Editie 28, februari 2014
uitgave over suiker, voeding en gezondheid
suiker in perspectief
22STE
OLYMPISCHE WINTERSPELEN EN DE ROL VAN VOEDING Floris Wardenaar over de voeding van topsporters
VOEDINGSBEGELEIDING IS DE AFGELOPEN JAREN STERK TOEGENOMEN
6 Inhoudsopgave
Basisvoeding cruciaal voor sporters
In deze 'Suiker in perspectief' van 2014 aandacht voor het thema (top)sport en voeding.
Volg ons: www.twitter.nl/Suikerinfo
Blijf op de hoogte: RSS feeds abonneer
Bekijk ook de eerder verschenen nummers
4
Basisvoeding is cruciaal voor sporters, zeker voor topsporters, zegt dr.ir. Jeroen Wouters. Hij is programmamanager Sport & Voeding bij InnoSportNL.
12 Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen
De 22ste Olympische winterspelen Het Topsportprogramma van NOC*NSF besteedt ruime aandacht aan voeding. In deze ‘Suiker in perspectief’ komen onderzoekers, begeleiders, sporters en de chefkok van het Topsportrestaurant Papendal aan het woord.
2| Inhoudsopgave Suiker in perspectief, februari 2014
Chefkok Te Velthuis van het Topsportrestaurant Papendal werkt onder andere nauw samen met wetenschappers, InnoSportNL en sportdiëtisten uit het NOC*NSF Team Voeding.
16 23 In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Voedingsexpert Armand Bettonviel maakt deel uit van het NOC*NSF Team Voeding. Hij begeleidt diverse topsporters, onder andere het shorttrackteam en de sporters van de TVM-schaatsploeg.
NIEUWSFLITSEN - Nieuwe cijfers hart- en vaatzieken in Nederland. - Eetgedrag en serviesgrootte.
24 IN DE MEDIA - Slim eten met de Consumentenbond. De Consumentenbond publiceerde vorige maand de ‘Minigids DIEET’ met informatie over diverse fabels en feiten over lijnen.
20 Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Goede voeding draagt bij aan het leveren van topprestaties. Topssporters worden sinds de Olympische spelen in Sydney veel intensiever begeleid, aldus ir. Floris Wardenaar.
COLOFON Suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding. Onze publicaties zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en staan onder toezicht van een onafhankelijke redactieraad van deskundigen. Ontwerp en realisatie: Lexenzo, geeft vorm aan communicatie
Inhoudsopgave |3 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
22ste Olympische Winterspelen In het Russische Sochi worden van 7 tot en met 23 februari 2014 de 22ste Olympische Winterspelen gehouden. NOC*NSF (Nationaal Olympisch Comité & Nederlandse Sport Federatie) heeft als doel de Nederlandse sporters op Olympisch niveau te brengen. Om dat te bereiken, biedt ze ondersteuning, onderlinge samenwerking en belangenbehartiging aan de sportbonden die zijn aangesloten. Het ambitieuze topsportprogramma van NOC*NSF besteedt ruime aandacht aan voeding.
Na sluiting van de Olympische Spelen sturen we u de volgende ‘Suiker in perspectief’ met globale resultaten, 4|22ste Olympische Winterspelen Suiker in perspectief, februari 2014
verrassingen en teleurstellingen. En zorgde de voedselvoorziening van de topsporters in Rusland nog voor specifieke problemen? Want voor de Spelen werden geopend, was al duidelijk dat de Russen zich niet hielden aan de afspraken die coaches eerder met hen hadden gemaakt. Lees ‘Suiker in perspectief’ die we u eind februari sturen, niet alleen met sportberichten maar ook met actuele nieuwsflitsen op het gebied van voeding en gezondheid.
De eerste Olympische
FEITEN EN CIJFERS SOCHI
In deze editie van ‘Suiker in perspectief’ komen onderzoekers, begeleiders, sporters en de chefkok van het Topsportrestaurant Papendal aan het woord. Om te zorgen dat de bobsleeërs meer koolhydraten binnen krijgen, maakt hij bijvoorbeeld sushi’s met bulghur, vijgen en verse kruiden. ‘Gerold door zaadjes is het een leuke snack’.
1924 Winterspelen werden gehouden in 1924 in het Franse Chamonix. In 2014 worden de Winterspelen voor het eerst in Rusland gehouden.
41
98
25K Bij 15 sporten wordt
gestreden om
In totaal strijden 6000
560K
98 gouden medailles.
Naar schatting
13K
Olympische
heeft het
atleten en
Olympische
teamleden
project in
uit 80 landen
diverse
Er zijn 25.000
tegen elkaar,
sectoren voor
vrijwilligers en
41 Nederlandse
560.000 banen
13.000 mensen
Het aantal
sporters zijn
gezorgd.
van de pers
tv-kijkers
gekwalificeerd
betrokken bij
wordt op
voor de Spelen.
de Spelen.
3 miljard
3 geschat. Bron: NOC*NSF / Olympic.org
22ste Olympische Winterspelen |5 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Jeroen Wouters over samenwerking
Basisvoeding cruciaal voor sporters Neem binnen 2 uur voor de training voldoende eiwitten
De met zorg samengestelde sportvoeding is één van de belangrijke factoren voor goede prestaties. ‘Basisvoeding is cruciaal voor sporters, zeker voor topsporters’, zegt dr.ir. Jeroen Wouters (InnoSportNL). ‘Mijn rol als programmamanager Sport & Voeding richt zich met name op innovatie. Welke producten en materialen kun je gebruiken om de sporters met hulp van de voeding beter te laten presteren?'
6| Basisvoeding cruciaal voor sporters Suiker in perspectief, februari 2014
Duursporters verbruiken meer koolhydraten
Krachtsporters hebben meer koolhydraten en eiwitten nodig
Neem tijdens de training een isotone dorstlesser
Timing en training zijn essentieel
Basisvoeding is cruciaal voor sporters, zeker voor topsporters, zegt dr.ir. Jeroen Wouters. Hij is programmamanager Sport & Voeding bij InnoSportNL, gevestigd op Papendal. ‘Door goede voeding word je geen topsporter, maar goede voeding kan wel het verschil maken.’ Gezonde voeding, gericht op de specifieke eisen die type sport, training en wedstrijd vragen,
verbetert doorgaans het prestatievermogen aantoonbaar. Het vraagt onder meer om specifieke keuzes ten aanzien van de kwaliteit, kwantiteit en timing van voedingsmiddelen en gerechten. Wouters benadrukt dat voeding heel persoonlijk is. ‘De sportdiëtisten bieden de sporters gedetailleerde begeleiding. Ik verwacht dat die coaching in de toekomst steeds sterker ‘op maat’ zal zijn. De verdieping van de voedingsstatus van de sporter,
Basisvoeding cruciaal voor sporters |7 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
'Topsporters leven in een wankel evenwicht dat als nadeel heeft dat ze relatief kwetsbaar zijn voor infecties' de analyse, dat is een mooi ontwikkelingsgebied richting nutrigenomics. We zullen over een paar jaar bij de voedingsbegeleiding meer handvatten hebben dan er nu zijn.’ Wouters verwacht dat die omslag behoorlijk wat teweeg zal brengen. ‘Je stelt in de
uitvoeren. Het advies aan de sporters: neem binnen twee uur voor de training een maaltijd met voldoende eiwit (20 gram), tijdens de training isotone dorstlesser (met eventueel wat eiwit) en zo snel mogelijk na de training een ‘herstelshake’ met
huidige aanpak van onderzoek grote groepen personen bloot aan bepaalde voedingen, maar je blijft houden dat er individuele verschillen zijn.’ Er is nog een hele slag te maken, aldus Wouters.
eiwit (20 gram) en koolhydraten. ‘Herstel is een heel mooi onderwerp. Ook daar zijn aanzienlijke verschillen. Als je kijkt naar de wedstrijden, dan moet je zo snel mogelijk de tekorten aanvullen voor de volgende prestatie. Terwijl je tijdens de training misschien probeert je lichaam te leren omgaan met een geringere beschikbaarheid van voedingsstoffen, denk aan vocht of eiwitten.‘
Juiste voedingsstoffen in juiste verhouding De met zorg samengestelde sportvoeding is één van de belangrijke factoren voor goede prestaties. Sporten vormt een extra belasting voor het lichaam, daarom is het belangrijk om de juiste voedingsstoffen in de juiste verhouding binnen te krijgen. Duursporters verbruiken bijvoorbeeld veel koolhydraten, krachtsporters hebben zowel veel koolhydraten als meer eiwitten nodig. Wouters vertelt dat de rol van eiwitten bij de opbouw van spieren steeds beter wordt onderkend. ‘Ook daar zijn – net zoals bij koolhydraten – onderlinge verschillen ten aanzien van de inname. Vanuit de sportdiëtetiek wordt heel goed gekeken naar timing en training.’ Tijdens lichamelijke inspanning ontstaat spierschade. Door de inname van voldoende eiwitten (uiteindelijk omgezet in aminozuren), kan het lichaam spieren herstellen en opbouwen. De mate waarin het lichaam spieren opbouwt, hangt af van de soort training maar ook van de timing en de dosis van de eiwitinname. Koolhydraten helpen om spierafbraak tegen te gaan en krachttrainingen beter te kunnen 8| Basisvoeding cruciaal voor sporters Suiker in perspectief, februari 2014
Praktijkgerichte wetenschappelijke aanpak Wouters noemt als voorbeeld het beheersen van het lichaamsgewicht. ‘Gewichtsbeheersing is in de topsport vaak een belangrijk aspect. Op dat niveau is het niet een kwestie dat sporters te dik zijn, maar sporters dienen bijvoorbeeld te zorgen dat ze in de gewenste gewichts-klasse kunnen uitkomen of minder massa hebben om snel te kunnen zijn. Daar zijn ze voortdurend mee bezig. De sporter volgt daarom soms een streng dieet. Het is een wankel evenwicht dat als nadeel heeft dat je relatief kwetsbaar bent voor infecties.’ Een leuk onderzoeksgebied om nog beter in de vingers te krijgen, vindt hij. ‘Mijn rol als programmamanager Sport & Voeding richt zich met name op innovatie. Welke producten en materialen kun je gebruiken om de sporters met hulp van de voeding beter te laten
spieren
spieren 350-700 g
300 g lever 100 g
vetten (in bloed)
4,4 g
5g
koolhydraten (in bloed)
darmen 12.000 g vetcellen
Figuur 1: Endogene energievoorraden
SPORTERS EN ENERGIE Voor de meeste sporters geldt dat ze veel energie
ruime endogene brandstofvoorraad noodzakelijk.
gebruiken: voor het rustmetabolisme (gebruik in
Koolhydraten worden als glycogeen opgeslagen
volledige rust), de thermogenese (energie nodig voor
in lever en spieren. De totale hoeveelheid energie
de vertering) en fysieke activiteit. Rustmetabolisme
opgeslagen in de vorm van endogene koolhydraten
en thermogenese zijn weinig te beïnvloeden, maar
is vele malen kleiner dan onze vetvoorraad en levert
de fysieke activiteit wel. Tijdens sporten hebben
in theorie slechts voldoende energie voor 60 tot
spieren een grote behoefte aan energie. Daarvoor is
90 minuten intensieve inspanning. Vetten worden
de universele energiedonor Adenosinetrifosfaat (ATP)
voornamelijk onderhuids en tussen de organen in
essentieel. ATP wordt gevormd door de oxidatie van
de buikholte opgeslagen. Door middel van lipolyse
koolhydraten en vetten uit onze voeding. Alleen als
worden vanuit de vetcellen vetzuren vrijgemaakt.
de energievoorziening uit koolhydraten en vetten
De totale energievoorraad opgeslagen in de vorm
ontoereikend is, kan de oxidatie van eiwitten een
van vet is enorm groot en zou hypothetisch gezien
substantiële bijdrage leveren. Om aan de constante
voldoende energie kunnen leveren om dagenlang
energiebehoefte van het lichaam te voldoen, is een
onafgebroken te hard te lopen.
Basisvoeding cruciaal voor sporters |9 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
'Op systematische wijze voedingsgegevens verzamelen, interpreteren en adviezen opstellen voor coach en sporter' presteren?’ Topsporters en hun begeleiders hebben op het gebied van voeding behoefte aan wetenschappelijke ondersteuning met een praktische inslag. Sportbonden, teams, individuele sporters, sportdiëtisten, voedingskundigen en andere
praktijkgerichte wetenschappelijke aanpak. InnoSportNL Papendal speelt hierbij een cruciale rol met een meet- en testinfra-structuur en de expertise op het gebied van inspanningsfysiologie en voeding. ‘Op systematische wijze voedingsgegevens
sportprofessionals werken op Papendal samen op dit thema. Wouters noemt het belang van de
verzamelen, interpreteren en adviezen opstellen voor coach en sporter. Daarmee kunnen we een bijdrage leveren aan het optimaliseren van bestaande sporttrajecten en de voedingskundige ondersteuning van sportprogramma’s op Papendal.’ Hij geeft als voorbeeld het succes van de ontwikkeling van het sportbrood (zie ook pagina 12 van deze Nieuwsbrief). ‘Je gaat uit van het type koolhydraat dat geschikt is voor de topsporter, maar zorgt ook dat het lekker is en een goede houdbaarheid heeft. De samenwerking met een aantal bedrijven heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse sporters in Sochi nu gebruik maken van dat sportbrood.’ Samenwerking is een belangrijke pijler van de aanpak van de Programmalijn Voeding van InnoSportNL. ‘We werken onder meer samen met NOC*NSF, met kennisinstellingen zoals de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Wageningen University, NIZO food research Maastricht University en andere partijen op Papendal.’ Samen richten ze zich de komende jaren bijvoorbeeld op onderwerpen als koolhydraatdepletie het effect van voedingsnitraat (in bietensap) of de invloed van gewone voedingsmiddelen op herstel in vergelijking met commerciële sportproducten. ‘Zo ontstaat er een infrastructuur om grenzen te verleggen. Onze visie is dat we zo een bijdrage leveren aan een verbeterde sportparticipatie en gezondere leefstijl voor alle Nederlanders.’
VETOXIDATIE EN GLYCOGEENVOORRADEN De inspanningsintensiteit bepaalt de energiebehoefte tijdens fysieke inspanning. Tijdens licht tot matig intensieve inspanning wordt om aan de energiebehoefte te voldoen een evenredige hoeveelheid van de opgeslagen koolhydraten en vetten geoxideerd. De hoogste (absolute) vetoxidatie snelheden worden bereikt bij middelmatig zware inspanning (50-60% van het maximaal vermogen). Hierbij leveren niet alleen de vetzuren afkomstig uit het bloed, maar ook de triglyceriden opgeslagen in de spieren een belangrijke bijdrage aan de totale vetoxidatie. Wanneer de inspanningsintensiteit verder wordt verhoogd (boven 70% van het maximale vermogen) neemt de vetoxidatie, zowel relatief als absoluut gezien, significant af en schakelen de spieren over op het gebruik van de endogene glycogeenvoorraden. Bij matig tot hoge intensiteit (duur)inspanning vormen de glycogeenvoorraden, en met name het spierglycogeen, dus kwalitatief veruit de belangrijkste energiebron. Dit ondanks het feit dat onze glycogeenvoorraden zeer beperkt zijn.
10| Basisvoeding cruciaal voor sporters Suiker in perspectief, februari 2014
80
Energiegebruik (kJ/min)
60
40 spierglycogeen bloedglucose
20
vrije vetzuren uit het bloed rust
40
55
75 andere vetbronnen
Inspanningsintensiteit (%Wmax)
Figuur 2: Energiegebruik als functie van de inspanningsintensiteit
SPIEREN PASSEN HUN BRANDSTOFKEUZE AAN
gebruik hoeft te worden gemaakt van de beperkte
Onze spieren zijn in staat hun brandstofkeuze aan te
glycogeenvoorraden. Regelmatige training zorgt er dus
passen aan de omstandigheden. De plaats van opslag,
voor dat de sporters gedurende langere tijd een bepaal-
beschikbaarheid en eigenschappen van de brandstof
de inspanningsintensiteit kunnen handhaven alvorens de
spelen een rol. Sporters maken daar gebruik van,
glycogeenvoorraad opraakt. Regelmatige training leidt
want training leidt tot verregaande adaptatie van het
ook tot een verhoogde capaciteit om koolhydraten op te
spierweefsel. Duurtraining stimuleert de grootte en
slaan. Goed getrainde sporters kunnen wel tot circa 50%
het aantal van de mitochondrieën in onze spieren.
meer glycogeen in hun spieren opslaan. Onderzoekers
Hierdoor zijn de spieren beter in staat om aan de
hebben ook aangetoond dat de opslag van vetten in de
energiebehoefte te voldoen en kan de goed getrainde
spier sterk verhoogd is in duuratleten. Regelmatige trai-
sporter vet verbranden tijdens inspanning. Bij een-
ning is daarmee één van de meest belangrijke factoren
zelfde absolute als ook relatieve inspanningsbelasting
waarmee de vetoxidatiecapaciteit kan worden verhoogd,
draagt de bijdrage van de vetoxidatie meer bij aan het
de glycogeenvoorraden kunnen worden gespaard en het
energiegebruik in getrainde personen, zodat minder
prestatievermogen kan worden verbeterd.
Basisvoeding cruciaal voor sporters |11 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Topsportrestaurant Papendal
Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen
12| Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen Suiker in perspectief, februari 2014
‘Jonge topsporters vinden het
SPORTCENTRUM PAPENDAL Sportcentrum Papendal heeft de status van
advies ‘eet circa 200 g groente
CTO: Centrum voor Topsport en Onderwijs.
per dag’ vaak een probleem. Dan
Een CTO biedt topsporters de mogelijkheid op één locatie fulltime te trainen, studeren en
ga je zoeken naar aantrekkelijke
wonen, waardoor reistijden worden beperkt.
oplossingen,‘ zegt chefkok Erik te
De topsporters kunnen gebruik maken van
Velthuis. Op de menukaart van
diverse voorzieningen en diensten, om zo
zijn Topsportrestaurant staat een
Het Topsportrestaurant is één van die
bolognesesaus die alleen uit
voorzieningen.
in hun sport én studie te kunnen presteren.
groenten bestaat. ‘Veel tomaten, ui, knolselderij, prei en wortel. Dat is pure groente op het bord.’
‘Ik vertaal als chefkok in onze keuken wat uit de voedingswereld voortkomt.’ Aan het woord is Erik te Velthuis van het Topsportrestaurant van Sportcentrum Papendal. ‘Het is een kwestie van simpel en puur koken, van alle grondstoffen in de diverse gerechten gebruiken. Daar kun je heel leuke dingetjes mee doen.’ Het Topsportrestaurant is januari 2013 geopend en wordt met name gebruikt door de bewoners van Papendal (zie elders op deze pagina) en trainende topsporters. Te Velthuis vertelt dat hij twintig jaar keukenmanager van het hotel- en congrescentrum Papendal is geweest. ‘Inmiddels is steeds duidelijker geworden dat keihard trainen moet worden beloond met een met zorg samengestelde voeding. Het lichaam moet zich herstellen. Vroeger gebeurde dat door even wat
pasta te eten, nu weten we dat er een goed, uitgebalanceerd voedingspatroon voor nodig is.’ Het ontwerpen en innoveren van nieuwe en functionele gerechten loopt als een rode draad door zijn organisatie.
Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen |13 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Sportbrood mee naar Sochi Chefkok Te Velthuis werkt onder andere nauw samen met wetenschappers uit het InnoSportNL voeding en sportdiëtisten uit het NOC*NSF Team Voeding. ‘Deze maand is het bij ons in het restaurant bijvoorbeeld de ‘maand van het herstel’. Koolhydraten en eiwitten zijn belangrijk voor het herstel na inspanning. Wat en wanneer eet je om dat te bewerkstelligen? Wij laten hen in de praktijk zien wat daarvoor nodig is. En diëtist Anja van Geel verbonden aan het CTO Papendal en het Team Voeding brengt in een workshop de theoretische kant onder de aandacht van de jonge sporters.’ Te Velthuis vertelt enthousiast over ontwikkeling van nieuwe producten en gerechten. ‘Want heel belangrijk is dat eten vooral lekker moet zijn. Dat staat bij ons centraal bij de ontwikkeling. Als ik een smoothie heb gemaakt, dan vraag ik de sporters ‘wat vinden jullie er van?’. Je moet zorgen dat het
een mooi product wordt. De ontwikkeling van het sportbrood is een uniek project door vanuit wetenschappelijk oogpunt te kijken wat de samenstelling moet zijn van een brood voor de topsporter.’ Een bakkerijorganisatie, HAN Sport en Bewegen, InnoSportNL op Papendal en Topsportrestaurant Papendal werkten nauw samen en testten het sportbrood. ‘Het is een brood geworden dat een behoorlijk hoog koolhydraatgehalte heeft en ook lekker is.’ Er zijn onder meer teff, cranberries, banaan, lijnzaadmeel en rozijnen aan toegevoegd. ‘Het is inmiddels een product waar veel vraag naar is. Er gaan in februari flinke hoeveelheden sportbrood mee naar Sochi.’
Sportbrood: 46,4 g koolhydraten/100 g; grof volkorenbrood: 38,6 g koolhydraten/100 g. Er zijn onder meer teff, cranberries, banaan, lijnzaadmeel en rozijnen aan toegevoegd.
INNOSPORTNL PAPENDAL
te passen in de sportpraktijk.
University). Er is bijvoorbeeld de
Het InnoSportNL Papendal
Voedselconsumptie en
mogelijkheid om de inname van
(sinds juni 2012) richt zich op de
bijvoorbeeld de kwaliteit van slaap
de voeding van een sporter te
thema’s voeding, fysiologie en
zijn onderzoeksonderwerpen.
registreren en te koppelen aan de
prestatiemonitoring. De daarbij
Health Valley en Food Valley zijn
behoefte. De uitkomsten maken
horende nieuwe topsporthal
de twee regionale clusters van
het mogelijk de sporter individueel
(Arnhemhal waarin ook het
bedrijven en kennisinstellingen
feedback en advies te geven over zijn
Topsportrestaurant) werd eind
rond voeding en gezondheid
of haar voeding.
2012 geopend. Een InnoSportNL
(met onder meer Hogeschool
biedt de randvoorwaarden om
van Arnhem en Nijmegen, UMC
wetenschappelijke kennis toe
St Radboud en Wageningen
14| Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen Suiker in perspectief, februari 2014
Koolhydraten en eiwitten (Top)sporters worden gecoacht om een goede basisvoeding te gebruiken met veel aandacht voor de inname van koolhydraten en eiwitten. Voldoende koolhydraten voor, tijdens en na het sporten. ‘Een topsporter zonder koolhydraten, dat gaat niet goed komen,’ benadrukt Te Velthuis. ‘Maar hoeveel koolhydraten heeft iemand nodig om te herstellen? Er zijn grote individuele verschillen. Wat heb je daarvoor nodig? Sommige sporters denken ‘ik eet als ik trek heb’, maar misschien doe je er beter aan ook te eten wanneer je geen trek hebt. En belangrijk…, om welk moment van de dag gaat het? Het sportbrood blijkt zowel geschikt te zijn voor het ontbijt als voor tussendoor.’ Hij noemt ook het belang van voldoende eiwitten. Direct na intensieve training is het gewenst om in het eerste uur 20 g eiwit in te nemen. ‘Daarom moet er één keer in de drie uur – vaker heeft geen zin – een
maaltijdmoment zijn voor het spierherstel. Die momenten moet je dus over de dag verdelen. Als je reguliere zuiveltoetjes wilt gebruiken, heb je er soms wel zeven nodig. Dat betekent in veel gevallen bijvoorbeeld meer vet en meer suikers dan de sporter zou willen.’ Daarom heeft Te Velthuis een ‘sportkwark’ ontwikkeld. ‘Wij produceren elke dag in ieder geval een charge van 5 kg magere kwark, 1½ kg vers fruit en 500 g honing, portioneren die en kunnen de sporters zo een verstrekking met 20 g eiwit aanbieden. Er zijn dagen dat we wel 30-40 kg kwark verwerken.’
Sushi’s voor de bobsleeërs Te Velthuis houdt van creatieve oplossingen. ‘Jonge topsporters vinden het advies ‘eet circa 200 g groente per dag’ vaak een probleem. Dan ga je zoeken naar aantrekkelijke oplossingen.‘ Het Topsportrestaurant heeft op de menukaart een bolognesesaus staan die alleen uit groenten bestaat: veel tomaten, ui, knolselderij, prei en wortel. ‘Dat is pure groente op het bord.’ Om te zorgen dat de bobsleeërs meer koolhydraten binnen krijgen, maakt hij sushi’s met bulghur, vijgen en verse kruiden. ‘Gerold door zaadjes is het een leuke snack’. Te Velthuis concludeert dat het team van het Topsportrestaurant veel zelf verzorgt. ‘Wij gebruiken weinig industriële producten. We merken dat het bedrijfsleven steeds meer interesse heeft voor wat wij doen in de keuken.’ Hij denkt dat sommige producten zouden kunnen worden gekoppeld aan de gezondheidszorg. ‘Misschien dat de porties – bijvoorbeeld in de ouderenzorg – dan te groot zijn, maar er liggen ongetwijfeld mogelijkheden.’ Chefkok Erik te Velthuis houdt van creatieve oplossingen |15 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Armand Bettonviel begeleidt topschaatsers Als de basisvoeding goed is, werkt voedingsexpert Armand Bettonviel aan het verbeteren van de schaatsprestaties met hulp van ‘performance support’. Hij maakt voor elke sporter die hij begeleidt een supplementmatrix. ‘Soms vallen er supplementen af omdat ze niet werken voor de individuele sporter. In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details.’
Voedingsexpert Armand Bettonviel maakt deel uit van het NOC*NSF Team Voeding. Hij begeleidt diverse topsporters, onder andere het shorttrackteam en de sporters van de TVM-schaatsploeg. ‘Onze rol is – als je die bijvoorbeeld vergelijkt met de Zomerspelen van Atlanta (1996) – groter geworden. Ik ben nu onderdeel van de medisch staf, dat was destijds niet zo. Samen met de artsen, coach, fysiotherapeut en psycholoog begeleiden we deze teams.’ Bettonviel werkt aan de hand van twee programma’s. Drie jaar voor de Spelen is de begeleiding gericht op de basis. ‘Wat eten ze? Wanneer en hoe doen ze het rond de trainingen? Welke aanpassingen zijn nodig? De langebaanschaatsers en shorttrackers zijn gedreven teams, die weten waarvoor ze het doen. Er is ten aanzien van de voeding veel commitment.’
16| In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Suiker in perspectief, februari 2014
‘Performance support’ Als de basisvoeding goed is, wordt gewerkt aan het inpassen van de ‘performance support’. Op basis van de individuele mogelijkheden van de sporter maakt Bettonviel gebruik van supplementen als bijvoorbeeld cafeïne en natriumbicarbonaat. De gerichte adviezen zijn bedoeld om de prestaties verder te verbeteren. ‘De ene stof is gemakkelijker toepasbaar dan de andere. Wij nemen twee seizoenen voor het op maat maken van het supplementgebruik van de individuele sporter. Je werkt naar een ideale dosering en timing. Het basisgedeelte en de seizoenen van het werken aan de ‘performance support’ zijn dus gescheiden trajecten.’ Bettonviel maakt voor elke sporter die hij begeleidt een supplementmatrix en een ‘to do-lijst’. ‘Soms vallen er supplementen af omdat ze niet werken voor de individuele sporter. In het Olympisch jaar verander ik nog nauwelijks, eventuele aanpassingen zijn dan minimaal. Het
'Bettonviel maakt voor elke sporter die hij begeleidt een supplementmatrix en een ‘to do-lijst’.'
te hoog gewicht krijgt.’ Over de samenstelling van de voeding zegt hij: ‘Er zijn allerlei richtlijnen op het gebied van sportvoeding. Dat kader is nog te vaak
komt er dus op neer dat elke schaatser z’n eigen pakket heeft.’ Hij benadrukt dat een en ander gebeurt in samenwerking met de artsen. Bloedonderzoek en seizoensveranderingen bepalen de inname. ‘Vitamine D als supplement kan er in sommige gevallen in de zomer af. Maar dan komt er weer iets anders bij, bijvoorbeeld een andere aanvulling op een geconstateerd tekort.’
‘heilig’. Dan wordt er geadviseerd zoveel trainingsuren, dat vraagt om zoveel koolhydraten. Maar als je dat blind toepast, kun je als sporter problemen krijgen. Want welke sport bedien je met zo’n richtlijn? Is gewicht een belangrijk onderdeel van het programma en dus van de hoeveelheden vocht?’ Bettonviel kiest er voor om bij de schaatsers binnen een marge vochtverlies te creëren. ‘Omdat je daarmee zorgt dat je op het ijs sneller bent. Je moet als die algemene richtlijnen er zijn niet stoppen met denken. Je moet echt kritisch blijven en kijken wat er gebeurt tijdens en rondom de prestatie.’ Hij benadrukt dat een en ander dus sterk afhankelijk is van de persoon. ‘En of er de volgende dag meteen weer een wedstrijd is. Maar rond de wedstrijd proberen we meestal een koolhydraat/eiwit ratio van één op één te realiseren door sportproducten als repen, gels en dranken te gebruiken.’
Minder kilo’s, sneller finishen Bij de schaatsers speelt het lichaamsgewicht een belangrijke rol. ‘Hoe minder kilo’s, des te sneller ben je bij de finish. Daar moet je zorgvuldig mee om gaan, want het mag niet leiden tot krachtverlies. Daarom is het belangrijk om vast te stellen hoeveel energie en vocht iemand nodig heeft. Als je blindelings de richtlijnen voor de inname van bijvoorbeeld koolhydraten zou volgen, bestaat de kans dat de sporter een In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details |17 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
Shorttrackers Jorien ter Mors en Niels Kerstholt zijn beiden geselecteerd voor de Olympische Spelen in Sochi.
Via WhatsApp Het gebruik van supplementen wordt voortdurend aangepast aan de situatie vertelt Bettonviel. ‘Als ik weet dat een sporter morgen om twaalf uur rijdt, dan maak ik vandaag een schema voor de supplementinname. Bij langebaanschaatsen kan het vrij eenvoudig zijn omdat het in sommige gevallen maar om één wedstrijd per dag gaat. Maar als iemand twee afstanden op één dag rijdt, dan verandert de timing en dosering. Dan wordt het lastiger, maar dat is het spelletje.’ Timing is belangrijk zegt hij, daarom is er veel contact via whatsapp. ‘Als bijvoorbeeld een shorttracker onder invloed van grote druk het signaal geeft ‘ik ben zenuwachtig’, dan pas ik de cafeïnetiming aan. Anders wordt het nog veel meer stress. Ik moet naast de sporter staan, ik maak het kader waarin we spelen.’ Op de vraag wat een lastig onderdeel is van de begeleiding, noemt hij de sporter die sterk onder druk staat. ‘Als de pers zich met man en macht op iemand stort en er bijvoorbeeld wordt gezegd dat iemand een te hoog gewicht heeft, dan is het niet gemakkelijk. Ik heb geleerd me daarvoor af te sluiten. Wij hebben met elkaar een koers uitgezet en nu geen paniek. We hebben onze eigen plannen gemaakt en die werken op hoofdlijnen. Daarom houd ik de sporters voor: zorg dat je je aan je eigen plannen houdt. Je moet realiseren dat het herstel groter is dan de schade. Daarbij spelen voeding en ‘performance support’ een cruciale rol, je reikt de stoffen aan die nodig zijn voor performance en herstel.’
Ze worden begeleid door Armand Bettonviel. Maar wat zeggen ze zelf over hun voeding? Kenniscentrum suiker & voeding legde hen vijf vragen voor.
MEER INFORMATIE
OVER VOEDING EN SPORT
Raadpleeg: www.kenniscentrumsuiker.nl om meer te lezen over de achtergronden in het ‘Thema Sport’. Of maak gebruik van bijvoorbeeld het artikel over ‘Gebruik van koolhydraten tijdens sport als ergogeen middel’ (2013), de position paper over ‘Koolhydraten en Sportvoeding’ (2013) en de brochure 'De menselijke motor' van prof.dr. Luc van Loon.
18| In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details Suiker in perspectief, februari 2014
NIELS KERSTHOLT JORIEN TER MORS 1. Wat is voor jou het belangrijkste onderdeel van het 1. Wat is voor jou het belangrijkste onderdeel van
dagelijkse eten? Ontbijt en lunch, voor de eiwitten
het dagelijkse eten? Belangrijkste voor mij is dat de
en koolhydraten in verband met de training en
samenstelling van de voeding goed is. Dan bedoel
het herstel. Diner voor de eiwitten, aangevuld met
ik de samenstelling van koolhydraten, eiwitten
groente. Daar neem ik bewust minder koolhydraten
en vetten. En de regelmaat van je eetmomenten
omdat ik rekening houd met het gewichtsbelang.
is belangrijk om optimaal voeding te geven aan je lichaam.
2. En hoe ziet dat er uit op een wedstrijddag? Buiten de gebruikelijke eetmomenten zoals ontbijt en lunch is
2. En hoe ziet dat er uit op een wedstrijddag?
het de hele dag door kleine beetjes eten zodat ik niet
Tijdens wedstrijden zijn voor mij de belangrijkste
te slap word. Elke keer net genoeg.
voedingsbronnen, naast de vaste eetmomenten, proteïnerepen (met daarin 50% koolhydraten en
3. Wat vind je het lastigste probleem? Het gericht
50% eiwitten) en oplospoeder, met daarnaast
afvallen. Het lijkt alsof mijn lichaam er steeds meer
bananen.
op ingesteld is. Ik kan ook steeds grotere bergen eten ‘vasthouden’ als ik een paar dagen rust heb en dus
3. Wat vind je het lastigste probleem? Goede voeding
weer ga aanvullen.
tijdens wedstrijden. Je bent toch afhankelijk van het buffet. Daar is niet altijd dat wat je graag wat je zou
4. Hoe lossen jullie dat op? Dit is moeilijk op te lossen.
willen nemen.
Het liefst zou ik doortrainen (in die fases train je vaak minder). Als je door kunt trainen is het minder een
4. Hoe lossen jullie dat op? Het zo optimaal mogelijk
issue.
maken met eigen producten die je meeneemt van huis en/of zelf koopt in de supermarkt.
5. Als Sochi voorbij is en je mag je even te buiten gaan, wat kies je dan? IJs, chocolade, taaitaai, Luikse wafels
5. Als Sochi voorbij is en je mag je even te buiten gaan,
tot ik er bij neer val. Het probleem is dat ik me dan
wat kies je dan? Chocolade of een lekker taartje.
snel slechter ga voelen en wel lekkerder in mijn vel zit als ik me niet te buiten ga. Het lijkt voor mij alsof ik juist eerder ziek word als ik flink eet dan wanneer ik bijna te weinig eet.
In het Olympisch jaar verander ik nog slechts details |19 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
1
Floris Wardenaar over de voeding van topsporters
Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen
Fe
Fe D C
Mg
Goede voeding is belangrijk voor topsporters. Het draagt bij aan het leveren van topprestaties. Topsporters worden sinds de Olympische Spelen in Sydney veel intensiever begeleid, vertelt voedingskundige ir. Floris Wardenaar. ‘Als we die aandacht kunnen vasthouden, is dat positief voor de sport en ons vakgebied.’ Wardenaar hoopt dat er bij de Zomerspelen van 2020 in Tokio twee tot drie sportdiëtisten mee gaan. ‘Het zou in ieder geval mooi zijn als er één sportdiëtist mee gaat naar Rio (2016).’ 20| Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Suiker in perspectief, februari 2014
Voeding en sport is de rode draad in het werkleven van ir. Floris Wardenaar. Hij is hoofddocent Sport en Bewegen aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), maakt deel uit van het NOC*NSF Team Voeding en doet (promotie)onderzoek naar de voedingsinname van wedstrijdsporters. Wardenaar: ’Hoe verhouden de uitkomsten zich tot de aanbevo-
NOC*NSF TEAM VOEDING Het NOC*NSF Team Voeding heeft als missie om (potentiële) medaillekandidaten van een voedingsadvies op ‘Olympisch niveau’ te voorzien. Dat voedingsadvies moet bijdragen aan optimale prestaties en de kwaliteit van topsportprogramma’s verbeteren. De HAN is nauw betrokken bij het aansturen en bijscholen van de groep sportdiëtisten en voedingskundigen verbonden aan NOC*NSF.
is hun behoefte op basis van de fase waarin ze verkeren niet hoger, maar alle sporters trainden tussen de 15 en 20 uur per week dus het blijft wel laag.’
Sporters worstelen met timing
len hoeveelheden van voedingsstoffen? De resultaten uit het onderzoek kunnen worden gebruikt om het advies aan topsporters, maar wellicht in de toekomst ook aan recreatieve sporters, te optimaliseren.’ Hij legt uit dat in zijn onderzoek de voedingsinname door middel van twee tot drie 24-uursvoedingsnavragen wordt vastgesteld. Alhoewel het geen probleem hoeft te vormen, komt 20-70% van de deelnemers die we tot nu toe hebben bekeken niet toe aan het advies om meer dan vijf gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht in te nemen. ‘Misschien
Er zijn veel sporters die goed op hun voeding letten. Toch vindt hij vaak verbeterpunten. ‘Op het gebied van timing en planning van de voeding valt nog winst te behalen. Timing is eigenlijk een issue waarmee heel veel sporters worstelen. Ze hebben soms ook moeite met het beheersen van hun gewicht en gaan dan bijvoorbeeld van vijf á zes maaltijden naar drie per dag. Dit zien wij liever niet, omdat het belangrijk is ook tussendoor voldoende energie en eiwit binnen te krijgen en daarmee spierafbraak te voorkomen. Wij adviseren altijd om tussendoortjes te kiezen die voldoende energie en eiwitten leveren.’ Op de vraag of er onder de sporters interesse is naar een koolhydraatbeperkt dieet zegt Wardenaar: ‘Soms is die interesse er wel, maar een koolhydraatbeperkt dieet zoals het paleolitisch dieet waarbij het lichaam in een ketogene toestand raakt, zorgt bij intensieve inspanning voor problemen. Tijdens frequente intensieve duurtrainingen zijn zowel voor kracht- als duursporters koolhydraten van belang.’
Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen |21 Suiker in perspectief, februari 2014
22STE OLYMPISCHE WINTERSPELEN
CREATINE ALS SUPPLEMENT Phosphocreatine (PCr) is een belangrijke
In ieder geval één sportdiëtist mee naar Rio
energiebron voor hoog intensieve inspanningen. De voorraad PCr in de spieren is gering en slechts voldoende voor 6-8 seconden maximale inspanning. PCr wordt na inspanning heel snel opnieuw aangemaakt uit creatine en fosfaat. Door de inname van creatine kan de totale hoeveelheid creatine, en daarmee PCr, in het lichaam toenemen. Bij veel teams- en krachtsporten kunnen sporters baat hebben bij het gebruik van creatine. Creatine werkt niet voor duursporters. Bron: NOC*NSF http://www.nocnsf.nl/wot/ voeding/factsheets
Sportvoedingssupplementen Wardenaar onderzoekt niet alleen de voedselconsumptie van topsporters, maar ook de inname van (sport)voedingssupplementen, waaronder ook sportdranken, gels en energierepen. Hij vertelt dat de sporters als ondersteuning van de basisvoeding vaak een lage dosering van een multivitamine- en mineralenpreparaat met eventueel vitamine C en D en essentiële vetzuren gebruiken. ‘Qua dosis sturen we dan aan op de aanbevolen hoeveelheid. Voor de aanbevolen hoeveelheid is berekend dat 97,5% van de bevolking daarmee voldoende binnenkrijgt. Maar er zijn grote individuele verschillen.’ Ook vertelt hij dat naast een optimale voeding, ergogene supplementen een extra duwtje in de rug kunnen geven. ‘Van creatine is bewezen dat het effectief is bij kortdurende inspanning. Natriumbicarbonaat, beta-alanine en cafeïne zouden, afhankelijk van het type inspanning, eventueel kunnen worden uitgeprobeerd. Eén van de trends die ik zie, is dat naarmate het niveau van de atleet hoger is, er meer en gerichter voedingssupplementen worden gebruikt.’
Goede voeding is belangrijk voor topsporters. Het draagt bij aan het leveren van topprestaties. ‘De voedingsbegeleiding van topsporters is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Vóór 2000 was er vanuit NOC*NSF eigenlijk niet veel aandacht voor het onderwerp. Maar sinds de Olympische Spelen in Sydney zijn er grote sprongen gemaakt.’ Er werd onder meer de Vereniging Sportdiëtetiek Nederland opgericht en de interesse in de studierichting ‘Sport en Bewegen’ aan de HAN nam toe. Wardenaar: ‘Jongeren vinden het thema interessant. Als we die aandacht kunnen vasthouden, is dat positief voor ons vakgebied. Ik hoopt dat we bij de Spelen die over zes jaar worden gehouden de toezegging hebben dat er dan twee tot drie sportdiëtisten mee gaan. Eén sportdietist in Rio (2016) zou in ieder geval al mooi zijn. ‘
NATRIUMBICARBONAAT Tijdens hoog intensieve inspanning ontstaat melkzuur in de spier. Het lichaam is in staat om de effecten van verzuring enigszins tegen te gaan door de verzuring te neutraliseren met buffers. Bicarbonaat is een essentiële zuurbuffer in het lichaam, maar de endogene voorraden hiervan zijn niet oneindig. Om de voorraad bicarbonaat te vergroten, maken sporters al decennia gebruik van bicarbonaat. Het is onduidelijk of de inname van natriumbicarbonaat uiteindelijk leidt tot prestatieverbetering, de onderzoeksresultaten zijn inconsistent. Als er een positief effect is gevonden, is dit vooral bij zeer kortdurende hoog intensieve inspanning. Bron: NOC*NSF http://www.nocnsf.nl/wot/ voeding/factsheets
22| Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Suiker in perspectief, februari 2014
NIEUWSFLITSEN
serumcholesterolgehalte, verhoogde bloeddruk en overgewicht. De consumptie van groente, fruit, vezelrijke producten en vis vermindert het risico op HVZ. Verzadigde vetzuren, zout en transvetzuren verhogen het risico juist.
Nog veel winst te behalen Een ongunstige leefstijl komt veel voor onder de Nederlandse bevolking. Het aantal rokers daalde de afgelopen decennia, maar is nog steeds te hoog (circa 40% in 1980, 26% in 2012). In 2011 voldeed 59% van
Nieuwe cijfers hart- en vaatzieken in Nederland
de mannen en 58% van de vrouwen van 12 jaar en ouder aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Volwassenen (19-69 jaar) eten te weinig fruit en groente, slechts 6-10% van hen eet voldoende fruit en maar 5-6% voldoende groente. Voor jongeren (7-18 jaar) zijn de cijfers nog ongunstiger: respectievelijk 5% en 1% van hen haalt de
Alhoewel hart- en vaatziekten niet meer doodsoorzaak
aanbeveling. Vrijwel iedereen voldoet wel aan de
nummer één zijn in Nederland, sterft nog altijd één op
richtlijn om minder dan 1 energie% uit transvetzuren
de drie Nederlanders aan een hart- of vaatprobleem.
te halen, maar de inname van verzadigd vet ligt met
De Hartstichting bracht in december 2013 het boek
12,5 - 13 energie% nog altijd boven de norm van
‘Hart- en vaatziekten in Nederland 2013’ uit, met
<10 energie%.
daarin de meest actuele cijfers over leefstijl, risicofactoren, ziekte en sterfte.
Hartstichting investeert 4,6 miljoen in hart- en vaatonderzoek
Vanaf 1972 daalt de sterfte aan hart- en vaatziekten
In januari van dit jaar reikte de Hartstichting aan
(HVZ) gestaag, maar deze daling lijkt de laatste jaren
zeventien talentvolle wetenschappers (onder andere
af te vlakken. In 2012 overleden gemiddeld 57 vrouwen
cardiologen en radiologen) een beurs uit om de
en 50 mannen per dag aan een hart- of vaatziekte.
behandeling van onder meer hartstilstand, hartfalenen
Onder vrouwen is het daarmee de meest voorkomende
hartinfarct verder te verbeteren. Zo zal er onderzoek
oorzaak van sterfte. De belangrijkste verklaring
worden gedaan naar het effect van visvetten in
hiervoor is dat vrouwen gemiddeld ouder worden dan
babymelk op de bloeddruk, het gebruik van oplosbare
mannen.
stents en naar het zogenaamde ‘afval DNA’ dat tussen de genen ligt en iemands persoonlijke risico op een
Gezonde leefstijl belangrijk
hartstilstand. In totaal wordt ruim 4,6 miljoen euro
De belangrijkste factoren die van invloed zijn op het
geïnvesteerd.
ontstaan van HVZ zijn: roken, voeding en bewegen.
Bron: Hart- en vaatzieken in Nederland 2013.
Het effect hiervan loopt soms rechtstreeks, maar vaak
De Hartstichting, december 2013.
via endogene risicofactoren, zoals een ongunstig
Slim eten met de consumentenbond |23 Suiker in perspectief, februari 2014
NIEUWSFLITSEN
IN DE MEDIA Eetgedrag en serviesgrootte Kleine borden en hoge, smalle glazen houden de porties klein. Dat klinkt logisch, want op een klein bord past ook minder. Maar zo simpel ligt dat niet, zo blijkt uit onderzoek van Koert van Ittersum, hoogleraar Marketing en Consumentenwelzijn aan de Rijksuniversiteit Groningen. Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen met een twee keer zo grote kom een derde meer ijs opscheppen. Krijgen ze daarbij ook nog een grotere opscheplepel, dan neemt het
Slim eten met de Consumentenbond
zelfs met zestig procent toe. ‘Het opvallende is dat de ‘veelscheppers’ zich niet eens van bewust zijn van hun grotere ijsberg’, aldus Van Ittersum. Dat komt doordat de grootte van een voorwerp wordt afgemeten aan de omvang van omringende objecten, bekend als de Delboeuf-illusie. Het verband tussen serviesgrootte en eetgedrag laat volgens Van Ittersum zien dat onderbewustzijn een belangrijke rol speelt in consumptiegedrag.
De Consumentenbond publiceerde vorige maand de ‘Minigids DIEET’ met informatie over diverse fabels en feiten. ‘In deze minigids informeren we u over de enige methode die wél werkt en die altijd blijft werken: slim eten. Want wie begrijpt wat de gevaarlijkste verleidingen zijn en hoe de kilo’s ontstaan, kan er gemakkelijker iets tegen doen en toch lekker blijven eten.’
Maar ook kleur en contrast bepalen hoeveel mensen zichzelf opscheppen. Zo wordt er meer pasta met een witte saus op een wit bord geschept, dan pasta met een rode saus. Dit komt doordat er weinig contrast is tussen het witte bord en de witte pastasaus. Bron: Rijksuniversiteit Groningen, december 2013
24| Voedingsbegeleiding is de afgelopen jaren sterk toegenomen Suiker in perspectief, februari 2014
Met de campagne 'Slim eten' wil de Consumentenbond consumenten informeren over zin en onzin van afvallen. In de Minigids staan tips om gezond af te vallen, informatie over lightproducten en vragen en antwoorden over suiker. Via de webwinkel van de Consumentenbond zijn twee boeken te bestellen (Keuzedieet 1 en Keuzedieet 2) over gezond eten, tips voor verstandige keuzes en recepten. De bond heeft ook een kritische inventarisatie gemaakt van diverse afslankdiëten. Van meer dan zestig diëten zijn voedingskundige samenstelling, uitvoerbaarheid in de dagelijkse praktijk, looptijd en theorie(en) achter
TIEN TIPS GEZOND AFVALLEN IN DE MINIGIDS 1. Kies bewust 2. Beweeg 3. Eet drie keer per dag 4. Eet voor het winkelen 5. Zoek de balans 6. Kies een dieet volgens de Richtlijnen goede voeding 7. Wees matig met alcohol 8. Drink voldoende 9. Eet in rustig tempo 10. Kies een dieet dat bij u past
de aanpak beoordeeld. Sommige afvalmethoden zijn aanraders vindt de Consumentenbond, andere diëten verkopen veel onzin. Over ‘Bereik je ideale gewicht’ (Sonja Bakker) schrijft de Consumentenbond onder meer dat de dagmenu's door geringe hoeveelheid calorieën niet alle voedingsstoffen leveren die iemand nodig heeft. De kans bestaat dat de inname van calcium, ijzer, foliumzuur en vitamine D onvoldoende is, het vezelgehalte is laag. Het boek ‘Broodbuik’ (William Davis) is vooral een betoog tegen tarwe in ons voedingspatroon. Davis strijdt ook tegen andere voedingsmiddelen met veel koolhydraten zoals rijst, aardappelen en pasta. De Consumentenbond stelt vast dat de auteur inspeelt in op angst en argumenten gebruikt die wetenschappelijk klinken, maar hij laat de onderbouwing rammelen.
dik’ en koffie houdt vocht vast’. Wat is waar en wat niet? Is het waar dat koolhydraten moeten worden gemeden tijdens het afvallen? Consumentenbond daarover: ‘Er zijn theorieën dat tijdens afvallen helemaal geen koolhydraten moeten worden gegeten, maar die theorieën delen we niet. Koolhydraten (zoals suiker) maken niet dikker dan andere voedingsstoffen. Als u er te veel van eet, dan zorgt dit wel voor gewichtstoename. Zeker tussendoortjes bevatten soms veel suikers en deze kunnen vaak makkelijk weggelaten of worden vervangen.’
MEER INFORMATIE Raadpleeg www.consumentenbond.nl/slimeten De inventarisatie over zestig diëten http://www.
(On)zin over eten en diëten In de Minigids is ook een hoofdstukje opgenomen over ‘(On)zin over eten en diëten’. ‘Avocado maakt
consumentenbond.nl/test/voeding-gezondheid/ dieet-afvallen/dieten/welk-dieet-past-bij-mij/.
Slim eten met de Consumentenbond |25 Suiker in perspectief, februari 2014
suiker in perspectief is een uitgave van Kenniscentrum suiker & voeding meer informatie: www.kenniscentrumsuiker.nl