SWS De Lispeltuut Alkmaar
SCHOOLGIDS 2015-2016
SWS de Lispeltuut Alkmaar
SCHOOLGIDS 2015-2016
Voorwoord Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenspraak met de medezeggenschapsraad van onze school. De schoolgids is o.a. gebaseerd op het schoolplan, waarin is vastgelegd hoe het onderwijs is vormgegeven, welke beleidsaspecten de komende jaren speerpunt zijn en op welke wijze het gevoerde beleid wordt geëvalueerd. Het schoolplan vindt u op de site. Met deze schoolgids, bedoeld voor ouders, die nu kinderen hebben op onze school en voor ouders van toekomstige leerlingen, willen wij: u zo goed en uitgebreid mogelijk informeren, waardoor een verantwoorde schoolkeuze kan worden gemaakt. onze manier van werken verantwoorden en de behaalde resultaten kenbaar maken. Na de school specifieke informatie, vindt u in hoofdstuk 10 informatie over en regelingen geldend voor alle scholen ressorterend onder het bestuur van de Stichting Alkmaarse Katholieke Scholen (SAKS), waarvan onze school onderdeel is. Voor (aanvullende) informatie over veel praktische zaken en actueel nieuws, verwijzen we u graag naar de site van de Lispeltuut. Natuurlijk bent u met eventuele vragen ook gewoon welkom op school!
Rob Boekelaar directeur
2
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord 1.
Inleiding
2.
Onze school 2.1 Geschiedenis 2.2 Missie en visie 2.3 Doelen van het onderwijs 2.4 De onderwijsvorm 2.5 Onderwijstijd
3.
Het onderwijs 3.1 Vakken en methodieken 3.2 Actief burgerschap, sociale integratie en veiligheid 3.3 Informatie en communicatietechnologie 3.4 Onderwijs op maat 3.4.1 Aanname beleid 3.4.2 De zorg voor het jonge kind 3.4.3 Verlengen en versnellen 3.4.4 Kinderen met extra zorg - Het stellen van een diagnose - Het hulptraject - Dyslexie - Informatie uitwisseling tussen ouders en school 3.4.5 Meer- en hoogbegaafdheid 3.4.6 Passend Onderwijs - Passend Onderwijs PO Noord Kennemerland - Passend onderwijs en ouders - Geen leerlinggebonden financiering meer 3.4.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs - Uitstroomgegevens schooljaar 2014 - 2015
4.
School en veiligheid 4.1 Incidentenregistratie
5.
De opbrengsten van het onderwijs 5.1 Opbrengstgericht onderwijs 5.2 Het leerlingvolgsysteem 5.3 Resultaten in een meerjarig perspectief 5.4 Benchmarking 5.5 Tussenopbrengsten groepen 3-6 en eindopbrengsten groepen 8 schooljaar 2014 - 2015 5.6 Evaluatie schooljaar 2014-2015 5.7 Plannen voor het schooljaar 2015-2016 3
6.
De ouders 6.1
6.2 6.3
Informatie naar de ouders 6.1.1 Ouderavonden 6.1.2 Rapportage - Leerling-dossier - Toetsresultaten leerlingvolgsysteem 6.1.3 Ouderbijdrage De activiteitencommissie De medezeggenschapsraad
7.
Afwezigheid door omstandigheden 7.1 Leerkracht 7.2 Leerling
8.
De zorg voor de kwaliteit 8.1 Planning en beleid 8.2 Trendanalyse 8.3 Professionalisering
9.
Overblijfregeling en opvang
10.
De organisatie SAKS 10.1 Buitengewoon verlof 10.2 Sponsoring 10.3 Klachtenregeling 10.4 Schorsen en verwijderen 10.5 Verzekeringen
Formulier vaststelling en instemming medezeggenschapsraad
4
1
Inleiding De Lispeltuut is een samenwerkingschool met een veelvormigheid aan levensbeschouwingen. Dit betekent, dat wij op onze school niet alleen bezig zijn met louter cognitief leren. Wij bieden kinderen de kans ervaringen uit hun leefwereld aan de orde te stellen. De kinderen worden uitgenodigd deze ervaringen te beschrijven, te verhelderen en met elkaar te bespreken. Dan worden ervaringen waardevol en kunnen er nieuw relevante vaardigheden en inzichten ontstaan. Op de Lispeltuut vinden we waarden als zelfontplooiing, verantwoordelijkheid, openstaan voor ieders mogelijkheden, onderlinge ondersteuning en het bespreekbaar maken en oplossen van conflicten, belangrijk. Onze school wordt tevens gekenmerkt door een professionele schoolcultuur. Een schoolcultuur, mede gebaseerd op waarden en normen vanuit een katholieke traditie, waarin naast het opdoen van kennis en het leren van vaardigheden een attitude herkenbaar is, waarbij respect, luisteren en zich kunnen verplaatsen in anderen belangrijke elementen zijn.
2
Onze school 2.1 Geschiedenis De Lispeltuut verzorgt het basisonderwijs in de wijk Vroonermeer. De school is opgericht in 2001 als een samenwerkingsschool van het Alkmaarse katholieke en openbare basisonderwijs (SAKS en Ronduit). In afwachting van de ontwikkeling van de wijk Vroonermeer-Noord, is de school gehuisvest in de voormalige MFA aan de P.C. Boutensstraat en in een dependance aan de J. Perkstraat. 2.2 Missie en visie en identiteit “De Lispeltuut is een school die haar leerlingen uitdaagt tot leren” De school wil bereiken dat elk kind de kennis en vaardigheden verwerft en ontwikkelt die een voorwaarde zijn om een sociaal, creatief en weldenkend mens te worden in een hedendaagse wereld. Wij streven dit na door een veilige, kindvriendelijke sfeer in school en binnen de groepen te creëren. Goed klassenmanagement en bevordering van de professionalisering van de leerkracht zijn daarbij van belang. Wij hebben hoge verwachtingen van kinderen en vertrouwen erop dat kinderen en ouders dat van ons hebben. Wij willen onderwijs geven waarbij kinderen geprikkeld worden om actief te zijn als ze bij ons op school zitten, maar ook in hun verdere leven.
5
“Wij streven een brede ontwikkeling na voor de leerlingen op sociaal, emotioneel, cognitief, creatief, cultureel, levensbeschouwelijk en motorisch gebied”. De sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling krijgen op onze school de meeste aandacht omdat we het zien als basis voor verdere ontwikkeling. De belangrijkste voorwaarden om tot ontwikkeling te komen zijn ons inziens dat de kinderen voelen dat ze welkom zijn en dat de school een veilige plek is om zich te kunnen ontwikkelen. Wij gaan ervan uit dat een kind zich veilig voelt wanneer het weet dat het gewaardeerd wordt door de mensen om hem heen (relatie), wanneer het vertrouwen heeft in het eigen kunnen (competentie) en wanneer het weet dat het dingen zelfstandig kan doen (autonomie). Wij zijn van mening dat een kind competent is wanneer het kind vanuit het vertrouwen in het eigen kunnen, nieuwe dingen wil leren en wanneer het optimaal presteert in relatie tot de eigen kwaliteiten, talenten en capaciteiten. We spreken hoge verwachtingen uit naar kinderen opdat zij zich gestimuleerd voelen zich blijvend te ontwikkelen. We versterken deze ontwikkeling door overdracht van kennis, door het aanleren van leerstrategieën en door hen te leren reflecteren. Op die wijze willen we dat kinderen zich ontwikkelen tot ondernemende, nieuwsgierige, creatieve en verantwoordelijke personen, die betrokken zijn bij hun eigen ontwikkeling. Wij willen kinderen leren dat ieder mens uniek is en dat ieder mens kwaliteiten heeft. Dat zij oog krijgen voor de eigen kwaliteiten en die van anderen, opdat ze durven zijn wie ze zijn en constructieve relaties kunnen aangaan met de mensen om hen heen. Wij zijn van mening dat een kind actief is, wanneer het kind gepaste initiatieven neemt binnen individuele en groepsactiviteiten. Wij zien dat kinderen actief worden en blijven wanneer zij zich betrokken voelen bij het aanbod en wanneer zij successen ervaren. Wij bieden hen zoveel mogelijk uitdagende levensechte onderwijsactiviteiten. Wat betekent dat voor de leerkrachten? De ontwikkeling van leerlingen voltrekt zich niet autonoom: De leerkrachten van de Lispeltuut willen de kinderen uitdagen tot leren. Zij zijn betrokken bij de leerlingen en zijn gemotiveerd in hun werk. De leerkrachten kijken en luisteren naar leerlingen en nemen hen serieus. De begrippen relatie, competentie en autonomie gelden ook voor de leerkrachten. De leerkracht wil zijn talenten gebruiken en streeft naar ‘Meesterschap’
6
Wat betekent dit voor de ouders? Ouders en leerkrachten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de ontwikkeling voor de kinderen. Samenwerking met de ouders vinden wij belangrijk. We hebben immers een gemeenschappelijk doel: de ontwikkeling van het kind. De school wil vanuit de katholieke traditie kinderen in aanraking brengen met levensbeschouwelijke verdieping, uitgaande van hun eigen levensvragen en ervaringen. Kinderen komen in aanraking met Bijbelse verhalen. Op school wordt er jaarlijks een kerst- en paasviering gehouden. De Lispeltuut wil graag een bijdrage leveren aan de dialoog met mensen uit andere godsdienstige en levensbeschouwelijke oriëntaties. De school staat open voor alle kinderen, ongeacht hun culturele, godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond. 2.3 Doelen van het onderwijs Op de Lispeltuut willen we aansluiten bij de verschillende mogelijkheden van ieder kind. Het kind staat centraal en we willen voortbouwen op de aanwezige talenten. Het geven van kwalitatief goed onderwijs is daarbij een voorwaarde, waarbij we rekening houden met een balans tussen kennis, sociaalemotionele ontwikkeling, bewegen en creativiteit. De Lispeltuut is een afspiegeling van de maatschappij. De maatschappij is voortdurend in beweging en als school willen we hierop inspelen. Samen met de ouders willen we er voor zorgen dat onze leerlingen opgroeien tot mondige, zelfbewuste en zelfstandige volwassenen. De kerndoelen, zoals geformuleerd door het ministerie van onderwijs, zijn daarbij onze leidraad. 2.4 De onderwijsvorm De leerkrachten werken in groep 1 en 2 in heterogene groepen en proberen aan te sluiten bij het niveau van het kind. Er wordt thematisch gewerkt. Het is van groot belang dat kinderen vrij zijn van emotionele belemmeringen, zelfvertrouwen hebben en nieuwsgierig zijn. Kinderen hebben een brede ontwikkeling nodig. Onder brede ontwikkeling verstaan wij dat kinderen: actief zijn, initiatieven kunnen nemen, communiceren, samen maar ook zelfstandig kunnen spelen en werken, creatief zijn, de wereld verkennen, reflecteren op eigen gedrag, redeneren en problemen oplossen. Van deze eigenschappen maken de leerkrachten gebruik. Zij zorgen voor een rijke, uitdagende leeromgeving en bieden zoveel mogelijk activiteiten aan die dicht bij de mogelijkheden van het kind liggen, met inhouden die aansluiten op hun dagelijkse werkelijkheid. De activiteiten zijn verbonden aan thema’s die zoveel mogelijk aangeboden worden door middel van: spelactiviteiten, onderzoeksactiviteiten, reken-/wiskundige activiteiten, lees-/schrijfactiviteiten en gespreksactiviteiten. In de dagelijkse praktijk ziet u dit ondermeer door steeds wisselende spel- en speelhoeken. De leerkrachten werken bewust aan ontwikkeling van spel. Het rollenspel neemt een belangrijke plaats in. De kinderen kunnen de activiteiten zelf kiezen of zij worden hiervoor uitgenodigd, afhankelijk van de bedoeling van de leerkracht. De individuele instructie of de instructie met een klein groepje vindt in de groepen 1 / 2 plaats in de kleine kring. In de kleutergroepen wordt gewerkt met de methode ‘Kleuterplein’. 7
De uitgangspunten van het ontwikkelingsgericht onderwijs zoals het beschreven staat bij groep 1 en 2 worden ook regelmatig toegepast in de overige groepen, zoals tijdens de Gave-middag. Er wordt dan door verschillende groepen gebruik gemaakt van een talent van een leerkracht. In de groepen wordt klassikaal-, groeps- en individueel onderwijs aangeboden. De verwerking gebeurt individueel of in samenwerking met andere leerlingen, afhankelijk van inhoud, werkwijze en methode van het vakof vormingsgebied. Tijdens het zelfstandig werken leren de kinderen om aan de opdrachten van de weektaak te werken die meerdere opdrachten omvat. Er wordt in het leerstofaanbod rekening gehouden met de verschillen tussen de leerlingen en gestreefd om zoveel mogelijk onderwijs op maat aan te bieden. In de groepen 6 t/m 8 houden alle leerlingen een boekbespreking, een nieuwskring en een spreekbeurt. De lessen worden waar mogelijk ondersteund door computerprogramma’s. De individuele instructie of de instructie met een klein groepje vindt in de groepen 3 t/m 8 plaats tijdens de herhaalde instructie aan de instructietafel of indien mogelijk door een leerkracht of een student die de leerling extra ondersteuning geeft. De onderwijsassistent biedt hulp binnen de klas. Ook voor de beter presteerders is er extra uitdagend lesmateriaal. De school is verdeeld in 3 units: groepen 1 en 2 (unit 1), groepen 3, 4 en 5 (unit 2) en de groepen 6,7 en 8 (unit 3).
2.5 Aantal leerlingen, de groepen en de gemiddelde groepsgrootte We verwachten op 1 oktober 2015 rond de 350 leerlingen te tellen. Bij aanvang van het schooljaar is de gemiddelde groepsgrootte 25. De Lispeltuut telt vanaf augustus 14 groepen, te weten 3 kleutergroepen, 2 groepen 3 en 4, 1 groep 5, een 5/6 combinatie, 1 groep 6, een 6/7 combinatie en 1 groep 7, 2 groepen 8. De groepen zijn als volgt verdeeld over de gebouwen: Hoofgebouw (begane grond): groepen 1/2 Hoofdgebouw (1e verdieping): groepen 3, en 4 Dependance: groepen 5, 5/6, 6, 6/7, 7 en 8
2.6 Onderwijstijd Binnen de Lispeltuut gelden de volgende lestijden: 08.45 uur tot 12.15 uur en van 13.30 uur tot 15.30 uur (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag). Op woensdag is dit van 08.45 uur tot 12.30 uur. Dit levert een week op van 25,75 uur. De totale lestijd over een schooljaar bedraagt voor alle groepen 940 uur. Hiermee wordt aan het einde van de basisschool een totaal van 7520 uur bereikt.
8
Vakgebied
Groep 1 - 2
Lezen
Vakgebied
Groep 1 - 2
Groep 3 - 4
Groep 5 - 6
Groep 7 - 8
11¼ uur (3)
6 uur (5)
2 ¾ uur
5 ¼ (4)
2¾ uur (6)
Groep 3 - 4
Groep 5 - 6
Groep 7 - 8
5 ½ uur (5)
6 uur
Taalactiviteiten 4½ uur Schrijven
6 ½ uur (4)
6 uur (6)
1 ¼ uur (3)
½ uur
½ uur
1 uur (4) Engels
1 uur
Rekenen en wiskunde
1 uur
5 uur
5 uur
5 uur
Bewegingsonderwijs/pauze
3 ¼ uur
3 ¼ uur
3 ¼ uur
3 ¼ uur
Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling
5 uur
Oriëntatie op jezelf en de wereld
1 ½ uur
1 uur
2 uur (5)
3 uur
Catechese & Vreedzame school
1 uur
3 uur 1 ½ uur
½ uur
½ uur
½ uur
¾ uur (6)
¾ uur
2 uur (3)
1 ½ uur (5)
3 uur
1 ¾ uur (4)
3 uur (6)
25 ¾ uur
25 ¾ uur
Topografie 9
½ uur
ontwikkelingsmateriaal Totaal
1 uur
1 uur
Verkeer
Expressievakken/
1 ½ uur (5)
25 ¾ uur
25 ¾ uur
3 Het onderwijs 3.1 Vakken en methodieken U vindt in dit hoofdstuk een beknopte beschrijving over de leergebieden, de verschillende activiteiten en de methodes die we hanteren. Voor een meer uitgebreide beschrijving verwijzen we naar het schoolplan. Voor onze school geldt dat de toetsing, behalve de methodegebonden toetsing ook de methodeonafhankelijke CITO toetsing omvat. In een vooraf vastgestelde periode (meestal januari en juni) vindt deze toetsing door de hele school plaats. Taal/ lezen Vanaf het begin van de kleuterperiode besteden wij veel aandacht aan geletterdheid, mondelinge taalvaardigheid en woordenschat door veel interactief voor te lezen in kleine groepen, door samen prentenboeken te lezen 9
en te bekijken en door gesprekken in de kleine kring te houden. We maken gebruik van boekenhoeken, thematafels en lettermuren/kasten. Daarnaast wordt gericht gewerkt aan het fonemisch bewustzijn (letterkennis, hakken en plakken). We maken hierbij gebruik van de methode ‘Kleuterplein’. In groep 3 werken we met de methode voor aanvankelijk lezen ‘Veilig leren lezen’. In groep 4 en 5 wordt structureel aan voortgezet technisch lezen gewerkt met gebruikmaking van de methode Estafette. Kinderen met dyslexie kunnen vanaf het school 2015-2016 gebruik maken van het programma Kurzweil 3000, een dyslexiesoftwarepakket dat ervoor zorgt dat kinderen met dyslexie zelfstandig en gemotiveerd kunnen blijven werken1. Voor het begrijpend- en studerend lezen actuele teksten van ‘Nieuwsbegrip XL’. uitdagende collectie kinderboeken die de overige talige activiteiten zoals stellen en gewerkt.
wordt gebruik gemaakt van de De school beschikt over een leesattitude bevordert. Voor de spellen wordt met ‘Taaljournaal’
Rekenen In de groepen 1 en 2 wordt het voorbereidend rekenen verwerkt in de grote en kleine kringactiviteiten, spelactiviteiten en tijdens het werken met ontwikkelingsmaterialen en zo nu en dan werkbladen. Dit wordt concreet ondersteund door materialen van ‘Kleuterplein’. De groepen 3 t/m 8 werken met de realistische reken- en wiskundemethode ‘Pluspunt’. We werken in drie groepen; een basisgroep, een instructiegevoelige groep (verlengde instructie van de basisstof) en een groep die weinig instructie op het basisaanbod nodig heeft. De laatste groep werkt met een routeboekje (aan de hand waarvan de basisstof compact aangeboden wordt) en extra uitdagend rekenmateriaal. Bij rekenen gaat het niet alleen om het goede antwoord maar vooral om de strategieën. Sterke rekenaars doorlopen de stof versneld en hebben zo meer tijd over voor verrijking. Engels Vanaf groep 1 worden onze leerlingen op een speelse manier in aanraking gebracht de Engels taal. We doen dit aan de hand van de methode Groove Me. Muziek is de basis van alle lessen. Met muziek leren de kinderen Engels via zoveel mogelijk intelligenties: zien, kijken, horen, luisteren, zeggen, zingen, lezen, voelen en bewegen. Wereldoriënterende vakken In de groepen 1 en 2 wordt thematisch gewerkt. Uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen. Dit betekent bij voorkeur niet uitsluitend kijken, maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen, 1
Zie: Beleidsstuk Kurzweil; projectgroep SAKS, maart 2014
10
aanraken, betasten en luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundige gebeuren. Het kind leert het zien van oorzaak en gevolg en het verovert de taal als communicatiemiddel. Er wordt veel levensecht materiaal gebruikt en er worden themacollecties van de bibliotheek geleend. De leerkrachten van deze groepen bepalen gezamenlijk hun rooster met betrekking tot de thema’s. De groepen 3 t/m 8 werken met de methoden “Grenzeloos”, “Bij de Tijd” en “Natuniek”, aangevuld met o.a. lesbrieven en het aanbod van de schooltelevisie. Catechese De school werkt met de projecten uit ‘Hemel en Aarde’, kinderbijbels en kinderboeken. In de wereldoriënterende methode wordt ook uitgebreid aandacht geschonken aan de wereldreligies. Bewegingsonderwijs Hier valt onder het onderwijs in bewegen, de zintuiglijke en lichamelijke oefening. De groepen 1 en 2 krijgen dagelijks 2x bewegingsonderwijs. Dat gebeurt in de speelzaal, buiten of in de gymzaal. Een bewegingsles bestaat uit een spelles, circuitles met groot materiaal of uit een dansles. Voor de groepen 3 t/m 8 wordt de methode ‘Basislessen Bewegingsonderwijs’. Tekenen en Handvaardigheid Het onderwijs is er op gericht dat kinderen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens en waarnemingen op een persoonlijke manier kunnen weergeven in werkstukken. Het streven is erop gericht dat de kinderen oog krijgen voor kunst, gebouwen, interieurs e.d. Er worden gevarieerde opdrachten aangeboden vanuit de werkelijkheid en de fantasie. De kinderen leren te werken met verschillende materialen en technieken. Er wordt gebruik gemaakt van de methodes ‘Handvaardig/ Textielvaardig/Beeldvaardig’, ‘Tekenen moet je doen’ en ‘Handvaardig moet je doen’. De Lispeltuut kent verder de zogenaamde ‘Gave Middag’. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 tekenen hierbij in op een cursus die gedurende een aantal middagen wordt gegeven door een van de leerkrachten. Als afronding kan er een presentatie voor de ouders zijn. Muziek en drama Bij het muziekonderwijs onderscheiden we een vijftal gebieden: muziek maken (zingen en het gebruik maken van instrumenten), het luisteren naar muziek, het bewegen op muziek, het vastleggen van muziek en het praten over muziek. Voor ons muziekonderwijs maken wij gebruik van de methodes ‘Muziek moet je doen’ en ‘Eigen-wijs’. Naast drama activiteiten in de klas, wordt er regelmatig voor publiek opgetreden in de Arena van de school, o.a. bij ‘Breek de week’.
11
Cultuureducatie Onze school is aangesloten bij Cultuur Primair. Artiance, het centrum voor Kunsten in de gemeente Alkmaar, zorgt ervoor dat de kinderen tijdens hun basisschoolperiode een ontdekkingsreis maken door de wereld van de kunst en cultuur. De kinderen komen in aanraking met muziek, beelden, dans, theater, film, boeken en gedichten. Ook wordt er aandacht geschonken aan het erfgoed van de gemeente. 3.2 Actief burgerschap, sociale integratie en veiligheid Om actief, maar ook kritisch te kunnen deelnemen aan de samenleving zijn specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk. Het gaat hierbij onder andere om het accepteren van de verscheidenheid tussen mensen, wederzijdse tolerantie en zorg voor de omgeving. Op de Lispeltuut werken we met het programma ‘De Vreedzame School’ 2. Actief burgerschap en sociale integratie is overigens geen apart vak, maar is geïntegreerd in het totale onderwijsaanbod (waaronder catechese). Actief burgerschap en sociale integratie hebben consequenties voor omgang tussen leerlingen en leraren en vormen de basis voor het veiligheidsbeleid. Pestgedrag, discriminatie en intimidaties worden niet getolereerd. Gedragsregels, protocollen, waaronder het anti pestprotocol ondersteunen dit streven. Ook bij het verkeersonderwijs gaat het om veiligheid. We gebruiken hiervoor de methode “Wijzer door het verkeer” en het aanbod van ANWB ‘Streetwise’. De leerlingen van groep 7 nemen deel aan het landelijk verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland.
3.3 Informatie en communicatietechnologie Het team van de Lispeltuut is zich ervan bewust dat het onderwijs efficiënter en aantrekkelijker wordt met de inzet van ICT. De hele school is inmiddels voorzien van touchscreens en digitale schoolborden. De communicatie met de ouders verloopt via Digiduif. In 2013 is een nieuwe schoolsite in gebruik genomen. Sinds 2015 beschikken we over een hoogwaardig draadloos netwerk en werken we steeds meer op laptops. Verder krijgt educatieve software een steeds prominentere plek in de lessen. Het verhogen van de mediawijsheid van onze leerlingen is een structureel aandachtspunt.
3.4 Onderwijs op maat Kinderen in Nederland zijn op vijfjarige leeftijd leerplichtig. Een kind moet dan ook op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag naar school. Als een kind bijvoorbeeld in maart vijf jaar wordt, moet het op 1 april van dat jaar naar school. Bijna alle kinderen in Nederland gaan al op hun vierde jaar naar school. Net voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt hij of zij de gelegenheid om maximaal vijf ochtenden onze school te bezoeken. 2
Voor meer informatie gaat u naar: www.devreedzameschool.nl
12
Voor kinderen met bijvoorbeeld een taalachterstand, omdat zij bijvoorbeeld thuis een andere taal spreken, bestaat de mogelijkheid om vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar deel te nemen aan programma ’s voor voorschoolse educatie.
3.4.1 Aanname beleid Alle kinderen zijn op onze school welkom, mits de visie van onze school wordt onderschreven en kinderen niet worden uitgezonderd van schoolactiviteiten. Toch kan het voorkomen, dat wij kinderen op onze school niet adequaat kunnen begeleiden of dat de individuele begeleiding door de groepsleerkracht bij een toenemend aantal leerlingen geen garantie meer is voor goed onderwijs. In deze gevallen zullen wij aan de ouders alternatieven voor een meer adequate begeleiding aanreiken. Zie ook: 3.4.6 Passend onderwijs. 3.4.2 De zorg voor het jonge kind Na het kennismakingsgesprek met de schoolleiding en het rondkijken op school volgt de aanmelding van uw kind. Wij vinden het van belang daar even de tijd voor te nemen. Wij willen graag naast de officiële gegevens, ook informatie over het kind zelf, zodat de overstap naar de basisschool zo goed mogelijk kan worden gemaakt. Ruim voor de 4e verjaardag krijgt u van ons een uitnodiging voor het kennismakingsgesprek. De eerste schooldag komt u iets eerder naar school en worden u en uw kind in alle rust door de leerkracht ontvangen. U blijft er natuurlijk een poosje bij. Als het goed gaat, is een kort duidelijk afscheid met de mededeling wanneer u er weer bent, voldoende. De leerkracht houdt uw kind nauwlettend in de gaten en zal u zeker waarschuwen als het toch niet zo gemakkelijk gaat. Samen bedenkt u dan een oplossing voor de volgende stap. Na een aantal weken volgt een gesprekje om samen te kijken of de groei in de basisschool goed verloopt. We hebben ervoor gekozen om bij de kleuters te werken met heterogene groepen. Oudste en jongste kleuters zijn bij ons gemengd. Het voordeel hiervan is dat kinderen elkaar op een goede manier kunnen stimuleren. De ouderen zijn een voorbeeld voor de jongeren, die hierdoor sneller wennen aan de gewoontevorming en de regelmaat, maar ook door te kijken naar het werk van de ander leren zij veel. De oudste kleuters leren de jongste kleuters ook te helpen in allerlei situaties. In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema's. Aan het begin van een dergelijk thema ontvangen de ouders een ouderbrief waarin o.a. het thema voor de komende periode staat, maar waarin ook vermeld staat waar de komende periode aandacht aan wordt besteed. De gekozen projecten worden opgebouwd volgens de principes van basisontwikkeling. Hierbij is het belangrijk dat kinderen in uitdagende hoeken allerlei verschillende ervaringen opdoen. De wisselhoek in de klas is een vaste plek binnen het lokaal dat met elk thema een gedaantewisseling ondergaat. Zo kunnen kinderen door te werken met de materialen uit de hoek proberen de realiteit na te bootsen, hun fantasie leren ontwikkelen en nieuwe ervaringen leren opdoen. Het leren samenwerken en overleggen speelt in de themahoeken een grote rol. 13
Voor de jongste kleuters ligt de nadruk op spelen. Bij de oudste kleuters heeft de leerkracht naast een observerende rol een iets meer sturende rol. Voor hen die er al aan toe zijn, zijn er in de hoeken uitdagende voorbereidende lees- , schrijf- , taal- en rekenonderdelen ondergebracht. Het is onze ervaring dat we kleuters in deze betekenisvolle omgeving de ruimte geven om emotioneel vrij te zijn. Hierdoor krijgen kinderen genoeg zelfvertrouwen om nieuwsgierig een volgende stap in hun ontwikkeling te maken. In een vertrouwde omgeving met een prettige sfeer kunnen kinderen vrij zijn om te communiceren, initiatief te nemen en zichzelf te uiten. In de kring, in de hoeken, buiten en in de speel- en gymzaal leren we kinderen allerlei vaardigheden zoals samenspelen, zelfstandig werken, initiatieven nemen, keuzes maken, luisteren naar elkaar en elkaar respectvol behandelen. We vinden het belangrijk dat een kind lang genoeg in een kleutergroep zit. Een kind moet voldoende tijd hebben om zich in alle vaardigheden te bekwamen die van belang zijn om succesvol te kunnen zijn in groep 3. We voeren continu observaties uit om vroegtijdig eventuele problemen te kunnen signaleren en daarmee aan het werk te gaan. De kinderen van wie het Nederlands niet de moedertaal is, of kinderen die een ontwikkelingsachterstand hebben qua spraak-taal, krijgen binnen de school extra aandacht om de taal beter te leren beheersen. Regelmatig overleg tussen ouders en school is hierbij van groot belang! . 3.4.3 Verlengen en versnellen Binnen de onderbouw wordt nauwlettend in de gaten gehouden hoe ieder kind zich ontwikkelt. Omdat kinderen nu eenmaal verschillend zijn, verschilt ook de snelheid waarmee ze zich ontwikkelen. Voor sommigen is de ‘normale schooltijd’ van twee onderbouwjaren toereikend terwijl andere kinderen een kortere of langere ‘kleuterperiode’ nodig hebben. Leerlingen die tussen 1 oktober en 1 januari jarig zijn bekijken en bespreken we extra goed om vast te stellen of de ontwikkeling van het kind zodanig is dat het groep 3 succesvol aankan. We betrekken de ouders zoveel mogelijk bij deze afweging om zo samen tot de beste keuze te komen. Ook versnellen behoort tot de mogelijkheden. Hierbij mag echter het sociaalemotionele element niet uit het oog worden verloren. De uiteindelijk beslissing is aan de school, dit in verband met de onderwijskundige verantwoordelijkheid. 3.4.4 Kinderen met extra zorg Om verschillende redenen kan het nodig zijn dat er extra zorg uitgaat naar uw kind. Waar mogelijk gaat de extra zorg uit van de leerkracht, soms deels uitgevoerd door de onderwijsassistent. Wanneer dit niet volstaat wordt de intern begeleider erbij betrokken. U wordt te allen tijde geïnformeerd over aanvullend intern onderzoek en besprekingen over uw kind. Wanneer we uw kind bespreken in het zorgteam, dan vragen we vooraf toestemming aan u. We vragen u ook om actief mee te denken.
14
Het stellen van een diagnose Psychologisch onderzoek van uw zoon of dochter kan, alleen met uw toestemming, via school uitgevoerd worden door een externe deskundige. Voor het stellen van een medische of kinderpsychiatrische diagnose dient u zelf, na verwijzing door uw huisarts, een extern deskundige te benaderen. De uitkomsten van onderzoeken die zijn uitgevoerd via school, worden altijd samen met u besproken. Voor alle andere onderzoeken geldt dat u als ouder/verzorger zelf de school informeert over de uitkomst van het onderzoek. Het hulptraject Indien uw kind op school een traject volgt dat afwijkt van het groepsplan van de klas, wordt hiervoor een handelingsplan gemaakt dat regelmatig wordt geëvalueerd en bijgesteld. Dit gebeurt altijd in overleg met de intern begeleider. Indien uw kind een hulp buiten de school heeft, verzoeken we u ons met regelmaat over het verloop hiervan te informeren. Voor de kinderen die onvoldoende profiteren van het reguliere aanbod wordt na bespreking in het zorgteam een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Dit gaat uiteraard in overleg met ouders. Een ontwikkelingsperspectief wordt in principe niet eerder dan in groep 7 ingezet. Dyslexie Kinderen waarbij een vermoeden van dyslexie bestaat (bijvoorbeeld vanwege signalen in de ontwikkeling en/of vanwege het voorkomen van dyslexie in de naaste familie), worden vanaf de kleutergroep extra gevolgd en gericht gestimuleerd. Dit wordt ook met de ouders besproken. In de groepen 3 en 4 (bij het aanvankelijk lezen) wordt bij risicokinderen een volgdocument aangelegd (of voortgezet) om vroegtijdig te kunnen signaleren en interveniëren. Kinderen die meer dan gemiddeld moeite hebben met leren lezen en spellen geven we zowel binnen als buiten de groep gericht extra hulp. Indien de leerling voldoet aan de criteria voor vergoede zorg voor dyslexieonderzoek en/of behandeling (vermoeden van ernstige enkelvoudige dyslexie) leveren we in overleg met de ouders het leesdossier aan ter ondersteuning van de aanvraag. De criteria die hiervoor gelden zijn vastgesteld door Nationaal Referentiecentrum Dyslexie. In een aantal gevallen voldoet de leerling niet aan deze criteria maar is er wel sprake of vermoeden van dyslexie. Of er al dan niet dyslexieonderzoek gedaan wordt hangt dan van verschillende factoren af. Naast resultaten ook van de mate waarin het kind last ervaart van de eventuele dyslexie. De aanpak van deze kinderen verandert niet met het verkrijgen van een dyslexieverklaring. We houden ons hierbij zoveel mogelijk aan het Protocol Leesproblemen en dyslexie (2012), opgesteld door Expertisecentrum Nederlands. Informatie uitwisseling tussen ouders en school Goede samenwerking tussen u als ouder/verzorger en ons als school, is sowieso van groot belang, maar helemaal als u een zorgkind heeft. Van ons mag u verwachten dat wij u tijdig en regelmatig informeren 15
over de ontwikkeling van uw kind. U heeft te allen tijde recht van inzage in het zorgdossier van uw kind. Van u als ouder/verzorger vragen we om ons zowel gevraagd als ongevraagd te informeren over die zaken die van belang zijn voor de begeleiding op school. 3.4.5 Aanbod voor meer- en hoogbegaafden op de Lispeltuut Op de Lispeltuut werken we met het programma Levelwerk. Levelwerk biedt een leerlijn met passend onderwijs voor meer- en hoog begaafde leerlingen in het basisonderwijs. Het is dus voor de kinderen die naast de reguliere lesstof meer werk aankunnen. Om in aanmerking te komen voor Levelwerk, moet een kind aan verschillende criteria voldoen. Het programma bevat een totaalaanbod van verrijkende activiteiten op het gebied van taal, lezen, rekenen, wereldoriëntatie en natuur. Levelwerk biedt de mogelijkheid om met zelfgekozen onderwerpen aan de slag te gaan. Ook leren de kinderen om een haalbare planning te maken. Het doel van Levelwerk is het oefenen van metacognitieve (plannen, organiseren, een opdracht aanpakken), sociaal-emotionele en creatieve vaardigheden, waarbij er aangesloten wordt bij de motivatie van de leerlingen. Levelwerk wordt op de Lispeltuut toegepast in de groepen 3 t/m 8. De kinderen die werken met Levelwerk worden begeleid door hun eigen leerkracht. De internbegeleider stuurt het programma aan en bewaakt het proces. Wekelijks wordt met de kinderen het werk besproken en worden de nieuwe opdrachten ingepland. 3.4.6 Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de Wet passend onderwijs ingegaan. Passend onderwijs moet ervoor zorgen dat kinderen een zo passend mogelijke plek in het onderwijs krijgen, ook kinderen die extra hulp nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat het leren moeilijker gaat, of een kind juist uitdaging mist bij het leren, of omdat extra begeleiding nodig is vanwege een beperking of gedragsprobleem. We spreken in dit verband van zorgplicht. Dit betekent dat het onderwijs de taak krijgt om alle leerlingen een passende plek te bieden en waar nodig extra ondersteuning te geven. Bij voorkeur in het basisonderwijs en pas als het niet anders kan in het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs. Passend Onderwijs PO Noord Kennemerland Het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs is de nieuwe vorm waarin scholen gaan samenwerken op het gebied van Passend Onderwijs. De samenvoeging van primair- en speciaal onderwijs past bij de uitgangspunten van passend onderwijs. Samen zoeken naar de beste oplossing; wat is de onderwijsbehoefte van de leerling, welke ondersteuning is er nodig, in welke vorm (arrangement) zou dat het beste kunnen? Het samenwerkingsverband wil scholen begeleiden zodat de school elk kind die ondersteuning en begeleiding kan bieden die het nodig heeft. Het liefst zo dichtbij huis als mogelijk zodat kinderen met broertjes en zusjes naar school kunnen in de buurt waar ze opgroeien. Alles is erop gericht dat alle leerlingen zich zo soepel mogelijk en optimaal kunnen ontwikkelen. 16
Passend onderwijs en ouders Passend onderwijs kan dus niet zonder intensieve samenwerking. Samenwerking tussen school en samenwerkingsverband. En zeker de samenwerking tussen school en ouders. Ouders zijn immers de ‘natuurlijke partners’ in de ontwikkeling van kinderen. Vanaf dit schooljaar zullen daarom de ouders in veel gevallen uitgenodigd worden om aanwezig te zijn bij het zorgteam en actief mee te denken over hun kind. Het zorgteam op de Lispeltuut bestaat uit de onderwijsexpert, de zorgexpert, de intern begeleider, de leerkracht en de directeur. Passend onderwijs en arrangeren Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werkt de school vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken en arrangeren. Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. De samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Geen leerlinggebonden financiering meer Scholen krijgen sinds 2014 geen leerlinggebonden financiering (lgf of rugzak) meer als uw kind met een indicatie op het regulier onderwijs zit. Het geld gaat nu naar het samenwerkingsverband waarin de scholen samenwerken. Het budget blijft echter wel beschikbaar. De onderwijsbehoefte van de leerling staat nu centraal, niet de medische indicatie. Scholen krijgen meer ruimte om te bepalen welke ondersteuning leerlingen nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. De onderwijsbehoefte komt dus centraal te staan. Samenwerkingsverbanden moeten duidelijk aangeven waarvoor zij het budget voor extra hulp inzetten. Dit geeft meer duidelijkheid over de besteding van het geld3.
3.4.7 Overgang naar het voortgezet onderwijs Als een leerling onze school verlaat en naar een andere school vertrekt wordt er over dit kind een onderwijskundig rapport gemaakt wat naar de ontvangende school gestuurd wordt. Dit geldt zowel voor kinderen die binnen de basisschooltijd van school veranderen als voor leerlingen die na groep 8 naar het voortgezet onderwijs gaan.
3
Op de website www.passendonderwijs.nl vindt u de laatste informatie over de landelijke ontwikkelingen.
17
Uitstroom VWO HAVO VMBO TL VMBO Kaderberoeps VMBO Basisberoeps OPDC Praktijkonderwijs SVO
percentage 15,5% 31,0 % 26 % 17,5% 8% 2% -
Uitstroom voortgezet onderwijs Lispeltuut schooljaar 2014-2015
4 School en veiligheid Voor schooltijd en tijdens de pauzes wordt er altijd gesurveilleerd door een leerkracht. Op de fiets dragen onze kinderen veiligheidshesjes. Bij excursies, uitjes, schoolreizen en schoolkamp wordt altijd voor voldoende begeleiding gezorgd. Soms vragen we hierbij de hulp van ouders. Tijdens het schooljaar worden er verschillende ontruimingsoefeningen uitgevoerd. Een groep tot bedrijfshulpverleners opgeleide personeelsleden draagt hiervoor zorg. Mocht er, onverhoopt, toch een ongeval gebeuren waarschuwen wij zo snel mogelijk de ouders en zoeken wij medische assistentie. Indien bij een ongeval de ouders binnen een redelijk tijdsbestek niet kunnen worden geïnformeerd, zal de begeleidende leerkracht aan de dienstdoende arts toestemming geven de 18
behandeling van de patiënt te starten. De leerkracht neemt die beslissing in de overtuiging dat dit het beste is voor het kind. 4.1 Incidentenregistratie De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving door het in kaart brengen van het veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders en leerkrachten d.m.v. enquêtes en het zorgvuldig registreren van incidenten. 4.2 Risico Inventarisatie en Evaluatie Een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) is een inventarisatie van de gevaren binnen de school met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en het welzijn. In de evaluatie wordt van deze gevaren een risico-inschatting gemaakt. In de RI&E moet een Plan van Aanpak worden opgenomen waarin is aangegeven welke maatregelen er worden genomen in verband met de geconstateerde risico’s.
5 De opbrengsten van het onderwijs Het verbeteren van lees-, taal- en rekenprestatie van leerlingen is een belangrijk onderwerp op de beleidsagenda van onze school. 5.1 Opbrengstgericht onderwijs Analyse van de toetsresultaten is hierbij essentieel en vormt de basis voor het afstemmen van onderwijstijd, leerstof en instructie. We streven naar convergente differentiatie, dat wil zeggen dat wij leerlingen zoveel mogelijk bij elkaar houden en differentiatie toepassen door onder andere gebruik te maken: van minimumprogramma’s en extra uitdagende programma’s verkorte of verlengde instructie meer of minder oefentijd 5.2 Het leerlingvolgsysteem Om de cognitieve ontwikkeling van leerlingen goed te kunnen volgen maken wij naast observaties en methodegebonden toetsing ook gebruik van methodeonafhankelijke toetsen. De methodeonafhankelijke toetsen zijn een belangrijke graadmeter op basis waarvan wordt bepaald welke groep leerlingen extra instructie, oefentijd of specifieke leerstof krijgt 5.3 Resultaten in een meerjarig perspectief Analyse van de resultaten vindt niet alleen plaats op leerling- en groepsniveau, maar ook op schoolniveau. De resultaten worden gelegd naast de doelen van de school en vergeleken met de resultaten uit voorafgaande jaren. De trends zijn bepalend voor eventuele bijstelling van het schoolbeleid. 5.4 Benchmarking De resultaten van onze school worden eveneens vergeleken met andere scholen. Door dit continue vergelijken van activiteiten, processen en resultaten wordt een beter zicht verkregen op de eigen prestaties. 19
5.5 Tussenopbrengsten gr. 3-6 en eindopbrengsten gr. 8 schooljaar 2014-2015 Hieronder treft u de opbrengsten aan die bepalend zijn voor het oordeel van de Inspectie van het Basisonderwijs over de onderwijskwaliteit van onze school. Groep Vakgebied
toetsonderdeel
score
3
Lezen
4
Lezen
4
Rekenen
24 35 61.4 65.5 193.6
6
Begrijpend lezen Rekenen
DrieMinutenToets M3 DrieMinutenToets E3 DrieMinutenToets M4 DrieMinutenToets E4 Rekenen & Wiskunde E4 (nieuwe toets) Toets Begrijpend Lezen M6 Rekenen & Wiskunde E6 Toets Begrijpend Lezen groep 8 Rekenen & Wiskunde groep 8
Inspectieonder grens 21 33 48 56 180
34.8
32
92.8
89
64.0
55
116.3
110
6 8 8
Begrijpend lezen Rekenen
5.6 Evaluatie schooljaar 2014-2015 Interpretatie en analyse van de CITO M en E van 2015 leert: - Op het gehele inspectie kader heeft de school in het afgelopen jaar gescoord boven de ondergrens die de inspectie stelt. - Al een paar jaar kijken we meer naar IV en V scores dan naar D en E scores. De CITO werkt met een verdeling van de resultaten A t/m E waarbij de verdeling genormeerd is op: 25% A, 25 % B, 25 % C en 15 % D en 10 % E. Een C kan hier zowel gemiddeld als onder gemiddeld zijn. Later is er een verdeling aan toegevoegd namelijk I t/m V waarbij elke score 20 % mag zijn. Derhalve mag er dus 40 % IV en V scores zijn op een toets. Daar is de toets op gemaakt. Natuurlijk proberen we dit percentages zo klein mogelijk te houden. Toets D en E D en E D en E IV en V Tijdstip: januari scores 2012 2013 2014 2015 Begrijpend 25.6% 18.3% 20.5% 31% - D lezene Technisch lezen 30.8% 23.6% 26.2% 30% s Spelling 29.8% 21.6% 19.7% 39% c Rekenen 18.8% 16.6% 18.1 % 33% A Analyse: - We analyseren op schoolniveau twee keer per jaar de resultaten en plannen acties op basis van die bevindingen. Binnen de groep is dit uiteraard een doorlopend proces en gericht op observatie, methodegebonden toetsen en Cito-toetsen. - We hebben afgelopen jaren extra ingezet op goed technisch- en begrijpend leesonderwijs. We bieden strategieën aan om een goede begrijpend lezer te worden en zijn vanaf groep 4 met Nieuwsbegrip XL 20
-
gaan werken. De kinderen beschikken over een eigen inlogcode en kunnen hier ook thuis mee werken. De motivatie voor begrijpend lezen is enorm verbeterd en we zien ook de resultaten verbeteren. We blijven uiteraard bewust werken aan goed lees onderwijs. Komend schooljaar gaan we ons gericht verdiepen in goed rekenonderwijs en kiezen in de loop van het jaar een nieuwe rekenmethode.
5.7 Plannen voor het schooljaar 2015-2016 Borging & implementatie: - Meer- en hoogbegaafdheid - Optimaliseren van het werken met groepsplannen - Effectief lesmodel - Technisch en begrijpend leesonderwijs (kwaliteitskaarten) Nieuw: -
-
Schoolplan 2015-20194 Dit schooljaar willen we in de lijn van ons nieuwe schoolplan naast overdracht van kennis en vaardigheden ook meer ruimte gaan bieden aan talenten. Zowel van onze kinderen als leerkrachten. De invoering van Kurzweil gaat direct in augustus van start. Oriëntatie op nieuwe rekenmethode Verder houden onderwijsinhoudelijke werkgroepen zich bezig met versterking van het beleid op gebied van spelling, dyslexie en pedagogisch klimaat.
6 De ouders 6.1 Informatie naar de ouders Het team hecht veel belang aan een goede communicatie met de ouders. De leerkrachten zijn daardoor beter in staat de kinderen te leren kennen en begrijpen. De ouders krijgen bovendien een beter zicht op de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Begrip en wederzijds vertrouwen tussen ouders en school vormen een belangrijke basis voor ons werken met de kinderen. 6.1.1 Ouderavonden In de periode voor de herfstvakantie worden er informatieavonden in alle groepen gehouden waarin de leerkrachten informatie geven over het onderwijsaanbod en de gang van zaken. Drie maal per schooljaar is voorzien in individuele oudergesprekken voor de groepen 3-8. Voor de ouders van kinderen uit groep 8 vindt later in het schooljaar een extra informatieavond plaats i.v.m. de keuze voor het vervolgonderwijs. De ouders/verzorgers van
4
Het schoolplan 2015-2019 vindt u op de site.
21
kleuters hebben in januari en juni een gesprek met de leerkracht van hun kind n.a.v. het door de leerkracht ingevulde ontwikkelingsprofiel. De Activiteitencommissie organiseert een algemene ouderavond. Op deze avond brengen AC en MR verslag uit, vinden de verkiezingen van nieuwe leden van de AC en MR plaats en is er een thematisch deel. 6.1.2 Rapportage Twee maal per jaar krijgen de kinderen een rapport mee haar huis. De ouders/verzorgers worden naar aanleiding hiervan uitgenodigd voor een gesprek met de leerkracht. Leerling-dossier Van elk kind worden relevante gegevens bewaard in het leerlingdossier. Ouders hebben hierin te allen tijde recht van inzage. Nadat kinderen van school zijn, wordt het dossier na afloop van de wettelijke bewaartermijn vernietigd. Stukken uit het dossier zoals bijvoorbeeld resultaten van onderzoeken worden nooit zonder toestemming van de ouders aan externen verstrekt. Toets resultaten leerlingvolgsysteem De resultaten vanuit het leerlingvolgsysteem worden gedurende de schoolloopbaan van uw kind digitaal bewaard. Elk half jaar ontvangt u in het schoolrapport een actuele uitdraai vanuit het leerlingvolgsysteem. 6.1.3 Ouderbijdrage De activiteiten commissie beheert de vrijwillige ouderbijdrage. Meer informatie hierover vindt u op de website. Van de ouderbijdrage worden veel extra zaken bekostigd zoals de Sinterklaas- en Kerstviering, het Paasontbijt, de schoolbibliotheek en de verzorging bij de avondvierdaagse. De bijdrage in het schooljaar 2014/2015 was € 22,50. De bijdrage voor het schooljaar 2015-2016 wordt vastgesteld tijdens de Algemene Ouderavond in september. De kinderen van de groepen 1 t/m 7 gaan een dagje op schoolreis. De kinderen van de groepen 8 gaan op een driedaags schoolkamp. Aan het schoolreisje/schoolkamp zijn kosten verbonden. In het voorjaar ontvangt u hierover bericht. 6.1.4 De activiteitencommissie De school heeft een activiteiten commissie (AC). De AC ondersteunt het team, onder meer bij het organiseren van de jaarlijks terugkerende activiteiten. 6.1.5 De medezeggenschapsraad De school heeft een Medezeggenschapsraad (MR). De MR functioneert als een soort ondernemingsraad. De helft van de leden vertegenwoordigt de ouders en de andere helft het team. De MR controleert het beleid van de school. De MR heeft het recht tot het geven van advies of instemming. Het overleg met het schoolbestuur vindt plaats in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR).
22
7 Afwezigheid door omstandigheden 7.1 Leerkracht Bij ziekte of verlof van de leerkrachten vindt vervanging plaats. Mocht dit niet lukken, dan wordt de groep opgesplitst over de andere groepen. Alleen in uiterste nood krijgen de kinderen vrij. In dat geval wordt u van te voren schriftelijk geinformeerd. Mocht u zelf geen opvang kunnen regelen, dan zorgen wij ervoor dat uw kind in een andere groep wordt onder gebracht. 7.2 Leerling Wij verzoeken u in geval van ziekte of onverwachte omstandigheden zo snel mogelijk contact op te nemen met school. Bezoek aan een arts e.d. geeft u daags tevoren (schriftelijk) aan de leerkracht door.
8 De zorg voor de kwaliteit Onder kwaliteit verstaan wij het bereiken van de gestelde doelen naar de maatstaven van onszelf, de overheid, de ouders en de leerlingen. Ons streven is de goede dingen nog beter te doen. Om dit te bereiken en goed te kunnen beoordelen worden de leerlingen systematisch gevolgd. Een deel van die resultaten is opgenomen in deze schoolgids. Tevens is er regelmatig overleg met vertegenwoordigers van peuterspeelzalen en voortgezet onderwijs over een betere aansluiting en is continue ontwikkeling en professionalisering van leerkrachten speerpunt van beleid. 8.1 Planning en beleid Kwaliteit mag geen toeval zijn en om dit te bereiken wordt een beleidsplan opgesteld met een cyclus van vier jaren (meerjaren beleidsplan), dat jaarlijks wordt geëvalueerd en /of bijgesteld op basis van: Trendanalyses van onderwijsresultaten Zelfevaluaties Enquêtes onder leerkrachten, ouders en leerlingen 8.2 Trendanalyses Trendanalyses vormen een belangrijk onderdeel bij de beleidsvorming, waarbij twee mogelijkheden zijn te onderscheiden: a. Trendanalyse – leerjaar: hierbij worden de resultaten vergeleken, die in opeenvolgende schooljaren door verschillende groepen leerlingen op dezelfde toets zijn behaald. b. Trendanalyse – leerlinggroep: hierbij worden de resultaten van een bepaalde groep leerlingen in opeenvolgende schooljaren naast elkaar gezet. 8.3 Professionalisering Leerkrachtvaardigheden zijn naast het gebruik van goede lesmethoden en materialen essentieel voor de onderwijskwaliteit. Professionalisering is binnen 23
de organisatie SAKS een speerpunt (SAKS Academy). Met de her- en bijscholing gaat het om individuele ontwikkeling en teamontwikkeling. Voor aspirant-leerkrachten en toekomstige onderwijsassistenten bestaat de mogelijkheid om stage te lopen en zij worden hierin begeleid door de groepsleerkracht (mentor). Basisscholen krijgen steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden toegekend binnen het opleiden van studenten. Mentoren en studenten krijgen dan ook ondersteuning van speciaal getrainde leerkrachten, Opleiders in School.
9
Overblijfregeling en opvang Tussen de middag is er gelegenheid uw kind te laten overblijven. De organisatie hiervan wordt verzorgd door SKOA (Stichting Kinder Opvang Alkmaar). De voor- en naschoolse opvang op locatie wordt ook verzorgd door SKOA. Dit gebeurt in de naast de school gelegen Kinderkroon. Verdere informatie vindt u op de schoolsite.
10
De organisatie SAKS SAKS is een schoolorganisatie van deze tijd. Natuurlijk bewegen wij mee in dit krachtenveld en zien er kansen in. Hoe? Door in de eerste plaats de ontwikkelingen op het gebied van onderwijsvernieuwingen op de voet te volgen en te constateren, dat de individuele ontwikkeling van het kind in de toekomst steeds meer centraal zal komen te staan. Wij willen individuele leerprocessen initiëren, volgen, analyseren en bijsturen. Maar een school is meer dan een 'verzameling individuen'. In ieder geval bij SAKS. Het moet ook een veilige omgeving zijn, waarin kinderen zichzelf zijn, waar zij zich mogen verwonderen en elkaar en hun leerkrachten in vertrouwen 'ontmoeten'. In zo'n geborgen context kunnen persoonlijkheden zich vrijuit ontwikkelen. De leerkrachten maken een SAKS-school. Als coach en begeleider van het lerende kind, maar ook als 'hoeders' van het schoolklimaat. Wij hechten zeer aan het vakmanschap van onze leerkrachten en investeren daar nadrukkelijk in. Dat zorgt ervoor dat zij in staat zijn in het klaslokaal de juiste keuzes te maken in het belang van elk individueel kind. Een belangrijke graadmeter voor ons succes is dat ouders en leerlingen tevreden zijn over leerresultaten en schoolomgeving. Gelukkig worden we daarin vaak bevestigd. Dat is vooral een groot compliment voor onze leerkrachten.
24
Met het Strategisch beleidsplan 2014-2017 is SAKS de weg ingeslagen naar het onderwijs van de 21e eeuw. We willen de komende jaren samen werken aan een nieuwe visie op onderwijs. Deze ontwikkeling is te volgen op Saks 2020. Hier is het Strategisch beleidsplan te downloaden en is de beweging te volgen in het Magazine. SAKS waarden Onze scholen zijn verbonden door een aantal gemeenschappelijke waarden, die per school op een eigen manier worden uitgedragen. Deze waarden zijn: Ontmoeting, Vertrouwen, Eigenheid, Spiritualiteit, Traditie en Verwondering. Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag en is eindverantwoordelijk voor het beleid van de stichting en de bij de stichting aangesloten scholen. Het College van Bestuur geeft leiding aan de schooldirecteuren en aan het bestuur bureau. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
10.1 Buitengewoon verlof Het uitgangspunt is dat alle leerlingen op onze school zich houden aan de vastgestelde schooltijden en vakantieregeling. Leerlingen mogen nooit zomaar van school wegblijven. De leerplichtwet biedt de mogelijkheid van extra verlof. Meer informatie hierover en over het zogenoemde verzuimprotocol vindt u op de site. Hier vandaan kunt ook het aanvraagformulier voor verlof downloaden. 10.2 Sponsoring Het basisonderwijs in Nederland wordt bekostigd door de overheid. Daarnaast hebben scholen – binnen marges – de vrijheid andere financiële bronnen aan te boren. Sponsoring is één van die mogelijkheden. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die aan scholen worden verstrekt en waarbij een tegenprestatie wordt verlangd. U kind hierbij denken aan gesponsorde lesmaterialen, opname van advertenties in de schoolkrant, uitdelen van producten aan kinderen. Onze school is terughoudend op het gebied van sponsoring en houdt zich in gevallen van sponsoring aan de regels, die zijn opgesteld in het convenant sponsoring. Algemeen uitgangspunt hierbij is, dat sponsoring verenigbaar moet zijn met de visie en de pedagogische en onderwijskundige taakstelling van de school. 10.3 Klachtenregeling (tijdelijke overgangsregeling) Waar mensen werken ontstaan misverstanden, worden fouten gemaakt en kan er iets misgaan in de communicatie. Dat geldt ook voor het onderwijs. Wanneer u het niet eens bent met gedragingen of beslissingen van een persoon werkzaam binnen SAKS of juist met het nalaten van gedragingen of het niet nemen van beslissingen, dan kunt u een klacht indienen. Bij SAKS is de behandeling daarvan geregeld in een klachtenregeling.
25
De klachtenregeling is bedoeld voor individuele gevallen. De regeling beschrijft de procedure voor het indienen en behandelen van de klacht. Uitgangspunt is dat de klacht zoveel mogelijk door de betrokken partijen binnen de school wordt opgelost. Indien de klacht niet naar tevredenheid met de directie van de school wordt opgelost, bestaat er de mogelijkheid om de contactpersoon van de school te raadplegen. Contactpersonen zijn verbonden aan de school. Elke school heeft een eigen contactpersoon (de Lispeltuut heeft er 2). Contactpersonen zijn het aanspreekpunt bij klachten binnen een school. De contactpersoon kan u tevens ondersteunen bij verwijzing naar de (externe) vertrouwenspersoon van het bestuur. Deze vertrouwenspersoon is onafhankelijk en dus niet verbonden aan een school of de organisatie. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Zo nodig betrekt de vertrouwenspersoon het College van Bestuur erbij. De vertrouwenspersonen van SAKS zijn: Jeanette Jager (06-18233215) en Freek Wather (06-40816327)
[email protected] Als de klacht niet tot tevredenheid is opgelost binnen SAKS, kan de klacht formeel ingediend worden bij de klachtencommissie. SAKS is aangesloten bij de Landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag Telefoon 070-3925508. 10.4 Schorsen en verwijderen:. Uiterst zelden krijgen leerlingen te maken met schorsing of verwijdering. Maar soms ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan een leerling te schorsen of zelfs te verwijderen. Het is dan in belang van alle partijen – de leerling, zijn ouders, het bevoegd gezag van de school – dat de regels en procedures, die de onderwijswetten voorschrijven, zorgvuldig worden uitgevoerd. Deze procedure staat omschreven in het protocol ‘schorsen en verwijderen’. Een leerling of een groep van leerlingen, die het onderwijs ernstig verstoren en/of leerlingen en leerkrachten geestelijk of fysiek bedreigen kunnen tijdelijk of definitief van school worden verwijderd. Dit geldt ook voor leerlingen van wie de ouders niet meewerken aan onderzoeken ter verbetering van het onderwijs aan specifieke leerlingen of voor verwijzing naar de Speciale School voor Basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De bevoegdheid tot schorsen is overgedragen aan de directeur van de school. In geval van verwijdering wordt het bestuur in kennis gesteld van het voornemen tot en op basis van de verkregen informatie van partijen kan het bestuur besluiten de betreffende leerling(en) te verwijderen. 10.5 Verzekeringen Voor alle onder het bestuur ressorterende scholen is bij de bond KBO een verzekeringpakket afgesloten, waarin ondermeer een ongevallen verzekering en een aansprakelijkheidsverzekering is opgenomen
26
Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen.
27
Formulier vaststelling en instemming schoolgids School:
SWS de Lispeltuut
Adres:
P.C. Boutensstraat 4
Postcode / plaats:
1822 KJ Alkmaar
Het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het geldende schoolplan van de school vastgesteld. Namens het bevoegd gezag. Plaats:
Alkmaar
Datum:
juli 2015
Handtekening: Naam:
mw. H. van der Hoorn
Functie:
voorzitter college van bestuur
De medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad van bovengenoemde school heeft ingestemd met het geldende schoolplan van de school Namens het bevoegd gezag. Plaats:
Alkmaar
Datum:
juli 2015
Handtekening: Naam:
dhr. R. Reus
Functie:
voorzitter
28