er aandacht geschonken aan het erfgoed van de gemeente.
11
3.2 Actief burgerschap, sociale integratie en veiligheid Om actief, maar ook kritisch te kunnen deelnemen aan de samenleving zijn specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk. Het gaat hierbij onder andere om het accepteren van de verscheidenheid tussen mensen, wederzijdse tolerantie en zorg voor de omgeving. Op de Lispeltuut werken we met het programma ‘De Vreedzame School’ (www.devreedzamschool.nl). Actief burgerschap en sociale integratie is overigens geen apart vak, maar is geïntegreerd in het totale onderwijsaanbod (waaronder catechese). Actief burgerschap en sociale integratie hebben consequenties voor omgang tussen leerlingen en leraren en vormen de basis voor het veiligheidsbeleid. Pestgedrag, discriminatie en intimidaties worden niet getolereerd. Gedragsregels, protocollen, waaronder het anti pestprotocol ondersteunen dit streven. Ook bij het verkeersonderwijs gaat het om veiligheid. We gebruiken hiervoor de methode “Wijzer door het verkeer” en het aanbod van ANWB ‘Streetwise’. De leerlingen van groep 7 nemen deel aan het landelijk verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland. 3.3 Informatie en communicatietechnologie Het team van de Lispeltuut is zich ervan bewust dat het onderwijs efficiënter en aantrekkelijker wordt met de inzet van ICT. De hele school is inmiddels voorzien van touchscreens en digitale schoolborden. De communicatie met de ouders verloopt sinds 2013 via Digiduif. Begin schooljaar 2013-2014 wordt een nieuwe schoolsite in gebruik genomen. Verder blijven we inzetten op inzet van educatieve software in de lessen en het verhogen van de mediawijsheid van onze leerlingen. 3.4 Onderwijs op maat Kinderen in Nederland zijn op vijfjarige leeftijd leerplichtig. Een kind moet dan ook op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag naar school. Als een kind bijvoorbeeld in maart vijf jaar wordt, moet het op 1 april van dat jaar naar school. Bijna alle kinderen in Nederland gaan al op hun vierde jaar naar school. Net voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt hij of zij de gelegenheid om maximaal vijf ochtenden onze school te bezoeken. Voor kinderen met bijvoorbeeld een taalachterstand, omdat zij bijvoorbeeld thuis een andere taal spreken, bestaat de mogelijkheid om vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar deel te nemen aan programma ’s voor voorschoolse educatie. 3.4.1 Aanname beleid Alle kinderen zijn op onze school welkom, mits de visie van onze school wordt onderschreven en kinderen niet worden uitgezonderd van schoolactiviteiten. Toch kan het voorkomen, dat wij kinderen op onze school niet adequaat kunnen begeleiden of dat de individuele begeleiding door de groepsleerkracht bij een toenemend aantal leerlingen geen garantie meer is voor goed onderwijs. In deze gevallen zullen wij aan de ouders alternatieven voor een meer adequate begeleiding aanreiken. 12
3.4.2 De zorg voor het jonge kind Na het kennismakingsgesprek met de schoolleiding en het rondkijken op school volgt de aanmelding van uw kind. Wij vinden het van belang daar even de tijd voor te nemen. Wij willen graag naast de officiële gegevens, ook informatie over het kind zelf, zodat de overstap naar de basisschool zo goed mogelijk kan worden gemaakt. Ruim voor de 4e verjaardag krijgt u van ons een uitnodiging voor het kennismakingsgesprek waarin data voor de wendagen, de echte eerste schooldag worden afgesproken. Kleuters die na de zomervakantie komen wennen niet van tevoren. De eerste keer dat uw kind naar de basisschool komt om te wennen blijft u er, natuurlijk, een poosje bij. Als het goed gaat is een kort, duidelijk, afscheid nemen met de mededeling wanneer u er weer bent, voldoende. De leerkracht houdt uw kind nauwlettend in de gaten en zal u zeker waarschuwen als het toch niet zo gemakkelijk gaat. Samen bedenkt u dan een oplossing voor de volgende stap. Na een aantal weken volgt een gesprekje om samen te kijken of de groei in de basisschool goed verloopt. We hebben ervoor gekozen om bij de kleuters te werken met heterogene groepen. Oudste en jongste kleuters zijn bij ons gemengd. Het voordeel hiervan is dat kinderen elkaar op een goede manier kunnen stimuleren. De ouderen zijn een voorbeeld voor de jongeren, die hierdoor sneller wennen aan de gewoontevorming en de regelmaat, maar ook door te kijken naar het werk van de ander leren zij veel. De oudste kleuters leren de jongste kleuters ook te helpen in allerlei situaties. In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema's. Aan het begin van een dergelijk thema ontvangen de ouders een ouderbrief waarin o.a. het thema voor de komende periode staat, maar waarin ook vermeld staat waar de komende periode aandacht aan wordt besteed. De gekozen projecten worden opgebouwd volgens de principes van basisontwikkeling. Hierbij is het belangrijk dat kinderen in uitdagende hoeken allerlei verschillende ervaringen opdoen. De wisselhoek in de klas is een vaste plek binnen het lokaal dat met elk thema een gedaantewisseling ondergaat. Zo kunnen kinderen door te werken met de materialen uit de hoek proberen de realiteit na te bootsen, hun fantasie leren ontwikkelen en nieuwe ervaringen leren opdoen. Het leren samenwerken en overleggen speelt in de themahoeken een grote rol. Voor de jongste kleuters ligt de nadruk op spelen. Bij de oudste kleuters heeft de leerkracht naast een observerende rol een iets meer sturende rol. Voor hen die er al aan toe zijn, zijn er in de hoeken uitdagende voorbereidende lees- , schrijf- , taal- en rekenonderdelen ondergebracht. Het is onze ervaring dat we kleuters in deze betekenisvolle omgeving de ruimte geven om emotioneel vrij te zijn. Hierdoor krijgen kinderen genoeg zelfvertrouwen om nieuwsgierig een volgende stap in hun ontwikkeling te maken. In een vertrouwde omgeving met een prettige sfeer kunnen kinderen vrij zijn om te communiceren, initiatief te nemen en zichzelf te uiten. In de kring, in de hoeken, buiten en in de speel- en gymzaal leren we kinderen allerlei vaardigheden zoals samenspelen,
13
zelfstandig werken, initiatieven nemen, keuzes maken, luisteren naar elkaar en elkaar respectvol behandelen. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Een kind moet voldoende tijd hebben om zich in alle vaardigheden te bekwamen die van belang zijn om succesvol te kunnen zijn in groep 3. We voeren continu observaties uit om vroegtijdig eventuele problemen te kunnen signaleren en daarmee aan het werk te gaan. De kinderen van wie het Nederlands niet de moedertaal is, of kinderen die een ontwikkelingsachterstand hebben qua spraak-taal, krijgen binnen de school extra aandacht om de taal beter te leren beheersen. Regelmatig overleg tussen ouders en school is hierbij van groot belang! . 3.4.3 Verlengen en versnellen Binnen de onderbouw wordt nauwlettend in de gaten gehouden hoe ieder kind zich ontwikkelt. Omdat kinderen nu eenmaal verschillend zijn, verschilt ook de snelheid waarmee ze zich ontwikkelen. Voor sommigen is de ‘normale schooltijd’ van twee onderbouwjaren toereikend terwijl andere kinderen een kortere of langere ‘kleuterperiode’ nodig hebben. Leerlingen die tussen 1 oktober en 1 januari jarig zijn bekijken en bespreken we extra goed om vast te stellen of de ontwikkeling van het kind zodanig is dat het groep 3 succesvol aankan. We betrekken de ouders zoveel mogelijk bij deze afweging om zo samen tot de beste keuze te komen. Ook versnellen behoort tot de mogelijkheden. Hierbij mag echter het sociaalemotionele element niet uit het oog worden verloren. De uiteindelijk beslissing is aan de school, dit in verband met de onderwijskundige verantwoordelijkheid. 3.4.4 Kinderen met extra zorg Om verschillende redenen kan het nodig zijn dat er extra zorg uitgaat naar uw kind. Waar mogelijk gaat de extra zorg uit van de leerkracht, soms deels uitgevoerd door de onderwijsassistent. Wanneer dit niet volstaat wordt de intern begeleider erbij betrokken. U wordt te allen tijde geïnformeerd over aanvullend intern onderzoek en besprekingen over uw kind. Wanneer we uw kind bespreken in het zorgteam, dan stemmen we dat tevoren met u af. Het stellen van een diagnose Psychologisch onderzoek van uw zoon of dochter kan, alleen met uw toestemming, via school uitgevoerd worden door bijvoorbeeld de onderwijsbegeleidingsdienst. Voor het stellen van een medische of kinderpsychiatrische diagnose dient u zelf, na verwijzing door uw huisarts, een extern deskundige te benaderen. De uitkomsten van onderzoeken die zijn uitgevoerd via school, worden altijd samen met u besproken. Voor alle andere onderzoeken geldt dat u als ouder/verzorger zelf de school dient te informeren over de uitkomst van het onderzoek.
14
Het hulptraject Indien uw kind op school een traject volgt dat afwijkt van het groepsplan van de klas, wordt hiervoor een handelingsplan gemaakt dat regelmatig wordt geëvalueerd en bijgesteld. Dit gebeurt altijd in overleg met de intern begeleider. Indien uw kind een hulptraject buiten de school doorloopt, verzoeken we u ons met regelmaat over het verloop hiervan te informeren. Voor de kinderen die onvoldoende profiteren van het reguliere aanbod wordt na bespreking in het zorgteam een ontwikkelingsprofiel opgesteld. Uiteraard wordt dit regelmatig met de ouders geëvalueerd. Dyslexie Kinderen waarbij een vermoeden van dyslexie bestaat (bijvoorbeeld vanwege signalen in de ontwikkeling en/of vanwege het voorkomen van dyslexie in de naaste familie), worden vanaf de kleutergroep extra gevolgd en gericht gestimuleerd. Dit wordt ook met de ouders besproken. In de groepen 3 en 4 (bij het aanvankelijk lezen) wordt bij risicokinderen een volgdocument aangelegd (of voortgezet) om vroegtijdig te kunnen signaleren en interveniëren. We doen ons best zo vroeg mogelijk, via verzekering of Het Samenwerkingsverband, indien nodig een dyslexieonderzoek te laten doen. Na vaststelling van dyslexie wordt een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd.
Kinderen met leerling gebonden financiering Voor een kind met een leerling-gebonden budget, beter bekend als rugzakje, zijn extra middelen beschikbaar voor ondersteuning. De hoogte van het budget is afhankelijk van het type rugzak. Een deel van de ondersteuning wordt geleverd door een ambulant begeleider. De ambulant begeleider maakt in overleg met ouders en intern begeleider een begeleidingsplan. Het begeleidingsplan wordt regelmatig met de ouders besproken, geëvalueerd en bijgesteld. De leerkracht maakt in overleg met de intern begeleider een handelingsplan. De intern begeleider maakt, samen met de ouders, een plan om de beschikbare middelen binnen de school in te zetten. Informatie uitwisseling tussen ouders en school Goede samenwerking tussen u als ouder/verzorger en ons als school, is sowieso van groot belang, maar helemaal als u een zorgkind heeft. Van ons mag u verwachten dat wij u tijdig en regelmatig informeren over de ontwikkeling van uw kind. U heeft te allen tijde recht van inzage in het zorgdossier van uw kind. Van u als ouder/verzorger vragen we om ons zowel gevraagd als ongevraagd te informeren over die zaken die van belang zijn voor de begeleiding op school. 3.4.5 Het zorgteam Het zorgteam op de Lispeltuut bestaat uit de intern begeleider, de preventief ambulant begeleider en de directeur. Het team komt regelmatig bijeen om samen met de groepsleerkrachten te overleggen en de benodigde hulp te coördineren. 15
3.4.6 Verwijzing Het kan gebeuren dat de zorg die wij op school kunnen bieden niet volstaat voor uw kind. Bijvoorbeeld omdat zijn of haar ontwikkeling te zeer afwijkt van klasgenootjes en het geen aansluiting meer vindt. Het kan ook zijn dat uw kind onvoldoende leert bij ons op school of dat het groepsbelang in het gedrang komt. Als dit aan de orde is, dan zullen we u adviseren over een andere vorm van onderwijs die beter aansluit bij wat uw kind nodig heeft. Plaatsing op speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs verloopt via onafhankelijke commissies. Wij stellen hiertoe in nauw overleg met u als ouder/verzorger een onderwijskundig rapport op.
3.4.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs Het onderwijskundig eindrapport Als een leerling onze school verlaat en naar een andere school vertrekt wordt er over dit kind een onderwijskundig rapport gemaakt wat naar de ontvangende school gestuurd wordt. Dit geldt zowel voor kinderen die binnen de basisschooltijd van school veranderen als voor leerlingen die na groep 8 naar het voortgezet onderwijs gaan.
Uitstroom percentage VWO 14 % HAVO 18 % VMBO TL 36 % VMBO Kaderberoeps 20 % VMBO Basisberoeps 8% OPDC 2% Praktijkonderwijs 2% SVO Uitstroom voortgezet onderwijs schooljaar 2012-2013
16
4 School en veiligheid Voor schooltijd en tijdens de pauzes wordt er altijd gesurveilleerd door een leerkracht. Op de fiets dragen onze kinderen veiligheidshesjes. Bij excursies,uitjes,schoolreizen en schoolkamp wordt altijd voor voldoende begeleiding gezorgd. Soms vragen we hierbij de hulp van ouders. Tijdens het schooljaar worden er verschillende ontruimingsoefeningen uitgevoerd. Een groep tot bedrijfshulpverleners opgeleide personeelsleden draagt hiervoor zorg. Mocht er, onverhoopt, toch een ongeval gebeuren waarschuwen wij zo snel mogelijk de ouders en zoeken wij medische assistentie. Indien bij een ongeval de ouders binnen een redelijk tijdsbestek niet kunnen worden geïnformeerd, zal de begeleidende leerkracht aan de dienstdoende arts toestemming gevende behandeling van de patiënt te starten. De leerkracht neemt die beslissing in de overtuiging dat dit het beste is voor het kind. 4.1 Incidentenregistratie De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving door het in kaart brengen van het veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders en leerkrachten d.m.v. enquêtes en het zorgvuldig registreren van incidenten. 4.2 Risico Inventarisatie en Evaluatie Een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) is een inventarisatie van de gevaren binnen de school met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en het welzijn. In de evaluatie wordt van deze gevaren een risico-inschatting gemaakt. In de RI&E moet een Plan van Aanpak worden opgenomen waarin is aangegeven welke maatregelen er worden genomen in verband met de geconstateerde risico’s.
5 De opbrengsten van het onderwijs Het verbeteren van taal- en rekenprestatie van leerlingen is een belangrijk onderwerp op de beleidsagenda van onze school. 5.1 Opbrengstgericht onderwijs Analyse van de toetsresultaten is hierbij essentieel en vormt de basis voor het afstemmen van onderwijstijd, leerstof en instructie. We streven naar convergente differentiatie, dat wil zeggen dat wij leerlingen zoveel mogelijk bij elkaar houden en differentiatie toepassen door onder andere gebruik te maken: van minimumprogramma’s en extra uitdagende programma’s verkorte of verlengde instructie meer of minder oefentijd
17
5.2 Het leerlingvolgsysteem Om de cognitieve ontwikkeling van leerlingen goed te kunnen volgen maken wij naast observaties en methodegebonden toetsing ook gebruik van methodeonafhankelijke toetsen. De methodeonafhankelijke toetsen zijn een belangrijke graadmeter op basis waarvan wordt bepaald welke groep leerlingen extra instructie, oefentijd of specifieke leerstof krijgt 5.3 Resultaten in een meerjarig perspectief Analyse van de resultaten vindt niet alleen plaats op leerling- en groepsniveau, maar ook op schoolniveau. De resultaten worden gelegd naast de doelen van de school en vergeleken met de resultaten uit voorafgaande jaren. De trends zijn bepalend voor eventuele bijstelling van het schoolbeleid. 5.4 Benchmarking De resultaten van onze school worden eveneens vergeleken met andere scholen. Door dit continue vergelijken van activiteiten, processen en resultaten wordt een beter zicht verkregen op de eigen prestaties. 5.5 Tussenopbrengsten groepen 3-6 en eindopbrengsten groep 8 schooljaar 2012 - 2013 Hieronder treft u de opbrengsten aan, die naast de eindopbrengsten meetellen voor het eindoordeel van de Inspectie voor het Basisonderwijs over de onderwijskwaliteit van de school. Groep Vakgebied 3 Lezen 4
Lezen
4
Rekenen
6
Begrijpend lezen Rekenen
6 8 8
Begrijpend lezen Rekenen
toetsonderdeel DrieMinutenToets M3 DrieMinutenToets E3 DrieMinutenToets M4 DrieMinutenToets E4 Rekenen & Wiskunde E4 Toets Begrijpend Lezen M6 Rekenen & Wiskunde E6 Toets Begrijpend Lezen groep 8 Rekenen & Wiskunde groep 8
score 22,3 34,6 54,2 57,9 59,2
Inspectienorm 21 33 48 56 61
32,1
32
92,8
89
55,2
55
106,8
110
5.6 Evaluatie schooljaar 2012-2013 Interpretatie en analyse van de CITO M en E van 2013 leert: - Groep 6 scoort met technisch lezen onder de ondergrens. Dit was ook in de voorgaande 2 jaren het geval. Bij de M toets lag het percentage D en E leerlingen met 49 % uitzonderlijk hoog. Bij de E toets is dit percentage met 32 % nog steeds te hoog, maar is er een sterke verbetering te constateren. Analyse: veel zwakke lezers (waaronder verschillende dyslectici). Conclusie: hoge prioriteit. Aanpak schooljaar 2013-2014: extra inzet onderwijstijd, coachen op leerkrachtgedrag en 18
ondersteuning bij het opstellen van het groepsplan lezen (intern begeleider). -
-
-
De gemiddelde vaardigheidsscores bij begrijpend lezen liggen allen boven de ondergrens! Analyse: de interventie die heeft plaatsgevonden, heeft succes gehad. Desalniettemin vinden we de marges te smal, en wordt het plan ter verbetering van het begrijpend lezen, volgend schooljaar onverkort doorgezet. Specifieke aandacht ook hier voor het bovengemiddeld aantal D en E leerlingen in groep 6 (zie opmerkingen bij technisch lezen). De resultaten van spelling stellen nog teleur, mede gezien de aandacht die is uitgegaan naar dit vakgebied in de afgelopen jaren. We zien wel van onderop betere resultaten ontstaan; t.e.m. groep 4 ligt de gemiddelde vaardigheidsscore nu boven de ondergrens. Analyse: het besluit om vanaf 2e helft schooljaar groep 3 te starten met de spellingsmethode, lijkt positief uit te pakken. Met rekenen zijn de resultaten van groep 4 beneden de ondergrens. Dit was vorig jaar niet het geval. Ook groep 5 scoort beneden de gemiddelde vaardigheidsscore. Deze groep heeft ook vorig jaar beneden de norm gescoord en kent een hoog aantal D en E leerlingen. Zodra de resultaten van de E toetsing bekend is, wordt de aanpak voor het komende schooljaar bepaald. Het percentage leerlingen met een D of E score is op alle vakgebieden in 2013 (fors) minder dan het jaar ervoor. Toets Tijdstip: januari Begrijpend lezen Technisch lezen Spelling Rekenen
Percentage D en E scores 2012 25.6% 30.8% 29.8% 18.8%
Percentage D en E scores 2013 18.3% 23.6% 21.6% 16.6%
5.7 Plannen voor het schooljaar 2013-2014 - Technisch en begrijpend luisteren en lezen; zichtbare afspraken (kwaliteitskaart) over aanbod, instructie, doelen, differentiatie, tijdsinvestering en monitoring. - Fasegewijze invoering programma Hoogbegaafdheid (periode tot kerst; groepen 5-8). - Verbetering spelling opbrengsten. Komend schooljaar besteden we in de unitvergaderingen en op 1 van de studiedagen uitdrukkelijk aandacht aan de doorgaande lijn (aanbieding regels, planning van de lessen). Tevens nemen we mee de te grote discrepantie met de CITO toets (volgorde aanbieding). Hiertoe is inmiddels een inhoudelijk werkgroep aangesteld.
19
6 De ouders 6.1 Informatie naar de ouders Het team hecht veel belang aan een goede communicatie met de ouders. De leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en begrijpen. De ouders krijgen bovendien een beter zicht op de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Begrip en wederzijds vertrouwen tussen ouders en school vormen een belangrijke basis voor ons werken met de kinderen. 6.1.1 Ouderavonden In de periode voor de herfstvakantie worden er informatieavonden in alle groepen gehouden waarin de leerkrachten informatie geven over het onderwijsaanbod en de gang van zaken. Drie maal per schooljaar is voorzien in individuele oudergesprekken voor de groepen 3-8. Voor de ouders van kinderen uit groep 8 vindt later in het schooljaar een extra informatieavond plaats i.v.m. de keuze voor het vervolgonderwijs. De ouders/verzorgers van kleuters hebben in januari en juni een gesprek met de leerkracht van hun kind n.a.v. het door de leerkracht ingevulde ontwikkelingsprofiel. De Activiteitencommissie organiseert een algemene ouderavond. Op deze avond brengen AC en MR verslag uit, vinden de verkiezingen van nieuwe leden van de AC en MR plaats en is er een thematisch deel. 6.1.2 Rapportage Twee maal per jaar krijgen de kinderen een rapport mee haar huis. De ouders/verzorgers worden naar aanleiding hiervan uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Leerling-dossier Van elk kind worden relevante gegevens bewaard in het leerlingdossier. Ouders hebben hierin te allen tijde recht van inzage. Nadat kinderen van school zijn, wordt het dossier na afloop van de wettelijke bewaartermijn vernietigd. Stukken uit het dossier zoals bijvoorbeeld resultaten van onderzoeken worden nooit zonder toestemming van de ouders aan externen verstrekt. Toetsresultaten leerlingvolgsysteem De resultaten vanuit het leerlingvolgsysteem worden gedurende de schoolloopbaan van uw kind digitaal bewaard. 6.1.3 Ouderbijdrage De activiteiten commissie beheert de vrijwillige ouderbijdrage. Meer informatie hierover vindt u in de schoolkalender. Van de ouderbijdrage worden veel extra zaken bekostigd zoals de Sinterklaas- en Kerstviering, het Paasontbijt, de schoolbibliotheek en de verzorging bij de avondvierdaagse. De bijdrage in het schooljaar 2012/2013 was € 22,50. De bijdrage voor het schooljaar 20132014 wordt vastgesteld tijdens de Algemene Ouderavond in september. De kinderen van de groepen 1 t/m 7 gaan een dagje op schoolreis. De kinderen van de groepen 8 gaan op een driedaags schoolkamp. Aan het 20
schoolreisje/schoolkamp zijn kosten verbonden. In het voorjaar ontvangt u hierover bericht. 6.1.4 De activiteitencommissie De school heeft een activiteiten commissie (AC). De AC ondersteunt het team, onder meer bij het organiseren van de jaarlijks terugkerende activiteiten. 6.1.5 De medezeggenschapsraad De school heeft een Medezeggenschapsraad (MR). De MR functioneert als een soort ondernemingsraad. De helft van de leden vertegenwoordigt de ouders en de andere helft het team. De MR controleert het beleid van de school. De MR heeft het recht tot het geven van advies of instemming. Het overleg met het schoolbestuur vindt plaats in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR).
7 Afwezigheid door omstandigheden 7.1 Leerkracht Bij ziekte of verlof van de leerkrachten vindt vervanging plaats. Mocht dit niet lukken, dan wordt de groep opgesplitst over de andere groepen. Alleen in uiterste nood krijgen de kinderen vrij. In dat geval wordt u van te voren schriftelijk geinformeerd. Mocht u zelf geen opvang kunnen regelen, dan zorgen wij ervoor dat uw kind in een andere groep wordt onder gebracht. 7.2 Leerling Wij verzoeken u in geval van ziekte of onverwachte omstandigheden zo snel mogelijk contact op te nemen met school. Bezoek aan een arts e.d. geeft u daags tevoren (schriftelijk) aan de leerkracht door.
8 De zorg voor de kwaliteit Onder kwaliteit verstaan wij het bereiken van de gestelde doelen naar de maatstaven van onszelf, de overheid, de ouders en de leerlingen. Ons streven is de goede dingen nog beter te doen. Om dit te bereiken en goed te kunnen beoordelen worden de leerlingen systematisch gevolgd. Een deel van die resultaten is opgenomen in deze schoolgids. Tevens is er regelmatig overleg met vertegenwoordigers van peuterspeelzalen en voortgezet onderwijs over een betere aansluiting en is continue ontwikkeling en professionalisering van leerkrachten speerpunt van beleid. 8.1 Planning en beleid Kwaliteit mag geen toeval zijn en om dit te bereiken wordt een beleidsplan opgesteld met een cyclus van vier jaren (meerjaren beleidsplan), dat jaarlijks wordt geëvalueerd en /of bijgesteld op basis van: Trendanalyses van onderwijsresultaten 21
Zelfevaluaties Enquêtes onder leerkrachten, ouders en leerlingen 8.2 Trendanalyses Trendanalyses vormen een belangrijk onderdeel bij de beleidsvorming, waarbij twee mogelijkheden zijn te onderscheiden: a. Trendanalyse – leerjaar: hierbij worden de resultaten vergeleken, die in opeenvolgende schooljaren door verschillende groepen leerlingen op dezelfde toets zijn behaald. b. Trendanalyse – leerlinggroep: hierbij worden de resultaten van een bepaalde groep leerlingen in opeenvolgende schooljaren naast elkaar gezet.
8.3 Professionalisering Leerkrachtvaardigheden zijn naast het gebruik van goede lesmethoden en materialen essentieel voor de onderwijskwaliteit. Professionalisering is binnen de organisatie SAKS – SKB speerpunt. Met de her- en bijscholing gaat het om individuele ontwikkeling en teamontwikkeling. Op de Lispeltuut wordt onder begeleiding van het CPS gestart met een 2 jarig traject gericht op kwaliteitsversterking van het technisch- en begrijpend lezen. Voor aspirant-leerkrachten en toekomstige onderwijsassistenten bestaat de mogelijkheid om stage te lopen en zij worden hierin begeleid door de groepsleerkracht (mentor). Basisscholen krijgen steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden toegekend binnen het opleiden van studenten. Mentoren en studenten krijgen dan ook ondersteuning van speciaal getrainde leerkrachten, Opleiders in School.
22
9
Overblijfregeling en opvang Tussen de middag is er gelegenheid uw kind in de school te laten overblijven. De organisatie en begeleiding liggen in de handen van een groep, speciaal daarvoor opgeleide, ouders. Verdere informatie vindt u in de schoolkalender. Buitenschoolse opvang wordt o.a. verzorgd door SKOA (Stichting Kinder Opvang Alkmaar) dit gebeurt in de naast de school gelegen Kinderkroon. Verdere informatie vindt u in de schoolkalender.
10
De organisatie SAKS-SKB De SAKS-SKB is een samenwerking van de besturen van de Stichting Alkmaarse Katholieke Scholen te Alkmaar (SAKS) en de Stichting Katholiek Basisonderwijs te Bergen (SKB) op de terreinen:
Algemeen en financieel beleid onderwijskundig beleid en identiteit personeelsbeleid materieel beleid ict-beleid
Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag en is eindverantwoordelijk voor het beleid van de stichting en de bij de stichting aangesloten scholen. Het College van Bestuur geeft leiding aan de schooldirecteuren en aan het bestuur bureau. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Onder de besturen SAKS-SKB ressorteren vijftien basisonderwijs en een speciale school voor basisonderwijs.
scholen
voor
10.1 Buitengewoon verlof Het uitgangspunt is dat alle leerlingen op onze school zich houden aan de vastgestelde schooltijden en vakantieregeling. Leerlingen mogen nooit zomaar van school wegblijven. In de leerplichtwet staan drie redenen voor extra verlof: a. Verlof vanwege het vervullen van religieuze verplichtingen b. Het opnemen van vakantie onder schooltijd door de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, omdat vakantie alleen buiten de vastgestelde schoolvakanties kan worden opgenomen. Dit verlof moet zes weken voorafgaande aan de ingangsdatum schriftelijk bij de directeur worden aangevraagd, voorzien van een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat verlof binnen de vastgestelde vakanties niet mogelijk is. Dit verlof kan slecht één keer per jaar worden toegekend. c. Gewichtige omstandigheden. Extra verlof met een maximum van tien schooldagen per leerjaar is alleen mogelijk bij verhuizen en bijwonen van vieringen of begrafenissen. 23
a. verhuizing (maximaal één dag), b. bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad (maximaal twee dagen afhankelijk van waar de gebeurtenis plaatsvindt), c. bij ernstige ziekte van ouders of bloedverwanten t/m de derde graad, d. bij overlijden van bloed- of aanverwanten - in de eerste graad (maximaal vier dagen) - in de tweede graad (maximaal twee dagen) - in de derde graad (maximaal één dag) e. bij ambtsjubilea en 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksfeest van ouders en grootouders (maximaal één dag). Bij ongeoorloofd verzuim zijn wij verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar 10.2 Sponsoring Het basisonderwijs in Nederland wordt bekostigd door de overheid. Daarnaast hebben scholen – binnen marges – de vrijheid andere financiële bronnen aan te boren. Sponsoring is één van die mogelijkheden. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die aan scholen worden verstrekt en waarbij een tegenprestatie wordt verlangd. U kind hierbij denken aan gesponsorde lesmaterialen, opname van advertenties in de schoolkrant, uitdelen van producten aan kinderen. Onze school is terughoudend op het gebied van sponsoring en houdt zich in gevallen van sponsoring aan de regels, die zijn opgesteld in het convenant sponsoring. Algemeen uitgangspunt hierbij is, dat sponsoring verenigbaar moet zijn met de visie en de pedagogische en onderwijskundige taakstelling van de school. 10.3 Klachtenregeling: Wij willen dat u tevreden bent over het onderwijs op onze school. Maar het kan wel eens anders lopen. In dat geval kunt u contact opnemen met de groepsleerkracht of de directeur van de school. Wanneer dit niet leidt tot de gewenste oplossing kan de contactpersoon van de school worden ingeschakeld, waarmee u eventuele vervolgstappen bespreekt. Leidt zelfs het gesprek met de contactpersoon niet tot de gewenste afhandeling, dan kunt u een beroep doen op de landelijke bezwaren-, geschillen- en klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs, postbus 82324, 2508 EH Den Haag, tel. 070 – 3925508. Voor klachten of vragen rondom seksuele intimidatie, geweld, discriminatie en/of fundamentalisme bestaat het centrale meldpunt van de vertrouwensinspecteur bereikbaar onder nummer 0900 – 1113111. Voor verdere informatie over afhandeling van klachten en seksuele intimidatie verwijzen wij u naar het schoolplan en de klachtenregeling. 10.4 Schorsen en verwijderen:. Uiterst zelden krijgen leerlingen te maken met schorsing of verwijdering. Maar soms ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan een leerling te schorsen of zelfs te verwijderen. Het is dan in belang van alle partijen – de leerling, zijn ouders, het bevoegd gezag van de school – dat de regels en procedures, die de onderwijswetten voorschrijven, zorgvuldig worden
24
uitgevoerd. Deze procedure staat omschreven in het protocol “schorsen en verwijderen”. Een leerling of een groep van leerlingen, die het onderwijs ernstig verstoren en/of leerlingen en leerkrachten geestelijk of fysiek bedreigen kunnen tijdelijk of definitief van school worden verwijderd. Dit geldt ook voor leerlingen van wie de ouders niet meewerken aan onderzoeken ter verbetering van het onderwijs aan specifieke leerlingen of voor verwijzing naar de Speciale School voor Basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De bevoegdheid tot schorsen is overgedragen aan de directeur van de school. In geval van verwijdering wordt het bestuur in kennis gesteld van het voornemen tot en op basis van de verkregen informatie van partijen kan het bestuur besluiten de betreffende leerling(en) te verwijderen. 10.5 Verzekeringen Voor alle onder het bestuur ressorterende scholen is bij de bond KBO een verzekeringpakket afgesloten, waarin ondermeer een ongevallen verzekering en een aansprakelijkheidsverzekering is opgenomen Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen.
25
Formulier vaststelling en instemming schoolgids School:
SWS de Lispeltuut
Adres:
P.C. Boutensstraat 4
Postcode / plaats:
1822 KJ Alkmaar
Het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het geldende schoolplan van de school vastgesteld. Namens het bevoegd gezag. Plaats:
Alkmaar
Datum: Handtekening: Naam:
H. van der Hoorn
Functie:
voorzitter college van bestuur
De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad van bovengenoemde school heeft ingestemd met het geldende schoolplan van de school Namens het bevoegd gezag. Plaats:
Alkmaar
Datum:
juli 2013
Handtekening: Naam:
dhr. R. Reus
Functie:
voorzitter
26