Summa College Welzijn
OPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 3
BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 2 3
1
Summa College Welzijn
Inhoudsopgave 1.
Opleiding pedagogisch werk (PW) niveau 3................................................................... 3
2.
Kerntaken en werkprocessen.......................................................................................... 4
3.
Indicatoren per werkproces van de kerntaken ............................................................... 6
4.
Suggesties voor de begeleiding van de student door de praktijkbegeleider. .............. 17
5.
De opleiding samengevat in een schema. .................................................................... 19
6.
Een voorbeeld van een Integrale Opdracht: “Wat gaan we doen vandaag?” ............. 21
7.
Contact tussen Loopbaanbegeleider (LB) en Praktijkbegeleider (PB). ......................... 27
8.
Voortijdige beëindiging stage. ...................................................................................... 27
9.
Ziekmelding ................................................................................................................... 27
10.
Formulieren ................................................................................................................... 28 10.1
Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van
leerproces ................. 28
10.2
Formulier voortijdige beëindiging van de BPV ................................................... 29
11.
JAARPLANNING 2013-2014 ........................................................................................... 30
12.
Praktijkbegeleiders informatiebijeenkomsten schooljaar 2013-2014. ........................ 31
13.
Verplichte urenregistratie van aanwezigheid op de BPV
14.
Beoordeling basishouding BPV...................................................................................... 33
15.
Toelichting indicatoren basishouding BPV .................................................................... 35
16.
Evaluatie BPV................................................................................................................. 37
17.
Portfolio Opleiding Pedagogisch Werk ......................................................................... 41
18.
Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) ............................................................................ 43
2
2013-2014........................ 32
Summa College Welzijn
1.
Opleiding pedagogisch werk (PW) niveau 3
Pedagogisch Werk, niveau 3 (PW-3). Als pedagogisch werker kinderopvang begeleid en verzorg je kinderen van 0 tot ongeveer 12 jaar. Je bent werkzaam bij een organisatie voor kinderopvang. Het professionele karakter van de verzorging en begeleiding komt tot uiting in de planmatige, doelgerichte en methodische aanpak. Een aantal vaardigheden die je als pedagogisch werker (PW-3) moet beheersen zijn: Je kunt: - veranderingen signaleren in het gedrag of de ontwikkeling van kinderen; - je eigen werkzaamheden plannen; - zorgen voor overleg en afstemming met anderen; - verantwoordelijkheid dragen voor het opstellen van een (individueel) begeleidingsplan; - doelen evalueren en bijstellen; - beroeps specifieke kennis en vaardigheden toepassen; - werken volgens routines, standaardprocedures of een combinatie daarvan.
3
Summa College Welzijn
2 . Kerntaken en werkprocessen. In het Kwalificatiedossier (KD)zijn de eisen beschreven waaraan voldaan moet worden om een diploma te halen van Pedagogisch Werker. Deze diploma-eisen zijn beschreven in kerntaken, werkprocessen en competenties. Het kwalificatiedossier bestaat uit 3 kerntaken: Kerntaak 1: Het opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak.; Kerntaak 2: Opvangen en begeleiden van het kind; Kerntaak 3: Uitvoeren van coördinerende en beleidsmatige taken.
De grootte van iedere kerntaak wordt in het KD overzichtelijk gemaakt door de kerntaak in werkprocessen in te delen met de daarbij behorende competenties. Het toetsen van werkprocessen met de competenties vraagt om het meten van gedrag in een beroepssituatie. Vandaar dat wij, als SUMMA College Eindhoven, ervoor kiezen om bij ieder werkproces indicatoren te benoemen. Deze indicatoren geven concreet gedrag aan dat de student in de praktijk laat zien.
Het Kwalificatiedossier 2012/2013 Het KD bestaat uit 3 kerntaken: kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak. Werkprocessen: 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind. 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op. 1.3 Maakt een plan van aanpak. -
kerntaak2: Opvangen en ontwikkelen van het kind/de jongere. Werkprocessen: 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang. 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging. 2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden. 2.4 Biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan.
-
kerntaak 3: Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken. Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van Kwaliteitszorg. 3.3 Stemt de werkzaamheden af met de betrokkenen. 3.8 Evalueert de werkzaamheden.
4
Summa College Welzijn
Het Kwalificatiesysteem bestaat daarnaast uit 25 competenties:
Competentie (nieuw) A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y
Beslissingen en activiteiten initiëren Aansturen Begeleiden Aandacht en begrip tonen Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Relaties bouwen en netwerken Overtuigen en beïnvloeden Presenteren Formuleren en rapporteren Vakdeskundigheid toepassen Materialen en middelen inzetten Analyseren Onderzoeken Creëren en innoveren Leren Plannen en organiseren Op de behoeften en verwachtingen van klant richten Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Omgaan met veranderingen en aanpassingen Met druk en tegenslag omgaan Gedrevenheid en ambitie tonen Ondernemen en commercieel handelen Bedrijfsmatig handelen
5
Summa College Welzijn
3. Indicatoren per werkproces van de kerntaken Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak.
Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van het kind / de jongere. Competenties N. Onderzoeken R. Op de behoefte en verwachtingen van de “klant” richten
Indicatoren. De student: 1 Gebruikt verschillende bronnen om informatie over het kind te verzamelen. 2 Inventariseert actief de wensen van het kind en zijn ouders / vervangende opvoeders. 3 Inventariseert de verwachtingen van het kind en de ouders / vervangende opvoeders.
6
comp N R R
Summa College Welzijn
Werkproces 1.2: Stelt een activiteitenprogramma op. Competenties E. Samenwerken en overleggen Q. plannen en organiseren
Indicatoren. De student: 1 Vraagt naar de mening en ideeën van kinderen. 2 Stimuleert kinderen om input te leveren voor het activiteitenprogramma. 3 Stemt activiteiten goed op elkaar af. 4 Plant de activiteiten ruim op tijd. 5 Regelt de activiteiten ruim op tijd. 6 Houdt hierbij rekening met de mogelijkheden van de organisatie. 7 Zorgt dat het activiteitenprogramma aansluit bij de wensen en behoeften van de kinderen.
7
comp E E Q Q Q Q Q
Summa College Welzijn
Werkproces 1.3: Maakt een plan van aanpak. Competenties E. Samenwerken en overleggen J. Formuleren en rapporteren
Indicatoren De student: 1 Stelt een nauwkeurig plan van aanpak op. 2 Stelt een volledig plan van aanpak op. 3 Stelt, indien nodig, het plan van aanpak bij. 4 Bespreekt de inhoud van het plan van aanpak met het kind en de ouders / vervangende opvoeders. 5 Bespreekt de consequenties van het plan van aanpak met het kind en de ouders / vervangende opvoeders.
8
comp J J J E E
Summa College Welzijn
Kerntaak 2 Opvang en begeleiden van het kind / de jongere
Werkproces 2.1: Biedt het kind / de jongere opvang. Competenties B. Aansturen C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen E. Samenwerken en overleggen U. Omgaan met verandering en aanpassen
Indicatoren. De student: 1 Toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels. 2 Geeft het kind heldere en constructieve feedback. 3 Stimuleert het kind om alternatieven uit te proberen, zodat het functioneren van het kind wordt versterkt. 4 Toont betrokkenheid bij het kind en de ouders / vervangende opvoeders. 5 Luistert actief naar het kind. 6 Herkent wanneer het kind het moeilijk heeft, zodat de nodige ondersteuning geboden kan worden. 7 Informeert ouders / vervangende opvoeders over de gang van zaken in de opvang. 8 Informeert ouders / vervangende opvoeders over de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind. 9 Deelt met ouders / vervangende opvoeders kennis, ervaring en inzichten met betrekking tot de opvoeding van het kind. 10 Toont respect voor verschillende achtergronden van kinderen. 11 Is in staat om vragen of problemen vanuit diverse gezichtspunten te bekijken.
9
comp B C C D D D E E E U U
Summa College Welzijn
Werkproces 2.2: Biedt het kind / de jongere persoonlijke verzorging. Competenties C. Begeleiden F. Ethisch en integer handel K. Vakdeskundigheid toepassen R. Op de behoefte en verwachting van de klant richten T. instructies en procedures opvolgen
Indicatoren. De student: 1 Adviseert het kind over de persoonlijke verzorging. 2 Gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging. 3 Respecteert vertrouwelijkheid tijdens de verzorging zodat het kind zich op zijn gemak voelt. 4 Herkent de dynamiek van jonge kinderen 5 Reageert tijdig en adequaat, door continu alert te zijn op de dynamiek van de jonge kinderen. 6 Past de verzorging op het kind aan. 7 Houdt zich bij de verzorging en bij ziekte en ongevallen aan de procedures en richtlijnen.
10
comp C F F K K R T
Summa College Welzijn
Werkproces 2.3: Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden.
Competenties C. Begeleiden L. Materiaal en middelen inzetten T. instructies en procedures opvolgen
Indicatoren. De student: 1 Schept een uitdagende omgeving. 2 Schept een geschikte omgeving. 3 Toetst de ruimte / omgeving aan richtlijnen zodat de kinderen op een veilige manier gestimuleerd worden. 4 Is op de hoogte van de werking van schoonmaakmiddelen en –materialen. 5 Maakt verantwoord gebruik van schoonmaakmiddelen en –materialen. 6 Werkt volgens veiligheidsregels en voorschriften. 7 Ziet erop toe dat anderen zich aan deze regels en voorschriften houden. 8 Gebruikt materialen op een veilige manier, zodat de veiligheid van de kinderen gewaarborgd is.
11
comp B B B L L T T T
Summa College Welzijn
Werkproces 2.4: Biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Competenties C. Begeleiden L. Materiaal en middelen inzetten Q. Plannen en organiseren
Indicatoren De student: 1 Motiveert het kind om zijn best te doen. 2 Motiveert het kind uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken. 3 Kiest sport-, spel-, en speelmaterialen die aansluiten bij de behoeften en ontwikkeling van het kind. 4 Gebruikt sport-, spel-, en speelmaterialen effectief en vindingrijk zodat de ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt. 5 Regelt ruim van te voren activiteiten. 6 Schat de benodigde tijd in bij het regelen van activiteiten. 7 Houdt rekening met onvoorziene omstandigheden. 8 Houdt de voortgang in de gaten, zodat het activiteitenplan zoveel mogelijk volgens plan wordt uitgevoerd.
12
comp C C L L Q Q Q
Summa College Welzijn
Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken
Werkproces 3.1: Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Competenties K. Vakdeskundigheid toepassen
Indicatoren De student: 1 Houdt vakkennis en vaardigheden bij. 2 Draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen. 3 Gebruikt feedback om van te leren. 4 Werkt aan zijn / haar persoonlijke ontwikkeling. 5 Neemt deel aan inhoudelijke en beroepsmatige discussies.
13
comp K K K K K
Summa College Welzijn
Werkproces 3.2: Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Competenties: T. Instructies en procedures opvolgen
Indicatoren De student: 1 Houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering. 2 Levert een effectieve bijdrage aan het bevorderen van kwaliteitszorg. 3 Levert een effectieve bijdrage aan het bewaken van kwaliteitszorg. 4 Bewaakt de kwaliteit van zijn / haar werkzaamheden.
14
comp T T T T
Summa College Welzijn
Werkproces 3.3: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen. Competenties: E. Samenwerken en overleggen Q. Plannen en organiseren
Indicatoren De student: 1 Overlegt bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig en regelmatig met collega’s. 2 Raadpleegt anderen indien nodig. 3 Weet wat de consequenties zijn van de eigen acties. 4 Stelt zich zo op dat de samenwerking in het team soepel verloopt. 5 Houdt rekening met de haalbaarheid van haar werkzaamheden in tijd en kwaliteit.
15
comp E E E E Q
Summa College Welzijn
Werkproces 3.8: Evalueert de werkzaamheden. Competenties: D. Aandacht en begrip tonen J. Formuleren en rapporteren M. Analyseren
Indicatoren De student: 1 Vraagt het kind en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden opvang. 2 Luistert aandachtig zodat ze de gekregen informatie kan meenemen / inbrengen in de evaluatie van de geboden opvang.
comp
3 Verwerkt en registreert zorgvuldig alle benodigde gegevens. 4 Scheidt de hoofd- en bijzaken zodat rapportages en evaluaties kernachtig, volledig en inzichtelijk zijn. 5 Haalt uit alle gegevens die hij / zij verzamelt de belangrijkste informatie. 6 Concludeert op basis van de gekregen informatie of de geboden opvang en begeleiding voldoen. 7 Komt, zo nodig, met haalbare oplossingen, zodat, indien nodig, de opvang en begeleiding bijgesteld kunnen worden.
J J
16
D D
M M M
Summa College Welzijn
4. Suggesties voor de begeleiding van de student door de praktijkbegeleider. Voor het opleiden van de student tot pedagogisch medewerker is een goede afstemming tussen opleiding en stage-instelling belangrijk. Door middel van informatie over de opbouw en werkwijze van de opleiding willen we de praktijkbegeleider handvatten geven bij de begeleiding van de student/stagiaire. De praktische suggesties voor de praktijkbegeleider staan cursief beschreven. Deze suggesties zijn een logisch gevolg van de informatie die eraan vooraf ging. Op pagina 18 en 19 staat de opleiding schematisch weergegeven voor leerjaar 1, 2 en 3.
De Integrale Opdracht. In ieder blok van 10 weken krijgen de studenten een integrale opdracht met telkens een ander thema. Deze thema’s staan in het schema vermeld. In deze Integrale Opdracht komen de werkprocessen aan bod uit het betreffende blok. Bij het maken van de Integrale Opdracht zijn de werkprocessen als uitgangspunt genomen. Bijvoorbeeld: Leerjaar 2 / blok 1. De Integrale Opdracht heeft de naam: “Wat kunnen we gaan doen vandaag?” De werkprocessen die in deze Integrale Opdracht zijn verwerkt zijn: 1.2, 2.1, en 2.4. Deze werkprocessen gaan onder andere over het maken van een activiteitenplan en het begeleiden van kinderen. De lesinhoud van de verschillende lessen die in dit blok worden gegeven zijn ondersteunend aan dit thema. Van studenten wordt verwacht dat zij de lesinhoud van de ondersteunende lessen en informatie van de stageplaats verwerken in de Integrale Opdracht. We verwachten van de student dat hij de praktijkbegeleider informeert over de inhoud en voortgang van de integrale opdracht. Soms zal de student informatie vragen die nodig is voor de Integrale Opdracht. De beoordeling vindt plaats op school. Wij verwachten van de student dat hij informatie verzamelt op de stage die ondersteunend kan zijn voor de uitwerking Integrale Opdracht. Tijdens de stagebegeleidingsgesprekken kan het thema of de inhoud van de Integrale Opdracht en de werkprocessen van de I.O., worden verdiept en besproken hoe deze op de werkvloer zichtbaar gemaakt kunnen worden. De Integrale Opdracht wordt op het eind van een blok afgesloten op school door middel van bijvoorbeeld een presentatie. De student kan door de praktijkbegeleider gevraagd worden hierover verslag te doen. Hierdoor wordt de koppeling tussen school en praktijk versterkt.
17
Summa College Welzijn
Na de afsluiting van het blok en de presentatie op school start een nieuw thema of Integrale Opdracht en dus ook nieuwe werkprocessen. De “cyclus” zoals hierboven omschreven start opnieuw. Met de student kan worden afgesproken om bij ieder blok de praktijkbegeleider te informeren over de inhoud en voortgang van de nieuwe Integrale Opdracht en op welke werkprocessen de Integrale Opdracht betrekking heeft. Reflecteren van werkprocessen en maken dag/weekverslagen. Als een blok is afgesloten wordt van de student verwacht dat hij kan reflecteren op de werkprocessen die in het afgesloten blok aan de orde zijn geweest. Dit reflecteren kan aan de hand van dag- en weekverslagen. • De student wordt gevraagd dag- en weekverslagen te maken waarbij de werkprocessen worden betrokken. Gevraagd kan worden om deze werkprocessen te benoemen zodat deze zichtbaar worden in de praktijk. Ook kan gevraagd worden welke verbeteringen mogelijk zijn naar aanleiding van de ontvangen feedback en de eigen reflectie. Na ieder blok kan de inhoud van de reflectie en de weekverslagen veranderen en kunnen nieuwe werkprocessen als uitgangspunt worden genomen. Evalueren. De student wil graag horen of hij op de goede weg is. Tussentijds kunnen de werkprocessen geëvalueerd worden die al uitgebreider aan bod zijn gekomen. Evalueren van werkprocessen die in de blokken nog niet aan bod zijn gekomen is minder zinvol omdat de student de theorie vaak nog niet gehad heeft.
18
Summa College Welzijn
5. De opleiding samengevat in een schema. Leerjaar 1 Werkprocessen Blok 1
2.2 en 2.3
Integrale Opdracht Eten en Bewegen
Project*
Toets
Les inhoud school
- de ontwikkeling van de mens - voeding en bewegen Blok 2 2.2 en 2.3 Het ideale Stagevaardig Theorietoets - inrichten kinderdagverblijf blok 1 en 2 - visie - behoeften Blok 3 2.2 en 2.3 Welbevinden van Kinderthema - kinderziekten kind en leiding diner - ergonomie - observeren Blok 4 2.2 en 2.3 Zorg voor kind en Efteling Praktijktoets - werkplanning omgeving ‘Verzorgen’ - visie - groepsprocessen - ontwikkelingsstimulering * Bol 18+ heeft alleen in blok 1 project. Dit project staat in het teken van ‘stagevaardig’. BBL heeft geen project. Leerjaar 2 Werkprocessen Blok 1
1.2, 2.1, 2.4 1.1, 1.3
Blok 2
1.2, 2.1, 2.4 1.1, 1.3
Blok 3
1.2, 2.1, 2.4 1.1, 1.3
Blok 4
1.2, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 1.1, 1.3
Kamp
Integrale Opdracht Wat kunnen we gaan doen vandaag? De levendige groep Hoera een thema
Project*
Een dozijn situaties
Lente in Eindhoven
Toets
Spelen kun je overal
Vuur, water, lucht en aarde Olympische Spelen
* BOL18+ en BBL hebben geen project
19
Les inhoud school - methodische begeleidingscyclus - spelontwikkeling
Theorie toets blok 1 en 2
- opvoeden - begeleiden - reguleren - opvoedcompetenties - taalontwikkeling - Gordon - VVE Praktijktoets - begeleidingssituaties ‘activiteiten - begeleidingsbinnen het behoeften dagritme - levensgebeurtenissen
Summa College Welzijn
Leerjaar 3 Werkprocessen
Integrale Opdracht Wij begeleiden met visie
Project*
Toets
Blok 1
1.1, 1.3, 3.1, 3.3, 3.8
Blok 2
3.1, 3.2, 3.3 3.8
Iedereen op de hoogte
Theorietoets blok 1 en 2
Blok 3
1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.8 1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3.1, 3.2, 3.3, 3.8
Ondersteuning op projectexamen Ondersteuning op projectexamen
Praktijkexamen ‘leidster op niveau 3’
Blok 4
Mama ik ben bang
Les inhoud school - pedagogische visie - pedagogisch beleidsplan - begeleiden met visie - kwaliteitszorg - pedagogisch beleidsplan - opvoedingsondersteuning
Projectexamen * BOL18+ en BBL hebben geen project Afstuderen: Blok 3 en 4 staat in leerjaar 3 in het teken van het afstuderen: werken aan praktijkexamen leidster op niveau 3 en werken aan het projectexamen
20
Summa College Welzijn
WAT KUNNEN WE GAAN DOEN VANDAAG? Integrale Opdracht 5 Opleiding PW niveau 3 Kerntaak: 1 en 2 Werkproces: 1.2, 2.1, 2.4 21
Integrale opdracht: Wat kunnen we gaan doen vandaag?
6. Een voorbeeld van een Integrale Opdracht: “Wat gaan we doen vandaag?”
Summa College Welzijn
Inhoudsopgave De situatie De werkwijze: Criteria niveau 3 Go no-go, ondersteuning, begeleiding Kwalificatie niveau 3 Bijlage 1 plan van aanpak
Vooraf: Je zit verder in je opleiding, en er zijn nu andere kerntaken die centraal staan. Dat zijn: Kerntaak 1: Het opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak. werkproces 1.2: stelt een activiteiten programma op. Kerntaak 2: Opvang en begeleiding van het kind / de jongere. werkproces 2.1: ondersteunt het kind / de jongere bij ontwikkeling en opvoeding. werkproces 2.4: biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Bij deze integrale opdracht ga je de eerste stappen ondernemen op je ontdekkingstocht naar mogelijkheden en wijzen van begeleiden bij activiteiten. Je zult je verdiepen in - mogelijke activiteiten die je kunt doen met kinderen en jongeren. - methodisch opzetten van activiteiten. - zelf activiteiten uitvoeren.
De situatie: Je kent het vast al wel van je stage: dagelijks, wekelijks worden er activiteiten georganiseerd en voorbereid. Leidsters lopen ’s ochtends spullen bij elkaar te zoeken, tafels worden afgeplakt en oude overhemden worden tevoorschijn gehaald. Je weet het al: het wordt schilderen vanochtend. Maar voor jou is het nu wel de vraag hoe dat dan allemaal eruit moet gaan zien. Jullie hebben baby’s in de groep, wat moet dat toch worden… die kunnen toch nog geen kwast vasthouden. Nee, dan ’s middags als je op de BSO staat. Daar kunnen de oudste kinderen zelf aan de slag. Ze maken prachtige schilderijen, maar soms lijkt het ook wel allemaal op elkaar. Waarom willen die kinderen toch allemaal hetzelfde maken, en waarom willen die jongens nu opeens niet meer meedoen? Je stagebegeleidster vertelde laatst dat schilderen zo goed is voor de ontwikkeling van de kinderen…. goed voor de cognitieve en motorische ontwikkeling…. huh??? En nu je toch over schilderen nadenkt schiet je iets te binnen… Je bent laatst in het dorp waar je woont bij een lentemarkt geweest en daar zat iemand die een cursus intuïtief schilderen aanprees. Je moeder was er razend enthousiast over en vroeg of dat voor de kinderen op je stage ook leuk zou zijn. De volgende dag vertelde je het aan je stagebegeleidster en die vond het direct een leuk idee: “Ja, dat gaan we doen met de kinderen, wat een geweldig idee.” Je nam jezelf
22
Summa College Welzijn
ter plekke voor om nu eens heel goed uit te gaan zoeken wat zij zo leuk vinden aan dat intuïtief schilderen.
De opdracht: Verzamel ideeën voor ontwikkelingsgerichte activiteiten en bundel ze op een manier die jij prettig vindt. Bij je eigen BPV stage/werkplek voer je 4 activiteiten uit. Het beste idee presenteer je op de activiteitendag. De verzamelde ideeën zijn voor jezelf voor nu en voor later.
De werkwijze: Om deze integrale opdracht uit te kunnen voeren heb je regelmatig overleg met je groepsgenoten en begeleider integrale opdrachten. Daarnaast is het van belang dat je ook regelmatig overlegt met je BPV begeleider. Oriëntatiefase: • verheldering opdracht; • maak een plan van aanpak (zie voorbeeld bijlage 1). Uitvoeringsfase: • product: de verzamelde ideeën; • activiteiten uitvoeren op je praktijkplaats. Afrondingsfase: • presentatie op de activiteitendag. Tijdspad: Start van de integrale opdracht: schoolweek 2 Presentatie op de activiteitendag: schoolweek 5 niveau 4, schoolweek 9 niveau 3. Samenwerking: Deze integrale opdracht is een individuele opdracht. Ideeënverzameling is persoonlijk en heeft jouw eigen “kleur “. Tijdens de BIO-uren werk je wel samen in vaste groepen om informatie, theorie, ideeën en ervaringen te kunnen delen. Let wel: iedere ideeënverzameling is uiteindelijk anders.
Criteria niveau 3: Productcriteria per onderdeel 1. de ideeënverzameling: • heeft een algemene doelgroepanalyse per ontwikkelingsfase; • heeft minimaal 16 ideeën voor ontwikkelingsgerichte activiteiten, evenredig verdeeld over de ontwikkelingsfases en de activiteitengebieden; • heeft een hanteerbaar formaat; • heeft een methodische opzet; • de ideeën hebben een methodische opzet en bij de beschrijving wordt aangegeven welke ontwikkelingsaspecten aan bod komen voor de gekozen doelgroep.
23
Summa College Welzijn
2. de uitgevoerde ideeën: • hebben een gedetailleerde doelgroepanalyse van de doelgroep waar mee gewerkt wordt; • de uitgevoerde ideeën worden volgens een methodische opzet uitgewerkt en geëvalueerd; • de praktijkbegeleider geeft schriftelijk feedback; • de 4 verslagen van de uitvoeringen, evaluaties en feedback worden toegevoegd aan de ideeënverzameling. Algemene productcriteria • het product is authentiek, geeft blijk van jouw eigenheid; • de ideeënverzameling ziet er verzorgd uit; • de ideeënverzameling is vernieuwend voor de BPV stage/werkplek; • de ideeënverzameling is uniek en geeft blijk van jouw eigenheid; • het product is geformuleerd in Standaardnederlands; • het product bevat een bronnenlijst / literatuurlijst; • het product heeft een duidelijke tekstopbouw; • een onbekende lezer begrijpt meteen wat jij bedoelt; • juiste werkwoordspelling in schriftelijk taalgebruik; • tijdens de gesprekken met je BPV-begeleid(st)er let je bewust op verzorgd taalgebruik (dus geen dialect). Procescriteria • je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken; • je kunt de ander de ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen; • je kunt jezelf presenteren; • je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan; • je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen; • je houdt je aan afspraken; • je kunt hulp bieden en meedenken; • je kunt goed met feedback omgaan.
Go / no-go: Je ontvangt een go of no-go naar aanleiding van je plan van aanpak.
Ondersteuning: Cursus Methodisch handelen. Spelontwikkeling. Training Activiteiten carrousel.
Begeleiding: • Per week staan er drie klokuren BIO in je rooster. Tijdens deze uren word je begeleid door een begeleider integrale opdrachten. • Je ontvangt feedback van je groepsgenoten. • Met je BPV begeleider bespreek je regelmatig je ideeën en toets je de originaliteit ervan. Verder maak je een planning voor de uitvoering van de 4 activiteiten. 24
Summa College Welzijn
Kwalificatie: Pedagogisch Werker niveau 3.
Kerntaak / Werkprocessen: Kerntaak 1: Het opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak. • werkproces 1.2: stelt een activiteiten programma op. Kerntaak 2: Opvang en begeleiding van het kind / de jongere. • werkproces 2.1: ondersteunt het kind / de jongere bij ontwikkeling en opvoeding. • werkproces 2.4: biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan.
Data: Leerjaar 2, blok 1
Studiepunten: • Bol: • Bol18+: • BBL:
6 6 6
SBU:
162
25
Summa College Welzijn
Bijlage 1
Plan van aanpak
Wanneer je als team of alleen een opdracht/project succesvol wilt uitvoeren, moet je een duidelijk plan van aanpak (PVA) hebben. Een PVA bevat globaal de volgende onderdelen: 1 Situatieschets Welk probleem of welke situatie vormt de aanleiding voor de opdracht. Geef een concrete omschrijving. 2 Doelstelling(en) Wat wil je bereiken met deze opdracht? Geef een concrete omschrijving. 3 Vragen Welke vragen moet je beantwoorden om de doelstelling(en) te bereiken. Oftewel, wat moet je weten? Hoe concreter de vragen zijn geformuleerd, hoe makkelijker je straks kunt gaan zoeken naar informatie. 4 Activiteiten Welke activiteiten ga je ondernemen om antwoorden te vinden op de vragen en welke activiteiten ga je ondernemen om het product een bepaalde vorm te geven (die vorm bepaal je dus zelf). 5 Planning Hoe ga je die activiteiten (zie stap 4) plannen? Wie doet wat en wanneer? 6 Controle over de opdracht (ook wel projectbeheersing genoemd) Hoe ga je ervoor zorgen dat de opdracht verloopt zoals je dit hebt beschreven? Moeten er bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over hoe je wil samenwerken, hoe tussenproducten worden bewaard, enzovoort.
26
Summa College Welzijn
7. Contact tussen Loopbaanbegeleider (LB) en Praktijkbegeleider (PB). De loopbaanbegeleider (LB-er) komt in de periode van één schooljaar twee keer op BPV bezoek en heeft twee keer telefonisch contact met de praktijkbegeleider. In beide BPV bezoeken wordt de voortgang van het leerproces met de student besproken. Aan de hand van de werkprocessen wordt het leerproces van de student in kaart gebracht. Mocht het leerproces stagneren dan is het mogelijk dat er vaker contact is tussen de LB-er en de praktijkbegeleider. De praktijkbegeleider krijgt bij de start van het schooljaar de naam van de loopbaanbegeleider, het telefoonnummer en mailadres.
8. Voortijdige beëindiging stage. Een stage kan alleen worden beëindigd nadat er een gesprek heeft plaatsgevonden met de student, de praktijkbegeleider en de loopbaanbegeleider. Bij voortijdige beëindiging wordt het formulier: “voortijdige beëindiging van de BPV” ingevuld door de loopbaanbegeleider. In het gesprek met de loopbaanbegeleider worden bindende afspraken gemaakt voor het vervolg van de opleiding en de BPV. Eventueel wordt een contract opgesteld waarin deze afspraken worden vastgelegd. Bij onvoldoende ontwikkeling wordt officieel “onvoldoende “ uitgesproken en heeft de student recht op een tweede kans op een andere stageplaats.
9. Ziekmelding In geval van ziekte of afwezigheid brengt de student zowel het BPV - bedrijf als de school hiervan op de hoogte. Als de ziekteperiode langer duurt, dient er overleg te zijn met de praktijkbegeleider, de loopbaanbegeleider en de student.
27
Summa College Welzijn
10. Formulieren 10.1 Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van leerproces SUMMA College, School voor Welzijn en Artiest ______________________________________________________________________ Naam student:
Nummer student:
Opleiding en differentiatie: BPV - instelling: Praktijkbegeleider: BPV – docent / Loopbaanbegeleider: Cursusjaar : 2013-2014 ______________________________________________________________________ De gemaakte afspraken ter verbetering van het leerproces: * * * Toelichting:
Deze afspraken zijn ervoor bedoeld om de BPV vanaf nu beter te laten verlopen. Leg ook een datum vast om op de gemaakte afspraken terug te komen, om te kijken of de gemaakte afspraken zijn nagekomen of om te zien of er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt. Indien de gemaakte afspraken uiteindelijk niet tot het gewenste resultaat leiden, kan het gevolg een (voortijdige) beëindiging van de beroepspraktijkvormingsovereenkomst zijn (BPVO).
Aldus overeengekomen op ….. ..…. ………. te …………………………………..
Handtekening praktijkbegeleider: …………………………...
Handtekening student: …………………………
Kopieën aan: praktijkbegeleider, LB-er, de student en eventuele andere betrokkenen. 28
Summa College Welzijn
10.2 Formulier voortijdige beëindiging van de BPV SUMMA College: School voor Welzijn en Artiest ______________________________________________________________________ Naam student :
Nummer student:
Opleiding en differentiatie: BPV - instelling Praktijkbegeleider
: :
BPV – docent / Loopbaanbegeleider : Cursusjaar en periode: 2013-2014 van ………..…………….. t/m ………..……….……… Loopbaanbegeleider: ______________________________________________________________________ Datum van de beëindiging BPV
:
Reden(en) van de beëindiging BPV : *
*
* Stopt opleiding* Gaat naar een andere BPV - plaats* * (= kruis aan wat van toepassing is) Plaats: …………………………….. Datum: ……………………………. Handtekeningen: Namens de BPV - organisatie, de praktijkbegeleider
De BPV - docent Loopbaanbegeleider
29
De student
Summa College Welzijn
11. SW weeknr.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
JAARPLANNING 2013-2014 9 10 11 12 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 aug sept sept sept sept sept/okt okt okt okt okt/nov nov nov nov
Periode 2 13 14 15 16 48 49 50 51 52 nov dec dec dec dec
26
2
9
16
23
30
7
14
21
28
4
11
18
25
2
9
16
23
30
6
13
20
27
3
10
17
24
1
8
15
22
29
5
12
19
26
3
10
17
24
31
7
14
21
28
4
11
18
25
2
9
16
23
30
6
13
20
27
4
11
18
25
1
8
15
22
29
5
12
19
26
3
10
17
24
31
7
14
21
28
5
12
19
26
2
9
16
23
30
6
13
20
27
4
11
18
25
1
8
15
22
29
6
13
20
27
3
10
17
24
1
2
3
4
5
Periode 1 6 7
Periode 3 SW weeknr.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
20 21 22 23 24 8 9 5 6 7 jan febr febr febr febr
10
mrt
8
Periode 4 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 11 12 13 18 19 20 21 22 14 15 16 17 mrt mrt mrt mrt/apr apr apr apr apr/mei mei mei mei mei
1
dec/jan
Periode 2 17 18 2 3 jan jan
Periode 4
35
36
37
38
39
23
24
25
26
27
juni
juni
juni
juni juni/juli
27
3
10
17
24
3
10
17
24
31
7
14
21
28
5
12
19
26
2
9
16
23
30
28
4
11
18
25
4
11
18
25
1
8
15
22
29
6
13
20
27
3
10
17
24
1
29
5
12
19
26
5
12
19
26
2
9
16
23
30
7
14
21
28
4
11
18
25
2
30
6
13
20
27
6
13
20
27
3
10
17
24
1
8
15
22
29
5
12
19
26
3
31
7
14
21
28
7
14
21
28
4
11
18
25
2
9
16
23
30
6
13
20
27
4
Ingestemd door OR d.d. 15 november 2012 Door CvB vastgesteld d.d. 22 november 2012
christelijke feestdag = 8 dagen
herexamenweek alle kandidaten
vakantie voor student = 60 dagen
extra toetsmoment diplomakandidaten/herexamenweek alle kandidaten
inleveren praktijkexamens diplomakandidaten lesdoorbrekende week
Pilotexamens 2F Pilotexamens 3F Vastgesteld directie WA d.d. 04-03-2013
30
19 4 jan
Summa College Welzijn
12. Praktijkbegeleiders informatiebijeenkomsten schooljaar 2013-2014. Voor praktijkbegeleiders zijn er informatiebijeenkomsten waarin informatie over de opleiding wordt gegeven, de afstemming van stage en school aan bod komt en ervaringen van de praktijkbegeleiders uitgewisseld worden. Deze bijeenkomsten zijn op: - dinsdag 01 oktober en donderdag 03 oktober 2013 en - dinsdag 10 december en donderdag 12 december 2013
31
Summa College Welzijn
13. Verplichte urenregistratie van aanwezigheid op de BPV 2013-2014 (De student houdt het aantal gewerkte uren zelf bij in het blokje van de juiste maand en dag. Heb je dus op 6 augustus 6½ uur gewerkt dan vul je in dat vakje 6½ in; Zie het voorbeeld in onderstaand schema)
Maand en Dag
FEB
MRT
APR
MEI
JUNI
JAN
JULI
SEP
OKT
AUG
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
6½
Totaal Werkdagen: aantal uren dat je BPV loopt per werkdag invullen in het juiste vakje. (Vakantie = V / Buitengewoon Verlof = O / Ziek = Z / Terugkomdag/lesdag = T)
Wekelijks door de student in te vullen en aan het einde van de BPV ondertekent de praktijkbegeleider. BPV - Periode: van ….… -- ………… -- ……….. t/m .….… -- ……..…… -- …...….…. Aantal totaal gewerkte BPV - uren: ......... uur Datum: .................................. Naam en plaats BPV - instelling: …………………………………………………………………………… Naam student: ……………………………………. Naam begeleider: ………………..…………. Studentnummer: ……………………..
..……….......…….......…….……..........
............……..…….………….……....
(Handtekening student)
(Handtekening praktijkbegeleider)
32
NOV
DEC
Summa College Welzijn
14. Beoordeling basishouding BPV De student wordt beoordeeld op zijn basishouding gedurende de BPV. De basishouding is uitgewerkt in de indicatoren van een aantal competenties. De student moet gaan bewijzen, dat hij de beschreven indicatoren op voldoende wijze beheerst op de werkvloer. Dit is een voorwaarde om door te kunnen gaan naar een volgend leerjaar. De beoordeling basishouding BPV wordt ingevuld door de begeleider op de BPV Per indicator kan de student scoren. De student kan een 1, 2, 3 of 4 scoren. Concreet betekent dit: 1= Indicator wordt niet/onvoldoende gezien, student weet het niet/kan het niet 2= Indicator wordt soms gezien, student weet/kan het nog onvoldoende 3= Indicator wordt regelmatig gezien, student weet/kan het voldoende maar heeft soms nog enige aansturing nodig 4= Indicator wordt veelvuldig gezien bij de student: student handelt zelfstandig en vanuit eigen initiatief.
Zie formulier volgende bladzijde
33
Summa College Welzijn
BEOORDELING BASISHOUDING COMPETENTIES
Evaluatie A
C: Begeleiden: a
Je kunt interesse tonen in de ander
b
d
Je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken Je kunt de ander de ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen Je kunt stimuleren.
e
Je kunt iemand vertrouwen geven
c
D: Aandacht en begrip tonen: a
Evaluatie B
Beoordeling
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
1
2
3
4
Je kunt jezelf presenteren
b
Je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan c Je kunt oprecht begrip hebben voor de gevoelens van anderen d Je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen e Je kunt je verdraagzaam opstellen als iemand een andere mening heeft E: Samenwerken en overleggen: a
Je houdt je aan afspraken
b
Je kunt indien nodig hulp aan anderen vragen
c
Je kunt hulp bieden en meedenken
d
Je kunt openstaan voor de ideeën van anderen, goed luisteren en de ander de ruimte geven om zich uit te spreken Je kunt goed met feedback omgaan.
e
J: Formuleren en rapporteren: a
Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de doelgroep
Beoordeling:
Paraaf praktijkbegeleider
Voldoende
Onvoldoende
(omcirkelen wat van toepassing is en bij beoordeling paraferen) Paraaf student Paraaf LB-er
Voor leerjaar 1 en 2 is dit een beoordelingsinstrument. De studenten krijgen hiervoor studiepunten. Voor leerjaar 3 is dit een begeleidingsinstrument. Normering voor de overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en voor overgang van leerjaar 2 naar 3. Minimaal 12 uit 16 met een 3 scoren. Geen enen scoren Per categorie maximaal één 2 scoren Voor de indicator “je houdt je aan afspraken” is de score minimaal een 3 Voor de indicator “met feedback omgaan” is de score minimaal een 3 34
Summa College Welzijn
15. Toelichting indicatoren basishouding BPV C: Begeleiden a. Je kunt interesse tonen in de ander. Interesse tonen in het werk en voor de doelgroep Interesse tonen in de ander b. Je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken. Je houden aan afspraken Het werk zien c. Je kunt de ander de ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen. Bewust zijn van eigen macht d. Je kunt stimuleren Initiatief tonen Interesse tonen in de ander Vertrouwen geven e. Je kunt iemand vertrouwen geven. Vertrouwen geven Zorgvuldig omgaan met informatie Eigen emoties en gevoelens hanteren Eigen grenzen bewaken D: Aandacht en begrip tonen a. Je kunt jezelf presenteren. Bewust omgaan met persoonlijke hygiëne Kleding kiezen passend bij de uitoefening van het beroep Vriendelijk en beleefd zijn Taalgebruik aanpassen Bewust zijn van belang van mimiek Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal b. Je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan. Eigen emoties en gevoelens hanteren Grenzen bewaken Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal Bewust zijn van het belang van mimiek c. Je kunt oprecht begrip hebben voor de gevoelens van anderen. Interesse tonen in de ander door te luisteren Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal Bewust zijn van het belang van mimiek d. Je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen. Interesse tonen in de ander door te luisteren Bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal Bewust zijn van het belang van mimiek e. Je kunt je verdraagzaam opstellen als iemand een andere mening heeft. Vriendelijk en beleefd zijn Eigen emoties en gevoelens hanteren Flexibel zijn E: Samenwerken en overleggen a. Je houdt je aan afspraken. b. Je kunt indien nodig hulp aan anderen vragen. Hulp of ondersteuning durven te vragen Begeleiding accepteren Initiatief tonen Vriendelijk en beleefd zijn
35
Summa College Welzijn
Over problemen praten die je tegenkomt c. Je kunt hulp bieden en meedenken. Eigen grenzen bewaken Initiatief tonen Je houden aan afspraken Het werk zien d. Je kunt openstaan voor de ideeën van anderen, goed luisteren en de ander ruimte geven om zich uit te spreken. Vriendelijk en beleefd zijn Interesse tonen Eigen emoties en gevoelens hanteren Eigen grenzen bewaken e. Je kunt goed met feedback omgaan. Initiatief tonen Zorgvuldig omgaan met informatie Eigen emoties en gevoelens hanteren Bewust zijn van eigen macht Bewustzijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal J: Formuleren en rapporteren a.
Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de doelgroep. Vriendelijk en beleefd zijn Bewust zijn van verbaal en non –verbaal gedrag Taal aanpassen aan de doelgroep Bewust zijn van het belang van mimiek
36
Summa College Welzijn
16. Evaluatie BPV
Evaluatie door de praktijkopleider
Evaluatieonderwerpen
score Zeer tevreden
Motivering / suggestie Tevreden
Over ROC Eindhoven: 1.Over de gehanteerde plaatsings/sollicitatieprocedure ben ik 2. Over de voorlichting c.q. verstrekte informatie ben ik 3. Over de wijze waarop de student voorbereid is op de BPV ben ik 4. Over de kwaliteit van de BPVopdrachten ben ik
Over de student: 1.Over het inzicht en begrip (kennis en theorie, feiten en achtergronden) van de student ben ik 2. Over de beroepsvaardigheden van de student in de praktijk ben ik 3. Over de manier waarop de student verantwoordelijkheid draagt voor zijn leerproces ben ik 4. Over de sociale en communicatieve vaardigheden, zelfstandigheid, houding en inzet-/- motivatie ben ik
Over de BPV-begeleider van school: 1.Over de kwaliteit van de begeleiding door de BPV-begeleider van school ben ik 2. Over het contact van de BPVbegeleider van school met mij als praktijkopleider ben ik 3. Over het aantal van 2 praktijkbezoeken ben ik 4. Over de tijd die ik als praktijkopleider moet besteden aan begeleidings- en opleidingsactiviteiten ben ik 5. Over de wijze waarop de praktijkbegeleider reageert op problemen c.q. knelpunten ben ik
37
On tevreden
Zeer on tevreden
Summa College Welzijn
Over de BPV- beoordeling 1.Over de evaluatie- en beoordelingsformulieren in het werkboek ben ik 2. Over de wijze waarop de beoordeling uitgevoerd wordt, ben ik
Eindoordeel 1. Over de student ben ik 2. Over de BPV-begeleider van de opleiding ben ik 3. Over de BPV-organisatie van de school ben ik
Overige opmerkingen:
38
Summa College Welzijn
Evaluatie door de student
Evaluatieonderwerpen
score Zeer tevreden
Motivering / suggestie Tevreden
Over ROC Eindhoven: 1.Over de wijze waarop ik door de school geïnformeerd ben over de BPV ben ik 2. Over de wijze waarop de docenten mij, binnen de opleiding hebben voorbereid op de BPV ben ik
Over de BPV- opdrachten 1.Over de tijd die ik in het leerbedrijf kon besteden aan de BPV – opdrachten ben ik 2. Over de begeleiding van mijn leerproces door de praktijkopleider in de BPV ben ik 3. Over de kwaliteit van de BPVopdrachten van de opleiding ben ik 4. Over de kwaliteit van de BPVopdrachten van het leerbedrijf ben ik
Over de begeleiding 1.Over het aantal overlegmomenten met de praktijkopleider ben ik 2.Over de inhoud van die overlegmomenten met de praktijkopleider ben ik 3. Over het aantal overlegmomenten met de BPV-begeleider van school ben ik 4. Over de inhoud van de overlegmomenten met de BPVbegeleider van school ben ik
Over de BPV- beoordeling 1.Over de evaluatie en beoordelingsformulieren van de opleiding ben ik 2. Over de manier waarop de evaluatie en beoordeling door de praktijkopleider
39
On tevreden
Zeer on tevreden
Summa College Welzijn
besproken is met mij ben ik
Eindoordeel 1. Over het leerbedrijf ben ik 2. Over mijn praktijkopleider ben ik 3. Over mijn BPV-begeleider van school ben ik 4. Over de organisatie van de BPV door mijn school ben ik
Overige opmerkingen:
40
Summa College Welzijn
17. Portfolio Opleiding Pedagogisch Werk (Cohort 2012 – 2014/2015
PORTFOLIO
INLEIDING Wat is een portfolio?
Dit jaar ga je werken met een portfolio voor je opleiding Pedagogisch werker. Dit is een persoonlijk document. In het algemeen kun je zeggen, dat een portfolio een map is met een persoonlijke verzameling van eigen producten, die op een bepaalde manier verband met elkaar houden. Onder deze producten kan van alles worden verstaan, het hangt ervan wat voor soort portfolio het is en wat het doel er van is. Het doel van dit portfolio is om je eigen ontwikkeling zichtbaar te maken. Zowel voor jezelf als voor je begeleiders op de BPV en het Summa College en voor je groepsgenoten. Je verzamelt hierin alle resultaten van de acties die jij hebt ondernomen, de resultaten van je toetsen, afspraken, etc. Middels 15 tabbladen worden de onderdelen van je studie geordend tot een logisch geheel, waarmee je snel inzichtelijk kunt maken hoe jij er voor staat voor al die onderdelen. En daarmee heb jijzelf, maar ook jouw begeleiders op school en op de BPV-plaats, een goed instrument in handen om een goede beroepsbeoefenaar van jou te maken.
41
Summa College Welzijn
INHOUDSOPGAVE
1 TABBLAD ALGEMENE PERSOONSKENMERKEN Naam etc. Stage / werkplek, email-adres Stageperiode 2 TABBLAD ‘WIE BEN IK’? Curriculum vitae Schoolloopbaan Familie en vrienden Vrije tijd en hobby’s 3 TABBLAD KERNTAKEN, WERKPROCESSEN & COMPETENTIES Kerntaak 1,2 ,3 met werkprocessen en competenties 4 TABBLAD van LEERDOELEN FORMULEREN NAAR ACTIEPLAN (POP-> PAP) Overzichtslijst leerdoelen POP Per leerdoel uitgewerkt het actieplan PAP Reflectieverslag per uitgewerkt leerdoel 5 TABBLAD PORTFOLIOGESPREKKEN Planning van de gesprekken Verslag portfoliogesprekken 6 TABBLAD INTEGRALE OPDRACHTEN Overzichtslijst integrale opdrachten Beoordelingsformulieren Integrale Opdrachten 7 TABBLAD PROJECT Overzichtslijst projecten Beoordelingsformulieren Projecten 8 TABBLAD VOORTGANG ALGEMENE VAKKEN Engels Nederlands Rekenen Burgerschap Studievaardigheid 9 TABBLAD VOORTGANG BPV Begeleidingsgesprekken praktijkbegeleid(st)er Bezoekverslagen 10 TABBLAD VOORTGANG PROFESSIONALITEIT Professionaliteitlijst 11 TABBLAD EXAMENS 12 TABBLAD DIVERSEN
42
Summa College Welzijn
18. Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Vooraf ga je voor jezelf in gedachten na: o Waar loop ik tegenaan (in deze situatie)? o Waaraan wil ik werken? o Welke wens tot verdere ontwikkeling heb ik? o Als dat helder is, dan vraag je jezelf af: is wat ik wil ook acceptabel? Kan ik daar achter staan? o Is het realistisch wat ik wil bereiken, of leg ik de lat te hoog? Het moet wel haalbaar zijn. o Is het haalbaar binnen de gestelde tijd die je hebt bedacht? o Tot slot moet jouw leerdoel zó zijn geformuleerd, dat achteraf meetbaar (te controleren) is , of je je doel ook daadwerkelijk hebt bereikt. Als je dat helder hebt en in één zin geformuleerd hebt, dan is dat persoonlijke leerdoel klaar. Dan rest het uitstippelen van een strategie hoe je aan dat POP gaat werken. Dat doe je in je PAP (stappenplan) Daarin beschrijf je concreet, puntsgewijs en tijdsgebonden hoe je aan je doel gaat werken. Wanneer doe je wat, met wie, en wat heb je daarbij nodig? Uitwerking Je gaat aan de slag met de uitvoering van je PAP Resultaat Na verloop van tijd stel je jezelf de vraag, heb ik mijn (leer)doel bereikt? Je evalueert het proces: o Wat ging goed en wat ging minder? o Welke feedback heb je gekregen n.a.v. het werken aan dit leerdoel? o Betrek de aspecten kennis, houding en vaardigheden in je evaluatie. Reflectie Dan komt de laatste stap, het schrijven van een reflectieverslag. Mijn reflectie op mijn functioneren/activiteit: 1. Beschrijf kort de situatie. 2. Wat ging goed, wat voelde ik en wat dacht ik erbij? 3. Hoe komt dat/waar lag dat aan? 4. Wat ging minder goed, wat voelde ik en wat dacht ik erbij? 5. Hoe komt dat/waar lag dat aan? 6. Welke feedback heb ik gehad en wat voelde ik daarbij? 7. Wat ga ik bijstellen/wat is mijn volgende leerdoel? 8. Andere opmerkingen. Je schrijft je reflectie aan de hand van deze vragen in verhaalvorm in de ik-persoon. Zorg voor een overzichtelijke indeling.
43
Summa College Welzijn
Naam Doel nummer POP Persoonlijk leerdoel: (SMART geformuleerd)
Klas Datum
PAP Persoonlijk activiteiten plan (dit is een voorbeeld) Datum/ wanneer
Wat concreet ga je doen?
Met wie?
44
Wat heb je nog nodig?