Waarderingsformulieren Pedagogisch medewerker niveau 3
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Handleiding voor het werken met de waarderingsformulieren Binnen het convenant Kinderopvang is afgesproken dat de Amsterdamse ROC’s in samenwerking met het werkveld een eenduidig waarderingsinstrument ontwikkelen. Bijgaand waarderingformulier is het resultaat van diverse werkbijeenkomsten tussen vertegenwoordigers van het werkveld, het ROC-ASA en ROC van Amsterdam (BOL en BBL). Uitgangspunt voor ons onderwijs zijn de kerntaken en werkprocessen zoals deze zijn omschreven in het kwalificatiedossier van Calibris (verder uitleg hierover leest u in de BPVhandleiding). Op de waarderingsformulieren is voor elk werkproces beschreven welke beroepshandelingen je mag verwachten van een student die beginner is met dat werkproces, gevorderd is op dat werkproces of zijn vakbekwaamheid ontwikkelt. Per stap in dit ontwikkelingsproces kan er gescoord worden met een 1 een 2 of een 3. 1. Het gedrag is nauwelijks waarneembaar 2. Het gedrag is beperkt aanwezig en moet nog verder ontwikkeld worden 3. Het gedrag is ontwikkeld Bij aanvang van een cursusjaar is duidelijk welke norm (ijkmoment) de student moet behalen. De waarderingsformulieren zijn een ondersteuning voor de student om tot het formuleren van leervragen te komen. Door te onderzoeken welke beroepshandelingen verwacht worden, kan de student gericht aan de slag. De student krijgt praktijkopdrachten (integrale opdrachten) welke in de BPV worden uitgevoerd en beoordeeld. Iedere praktijkopdracht verwijst naar één of meerder werkprocessen. De student, de loopbaanbegeleider en de praktijkbegeleider (plus mogelijk andere direct betrokkenen) waarderen de beheersing van de relevante werkprocessen gedurende het opleidingstraject. De leeruitkomsten van praktijkopdrachten (integrale opdrachten), het informele leren (spontane leerervaringen waar geen opdracht aan verbonden is) en het ondersteunend onderwijs vormen de bewijzen voor deze waarderingen. Tijdens begeleidingsmomenten kan de student regelmatig de waarderingsformulieren ter hand nemen om de vorderingen te bespreken. Op de vaststellingsmomenten, 2 maal per opleidingsjaar, stelt de loopbaanbegeleider de waardering definitief vast en ontvangt de student een overzicht van zijn vorderingen. De loopbaanbegeleider doet deze definitieve vaststelling in samenspraak / in overleg met de praktijkopleider. De loopbaanbegeleider betrekt daarbij de waarderingen van de student en de praktijkopleider (plus mogelijk andere direct betrokkenen). De definitieve vaststelling wordt altijd door de loopbaanbegeleider gedaan en met de student besproken.
Met deze waarderingsformulieren in het student-volg-systeem hebben alle betrokkenen inzicht in de beroepsontwikkeling van de student.
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere Competentie N : Onderzoeken Competentie R: Op de behoeften en de verwachtingen van ‘klant’ richten
Gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Stelt zich voor aan ouders en kinderen. Begroet ouders bij haal- en brengmomenten. Stelt vragen aan het kind,ouders en/of collega’s over de achtergronden van het kind. Herkent de ontwikkelingsfase van het kind. Voert samen met de begeleider gerichte observaties uit. Luistert actief naar het kind en ouders/vervangende opvoeders. Observeert collega’s tijdens het voeren van gesprekken met ouders.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
-
1
2
3
Heeft kennis van en oefent met verschillende gesprekstechnieken in gesprekken met kinderen, ouders/vervangende opvoeders en collega’s Verdiept zich zelfstandig in de wensen en behoeften van het kind en ouders/vervangende opvoeders door meerder bronnen te raadplegen zoals intakegegevens, ervaringen van andere partijen en theorie. Kan na bespreking van het observatieplan de observatie zelfstandig uitvoeren. Neemt een actieve houding aan en kijkt en luistert mee bij een ouder/kennismakingsgesprek. Houdt zich aan regels van beroepsgeheim/privacy.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Beschikt over professionele gesprekstechnieken om verschillende gesprekken aan te kunnen gaan met kinderen en ouders/vervangende opvoeders. Voert een ouder/ kennismakingsgesprek met het kind en de ouders/ vervangende opvoeders om de situatie en wensen in kaart te brengen. Observeert het kind doelgericht tijdens de opvang, volgens de richtlijnen van de instelling/school om een goed beeld te krijgen van het kind. Verzamelt aanvullende informatie over het kind uit verschillende bronnen om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de situatie en de wensen van het kind. Signaleert bijzonderheden in de ontwikkeling en/of gedrag van het kind en trekt hieruit conclusies voor de opvang en begeleiding. Heeft de situatie en wensen in kaart gebracht, zodat duidelijk is waar de organisatie, binnen de mogelijkheden van de dienstverlening, kan inspelen op de situatie en wensen van het kind.
Toelichting (leerpunten)
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak Werkproces 1.2: Stelt een activiteitenprogramma op Competentie E: Samenwerken en overleggen Competentie Q: Plannen en organiseren
Gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Kan het doel van activiteiten benoemen. Verzamelt kennis van allerlei soorten activiteiten en materialen passend bij de verschillende doelgroepen. Helpt en denkt mee met het maken van een activiteitenplan. Observeert dan wel vraagt vooraf wat de behoefte is van het kind, om ideeën te verzamelen, zodat in gesprek met de werkbegeleider een passende activiteit opgesteld kan worden.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
-
1
2
3
Beschikt over een repertoire van diverse activiteiten passend bij de verschillende doelgroepen. Te denken valt aan: natuur en milieu, muzisch creatief, sport en spelactiviteiten. Overlegt met collega’s over de mogelijkheden, middelen en doelen van de organisatie. Is actief in het aandragen van diverse activiteiten. Plant activiteiten en houdt daarbij rekening met het dagritme/de doelgroep/de tijdsduur van de activiteit. Motiveert waarom deze activiteit gekozen is.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Plant en regelt ruim van te voren activiteiten die goed op elkaar afgestemd zijn. Zorgt dat de activiteiten uitvoerbaar zijn binnen de instelling en de groep. Betrekt en stimuleert, indien mogelijk, de kinderen bij het opstellen van het activiteitenprogramma. Kiest een activiteit bij een te bereiken doel, verwerkt de informatie die vooraf is waargenomen, de ontvangen feedback en past haar plan eventueel aan. Weet een afwisselend activiteitenprogramma samen te stellen rekening houdend met de ontwikkelingsbehoefte en wensen van het kind/de groep. Schrijft een helder activiteitenprogramma in goed leesbaar en correct Nederlands volgens niveaubepaling 2F.
Toelichting (leerpunten)
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak Werkproces 1.3: Maakt een plan van aanpak Competentie E: Samenwerken en overleggen Competentie J: Formuleren en rapporteren
gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Maakt een beschrijving van de doelgroep. Maakt samen met de begeleider een doelgericht stappenplan voor een eenvoudige taak of handeling met een kind/kinderen.
Toelichting (leerpunten):
gedragsomschrijving gevorderd -
1
2
3
Kan zelfstandig een plan van aanpak opstellen voor een individueel kind aan de hand van de methodische cyclus. Levert een bijdrage aan een plan van aanpak om op de groep de interactie tussen kinderen te verbeteren. Kan onder begeleiding van een professional het plan van aanpak voorleggen aan het kind en ouders/vervangende opvoeders om instemming te verkrijgen voor het plan. Stelt het plan indien nodig bij.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
-
-
-
1
2
3
Maakt een nauwkeurig en volledig plan van aanpak voor één of meer kinderen zodat duidelijk is welke aanpak gehanteerd wordt, welke zorg verleend wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd. Formuleert begeleidingsdoelen voor de kinderen, gebaseerd op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de kinderen en hun ontwikkeling. Deze doelen zijn beschreven in waarneembaar gedrag. Voert overleg over begeleidingsdoelen en plan van aanpak met directe collega’s en volgens richtlijnen van de organisatie. Bespreekt het plan van aanpak met de ouder(s)/ verzorger(s) van de kinderen in correct Nederlands en gaat na of de ouders hiermee instemmen, zodat het plan ook door hen ondersteund wordt. Schrijft de plannen van aanpak in goed leesbaar en correct Nederlands 2F niveau.
Toelichting (leerpunten)
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Werkproces 2.1: Biedt het kind/de jongere opvang Competentie B: Aansturen Competentie C: Begeleiden Competentie D: Aandacht en begrip tonen Competentie E: Samenwerken en overleggen Competentie U: Omgaan met verandering en aanpassen
gedragsomschrijving beginner 1 2 3 - Neemt een actieve houding aan en kijkt en luistert mee tijdens breng en haal momenten. - Assisteert de pedagogisch medewerker(s) bij het begeleiden van de groep, kent de gedragsregels en oefent in het aanspreken van de kinderen. - Gedraagt zich beleefd en passend in gedrag naar ouders. - Staat open voor wat kinderen willen vertellen (verbaal/non-verbaal). - Toont inlevingsvermogen en geduld. - Hanteert geschikte omgangsvormen naar ouders. - Toont plezier in contact met de kinderen. - Toont belangstelling en stelt vragen aan de werkbegeleider over andere culturen en achtergronden van kinderen uit de groep. Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd 1 2 3 - Begeleidt zelfstandig kleine groepjes kinderen. - Wisselt bij het komen en gaan van de kinderen informatie uit met de ouders/vervangende opvoeders. - Benoemt groepsprocessen op de eigen groep en kan, onder begeleiding van de werkbegeleider, hierop inspelen. - Creëert een veilige sfeer op de groep. - Signaleert conflicten en maakt een afweging of ze wel of niet ingrijpt en kan dit motiveren. - Praat met de kinderen en stimuleert de taalontwikkeling - Is sensitief en responsief - Toont initiatief in de overdracht aan ouders, zowel schriftelijk als mondeling - Heeft parate kennis en benoemt de ontwikkelingsfase van het kind. - Geeft kinderen feedback op hun gedrag. Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam 1 2 3 - Kan zelfstandig leiding geven aan de hele groep. - Speelt in op onverwachte situaties. - Herkent momenten waarop het kind het moeilijk heeft. - Signaleert bijzonderheden in de ontwikkeling en/of gedrag van het kind en trekt hieruit conclusies voor de opvang en begeleiding. - Beïnvloedt groepsprocessen op een positieve manier. - Stelt prioriteiten in de opvang en begeleiding. - Deelt met ouders/vervangende opvoeders kennis, ervaring en inzichten m.b.t. de opvoeding van het kind. - Kan inspelen op normen en waarden van kinderen en ouders en weet hier respectvol mee op te gaan binnen de mogelijkheden van de instelling. - Informeert de ouders/vervangende opvoeders van het kind over de gang van zaken in de opvang en over de ontwikkelingsaspecten van het kind. - Toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels, zodat het kind en de groep duidelijk is welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden. Toelichting (leerpunten)
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Werkproces 2.2:Biedt het kind/ de jongere persoonlijke verzorging Competentie C: Begeleiden Competentie F: Ethisch en integer handelen Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen Competentie R: Op de behoeften en verwachtingen van de “klant”richten Competentie T: Instructies en procedures opvolgen
gedragsomschrijving beginner 1 2 3 - Neemt een actieve houding aan door mee te kijken en luisteren bij verzorgingsmomenten. - Kent de dagindeling en tijden van verzorgingsmomenten. - Onderzoekt het kwaliteitshandboek van de organisatie op richtlijnen rondom hygiëne, gezondheid en persoonlijke verzorging, ziekte en ongevallen. - Past protocollen en werkinstructies toe op het gebied van persoonlijke hygiëne. - Benoemt verzorgingsmomenten en haar eigen rol daarbij. - Gaat vertrouwelijk om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging en respecteert vertrouwelijkheid, zodat het kind zich op zijn gemak voelt. - Maakt contact met kind bij de uitvoering van de persoonlijke verzorging en vertelt wat zij doet. - Heeft kennis van de meest voorkomende ziekten. Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd
1
2
3
- Kan het kind stimuleren in zelfredzaamheid en zelfstandigheid. - Overlegt met collega’s over de taakverdeling rondom de verzorging van het kind. - Signaleert symptomen van de meest voorkomende ziekten en handelt volgens protocol. - Verleent onder toezicht hulp bij ongevallen. - Informeert op een respectvolle manier ouders over de geboden zorg. - Signaleert bij de verzorging of ondersteuning voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling. - Geeft uitleg en benoemt de geboden zorg aan het kind. - Verstrekt zo nodig informatie(bronnen) over hygiëne, gezondheid en persoonlijke verzorging. Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam
1
2
3
-
Verleent volgens protocol zelfstandig hulp bij ziekte of ongeval. Biedt het kind op de persoon afgestemde ondersteuning bij de persoonlijke verzorging. Adviseert en stimuleert het kind in zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Koppelt voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling terug naar ouders /verzorgers en collega’s. - Herkent de dynamiek van (met name) baby's en jonge kinderen en is daar continu alert op, zodat ze tijdig en adequaat reageert en daarmee ongelukken voorkomt. - Signaleert bij de verzorging of ondersteuning voortgang en/of bijzonderheden in de ontwikkeling en bespreekt dit ook met ouders. - Verstrekt zo nodig informatie(bronnen) over hygiëne, gezondheid en persoonlijke verzorging aan het kind, ouders/vervangende opvoeders en collega’s. Toelichting (leerpunten)
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Werkproces 2.3: Draagt voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden Competentie C: Begeleiden Competentie L: Materialen en middelen inzetten Competentie T: Instructies en procedures opvolgen
gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Is bekend met de dagelijkse routine rondom de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden. Is bekend met de veiligheidsregels en voorschriften. Is bekend met de risico’s die het gebruik van materialen en middelen met zich mee kunnen brengen. Kent de werking en gevaren van schoonmaakmiddelen en materialen die ingezet worden. Werkt onder aansturing van collega’s met de veiligheidsregels en voorschriften volgens het kwaliteitssysteem van de organisatie. Neemt initiatief in het uitvoeren van huishoudelijke werkzaamheden.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
-
1
2
3
Onderzoekt de leefruimte en spel- en speelmaterialen op geschiktheid voor de gebruiksdoelen, uitdagendheid en veiligheid, hygiëne en milieurichtlijnen. Betrekt de kinderen bij de zorg voor ruimten en huishoudelijke werkzaamheden en blijft met hen in interactie. Draagt er mede zorg voor dat leefruimte en gebruikte materialen passen bij de gebruiksdoelen en voldoen aan de richtlijnen van veiligheid, hygiëne en milieu. Gebruikt materialen op een veilige manier zodat de veiligheid van de kinderen gewaarborgd wordt. Is op de hoogte van de werking van schoonmaakmiddelen en materialen en maakt daar verantwoord gebruik van, zodat verspilling en onnodige belasting van het milieu wordt voorkomen en de hygiëne wordt bevorderd. Werkt volgens veiligheidsregels en voorschriften van de organisatie.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Draagt totale zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden. Neemt mede de verantwoordelijkheid voor de ruimten en huishoudelijke werkzaamheden in interactie met de kinderen. Toetst de leefruimte en spel- en speelmaterialen op geschiktheid voor de gebruiksdoelen, uitdagendheid, veiligheid, hygiëne en milieurichtlijnen. Werkt volgens veiligheidsregels en voorschriften. Past indien nodig de leefruimte en gebruik van spel- en speelmaterialen aan. Ziet erop toe dat ook anderen zich aan veiligheidsregels en voorschriften houden.
Toelichting (leerpunten):
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Werkproces 2.4: Biedt het kind /de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan Competentie C: Begeleiden Competentie L: Materialen en middelen inzetten Competentie Q: Plannen en organiseren
gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
1
2
3
Breidt eigen kennis van activiteiten uit. Inventariseert sport-, spel en speelmaterialen. Verdiept zich in het activiteitenaanbod van de instelling. Laat zich meevoeren in het enthousiasme van anderen. Kan geschikte activiteiten bedenken en benoemen. Kan bij een activiteit de juiste materialen kiezen.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
Kan betrokkenen (ouders, vrijwilligers, collega’s) enthousiasmeren om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de activiteiten en werkt met hen samen Biedt activiteiten aan die aansluiten bij de ontwikkeling en belevingswereld van het kind. Volgt kinderen tijdens de activiteit en daagt ze uit tijdens hun spel. Organiseert ontwikkelingsgerichte activiteiten en voert deze uit. Kiest de juiste sport -,spel en speelmaterialen. Begeleidt en stimuleert kinderen individueel of in een groepje bij activiteiten Regelt ruim van tevoren activiteiten en schat de benodigde tijd in. Heeft respect voor de autonomie van het kind.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Houdt rekening met onvoorziene omstandigheden en houdt de voortgang in de gaten, zodat het activiteitenprogramma zoveel mogelijk volgens plan wordt uitgevoerd. Signaleert voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling van het kind en bespreekt dit zo nodig met de leidinggevende en collega’s. Kan ouders stimuleren en adviseren tot het thuis uitvoeren van (spel)activiteiten met hun kind. Stimuleert en begeleidt onderlinge interacties tussen kinderen. Kan alternatieven bedenken en uitvoeren in onvoorziene omstandigheden. Beschikt over een breed repertoire aan ontwikkelingsgerichte activiteiten.
Toelichting (leerpunten):
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Competentie K: Vakdeskundigheid toepassen
Gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Observeert collega’s bij oudercontacten, contacten met kinderen en contacten met collega’s. Stelt vragen over het werk-(veld) aan vakbekwame beroepsbeoefenaars Weet vakliteratuur te vinden. Is in staat feedback te ontvangen. Is nieuwsgierig en leergierig naar de organisatie en haar werkwijze en stelt hierover vragen. Neemt kennis van de beroepscode. Maakt bij zijn praktijkbegeleider duidelijk wat hij/zij wekelijks/ maandelijks wil leren.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
1
2
3
Stelt vragen waarom iets op een bepaalde manier gedaan wordt. Zoekt en leest artikelen die van belang zijn voor professioneel handelen en deelt deze met collega’s. Zoekt artikelen over onderwerpen in de kinderopvang. Vraagt feedback en geeft op een juiste wijze feedback. Neemt actief deel aan werkoverleg binnen groepsniveau. Stelt leerdoelen op, bespreekt deze in een begeleidingsgesprek, voert het bijbehorende plan van aanpak uit en evalueert dit.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Heeft een visie, overzicht op het werkveld en kan de eigen positie daarbinnen aangeven. Benoemt nieuwe ontwikkelingen in haar eigen vakgebied, bespreekt dit met collega’s en andere deskundigen. Haalt informatie uit verschillende bronnen, benoemt overeenkomsten/verschillen en bespreekt dit met collega’s. Kent de organisaties waarmee je te maken kan krijgen in de kinderopvang. Bespreekt hoe iets anders gedaan kan worden. Is in staat methodisch te reflecteren op situaties en eigen handelen. Is in staat om actief een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen en uit te voeren.
Toelichting (leerpunten):
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces 3.2: Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Competentie T: Instructies en procedures opvolgen
Gedragsomschrijving beginner -
-
1
2
3
Weet van het bestaan van het pedagogisch werkplan en werkinstructie/protocollen waaronder het ontruimingsprotocol, leidster-kind ratio, werktijdenregeling, werkinstructies op het gebied van verzorging en voeding. Weet waar deze werkinstructie/protocollen te vinden zijn en kan uitleggen wat het doel zijn van deze plannen en protocollen. Weet van het bestaan van de pedagogische visie van de organisatie.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
1
2
3
Is op de hoogte van wet en regelgeving binnen de kinderopvang. Signaleert en rapporteert tijdig knelpunten die te maken hebben met verschil tussen beleid en uitvoering in de praktijk. Handelt in overeenstemming met het pedagogisch werkplan en het kwaliteitssysteem. Denkt constructief mee over oplossingen.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Handelt in overeenstemming met het pedagogisch beleidsplan, procedures en protocollen. Benoemt knelpunten en koppelt dit terug aan de werkbegeleider/collega’s en komt met voorstellen voor oplossingen. Voert deze, waar mogelijk, uit. Bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden. Neemt actief deel in verschillende overlegvormen en komt met voorstellen.
Toelichting (leerpunten):
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces 3.3: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen Competentie E: Samenwerken en overleggen Competentie Q: Plannen en organiseren
Gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Vraagt hulp bij collega’s. Stelt vragen over de werkzaamheden. Oefent in het schrijven van een overdracht in correct Nederlands en bespreekt dit met de collega met wie de dienst is gedraaid. Toont initiatief in de werkzaamheden. Voert in overleg samen taken uit. Maakt een planning voor een activiteit en bespreekt deze met collega’s.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd
1
2
3
Overlegt en stemt de werkzaamheden af en bespreekt deze na met collega’s. Geeft in correct Nederlands mondelinge en schriftelijke overdracht aan collega’s conform de richtlijnen van de organisatie. - Biedt hulp aan collega’s. - Geeft haar/zijn mening. - Komt met ideeën over de werkzaamheden. - Vraagt naar de mening en argumenten van collega’s. - Toont begrip en loyaliteit aan collega’s. - Leest notulen. - Levert een positieve bijdrage aan de sfeer. - Vraagt feedback aan collega’s en past haar planning hierop aan. - Kan structureren en grenzen stellen Toelichting (leerpunten): -
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Houdt rekening met de haalbaarheid van haar werkzaamheden in tijd en kwaliteit. Zorgt voor de continuïteit en kwaliteit van de opvang en begeleiding. Kan snel inspelen op feedback van collega’s. Geeft overbelasting aan en vraagt tijdig hulp. Draagt zorg voor de volledige mondelinge en schriftelijke rapportage.
Toelichting (leerpunten):
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkproces 3.8: Evalueert de werkzaamheden Competentie D: Aandacht en begrip tonen Competentie J : Formuleren en rapporteren Competentie M: Analyseren
Gedragsomschrijving beginner -
1
2
3
Verzamelt op aanwijzingen van de begeleider relevante gegevens over het verloop van activiteiten. Kan haar/zijn mening geven over wat goed is gegaan en wat beter kan. Signaleert verbale en non-verbale reacties van kinderen en verwerkt deze in de evaluatie.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving gevorderd -
1
2
3
Onderzoekt of het kind/ de kinderen tevreden zijn over haar werkzaamheden. Kan met instructie onderzoeken of ouders tevreden zijn over haar werkzaamheden. Analyseert gegevens, trekt conclusies en denkt mee over haalbare oplossingen. Brengt structuur aan in een evaluatieverslag. Signaleert verbale en non-verbale reacties van kinderen en stemt haar handelen hierop af.
Toelichting (leerpunten):
Gedragsomschrijving vakbekwaam -
1
2
3
Verzamelt relevante gegevens voor de evaluatie van de werkzaamheden. Onderzoekt of het kind/ de kinderen, de ouders/verzorgers en de collega’s tevreden zijn over haar werkzaamheden en brengt dit in tijdens de evaluatie. Analyseert al haar gegevens, trekt conclusies en komt indien nodig met haalbare oplossingen ter verbetering. Schrijft een kernachtig evaluatieverslag waarin hoofd- en bijzaken zijn onderscheiden.
Toelichting (leerpunten):
Waarderingsformulieren pedagogisch medewerker niveau 3 Kwalificatiedossier 2012-2013 datum 01 mei 2012